Mini-project Arabische Lente

Mini-project Arabische Lente

Naam: ......................................................... Klas: .......................... Nr: ........................... Datum: ........................................................ Mini-project Arabische Lente

M.Perrone

1

Opdracht 1: voortaak voor thuis Lees het verhaal van Mohamed Bouaziz op blz 4. Bekijk de videoclip van Ian McGlone: http://www.youtube.com/watch?v=dwYGIk6I3m4 Welke vragen roept dit verhaal bij jou op? (Denk aan de topische vragen: Wat? Wie? Waarom? Hoe? Waar? Wanneer?...) Noteer jouw vragen op een kladblad.

Opdracht 2: in de klas Formuleer nu, samen met jouw medeleerlingen, minstens 6 goede onderzoeksvragen i.v.m. deze actuele gebeurtenis. 1.............................................................................................................................................................. 2.............................................................................................................................................................. 3.............................................................................................................................................................. 4.............................................................................................................................................................. 5.............................................................................................................................................................. 6..............................................................................................................................................................

Opdracht 3: groepsopdarcht Op die vragen gaan we samen een antwoord zoeken. Van dit thema maken we dan een tentoonstelling. Iedereen speelt gids over het door hem/haar opgezochte gedeelte. a) Verzamel dus zoveel mogelijk beeld- en tekstmateriaal. Je moet achteraf een gevarieerde tentoonstelling kunnen opbouwen. b) Schrijf een samenvattende tekst van minimum 1/2 blz (A4, in Arial, 10pt) over jouw onderdeel. c) Bouw samen een 'Actua-tentoonstelling' rond de Arabische Lente op. d) Tijdens de rondleiding ben je zelf gids over jouw opgezochte gedeelte en deel je de informatie die je vond door met je medeleerlingen. Houd hierbij rekening met de planning van de lessen! Gebruik je tijd op een efficiënte manier... Planning van de lessen: LES LESOMSCHRIJVING DEEL 1

MATERIAAL

1

Probleemstelling: het verhaal van Mohammed Bouazizi

Verhaal en videoclip (thuis te lezen en te bekijken op youtube)

2

Vraagstelling (voor onderzoek)

Kladblad en pen (thuis te brainstormen)

3

Groeps- en opdrachtenverdeling

Zie detail lesdeel 3 en 4

1+2

4

Werkfase

Leerlingen gaan aan de slag, werken aan de opdracht

3

5

Opbouwen van de tentoonstelling

Al het door de leerlingen verzamelde beeld- en tekstmateriaal (eventueel aangevuld met materiaal van de Lk)

4

6

Voorstelling van eigen onderwerp (gidsing)

De tentoonstelling als leidraad, steekkaartje met kernwoorden mag gebruikt worden

4

7

Reflectie

Werkblad


M.Perrone

2

Groepsindeling en taakverdeling: (In de tweede kolom worden de namen van de leerlingen geschreven. Zo weet iedereen wie waaraan werkt.) Groep

Aantal lln.

Materiaal

Vraag / opdracht

1

2

-artikels van de Lk -het internet

Artikels zoeken, letten op variatie (vb. niet allemaal over één van de landen)

2

2

Google

Beeldmateriaal verzamelen: hiervoor moeten ze eerst aan de andere groepen vragen info vragen, vb. Welke media hebben een rol gespeeld? Welke revoluties hebben wij hier gekend?... Deze leerlingen zorgen ook voor een situering van het onderwerp in tijd en ruimte.

3

2

Filmpjes -Arems Arabische Lente -Vranckx over de invloed van FB -gedeeltes van 'De Revolutieroute' (YouTube)

-Welke rol hebben de media, het internet en sociale netwerken (als Facebook en Twitter) hierin gespeeld? -Beeldmateriaal: Arem, blogster Lina Ben Mhenni, logo FB, logo Twitter, logo AlJazeera en logo Al Arabiya (doorgeven aan groep 2, groep 2 moet dit beeldmateriaal voor hen zoeken)

4

4

Boeken PBL Hasselt

-Hoe kwamen de dictators aan zoveel macht? -Beeldmateriaal: foto van de leiders en hun rijkdom (doorgeven aan groep 2, groep 2 moet dit beeldmateriaal voor hen zoeken)

5

4

-artikels van de Lk -internet (wikipedia)

Wat is de stand van zaken vandaag? Heeft de Arabische Lente (tot nu toe) al enig resultaat opgeleverd? In welke landen? Wat is er veranderd? Is het nu beter? (de keerzijde van de medaille: extremisten, zoals de Salafisten, krijgen nu ook een stem... moet ook zeker aan bod komen)

6

2

-website van de Lk -internet

Wat waren de oorzaken van de opstanden?

7

2

-website van de Lk -internet

Welke belangrijke revoluties ('Lentes') hebben wij hier in het Westen gekend? Wat waren de oorzaken daarvan? Welke gevolgen hebben deze revoluties hier gehad? (de Franse Revolutie (1789), de Praagse Lente (1968), de Val van de Muur en daarmee de Val van het Oostblok (1989) en de Proletarische Lente hier bij ons (eind 19e eeuw) komen aan bod.)

8

2

Website Lk

Heeft religie (met name de Islam) ook een rol gespeeld? De revoluties in het Midden-Oosten zijn lange tijd een 'ver van ons bed-show' geweest. Sinds wanneer kregen ze hier meer en meer media-aandacht?


M.Perrone

3

De eerste dominosteen valt... Het verhaal van Mohamed Bouazizi Er was eens in Tunesië, hier heel ver vandaan, een jongen die Mohamed heette. Het was een gewone jongen die, hoewel hij altijd goed gestudeerd had op school, geen werk kon vinden. Dat kwam doordat de mensen die zijn land regeerden heel erg corrupt waren. Dat Mohamed geen werk had, was een heel groot probleem. Want sinds zijn vader gestorven was, moest hij voor zijn moeder en jongere broers en zusjes zorgen. Daarom ging hij elke dag van vroeg in de morgen tot laat in de avond op pad, om groenten en fruit te verkopen. Dat deed hij op straat, want een winkel had hij niet. Mohamed bezat alleen een weegschaal en een kar om zijn groeten en fruit op te vervoeren. Mohamed Bouazizi Het zou mooi geweest zijn als we dit verhaal als een van de sprookjes van 1001 nacht konden laten verlopen: vol spanning, avontuur, liefde en... met een happy end voor de hoofdpersoon die als held verder door het leven gaat. Echter, het verhaal van deze Tunesische groenteverkoper is geen sprookje. Het is rauw, met een in-triest einde. Althans voor het jonge hoofdpersonage, ook al herinneren velen hem zich vandaag als een ware nationale held. Aldus gaat het verder: omdat Mohamed geen vergunning had om groenten en fruit te verkopen – deze kreeg je alleen als je genoeg geld had om ambtenaren om te kopen – nam de politie herhaaldelijk zijn materiaal in beslag. Hij kreeg het dan terug als hij er veel geld voor op tafel legde. Zo ook die bewuste dag, op 17 december 2010, liepen enkele politieagenten hem tegen het lijf. Mohamed had niet genoeg geld om de agenten om te kopen. Ze namen dus zijn weegschaal mee naar het politiebureau. En daar staat hij. Voor de zoveelste keer. Machteloos. Hij begaf zich naar het politiebureau, maar daar joegen ze hem weg. Als hij iets te klagen had, moest hij maar naar de hogere instanties stappen. En dat deed hij. Hij ging naar het kantoorgebouw van de gouverneur. Maar daar wilde men zelfs de poort niet voor hem openen om hem binnen te laten en de toegang tot het gebouw werd hem verboden. Alweer werd hij weggejaagd. Mohamed was radeloos. En hij was moe. Moe van de strijd tegen de corrupte instanties, die hem het leven zo moeilijk maakten. Er was niemand die hem wilde helpen zijn materiaal terug te krijgen, zodat hij het geld kon verdienen dat hij nodig had om op het einde van de dag eten te kunnen kopen voor zijn moeder en broers en zussen. De jonge groenteverkoper is altijd sterk geweest. Maar die dag was het hem te veel. Hij zag het niet meer zitten. Hij voelde zich een hoopje ellende en een grote nietsnut. De jongen zag geen toekomst meer in het corrupte land waar hij leefde. Verslagen liep hij naar een benzinestation en kocht daar een jerrycan benzine. Daarna wandelde hij terug naar het kantoorgebouw van de gouverneur. Daar aangekomen vroeg hij aan iemand een aansteker. Hij overgoot zich met de benzine en stak zichzelf in brand! Twee weken en vier dagen later, op 4 januari 2011, overleed Mohamed Bouazizi in het ziekenhuis. Hiermee ontketende deze jonge man de opstand in Tunesië, die de bijnaam 'Jasmijnrevolutie' kreeg, naar de geurige witte bloemen die het nationale symbool zijn van de Tunesiërs. Als bij een dominospel volgen er een hele reeks revoluties in de Arabische wereld. Opstanden waaiden over naar nabije landen zoals o.m. Egypte, Libië en Syrië. Deze revoluties zijn we de Arabische Lente gaan noemen. Of deze Lente zal overgaan in een 'zomer' – betere tijden voor het Arabische volk – moeten we nog afwachten. Maar hoe is het zover gekomen? Hebben de (nieuwe) media hierin een rol gespeeld? En wat is de rol van religie in dit alles geweest?


M.Perrone

4

•

Duid aan op de kaart: (1)Tunesië (2)Egypte

(3)Libië (4)Jemen

(5)Syrië

•

Egypte: President: ................................................................................... Maand van de start van de opstand: .......................................... Hoelang duurde het protest: ......................................................

•

Libië: President: .................................................................................. Maand van de start van de opstand: ......................................... In welke maand stierf de president: .........................................

•

Tunesië: President: .................................................................................. Maand van de start van de opstand: ......................................... Aanleiding van het protest: ...................................................... Wie is de nieuwe president: .....................................................

•

Syrië: President: ................................................................................ Aantal slachtoffers: .................................................................

•

Jemen: President: ................................................................................ Maand van de start van de opstand: ....................................... Nieuwe president/vice-president: ....................................................


M.Perrone

5

(Elk boekje wordt hier aangevuld met de teksten die de leerlingen schreven n.a.v. hun onderzoek. Elke tekst heeft de onderzochte vraag als titel. De teksten worden voor elke leerling gekopieerd, zodat op het einde van de rit iedereen over alle informatie beschikt.)


M.Perrone

6

Reflectie: We nemen even de tijd om stil te staan bij wat we hebben (bij)geleerd door aan dit mini-project te werken. Beantwoord de volgende vragen zo eerlijk mogelijk: a) Ik weet nu … ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. b) Als ik het kort moet samenvatten, dan… ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................

c) Kan je verwoorden wat men met deze cartoons bedoelt?

1

2

3

1. ......................................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................. 2. ......................................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................. 3. ......................................................................................................................................................................... .............................................................................................................................................................................


M.Perrone

7

d) Wat hebben we goed gedaan in de groep? ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. e) Wat verliep minder goed in de groep? ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. f) Hoe hebben we dit probleem nu opgelost? ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. g) Is dat een goede oplossing gebleken? ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. h) Wat doen we de volgende keer anders? ............................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................


M.Perrone

8

Mini-project Arabische Lente

Recommend Documents