Samenstelling
Limburgs Museum Venlo
Vormgeving
Zuiderlicht.nl Maastricht
Verhaal
Jacques Vriens Gronsveld
Techniek vuursteenmijn
Caslicht Deurne
Illustraties
Mark Janssen Valkenburg
Website - CD-rom
AB_C media Utrecht
Betrokken organisaties
Provincie Limburg Limburgs Museum Staatsbosbeheer Min. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Werkgroep prehistorische vuursteenmijn Rijckholt Gemeente Eijsden Nederlandse geologische vereniging Afdeling Limburg ROB Amersfoort
De vuursteenmijn van Rijckholt is een van de belangrijkste archeologische monumenten van Nederland. Op initiatief van de provincie Limburg, Staatsbosbeheer en het Limburgs Museum in Venlo is een educatief project ontwikkeld. Dit project wordt gefinancierd door het Ministerie van OC&W in het kader van de regeling Erfgoed Bereikbaar. © 2004 Limburgs Museum Venlo
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 1
21-06-2005 08:45:46
1
Opzet en gebruik van de leskist
pagina 3
2
Les 1: Ruzie om de vuursteenmijn
pagina 5
3
Les 2: Op expeditie
pagina 27
4
Les 3: Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
pagina 58
5
Kopierbladen bestemd voor de leerlingen
pagina 62
6
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
pagina 73
7
Lijst van educatief materiaal in de leskist
pagina 79
8
Bezoek aan de vuursteenmijn in Rijckholt
pagina 81
9
Evaluatieformulier
pagina 83
10
Bronvermeldingen
pagina 85
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 2
21-06-2005 08:45:47
pag 3
Opzet en gebruik van de leskist
Prehistorische vuursteenmijn in Savelsbos; decor spannend educatief project Diep in het Savelsbos ligt het oudste archeologische en industrieel monument van Nederland. Het is een vuursteenmijn die zo’n zesduizend jaar geleden werd geëxploiteerd. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is de vuursteenmijn onderzocht door een werkgroep van enthousiaste amateurarcheologen en (oud-)mijnwerkers. Vervolgens heeft Staatsbosbeheer besloten de mijn onder toezicht van deze werkgroep toegankelijk te maken voor publiek. In 2004/2005 is een educatief project ‘Expeditie Vuursteenmijn Rijckholt’ ontwikkeld, dat met name bedoeld is voor jongeren van tien tot veertien jaar. Doelgroepen • Basisschool groepen 6 tot en met 8 • Voortgezet onderwijs brugklas ‘Ruzie om de vuursteenmijn’ als rode draad Het spannende verhaal ‘Ruzie om de vuursteenmijn’ van Jacques Vriens, dat in de steentijd en in het Savelsbos speelt, dient als uitgangspunt voor het gehele educatieve project. In de mijn is een klank- en lichtspel gerealiseerd waardoor het verhaal tot leven wordt gebracht en de belevenissen van de prehistorische mens op deze unieke locatie zeer voelbaar zullen zijn. Algemeen doel leskist en website Als voorbereiding op dit ‘rillingen-over-je-rugbezoek’ aan de vuursteenmijn gaan de leerlingen op school aan de slag met deze leskist inclusief een Cd-rom. Tevens is er een bijbehorende website www.vuursteenmijn.nl. De leskist en de Cd-rom/website kunnen overigens ook als zelfstandig project gebruikt worden, bijvoorbeeld als verdieping van de geschiedenismethode over de steentijd en/of de eerste boeren in de prehistorie. Doelstelling leskist De leerlingen krijgen door een combinatie van zelfwerkzaamheid en kennisoverdracht via digitale informatietechnologie een antwoord op de volgende onderzoeksvragen: • Wat is vuursteen? • Wat kun je met vuursteen doen? • Hoe kom je aan vuursteen? • Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen? • Hoe leefden mensen in de tijd van de vuursteenmijnen? Ze komen daarbij in aanraking met archeologisch onderzoek en leren op die manier hoe mensen in de steentijd leefden.
Ingang vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 3
Kunstwerk bij de ingang van vuursteenmijn
21-06-2005 08:45:50
pag 4
Opzet en gebruik van de leskist Lessencyclus Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 4
Ruzie om de vuursteenmijn Introductieverhaal Duur Organisatievorm
60 minuten klassikaal, individueel
Benodigdheden
-
audio-Cd Cd-speler met boxen of computer met boxen werkbladen 1 en 2 kopiëren voor alle leerlingen potloden of pennen
Op expeditie Zelfwerkzaamheid Duur Organisatievorm
120 minuten in groepjes volgens een roulerend systeem
Benodigdheden
-
twaalf expeditiekaarten met opdrachten materiaal uit de leskist zoals vermeld op de expeditiekaarten resten of stroken papier (bij expeditiekaart 4) jampotje met deksel gevuld met azijn (bij expeditiekaart 9) werkblad 3 kopiëren voor elk groepje (bij expeditiekaart 10) een ruimte met een lengte van 15 meter (bij expeditiekaart 10) werkbladen 4, 5 en 6 kopiëren voor alle leerlingen potloden of pennen
Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn Verwerking van de expeditie en verdieping van de stof Duur Organisatievorm
60 minuten in groepjes, klassikaal
Benodigdheden
-
de werkbladen 4, 5 en 6, die de leerlingen in les 2 gemaakt hebben werkbladen 7 t/m 10 kopiëren voor alle leerlingen twaalf expeditiekaarten met opdrachten scharen, plaksel, potloden of pennen de website www.vuursteenmijn.nl of evt. de Cd-rom Computers met internetaansluiting, geluidskaart en boxen (of evt. Cd-rom drive)
Bezoek aan de vuursteenmijn Facultatief Zie hoofdstuk 8
21-06-2005 08:45:50
pag 5
Les 1: Ruzie om de vuursteenmijn
Les 1
Duur Organisatievorm
60 minuten klassikaal, individueel
Benodigdheden
-
audio-Cd Cd-speler met boxen of computer met boxen werkbladen 1 en 2 kopiëren voor alle leerlingen potloden of pennen
Introductieverhaal Het spannende verhaal ‘Ruzie om de vuursteenmijn’ van Jacques Vriens dat in de steentijd en in het Savelsbos speelt, dient als uitgangspunt voor het gehele educatieve project. In de mijn is een klank- en lichtspel gerealiseerd waardoor het verhaal tot leven wordt gebracht en de belevenissen van de prehistorische mens op deze unieke locatie zeer voelbaar zullen zijn. U kunt het verhaal in de klas aanbieden als hoorspel met behulp van de bijgevoegde audio-CD (duur ongeveer 40 minuten) of eventueel zelf voorlezen (zie pagina 7). Samenvatting verhaal vriendje van meisje van Fjor, stamoudste van Fjor van Fjor oudere zus van Fjor met-het-scheve-oog, stamoudste van concurrerende stam zoon van Einar-met-het-scheve-oog de mijngod
Karakters
Fjor: Gente: Grootvader: Vader: Moeder: Miola: Einar: Antor: Oer:
Locaties
Maas Prehistorisch dorp Savelsbos Vuursteenmijn
Datering
Prehistorie, steentijd, circa 6000 jaar geleden
Fjor is samen met Gente aan het vissen in de Maas. Ze worden gevonden door Grootvader die woedend is, omdat ze op een stukje rivier aan het vissen zijn waar hun stam geen visrecht heeft. Dat is na een bloedige oorlog gegeven aan de concurrerende stam van Einar-met-het-scheve-oog. Antor de zoon van Einar heeft het gezien en zegt dat hij het aan zijn vader zal vertellen. Fjor, Gente en Grootvader gaan naar huis om proviand te halen voor Vader die in de vuursteenmijn werkt. Onderweg naar de mijn vertelt Fjor aan Gente over de stammenoorlog en gevaren verbonden aan het werken in de vuursteenmijn. Grootvader voegt zich weer bij hen en vertelt over zijn mijnervaringen en de problemen die er waren met de stam van Einar-methet-scheve-oog die de exploitatie van de mijn opeiste. Het karakter van Oer de mijngod wordt geïntroduceerd die vertoornd raakt als er vuursteen wordt onttrokken aan zijn onderaardse rijk. Bij de schacht waar Vader aan het werk moet zijn, ontmoeten ze Einar-met het-scheve-oog die Grootvader ter verantwoording roept, omdat Fjor en Gente in het gedeelte van de Maas hebben gevist waar dat niet mag. Er ontstaat een twistgesprek, waarop Einar wegloopt.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 5
21-06-2005 08:45:51
pag 6
Les 1: Ruzie om de vuursteenmijn
Les 1 vervolg
Fjor wil Vader het eten aanreiken, maar uit de schacht komt geen teken van leven. Er moet iets gebeurd zijn. Fjor gaat naar beneden en vindt Vader bedolven onder stenen. Hij is gewond en met veel moeite kan hij uit de mijn worden geholpen. Als Vader hoort dat Einar in de buurt was, wordt die door hem beschuldigd van het laten instorten van de mijn. Een daad die om wraak roept. De mannen die in de mijnen werken, verzamelen zich en gaan naar het dorp om hun wapens op te halen. Op de terugweg vertelt Gente aan Grootvader dat Einar niet in de mijn is geweest. Grootvader is overtuigd door haar verhaal en schrijft de instorting toe aan Oer de mijngod. Het verhaal heeft een open einde. De kinderen die willen weten wat Gente ontdekt heeft, waardoor er geen oorlog uitbreekt, moeten naar de vuursteenmijn komen waar ze ook Oer de mijngod zullen ontmoeten. Verwerking van het verhaal Achtergrondinformatie vindt u in deel 6. Stel de volgende kernvragen: Waar gaat het verhaal over? Waar speelt het verhaal zich af? Wat is een vuursteenmijn? Wie kent nog andere vormen van mijnbouw? Vervolgens maken de leerlingen zelfstandig de werkbladen 1 en 2. Na afloop kunt u gezamenlijk de antwoorden van de opdrachten bespreken.
Meerdere varianten.
Opdracht 1
Opdracht 2
Meerdere varianten. Bespreek minimaal de begrippen ‘amateur-archeoloog’ en ‘oud-mijnwerker’. Een archeoloog onderzoekt de geschiedenis op grond van bodemvondsten en opgravingen. Wijs bij de bespreking van oud-mijnwerkers op de sluiting van de Staatsmijnen in Limburg vanaf 1965. Waarom waren zij net enthousiast om de vuursteenmijn te onderzoeken?
Meerdere varianten.
Opdracht 3 en 4
Opdracht 5
Tenslotte
Antwoord C. Vraag welk deel van het verhaal werkelijkheid is en welk deel fantasie. Hoe is men achter die werkelijkheid gekomen?
Om de leerlingen voor te bereiden op het volgende lesonderdeel diept u het begrip ‘expeditie’ uit. Een expeditie is een wetenschappelijke onderzoekingstocht naar bijvoorbeeld een weinig bekend land. Wie kan voorbeelden geven van een expeditie? Bijvoorbeeld naar de Noordpool of de Afrikaanse binnenlanden of het Savelsbos. Wie kent een televisieprogramma over een expeditie? Bijvoorbeeld: Expeditie Robinson, genoemd naar het boek Robinson Crusoë van Daniël Defoe uit 1719, Zipzoo: coördinaat X of Bobo’s in the bush. Geef aan dat de leerlingen in een volgende les op school in groepjes op expeditie gaan aan de hand van twaalf expeditiekaarten om zo meer te weten te komen over de vuursteenmijn van Rijckholt. (Later volgt eventueel een echt bezoek aan de vuursteenmijn in het Savelsbos.)
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 6
21-06-2005 08:45:51
pag 7
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
verhaal van Jacques Vriens
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 7
21-06-2005 08:45:53
pag 8
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Gespannen tuurt Fjor in het water van de Maas. Hij staat er tot zijn knieën in, vlak bij de oever, waar de rivier nog ondiep is. Zijn vriendinnetje Gente kijkt toe vanaf de kant. In zijn hand houdt Fjor een zelfgemaakte speer, een lange stok met aan het uiteinde een scherpe punt. Dan schiet de hand met de speer het water in. ‘Raak!’ juicht Fjor. Aan de punt spartelt een vis. ‘Goed gedaan Fjor!’ roept Gente. Ineens horen ze een stem. ‘Fjor, waar zit je?’
Van schrik laat Fjor zijn speer in het water vallen. ‘Mijn grootvader!’ sist hij en hij kijkt teleurgesteld naar de vis, die zich met een paar felle slagen van zijn staart heeft los gewurmd van de stok en onder water verdwijnt.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 8
21-06-2005 08:45:58
pag 9
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
‘Kom!’ fluistert Gente. Fjor springt op de kant.
Gente grijpt hem vast bij zijn arm. ‘Vlug, hier naartoe!’ Ze trekt hem mee naar een klein wilgenbosje dat vlakbij ligt. Het blijft even stil. De twee kinderen maken zich zo klein mogelijk ‘Ik weet dat je hier bent!’ dondert de stem van grootvader. ‘Kom te voorschijn!’ ‘Hij is woest,’ fluistert Gente. ‘Ssst,’ antwoordt Fjor zacht, ‘als hij ons vindt, zwaait er wat!’ Het is al te laat. Ineens valt er een schaduw over de kinderen heen. Vlak voor het wilgenbosje staat een grote stevige man met een dikke stok in zijn hand. Om zijn schouders hangt het ruige vel van een oeros waardoor hij nog indrukwekkender lijkt. ‘Ik wist dat jullie hier zaten,’ briest hij. ‘Jullie mogen niet vissen op deze plek. Dit deel van de rivier is van de stam van Einar-met-het-scheve-oog.’ De kinderen kruipen beschaamd onder het bosje vandaan ‘En dat weten jullie donders goed,’ gaat grootvader boos verder. ‘Ja maar grootvader,’ antwoordt Fjor zacht, ‘er zit hier zoveel vis.’
‘Dat zit verderop ook, in het stuk waar ónze stam mag vissen.’ ‘Maar hier zit veel meer, grootvader.’ ‘Als Einar-met-het-scheve-oog jullie hier vindt, spietst hij júllie aan zijn speer. En komt er weer oorlog tussen zijn stam en de onze. Vooruit, naar huis. Je moeder heeft je nodig.’
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 9
21-06-2005 08:45:58
pag 10
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
‘Ja maar grootvader...,’ probeert Fjor. Nu wordt grootvader nog bozer ‘Sinds wanneer spreken kinderen grote mensen tegen!’ buldert hij. Gedwee buigt Fjor zijn hoofd. Hij weet maar al te goed, dat hij de regels van zijn stam overtreedt door tegen zijn grootvader in te gaan. ‘Neem u mij niet kwalijk,’ zegt hij zacht. ‘Wegwezen!’ snauwt grootvader. De kinderen gaan er gauw vandoor. Ze zijn allang blij dat ze geen klap met de stok hebben gekregen. Grootvader hinkt er boos achteraan. Zijn rechterbeen is voor een deel verlamd omdat hij als kind ooit door een wolf is aangevallen. Maar dankzij de stok komt hij toch aardig snel vooruit.
Ineens duikt er voor hem een jongen op uit de struiken en verspert hem de weg. ‘Wat moet je hier, ouwe man?’ Grootvader wil zijn stok opheffen om zich te verdedigen, maar dan ziet hij dat het Toran is, de zoon van Einar-met-het-scheve-oog. ‘O, ben jij het,’ bromt grootvader. ‘Rustig maar jongen, niks aan de hand. En een beetje meer eerbied voor de ouderdom, hè!’ ‘Ik heb het wel gezien,’ roept Toran fel, ‘Fjor was in óns water aan het vissen. Dat ga ik aan mijn vader vertellen.’ ‘Dat moet je vooral doen, jongen. En vertel er meteen bij dat zijn grootvader Fjor heeft weggejaagd uit júllie water.’ Kalm duwt hij Toran opzij met zijn stok en hinkt verder terwijl hij denkt: Als hier maar geen gedonder van komt. Toran kijkt hem even na en holt dan weg om zijn eigen vader te waarschuwen...
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 10
21-06-2005 08:45:58
pag 11
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Ondertussen zijn Fjor en Gente vlakbij de plek gekomen waar zij met hun families wonen. Het is niet ver van de rivier waar de oever overgaat in het hoger gelegen land. Een kleine nederzetting met een paar boerderijen. Grote langwerpige bouwsels met een dak van stro en muren van takken en leem. Fjor stopt ineens met hollen. ‘Wacht Gente!’ roept hij hijgend. ‘Je mag niets tegen mijn moeder zeggen.’ ‘Dat doet jouw grootvader anders wel,’ antwoordt Gente. ‘Dat gezeur altijd,’ moppert Fjor, ‘over die oorlog van vroeger.’ ‘Het was wel heel erg,’ zegt Gente, ‘met veel bloed en doden. Mijn vader heeft erover verteld.’ ‘Maar dat is toch allang geleden. Onze stam heeft nu de vuursteenmijntjes in het bos en de stam van Einar-met-het-scheve-oog heeft het beste stuk van de rivier. Wij de harde vuursteen en hij de goede vis.’ Gente grinnikt. ‘Maar vandaag hadden wíj bijna de goede vis.’ ‘Ja,’ zegt Fjor treurig, ‘het zou een mooie vangst zijn geweest.’ ‘Heb jij Einar-met-het-scheve-oog wel eens van dichtbij gezien?’ vraagt Gente. ‘Ja, één keertje. Hij ziet er heel eng uit met dat rare oog van hem.
Net een vissenkop.’ Gente schiet in de lach. ‘Ik heb gehoord dat hij er altijd heel nétjes uitziet. Hij heeft zelfs een mooiere mantel om dan jouw grootvader.’ ‘Klopt,’ antwoordt Fjor. ‘En er wordt ook verteld dat hij zich nooit smerig maakt. Zelfs tijdens een woest gevecht zorgt hij ervoor dat er geen bloedspatje of moddervlekje op zijn kleren komt. Hij kan niet tegen viezigheid.’
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 11
21-06-2005 08:45:58
pag 12
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
In de verte zien ze grootvader aankomen. ‘Laten we maar doorlopen,’ zegt Gente. Ze rennen samen naar het huis van Fjor. Voor de boerderij is Miola, de grote zus van Fjor, bezig van klei een pot te maken. Fjor groet zijn zus, duwt de ossenhuid die voor de ingang hangt opzij en stapt naar binnen.
Gente blijft in de deuropening staan en kijkt nieuwsgierig de open ruimte in. Het huis van Fjor is veel groter dan dat van haar familie. In het midden brandt een flink vuur. Aan de zijkanten, tegen de lemen muren, liggen huiden waar ’s nachts op geslapen wordt. In een hoek scharrelen een geit en een varken rond. Fjors moeder zit op haar knieën naast het vuur. Met een scherp stuk vuursteen schraapt ze het vet van de binnenkant een wisenthuid. Zodra ze Fjor ziet, roept ze boos: ‘Zo, ben je daar! Ik had toch gezegd dat je in de buurt moest
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 12
21-06-2005 08:46:01
pag 13
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
blijven. Je moet brood en vlees brengen aan je vader in de vuursteenmijn. Hij zal zo langzamerhand wel honger hebben.’ ‘Ik was het vergeten, moeder,’ zegt Fjor. ‘Smoesjes, ga maar gauw!’ Ze wijst naar een kleine mand die op een steen staat. Fjor pakt de mand en wenkt naar Gente. Hij wil er zo snel mogelijk vandoor, voordat grootvader hen inhaalt.
De twee kinderen moeten een flink stuk lopen voor ze bij de vuursteenmijnen zijn. Eerst volgen ze een pad dat door een moerassig gebied voert. Op sommige plekken is het zo vochtig, dat je er bijna niet vooruit komt. Daarom zijn hier en daar dunne boomstammetjes dwars over het pad gelegd.
Al snel begint de weg langzaam te stijgen en ze laten het moeras achter zich. De begroeiing wordt dichter. Ze bereiken een groot bos waar de hoge bomen vrij dicht op elkaar staan met daaronder een bijna ondoordringbaar struikgewas. Het pad wordt smaller en gaat vrij steil omhoog. Gente en Fjor blijven vlak bij elkaar. Niet dat ze echt bang zijn. Ze weten dat er everzwijnen rondlopen in het bos, maar die wagen zich meestal niet in de buurt van mensen. Boven hun hoofd zingen de vogels en klinkt de vertrouwde roep van een buizerd. Dat stelt hen nog meer gerust. Plotseling horen ze achter zich iemand schreeuwen. Het geluid is nog ver weg, maar ze kunnen wel verstaan wat er geroepen wordt: ‘Wacht! Wacht nou even! De kinderen kijken elkaar aan. Wie kan dat zijn? ‘Vlug,’ fluistert Fjor, ‘van het pad af.’
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 13
21-06-2005 08:46:02
pag 14
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Ze wringen zich met moeite het dichte kreupelhout in. De mand met eten blijft even haken achter een dikke tak. Een stukje verderop is gelukkig een kleine open plek. Daar gaan de kinderen op hun hurken zitten en wachten af.
‘Ken je het verhaal van de twee vermoorde mijnwerkers?’ fluistert Fjor. ‘Dat heeft grootvader mij wel eens verteld.’ Gente schudt van nee. ‘Toen er nog oorlog was met de stam van Einar-met-het-scheve-oog gingen drie mannen van ónze stam op een dag naar de vuursteenmijnen. Ze liepen ook over dit pad en dachten dat het veilig was, omdat er al een paar volle manen lang niet was gevochten. Een van die mannen was mijn grootvader. Halverwege de tocht kreeg hij last van zijn been en zei tegen de anderen: ‘Lopen jullie maar vast door. Ik moet wat rusten’ De twee mannen gingen verder en hoorden na een tijdje iemand roepen ‘Wacht! Wacht nou even!’ Ze dachten natuurlijk dat het mijn grootvader was en bleven staan. Toen werden ze ingehaald door een groep krijgers van Einar-met-het-scheve-oog. Er volgde een vreselijke gevecht, maar onze mannen konden niet op tegen de overmacht. Mijn grootvader had de krijgers van Einar-met-het-scheve-oog gelukkig horen aankomen en zich snel verstopt. Hij heeft nog geprobeerd zijn makkers te bereiken via een omweg, maar kwam te laat.
Ze waren al vermoord.’ Gente huivert en kruipt dichter tegen Fjor aan. ‘Ik bescherm je wel,’ zegt Fjor stoer en hij voelt zich al een echte man. Ineens klinkt vlakbij: ‘Waar zitten jullie?’ De kinderen kijken elkaar met grote ogen aan en Fjor begint ook te beven.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 14
21-06-2005 08:46:02
pag 15
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
‘Waar zijn jullie!’ herhaalt de stem. Gente schiet in de lach. ‘Het is je grootvader, Fjor!’ Opgelucht komen de kinderen tevoorschijn. ‘Alweer verstopt?’ vraagt grootvader. ‘Blijven jullie aan de gang?’ ‘Het komt door dat verhaal van u,’ antwoordt Fjor. ‘Over die twee mannen die hier zijn vermoord.’ Grootvader slikt even en mompelt nors: ‘Ja, het is al goed.’ ‘En Fjor wilde mij beschermen,’ gniffelt Gente, ‘maar hij werd net zo bang als ik.’ ‘Dat viel best mee, hoor,’ protesteert Fjor. ‘Kom,’ zegt grootvader, ‘ik ga met jullie mee naar de mijn.’ ‘Waarom?’ vraagt Fjor verbaasd. De laatste jaren is grootvader niet meer bij de mijn geweest omdat het hem steeds meer moeite kost om lange stukken te lopen.
‘Ik wilde de vuursteenmijnen nog eens zien,’ antwoordt hij, maar zijn stem klinkt niet erg overtuigend. Hij wil niet zeggen dat hij zich zorgen maakte om de kinderen. Want hij weet niet wat die vervelende Toran allemaal tegen Einar-met-het-scheve-oog heeft verteld.
Met zijn drieën vervolgen ze de tocht naar de mijnen. Grootvader komt maar langzaam vooruit, maar hij laat zich niet kennen. Onderweg vertelt hij over de tijd dat hij ook in de mijn werkte. ‘In het begin konden we de vuursteen zo uit het bos halen. Je hoefde maar even te graven en je had al een paar grote brokken te pakken. Maar we moesten steeds dieper gaan en toen zijn we begonnen met putten te maken. Wij noemen die
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 15
21-06-2005 08:46:02
pag 16
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
putten “schachten”. Dat was zwaar werk. Onder het bos zit eerst een laag met kiezelstenen. Die moet je om te beginnen uitgraven. En dan komt pas de mergel. Die is gelukkig niet zo hard als steen, maar voordat je diep genoeg zit, ben je wel een tijdje bezig.’ ‘Bent u nooit bang geweest?’ vraagt Gente. ‘Bang? Wat is dat?’ Gente stoot Fjor aan en zegt vals: ‘Jij lijkt zeker op je grootvader?’ ‘Grom,’ doet Fjor. ‘Ik was alleen bang toen we oorlog kregen over de mijnen,’ gaat grootvader verder. ‘Oorlog met de stam van Einar-met-het-scheve-oog. Hij wilde ook graven in het bos, maar die mijnen waren van ons. Ik was niet bang voor mezelf, want een krijger moet vechten voor zijn eer. Ik vreesde voor het leven van de vrouwen en kinderen van onze stam. Gelukkig kwam er uiteindelijk vrede
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 16
21-06-2005 08:46:05
pag 17
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
omdat we het beste deel van de rivier aan Einar-met-het-scheve-oog gaven. En het blíjft vrede, zolang niet een paar vervelende kinderen daar gaan vissen!’ Fjor en Gente kijken elkaar aan. Ze hoopten dat grootvader het vergeten zou zijn. Daarom vraagt Fjor gauw: ‘Wanneer mag ik de mijn in, grootvader?’ ‘Dat zal nog even duren, jongen. Daarvoor moet je groter en sterker zijn.
Het is gevaarlijk en smerig werk. De gangen kunnen instorten en als je dan ook nog mergelstof in je ogen krijgt, ben je verloren. Én er is altijd het gevaar van Oer de mijngod.’ ‘Oer de mijngod?’ vraagt Fjor. ‘Ja jongen, die woont onder de grond. Oer wil niet dat wij zijn vuursteen stelen. Soms wordt Hij woedend en laat Hij de hele mijn instorten. Zomaar, zonder dat er een aanleiding voor is. Daar gebruikt Hij vaak de aardpijpen voor. ‘Aardpijpen, grootvader? Wat zijn dat?’ ‘Als je onder de grond rondkruipt, heb je een dik, zwaar en stevig pak mergel boven je kop zitten. Maar op sommige plekken is dat spul niet zo sterk genoeg. Daar is in de loop van de tijd van bovenaf, vanuit het bos, water doorheen gesijpeld en is het gaan verzakken. Zo maakt Oer op Zijn eigen houtje een schachtje en gooit het vol stenen, takken en andere troep. Dat noemen we een aardpijp. En soms, als je onder de grond aan het graven bent, stuit je op zo’n pijp. Als je dan niet op tijd weg bent, dondert al die troep over je heen. Een verrassing van Oer de mijngod.
En daarom moet je eerst de gezangen leren om Oer te kalmeren; Hem
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 17
21-06-2005 08:46:06
pag 18
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
vriendelijk te stemmen en Hem zo te bedwingen.’ ‘Hoe gaan die gezangen, grootvader. Ik wil ze vast leren.’ ‘Die mag ik hier niet zingen, Fjor. Dat kan alleen maar onder de grond. Als ik het hier zou doen, komen de boze geesten er op af. Dat is te gevaarlijk.’ Fjor en Gente kijken ongerust om zich heen. Het lijkt of de geesten er al zijn. Het is ineens onheilspellend stil in het bos. Gelukkig bereiken ze al vrij snel de plek waar de mijnen zijn. Hier en daar zijn wat bomen gekapt met behulp van bijlen - stevige dikke takken waaraan met touw een scherp stuk vuursteen is vastgemaakt. En overal zien ze kleine gaten in de grond. Dat zijn de schachten die net groot genoeg zijn om één man door te laten. Mannen zijn bezig om manden op te hijsen uit de schachten. In elke mand zitten grote brokken grijszwarte vuursteen.
Grootvader vraagt waar de vader van Fjor is. Een van de mannen wijst naar het dichte bos achter hem. ‘Hij is daar al dagen bezig. De mijnen hier zijn langzamerhand uitgeput. Verderop graaft hij een nieuwe mijn gegraven.’ Samen met de kinderen loopt grootvader door. Ze moeten eerst weer over een smal pad dwars door het bos. Een eind verderop zijn weer bomen gekapt en zien ze de ingang van een nieuwe schacht. Er staat iemand naast. ‘Vader!’ roept Fjor. Dan zien ze pas wie het is. Daar staat ... Einar-met-het-scheve-oog. Het stamhoofd ziet er nog indrukwekkender uit dan grootvader. Hij heeft een
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 18
21-06-2005 08:46:06
pag 19
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
grijs jak aan en over zijn schouders hangt een prachtige mantel die gemaakt is van berenbont. De kinderen schrikken, maar grootvader zegt rustig: ‘Jullie blijven hier staan. Ik ga wel naar hem toe.’ Zwijgend loopt hij naar Einar-met-het-scheve-oog . Gente fluistert tegen Fjor: ‘Wat een enge kop.’ ‘Maar voor de rest ziet hij er mooi uit,’ antwoordt Fjor zacht. Gente knikt. ‘En geen spatje viezigheid.’ Ze kijkt naar hun eigen kleren die na de tocht door het dichte oerbos erg vuil zijn geworden. ‘Hoe zou hij dat toch doen,’ vraagt Gente bijna onhoorbaar, ‘door het bos lopen zonder vies te worden?’ ‘Sssst,’ zegt Fjor en hij wijst naar zijn grootvader. Die staat inmiddels vlak voor Einar-met-het-scheve-oog.
Twee reuzen die elkaar onderzoekend aanstaren.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 19
21-06-2005 08:46:09
pag 20
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
‘Wat moet je hier?’ snauwt grootvader. ‘Vuursteen halen uit jouw mijn, net zoals jullie vis halen uit míjn rivier.’ ‘Dat was een kwajongensstreek,’ zegt grootvader. ‘Dat mag je ons niet kwalijk nemen. Wij, grote mensen, houden ons aan de afspraak. Jullie het beste stuk van de rivier en wij de mijnen. Als je vuursteen nodig hebt kun je met ons ruilen tegen vis, maar je blijft uit die mijn. Afspraak is afspraak!’ ‘Maar jullie houden je niet aan de afspraak!’
Grootvader wijst naar de ingang van de schacht. ‘Ben jij daarin geweest?’ Einar-met-het-scheve-oog antwoordt grijnzend: ‘Voor jou een vraag, voor mij een weet.’ Grootvader heft bezwerend zijn stok op en roept met trillende stem: ‘Als jij in de vuursteenmijn bent geweest, zullen we opnieuw oorlog krijgen!’ Einar-met-het-scheve-oog lacht vals, slaat zijn mantel om zich heen en loopt weg. Vlak voordat hij in het dichte struikgewas verdwijnt, draait hij zich even om: ‘Als jullie zo nodig willen vechten, hoor ik het graag. Wij zijn er klaar voor!’ Boos blijft grootvader achter. ‘Ik haat die man. Hij daagt ons telkens uit. Volgens mij wil hij niets liever dan wéér die vervloekte oorlog.’ De kinderen lopen naar hem toe. ‘We moeten vader eten brengen,’ zegt Fjor. Hij denkt niet graag aan oorlog. Toen hij nog wat jonger was, leek het hem wel spannend. Maar nu hij groter is en hij er steeds meer vreselijke verhalen over hoort, wil hij dat het vrede blijft. Hij moet er niet aan denken dat in een oorlog zomaar zijn ouders vermoordt zouden worden of zijn vriendinnetje Gente.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 20
21-06-2005 08:46:10
pag 21
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Bij de schacht is het stil. Meestal hoor je vanuit de diepte vaag de geluiden van het hakken in de mergel om de brokken vuursteen los te krijgen. Maar ze horen niets. Fjor roept in het gat: ‘Vader, uw eten!’ Er komt geen antwoord. ‘Dat is vreemd,’ zegt grootvader ongerust. ‘Hij moet ons kunnen horen. De zijgangen zijn een paar mans-lengtes diep. Er kunnen hoogstens drie mannen achter elkaar liggen, dan ben je al aan het eind van de gang. Er moet iets gebeurd zijn. Ik ben bang dat Einar-met-het-scheve-oog in de mijn is geweest en ...’ Grootvader maakt zijn zin niet af. Angstig kijken de kinderen hem aan. Dan neemt hij een besluit. ‘Fjor, je moet naar beneden. We moeten weten wat er aan de hand is.’ Fjor voelt zich ineens heel raar. Hij mag de mijn in! Dat vervult hem met trots, maar tegelijkertijd maakt hij zich zorgen. Als grootvader dit zomaar goed vindt, moet er wel iets met zijn vader gebeurt zijn.
Over de schacht ligt een dikke tak, waaraan een touw is vastgemaakt waarlangs je naar beneden kunt klimmen. Fjor gaat op de rand van het gat zitten, pakt het touw en klemt zijn voeten er omheen. Hij hangt nu bovenin de schacht. Zijn hart begint als een razende te bonzen. Hij kijkt naar zijn grootvader en Gente die alle twee aan de rand van de schacht staan. ‘Laat je zakken,’ zegt grootvader, ‘maar rustig aan, jongen. Gente glimlacht tegen hem en zegt: ‘Nu ben je écht stoer.’
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 21
21-06-2005 08:46:10
pag 22
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Fjor haalt diep adem en klautert behendig naar beneden. In het bos heeft hij dat al zo vaak gedaan. Er is niets leukers een touw aan een boom binden en van de ene tak naar de andere zwieren. Maar dit is anders. Dit is geen spelletje meer.
Eerder dan hij verwacht, voelt hij grond onder zijn voeten. Hij kijkt omhoog en ziet een smalle pijp met aan het eind een rond gat waar het licht doorheen komt.
Grootvader steekt zijn hoofd over de rand en roept: ‘Alles goed?’ ‘Ja grootvader,’ antwoordt Fjor. Hij probeert zo gewoon mogelijk te klinken, maar zijn hart bonst nog steeds. Ineens moet hij denken aan Oer de mijngod. Als die nu boos wordt, is alles voor niets geweest. Wist hij maar de gezangen om Oer te bedwingen.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 22
21-06-2005 08:46:13
pag 23
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
Hij ziet dat de schacht onderaan wijd uitloopt. Er is hier meer ruimte dan in de smalle pijp boven hem. Langzaam raakt Fjor gewend aan de schemering en krijgt in de gaten dat er om hem heen een paar lage gangetjes zijn. Alsof hij midden in een ster staat en de gangetjes de stralen zijn. In één ervan moet zijn vader zitten. Voorzichtig kruipt hij naar de dichtstbijzijnde gang. Op zijn hurken past hij er net in en hij schuifelt naar binnen. Een paar keer stoot hij zijn hoofd, zo laag is het er. Het daglicht dringt hier bijna niet meer door. Maar als hij gewend is aan de schemering, kan hij de brokken vuursteen zien die in de gele mergelwand zitten. Vrij snel bereikt hij het einde van de gang.
Hier is het echt donker, denkt Fjor. Daarom kunnen ze de gangetjes nooit dieper maken. Hij schuifelt achteruit terug naar de schacht. Daar kijkt hij om zich heen om te zien of er in de andere gangetjes iets te ontdekken valt. Plotseling schrikt hij en roept naar boven: ‘Grootvader, een van de gangen is ingestort!’ Het blijft even stil, maar dan komt het antwoord: ‘Ik denk dat je je vergist, Fjor. Dat is afval. Als we een nieuwe gang maken, gooien we de mergel die we daaruit halen in een gang die niet meer gebruikt wordt.’ Dan hoort Fjor een zacht gekreun. ‘Ik hoor iemand!’ roept Fjor. ‘Ú hebt u vergist!’ Hij weet dat hij zijn grootvader tegenspreekt, maar dat kan hem niks schelen. Naast hem op de grond liggen een paar gebruikte hakken. Stevige knuppels met aan het uiteinde een stuk vuursteen eraan vastgemaakt. Fjor grijpt een van de hakken en gaat als een razende de puinberg te lijf. Het
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 23
21-06-2005 08:46:13
pag 24
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
gekreun wordt luider. Hij weet nu maar een ding: hij moet zijn vader bereiken. Ineens ontstaat er een groot gat in het puin en ziet hij zijn vader liggen.
‘Fjor, ben jij het?’ kreunt hij. ‘Ja vader.’ Fjors stem klinkt bijna trots. ‘Ik was hier bezig. Er zit een prachtige laag met vuursteen. Ineens hoorde ik iets achter mij en meteen stortte de gang in. Ik had een pilaartje laten staan om het dak te steunen, maar dat heeft het begeven. Ik heb een stuk vuursteen op mijn hoofd gekregen. Ik ben even helemaal weg geweest. Totdat ik jou hoorde roepen. Kom, help me, mijn zoon.’ Fjor wringt zich door het gat naar binnen en pakt zijn vader bij de hand. ‘Auw,’ kreunt zijn vader, ‘mijn arm. Wacht ik probeer zelf naar buiten te komen.’ Fjor drukt zich zoveel mogelijk tegen de wand zodat zijn vader hem kan passeren. Die kruipt moeizaam en hoestend van het mergelstof het gangetje uit. Fjor komt achter hem aan. Dan ziet Fjor dat de rechterarm van zijn vader helemaal slap hangt en dat zijn hoofd bloedt. ‘Hoe gaat het?’ roept grootvader van boven. ‘Vader is hier,’ roept Fjor terug. ‘Er is iets met zijn arm en zijn hoofd. Hij kan zo niet naar boven.’ ‘Kan hij zijn andere arm gebruiken, Fjor?’ ‘Ja grootvader!” ‘Bind het touw om zijn middel en laat hij zich daaraan goed vasthouden. Zo kunnen we hem omhoog trekken, want ik heb hulp gekregen. Gente heeft de
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 24
21-06-2005 08:46:14
pag 25
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
mannen gewaarschuwd die bij de andere mijnen bezig waren.’ Even later wordt de vader van Fjor langzaam opgehesen. Daarna komt het touw opnieuw naar beneden en kan Fjor naar boven klimmen. Gente komt meteen naar hem toe en legt een arm om zijn schouder. ‘Wat ben jij dapper,’ zegt ze zacht. Fjor gloeit helemaal van binnen. Grootvader vertelt aan Fjors vader dat Einar-met-het-scheve-oog hier was. ‘Wat!’ roept Fjors vader woedend. ‘Dan moet híj het zijn geweest die naar beneden is gekomen en de gang heeft laten instorten. Hij wil dus oorlog.
Nou, dat kan hij krijgen. Mannen, we gaan onmiddellijk terug naar ons dorp en vallen Einar-met-het-scheve-oog aan!’ Grootvader schudt treurig zijn hoofd. ‘Nee, dat niet,’ zegt hij, ‘niet wéér al dat bloedvergieten, al die doden en gewonden.’ ‘Maar onze eer is aangetast,’ brult Fjors vader. ‘Die schoft is in ónze mijn geweest en heeft mij proberen te vermoorden.’ Er komen nog meer mannen aanlopen. Als ze horen wat er gebeurd is, roepen zij ook om wraak. Maar Gente zegt: ‘Einar-met-het-scheve-oog is niet beneden geweest.’
Stomverbaasd kijkt Fjors vader haar aan en roept dan: ‘Zwijg, meisje! Wat weet jij nou van de rotstreken van Einar-met-het-scheve-oog? Wat weten vrouwen van oorlog?’ Gente slaat beschaamd haar ogen neer.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 25
21-06-2005 08:46:14
pag 26
Verhaal: Ruzie om de vuursteenmijn
‘Kom,’ schreeuwt Fjors vader, ‘terug naar het dorp. We halen onze wapens op en wreken ons op Einar-met-het-scheve-oog en zijn volk!’ ‘Wraak!’ roepen de andere mannen en in een optocht trekken ze het bos in. Fjor loopt samen met Gente en grootvader achteraan. ‘Hoe weet jij dat meisje?’ vraagt grootvader. ‘Hoe weet jij dat Einar-met-het-scheve-oog niet beneden is geweest?’ Dan vertelt Gente wat ze ontdekt heeft. Vol bewondering kijkt de oude man haar aan en zegt: ‘Je hebt gelijk. Het is Oer geweest die de gang heeft laten instorten en niet Einar-met-het-scheve-oog. Die heeft ons gewoon willen uitdagen, maar daar mogen wij niet intrappen. We vertellen alles onmiddellijk. Dan komt er gelukkig geen oorlog.’ En Fjor zegt: ‘Jij bent slim, Gente, heel slim.’ Dankbaar kijkt ze hem aan en antwoordt: ‘Maar jij bent dapper, Fjor, heel dapper!’ Waarom er geen oorlog komt? Als je dat wilt weten moet je naar de vuursteenmijn in het Savelsbos komen. Daar zul je zien hoe bijna zesduizend jaar geleden vuursteen uit de grond werd gehaald door de stam van Fjor en Gente. Je zult er ook meemaken hoe de vader van Fjor werd bedolven in de mijn; je zult er Oer de mijngod ontmoeten en.. kunnen ontdekken waarom de oorlog gelukkig niet doorging.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 26
21-06-2005 08:46:17
pag 27
Les 2: Op expeditie
Les 2
Duur Organisatievorm
120 minuten in groepjes volgens een roulerend systeem
Benodigdheden
-
twaalf expeditiekaarten met opdrachten materiaal uit de leskist zoals vermeld op de expeditiekaarten resten of stroken papier (bij expeditiekaart 4) jampotje met deksel gevuld met azijn (bij expeditiekaart 9) werkblad 3 kopiëren voor elk groepje (bij expeditiekaart 10) een ruimte met een lengte van 15 meter (bij expeditiekaart 10) werkbladen 4, 5 en 6 kopiëren voor alle leerlingen potloden of pennen
Zelfwerkzaamheid De leerlingen gaan in groepjes zelf aan de slag. Tijdens hun expeditie volgen ze de opdrachten van de twaalf expeditiekaarten, waardoor ze antwoorden krijgen op de vijf onderzoeksvragen. Een onderzoek is meestal één grote puzzel. Hoe meer puzzelstukjes ze vinden, hoe meer ze te weten komen. Voorbereiding op de expeditie Verspreid in een lokaal de twaalf expeditiekaarten met het benodigde materiaal uit de leskist zoals aangegeven op de expeditiekaarten. Geef elke leerling de werkbladen 4, 5 en 6 met potlood of pen. Verdeel de klas in groepjes van 3 tot 4 leerlingen. Maak niet meer dan 10 groepjes. Instructies leerlingen Jullie rouleren dadelijk in groepjes langs twaalf expeditiekaarten. Zo proberen jullie een antwoord te krijgen op vijf onderzoeksvragen. 1 Wat is vuursteen? 2 Wat kun je met vuursteen doen? 3 Hoe kom je aan vuursteen? 4 Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen? 5 Hoe leefden de mensen in de tijd van de vuursteenmijnen? Elke expeditiekaart heeft een eigen nummer. Op de achterkant van elke kaart vinden jullie de opdrachten. Bij elke expeditiekaart is iemand anders de expeditieleider. Hij/zij leest de opdrachten hardop voor en zorgt dat iedereen aan bod komt. Jullie hoeven alleen bij expeditie 10 iets op een blaadje te schrijven. Bij de overige opdrachten dus niets. Tekeningetjes geven aan, wat wél van jullie verwacht wordt: Jullie beantwoorden een vraag door er samen over te praten. Jullie moeten (samen) iets doen. Jullie krijgen informatie door goed te lezen. Jullie ontdekken iets door goed te kijken. Jullie moeten goed nadenken.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 27
21-06-2005 08:46:20
pag 28
Les 2: Op expeditie
(In de klapper ‘Expeditiemateriaal’ staan de tekeningetjes in het groot, zodat u die aan de kinderen kan tonen.)
Les 2 vervolg -
Elke opdrachtkaart eindigt met een puzzelvraag. Dit is een meerkeuzevraag met een antwoord A, B of C. Daarbij heb je de werkbladen 4, 5 en 6 nodig. Is bij puzzelvraag 6 bijvoorbeeld A het goede antwoord, dan zet je op werkblad 5 bij de 6A een kruisje in het hokje. Je potlood heb je dus alleen nodig om een kruisje te zetten. Jullie onderzoek is namelijk één grote puzzel. In een volgende les geven alle goede puzzelstukjes bij elkaar een antwoord op de geheimen van de vuursteenmijn.
-
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 28
Ruim na elke opdracht alles weer op voor de volgende expeditiegangers. Jullie hoeven de expeditiekaarten niet in de juiste volgorde te maken. Ga verder met een expeditiekaart die niet bezet is. Voor een proef bij expeditiekaart 9 leg ik in dit glas met azijn een brokje mergel. Dus: Ga op expeditie: ontdek de geheimen van de vuursteenmijn. Veel succes!
21-06-2005 08:46:20
pag 29
Schema expeditie (deel 1)
Onderzoeksvraag
Expeditiekaart
Activiteit
Benodigdheden
Antwoorden opdrachten puzzelvragen
Wat is vuursteen?
exp. 1
We voelen aan
1A Doos met zes stenen
opdracht 1
Afgeslagen stenen
verschillende stenen
1B Informatieblad
1a 1 Vuursteen
om de eigenschappen
1C Informatieblad
1a 2 Afslag van vuursteen
te ontdekken.
1a 3 Kwarts 1a 4 Afslag van kwarts 1a 5 Mergel 1a 6 Afslag van mergel opdracht 2 Kwarts: hard slaan Mergel: doorzagen Vuursteen: kort tikken Puzzelvraag 1B Wat is vuursteen?
exp. 2
We bekijken stenen en
Stenen langs de Maas
proberen ze te herkennen.
2A Doos met zes stenen afkomstig uit de Maas
Opdracht 1 Ronde vormen
2B Twee insteekhoezen met zeven informatie-
Opdracht 2
kaartjes
2a 1 Vuursteenstukken 2a 2 Gerolde vuursteen of ‘Maasei’ 2a 3 Kwartsiet met kwartsbanden 2a 4 Revinienkwartsiet 2a 5 Witte kwarts 2a 6 Conglomeraat (Kaartje ‘Mergel of witte kalksteen’ blijft over) Opdracht 3 Stenen uit de Ardennen: revinienkwartsiet, conglomeraat, witte kwarts. Puzzelvraag 2C
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 29
21-06-2005 08:46:20
pag 30
Schema expeditie (deel 2)
Onderzoeksvraag
Expeditiekaart
Activiteit
Benodigdheden
Antwoorden opdrachten puzzelvragen
Wat kun je met
exp. 3
We reizen miljoenen jaren
3A Doos met 20
Opdracht 1
vuursteen doen?
Bodemschatten
terug in de tijd om te begrijpen hoe vuursteen in
puzzelstukken 3B Doos met twee
Afbeelding van de puzzel: (zie pagina 32)
mergelblokken, drie
de bodem is ontstaan.
loepen en doosjes met
Puzzelvraag 3B
löss en grind Wat kun je met
exp. 4
vuursteen doen?
Scherpe kantjes
We snijden met vuursteen
4A Doos met vuurstenen afslagen
Opdracht 2 Huiden, vlees, stro
4B Drie onderleggers Puzzelvraag 4A Zelf toevoegen: resten of stroken papier Wat kun je met
exp. 5
We onderzoeken waar
vuursteen doen?
Prehistorische
vuurstenen voorwerpen
5A Insteekhoes met negen kaartjes over vuurstenen
a
uitvindingen
voor gebruikt worden.
voorwerpen
b
Schraper of krabber
c
Mes
d
Hak
e
Boor
f
Pikhouweel
g
Geslepen bijl
h
Pijlpunt
i
Sikkel
5B Informatieblad
Opdracht 2 Vuistbijl
Puzzelvraag 5C
Wat kun je met
exp. 6
We onderzoeken of bijlen
vuursteen doen?
Puzzelen met bijlen
altijd dezelfde vorm hebben
6A Doos met zeven onderdelen van verschillende
Opdracht 1 Het hout is vergaan.
bijlen
gehad.
6B Insteekhoes met drie
Puzzelvraag 6C
kaartjes met de cijfers 1, 2 en 3 Wat kun je met
exp. 7
We spelen Memory met
vuursteen doen?
Memory is herinnering
afbeeldingen van gereed-
7
Twee insteekhoezen
Puzzelvraag 7A
met twintig spelkaartjes
schap van vroeger en nu. Hoe kom je aan
exp. 8
We leren een vuursteenmijn
vuursteen?
Onderaardse gangen
beter kennen aan de hand van een maquette (=bouwmodel).
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 30
8a Bouwmodel van een
Puzzelvraag 8B
vuursteenmijn 8b Twee insteekhoezen met zeven tekstkaartjes
21-06-2005 08:46:21
pag 31
Schema expeditie (deel 3)
Onderzoeksvraag
Expeditiekaart
Activiteit
Benodigdheden
Antwoorden opdrachten puzzelvragen
Hoe kom je aan
exp. 9
We doen een proef met
Zelf toevoegen: jampotje
Puzzelvraag 9A
vuursteen?
Aardpijpen
azijn en mergel om het
met deksel gevuld met
ontstaan van een aardpijp
azijn.
in mergel te begrijpen. 9A Informatieblad 9B Informatieblad 9C Doos met brokjes mergel Wannneer gebruik(t)en
exp. 10
We gaan rekenen en lopen
Werkblad 3 kopiëren voor
Opdracht 1 en 2
mensen vuursteen?
Tijdlopen
in tijd, aan de hand van een
elke groep
Landbouw,
10A Tijdbalk op de grond
Vuursteen uit de mijn,
7000 jaar geleden
tijdsbalk en losse puzzelstukken.
uitleggen, bijvoorbeeld in een gang i.v.m. de lengte van vijftien meter
6000 jaar geleden Schrift, 2000 jaar geleden Steenkool uit de mijn, 1000 jaar geleden
10B Twee insteekhoezen met zeven kaartjes over uitvindingen.
Boeken drukken, 500 jaar geleden Stoommachine, 250 jaar geleden Computer, 35 jaar geleden (ongeveer) Puzzelvraag 10B
Wannneer gebruik(t)en
exp. 11
We doen een proef met
mensen vuursteen?
Streepjescode
jaarringen in boomschijven.
11A Boomschijf met jaarringen 11B Insteekhoes met zes
Opdracht 1 De boom groeit niet elk jaar even hard.
kaartjes over
Opdracht 2
streepjescodes
De jaarringen lijken op
11C Informatieblad
een streepjescode. Ze zijn beiden ‘uniek’. Opdracht 3 in hetzelfde jaar geplant en in hetzelfde jaar omgehakt. in verschillende jaren geplant en in verschillende jaren omgehakt. Puzzelvraag 11A
Hoe leefden de mensen
exp. 12
We volgen het werk van een
12A Informatieblad
in de tijd van de
Met dieren onder
archeoloog en graven in de
12B Twee insteekhoezen
vuursteentijden?
één dak
bodem naar het verleden.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 31
Puzzelvraag 12C
met zes kaartjes
21-06-2005 08:46:21
pag 32
Oplossing puzzel expeditie 3
Savelsbos in Zuid Limburg Welke bodemschatten? Löss
Wanneer ontstaan?
Hoe ontstaan?
En nu?
10.000 jaar geleden
Deze bodemschat is heel vruchtbaar en ideaal voor
Er zijn een aantal koude ijstijden, afgewisseld met
De eerste landbouwers en veetelers vestigen zich
bomen en planten
warmere perioden.
8000 jaar geleden op deze vruchtbare grond. Ook
Aan het einde van de laatste ijstijd neemt de wind
nu nog wordt veel van ons voedsel hierop geteeld.
grote hoeveelheden fijne kleideeltjes (löss) mee naar Zuid-Limburg.
Grind Deze bodemschat is ideaal voor de huizen- en wegenbouw.
Vooral gedurende de afgelopen 1 miljoen jaar
Alle bergen worden door de natuur gemaakt en ook
Langs en in de Maas graaft men met grote bagger-
weer afgebroken. Wat overblijft zijn stenen. Door
machines grind op. Vroeger hadden veel boeren en
rivieren worden die vervoerd over grote afstanden,
gemeenten een eigen kleine grindgroeve voor eigen
waardoor ze rond worden. Dat is nu grind. De Maas
gebruik.
brengt veel grind mee uit Frankrijk en België.
Kalksteen of mergel Deze bodemschat is geschikt voor o.a. huizenbouw, voor cementproduktie en voor bemesting van het
80 miljoen jaar geleden
akkerland
Zuid-Limburg is een zee. Daarin leven heel kleine
Kalksteen wordt nog afgegraven voor produktie van
diertjes, plankton genaamd. Deze hebben een
cement. Er is nog één groeve waar bouwstenen
kalkpantser. Als ze dood gaan zakken ze naar de
worden gedolven.
zeebodem. Zo ontstaan dikke lagen kalk, ook mergel genoemd. In die kalk vind je ook resten van grotere dieren. We noemen dat fossielen. Zo vind je schelpen, zeeëgels en koralen. Er zijn dieren bij van 18 meter lang, echte zeemonsters, zoals de Mosasaurus. Op de aarde naast de zee leefden toen de dinosauriërs.
Vuursteen Deze bodemschat werd gebruikt om vuur te maken door te slaan op ijzerhoudende steen. Daaraan
80 miljoen jaar geleden
In de afgezette kalk op de zeebodem graven kreeften
Vuursteen wordt nog gebruikt voor het verharden
gangetjes. Daarin en daaromheen zet zich een stof
van wegen.
dankt het ook zijn naam. Omdat vuursteen zo hard is
af die we kiezelzuur noemen en die afkomstig is van
heeft de prehistorische mens er ook vuurstenen
bijvoorbeeld kiezelsponzen die in het water leven.
werktuigen van gemaakt.
Als die stof hard wordt spreken we van vuursteen. Die vuursteen vind je dus in de kalksteen (mergel).
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 32
21-06-2005 08:46:35
pag 33
Expeditiekaarten 1 t/m 12
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 33
21-06-2005 08:46:35
pag 34
onderzoeksvraag 1: Wat is vuursteen?
Afgeslagen stenen
Activiteit We voelen aan verschillende stenen om de eigenschappen te ontdekken.
Benodigdheden 1A Doos met zes stenen 1B Informatieblad 1C Informatieblad
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 1
Onze stam heeft nu de vuursteenmijntjes in het bos en de stam van Einar-met-het-scheve-oog heeft het beste stuk van de rivier. Wij de harde vuursteen en hij de goede vis. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 34
21-06-2005 08:46:36
Lees eerst de voorkant!
pag 35
onderzoeksvraag: Wat is vuursteen?
Afgeslagen stenen Opdracht 1
Jullie zien drie steensoorten. Van elke steensoort is een stuk afgeslagen. Dat noem je een afslag. Elke steen en elke afslag is anders. Leg de stenen bij de goede foto op het informatieblad 1B.
Opdracht 2
Jullie kunnen hier (helaas) niet zelf op een steen slaan. Het afslaan is al gebeurd en ging bij iedere steen anders. Welk onderstaand hokje past bij welke steen, denken jullie?
Je moest heel hard slaan.
Opdracht 3 Is de vuursteen... een brokstuk? een dunne schilfer? hard? zacht? korrelig? Iets anders.
Opdracht 4
Opdracht 5
Puzzelvraag 1
Doorzagen ging gemakkelijker.
Je hoefde maar kort te tikken.
Voel en bekijk de vuursteen. Beantwoord de volgende vragen met: ja, nee, of een beetje. Heeft de vuursteen... een gladde rand? een ruwe rand? een scherpe rand? een hoekige rand? een ronde rand? Iets anders.
Wat kun je met een vuursteen goed doen? Gebruiken als bouwsteen. Mengen met water, zodat je er bijvoorbeeld gaten mee kunt vullen. Snijden. Boren. Bedekken van bijvoorbeeld een oprit. Iets anders.
Herhaal opdracht 3, maar nu met mergel en met kwarts.
Lees informatieblad 1C over vuur maken.
Welke zin is NIET goed? Vuursteen is geschikt... A om mee te snijden, want de afslag heeft scherpe randen. B om vuur mee te maken, want vuursteen brandt goed. C om vuur mee te maken, want slaan met vuursteen kan vonken geven. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en leg de stenen weer op een hoopje!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 35
21-06-2005 08:46:38
pag 36
onderzoeksvraag 1: Wat is vuursteen?
Stenen langs de Maas
Activiteit We bekijken stenen en proberen ze te herkennen.
Benodigdheden 2A Doos met zes stenen afkomstig uit de Maas 2B Twee insteekhoezen met zeven informatiekaartjes
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 2
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 36
Gespannen tuurt Fjor in het water van de Maas. Hij staat er tot zijn knieën in, vlak bij de oever, waar de rivier nog ondiep is. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
21-06-2005 08:46:39
pag 37 Lees eerst de voorkant!
onderzoeksvraag: Wat is vuursteen?
Stenen langs de Maas Op de tafel liggen zes stenen. De Maas heeft deze stenen in de omgeving van Maastricht achtergelaten. We noemen deze stenen Maasgrind of 'zwerfstenen', omdat ze soms ver van hun 'geboortegrond' terecht zijn gekomen.
Opdracht 1
Hoe kunnen jullie voelen dat de stenen lang in stromend water hebben gelegen?
Opdracht 2
Vergelijk een steen met de stenen op de informatiekaartjes. Welke is hetzelfde? Leg de stenen op de goede kaartjes. Er blijft één kaartje over.
Opdracht 3
Puzzelvraag 2
Klaar? Lees om de beurt hardop de informatie op de kaartjes voor. Welke stenen komen uit de Ardennen? Leg die kaartjes apart. Welke steensoort ligt NIET op de tafel? En hoeveel stenen komen uit de Ardennen? A revinienkwartsiet vijf stenen uit de Ardennen B witte kwarts vier stenen uit de Ardennen C mergel of witte kalksteen drie stenen uit de Ardennen Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en leg de stenen en de kaartjes weer op een hoopje!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 37
21-06-2005 08:46:40
pag 38
onderzoeksvraag 1: Wat is vuursteen?
Bodemschatten
Activiteit We reizen miljoenen jaren terug in de tijd om te begrijpen hoe vuursteen in de bodem is ontstaan.
Benodigdheden 3A Doos met 20 puzzelstukken 3B Doos met twee mergelblokken, drie loepen en doosjes met löss en grind
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 3
In het begin konden we de vuursteen zo uit het bos halen. Je hoefde maar even te graven en je had al een paar grote brokken te pakken. Maar we moesten steeds dieper gaan en toen zijn we begonnen met putten te maken. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 38
21-06-2005 08:46:42
Lees eerst de voorkant!
pag 39
onderzoeksvraag: Wat is vuursteen?
Bodemschatten Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Verdeel de puzzelstukken. Lees om de beurt de tekst op de puzzelstukken hardop voor aan je groepsgenoten. Maak samen de puzzel. Tip 1! Als je de puzzel klaar hebt, kun je zien welke bodemlagen je tegen komt, als je van boven naar beneden graaft. Tip 2! De jongste bodemlaag ligt boven, de oudste bodemlaag ligt beneden. Leg de doosjes met löss en grind en de mergelblokken op de goede plaats op de puzzel.
Hoe is kalksteen of mergel ontstaan? Het antwoord staat op een puzzelstuk. Kunnen jullie dat ook terugzien in de blok mergel? Bekijk de blok met een loep.
Opdracht 4
Bekijk de vuursteenknol in het andere blok mergel. Wie kan uitleggen hoe die vuursteenknol in de mergel is ontstaan? Het antwoord staat op een puzzelstuk.
Puzzelvraag 3
Eerst is vuursteen in de zachte kalksteen of mergel ontstaan. Daarbovenop komen later grind en löss te liggen. Daarom ligt vuursteen diep onder de bodem. Waarom kun je vuursteen ook boven op de bodem vinden, denken jullie? Dat komt, A omdat nu ook nog vuursteen ontstaat. B omdat regen en rivieren de zachte mergel rondom de harde vuursteen hebben opgelost en de grind en löss hebben weggespoeld. C omdat kreeften de vuursteen naar boven duwen. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en leg de puzzelstukken op een stapel!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 39
21-06-2005 08:46:43
pag 40
onderzoeksvraag 2: Wat kun je met vuursteen doen?
Scherpe kantjes
Activiteit We snijden met vuursteen.
Benodigdheden 4A Doos met vuurstenen afslagen 4B Drie onderleggers Zelf toevoegen: resten of stroken papier
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 4
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 40
Fjors moeder zit op haar knieën naast het vuur. Met een scherp stuk vuursteen schraapt ze het vet van de binnenkant van een wisenthuid. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
21-06-2005 08:46:44
Lees eerst de voorkant! pag 41
onderzoeksvraag: Wat kun je met vuursteen doen?
Scherpe kantjes
Opdracht 1
Leg een stuk papier op een onderlegger. Op de tafel liggen een heleboel afslagen van vuursteen. Snijd ermee in het papier. Gaat het gemakkelijk?
Opdracht 2
Wat zouden de mensen 6000 jaar geleden met zo’n vuursteen gesneden hebben?
Puzzelvraag 4
Een vuurstenen snijdrand kan bot worden. Wat moet je doen om snel een scherpe snijdrand te krijgen, denken jullie? (Helaas kunnen jullie dat hier niet zelf doen!)
Opdracht 4
A Opnieuw een stukje eraf slaan, zodat er een nieuwe scherpe rand ontstaat. B De botte rand slijpen aan een slijpsteen. C De snijdrand nat maken. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en laat de expeditieplaats netjes achter!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 41
21-06-2005 08:46:45
pag 42
onderzoeksvraag 2: Wat kun je met vuursteen doen?
Prehistorische uitvindingen
Activiteit We onderzoeken waar vuurstenen voorwerpen voor gebruikt worden.
Benodigdheden 5A Insteekhoes met negen kaartjes over vuurstenen voorwerpen 5B Informatieblad
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 5
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 42
Naast hem op de grond liggen een paar gebruikte hakken. Stevige knuppels met aan het uiteinde een stuk vuursteen erin geklemd. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
21-06-2005 08:46:47
Lees eerst de voorkant!
pag 43
onderzoeksvraag 2: Wat kun je met vuursteen doen?
Prehistorische uitvindingen Opdracht 1
Opdracht 2
Puzzelvraag 5
Op tafel liggen negen kaartjes. Verdeel ze onder je groepsgenoten. Met elk vuurstenen voorwerp kun je iets anders doen. Vertel aan elkaar, wat je met jouw voorwerpen zou kunnen doen. Pak het informatieblad 5B. Lees om de beurt de tekst in een hokje. Wiens voorwerp hoort bij die tekst? Leg dat voorwerp op het hokje. Als alle voorwerpen op een hokje liggen, kunnen jullie de puzzelvraag maken. Elk voorwerp heeft een letter. Hoe liggen jullie voorwerpen op het informatieblad? A
B
C
a
i
f
d
c
e
e
g
i
d
h
b
a
g
f
d
h
c
c
e
g
b
h
i
f
a
b
Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en leg de kaartjes op een stapel!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 43
21-06-2005 08:46:47
pag 44
onderzoeksvraag 2: Wat kun je met vuursteen doen?
Puzzelen met bijlen
Activiteit We onderzoeken of bijlen altijd dezelfde vorm hebben gehad.
Benodigdheden 6A Doos met vijf onderdelen van verschillende bijlen 6B Insteekhoes met drie kaartjes met de cijfers 1, 2 en 3 6C Twee handvatten voor bijlen
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 6
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 44
De meeste bomen zijn gekapt met behulp van bijlen. Stevige dikke takken met daarin een groot scherp stuk vuursteen geklemd. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
21-06-2005 08:46:49
Lees eerst de voorkant!
pag 45
onderzoeksvraag: Wat kun je met vuursteen doen?
Puzzelen met bijlen Archeologen hebben vele vuurstenen voorwerpen gevonden, waaronder bijlen.
Opdracht 1
Opdracht 2
Bekijk de drie vuurstenen op de tafel een voor een. Probeer voor elke steen de volgende vragen te beantwoorden: - Is de vuursteen ergens speciaal voor gebruikt? - Waarvoor? - Is het voorwerp compleet? - Wat mis ik eventueel aan het voorwerp, bijvoorbeeld een houten steel? - Waarom vindt de archeoloog bijvoorbeeld het hout niet meer bij de vuursteen? Er liggen drie verschillende stenen bijlen op tafel! Sommige bijlen zijn niet compleet. Puzzel ze weer in elkaar met het andere materiaal. Uitgepuzzeld? Als jullie het goed hebben gedaan, dan zien de bijlen er zo uit: 1 niet geslepen bijl, waaraan het houten handvat met leer is vastgemaakt. 2 geslepen bijl, waarin het houten handvat met leer is vastgemaakt. 3 vuistbijl van een ruwe vuursteen. Niet goed? Dan kun je een bijl opnieuw in elkaar puzzelen! Leg óp elke bijl het kaartje met het goede nummer. Laat de kaartjes ook bij opdracht 3 erop liggen.
Opdracht 3
Kun je een ontwikkeling ontdekken in de vorm van de bijlen? Zo ja, probeer ze van oud naar nieuw te leggen. Tip! Denk daarbij, dat de mens altijd geprobeerd heeft om een voorwerp te verbeteren! Bijvoorbeeld: - het slaan kan pijnlijk zijn voor je vuist - de bijl gaat te snel los van het houten handvat.
Puzzelvraag 6
Wat is de goede volgorde van oud naar nieuw? A 1, 2, 3 B 3, 2, 1 C 3, 1, 2 Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad om voor de volgende expeditiegangers. Haal de puzzel van bijlen uit elkaar en leg alles op een hoop.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 45
21-06-2005 08:46:50
pag 46
onderzoeksvraag 2: Wat kun je met vuursteen doen?
Memory is herinnering
Activiteit We spelen Memory met afbeeldingen van gereedschap van vroeger en nu.
Benodigdheden 7
Twee insteekhoezen met twintig spelkaartjes
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 7
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 46
Onderweg vertelt grootvader over de tijd dat hij ook in de mijn werkte. ‘In het begin konden we de vuursteen zo uit het bos halen.’ Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
21-06-2005 08:46:52
Lees eerst de voorkant!
pag 47
onderzoeksvraag: Wat kun je met vuursteen doen?
Memory is herinnering Het engelse woord memory betekent herinnering. Grootvader herinnert zich hoe het er vroeger aan toe ging. Met dit spel worden jullie eraan herinnerd, hoe moderne voorwerpen er vroeger in de steentijd uitzagen.
Opdracht 1
Opdracht 2
Puzzelvraag 7
Bekijk de afbeeldingen op de kaartjes. Maak 10 setjes.
Speel het spel Memory. Spelregels: - Schud de kaartjes door elkaar. - Leg de kaartjes ondersteboven, zodat jullie de afbeeldingen niet kunnen zien. - Een speler draait twee kaartjes om. a Is het een set, dan mag hij de set pakken en twee nieuwe kaartjes omdraaien. b Is het geen set, dan draait hij de kaartjes weer terug en is de volgende speler aan de beurt. - Indien alle kaartjes op zijn heeft de speler met de meeste setjes gewonnen. Is ons gereedschap over zesduizend jaar weer veranderd, denken jullie? A Ja. B Nee. C Alle gereedschap is niet meer nodig en bestaat dus niet meer. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers. Leg de kaartjes weer op een hoop.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 47
21-06-2005 08:46:53
pag 48
onderzoeksvraag 3: Hoe kom je aan vuursteen?
Onderaardse gangen
Activiteit We leren een vuursteenmijn beter kennen aan de hand van een bouwmodel.
Benodigdheden 8A Bouwmodel van een vuursteenmijn 8B Twee insteekhoezen met zeven tekstkaartjes
Webtocht
‘Ik wilde de vuursteenmijnen nog eens zien,’ antwoordt grootvader, maar zijn stem klinkt niet overtuigend. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 8
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 48
21-06-2005 08:46:54
Lees eerst de voorkant!
pag 49
onderzoeksvraag: Hoe kom je aan vuursteen?
Onderaardse gangen Opdracht 1
Puzzelvraag 8
1 Verdeel de kaartjes. 2 Degene met tekstkaartje nummer 1 begint: Lees de tekst hardop voor aan je groepsgenoten. - Het is een fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn. - Tijdens het lezen wijs je op het bouwmodel de plaats aan, waar het fragment over gaat. - Probeer heel duidelijk te zijn, alsof je iets moet uitleggen. - Natuurlijk mag een groepsgenoot helpen. - Veel succes! 3 Vervolgens leest degene met tekstkaartje nummer 2 voor. Enzovoorts. Hoe ziet een mijngang eruit? A Als een lange, ronde tunnel. B Als aan elkaar verbonden ‘kamertjes’ met een gebogen plafond. C Als een lange, rechte gang. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers en leg de kaartjes weer op een stapel. Zet het bouwmodel weer in elkaar.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 49
21-06-2005 08:46:55
pag 50
onderzoeksvraag 3: Hoe kom je aan vuursteen?
Aardpijpen Leerkracht, let op! Voordat de leerlingen op expeditie gaan geeft u hen klassikaal de volgende mededeling en instructie: ‘Voor een proef bij expeditiekaart 9 leg ik in dit glas met azijn een brokje mergel.’
Activiteit We doen een proef met azijn en mergel om het ontstaan van een aardpijp in mergel te begrijpen.
Benodigdheden 9A Informatieblad 9B Informatieblad 9C Doos met brokjes mergel. (Voor de proef hebben we maar één brokje nodig.)
Zelf toevoegen: jampotje met deksel gevuld met azijn.
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 9
Maar op sommige plekken is het pak mergel niet zo sterk genoeg. Daar is in de loop van de tijd van bovenaf, vanuit het bos, water doorheen gesijpeld en is het gaan verzakken. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 50
21-06-2005 08:46:57
Lees eerst de voorkant!
pag 51
onderzoeksvraag: Hoe kom je aan vuursteen?
Aardpijpen Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Puzzelvraag 9
Pak informatieblad 9A met een afbeelding van een aardpijp in de mergel. Lees het stukje uit het verhaal over een aardpijp op de achterkant van dit blad. Wijs op de afbeelding de aardpijp aan. Pak informatieblad 9B met een foto van een orgel uit een kerk. Wijs de orgelpijpen aan, waar de lucht doorheen gaat. Waarom noemt men een aardgang in de mergel ook wel een orgelpijp? Noem twee overeenkomsten. Bekijk het brokje mergel in het glas met azijn. Wat zie je?
Wat kun je leren uit opdracht 3? In mergel ontstaan aardpijpen doordat A zure regen mergel oplost. B diertjes gangen in mergel graven. C wortels van bomen in mergel groeien. Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 51
21-06-2005 08:46:58
pag 52
onderzoeksvraag 4: Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen?
Tijdlopen
Activiteit We gaan rekenen en lopen in tijd, aan de hand van een tijdsbalk en losse puzzelstukken.
Benodigdheden Werkblad 3 kopiëren voor elke groep 10A Tijdbalk op de grond uitleggen, bijvoorbeeld in een gang i.v.m. de lengte van vijftien meter. 10B Twee insteekhoezen met zeven kaartjes over uitvindingen
Webtocht
‘Dat gezeur altijd,’ moppert Fjor, ‘over die oorlog van vroeger. Dat is toch allang geleden.’ Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 10
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 52
21-06-2005 08:46:59
Lees eerst de voorkant!
pag 53
onderzoeksvraag: Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen?
Tijdlopen Zolang als mensen bestaan, hebben ze geprobeerd hun leven makkelijk te maken. Daarom hebben ze heel wat dingen uitgevonden. Op de kaartjes staan enkele uitvindingen afgebeeld.
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Wat is het langste geleden uitgevonden? Wat daarna? Enzovoorts. Leg de kaartjes onder elkaar in volgorde van oud naar nieuw. Pak één werkblad 3 voor jullie groepje. 1 Schrijf in de eerste kolom onder elkaar de uitvindingen van oud naar nieuw. 2 Schrijf in de tweede kolom achter élke uitvinding hoeveel jaar geleden dat jullie denken, dat het is uitgevonden. 3 Stel je voor dat je kunt tijdlopen. Met elke stap ga je 250 jaar terug in de tijd! Maak het rekensommetje onderaan je werkblad. 4 Schrijf in de derde kolom hoeveel stappen je moet teruglopen in de tijd om bij de uitvinding te komen. Verdeel de kaartjes onder je groepsgenoten. Onthoud hoeveel stappen je moet ‘tijdlopen’. Ga ‘tijdlopen’ op de gang. (Misschien geeft jullie leraar een andere plek aan.) Doe wel even je schoenen uit voordat je op de tijdbalk loopt!
Opdracht 4
Klaar met tijdlopen? Kijk nog eens naar jullie cijfers op het werkblad. Hoeveel uitvindingen hadden jullie goed ingeschat?
Puzzelvraag 10
Hoeveel passen moest je lopen om in de tijd te komen van de vuursteenmijnen? A 12 stappen (= 3000 jaar geleden) B 24 stappen (= 6000 jaar geleden) C 28 stappen (= 7000 jaar geleden) Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers, leg de kaartjes weer op een stapel. Neem je werkblad mee.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 53
21-06-2005 08:47:00
pag 54
onderzoeksvraag 4: Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen?
Streepjescode
Activiteit We doen een proef met jaarringen in boomschijven.
Benodigdheden 11A Boomschijf met jaarringen 11B Insteekhoes met zes kaartjes over streepjescodes 11C Informatieblad
Webtocht
Er is niets leukers dan een touw aan een boom binden en van de ene tak naar de andere zwieren. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 11
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 54
21-06-2005 08:47:01
Lees eerst de voorkant!
pag 55
onderzoeksvraag: Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen?
Streepjescode In 1964 hebben archeologen houtskool gevonden in de vuursteenmijnen van Rijckholt. Dit is door archeologen onderzocht en wat bleek? Het houtskool is 6000 jaar oud. Er zijn verschillende methoden om te bepalen hoe oud het hout is. Een ervan is de jaarringen methode.
Opdracht 1
Pak de boomschijf. Je ziet de jaarringen: elk jaar groeit de boom en wordt de stam één ring dikker. Waarom zijn niet alle ringen even dik?
Opdracht 2
Kun je de volgende zin uitleggen? Elke boom heeft een streepjescode.
Opdracht 3
Maak de volgende zinnen af: 1 Als twee bomen dezelfde streepjescode hebben, dan zijn de bomen ...... 2 Als twee bomen verschillende streepjescodes hebben, dan zijn de bomen ......
Opdracht 4
Bekijk de vijf kaartjes met streepjescodes. Zie je dat sommige stukjes van een streepjescode op twee kaartjes hetzelfde zijn? Leg die stukjes op elkaar. Maak de puzzel van de streepjescodes door de kaartjes gedeeltelijk op en naast elkaar op het informatieblad 11C te leggen. Kun je je voorstellen, dat archeologen op die manier tot 10.000 jaar terug in de ‘Europese bomentijd’ kunnen gaan?
Opdracht 5
Puzzelvraag 11
Hoeveel jaarringen tel je op de boomschijf? Hoe oud is de boom geworden?
De boom is in 2004 omgezaagd. In welk jaar is de boom ontstaan? A rond 1985 B rond 1975 C rond 1965 Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers. Leg de kaartjes op een stapel
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 55
21-06-2005 08:47:02
pag 56
onderzoeksvraag 5: Hoe leefden mensen in de tijd van de vuursteenmijnen?
Met de dieren onder één dak
Activiteit We volgen het werk van een archeoloog en graven in de bodem naar het verleden.
Benodigdheden 12A Informatieblad 12B Twee insteekhoezen met zes kaartjes over archeologische vondsten
Webtocht www.vuursteenmijn.nl/expeditiekaart 12
‘Het dorp is een kleine nederzetting met een stuk of tien boerderijen. Grote langwerpige bouwsels met een dak van stro en muren van takken en leem. Voor de boerderij is Miola bezig van klei een pot te maken. Fragment uit Ruzie om de vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 56
21-06-2005 08:47:04
Lees eerst de voorkant!
pag 57
onderzoeksvraag: Hoe leefden mensen in de tijd van de vuursteenmijnen?
Met de dieren onder één dak Hoe leefden de mensen in de tijd van de vuursteenmijnen, zo’n 6000 jaar geleden. Archeologisch onderzoek geeft antwoord op die vraag. Daardoor krijgen we een beeld van die tijd en kunnen we daar een tekening van maken.
Opdracht 1
Bekijk de tekening. Wat valt jullie op?
Opdracht 2
Verdeel de kaartjes in jullie groepje. Op elk kaartje staat iets wat een archeoloog ontdekt heeft. Leg de kaartjes op de goede plaats naast de tekening.
Puzzelvraag 12
Op elk kaartje staat een letter. Hoe liggen de kaartjes bij de tekening? A
B
C
d
c
a
a
f
e
a
d
b
e
b
f
b
c
d
e
c
f
Zet een kruisje bij het goede antwoord op je puzzelblad.
Klaar? Draai dit blad weer om voor de volgende expeditiegangers, leg de kaartjes weer op een stapel.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 57
21-06-2005 08:47:05
pag 58
Les 3: Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
Les 3
Duur Organisatievorm Benodigdheden
60 minuten in groepjes, klassikaal - de werkbladen 4, 5 en 6, die de leerlingen in les 2 gemaakt hebben - werkbladen 7 t/m 10 kopiëren voor alle leerlingen - scharen, plaksel, potloden of pennen - website www.vuursteenmijn.nl (of eventueel de Cd-rom) - Computers met internetaansluiting (of eventueel de Cd-rom drive), geluidskaart en boxen
Zelfstandige verwerking van de expeditie en een verdieping In de vorige les probeerden de leerlingen antwoord te krijgen op de vijf onderzoeksvragen. Gedurende deze les kunnen ze zelfstandig 1 2
3
hun ontdekkingen weergeven op werkbladen 7 en 8; ervaren, dat een onderzoek één grote puzzel is; Pas als alle goede puzzelstukjes van de werkbladen 4, 5 en 6 op werkblad 9 zijn gelegd, komen ze meer te weten over de geheimen van de vuursteenmijn. Daartoe moeten ze dus knippen en plakken. Tenslotte kunnen ze werkblad 10 maken. aan de hand van de website (of eventueel de Cd-rom) zich verder verdiepen in de steentijd.
Organisatie De leerlingen werken ongeveer 70 minuten in de ‘expeditie-groepjes’ aan bovenstaande drie opdrachten. De organisatie en het verloop van de les zullen afhankelijk zijn van het aantal beschikbare computers. Zijn er voldoende computers - voor élk groepje, dan kunnen de opdrachten in de aangegeven volgorde uitgevoerd worden. - voor de helft van de groepjes, dan kan de ene helft opdracht 1 en 2 en de andere helft opdracht 3 uitvoeren. Na 35 minuten wordt er gewisseld. - voor maar een enkel groepje, dan maakt uzelf een rouleringsschema voor de verdieping m.b.v. de website (of eventueel de Cd-rom).
Tip bij opdracht 2
Tijdens het puzzelen zullen de leerlingen erachter komen, wanneer ze een fout antwoord hebben gekozen bij de puzzelvraag van de vorige les. Geef daarom eventueel vooraf de goede antwoorden van de puzzelvragen: 1B, 2C, 3B, 4A, 5C, 6C, 7A, 8B, 9A, 10B, 11A en 12 C. Klassikale nabespreking Bespreek in een leergesprek van ongeveer 20 minuten gezamenlijk de resultaten van de werkbladen 7 t/m 10. Uitgebreide achtergrondinformatie vindt u in deel 6.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 58
21-06-2005 08:47:06
pag 59
Les 3: Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn Antwoorden werkbladen 7 en 8
Onderzoeksvraag 1
Onderzoeksvraag 2
Onderzoeksvraag 3
Onderzoeksvraag 4
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 59
Wat is vuursteen? Eigenschappen vuursteen: Hard en toch breekbaar als glas, waarbij scherven ontstaan met scherpe breukranden, waardoor het ideaal is om bijvoorbeeld mee te snijden. Miljoenen jaren geleden ontstaan in de mergellaag op de zeebodem. Te vinden als vuursteenknollen in de mergellaag of bovenop de bodem, als de mergel door invloed van water oploste.
Gebruik van vuursteen: Boor: om rijggaten in kleren te maken. Geslepen bijl met houten steel: om hout mee te kappen voor bijvoorbeeld woningbouw. Sikkel: om stro mee te snijden. Hak: om grond mee te bewerken Pijlpunt: om mee te jagen. Werd met teer uit een berkenboom bevestigd in een pijlschacht. Mes: om mee te snijden. Pikhouweel: om vuursteen mee los te wrikken. Vuistbijl: om wortelknollen op te graven, vlees te snijden en nog veel meer. Dit eenvoudig gereedschap werd ten tijde van de vuursteenmijnen in Rijckholt (Neolithicum) niet meer gebruikt. Schraper of krabber: om vlees en vet van huiden af te schrapen.
Hoe kom je aan vuursteen? In de vuursteenmijnen van onder meer Rijckholt zit diep in de grond veel vuursteen en van een goede kwaliteit. Door gangen in de grond te graven kom je bij de vuursteen. Deze gangen noem je (vuursteen)mijngangen. Het opgraven van de vuursteen noem je (vuursteen)mijnbouw. De mensen die dat doen noem je (vuursteen)mijnwerkers. Onderdelen van een omschrijving van de vuursteenmijnbouw in Rijckholt: - De tiende vuursteenlaag was van goede kwaliteit. - Een schacht (verticale gang naar beneden) diende voor het in- en uittakelen van vuursteenknollen met behulp van touw en rieten manden of leren zakken. Via de schacht daalden de mijnwerkers af en kwam er licht en lucht in de mijn. - Er werd met hertshoorn en hoofdzakelijk met hakken met houten stelen gegraven. Hakken gemaakt van hertshoorn werden vooral in open en semi-open groeves gebruikt. - Gevaar van instorten ontstond door een orgelpijp of aardpijp, een ‘zwakke’ plek in de mergellaag door sijpelend water. Om te voorkomen dat de mijn instortte werd deze in ‘kamerbouw’ volgens in de natuurwetten bekende boogformule gegraven, werden mijnengangen die al ontgonnen zijn opgevuld met afval en lieten de mijnwerkers kalkpilaren staan. Bovendien werd bij een nieuwe schacht als eerste een noodvluchtgang verbonden met een oude gangenstelsel.
Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen? Zin 1: goed Zin 2: fout. Wordt nog gebruikt in huizenbouw, bij maalstenen of schuurpapier. Zin 3: goed Zin 4: fout. Ook door mijnbouw.
21-06-2005 08:47:06
pag 60
Les 3: Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
Onderzoeksvraag 5
Hoe leefden de mensen in de tijd van de vuursteenmijnen? De mensen leefden als boeren. Ze hielden dieren en bewerkten het land. Ze woonden in enkele grote boerderijen in een dorp. ’s Winters met de dieren onder één dak. Dat gaf warmte. Op het land werd onder meer graan verbouwd. De graankorrels bewaarden ze in aardewerken potten. Het graan maalden ze tot meel om er pap van te maken of brood van te bakken.
Antwoorden werkbladen 9 en 10 (illustratie van de opgeloste puzzel, zie volgende pagina)
Het hele gebied van de vuursteenmijnen in het Savelsbos was zo groot als 19 voetbalvelden. - Met 2000 schachten. - De schachten waren 4 tot 12 meter diep. - De ondergrondse mijnbouw heeft mogelijk 500 jaar lang geduurd. - Er werd 140 dagen per jaar in de mijnen gewerkt. - De mijnwerkers uit de steentijd hebben 15.000.000 kilo vuursteen naar boven gehaald. - De vuursteen werd bij de mijnen half bewerkt en dan vervoerd tot 600 kilometer buiten Rijckholt. - In de mijngangen liggen nu nog 400.000 hakken, die de mijnwerkers uit de steentijd gebruikt hebben bij het graven.
In 500 jaar zijn 2000 schachten gegraven. Gemiddeld dus vier schachten per jaar.
Rekensom
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 60
21-06-2005 08:47:06
pag 61
Les 3: Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
Oplossing puzzel 1B
4A
8B
Het hele gebied van de vuursteenmijnen
in het Savelsbos
was zo groot als 19 voetbalvelden.
2000 schachten.
9A De schachten waren 4 tot 12 meter diep.
2C De ondergrondse mijnbouw heeft mogelijk 500 jaar lang geduurd
Met
11A Er werd 140 dagen per jaar in de mijnen gewerkt.
5C
10B
7A
3B
6C
12C
De mijnwerkers uit de steentijd hebben 15.000.000 kilo vuursteen naar boven gehaald.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 61
De vuursteen werd bij de mijnen half bewerkt en dan vervoerd tot 600 kilometer buiten Rijckholt.
In de mijngangen liggen nu nog 400.000 hakken, die de mijnwerkers uit de steentijd gebruikt hebben bij het graven.
21-06-2005 08:47:08
pag 62
Kopieerbladen bestemd voor de leerlingen De originele kopieerbladen vindt u in de klapper met expeditiemateriaal
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 62
21-06-2005 08:47:08
Ruzie om de vuursteenmijn
pag 63
naam Wat denk je dat Gente Grootvader in het oor fluisterde? Opdracht 1
Opdracht 2
Lees het volgende en onderstreep de woorden die je niet begrijpt, zodat deze later samen besproken kunnen worden
Het verhaal speelt zich af in het Savelsbos, niet ver van Maastricht. Het is een sfeervol, oud hellingbos met een geheim. Men vond er tienduizenden stukken vuursteen. Hoe kwamen die daar? Hoe lang al? En waarom? Ongeveer tachtig jaar geleden kreeg men op de eerste vraag een antwoord. Het vuursteen werd door mijnbouw uit de bodem van het bos gehaald.
Maar er bleven nog vele geheimen. Hoe oud was de vuursteenmijn? Hoeveel mijnschachten waren er? Hoeveel vuursteen is er weggekapt? Om hier een antwoord op te krijgen ging een werkgroep van enthousiaste amateur-archeologen en oudmijnwerkers in hun vrije tijd de vuursteenmijnen in het bos onderzoeken. In de jaren 1964 tot 1972 was het vooral op zaterdag een drukte van jewelste in het bos. Dwars door de helling groeven ze een 120 meter lange tunnel. Zo konden ze bij de mijngangen komen. Op de foto zie je de ingang van de onderzoekstunnel. Later besloten ze om de vrijdagnacht te werken. Wilde je bij de werkgroep horen dan moest je beloven minimaal twaalf nachten per jaar te willen werken.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 63
21-06-2005 08:47:11
Ruzie om de vuursteenmijn
pag 64
naam
Opdracht 3
Hoe denk je dat de werkgroep de onderzoekstunnel gegraven heeft? Teken met kleurpotlood de onderzoekstunnel in de tekening.
groot atelier tunnelingang
einde tunnel
Zou jij er ook voor kiezen om bij de werkgroep te willen horen? Opdracht 4
Opdracht 5
Waarom?
Het verhaal is geschreven door de bekende kinderboekenschrijver Jacques Vriens. Hij woont vlakbij het Savelsbos en wandelt er graag als hij een frisse neus wil halen of om inspiratie op te doen. Denk je, dat het verhaal van Jacques Vriens
❒ A helemaal fantasie is? ❒ B helemaal werkelijkheid is? ❒ C werkelijkheid met fantasie is? Zet een rondje om het goede antwoord. Waarom heb je dit antwoord gekozen?
Door het onderzoek ontdekte de werkgroep vele stukjes van de geheimen van de vuursteenmijn. Pas toen alle puzzelstukjes bij elkaar gelegd werden, kwamen ze meer te weten over de geheimen van de vuursteenmijn. Zou jij ook meer willen weten? Ga op expeditie: ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 64
21-06-2005 08:47:12
Op expeditie, expeditiekaart 10
pag 65
naam
Uitvindingen van oud naar nieuw
Hoeveel jaar geleden uitgevonden? Hoeveel stappen moet je dan lopen?
Oudste
Nieuwste
Rekensommetje
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 65
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
jaar geleden
stappen
1 stapsen
= 250 jaar
3x4=12 stappen
=
jaar
2 stappen
=
jaar
4x4=16 stappen
=
jaar
3 stappen
=
jaar
5x4=20 stappen
=
jaar
1x4 stappen
=
jaar
6x4=24 stappen
=
jaar
5 stappen
=
jaar
7x4=28 stappen
=
jaar
6 stappen
=
jaar
8x4=32 stappen
=
jaar
7 stappen
=
jaar
9x4=36 stappen
=
jaar
2x4=8 stappen
=
jaar
10x4=40 stappen =
jaar
21-06-2005 08:47:13
Op expeditie, puzzelblad A
pag 66
naam
1A
1B
In de mijngangen liggen nu nog 400.000 hakken, die de mijnwerkers uit de steentijd gebruikt hebben bij het graven.
Het hele gebied van was zo groot als 19
2A
2B
De schachten waren 4 tot 12 meter diep.
3B De mijnwerkers uit de steentijd hebben 15.000.000 kilo vuursteen naar boven gehaald.
Er werd 140 dagen per jaar in de mijnen gewerkt.
4A
4B
de vuursteenmijnen
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 66
2C De ondergrondse mijnbouw heeft mogelijk 500 jaar lang geduurd
3A
voetbalvelden.
1C
Met
3C
in het Savelsbos 2000 schachten.
4C
De vuursteen werd bij de mijnen half bewerkt en dan vervoerd tot 600 kilometer buiten Rijckholt.
21-06-2005 08:47:15
Op expeditie, puzzelblad B
pag 67
naam
5A
5B
de vuursteenmijnen voetbalvelden.
6A De schachten waren 4 tot 12 meter diep.
Met
De mijnwerkers uit de steentijd hebben 15.000.000 kilo vuursteen naar boven gehaald.
6B
Het hele gebied van was zo groot als 19
7A
7B In de mijngangen liggen nu nog 400.000 hakken, die de mijnwerkers uit de steentijd gebruikt hebben bij het graven.
8A De ondergrondse mijnbouw heeft mogelijk 500 jaar lang geduurd
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 67
5C
8B
6C De vuursteen werd bij de mijnen half bewerkt en dan vervoerd tot 600 kilometer buiten Rijckholt.
7C Er werd 140 dagen per jaar in de mijnen gewerkt.
8C
in het Savelsbos 2000 schachten.
21-06-2005 08:47:18
Op expeditie, puzzelblad C
pag 68
naam
9A De schachten waren 4 tot 12 meter diep.
9B
in het Savelsbos 2000 schachten.
10A
10B
9C De mijnwerkers uit de steentijd hebben 15.000.000 kilo vuursteen naar boven gehaald.
10C
de vuursteenmijnen voetbalvelden.
11A Er werd 140 dagen per jaar in de mijnen gewerkt.
12A De vuursteen werd bij de mijnen half bewerkt en dan vervoerd tot 600 kilometer buiten Rijckholt.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 68
11B
Met
11C
De ondergrondse mijnbouw heeft mogelijk 500 jaar lang geduurd
12B
Het hele gebied van was zo groot als 19
12C In de mijngangen liggen nu nog 400.000 hakken, die de mijnwerkers uit de steentijd gebruikt hebben bij het graven.
21-06-2005 08:47:20
Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
pag 69
naam Ontdekkingen tijdens de expeditie in de klas Hoelang duurde jullie expeditie? 1 Wat is vuursteen?
minuten
Expeditie 1, 2 en 3 Noem tenminste drie eigenschappen van vuursteen. Is vuursteen bijvoorbeeld zacht, korrelig, scherp, onbreekbaar of iets anders? 1 2 3 4
2 Wat kun je met vuursteen doen?
Expeditie 4, 5, 6 en 7 Geef tenminste vijf voorbeelden. 1 2 3 4 5
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 69
21-06-2005 08:47:23
Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
pag 70
naam 3 Hoe kom je aan vuursteen?
Expeditie 8 en 9 Gebruik de volgende woorden: mijnwerker, hakken, onder de bodem, in de mergellaag, mijnbouw, schacht, mijngang, daglicht, gevaarlijk en aardpijp.
4 Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen?
Expeditie 10 en 11
5 Hoe leefden de mensen in de tijd van de vuursteenmijnen?
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 70
Is de zin goed of fout? Streep het verkeerde door. 1 Zolang als er mensen bestaan, hebben ze vuursteen gebruikt.
goed / fout
2 Nu gebruiken mensen geen vuursteen meer.
goed / fout
3 Tienduizend jaar geleden gebruikten mensen alleen de vuursteen, die ze bovenop de bodem vonden.
goed / fout
4 Zesduizend jaar geleden gebruikten mensen alleen de vuursteen, die ze bovenop de bodem vonden.
goed / fout
Expeditie 12 Geef het antwoord op de achterkant van dit blaadje. Maak er ook een tekening bij.
21-06-2005 08:47:24
Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
pag 71
naam Ontdekkingen tijdens de expeditie in Rijckholt van 1964 tot 1972 Hoelang duurde de expeditie? jaar Knip de aangekruiste puzzelstukken van de werkbladen 4, 5 en 6 uit en plak ze op de juiste plaats.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 71
21-06-2005 08:47:28
Ontdek de geheimen van de vuursteenmijn
pag 72
naam
Als onderzoeker moet je ook goed kunnen rekenen. Heb je werkblad 9 klaar? Geef dan antwoord op de laatste vraag Hoeveel schachten werden er gemiddeld per jaar gegraven?
schachten
Wil je nog meer geheimen weten?
Ga op expeditie in het Savelsbos. Daar kunnen jullie zien hoe zesduizend jaar geleden vuursteen uit de grond werd gehaald door de stam van Fjor en Gente. Je zult er ook meemaken hoe de vader van Fjor werd bedolven in de mijn; je zult er Oer de mijngod ontmoeten en kunnen ontdekken waarom de oorlog gelukkig niet doorging.
Tot ziens!
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 72
21-06-2005 08:47:35
pag 73
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Archeologie Een archeoloog probeert informatie te vinden over vroeger tijden. Door in de grond op zoek te gaan naar de sporen en resten, die mensen soms achterlaten, kunnen we iets te weten komen over de leefwijze van de mens. Wie was hij? Hoe en wanneer heeft hij geleefd? Welke contacten hadden ze en welke rituelen kenden ze? Door opgravingen, waarbij de archeoloog heel nauwkeurig documenteert en nadenkt over wat er gevonden wordt en hoe dat in relatie met elkaar staat, kan hij het verleden reconstrueren. Ook over de tijd dat er nog geen geschreven bronnen waren, weten we nu door opgravingen en vondsten heel veel. Nog niet alles, maar door toekomstig onderzoek wordt hopelijk telkens weer een nieuw tipje van de sluier opgelicht. Verder kunnen we leren van andere culturen, die vaak nog leven op een manier zoals onze voorvaderen dat vroeger deden. Expedities naar deze volken en landen hebben heel wat kennis opgeleverd. Mijnbouw Delfstofwinning of mijnbouw kunnen we onderverdelen in dagbouw en mijnbouw. Bij dagbouw is sprake van een open groeve. Denk aan bruinkoolwinning of een klei-, zand- en mergelgroeve. Zodra we ondergronds delfstoffen winnen is er sprake van een mijn. Mijnwerkers zijn mensen die onder de grond delfstoffen opgraven. Naast vuursteen kennen we in Nederland de steenkoolmijnbouw. Tot ongeveer 1975 werd in Zuid-Limburg rond Heerlen, Kerkrade, Geleen en Brunssum steenkool gewonnen. Voorbeelden zijn mijnen als Oranje-Nassau, Emma en Laura. Andere grondstoffen die in mijnbouw worden opgegraven zijn onder andere edelsteen zoals diamant en de edelmetalen goud en zilver. Archeologisch onderzoek naar de vuursteenmijn Rijckholt Vanaf 1965 werden veel steenkoolmijnen gesloten vanwege de hoge kosten. De oud-mijnwerkers waren erg betrokken bij het onderzoek naar de vuursteenmijn van Rijckholt dat in die tijd plaatsvond. Het gaf informatie over collega’s uit een ver verleden. In hun vrije tijd werd een onderzoeksgang gegraven, midden door het prehistorisch mijnveld. Hierdoor konden tot op ongeveer tien meter links en rechts van de gang de mijntjes onderzocht worden, wat heel veel informatie opleverde. Vuursteenmijn Rijckholt De vroegste vorm van ondergrondse mijnbouw in Nederland vond ongeveer 6000 jaar geleden plaats in het Savelsbos aan de rand van het Maasdal ten zuidoosten van Maastricht. Waarschijnlijk vond er al veel eerder dagbouw plaats. Toen de vuursteenlaag zo ver onder de grond kwam te zitten dat dagbouw erg veel tijd kostte schakelde de prehistorische mens over op mijnbouw.
Mergelgroeve ‘t Rooth
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 73
Ingang onderzoekstunnel
Interieur vuursteenmijn
21-06-2005 08:47:36
pag 74
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Onderzoeksvraag 1
Wat is vuursteen? Vuursteen is een gesteente dat op veel plaatsen over de hele wereld gevonden wordt, maar toch zeldzaam is. Vuursteen is opgebouwd uit kwartskristalletjes die zo klein zijn dat het materiaal de eigenschappen heeft van glas. Het materiaal is zeer sterk doch heeft een brosse breuk met een ringvormig breukpatroon. Vuursteen kan zeer veel kleuren en kleurschakeringen hebben, van helemaal doorzichtig tot wit, geel, bruin, rood en zwart, afhankelijk van de verontreinigingen die in de kristalletjes zijn opgeslagen. Als vuursteen lang aan de oppervlakte ligt krijgt de buitenkant een andere kleur, die we, afhankelijk van het verweringsproces, windlak of patina noemen. Vuursteen kan heel veel verschillende vormen hebben, afhankelijk van de manier waarop het is gegroeid. Ontstaan van vuursteen 80 miljoen jaar geleden is Zuid-Limburg een zee. Daarin leven heel kleine diertjes, plankton genaamd. Deze hebben een kalkpantser. Als ze dood gaan zakken ze naar de zeebodem. Zo ontstaan dikke lagen kalk, ook mergel genoemd. In die kalk vind je ook resten van grotere dieren. We noemen dat fossielen. Zo vind je schelpen, zee-egels en koralen. Er zijn dieren bij van achttien meter lang, echte zeemonsters, zoals de Mosasaurus. Op de aarde naast de zee leefden toen de dinosauriërs. Vuursteen ontstaat dicht onder de zeebodem. Voor de typische buisvormige vuursteen hebben we een goed beeld van de groei ervan. Twee soorten diertjes spelen daarbij een rol. Het ene soort, plankton genaamd, heeft kalkpantsertjes. Als plankton sterft, zakt het naar de zeebodem en vormt daar een laag dicht kalkslib. Kreeften zoeken in dat kalkslib naar algen en laten daarbij kruipgangetjes achter. De tweede soort diertjes zijn sponzen en wieren, die hebben geen kalk maar een kiezelpantsertje. Als die diertjes sterven lost hun pantsertje in het zeewater op en dat kiezelrijke water stroomt in en rondom die kreeftengangen. Net rondom die kreeftengangen slaat het kiezel weer neer en in wezen heeft zich nu het vuursteen gevormd. Daarom vind je van die typische vuursteenbuizen in allerlei vormen. Ze worden wel eens onterecht aangezien voor fossiele boomstammetjes of hertengeweien. In Zuid–Limburg is het heel gemakkelijk om aan vuursteen te komen. Het grind aan de oevers van de Maas bestaat voor een groot deel uit vuursteen, echter van een slechte kwaliteit. Aan de oppervlakte vinden we op plaatsen grote concentraties vuursteen. Dit zogenaamde vuursteeneluvium ontstaat doordat de mergel door inwerking van water oplost. De vuursteen lost niet op en komt zo als een dik pakket aan de oppervlakte te liggen. De naam vuursteen De naam vuursteen doet vermoeden dat met het materiaal vuur kan worden gemaakt. Het is een wijd verbreid misverstand dat vuur kan worden gemaakt door twee vuurstenen tegen elkaar te slaan. Dan ontstaan wel vonken, maar die zijn te kortstondig van aard. Vuur maakt men door ijzerhoudende ertsen als markasiet met vuursteen te bewerken en de vonken op te vangen in licht brandbaar materiaal. De
Vuurstenen hakken
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 74
21-06-2005 08:47:36
pag 75
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
eigenschap van vuursteen die men dan gebruikt is de grote hardheid. Eigenlijk is dat de belangrijkste reden dat de prehistorische mens vuursteen heeft gebruikt. Deze wist het glasachtig brekende vuursteen zo kunstig te bewerken dat er scherpe messen, pijlpunten, hakken en andere werktuigen van konden worden gemaakt in een tijd dat de mens aangewezen was op geschikte natuurlijke materialen. Daarom was vuursteen voor de prehistorische mens belangrijker dan goud. Zeker als we bedenken dat 500 jaar geleden nog 75% van de wereldbevolking leefde zoals in de prehistorie.
Onderzoeksvraag 2
Wat kun je met vuursteen doen? Van vuursteen maakte men het gereedschap van de steentijd. De mens ontdekte dat als je met een steen op vuursteen sloeg, je deze een andere vorm kon geven. Vooral de scherpe rand die hierbij ontstond was een geducht wapen en was goed te gebruiken bij de jacht en verdediging. Doordat de primitieve mens (Neanderthaler) leerde van zijn ervaringen, was hij in staat om zijn gereedschappen telkens weer te verbeteren. Voor elke handeling kreeg hij zo verschillende gereedschappen, zoals takken, stenen met scherpe randen of een vuistbijl. De moderne prehistorische mens (Homo Sapiens Sapiens, vanaf circa 45 duizend jaar geleden) had al de beschikking over gereedschappen als mes, schrabber en bijl. Als na de ijstijden de jacht overgaat van mammoet en eland naar kleinere prooidieren als hert, vogels en klein wild, zien we dat de jachtgereedschappen ook kleiner worden. Zo ontstonden pijl en boog met kleine vuurstenen pijlpunten. De volgende stap in de ontwikkeling is dat de mens overstapte van een rondtrekkende jager-verzamelaar naar een boerenbestaan (circa 7000 jaar geleden). Hiervoor waren weer nieuwe gereedschappen nodig waren: een hak voor het omwerken van de grond, een bijl om bomen om te hakken waarmee de grote bandkeramische boerderijen werden gebouwd of een sikkel om het graan te oogsten. De sikkel bestond uit een kromme tak waarin met berkenteer enkele vuurstenen mesjes werden bevestigd. De jacht op kleine prooidieren met zijn specifieke werktuigen bleef daarnaast ook bestaan.
Onderzoeksvraag 3
Hoe kom je aan vuursteen? In Zuid–Limburg is het heel gemakkelijk om aan vuursteen te komen. Het grind aan de oevers van de Maas bestaat voor een groot deel uit vuursteen, echter van een slechte kwaliteit. Aan de oppervlakte vinden we op plaatsen grote concentraties vuursteen. Dit zogenaamde vuursteeneluvium ontstaat doordat de mergel door inwerking van regenwater oplost. De vuursteen lost niet op en komt zo als een dik pakket aan de oppervlakte te liggen. In de mergel liggen meerdere lagen vuursteen, die niet allemaal even geschikt waren om er gereedschappen van te maken. Vooral één speciale laag bevatte vuursteen met goede eigenschappen. Ook de prehistorische vuursteenmijnbouwers kenden deze vuursteenlaag. Allereerst wonnen ze de goede vuursteen in dagbouw. De horizontaal lopende laag liep echter langzaam de heuvel in, waardoor het
Reconstructie van een hak
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 75
Werner Felder voor Vuursteenlaag 10
21-06-2005 08:47:37
pag 76
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
dus steeds moeilijker werd en bovendien meer werk kostte om hem op te graven. Daarom werd men gedwongen om over te gaan op ondergrondse winning, waardoor vuursteenmijnen ontstonden. Mijnbouw was efficiënter, omdat je minder zand, grind en mergel hoefde af te graven. Het mijnbouwproces verliep waarschijnlijk als volgt. Met een hak en botten groef men in de bodemlaag. Het schouderblad van een hert was heel geschikt om als schep dienst te doen. De mijnopening liep enigszins taps toe en werkte men af met een beschoeiing om te voorkomen dat het instabiele zand en grind in de schacht en de mijn zou vallen. Bij het bereiken van de mergellaag kon alleen nog gegraven worden met een zware hamerhak. Men groef in de mergel door tot men bij de goede laag uitkwam. Enkele vuursteenlagen van mindere kwaliteit erboven liet men ongemoeid. De voet van de schacht werd verbreed. Vervolgens groef men een gang naar een reeds bestaande mijngang om een vluchtweg te creëren. Om het losmaken van de vuursteen te vergemakkelijken, zorgde men ervoor dat de laag vuursteen in het midden van de uitholling zat. Met hakken (die bovengronds uit vuursteen gemaakt werden) werd de mergel om de vuursteenknollen en -platen weggehakt. De mijngangetjes waren niet erg hoog. Dit betekent dat er meestal liggend of op de hurken gewerkt moest worden. Zodra men bij een orgelpijp uitkwam, stopte men en begon met een nieuwe gang. Een orgelpijp ontstond doordat op een plaats regenwater door de bodem in de mergel wegliep. Het regenwater loste de mergel op. De put die zo ontstond vulde zich weer met löss en grind, waardoor de orgelpijpen gevaarlijk waren, omdat ze ineens leeg konden lopen in de mijn. Oude gangen vulde men op met afvalmateriaal. Door deze werkwijze was de vuursteenmijnbouw erg efficiënt. De gangen werden zover gegraven dat er nog voldoende daglicht was om te kunnen werken. Men maakte gebruik van het licht dat via de schacht in de mijn viel. Doordat het oog zich aan weinig licht kan aanpassen, is het mogelijk om op deze manier ondergronds te werken. In een vrijwel verduisterde ruimte kun je na een tijd wachten steeds meer zien. Overal liet men pilaartjes staan om te voorkomen dat de mijn zou instorten. Als tussen twee pilaartjes alleen maar een kleine opening is spreken we van een venster. Nadat de mijn verlaten was en ook niet meer in gebruik was als vluchtroute, gooide men de schacht dicht met mergel, zand, grind en vuursteenresten. In de vuursteenmijnen zijn schuursporen te zien die veroorzaakt zijn door touw waarmee vuursteenbrokken werden opgehesen. De schacht was zo breed (± 1 meter) dat een mijnwerker zich erin kon vastklemmen met been en rug en zo naar boven en beneden kon klimmen. Het is mogelijk dat over de opening van de schacht een houten tak heeft gelegen om het ophijsen te vergemakkelijken.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 76
21-06-2005 08:47:38
pag 77
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Onderzoeksvraag 4
Wanneer gebruik(t)en mensen vuursteen? De prehistorische mens gebruikte vuursteen als grondstof voor gereedschappen. We kunnen de lange periode van de Steentijd onderverdelen in: Oude Steentijd (Paleolithicum) 2.500.000 - 10.000 voor Chr. Vooral eenvoudige stenen gereedschappen als handbijlen schrapers en bijlen. Midden Steentijd (Mesolithicum) 10.000 - 5.300 voor Chr. Naast de bekende gereedschappen nu vooral kleine vuurstenen pijlpunten Jonge Steentijd (Neolithicum) 5000 - 2100 voor Chr. Voor de landbouw waren stenen gereedschappen nodig zoals hakken en bijlen. De ondergrondse mijnbouw in Rijckholt heeft rond 3500 voor Chr. mogelijk meer dan 500 jaar lang geduurd. Daarnaast werd vanaf de Steentijd tot in de Middeleeuwen met vuursteen en ijzerhoudend gesteente (markasiet, pyriet en ijzer) vonken gemaakt. Deze vonken liet men in zeer brandbaar materiaal vallen ( o.a. tondelzwam) om zo vuur te maken. Men sprak vroeger ook wel van een tondeldoos. In de achtiende en negentiende eeuw werd bij wapens vuursteen gebruikt in de haan van een geweer om het buskruid te ontsteken. De vuursteentjes die wij nog kennen uit de sigarettenaansteker zijn in werkelijkheid van metaal. Dit zogenaamde Auer metaal werd door Dr. Carl Auer von Weisbach in 1903 gepatenteerd. Vuursteen gebruikte men ook om huizen mee te bouwen. Zelfs tot op de dag van vandaag gebruikt men vuursteen: soms als grondstof voor schuurpapier (flintpaper), als maalsteen in industriële maalwerken of in de wegenbouw.
Onderzoeksvraag 5
Hoe leefden de mensen in de tijd van de vuursteenmijnen? We weten nog niet erg veel over de mensen die in de mijnen werkten. De Bandkeramiekers, genoemd naar hun lineair versierde keramiek, zijn de eerste boeren die zich in Zuid–Limburg vestigden. Zij bewerkten de grond en verbouwden onder meer graan, welke met een maalsteen en loper gemalen werd. Boeren hielden dieren voor de slacht, de melkproductie en als huisdier. De eerste boeren namen ook een andere belangrijke ontdekking mee, namelijk keramiek, wat het mogelijk maakte om voedsel gemakkelijker te bereiden én, wat ook heel belangrijk was, beter te bewaren. De potten werden met lineaire geometrische versieringen verfraaid. We vinden deze keramiek ook terug in graven; ook de grafcultuur van de Bandkeramiekers was nieuw in deze streken.
Vuursteen, markasiet en tondelzwam
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 77
Voorwerpen uit de Michelsbergcultuur, gevonden bij Maastricht Vogelensang.
21-06-2005 08:47:41
pag 78
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
De Bandkeramische mens verdween op mysterieuze wijze opeens rond 4800 v.C., ongeveer 1000 jaar voor de ontginning van de vuursteenmijnen. Zij werden opgevolgd door mensen van de Rössenercultuur en later de Michelsbergcultuur die in Duitsland ontstond. Opgravingen geven aan dat dit laatste volk ook rond Maastricht gewoond moet hebben. In de wijk Vogelzang heeft men bij opgravingen keramiek van dit volk terug gevonden. Uit pollendiagrammen blijkt dat ze bij hun aankomst het woud hebben gerooid om akkers en weilanden aan te leggen. Ze hielden zich bezig met het fokken van rundvee, varkens en schapen. Ze verbouwden tarwe, spelt en naakte gerst. Van hen zijn grote ronde aardwerken met een palissade gevonden die waarschijnlijk ter bescherming dienden van mens en vee. Deze staan ook bekend als Michelsburchten. De volken hadden al een grote mate van beschaving en zijn te vergelijken met diverse natuurvolken die we nu kennen, bijvoorbeeld de eskimo’s. Kleding maakte men van huiden van dieren en door te weven, waarvoor als grondstoffen vlas en wol dienden.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 78
21-06-2005 08:47:41
pag 79
Lijst van educatief materiaal in de leskist
- Klapper met informatie voor de leerkracht - Klapper met expeditiemateriaal, zoals - Audio-Cd (les 1) - Tien kopieerbladen bestemd voor de leerlingen (les 1 t /m 3) - Vijf bladen met uitvergrootte icoontjes (mond, hand e.d) om de leerlingen te kunnen tonen (les 2) - Twaalf expeditiekaarten met opdrachten gecombineerd met bijbehorende informatiebladen 1B, 1C, 5B, 9A, 9B, 11B, 11C en 12A en insteekhoezen met kaartjes 2B, 5A, 6B, 7, 8B, 10B, 11B en 12B (les 2) - Cd-rom (les 3) - Zeven dozen: 1A, 2A, 3A, 3B, 4A, 6A en 9C - Drie onderleggers 4B - Bouwmodel 8A - Tijdbalk 10A - Boomschijf 11A - Twee handvatten voor bijlen 6C
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 79
21-06-2005 08:47:42
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 80
21-06-2005 08:47:43
Hoe kom je aan vuursteen?
Onderaardse gangen
Benodigdheden: 8A Bouwmodel van een vuursteenmijn 8B Twee insteekhoezen met zeven tekstkaartjes
Benodigdheden: 7 Twee insteekhoezen met twintig spelkaartjes
Zelf toevoegen: jampotje met deksel gevuld met azijn.
Benodigdheden: 9A Informatieblad 9B Informatieblad 9C Doos met brokjes mergel
Aardpijpen
Hoe kom je aan vuursteen?
Benodigdheden: 1A Doos met zes stenen 1B Informatieblad 1C Informatieblad
Memory is herinnering
Benodigdheden: 3A Doos met 20 puzzelstukken 3B Doos met twee mergelblokken, drie loepen en doosjes met löss en grind
Benodigdheden: 2A Doos met zes stenen afkomstig uit de Maas 2B Twee insteekhoes met zeven informatiekaartjes
Afgeslagen stenen
Wat kun je met vuursteen doen?
Wat is vuursteen?
Bodemschatten
Wat is vuursteen?
Stenen langs de Maas
Wat is vuursteen?
Wat kun je met vuursteen doen?
Werkblad 3 kopiëren voor elke groep
Benodigdheden: 10A Tijdbalk op de grond uitleggen, bijvoorbeeld in een gang i.v.m. de lengte van vijftien meter 10B Twee insteekhoezen met zeven kaartjes over uitvindingen.
Tijdlopen
Wanneer gebruikten mensen vuursteen?
Zelf toevoegen: resten of stroken papier
Benodigdheden: 4A Doos met vuurstenen afslagen 4B Drie onderleggers
Scherpe kantjes
Benodigdheden: 11A Boomschijf met jaarringen 11B Insteekhoes met zes kaartjes over streepjescodes 11C Informatieblad
Streepjescode
Wanneer gebruikten mensen vuursteen?
Benodigdheden: 5A Insteekhoes met negen kaartjes over vuurstenen voorwerpen 5B Informatieblad
Prehistorische uitvindingen
Wat kun je met vuursteen doen?
Wat kun je met vuursteen doen?
Benodigdheden: 12A Informatieblad 12B Twee insteekhoezen met zes kaartjes over archeologische vondsten
Met de dieren onder één dak
vuursteentijden?
Hoe leefden mensen in de tijd van de
Benodigdheden: 6A Doos met vijf onderdelen van verschillende bijlen 6B Insteekhoes met drie kaartjes met de cijfers 1, 2 en 3 6C Twee handvatten voor bijlen
Puzzelen met bijlen
pag 81
Bezoek aan de Vuursteenmijn in Rijckholt
Het spannende verhaal ‘Ruzie om de vuursteenmijn’ van Jacques Vriens dat in de steentijd en in het Savelsbos speelt, dient als uitgangspunt voor het gehele educatieve project. Hoogtepunt is een bezoek aan de mijn, waar een klank- en lichtspel gerealiseerd is, waardoor het verhaal tot leven wordt gebracht en de belevenissen van de prehistorische mens op deze unieke locatie zeer invoelbaar zullen zijn. Doelgroepen Basisschool groepen 6 tot en met 8. Voortgezet onderwijs brugklas. Doelstellingen bezoek vuursteenmijn Algemeen: De leerlingen beleven en ervaren hoe mensen 6000 jaar geleden in en rondom het Savelsbos leefden en werkten in de vuursteenmijnen. Specifiek: De leerlingen kunnen - eetbare en medicinale vruchten, kruiden en diersporen in de natuur zoeken en weten enigszins hoe het voedsel of medicijn 6000 jaar geleden bereid werd; - onder woorden brengen wat nu in (de omgeving van) het Savelsbos te zien en te horen is en 6000 jaar geleden niet te zien en te horen was; - aangeven hoe vuursteen in de mergellaag 70 miljoen jaar geleden is ontstaan en wat de eigenschappen van vuursteen zijn; - zich een beeld vormen hoe vuursteen 6000 jaar geleden in de mijnen ontgonnen werd en waarvoor men vuursteen gebruikte; - door het betreden van de 130 meter lange onderzoekstunnel ondervinden, dat archeologisch onderzoek erg belangrijk is om een completer beeld te krijgen van ons verleden. Opzet Een gids ontvangt de leerlingen aan de voet van de heuvel van het Savelsbos. De groep is in zes expeditiegroepjes verdeeld. Gezamenlijk lopen ze richting mijngebied. Onderweg krijgen de groepjes zoekopdrachten en wordt er op bepaalde plaatsen stilgestaan voor een evaluatie of voor een interactief leergesprek. Aangekomen bij de archeologische onderzoekstunnel vindt eerst een introductie plaats middels een klank- en lichtspel, waarbij de leerlingen teruggaan in de tijd. Vervolgens gaat ieder expeditiegroepje op onderzoek naar zes verschillende thema’s en beantwoordt een schriftelijke opdracht. Zo komen de leerlingen meer te weten over het werken in een mijn in de prehistorie. Na afloop volgt buiten de evaluatie. Groepsgrootte, roulatiesysteem Voor de expeditie geldt een maximum van 25 leerlingen. Grotere groepen (maximaal 50 leerlingen) worden gesplitst over twee gidsen en gaan op expeditie volgens een roulatiesysteem. Groepsprijs Per gids betaalt u € 60,00. Duur bezoek Gemiddeld 2,5 uur.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 81
21-06-2005 08:47:47
pag 82
Bezoek aan de Vuursteenmijn in Rijckholt
Openingstijden In verband met de overwintering van vleermuizen kan een bezoek aan de vuursteenmijn alleen plaatsvinden tussen 1 april en 1 oktober. Begeleiding van school Naast de leerkracht is minimaal één begeleider (ouder) verplicht. Meer begeleiders zijn welkom. Ze krijgen een actieve rol tijdens een gedeelte van de expeditie. Bijzonderheden - U verdeelt de groep leerlingen voorafgaand aan de excursie in zes groepjes. - Een gereserveerd bezoek gaat onder alle weersomstandigheden door met uitzondering van zware storm en onweer. Zorg voor goede (regen)kleding en schoeisel. - In de onderzoekstunnel heerst een constante temperatuur van 9° C. Denk ook bij mooi weer aan een warme trui. - Indien de leerlingen willen pauzeren voor een zelf meegenomen lunch of een kleine versnapering kan dit in overleg met de gids in het programma worden opgenomen. - Bij de ingang van de onderzoekstunnel is maar één toilet beschikbaar. - De expeditie is niet geschikt voor minder validen. Lokatie De startplaats van de expeditie is gelegen tegenover de kerk aan de Rijksweg 186 te Rijckholt (postcode: 6247 AN). Bij reservering ontvangt u verdere aanwijzingen. Reserveren Reserveren kan via www.vuursteenmijn.nl Na reservering neemt Staatsbosbeheer telefonisch contact met u op en volgt een bevestiging en praktische informatie.
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 82
21-06-2005 08:47:47
pag 83
Evaluatieformulier
Beste leerkracht, Om het gebruik van de leskist te kunnen verbeteren zijn wij u zeer erkentelijk indien u onderstaand evaluatieformulier wilt invullen. Bij voorbaat onze dank. Maak voor elk onderwerp uw keuze (O=onvoldoende, M=matig, V=voldoende, RV=ruim voldoende of G=goed) en noteer eventueel uw opmerkingen of suggesties of voeg extra onderwerpen toe.
1 Huur en transport van de leskist - Communicatie tussen Limburgs Museum / Staatsbosbeheer, school en transportbedrijf - Afleveren en ophalen tijdens kantooruren - Eventuele transportkosten: € 35,00 - Huur: € 20,00 voor maximaal twee weken exclusief transportkosten
O M
V RV G
Opmerkingen / suggesties
2 Informatie voor de leerkracht over het gebruik van de leskist - Duidelijkheid - Benodigde tijd om de opzet te doorgronden - Inhoudelijk
O M
V RV G
Opmerkingen / suggesties
3 Lessencyclus van drie lessen - Opbouw - Variatie in didactische werkvormen - Benodigde totale tijd
O M
4 Les 1 introductie - Informatie voor de leerkracht - Inhoud introductieverhaal - Kwaliteit van de audio-Cd - Benodigde tijd introductieverhaal - Inhoud verwerkingsbladen - Benodigde tijd verwerkingsbladen
O M
5 Les 2 zelfwerkzaamheid - Informatie voor de leerkracht - Benodigde tijd om het materiaal klaar te zetten - Instructies voor de leerlingen - Opzet van de les, didactische werkvormen - Inhoud van de twaalf expeditiekaarten inclusief de opdrachten en het educatief materiaal
O M
- Benodigde tijd van de expeditie voor de leerlingen - Benodigde tijd om het materiaal weer op te ruimen
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 83
Hoelang? ………minuten
V RV G
Opmerkingen / suggesties
(Te) veel / (te) weinig V RV G
Opmerkingen / suggesties
(Te) lang / (te) kort Hoelang? ………minuten V RV G
Opmerkingen / suggesties Hoelang? ………minuten
U kunt eventueel specifieke opmerkingen over opdrachten bij een expeditiekaart aangeven op een kopie van de betreffende kaart of op de achterzijde van dit blad. Bij voorbaat dank. Hoelang duurde de les? ………minuten Hoelang? ………minuten
21-06-2005 08:47:47
pag 84
Evaluatieformulier
6 Les 3 verwerking, verdieping - Informatie voor de leerkracht - Inhoud verwerkingsbladen - Inhoud website / Cd-rom. (Waar hebben de leerlingen gebruik van gemaakt?) - Kwaliteit website / Cd-rom. (Waar hebben de leerlingen gebruik van gemaakt?) - Benodigde tijd voor de leerlingen
O M
7 Overige onderwerpen - Hanteerbaarheid van de leskist, zoals het gewicht
O M
V RV G
Opmerkingen / suggesties
Hoelang? ………minuten. V RV G
Opmerkingen / suggesties
Hoeveel klassen maakten gebruik van de leskist?
Vond u het huren van de leskist gedurende twee weken voldoende?
Voldeed de leskist aan uw verwachtingen?
Zijn de leerlingen door de leskist goed voorbereid op de excursie in het Savelsbos?
Is de leskist ook geschikt als zelfstandig project, dus niet gekoppeld aan een excursie?
Zou u nog eens gebruik willen maken van de leskist?
Naam school: Contactpersoon school: Welke klas(sen) maakten er gebruik van? Adres van de school: Postcode en plaats: Telefoon: E-mailadres:
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 84
21-06-2005 08:47:48
pag 85
Bronvermeldingen
Lijst van betrokken instanties en organisaties Provincie Limburg Postbus 5700, 6202 MA Maastricht Staatsbosbeheer Regio Zuid Spoorlaan 444, 5038 CH Tilburg Limburgs Museum Postbus 1203, 5900 BE Venlo Werkgroep Prehistorische Vuursteenmijnbouw Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Kerkstraat 1, 3811 CV Amersfoort Stichting ‘Grueles’ p/a Rijksweg, 92 6247 AK Gronsveld Gemeente Margraten Postbus 10, 6269 ZG Margraten Nederlandse geologische vereniging afd. Limburg St. Martinusstraat 30, 6245 GE Eijsden
Literatuur P.C.M. Rademakers (red.) e.a., De prehistorische vuursteenmijnen van Ryckholt - St. Geertruid (Maastricht 1998) K.J. Steehouwer, Sporen aan de wand, De speurtocht naar de prehistorische vuursteenmijnbouw in Zuid-Limburg (Abcoude 2000) L. Verhart, De Prehistorie van Nederland (Amsterdam 1993) J. Beuker, Werken met Steen (Assen 1990) G. Weisgerber, 5000 Jahre Feuersteinbergbau, Die Suche nach dem Stahl der Steinzeit (Bochum 1980) J. Capenberghs (red.), Gisteren voorbij, Een archeologische kijk op de geschiedenis van de oudste tijden (Leuven 1991). W.M. Felder, P.W. Bosch, Krijt van Zuid-Nederland, Geologie van Nederland 5 (Delft/ Utrecht 2000) Stichting Ark, Stenen langs de Maas (z.p.1997) E. van Ginkel & A. Cruysheer, Archeologie presenteren (Den Haag 2003) Erfgoed actueel e.a., Werkmap Erfgoed & onderwijs (Amsterdam 2000)
Fotografie Voor de leskist werden illustraties/ foto’s gebruikt uit / aangeleverd door: Cd-rom, Geologische monumenten (P.W. Bosch W. Felder, 1999 NITG-TN) Cd-rom, Prehistorische vuursteenmijnen van Rijckholt (P.W. Bosch W. Felder, 1999 GEO) J. Beuker, Werken met Steen (Assen 1990) Gemeente Maastricht, afdeling Cultureel erfgoed Deutsches Bergbau-Museum Bochum (A.Cremer) Limburgs Museum (Venlo 2004)
INFO LEERKRACHT_DEF.indd 85
21-06-2005 08:47:48