Minimabeleid 2015-2016
Versie 1.1 (oktober 2015)
Inhoudsopgave
pag. 1.
Inleiding
2
2.
Relatie met sociaal domein
2
3.
Context
2
4.
Visie
3
5.
Doelgroep
3
6.
Bestaande regelingen minimabeleid Gemeente Stein 6.1. Individuele bijzondere bijstand 6.2. Individuele inkomenstoeslag 6.3 A. Collectieve aanvullende ziektekosten verzekering voor een brede doelgroep 6.3 B. Tegemoetkoming aanvullende collectieve verzekering 6.4. Jeugdsportfonds
3 3 3
7.
Wijzigingen en nieuwe regelingen minimabeleid Gemeente Stein 7.1 Wijzigingen 7.2 Participatieregeling kinderen 7.3.Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten
5 5 5 6
8.
Resultaat 2013/2014 en begroting 2015 - 2017.
8
9.
Tot slot
9
Bijlage 1: Regels van toekenning van Leergeld WM
10
3 4 4
1
1. Inleiding Deze nota betreft het minimabeleid voor de gemeente Stein 2015 – 2016. Het doel is te komen tot een voorziening die voldoet aan het zijn van een vangnet om iedereen en specifiek kwetsbare inwoners de mogelijkheid te bieden om te participeren in de samenleving, kansen te bieden en daar waar nodig (individueel) te ondersteunen. Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 is het doel van het minimabeleid gelijk gebleven. Wel is er sprake van een aanscherping. Meer dan voorheen wordt gestimuleerd dat mensen zelf kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan (eigen kracht). Want participatie draagt op positieve wijze bij aan de ontwikkeling van mensen, hun eigenwaarde en het vinden van hun plek in de maatschappij. De gemeente op haar beurt treft dan maatregelen om te voorkomen dat mensen, die van een minimum besteedbaar inkomen moeten leven, op essentiële onderdelen worden uitgesloten van volwaardige deelname aan de samenleving. Het is wel belangrijk om te realiseren dat minimabeleid (en bijzondere bijstand) een reactieve voorziening is. Preventie moet plaats vinden vanuit de uitvoering van m.n. de Wmo, Participatiewet en de Jeugdwet. Om het belang van een goed minimabeleid te benadrukken heeft het kabinet afspraken gemaakt over de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid, daarvoor is landelijk structureel €100 miljoen extra beschikbaar. Hierbij is er opnieuw volle aandacht voor bestaande doelgroepen maar wordt extra aandacht gevraagd voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen, de toename van zzp-ers die langdurig geen opdrachten vinden en ouderen met een klein pensioen. De regering vindt het belangrijk dat gemeenten bij de uitvoering van het minimabeleid maatwerk leveren. Dat betekent dat ook gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden, de oorzaken van het probleem en de mogelijkheden om via werk meer inkomen te genereren. 2. Relatie met sociaal domein. Door de decentralisatie van taken op het terrein van Arbeidsparticipatie, Jeugdzorg en Zorg is de gemeente de regisseur over het Sociaal Domein. Hierbij is het van belang dat de verbinding wordt gelegd tussen de verschillende thema’s armoede, re-integratie, participatie en gezondheid. Daartoe wordt binnen het sociaal domein toegewerkt naar een integrale dienstverlening, waarbij de leefgebieden opgroeien, werken en meedoen centraal staan. De visie op het minimabeleid sluit hierbij aan, waarbij de eerste focus ligt op het bieden van de inkomensondersteuning die nu ook beschikbaar is. Een belangrijk aandachtpunt is het opheffen van de regelingen Wet tegemoetkoming Chronische zieken en Gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) a.g.v. de transitie van taken van AWBZ naar Wmo. Het rijksbudget voor de Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten en de Compensatie Eigen Risico is overgeheveld naar de gemeenten voor inkomensondersteunende maatregelen voor personen met een chronische ziekte en/of beperking. Het betreft circa 15% van het oorspronkelijke rijksbudget, exclusief de fiscale regeling specifieke zorgkosten, die uitgevoerd wordt door de belastingdienst. Het rijk heeft de regelingen afgeschaft, deels om te bezuinigen, deels omdat de regelingen hun doel voorbijschieten. De Compensatie Eigen Risico (CER) bijvoorbeeld, compenseerde ten dele het eigen risico van de ziektekostenverzekering, ongeacht de hoogte van het inkomen. 3. Context Binnen het wettelijk kader van de Participatiewet maakt de gemeente keuzes voor aanvullende inkomensondersteuning voor minima. Hierbij wordt inkomensondersteuning alleen geboden op individuele basis. Per geval moet vastgesteld worden dat er sprake is van noodzakelijke kosten en bijzondere omstandigheden. De gemeente moet dus individueel maatwerk leveren. Het toekennen van categoriale regelingen is met de komst van de Participatiewet beperkt tot het verstrekken van een tegemoetkoming voor de aanvullende ziektekostenpremie.
2
4. Visie Stein Het minimabeleid van de gemeente Stein is erop gericht om inwoners die tot de doelgroep behoren zoveel mogelijk in staat te stellen om mee te doen (te participeren) in de samenleving. Hierbij staat eigen verantwoordelijkheid voorop en dienen de voorzieningen als vangnet. 5. Doelgroep Personen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum behoren tot de doelgroep. Deze norm is in het staande beleid vastgesteld en blijft gehandhaafd. Uitzondering hierop is de doelgroep die in aanmerking komt voor de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Hiervoor wordt een norm van 150% van het sociaal minimum gehanteerd. 6. Bestaande regelingen minimabeleid Gemeente Stein, inclusief aanpassingen 6.1 Individuele bijzondere bijstand Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat in het individuele geval het inkomen van belanghebbende niet volledig toereikend is ter voorziening in bepaalde noodzakelijke kosten. Voor zover belanghebbende voor dergelijke kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening en deze uitgaven naar het oordeel van het college evenmin uit de eigen middelen kunnen worden voldaan, kan daarvoor bijzondere bijstand worden verstrekt. Om recht te hebben op bijzondere bijstand is niet vereist, dat belanghebbende ook recht heeft op algemene bijstand. In het kader van de Participatiewet is het eigen sociale netwerk ook een voorliggende voorziening. Hierbij is het wel van belang vast te stellen of betrokkene hierop een beroep kan doen. Zo niet dan biedt de gemeente alsnog het vangnet van de bijzondere bijstand. Indien na een individuele beoordeling wordt vastgesteld dat de aanvraag voldoet aan de criteria, wordt de bijzondere bijstand in principe om niet verstrekt. Verstrekking om niet past binnen een activerend minimabeleid. Leningen en daarmee schulden werken belemmerend op de uitstroom. 6.2 Individuele inkomenstoeslag Personen die langer dan 36 maanden een laag inkomen hebben en voor wie geen uitzicht op inkomensverbetering bestaat kunnen een beroep doen op de regeling individuele inkomenstoeslag. Hierbij is de inkomensgrens vastgesteld op 110% van de bijstandsnorm (zie artikel 3 Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Stein zoals vastgesteld door de Raad op 4 december 2014).Voor 2015 zijn de bedragen: a. € 373, - voor een alleenstaande b. € 478, - voor een alleenstaande ouder c. € 533, - voor gehuwden. 6.3A Collectief aanvullende zorgverzekering voor een brede doelgroep De collectief aanvullende zorgverzekering verzekert inwoners met een laag inkomen tegen vaak voorkomende ziekte- en zorgkosten. Hierdoor zijn inwoners niet (langer) afhankelijk van bijzondere bijstand voor bepaalde kosten. Op basis van het contract dat de gemeente voor haar inwoners sluit, zijn zowel de basisverzekering als de aanvullende verzekering iets goedkoper. De gemeente Stein heeft zo’n contract met zorgverzekeraar IZA-Cura en VGZ. Inwoners met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum kunnen van deze verzekering gebruikmaken. Ook ouderen en zelfstandigen (ZZP’ers) die onder deze grens zitten wat het inkomen betreft, mogen deelnemen aan deze collectiviteit.
3
Ter verduidelijking het onderstaande schema waarin de inkomensgrenzen die worden gehanteerd op de inschrijfformulieren van 2016 expliciet worden uitgewerkt: Echtparen/samenwonenden Netto maandinkomen (zonder vakantietoeslag) 0%-110% 110%-150%
18 jaar tot AOW leeftijd
AOW leeftijd
€ 0,00 - € 1437,00 € 1437,00 - € 1960,00
€ 0,00 - € 1543,00 € 1543,00 - € 2104,00
Alleenstaande ouders Netto maandinkomen (zonder vakantietoeslag) 0%-110% 110%-150%
18 jaar tot AOW leeftijd
AOW leeftijd
€ 0,00 - € 1006,00 € 1006,00 - € 1372,00
€ 0,00 - € 1128,00 € 1128,00 - € 1538,00
Alleenstaanden Netto maandinkomen (zonder vakantietoeslag) 0%-110% 110%-150%
18 jaar tot AOW leeftijd
AOW leeftijd
€ 0,00 - € 1006,00 € 1006,00 - € 1372,00
€ 0,00 - € 1128,00 € 1128,00 - € 1538,00
6.3B Tegemoetkoming aanvullende collectieve verzekering: Inwoners van de gemeente Stein met een collectieve aanvullende ziekteverzekering die een inkomen hebben tot 110% van de voor hen geldende bijstandsnorm hebben, kunnen een tegemoetkoming van € 120, - per verzekeringsjaar krijgen. Bijstandsgerechtigden krijgen dit automatisch en overige personen kunnen hiertoe een aanvraag indienen. Om deze collectieve ziektekostenverzekering waarin veel voordelen gewaarborgd zijn aantrekkelijker te maken voor de minima tot 110 % van de bijstandsnorm is het voorstel om vanaf 1 januari 2016 de vergoeding te verhogen van € 120,00 per jaar naar € 240,00 per jaar.
Beslispunt 1: De tegemoetkoming aanvullende collectieve ziektekostenverzekering voor inwoners van de gemeente Stein met een inkomen tot 110 % van de voor hen geldende bijstandsnorm te verhogen van € 120,00 naar € 240,00 per jaar.
6.4. Jeugdsportfonds Sporten is een belangrijk instrument om jongeren deel te laten nemen. De gemeente Stein neemt deel aan het Jeugdsportfonds en geeft sportkansen aan kinderen vanaf 4 tot en met 18 jaar die leven in gezinnen waar niet genoeg geld aanwezig is om lid te worden van een sportvereniging. Voor die kinderen betaalt Jeugdsportfonds de contributie en in bepaalde gevallen de sportattributen. De aanvragen kunnen via een intermediair worden ingediend. Hierbij is het voorstel om Stichting Leergeld hiervoor in te schakelen. Deze stichting heeft op basis van kennis en ervaring een goed beeld van de specifieke situatie van jongeren en daardoor in staat aanvragen in het kader van het Jeugdsportfonds te beoordelen. In relatie tot de in 7.1 voorgestelde wijziging worden daardoor zo veel mogelijk jeugdgerelateerde zaken gecentreerd ondergebracht bij Stichting Leergeld.
4
7. Wijzigingen en nieuwe regelingen minimabeleid Gemeente Stein 7.1 Wijzigingen Vanaf 2015 zijn de mogelijkheden van het bieden van categoriale bijzondere bijstand beperkt. Deze uitvoeringsvariant blijft alleen open voor de collectieve ziektekostenverzekering. Overige categoriale verstrekkingen zijn niet meer mogelijk. Voor de gemeente Stein betekent dit dat per 1 januari 2015 de volgende regelingen zijn komen te vervallen: - de verordening participatie schoolgaande kinderen; - categoriale bijzondere bijstand voor personen van 65 jaar en ouder; - categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten; - “Extraatje” voor sociaal, maatschappelijke participatie. 7.2 Participatieregeling kinderen (nieuw) Een van de speerpunten in de intensivering van het armoedebeleid is de zorg voor kinderen die opgroeien in armoede. Uit onderzoek van de Kinderombudsman blijkt dat 40% van de ruim 500 kinderen die deelnamen aan het onderzoek niet elke dag een warme maaltijd krijgt. Meer dan de helft van de kinderen maakt soms of regelmatig gebruik van de voedsel- en/of kledingbank, en/of heeft te maken met het afsluiten van elektriciteit en/of water. Ook vakanties, lidmaatschap van een sportclub, het vieren van een verjaardag of het meedoen aan schoolexcursies zijn niet vanzelfsprekend voor alle kinderen. De redenen voor de armoede liggen opvallend vaak niet aan werkloosheid van (een van) de ouders maar aan het feit dat het gezin schulden heeft. Kinderen geven aan dat ze hierover niet veel praten met anderen maar hier wel behoefte aan hebben. Ook ouders houden deze informatie vaak (te)lang “achter de voordeur”. Hierbij spelen schaamte en de sociale samenhang van de omgeving een belangrijke rol. Om sociaal isolement te voorkomen kiest de gemeente voor een actieve benadering van de doelgroep, middels een goede informatievoorziening o.a. via internet, de regionale media en persoonlijke benadering van de doelgroep. De staatssecretaris onderschrijft het advies van de kinderombudsman om deze doelgroep te ondersteunen met zogenaamde kindpakketten. Deze voorzien tenminste in de meest noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving. Bij het invullen van het minimabeleid voor gezinnen met kinderen, is rekening gehouden met het volgende: - de mogelijkheden voor categoriale verstrekkingen zijn beperkt; - individuele verstrekkingen bijzondere bijstand kennen hoge uitvoeringskosten; - het is belangrijk dat ook nieuwe doelgroepen worden bereikt (zoals de kinderen van kleine zelfstandig ondernemers); - het beleid moet zoveel mogelijk gericht zijn op vergoeding in natura omdat het geven van financiële bijdragen niet altijd ten goede komt van het kind. Het voorstel is dat de gemeente Stein het advies volgt van de kinderombudsman en samen gaat werken met de Stichting Leergeld. De stichting Leergeld Westelijke Minstreek (hierna Leergeld), gerund door vrijwilligers, is al een groot aantal jaren werkzaam in onze gemeente en werkt daarbij samen met o.a..het Jeugd sportfonds en is een vangnet voor kinderen in een armoede situatie. Leergeld geeft geen geld aan de kinderen of de ouders maar betaalt rechtstreeks een gevraagde voorziening aan bijvoorbeeld sportclub, muziekschool, onderwijsinstelling, etc. Op deze manier weten we dat de gevraagde voorziening ook daadwerkelijk bij het kind terecht komt. Verder volgt Leergeld ook of het kind gebruik maakt van de betaalde voorziening. Vaak worden met instellingen en leveranciers afspraken gemaakt over te verkrijgen kortingen. Door deze aanpak is Leergeld een juiste partner bij het uitvoeren van het armoedebeleid onder kinderen. Door de inzet van vrijwilligers zijn de uitvoeringskosten laag (dit in tegenstelling tot de uitvoeringslasten voor de gemeente bij uitvoering in eigen beheer). Leergeld ontvangt haar inkomsten via provincie, giften, bedrijfsleven en gemeentelijke bijdragen.
5
In de samenwerking met Leergeld wordt dan per kalenderjaar een overeenkomst aangegaan waarin naast inhoudelijke en werkafspraken een opsomming van producten en een budget is afgesproken. (Voor de toekenningregels van Leergeld voor de WM 2015 > zie bijlage 1) Beslispunt 2: Het advies van de kinderombudsman volgen en samenwerken met Stichting Leergeld. Beslispunt 3: Aanvragen Jeugdsportfonds via een intermediair laten indienen; Stichting Leergeld kan als intermediair fungeren.
7.3 Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten Sinds januari 2014 zijn de landelijke regelingen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (CER) opgeheven. Deze voorzieningen bestonden om de meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten (deels) te compenseren. Per 2015 is het ook niet meer mogelijk om de categoriale bijzondere bijstand aan de chronisch zieken en gehandicapten in het minimabeleid te handhaven. Het gaat vanaf 1 januari 2015 om individueel maatwerk, waarbij gemeenten moeten zorgen dat inwoners met een chronische ziekte of handicap kunnen (blijven) participeren in de maatschappij. Gemeenten krijgen hiervoor structureel extra middelen. Ook hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat onder de Wtcg en CER veel mensen een vergoeding ontvingen terwijl zij niet werkelijk meerkosten hadden. De gemeente Stein neemt deel aan de collectieve ziektekostenverzekering Zuid-Limburg voor minima. Chronisch zieken en gehandicapten met een inkomen tot 150% van het sociaal minimum kunnen gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering zoals omschreven bij punt 6.3. Een maatwerkvoorziening voor deze doelgroep is dan ook niet noodzakelijk omdat de mogelijkheden die geboden worden bij het gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering voldoende toereikend zijn om medische meerkosten en overige extra kosten te voldoen. Eigen bijdrage CAK voor WMO voorziening in collectieve aanvullende ziektekostenverzekering Mensen die gebruik maken van een WMO voorziening betalen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Deze bijdrage wordt vastgesteld en opgelegd door het CAK. De eigen bijdrage wordt vanaf 2016 opgenomen als vergoeding in het verzekeringspakket. De vergoeding is gemaximeerd tot een bedrag van € 400,00 per verzekerde. Het betreft de vergoeding van de eigen bijdrages maatwerkvoorzieningen (op basis van indicatie) voor huishoudelijke hulp en/of begeleiding, vastgelegd in de WMO en uitgevoerd door de gemeente waar betrokkene woont. Medische meerkosten Bij medische meerkosten gaat het om kosten of eigen bijdragen voor medische hulp, verzorging en hulpmiddelen. Deze kosten kunnen tot een maximum van € 500,00 per jaar gedekt worden door deelname aan een collectieve aanvullende zorgverzekering. Deze aanvulling is dan bedoeld om chronisch zieken en gehandicapte inwoners met een laag inkomen te verzekeren. Overige meerkosten Dit zijn noodzakelijke kosten als maaltijdvergoeding, waskosten of kosten door kledingslijtage die hoger zijn als gevolg van een chronische ziekte of beperking. Bij een aanvraag kan een medisch advies worden gevraagd om de aannemelijkheid van meerkosten vast te stellen. In artikel 35 lid 1 van de Participatiewet is bepaald dat hiervoor bijzondere bijstand kan worden verleend als iemand niet de middelen heeft om in bijzondere omstandigheden de noodzakelijke kosten te kunnen voldoen. Voor de duur van 3 jaar zijn hier extra middelen voor beschikbaar. De aanvraag bijzondere bijstand in de Participatiewet is niet gewijzigd ten opzichte van
6
de Wet Werk en Bijstand. De kosten voor het uitvoeren van de bijzondere bijstand zijn dan ook nagenoeg niet gewijzigd.
7
8. Resultaten 2013/2014 en begroting 2015 e.v. Onderstaand overzicht is een weergave van de begroting en realisatie over 2013 en 2014, een expliciete weergave van de uitgaven 2014 en de begroting voor 2015 e.v.
Begroot
Werkelijk
200.000 226.000 200.000 85.000 200.000 87.000 200.000 90.000
210.672 210.140 -
Bedrag
Extraatje voor minima Categoriale regeling voor personen met de pensioengerechtigde leeftijd Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten Categoriale bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Collectieve aanvullende verzekering Stimulering peuterspeelzaalbezoek Totaal uitgegeven aan minimabeleid 2014
Aantal aanvragen 149 24 13 72 105 1 264
2 2 1 118 11 5 3 1 17 2 6 5 9 10 38 95 1 2 325 653
500 443 866 49.653 5.620 2.672 1.407 4.070 1.353 1.267 798 936 1.190 5.450 8.191 63.379 80 905 26.050 174.829 -22.662
Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Extra middelen v/h rijk 2015 Begroting 2016 Extra middelen v/h rijk 2016 Begroting 2017 Extra middelen v/h rijk 2017 Toekenningen op basis van minimabeleid 2014 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Toekenningen voor bijzondere bijstand 2014 Kleding en/of schoeisel Was- en/of kleedkosten Toeslag voormalige eenoudergezinnen Langdurigheidtoeslag Eenmalige bijdrage levensonderhoud Maaltijdvoorziening Overbruggingsuitkering Aanvullende bijstand Huishoudelijke- en/of gezinshulp Woonkosten tot huurgrens Kinderopvang Reiskosten Schuldsanering Betaling n.a.v. borgstelling Rechtsbijstand Overige kosten financiële transacties (m.n. bewindvoerderskosten) Overige kosten (para)medische hulp Eigen bijdrage AWBZ Koopkrachtregeling 2014 Totaal uitgegeven aan bijzondere bijstand Correctie van kosten die onder een ander budget vallen Totaal werkelijk 2014
Uitvoerings kosten 85.426 93.302 100.948
18.735 8.939 770 16.800 12.600 129 57.973
210.140
.
8
9. Tot slot Zoals eerder aangegeven is het minimabeleid nauw verweven met de beleidsvelden binnen het sociaal domein als gezondheid, werk en re-integratie en zorg voor de jeugd. Hierbij is het in alle gevallen belangrijk om participatie te stimuleren en armoede te voorkomen. De ondersteuning die de gemeente biedt is dan ook cruciaal. In de nadere uitwerking van het minimabeleid zal daar waar nodig steeds weer afstemming moeten plaatsvinden met de verschillende beleidsterreinen. De belangrijkste wijziging die ingezet moet worden is de beweging die in de Wmo bekend staat als de kanteling, maar die ook op het gebied van armoede en schuldhulpverlening steeds meer wordt toegepast. De kern van de kanteling is dat we eerst kijken naar welke oplossing de burger zelf met behulp van het sociale netwerk kan aandragen voor het probleem. Daarna gaan we na of er algemene voorzieningen zijn waarbij we gebruik kunnen maken van particuliere instanties. De laatste stap die gezet kan worden is de inzet van individuele voorzieningen vanuit de gemeente. Dit laatste is het vangnet voor kwetsbare inwoners die hulp nodig hebben. Een gekanteld minimabeleid vraagt méér van de inwoners, de eigen kracht wordt immers als eerste aangesproken. Daarnaast vraagt een activerend minimabeleid ook een goede ontsluiting van de bestaande voorzieningen, particulier en publiek. Een belangrijk aandachtpunt is dat het bieden van een adequate voorziening een flink beroep doet op de gemeentelijke uitvoeringsorganisatie, in tijd en kennis. Daarom is samenwerking met partijen als de stichting Leergeld van groot belang en zal ook actief worden ingezet om met meerdere partijen een constructieve samenwerking aan te gaan. Tot slot, het minimabeleid is een dynamische voorziening die jaarlijks moet worden geëvalueerd en getoetst aan het beroep dat er op wordt gedaan. Om die reden is het in de uitvoering bijhouden van casuïstiek van groot belang om het beleid bij te stellen.
9
Bijlage 1: Regels van toekenning van Leergeld WM
Uitvoeringsafspraken / toekenningsregels 2015 bestemd voor de gemeente Stein Stichting Leergeld Westelijke Mijnstreek
1. Ouders met een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110 % van de norm zoals bedoeld in artikel 35 lid 9 WWB en een in aanmerking te nemen vermogen dat lager is dan de vermogensgrenzen zoals bedoeld in artikel 34 WWB, kunnen voor de hen ten laste komende kinderen ter vergroting van hun maatschappelijke participatie, aanspraak maken op een vergoeding van de kosten van maatschappelijke participatie door de stichting Leergeld Westelijke Mijnstreek. 2. In het geval er ten aanzien van een belanghebbende een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken, worden enkel de inkomsten in acht genomen waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft. In de praktijk komt dit neer op 90% van de bijstandsnorm. 3. De aanvraag kan op ieder moment in het lopende kalenderjaar worden ingediend. 4. De aanvraag dient ingediend te worden alvorens de kosten zijn gemaakt. Reeds gemaakte kosten worden niet achteraf vergoed. 5. Lidmaatschappen voor clubs en verenigingen worden vergoed tot een maximum van € 35, per maand per kind. (1) 6. Er wordt slechts één lidmaatschap per kind vergoed. 7. Voor een schoolreisje/ouderbijdrage/schoolkamp/excursie voor de kinderen op de basisschool wordt maximaal een bedrag van € 40 per jaar per kind betaald. (2) 8. Voor werkweken, excursies of andere schoolkampen voor het voorgezet onderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 100 per kind per jaar. 9. Sportkleding wordt maximaal 1x per 2 jaar vergoed voor een bedrag van maximaal € 150.
(3)
10. Voor sportkleding gelden de volgende maximale bedragen als vergoeding: zwempak € 30 zwembroek € 25 zwemslippers € 15 voetbalschoenen € 75 sportschoenen € 80 trainingspak € 80 voetbal sokken € 10
10
scheenbeschermers € 15 shirt € 25 korte broek € 25 knie beschermers € 10 11. De vergoeding voor een zomerzwemabonnement (alleen voor kinderen) bedraagt maximaal € 50 per seizoen. 12. Kosten voor overblijven komen enkel voor vergoeding in aanmerking als deze kosten noodzakelijk/ verplicht zijn en belanghebbende hiervoor geen beroep kan doen op vergoeding door de gemeente (in de vorm van een re-integratievoorziening).
(4)
13. Fietsen komen niet voor vergoeding in aanmerking. 14. Schoolboeken of readers komen niet voor vergoeding in aanmerking. Leergeld betaalt geen borg voor gratis leermiddelen en kosten voor beroepskleding. 15. Huiswerkbegeleiding wordt niet vergoed. 16. Indien de bovenstaande afspraken geen uitsluitsel geven of een specifieke situatie maatwerk vereist, overlegt Leergeld met de gemeente.
(1) Leergeld WM onderhoudt contacten met de sportclubs waarbij de kinderen die door Leergeld geholpen worden. Met diverse clubs /verenigingen in de regio zijn afspraken gemaakt. Voor de gemeente Stein zijn dit o.a. de maneges en scouting, dansschool Crea Danc, Anytime Fitness (2) Met de scholen voor voortgezet onderwijs ( dus ook met SG Groenewald) zijn afspraken gemaakt m.b.t. een regeling rondom de kwijtschelding van de ouderbijdrage. (3) Er zijn afspraken met enkele sportzaken in de regio rondom de aanschaf van sportkleding. Voor de gemeente Stein moet op korte termijn bekeken worden welke zaak (zaken) hiervoor in aanmerking kan komen. (4)
Voor de zwemles en het zomer zwemabonnement bestaan afspraken met Steinerbos
11