Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
>
Retouradres Postbus 20350 2500 Ei Den Haag
Directie Wetgeving en )uridische Zaken Bezoekadres: Rijnetraat 50 2511 XP Den Haag T 0703407911 F 070 340 78 34 www,rijksoverheid.nI
Inlichtingen bij
Datum: 15 APR. 2014 Betreft: Beslissing op uw bezwaarschrift van 3 juli 2013
Geachte 1 Bij brief van 3 juli 2013, ontvangen op 4 juli 2013, heeft u een bezwaarschrift ingediend tegen mijn besluit van 25 juni 2013 met kenmerk DWJZ-128596106126/069. Het besluit van 25 juni 2013 wordt hierbij als herhaald en ingelast beschouwd. Met deze brief wordt op uw bezwaarschrift beslist,
Ons kenmerk DWJZ-2013000543 2013.069 2013.070
Bijlage(n) A, 8 en
c
Uw bezwaarschrift 3 juli 2013
Correspondentie uitsluitend
en het kenmerk van deze brief.
Besluit Gelet op het onderstaande verklaar ik uw bezwaar tegen mijn besluit van 25 juni 2013 deels gegrond voor zover het ziet op een nadere specificatie van de vervoerskosten.
Het bestreden besluit vul ik aan voor zover daarbij geen declaraties, facturen en bonnen zijn verstrekt van dienstreizen en overige uitgaven van de ambtelijke top van de IGZ en het RIVM. Deze informatie maak ik tezamen met een specificatie van de kosten van vervoer alsnog openbaar, met uitzondering van de gegevens die ik onleesbaar heb gemaakt zoals aangegeven onder het kopje overwegingen met betrekking tot uw bezwaren. Verloop van de procedure Bij e-mailbericht van 10 april 2013 heeft u het RIVM op grond van de Wet open baarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om informatie over bepaalde door de leden van directieraad gemaakte kosten.
Daarnaast heeft u bij e-mail bericht van 11 april 2013 de Inspectie voor de Ge zondheidszorg (hierna: de IGZ) op grond van de Wob verzocht om informatie over de kosten die gemaakt worden door inspecteurs en de leiding van de verschillende inspectiediensten. In beide gevallen vraagt u naar: de regelingen die gelden omtrent declaraties en reizen, de kosten over het jaar 2011 en 2012 van het gebruik van leaseauto’s, chauf feursdiensten en andere vervoersdiensten alsmede aan het gebruik van leaseauto’s gerelateerde kosten, van inspecteurs en de leiding van de dienst, de kosten over het jaar 2011 en 2012 van dienstreizen, alsmede een korte om schrijving van het doel van de reizen, -
-
-
-
Pagina 1 van 6
-
overige uitgaven gedaan In het jaar 2011 en 2012 op grond van declaraties van inspecteurs en het bestuur, en de kosten over het jaar 2011 en 2012 voor externe inhuur, alsmede een korte omschrijving van het doel van de inhuur.
Bij brief van 16 april 2013 is de ontvangst van uw verzoeken bevestigd. Bij brief van 7 mei 2013 is de termijn om op uw verzoeken te beslissen met vier weken verdaagd. Bij brief van 25 juni 2013 is op uw verzoeken besloten en u een over zicht van de gevraagde informatie gezonden. Bij brief van 3 juli 2013 hebt u een tegen dit besluit gericht bezwaarschrift ingediend.
Directie Wetgeving en )urdische Zaken
Ons kenmerk DW)Z-2013000543 2013,069 2013.070
Gronden van bezwaar In uw brief van 3 juli 2013 voert u vier bezwaargronden aan tegen mijn besluit van 25juni 2013: 1. bij het overzicht dienstreizen ontbreekt een omschrijving van de reisdoe len; 2. bij het overzicht overige uitgaven ontbreken de declaraties. Gevraagd wordt om openbaarmaking aan te sluiten op de wijze van openbaarma king van bestuurskosten, zoals de ministeries dit sinds 2013 doen. Hierbij worden de kosten en de daarbij behorende bonnen openbaar gemaakt, 3. bij het opstellen van de overzichten is gebruik gemaakt van bestaande stukken. Aangenomen wordt dat het niet veel tijd en moeite kost deze per ommegaande te verstrekken, en 4. bij het overzicht kosten vervoer ontbreekt een splitsing wie van de amb telijke top van de IGZ welke kosten heeft gemaakt.
Naar aanleiding van uw bezwaarschrift bent in de gelegenheid gesteld om te wor den gehoord in uw bezwaren. Per bericht van 25 juli 2013 heeft u aangegeven van deze gelegenheid geen gebruik te zullen maken. Het verzamelen en ordenen van de door u gevraagde informatie heeft helaas veel tijd gekost met gevolgen voor de afhandeling, hiervoor bied ik u mijn excuses aan. Het ministerie van VWS heeft besloten om met ingang van 1mei 2013 de kosten voor de behandeling van een Wob-verzoek inzichtelijk te maken en verzoeker hierover te informeren. De behandeling van uw Wob-verzoek heeft het ministerie van VWS in ieder geval € 13.467,- gekost. Uw bezwaarschrift; algemeen Alvorens op uw specifieke bezwaren in te gaan, merk ik in algemene zin het vol gende op over de toepasselijke wetgeving, in dit geval de Wob (zie ook bijlage A).
Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie in gewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de Wob. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob, dient het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt iedere burger in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weige ringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Pagina 2 van 6
Evenmin kent de Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is. Indien ik aan u de betreffende documenten verstrek, moet ik deze ook aan anderen geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vindt de afweging dan ook plaats. Overwegingen ten aanzien van de gronden van bezwaar In uw verzoeken van 10 en 11 april 2013 heeft u verzocht om openbaarmaking van bepaalde kosten waarbij niet was aangegeven, dat naast een overzicht hier van ook openbaarmaking van de achterliggende documenten werd gewenst.
Directie Wetaevlng en Jurdische Zaken
Ons kenmerk DWJZ-2013000543 2013.069 2013.070
In het kader van de bestuurlijke heroverweging verstrek Ik u de volgende informatie: over ‘dienstreizen’ maak ik op persoonsniveau het bedrag en waar beschik baar doel van de reis openbaar alsmede de onderliggende stukken daarvan. De reisdoelen zijn aangegeven op de overzichten of in het betreffende docu ment; over ‘overige uitgaven’ op grond van declaraties maak ik op persoonsniveau de declaraties en onderliggende stukken openbaar, en over ‘kosten van vervoer’ van de ambtelijke top van de IGZ maak ik conform artikel 7, tweede lid, van de Wob, op functieniveau de kosten openbaar in de vorm van een overzicht. Dit, daar geen bestaand geaggregeerd stuk hiervoor beschikbaar is. —
-
-
-
-
In de openbaar te maken documenten heb ik een aantal gegevens onleesbaar gemaakt waarbij ik in het document de toepasselijke weigeringsgrond uit artikel 10 van de Wob heb aangegeven. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer (1O.2.e) In de betrokken documenten staat informatie die raakt aan de persoonlijke le venssfeer van betrokken personen. Van de leden van de directieraad van het RIVM en de top van de IGZ (inspecteur generaal en hoofdinspecteurs) maak ik de namen openbaar. Huisadressen, (privé) bankrekeningnummers, personeelsnummers, klantennummers, handtekeningen en parafen evenals gegevens omtrent genoten spijzen en dranken e.d. heb ik ech ter onleesbaar gemaakt. Bij de afweging tussen het algemene belang van open baarheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen laat ik dit specifieke belang zwaarder wegen dan het belang van openbaarheid. Van andere medewerkers van het ministerie heb ik de namen, toestel- en kamernummers ed. onleesbaar gemaakt ter bescherming van hun persoonlijke levens sfeer. Ten aanzien van hen laat ik de bescherming van hun persoonlijke levens sfeer zwaarder wegen dan het belang van openbaarheid. Ook zonder de onleesbaar gemaakte informatie wordt voldaan aan uw materiële informatievraag met betrekking tot deze bestuurlijke aangelegenheid. Wijze van openbaarmaking In bijlage B treft u een inventarislijst aan, waarop in het kort informatie is opge nomen over het doel van de dienstreizen en de overige uitgaven van het RIVM en de achterliggende declaraties en bonnen. In bijlage C treft u de informatie over de IGZ aan. Het reisdoel is indien aanwezig op het declaratieformulier of de bon aangegeven. De in de inventerislijst genoemde documenten treft u bij dit besluit in kopie aan. —
-
Pagina 3 van 6
Plaatsing op internet De stukken die met een geanonimiseerde versie van dit besluit voor een ieder openbaar worden, worden op de website www.rijksoverheid.nl geplaatst.
Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, WIzijn en Sport,
lT
di
Directie Wetgeving en Jurdische Zaken Ons kenmerk DWJZ-2013000543 2013.069 2013.070
E_I Scippers
BEROEP U kunt tegen deze beschikking beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin u uw woonplaats in Nederland heeft.
Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop de beschikking u is toegezonden aan de rechtbank worden gestuurd. U kunt ook digitaal beroep instel len via http://loket.rechtsoreak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Het beroepschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuurs recht zijn ondertekend en bevat ten minste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, zo mogelijk een afschrift van dit besluit, en de gronden waarop het beroepschrift rust. Van de indiener van het beroepschrift wordt griffierecht geheven door de griffier van de rechtbank. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de griffie van de rechtbank verstrekt.
Pagina 4 van 6
Directie Wetgeving en urdIsche Zaken
Bijlage A Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.
Ons kenmerk DW]Z-20 13000543 2013.069 2013,070
Artikel 1.0 van de Wob luidt, voor zover relevant, als volgt: 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijft- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechts personen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen in breuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale orga nisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechte lijke lichamen of de in artikel la, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aange legenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voor zover de betrok ken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. («.)
Artikel 11 van de Wob luidt, voor zover relevant, als volgt: 1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen per soonlijke beleidsopvattingen, 2. Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en demo cratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen her leidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen her leidbare vorm worden verstrekt. 3. Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd samengestelde ad viescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin opgenomen per soonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de adviescommis sie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt. 4. In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de be scherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. Pagina 5 van 6
Bijlage B Documenten RIVM
Directie Wetgeving en Jurdische Zaken
Bijlage C Documenten IGZ
Ons kenmerk DW)Z-2013000543 2013.069 2013.070
Pagina 6 van 6