Diestsestraat 163 3000 LEUVEN tel 016 31 90 00 fax 016 31 90 01
[email protected] www.miniemeninstituut.be
MINIEMENINSTITUUT HANDELS- EN TOERISMEONDERWIJS
Welkom
Het MINIEMENINSTITUUT is een school Opleiden is leren om je op een creatieve manier te handhaven in de wereld waarin je later je weg zal weten te vinden. We garanderen je de beste brandstof om jouw motor optimaal te laten draaien. We zijn begaan met je opvoeding. Je bent immers meer dan de optelsom van je kwaliteiten.
Het MINIEMENINSTITUUT is onze school Opvoeden is tonen welke richting je best kiest in het doolhof van mogelijkheden die de samenleving voorhoudt, zodat je niet verdwaalt of strandt in een doodlopend pad. Opvoeden is leren kaartlezen. Ook hiermee willen we school maken.
Het MINIEMENINSTITUUT biedt je een ruimte waarin je jezelf kan zijn, waar openheid en geborgenheid bevorderd worden, muren waarbinnen je je thuis kan voelen. Je krijgt er de kans je hele persoon te ontwikkelen. Vaardigheden zoals communicatie, zin voor initiatief, inzet, doorzettingsvermogen, werkmethodiek, discipline, relatiebekwaamheid, leergierigheid en interesse moeten er kunnen groeien. Waarden als vriendschap, openheid, verdraagzaamheid, innerlijkheid, trouw en eerlijkheid moeten de leerling de sterkte bieden bij zijn toekomstige taak in de samenleving. Een school die deze vaardigheden en waarden voorleeft en de geborgenheid biedt waarin jongeren kunnen groeien, moet wel een goede school zijn. Dit is waar directie en leerkrachten van het Miniemeninstituut voortdurend aan willen werken.
1
Technisch Secundair Onderwijs
3degraad
2de graad
Boekhouden- InformaticaSecretariaatHandel Toerisme Informatica beheer talen Handel- talen
Handel
Toerisme
2 Handel Eerste leerjaar A
1stegraad
Beroepssecundair Onderwijs
7dejaar
Kantooradministratie en gegevensbeheer
Winkelbeheer en etalage
3degraad
Office
Retail
2degraad
Office en Retail
1stegraad
2 BVL – Decoratie – Kantoor en verkoop Eerste leerjaar B
2
In het eerste leerjaar A kies je nog geen studierichting. Je krijgt wel een degelijke, brede algemene basisvorming. Het eerste leerjaar A is in onze school bedoeld voor leerlingen met belangstelling voor sterke TSO-richtingen. Dit zijn de studierichtingen met een brede, algemene vorming én met technisch-theoretische vakken die doorstromen naar vormen van hoger onderwijs. Een goede start om later een juiste keuze te maken volgens jouw interesse en mogelijkheden. ZEE/BOSKLASSEN
In het eerste trimester gaan de leerlingen van het eerste jaar op zee- of bosklassen. Tijdens een aantal activiteiten (les, natuurwandeling…) maken zij kennis met de wereld van het bos of de kust. Daarnaast wordt ook heel wat tijd besteed aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden (bosspel, sport…) en aan het creëren van een goede klassfeer.
HUISWERKKLASSEN
Twee maal in de week organiseert de school een huiswerkklas (15.40 u. – 16.40 u.). Dit gebeurt in samenwerking met een aantal hogescholen. Leerlingen worden door een student (buddy) geholpen om hun huiswerk te maken; samen gaan zij op zoek naar een voor de leerling geschikte studiemethode. vakken Godsdienst Aardrijkskunde Natuurwetenschappen Frans Geschiedenis ICT Leer- en leefsleutels Lichamelijke opvoeding Muzikale opvoeding Nederlands Nederlandse expressie Plastische opvoeding Techniek Wiskunde Totaal
1A 2 2 2 5 1 1 1 2 1 5 1 2 2 5 32
3
Wiskunde bouwt verder op de leerstof van de lagere school, de wiskundige context wordt nu belangrijker. Elk trimester staat er zowel getallenleer als meetkunde op het programma. In onze school wordt het basispakket Nederlands en Frans uitgebreid met twee extra uren. Naast het opbouwen van kennis wordt er veel aandacht besteed aan het inoefenen van de vaardigheden. De leerlingen worden gestimuleerd om regelmatig zelfstandig opdrachten uit te voeren in het Open Leercentrum. Nederlandse expressie ondersteunt de creatieve vaardigheden van de leerling.
LEER- EN LEEFSLEUTELS
Leefsleutels oefent jongeren in communiceren, zelfdiscipline aanscherpen, omgaan met gevoelens, kritisch denken, risico’s inschatten, problemen oplossen, conflicten hanteren, weerbaar zijn, keuzes maken. Leefsleutels leert jongeren hoe en waarom ‘neen’ te zeggen tegen alcohol, tabak en andere drugs. Leefsleutels “leert leren “ – structuur aanbrengen in notities, leren de agenda als studieplanner gebruiken en leren om de leerstof op een correcte manier te verwerken.
Via techniekprojecten maakt de leerling kennis met verschillende toepassingsgebieden, nl. energie, transport, informatie en communicatie, constructie en biochemie. Deze techniekprojecten worden vervolgd in het tweede jaar Handel. Doeltreffend kunnen omgaan met courante ICT-toepassingen, verantwoord gebruiken van nieuwe media, dat is wat in de vakoverschrijdende ICT-eindtermen wordt verwacht. Gebruik van de elektronische leeromgeving, basiskennis van tekstverwerking, presentatie, communicatie komen hier aan bod. We kiezen er voor om dit in het eerste jaar in een afzonderlijk uur systematisch en gestructureerd te benaderen. Dat is logisch, aangezien een studiecarrière in onze school automatisch inhoudt dat je terecht komt in studierichtingen waar informaticatoepassingen een belangrijk deel vormen.
4
Het eerste leerjaar B geeft leerlingen die de basisleerstof van het lager onderwijs niet voldoende beheersen, de kans om de moeilijke overgang naar het secundair onderwijs een jaar lang voor te bereiden in een speciale onthaalklas. Leerlingen die slagen in het eerste leerjaar B behalen ook het getuigschrift lager onderwijs. Ouders beslissen na overleg met leerkrachten en CLB of een leerling het eerste leerjaar B zal volgen. Na dit jaar wordt weer door ouders, in samenspraak met leerkrachten en CLB, beslist of de leerling zal overgaan naar een eerste leerjaar A of naar een tweede beroepsvoorbereidend leerjaar ZEE/BOSKLASSEN
Tijdens het eerste trimester gaan de leerlingen van het eerste jaar op zee- of bosklassen. Tijdens een aantal activiteiten (les, natuurwandeling…) maken zij kennis met de wereld van het bos of met de kust. Er wordt ook heel wat tijd besteed aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden (bosspel, sport…) en aan het creëren van een goede klassfeer.
HUISWERKKLASSEN
Twee maal in de week organiseert de school een huiswerkklas. Dit gebeurt in samenwerking met een aantal hogescholen. Leerlingen worden door een student (buddy) geholpen om hun huiswerk te maken; samen gaan zij op zoek naar een voor de leerling geschikte studiemethode.
Lessen Godsdienst Frans Leer – en leefsleutels Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke vorming Muzikale opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Nederlandse expressie Plastische opvoeding Techniek Wiskunde Totaal
1B 2 3 1 2 3 1 2 4 1 3 6 4 32
5
De leerstof wiskunde van de lagere school wordt herhaald. Het tempo ligt hoger, leemtes in de kennis en vaardigheden worden geremedieerd. Volgende onderdelen komen aan bod: Getallen: natuurlijke getallen, kommagetallen, hoofdrekenen, cijferrekenen
Meetkunde: werken met de geodriehoek, spiegelen, rechthoek, vierkant
Metend rekenen: lengtematen, inhoudsmaten, massamaten, vlaktematen, tijd, geld, schaal, temperatuur
De leerlingen krijgen klassikaal uitleg; nadien werken zij individueel aan oefeningen die ze met een verbetersleutel zelf verbeteren.
vergemakkelijkt de keuze van het beroepenveld in het tweede jaar. LEER- EN LEEFSLEUTELS
Leefsleutels oefent jongeren in communiceren, zelfdiscipline aanscherpen, omgaan met gevoelens, kritisch denken, risico’s inschatten, problemen oplossen, conflicten hanteren, weerbaar zijn, keuzes maken. Leefsleutels leert jongeren hoe en waarom ‘neen’ te zeggen tegen alcohol, tabak en andere drugs. Leefsleutels “leert leren” – structuur aanbrengen in notities, de agenda als studieplanner gebruiken en leren om de leerstof op een correcte manier te verwerken.
In de taalvakken (Nederlands en Frans) worden leemtes in de leerstof lagere school geremedieerd. Nederlandse expressie ondersteunt de creatieve vaardigheden van de leerlingen. Het vak maatschappelijke vorming leert ons begrijpen wat er rondom ons gebeurt, waarom het zo gebeurt en hoe onze omgeving eruit ziet. In het vak techniek maken de leerlingen maken kennis met verschillende verkenningsgebieden, o.a. hout, metalen, grafische technieken, voeding, e.a. In elk verkenningsgebied neemt “hanteren” (doen) 80 à 90% van de tijd in beslag. Deze aanpak maakt duidelijk waar de interesses van de leerling liggen en
6
Je technische vorming wordt belangrijk. Naast algemene vakken, zoals talen en wiskunde, krijg je vakken die naar een specifieke opleiding verwijzen, zoals Bedrijfseconomie en ICT-vaardigheden. Hoe functioneert een bedrijf, een overheidsdienst? Hoe verloopt de administratieve verwerking van documenten? Welke informaticatoepassingen helpen ons bij administratieve taken? Aanleg en belangstelling voor functioneel taalgebruik en communicatieve vaardigheid vervolledigen het profiel van de ideale leerling in de handelsrichting. LEER- EN LEEFSLEUTELS
De doelstellingen van het eerste jaar worden verder uitgewerkt: trainen van sociale vaardigheden – leefsleutels
oefent
jongeren
in
communiceren, zelfdiscipline aanscherpen, omgaan met gevoelens,
leren leren – leerlingen leren structuur aanbrengen in hun notities, leren hun agenda als studieplanner gebruiken en leren hun leerstof op een correcte manier verwerken.
Vakken
2H
Godsdienst Aardrijkskunde Natuurwetenschappen Engels Frans Geschiedenis Initiatie in de bedrijfseconomie ICT en klaviervaardigheden Leer- en leefsleutels Lichamelijke opvoeding Muzikale opvoeding Nederlands Nederlandse expressie Techniek Wiskunde
2 1 1 2 4 2 3 2 1 2 1 4 1 2 4
Totaal
32
kritisch denken, risico’s inschatten, problemen
oplossen,
conflicten
hanteren, weerbaar zijn, keuzes maken.
promotie van een gezonde levensstijl – leefsleutels leert jongeren hoe en waarom ‘neen’ te zeggen tegen alcohol, tabak en andere drugs. Tegelijk doen we aan positieve preventie.
7
initiatie in de bedrijfseconomie: Dit vak maakt je vertrouwd met begrippen uit de handelswereld. Je leert dat wij niet alleen goederen maar ook diensten kopen en verkopen. Je onderzoekt waarom, waar en hoe we kopen en wat de resultaten daarvan zijn voor een handelszaak. Je denkt na over hoe een koop of verkoop tot stand komt en uiteraard hoe betalingen kunnen gebeuren (hier wordt je rekenvaardigheid aangesproken). Via aangepaste teksten maak je kennis met de handelstaal. Je oefent eenvoudige koop- en verkoopgesprekken en krijgt schrijfopdrachten die met verkopen te maken hebben.
In het vak ict en klaviervaardigheden maken we ruimte voor een systematische beheersing van klavierbeheersing en leer je tekstverwerking. De algemene ICT-vaardigheden die in het eerste jaar zijn verworven, vinden toepassing en worden aangescherpt.
talen In 2 Handel komt naast Nederlands en Frans ook Engels als derde taal bij het talenpalet. wiskunde We gaan van start met een grote herhaling van de rationale getallen. Ieder trimester komt een stuk getallenleer en meetkunde aan bod. In getallenleer: machtsverheffen en vergelijkingen in Q, eentremen en veeltermen, evenredigheden. In meetkunde: transformaties, congruente en gelijkvormige figuren, eigenschappen van vlakke figuren, ruimtemeetkunde.
8
BSO – BeroepsSecundair Onderwijs – is geschikt voor wie praktisch is ingesteld en een beroep wil leren. In BSOrichtingen staat de opleiding in een bepaald vakgebied voorop. Je krijgt de kans om gespecialiseerde vaktechnieken aan te leren. Deze vaardigheden worden verfijnd tijdens bedrijfsstages in de derde graad. Het tweede jaar BSO is een beroepsvoorbereidend leerjaar met specialisaties kantoor en verkoop-decoratie. In onze school is dit een vertrekpunt voor een verkoopsopleiding of een kantooropleiding LEER- EN LEEFSLEUTELS
De doelstellingen van het eerste jaar worden verder uitgewerkt: trainen van sociale vaardigheden – leefsleutels
oefent
jongeren
in
communiceren, zelfdiscipline aanscherpen, omgaan met gevoelens,
ren hun agenda als studieplanner gebruiken en leren hun leerstof op een correcte manier verwerken.
Vakken Godsdienst ICT en klaviervaardigheden Frans Initiatie in administratie retail en logistiek Leer- en leefsleutels Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke vorming Muzikale opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Plastische opvoeding Decoratie Wiskunde Totaal
2 BVL 2 2 3 2 1 2 2 1 2 4 1 7 3 32
kritisch denken, risico’s inschatten, problemen
oplossen,
conflicten
hanteren, weerbaar zijn, keuzes maken.
promotie van een gezonde levensstijl – leefsleutels leert jongeren hoe en waarom ‘neen’ te zeggen tegen alcohol, tabak en andere drugs. Tegelijk doen we aan positieve preventie.
leren leren – leerlingen leren structuur aanbrengen in hun notities, le-
9
decoratie In dit vak ontwikkelt de leerling zijn talenten op gebied van beeldende vorming, plastische en decoratieve technieken. Naast de studie van vorm en kleur wordt kennis gemaakt met plastische kunsten in verschillende praktische toepassingen. initiatie in administratie retail en logistiek In dit vak krijgt de leerling een eerste kennismaking met de verschillende activiteiten die op een kantoor gebeuren en met verkoopstechnieken. Dit vak heeft een belangrijke wiskundige component (rekenen).
getallenleer:
natuurlijke
getallen,
kommagetallen, hoofdrekenen, cijferrekenen, breuken, percenten;
metend
rekenen:
lengtematen,
massamaten, inhoudsmaten, vlaktematen, omtrek en oppervlakte;
meetkunde: lijnen, hoeken, vlakke figuren (vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel), ruimtelijke figuren.
ict en klaviervaardigheden De eerste basisvaardigheden worden bijgebracht in dit vak. Naast klavierstudie maken de leerlingen kennis met kantoortoepassingen. Aan efficiënte klaviervaardigheid wordt de nodige aandacht gegeven. De nadruk ligt op algemene ICT-vaardigheid. talen Nederlands correct leren spreken en foutloos leren schrijven en je behoorlijk uit de slag trekken in het Frans behoort tot de belangrijkste doelstellingen van deze vakken. wiskunde In het tweede jaar wordt nog steeds herhaling van basisleerstof verder gezet. Iedereen werkt aan eigen tempo; voor sterke leerlingen zijn er uitbreidingsoefeningen voorzien; voor anderen zijn er remediëringsoefeningen. Volgende onderdelen komen aan bod:
10
De vorming in de tweede graad Handel bestaat uit een bedrijfsgerichte kant: die omvat eenvoudige en gevorderde commerciële en financiële verrichtingen in een dubbele boekhouding; veel aandacht gaat naar het inzichtelijk benaderen van de boeking aan de hand van een redeneerschema; een communicatieve kant: lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheden in Nederlands, Frans en Engels en dit zowel in beroepsgerichte als in maatschappelijke context. Voor de tweede graad Handel TSO is een interesse voor bedrijfseconomie een voorwaarde. In principe kan elke leerling instromen in deze studierichting. Leerlingen uit het tweede leerjaar met basisoptie Handel hebben door de vakken handel en computervaardigheden al een voorsprong. Leerlingen die pas in het 4e jaar instappen, hebben wel een achterstand voor bedrijfseconomie en toegepaste informatica. Van deze leerlingen wordt een extra inspanning vereist.
Je leert dubbel boekhouden. Dat gebeurt eerst manueel en daarna werk je met software. Je verkent de bedrijfseconomische wereld, o.a. door in groep een klein project uit te werken waarin begeleid zelfstandig leren centraal staat. Het pakket wiskunde (5u.) geeft de leerling voldoende basis om nadien door te stromen in een informaticarichting. Je leert je mondeling én schriftelijk vlot uitdrukken zowel in het Nederlands, het Frans als het Engels. De leerling leert professionele kantoorsoftware gebruiken en maakt kennis met programmeren
Vakken
3H
4H
Godsdienst Aardrijkskunde Bedrijfseconomie Engels Frans Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Toegepaste informatica Wiskunde
2 1 6 2 4 1 2 2 4 3 5
2 1 6 2 4 1 2 2 4 3 5
Totaal
32
32
11
De vorming in de tweede graad Handel-Talen bestaat uit: een communicatieve kant: lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheden in Nederlands, Frans, Engels en Duits (vanaf het vierde jaar) en dit zowel in beroepsgerichte als in maatschappelijke context; een bedrijfsgerichte kant: eenvoudige en gevorderde commerciele en financiële verrichtingen in een dubbele boekhouding; Voor de tweede graad Handel-Talen TSO zijn een interesse voor talen en een interesse voor bedrijfseconomie een voorwaarde. Leerlingen uit het tweede leerjaar met basisoptie Handel hebben door de vakken handel en computervaardigheden al een voorsprong. Leerlingen die pas in het 4e jaar instappen, hebben wel een achterstand voor bedrijfseconomie en toegepaste informatica. Van deze leerlingen wordt een extra inspanning vereist. Het pakket bedrijfseconomie (4/3u) en het pakket wiskunde (3u) zijn in deze studierichting minder uitgewerkt dan in de studierichting handel. Daarom is deze richting minder geschikt als voorbereiding op een informaticarichting. In principe kan elke leerling instromen in deze studierichting.
Vakken
3HT
4HT
Godsdienst Aardrijkskunde Bedrijfseconomie Duits Engels Frans Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Toegepaste informatica Wiskunde
2 1 4 4 5 1 2 2 5 3 3
2 1 3 2 4 5 1 2 2 4 3 3
Totaal
32
32
Je leert je vlot uitdrukken in het Nederlands, Frans, Engels, en in het 4e jaar komt daar een 3e vreemde taal bij: Duits. De taalvakken zijn praktisch en communicatief opgevat: je leidt informatie af uit mondelinge en schriftelijke communicatie, je kan deelnemen aan een gesprek en je kan schrijfopdrachten uitvoeren in een verzorgde taal. Bedrijfseconomie omvat o.a. Algemene economische
termen
binnenlandse en buitenlandse handel
Studie van de dubbele boekhouding
Documentenstromen in een bedrijf
Verkoopstechnieken - marketing
Je maakt vlot en inzichtelijk gebruik van Officetoepassingen.
12
De studierichting Toerisme in de tweede graad heeft twee kanten: een specifiek toeristische kant: De leerling maakt kennis met de toeristische sector vanuit het standpunt van de toerist. Hij leert op systematische manier informatie over toeristische bestemmingen en producten (vervoer, verblijf, vermaak) opzoeken, selecteren en gebruiken. Hij leert reis en koopgedrag van een toerist ontleden en maakt kennis met de algemeen gebruikte reisdocumenten, contracten en betaalmiddelen. een communicatieve kant: Veel aandacht gaat naar communicatievaardigheid in de talen Nederlands, Frans, Engels en communicatietechnieken. Naast het spreken en luisteren, lezen en schrijven is klantgerichtheid, spreekdurf, vlotheid belangrijk. De leerling die kiest voor Toerisme is geïnteresseerd in het verwerven van zowel algemene (aardrijkskunde, geschiedenis en kunst en cultuur) als praktische kennis en vaardigheden (toeristische organisatie). In principe kan elke leerling instromen in deze studierichting. Een ruime talenkennis, zin voor administratieve nauwkeurigheid en dienstverlening zijn een vereiste.
Vakken
3T
4T
Godsdienst Aardrijkskunde Biologie Communicatietechnieken Engels Frans Geschiedenis Kunst en cultuur Lichamelijke opvoeding Nederlands Toegepaste economie Toegepaste informatica Toerisme Wiskunde
2 1 1 1 3 3 1 1 2 4 2 2 6 3
2 1 1 1 3 3 1 1 2 4 2 2 6 3
Totaal
32
32
De leerlingen maken kennis met de professionele wereld van het toerisme door interpreteren van grafieken en tabellen, beschrijven van bereikbaarheid van toeristische plaatsen, opzoeken van excursiemogelijkheden en logiesvormen De toeristische dimensie komt via de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en toerisme aan bod: aardrijkskundige kenmerken van verschillende Belgische en Europese streken, waardevolle kunstvormen en toeristische aantrekkingspunten, culturele evenementen. Leerlingen werken aan de ontplooiing van vlotte en praktische talenkennis. Door intensief om te gaan met de talen in de praktijk, ontwikkelen leerlingen de nodige zelfredzaamheid, eigen aan de sector.
13
De tweede graad BSO werd hervormd: twee vormingscomponenten zijn samengevoegd in één studierichting. Office - administratieve vorming met ondersteunende secretariële activiteiten en boekhoudkundige taken; Retail - commerciële vorming, d.i. verkopen en service verlenen; ontvangen en verkoopsklaar maken van goederen Voor de tweede graad BSO is interesse voor administratief werk en klantgerichte ingesteldheid een vereiste. In alle vakken wordt veel aandacht besteed aan de vorming van bepaalde attitudes zoals nauwkeurigheid en orde, kritische zin voor het eigen werk, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, stiptheid, sociale vaardigheden, leren leren. In principe stroomt de leerling uit het beroepsvoorbereidend leerjaar (met beroepenveld Kantoor en Verkoop) in. Leerlingen uit de tweede leerjaar A kunnen hier ook terecht. Op het einde van de tweede graad kan dan een bewuste keuze voor één van beide sectoren worden gemaakt.
Vakken Godsdienst Office Engels Frans Lichamelijke opvoeding Nederlands Project algemene vakken Retail Totaal
3 O-R
4 O-R
2 6 3 4 2 3 6 6
2 6 3 4 2 3 6 6
32
32
Één vak Administratie en retail: hier verwerven de leerlingen op een praktijkgerichte wijze inzicht in administratieve processen en in verkoopspraktijk. In een kantoorklas komt secretariaatswerk aan bod: documenten en formulieren lezen, invullen en interpreteren. In een verkoopklas zijn aan de orde: presenteren, klanten onthalen, ontvangst van goederen. ict werkt voortdurend aan de ondersteunende vaardigheden: klaviervaardigheid, tekstverwerking, gegevensbeheer, rekenblad, presentatie… Taal wordt als een praktisch communicatiemiddel onderwezen: luisteren, spreken, lezen en schrijven komen aan bod. De taalsituaties zijn levensecht.
14
De vorming Boekhouden-informatica TSO steunt op drie polen: een bedrijfsgerichte kant: deze richt zich op de industriële onderneming en accentueert analytisch denken; toegepaste informatica spitst zich toe op bedrijfsgerichte toepassingen; er is ruime aandacht voor analyse, programmeertechnieken en internettechnologie. De wiskunde vereist een vrij hoog abstractieniveau. Lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheden in Nederlands, Frans, Engels en dit zowel in beroepsgerichte als in maatschappelijke context. De talen ondersteunen de algemeen vormende kant in deze opleiding
lingen die instromen vanuit een andere studierichting dan Handel wordt verwacht dat zij deze inhaallessen volgen.
Vakken Godsdienst Aardrijkskunde Bedrijfseconomie Engels Frans Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Toegepaste informatica Wiskunde Totaal
5BI
6BI
2 1 6 3 3 1 2 1 3 5 5
2 1 7 2 3 1 2 1 3 5 5
32
32
Voor de derde graad Boekhouden-informatica zijn bijzondere interesse voor bedrijfseconomie, een stevige basis wiskunde (minstens 4uASO/5uTSO), een pragmatische ingesteldheid en voldoende analytisch en theoretisch denkvermogen de voorwaarden. In principe stromen de leerlingen uit de tweede graad Handel TSO in de derde graad Boekhouden-informatica TSO in. Leerlingen die niet uit het studiegebied Handel komen, hebben een grote achterstand voor boekhouden en toegepaste informatica. De school organiseert inhaallessen boekhouden tijdens de laatste week van augustus. Van leer-
15
De vorming in de derde graad Handel TSO bestaat uit twee kanten: - een bedrijfsgerichte kant, met nadruk op commerciële vorming, bedrijfseconomie met ICT-toepassingen en boekhouden met professionele software; - een algemeen vormende kant: In wiskunde krijgt de leerling oefeningen op rekenvaardigheid en op specifieke toepassingen binnen de handelssector. Bijzondere aandacht is er voor taalvaardigheden in Nederlands, Frans, Engels en Duits, zowel in beroepsgerichte als in maatschappelijke context. Voor de derde graad Handel TSO zijn een basiskennis van het dubbel boekhouden, tekstverwerking, rekenblad, gegevensblad, presentatiepakket vereist.
paste informatica. De school organiseert inhaallessen tijdens de laatste week van augustus. Van leerlingen die instromen vanuit een andere studierichting dan Handel wordt verwacht dat zij deze inhaallessen volgen. Vakken Godsdienst Aardrijkskunde Bedrijfseconomie Duits Engels Frans Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Wiskunde Totaal
5H
6H
2 1 9 2 3 4 1 2 1 4 3
2 1 9 2 3 4 1 2 1 4 3
32
32
Doorheen de hele opleiding is er permanent aandacht voor attitudes zoals zelfstandig, ordelijk en nauwkeurig werken. In principe stroomt de leerling uit de tweede graad Handel TSO in de derde graad Handel TSO in. De leerlingen uit de tweede graad Handel-talen TSO kunnen dit ook, maar moeten zich extra inzetten voor boekhouden. De leerling die niet uit de studierichting Handel komt, heeft een grote achterstand voor boekhouden en toege-
16
De vorming Informaticabeheer TSO bestaat uit twee kanten: - een bedrijfsgerichte kant met: een specialistische vorming toegepaste informatica (beheer van computersystemen en netwerken en beheer van softwarepakketten en softwareontwikkeling met terugkoppeling naar de praktijk). De wiskunde vergt een voldoende abstraherend vermogen en bouwt verder op minstens 4 uur wiskunde in de 2e graad (zowel ASO als TSO). Daarnaast is er een bedrijfseconomische vorming met administratieve, commerciële en juridische accenten. - een algemeenvormende kant met: bijzondere aandacht voor taalvaardigheden in Nederlands, Frans, Engels, zowel in beroepsgerichte als in maatschappelijke context. Voorwaarden voor de derde graad Informaticabeheer TSO zijn uiteraard interesse voor informatica, zowel hardware als software, een voldoende abstractievermogen voor wiskunde. In principe stroomt de leerling uit de tweede graad Handel TSO in de derde graad Informaticabeheer TSO in. De leerling die niet uit het studiegebied Handel komt, moet, naast het informaticagedeelte, voldoende aandacht hebben voor de algemene vakken.
Vakken
5IB
6IB
Godsdienst Aardrijkskunde Bedrijfsbeheer Engels Frans Geschiedenis Lichamelijke opvoeding Natuurwetenschappen Nederlands Stages toegepaste informatica Toegepaste informatica Wiskunde
2 1 2 3 3 1 2 0 3 -
2 1 2 3 3 1 2 2 3 1
11 4
10 4
Totaal
32
34
De informaticaleerstof wordt in het 6e jaar volledig beheerst door de geïntegreerde proef (GIP). Voor de GIP werken leerlingen in groepjes van 2 of 3. De bedrijfsstage dient als basis voor deze GIP. Leerstof “ontstaat” in functie van problemen die zich aandienen bij de ontwikkeling van het softwareproject..
17
De alternatieve naam voor Secretariaat-Talen geeft aan dat er een Secretariaat-talen 2.0 in de maak is. De richting neemt in september 2014 een frisse start en krijgt een nieuw profiel. IPM staat voor Internationaal Projectmanagement. Daarmee typeert het de opzet van de heroriëntering: Het vak “secretariaat” met 5 uur toegepaste informatica wordt projectmatig benaderd. Binnen dit vak zal zeer nauw met taalvakken worden samengewerkt. O.a. taalimmersie en teamteachingprojecten zijn hier aan de orde. Het lesrooster van 5 en 6 IPM voorziet het complementaire vak “bedrijfsbeheer” dat dit vak in voortgezet onderwijs zal onderbouwen.
Vakken Godsdienst Aardrijkskunde Geschiedenis Lichamelijke opv. Nederlands Engels Frans Duits Bedrijfseconomie Projectbeheer Wiskunde Wetenschappen Totaal
5 IPM
6 IPM
2 1 1 2 5 4 4 3 2 5 2
2 1 1 2 4 4 5 3 2 5 2
1
1
32
32
IPM appelleert aan taalvaardigheid en organisatietalent. Maar ook creativiteit in presenteren met multimedia is Talen leer je in een professionele omgeving en in reële situaties. In “Projectbeheer” zullen de leerlingen onder begeleiding een nieuw internationaal project coördineren met 6 andere Europese landen. Er bestaat een mogelijkheid om een deel van je studies in het buitenland af te werken met Erasmus+
18
De studierichting Toerisme in de derde graad heeft twee kanten: - een specifiek toeristische kant: de leerling leert zelfstandig alle voorkomende werkzaamheden in verband met het informeren, het adviseren, verkopen en afhandelen van reizen verrichten. De nadruk ligt op het opdoen van toeristische kennis, die moet worden vertaald naar de specifieke klant. Informatie opzoeken en selecteren, een reis samenstellen en administratief afhandelen, onthaal- en verkoopsgesprekken voeren, klachten opvangen en afhandelen, spelen hierin een belangrijke rol. Geïntegreerde opdrachten en de stage in het laatste jaar zijn in dit proces een onontbeerlijke aanvulling - een communicatieve kant: de bijzondere aandacht voor talen (Nederlands, Frans, Engels en Duits) ondersteunt de brede algemene vorming. De praktische talenkennis is erop gericht om de leerling klantgerichte informatie te laten verstrekken. De leerling die kiest voor derde graad Toerisme heeft als logische vooropleiding de tweede graad Toerisme gevolgd. De leerling is geïnteresseerd in het verwerven van zowel algemene (aardrijkskunde, geschiedenis en kunst en cultuur) als praktische kennis en vaardigheden typisch voor deze sector: toeristische organisatie, toeristische bestemmingen.
Een ruime talenkennis, zin voor administratieve nauwkeurigheid en dienstverlening en een vlotte persoonlijkheid zijn een vereiste. Instappen vanuit een andere opleiding is weggelegd voor leerlingen die sterk gemotiveerd zijn om de vaardigheden en kennis van de toeristische vakken uit de tweede graad bij te werken. Vakken Godsdienst Duits Engels Frans Geschiedenis Integrale opdrachten Kunst en cultuur Lichamelijke opvoeding Nederlands Stage Toegepaste economie Toerisme aardrijkskunde Toeristische bestemmingen Toeristische organisatie WISKUNDE
Totaal
5T
6T
2 1 3 3 1 4 2 2 3 2 3 2 2 2
2 2 2 4 1 3 2 2 3 2* 2 3 2 2 2
32
34
* 2 weken stage in een reisbureau, luchthaven, toeristische dienst, receptie hotel …
Eén- of meerdaagse studiereizen in binnen en buitenland zijn integraal deel van de opleiding. Ze zijn een verplicht onderdeel van het lessenpakket.
19
De studierichting Office in de derde graad BSO bestaat uit twee aspecten: - communicatief: Praktische aspecten van zakelijke communicatie in het Nederlands, Frans en Engels worden uitgewerkt. - bedrijfsgericht: Verschillende uitvoerende secretariaatstaken, geïntegreerd gebruik van ICT, eenvoudige commerciële verrichtingen in een boekhoudpakket en een praktische logistieke vorming. Doorheen de hele opleiding is er permanent aandacht voor beroepsvaardigheden en attitudes zoals ordelijk en nauwkeurig werken, zin voor initiatief en stressbestendigheid. Het vak seminaries omvat vakdoorbrekende projecten en een simulatiebedrijf. Office stoomt je klaar als administratief medewerker. Dat gebeurt op een praktijkgerichte manier: in de kantoorklas en op de stage. In de module Medewerker klantendienst leer je zelfstandig gesprekken voeren met klanten via de telefoon, mail of chat. Natuurlijk hoort vlotte verwerking op de PC hier bij. Daarnaast krijg je ook nog alle algemene vakken. Zowel voor Nederlands, Frans en Engels wordt de nadruk gelegd op een vlotte schriftelijke en mondelinge communicatie.
je één dag per week stage, én is er een blokstage van twee weken specifiek voor de specialisatie klantendienst. Je werkt mee als volwaardig kantoorbediende. Op het einde van je 6e jaar maak je een geïntegreerde proef waarin je de geleerde vaardigheden kan bewijzen. Lessenpakket Godsdienst Administratie Engels Frans Klantendienst Lichamelijke opvoeding Nederlands Project algemene vakken Stages Totaal
5O
6O
2 7 2 3 6 2 2 4 4
2 6 2 3 3 2 2 4 10
32
34
De bedrijfsstage in het 5e jaar is wekelijks een halve dag. In het 6e jaar loop
20
De studierichting Retail Visual Merchandising in de derde graad BSO heeft twee kanten: - een communicatieve kant met: zakelijke communicatie in het Nederlands; praktische taalvaardigheden: luisteren en spreken in het Nederlands, Frans en Engels; een grondige taalkundige voorbereiding van verkoop- en telefoongesprekken. - een bedrijfsgerichte kant: de algemene vorming tot retailmedewerker wordt aangevuld met een vorming visual merchandising (een actualisering van presentatietechniek).
Als retailmedewerker staan de leerlingen in voor het zelfstandig in ontvangst nemen van goederen en voor de administratieve verwerking ervan. Daarenboven worden ze voorbereid op zelfstandig ontwerpen van presentatiewerk voor een opdrachtgever en/of als medewerker visual merchandising om presentaties in een winkel/etalage te verzorgen. Praktijk wordt niet alleen opgedaan in de verkoopklas in de school, maar ook via wekelijkse stage.
Voor de derde graad BSO Retail Visual Merchandising is interesse voor commercieel werk in een winkelomgeving een voorwaarde.
Godsdienst Engels Frans Lichamelijke opvoeding Nederlands Project algemene vakken Retail Stages Visual merchandising
In principe stroomt de leerling uit het tweede leerjaar van de tweede graad BSO Office en Retail (verkoop) in de derde graad Retail in. Een leerling uit de tweede graad Handel TSO en Handel-talen TSO kan hier ook terecht, mits hij zijn vaardigheden voor commerciële presentatie bijwerkt.
Lessenpakket
Totaal
5R
6R
2 2 2 2 2 4 8 4 6
2 2 2 2 4 5 14 3
32
34
De leerlingen leren zelfstandig verkopen, adviseren en service verlenen. Dat houdt o.a. in - de verwachtingen kennen die de klant heeft i.v.m. de verkoper (taken en vaardigheden, voorkomen, karaktereigenschappen); -
een verzorgd taalgebruik hanteren.
21
De vorming in het derde leerjaar van de derde graad Kantooradministratie en gegevensbeheer heeft twee kanten: - een communicatieve kant: praktische kennis van het Nederlands, Frans en Engels. - een bedrijfsgerichte kant: levensechte administratieve cases met een oefenfirma; nadruk op integratie van verschillende softwarepakketten en de andere beroepsvaardigheden in vakdoorbrekende projecten
ware (toepassingen van recente kantoortechnieken, gegevensbeheer, communicatie, …) De leerlingen gaan elke week een dag op stage, gekoppeld aan twee stageperiodes van meer dan één week. De leerlingen lopen het ganse schooljaar stage op één stageplaats; minstens de helft van de werktijd wordt aan de PC doorgebracht.
Doorheen de hele opleiding is er permanent aandacht voor attitudes zoals resultaatgericht werken, discreet omgaan met informatie, accuraatheid en stressbestendigheid.
Vakken
In principe stroomt de leerling uit het tweede leerjaar van de derde graad Kantoor BSO in Kantooradministratie en gegevensbeheer in. Een leerling met een getuigschrift van de derde graad uit andere studiegebieden kan instromen als hij een positief advies van een toelatingsklassenraad krijgt.
7KGB
Godsdienst Administratie Engels Frans Integrale projecten Lichamelijke opvoeding Nederlands Project algemene vakken Stages
2 4 2 4 4 2 2 4 12
Totaal
36
stages: Voor het specialisatiejaar beoogt men via de stages een kwalitatieve meerwaarde door andere accenten te leggen dan in de vorige jaren: diversifieren van de taken en opvoeren van de moeilijkheidsgraad. De klemtoon ligt o.m. op meer gespecialiseerde toepassingen van de reeds aangeleerde soft-
22
De vakinhouden worden verwerkt in de activiteiten van het “virtueel kantoor” en worden geïntegreerd aangeboden. Tijdens de lessen wordt een aantal praktisch gerichte gevalstudies uitgewerkt. Daarin komen gevorderde tekstverwerkingsfuncties uitgebreid aan bod. De leerlingen kunnen hun schriftelijke communicatieve vaardigheden verbreden en verdiepen : dynamisch opmaken van documenten, afwerking van “slordige documenten”, mailing, presentatie van gegevens. De leerlingen kunnen bij het uitvoeren van een taak zelfstandig werken (met gebruik van help-functies), efficiënt omgaan met het besturingssysteem en met utilities (virusprotectie, spam), werken binnen een netwerkomgeving (componenten, doel en gebruik), werken met gegevensbeheer en elektronisch rekenblad en zij hebben oog voor nieuwe ontwikkelingen binnen de burotica-toepassingen (werken in de “cloud” bijvoorbeeld). De verworven vaardigheden uit de derde graad Kantoor worden geïntegreerd in de didactische werkvorm “kantoorsimulatie”. De leerlingen verzorgen de secretariële en boekhoudkundige taken van een zelf opgericht bedrijf, evenwel zonder effectieve goederenstroom. Alle administratieve taken die in een bedrijf aan bod komen, worden uitgevoerd : aankopen, verkopen, facturatie, promotie…
23
De vorming in het derde jaar van de derde graad Winkelbeheer en etalage heeft twee kanten: - een communicatieve kant: praktische kennis van het Nederlands, Frans en Engels; - een bedrijfsgerichte kant: in het beheer van een leeronderneming, een eigen winkel, komt kennis van de commerciële omgeving, aankoop- en voorraadbeheer, rentabiliteit en financiële aspecten, wettelijk kader, promotioneel beheer geïntegreerd aan bod. In principe stroomt de leerling uit het tweede leerjaar van de derde graad Retail BSO in het derde leerjaar van de derde graad Winkelbeheer en etalage BSO in. Leerlingen met een getuigschrift van de derde graad uit andere studiegebieden kunnen instromen mits een toelatingsklassenraad positief advies geeft.
Vakken
7WE
Godsdienst Engels Frans Lichamelijke opvoeding Presentatietechnieken Project algemene vakken Seminaries Stages Winkelbeheer
2 2 2 2 4 4 2 11 7
Totaal
36
Aan de doelstellingen die vereist zijn om het attest bedrijfsbeheer te behalen, wordt extra aandacht besteed. Bijgevolg krijgen de leerlingen op het einde van het specialisatiejaar het attest bedrijfsbeheer uitgereikt. Dit attest is vereist om een eigen zaak te kunnen starten.
24
De leeronderneming vormt een onderdeel van de opleiding omdat de school streeft naar een voortdurende aandacht voor de arbeidswereld. Leerlingen lopen tijdens de twee laatste schooljaren stage, maar in een leeronderneming kunnen ze volledig ervaren wat zelfstandig ondernemen betekent. Een leeronderneming biedt mogelijkheden, die er anders niet zijn, om deze bovengenoemde doelstellingen te realiseren. De leerlingen krijgen, door zelfondervinding, een reële kijk op het uitbaten van een zaak. Stap na stap komen ze tot allerlei belangrijke activiteiten die nodig zijn bij het opstarten van een nieuwe zaak o.a.: - de keuze van een product bepalen
De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor : - kiezen en aankopen binnen een beperkt budget; -
voorraadbeheer;
-
kassabeheer;
Leerlingen doen alle bankverrichtingen en verwerken die nauwgezet. Ze zorgen voor aantrekkelijke etalages en attractief productaanbod; Ze hebben aandacht voor hygiëne en veiligheid.
via een marktstudie; -
het inrichten van de winkelruimte met aandacht voor kleurenharmonie;
-
ontwerp van logo, klantenkaart, briefhoofd, ontwikkelen van reclameplan, affiches, flyers;
-
presenteren van artikelen;
-
het verzamelen van een startkapitaal;
-
het zoeken naar en contacteren van leveranciers;
-
het plaatsen van bestellingen;
-
het organiseren van een openingsavond;
25
HOE BEREIK JE ONZE SCHOOL?
HOE KAN JE INSCHRIJVINGEN
Het Miniemeninstituut vind je in de Diestsestraat 163, vlak bij het trein- en busstation van Leuven. Talrijke bus- en treinverbindingen zorgen voor een regelmatige en gemakkelijke verbinding.
Je kan je laten inschrijven op volgende dagen en uren: tijdens de schoolperiode: alle schooldagen van 9 u. tot 15 u. (maak liefst een afspraak!) tijdens de vakantie: alle werkdagen van 10 u. tot 18 u. zaterdag van 10 u. tot 13 u. Om alle administratie zo vlug mogelijk af te handelen, breng je volgende documenten mee bij de inschrijving: -
je identiteitskaart en SIS-kaart;
-
je laatste rapport en/of attest dat je tijdens het voorbije schooljaar hebt behaald.
Ons telefoonnummer: 016 31 90 00 Ons mailadres:
[email protected]. Je kan steeds een virtueel bezoek brengen aan www.miniemeninstituut.be
Bij het begin van het schooljaar wordt alle andere administratie afgehandeld: je krijgt het schoolreglement, de leerlingenkaart, enzovoort.
Ongeveer een week voor de start van het schooljaar krijg je een brief waarin de laatste regelingen voor de eerste schooldagen worden meegedeeld.
26
WAT ZIJN DE SCHOOLUREN? ‘s Morgens starten we allemaal om 8.35 u. De lessen eindigen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag om 15.40 u. op woensdag om 12.10 u. We nemen middagpauze tussen 12.10 u. en 13 u. Leerlingen van de tweede en de derde graad die 15 jaar geworden zijn, kunnen met een middagpasje de school verlaten. Hiervoor is de schriftelijke toestemming van de ouders vereist aangezien de school geen verantwoordelijkheid draagt tijdens de middagpauze. Leerlingen die op school blijven, eten samen in de eetzaal hun lunchpakket. Tijdens de middagpauze is er geregeld gelegenheid tot sporten, lezen, computeren, …
WAT MOET JE WETEN OVER SCHOOLBOEKEN EN SPORTKLEDIJ?
Sommige boeken kan je huren; werkboeken moet je kopen. De school werkt voor de aankoop van boeken samen met StandaardBoekverhuur. Je bestelt de boeken online bij inschrijving of zo snel mogelijk erna. Het boekenpakket ligt dan op de eerste schooldag voor je klaar. StandaardBoekverhuur stuurt de factuur naar je thuis. Opvolgen van de bestelling en alle administratie kan je online volgen en afhandelen. Voor het vak lichamelijke opvoeding heb je een T-shirt, een sportbroek en
sportschoenen nodig. Je bent vrij om die zelf aan te kopen waar je wil.
VERDERE ONKOSTEN TIJDENS HET SCHOOLJAAR
Op de eerste schooldag krijg je een raming mee van de kosten die je in de loop van het schooljaar nog kunnen worden aangerekend. De meeste kosten voor activiteiten, fotokopieën en dergelijke, worden samengebracht op vier onkostennota’s die in principe in november, februari, april en juni per post worden verstuurd. Om praktische redenen kan het uitzonderlijk gebeuren dat je contant geld moet meebrengen (bijvoorbeeld voor een uitstap). In dat geval wordt dit altijd schriftelijk op voorhand verwittigd.
WAT IS EEN OPEN LEERCENTRUM? Het Miniemeninstituut heeft een prachtig en goed uitgerust Open Leercentrum (OLC) uitgebouwd in de vroegere kapel. De maatschappij verwacht van iedereen dat hij/zij voortdurend naschoolt. Het OLC werd opgericht om zelfstandig leren te bevorderen. Het OLC is een grote, stille ruimte waarin leerlingen zelfstandig werken aan vooraf goed afgebakende taken. Laptops met allerlei educatieve programma’s, een snelle internetverbinding, naslagwerken, en natuurlijk de leerkracht – of moeten we zeggen coach? – staan als hulpmiddel ter beschikking.
27
HOE WERKT ONZE
zoveel mogelijk bij de lesinhoud te betrekken. LEERLINGENBEGELEIDING? In het Miniemeninstituut wordt leerlingenbegeleiding gezien als een opLeerlingen begeleiden is leerlingen ledracht voor de hele school. Zowel de ren om hun eigen lot in handen te neklassenleraar als de vakleraren, de leermen en zich verantwoordelijk te voelen lingenbegeleiders, de directie, het onvoor zichzelf en hun leerproces. dersteunend personeel en de Dat impliceert dat er aandacht moet CLB-medewerkers zijn actief betrokken zijn voor: bij het begeleidingsproces. De leefwereld van de jongeren – De cel leerlingenbegeleiding is een Wij willen de jongeren aanspreken op ondersteuningsstructuur voor leerwat zij kennen, kunnen en zijn. Om dit lingen en leerkrachten. In deze cel zitmogelijk te maken, moet de school ten leerlingenbegeoog hebben voor de leiders, directie, ervaringen die jon- Bij de aanmelding kan worden vermeld CLB-medewerkers geren opdoen zowel dat een leerling een (geattesteerde) leeren de verbinnen als buiten de of ontwikkelingsstoornis heeft. Bij het begin van het schooljaar wordt - in overantwoordelijke voor schoolmuren. leg met klassenraad, ouders en leerling de opvolging van Het optimaliseren bekeken hoe hij/zij zo goed mogelijk kan afwezigheden. van het leerproces worden begeleid. Afspraken worden De cel leerlingenbeDe leraar stemt zijn schriftelijk - vastgelegd. Ze worden regeleiding kan worles zo goed mogelijk gelmatig geëvalueerd tijdens de klassenden ingeschakeld op af op het leerproces raden vraag van een leervan de jongeren en ling, een leerkracht of een ouder. probeert ervoor te zorgen dat in zijn Meestal gaat het om de opvolging van lessen zowel de individuele leerling als socio-emotionele problemen zoals de klasgroep tot zijn recht komt. bemiddelen in conflicten tussen leerEen aangenaam klas-en schoolklimaat lingen, pestproblemen, verwerken van - Een gunstig schoolklimaat is het reeen verlies (bv. bij een echtscheiding of sultaat van een warm onthaalbeleid, bij een overlijden), schoolmoeheid, veraandacht voor communicatie, duidelijslavingsproblematiek, e.a. ke regels en afspraken, openheid in de Ook studiebegeleiding maakt deel uit relaties tussen leerkrachten en leervan een goede leerlingenbegeleiding. lingen, in de relaties met ouders, … Daarom besteden wij aandacht aan : Een leerlinggerichte houding – - opvolging van leer-en ontwikkeEen positieve houding van de leerkracht ten aanzien van de leerling lingsstoornissen; voorkomt probleemgedrag. Daarom - bijbrengen van een goede studienemen wij de leerlingen ernstig, promethode (“leren leren” in de eerste beren wij ze te stimuleren en te motigraad, huiswerkklas voor de eersteveren, luisteren wij naar hen, gaan wij jaars …); in op hun vragen en proberen wij hen
28
-
begeleiden
van
leerlingen
met
(taal)achterstand; -
overleg met externe instanties (ziekenhuisschool) voor langdurig af-
gebreid oriënterend en informerend aanbod: - online test Vermunt leerstijlen; -
STUDIEKEUZE LAATSTEJAARS Alle leerlingen TSO volgen in het laatste jaar een uitgebreid studiekeuzeproces “Verder studeren in het hoger onderwijs”. Naarmate leerlingen beter geïnformeerd worden over een toekomstige studierichting, stappen zij extra gemotiveerd in het hoger onderwijs en stijgt de kans op slagen. Het Miniemeninstituut kiest voor een uit-
de
BA-
leercompetenties in het hoger on-
informeren van leerlingen bij hun studiekeuze;
met
MA-structuur en het werken met
wezige leerlingen. -
kennismaking
derwijs; -
infodag met studenten HO uit KHL, KHM, groep T en Ehsal;
-
bezoek Sid-in, een infobeurs waar docenten en studenten van alle Vlaamse universiteiten en hogescholen een stand hebben ;
-
volgen Open lesdagen in KHM, KHL, groep T, Ehsal;
-
advies klassenraden.
29
30
MINIEMENINSTITUUT HANDELS- EN TOERISMEONDERWIJS
31