Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad
Jaargang 37 nr.
● 2011
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad Bestuur Voorzitter
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Secretaris
Martin Soesbergen, Karveel 12-38 8231 AS Lelystad, 0320-214142
[email protected]
Penningmeester & ledenadministratie & verspreiding Lokvogeltje
Jan Neuvel, Karveel 56-01 8242 CS Lelystad, 0320-243069
[email protected]
Natuurhistorisch secretaris
Petra Borsch, Zoom 18-03 8225 KM Lelystad, 06-53994608
[email protected]
Algemeen lid
Frans van Alebeek, Galjoen 13-14 8243 ME Lelystad, 0320-412867
[email protected]
Website
Jolanda Cupido, Vliegent Hert 246 8242 JN Lelystad, 0320-261845
[email protected]
Werkgroepen Heemtuingroep
Dieuwke Donders, Golfpark 153 8241 AC Lelystad, 0320-261950
[email protected]
Vogelwerkgroep
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Korstmossenwerkgroep
Henk Timmerman, Zoom 15-28 8225 KJ Lelystad, 0320-221071
[email protected]
Insectenwerkgroep
vacant
Redactie Lokvogeltje
Frank Böinck, Grevelingenstraat 157 8226 GD Lelystad, 0320-251097
[email protected]
Contact
Lidmaatschap
Karveel 12-38, 8231 AS Lelystad T : 0320-214142 W : http://www5.knnv.nl/lelystad E :
[email protected] KVK-nummer: 32156889
Lidmaatschap : € 27,Huisgenootlid : € 10,Donateur : € 15,Rekening : 4.342.384 Opzeggingen dienen te geschieden vóór 1 november.
Het volgend Lokvogeltje zal begin december 2011 verschijnen, kopij inzenden vóór 20 november a.u.b. Disclaimer: standpunten verwoord door leden in dit lijfblad zijn niet automatisch standpunten van het bestuur van de KNNV afdeling Lelystad. Voorkant: deze foto van een Boommarter is gemaakt met een wildcamera op een woning bij het Natuurpark Lelystad.
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
NIEUWS UIT DE VERENIGING Financieel beleid landelijk bestuur Door Jan Neuvel In het vorige Lokvogeltje is uitgebreid ingegaan op het financiële beleid van het Landelijk Bestuur. Op de discussieavond hierover op 16 juni jl is gebleken dat onze leden de actie van het bestuur van de afdeling Lelystad ondersteunen. We zullen het geluid tegen contributieverhoging laten horen op de Beleidsraad van 12 november aanstaande.
Tv-programma Natuurlijk Flevoland In het Tv-programma Natuurlijk Flevoland gaat Gerard van Ommen altijd met een ‘boswachter’ of ander groen figuur op pad en beleeft daar allerlei zaken op natuur gebied. Gerard wil de KNNV voor het voetlicht brengen en dus een aflevering aan het werk van de KNNV besteden. Frans van Alebeek is bereid gevonden om de ‘boswachter’ van de KNNV te zijn en hij is langs verschillende groepen gegaan om iets van de KNNV te kunnen belichten. Gelukkig zijn de verschillende groepen goed vertegenwoordigd geweest tijdens de opname op de avond van 16 augustus in Lelystad: de vogelwerkgroep (bij het Bultpark), de heemtuin (in het Stadspark) en het nachtvlinderen (bij de Rietlanden). We willen een ieder van harte bedanken voor hun medewerking, misschien nog het meest Jeroen en Frans. De resultaten waren te zien en te horen op 2 september. Er zal ook een DVD van worden gemaakt.
Ledenmutaties Opgezegd Dhr. R. Huisman (hg) Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad
Verhuisd Dhr. D. de Groot De Veste 15-39 8231 JM Lelystad
1
Mevr. N. Menses Schouw 38-39 8232 AD Lelystad Nieuw adres: Kastanje 39 5731 NM Mierlo
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
AGENDA
Noteert u onderstaande activiteiten weer in uw agenda? Het zou zo zonde zijn als u een leuke lezing of excursie mist, omdat u niet op tijd het Lokvogeltje erop naslaat. U wordt verzocht u voor alle activiteiten enkele dagen van tevoren op te geven. Want afhankelijk van het aantal deelnemers kan een activiteit worden gewijzigd of afgelast. En alleen na opgave wordt u daarvan op de hoogte gesteld. Wanneer u zich opgeeft voor een auto-excursie, wordt u tevens verzocht om aan te geven of u bereid bent te rijden. Deelname aan de activiteiten is voor KNNV-leden en leden van de IVNafdeling Lelystad gratis. Aan overige deelnemers wordt een bijdrage van € 2,50 gevraagd. U kunt ook te kennen geven dat u enkele dagen van tevoren een e-mailtje wilt ontvangen, als herinnering. Stuur dan even een e-mail naar ons e-mailadres:
[email protected].
Donderdag 15 september: Rupsen zoeken in Heemtuin Lelystad Aanvang om 20.00 uur, verzamelen bij de trap naar de heemtuin aan de parkeerplaats Polderdreef. Onder leiding van Frans van Alebeek gaan we rupsen zoeken in de Heemtuin. Rupsen zijn het beste 's avonds wanneer het donker is, met behulp van een zaklamp op te sporen. Hoe dit komt kunt u op deze avond ervaren in de Heemtuin. Vergeet de zaklamp niet!
Donderdag 22 september: Braakballen pluizen Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. In braakballen zitten vogel- en zoogdierenbotjes en schilden van kevers. Door de braakballen uit elkaar te pluizen en te onderzoeken komen we er achter wat de uil op zijn menu heeft staan. Aan de hand van de aangetroffen soorten krijgt men een goed beeld van welke soorten er voorkomen in de polder. De gegevens van deze avond zullen worden gebruikt bij het samenstellen van de nieuwe Zoogdieratlas. Deze avond wordt begeleid door Ria Heemskerk.
2
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Donderdag 29 september: Leden-voor-leden-avond Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Deze zomer op vakantie geweest en mooie, bijzondere plaatsen bezocht en hiervan foto’s gemaakt? Dan kunt u op deze avond ons deelgenoot maken van uw reiservaringen. Graag van tevoren even melden als u foto’s wilt vertonen.
Donderdag 13 oktober: Braakballen pluizen Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Zie 22 september.
Donderdag 27 oktober: Ontstaan van de Oostvaardersplassen en de ontwikkeling van de broedvogels in het Oostvaardersveld Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Op deze avond draait Berry van Elst een DVD over het ontstaan van de Oostvaardersplassen. Daarna geeft hij een lezing over de ontwikkeling van de broedvogelstand in het Oostvaardersveld a.d.h.v. de jaarlijkse vogelinventarisatie door de vogelwerkgroep.
Donderdag 10 november: Bevers, van ontsnapping tot heden Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Jeroen Reinhold doet al jaren onderzoek naar de verspreiding van de populatie van bevers in de flevopolder. Op deze avond geeft hij u een beeld van hoe het allemaal is begonnen en hoe de populatie er nu bij staat. Hoe is de verspreiding, wat zijn de successen en bedreigingen voor de bever?
Zaterdag 12 november: Excursie beversporen in en om Lelystad Aanvang om 14.00 uur bij het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Deze middag gaan we op zoek naar sporen van bevers. Hoe herken je ze en waar moet je naar kijken? En niet te vergeten, wat doe je met de waarnemingen? Neem een verrekijker mee! Voor alle activiteiten geldt (tenzij anders vermeld): informatie en opgave bij Petra Borsch (06-24720345 / 06-53994608). 3
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
HOREN ZIEN EN SCHRIJVEN Door Frank Böinck met bijdragen van Jeroen Reinhold, Jan en Marijke Verbraaken en Natasja Menses
Vogels
c c
c
c
Ico Hoogendoorn hoorde in de nacht van 1 op 2 juni twee roepende Kwartelkoningen in het Natuurpark Lelystad en eentje op het bedrijventerrein Flevopoort in Lelystad. Al jaren hebben Jan en Marijke Verbraaken (Boeier Lelystad) veel merels met jongen in de tuin. Soms schijnt er voedselgebrek te zijn of willen ze iets anders op het menu. Zo werd een jonge merel gevoerd met appel en worden er vakkundig kleine watersalamanders uit het groen geplukt en tot gort gemept. Laatst hoorde Marijke "noodkreten", liep naar buiten en zag een merel met een kikker; deze laatste werd losgelaten en hupte verdwaasd verder. Dit laatste had ik nog nooit meegemaakt. In augustus zat geruime tijd een Steppekievit tussen de gewone kieviten op de weilanden tussen Lelystad en Swifterbant. Het betrof al weer de tweede waarneming in Flevoland dit jaar van de ernstig bedreigde uit Rusland afkomstige Vanellus gregarius (de eerste vogel zat in april in de Oostvaardersplassen). Op 27 augustus zag Ico Hoogendoorn een Zwarte Ooievaar bij de Kamperhoek. Een korte blik op waarneming.nl leert dat de vogel er al een paar dagen zat. Die dag zag Ico Hoogendoorn vanaf de telpost Kamperhoek vijf Reuzensterns voorbij vliegen, oostwaarts het Ketelmeer op. Omdat dit regelmatig wordt gezien, vermoedt hij dat ze van een slaapplaats ten noorden van de telpost elke ochtend naar het Ketel- en of Vossemeer vliegen.
Amfibieën, reptielen en vissen
n
Andre Wolfs meldde een dode Ringslang aan de Beginweg in Lelystad. Het dier is opgehaald en zal nu meeliften in een DNA onderzoek van RAVON. Bekeken kan worden of het dier uitgezet is of dat het inderdaad afkomstig is van de Lelystadse populatie. Zowel de vindplaats als de kleuren van het dier zijn namelijk wat vreemd zodat een uitgezet dier niet uitgesloten wordt.
4
Lokvogeltje 37-3 n
z
september 2011
Op maandag 6 juni wandelde Natasja Menses bij de Knarsluis, vlakbij de krakeend van het Oostvaardersveld. Zoals bekend zitten er ringslangen in dat gebied. Ze schrijft: "die avond heb ik er zeven tegelijk gezien. Bij elkaar bovenop het talud, ter hoogte van het fietspad. Ik stond op een van de betonnen platen aan weerszijden van het water, bovenaan bij de sluis. Enkele slangen kropen weg in een holletje. Ook onder het beton, althans, zo leek het. Ik vermoed dat daar een broedplaats zit. Zowel links als rechts van het water heb ik slangen gezien. Ik maak mij wat zorgen omdat dit stuk gras volgens mij wel gemaaid wordt".
Nachtvlinders
z Jack Windig fotografeerde op 12 juni bovenstaande Bessenglasvlinder in zijn lichtval in zijn tuin in de Archipel in Lelystad. De bessenglasvlinder behoort tot de familie van de wespvlinders en wordt, hoewel het landelijk een algemene soort is, heel weinig gezien.
5
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
z Het
Roggebotzand blijft nog steeds zeldzaamheden produceren. Op 20 juni ontdekte Gerrit Koopman uit Kampen de zeldzame Eppedwergspanner (Eupithecia selinata) bij het pannenkoekenhuis. Het correct op naam brengen van deze soort had wel wat voeten in aarde maar uiteindelijk met inbreng van landelijke experts is het toch gelukt. Op 23 augustus zag Gerrit opnieuw een zeer zeldzame nachtvlinder op dezelfde plek: een Gelijnde micro-uil (Schrankia taenialis). Deze nachtvlinder is zo mogelijk nog zeldzamer en vrijwel uitsluitend waargenomen in het zuiden van het land.
z Ico Hoogendoorn en Mervyn Roos ontdekten op 12 augustus een Wederikdwergspanner (Anticollix sparsata) in het Natuurpark Lelystad. Deze zeldzame dwergspanner komt vooral voor op de zandgronden.
Dagvlinders
z In
de tuin van Jan en Marijke Verbraaken zijn in de Boeier in Lelystad op 25 mei vier rupsen van de Oranjetip gevonden op de pinksterbloemen.
z Het
Groot dikkopje lijkt zich verder in Flevoland te verspreiden. Op 11 juni ontdekte Ico Hoogendoorn drie vlinders in het Bergbos en één in de tuin van Wind in de Wilgen (Bronsweg Lelystad). Het Groot dikkopje is nog vrij zeldzaam in de omgeving van Lelystad. Bekend is dat er al een tijd een populatie in het Harderbos zit. Twee weken later zag Frank Böinck voor het eerst enkele Groot dikkopjes in de Stille Kern in het Horsterwold.
Zoogdieren
5
Dat er in Lelystad vossen lopen, weten we inmiddels. Het was echter een geweldige belevenis om in april ’s avonds een vos voor de deur van Albert Heijn in de Kempenaar te zien. Helaas voor de vos was de winkel gesloten. Ook uit de tuin van KNNV-lid mevr. Over in de Boeier kwam laatst een vos. Dus als je laat gestommel hoort in je tuin….
5
De familie Steenman woonachtig in de Jol in Lelystad, had vorig jaar in hun tuin een aantal holen ontdekt. Al eerder hadden ze een bunzing in de tuin gesignaleerd. Hij stond op een avond zelfs een keer naar binnen te gluren. Het merelnest in de pergola bleek 6
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
helaas voor de merels niet veilig voor deze rover. Op 9 augustus zagen ze dat hij drie keer terugklom in de pergola. Helaas kon niet worden voorkomen dat het nest werd leeggeroofd. Het is wel zeker dat er één of misschien zelfs meerdere bunzings in de tuin wonen. De konijnen blijven dus 's nachts veilig in de garage.....
5
Er zijn weer meer bevers in Flevoland. Jaarlijks worden de dieren geteld en nu werden minimaal 74 dieren geteld. Geschat wordt dat er zeker 100 dieren in Flevoland rondzwemmen. Het gebied Lelystad-Almere-Zeewolde is nog steeds het belangrijkst maar o.a. dankzij waarnemingen van Gerrit den Braven is nu ook duidelijk dat Dronten en Biddinghuizen aan het leefgebied van de bever toegevoegd mogen worden.
5
Martine Vijverberg zag begin augustus een wezel in haar tuin aan het Oostrandpark rondlopen.
5
Wildcamera’s zijn ontzettend handige dingen: je hangt ze op in een bos en twee weken later haal je het ding op. Even aansluiten op je PC en elk zoogdier dat je camera gepasseerd heeft, staat op de foto. Het maakt niet uit of het overdag of ’s nachts is. Begin juni kreeg Ria Heemskerk te horen dat er een ‘marter’ actief was op het dak van een huis dat grenst aan het Natuurpark Lelystad. Een situatie die zich ook vorig jaar voordeed maar waar toen niks mee gedaan kon worden. In overleg met de bewoner werd een wildcamera bij de dakgoot geïnstalleerd waar hij regelmatig geluiden hoorde. En dan is het wachten of er ook daadwerkelijk een marter op de foto’s komt te staan. Na enige tijd werd de camera verwijderd en konden maar liefst 500 foto’s bekeken gaan worden. Er bleek een nest boommarters onder het dak te wonen en deze dieren vermaakten zich blijkbaar prima in de dakgoot. Met deze camera kon bewezen worden dat het a) boommarters waren, b) ook in Flevoland wel eens huizen gebruikt worden als kraamplaats door de boommarter, c) er daadwerkelijk in Lelystad voortplanting is van de boommarter. De foto op de voorkant van dit nummer is met deze camera gemaakt. Voor meer plaatjes, zie het fotoalbum van landschapsbeheer (www.landschapsbeheer.mijnalbums.nl).
7
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
WILDE BIJEN Tekst en foto: Jan Verbraaken Op 16 april gaf Frans van Alebeek een lezing over wilde bijen, een van zijn hobby’s. Zo vertelt Frans dat in Nederland circa 17.500 insectensoorten zijn beschreven. De wilde bijen die tot de groep bijen, wespen, mieren e.d. behoren telt circa 4000 soorten. De bijen behoren in de indeling van het insectenrijk tot de vliesvleugeligen met twee paar heldere vleugels en door een simpel schema wordt duidelijk waar de bijen en graafwespen, circa 500 soorten zijn ingedeeld. Qua uiterlijk is tussen de bijen en wespen veel overlap, het echte verschil zit hem tussen het voeren van de larven, zo voert de bij de larf met stuifmeel en de wesp de larf met vlees (meestal andere insecten). Het lichaam van een bij bestaat uit een kop, borststuk met daaraan drie paar poten, achterlijf met angel en twee paar heldere vleugels. Er zijn 338 soorten wilde, solitaire bijen in Nederland beschreven. Die soorten zijn verdeeld in honingbijen, hommels, zandbijen, wespbijen, groefbijen, maskerbijen, metselbijen bloedbijen, behangersbijen, zijdebijen, kegelbijen, sachembijen, wolbijen, klokjesbijen etc. Elk solitair vrouwtje zorgt alleen voor haar nest en jongen. Daarnaast hebben ze zeer diverse levenswijzen, zo nestelen de zand-, groef-, zijdebijen e.a. in de grond, metsel en behangersbijen in dood hout en plantenstengels, dit doet ook de maskerbij, echter deze maakt ook gallen. De sachembij metselt kamers, enkele metselbijen kraken slakkenhuizen en hommels nestelen in muizenholletjes. Door diverse plaatjes laat Frans diverse nestvormen zien. Na de pauze bespreekt Frans enkele bijensoorten en de bedreiging van de wilde bijen. Van de 338 soorten staan er 188 (is 56%) op de rode lijst, waarvan er 35 soorten zijn verdwenen, 31 soorten ernstig bedreigd en 52 soorten bedreigd. De vraag is: wat zegt dat over ons landschap en ons soortenbeleid? Voordat we daar antwoord op geven stellen we ons eerst de vraag, waarom zijn wilde bijen bedreigd? Het antwoord lijkt simpel er moet nectar, stuifmeel, nestgelegenheid en een populatie zijn. Daarnaast zijn natuurlijk mooi weer en de vliegafstand secondaire voorwaarden. Met andere woorden ‘alles moet kloppen op de juiste tijd en plaats’. De laatste jaren is het duidelijk geworden dat het stedelijk gebied steeds belangrijker is geworden voor sommige bijensoorten. Belangrijke argumenten daarvoor zijn dat het in de stad warmer is dan op het platteland, de stadstuinen worden groter, divers en hebben een lang aanbod aan 8
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
bloemen, er zijn kale stukken grond (veel zandbodems), veel variatie op korte afstand (tuintjes) en er wordt minder insecticiden gebruikt dan op het platteland. Voor niet-kieskeurige bijensoorten zijn dit relatief goede voorwaarden (nectar, stuifmeel, nesten, populaties), specialisten echter vinden niet hun bloemsoorten en ook aan hun eisen zal niet worden voldaan. Er zijn enkele mogelijkheden om deze diersoort in uw tuin te lokken. Plant verschillende soorten bloemen in uw tuin, bij voorkeur inheemse soorten. Laat kale stukjes grond toe, dus niet teveel spitten. Hang bundels rietstengels, bamboe en houtblokken met gaten op (zgn. bijenhotels), deze geven de bijen een kans om te nestelen. Ruim voor de winter niet alles op en laat bv. plantenstengels staan en meer rommelEen zandbij op paardenbloem hoekjes toe. Hagen, struiken, planten en gazons geven de wilde bijen een grotere kans voor overleving. Als aan enkele van deze voorwaarden wordt voldaan is er een grote kans dat de behangers-, wol-, klokjes- en maskerbij uw tuin zullen gaan bevolken. Frans heeft een leuke zoekkaart samengesteld waarmee u de diverse bewoners van het bijenhotel kunt herkennen. Op de zaterdag na de lezing hebben we het Zand A72, Bronsweg, bezocht op zoek naar de zandbijtjes en andere insecten. Het weer was niet denderend, maar op de geëigende plaatsen hebben we de een kleine kolonie zandbijtjes gevonden. Verder hebben we genoten van de verschillende planten, bomen, vogels en vlinders.
GEBIEDSVISIE HOLLANDSE HOUT & OMGEVING De Hollandse Hout aantakken (toevoegen) aan de Oostvaardersplassen. Door Jan Verbraaken, afgevaardigde namens de KNNV afd. Lelystad.
Stand van zaken, 31 mei 2011 In mijn artikel in de Lokvogeltjes, jaargang 36 nr. 3 en 4 meldde ik, dat door de gemeente Lelystad en Staatsbosbeheer (SBB) opdracht was 9
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
gegeven voor het opstellen van een gebiedsvisie over de Hollandse Hout en omgeving. Via dit verslag maak ik melding van de resultaten. De visie is door het bureau Enno Zuidema Stedebouw, H+N+S Landschapsarchitecten, Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek en DHV Groep gemaakt, naar aanleiding van het plan van aanpak opgesteld door de gemeente, SBB en klankbordgroep Hollandse Hout. In deze visie zijn de vragen voor het functioneren en de inrichting van het bosgebied de Hollandse Hout in kaart gebracht. Hierbij speelt de ontwikkeling van Lelystad Zuid (Warande), het Natuur Activiteiten Centrum en de vraag naar uitbreiding van het leefgebied voor de grote hoefdieren (grote grazers) een rol. Bij deze herbezinning is de inbreng van de projectgroep, klankbordgroep en de begeleidingscommissie van essentieel belang bij de opstelling van de gebiedsvisie Hollandse Hout en de uitwerking daarvan. Zowel de visie als de uitwerking worden, bij grote meerderheid van de klankbordgroep Hollandse Hout voorgelegd aan de regionale directie Staatsbosbeheer en het college B&W Lelystad. Om de gebiedsvisie zo volledig mogelijk op te stellen is draagvlak en informatie van verschillende groepen noodzakelijk waarmee gecommuniceerd zal worden, namelijk klankbordgroep, belanghebbende ondernemers, overige inwoners van Lelystad, bestuurders en medewerkers Gemeente Lelystad en Staatsbosbeheer. Medio december 2010 is de gebiedsvisie gereed en besproken met de klankbordgroep Hollandse Hout. Door de klankbordgroep is de gebiedsvisie zonder grote grazers unaniem geaccepteerd. Omtrent de grote grazers is men niet unaniem, de interpretaties zoals nee, nee tenzij en ja mits niet geheel bij alle leden duidelijk. In de eerste week van januari 2011 is door de gemeenteraad het toelaten van de grote grazers in de Hollandse Hout als niet wenselijk geacht en is met grote meerderheid dan ook afgewezen (zie raadbesluit van 5 januari 2011). Het besluit van de gemeente is door de tweede kamer overgenomen. De minister heeft dit advies van de tweede kamer geaccepteerd, met als kanttekening dat als het niet anders kan moet deze weg opnieuw worden besproken. Persoonlijk ben ik blij dat de Hollandse Hout wordt behouden voor bezoekers van dit unieke bosgebied. Als de Hollandse Hout zou worden toegevoegd aan de Oostvaardersplassen zullen er dezelfde effecten plaatsvinden zoals nu duidelijk zijn te zien in het bos tussen het informatiecentrum en de vogelhut de Zeearend. Een zeer bedroevende vernietiging van één bijzonder wilgenbos.
10
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
DE VERRASSENDE NATUUR VAN TERSCHELLING Door Frank Böinck Het idee voor een vlinderexcursie naar Terschelling ontstond in januari van dit jaar toen ik Jolanda Cupido vertelde over een echte vlinderkenner op haar geboorte-eiland die excursies geeft voor geïnteresseerden. Ik had namelijk een tijd terug een tv-programma opgenomen waarbij ene Piet Zumkehr iemand mee nam die graag de Zilveren Maan wilde zien. De Zilveren Maan is een zeldzame parelmoervlinder die op Terschelling nog vrij algemeen is. Jolanda kende Piet niet persoonlijk maar wilde hem wel graag eens bellen om te vragen of hij misschien een vlinderexcursie voor onze vereniging wilde organiseren. Dat was wat Piet betrof prima en voor 4 juni werd een afspraak gemaakt. De eerste boot vanuit Harlingen vertrok om 8.30 uur zodat we met zijn zevenen (Tonia, Jolanda, Trudy, Jack, Bart, Ico en ondergetekende) om 6.30 uur met twee auto's uit Lelystad moesten vertrekken. Petra en Ria waren al op het eiland en zouden zich bij ons aansluiten. Nadat we in Harlingen bij rederij Doeksen onze fiets- en dagkaarten hadden geregeld, 11
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
stapten we op de snelboot. Een comfortabele drie kwartier later meerden we aan in het dorp West-Terschelling waar Piet onder een strakblauwe lucht ons opwachtte. De fiets was snel geregeld en we vertrokken oostwaarts met windkracht 4 tegen, richting het Duinmeertje van Hee. Daar parkeerden we de fietsen en liepen langs het meertje en door een duingebied naar de Kooibosjes, een schitterend natuurgebied waar veel vlinders zich ophielden. Piet prees de aanwezige Kruipwilgen als een struik waar menig insect zich thuis voelt. We wandelden langs aan het water groeiende Gagelstruiken, waarvan als je een blad fijnwreef je met een merkwaardige geur bleef zitten. De vele bloeiende kamperfoelies werden druk bezocht door Glasvleugelpijlstaarten die als een kolibrievlinder (waarvan het familie is) van de nectar snoepten. Op de vegetatie rustende Groentjes (sinds 2000 talrijk aanwezig op Terschelling) konden rustig worden gefotografeerd. Verder vlogen er Atalanta's, Kleine Vossen, (groot formaat) Bont Zandoogjes, Icarusblauwtjes en Groot Koolwitjes. Op de veenbodem bloeide Veenpluis. Echter, de Cranberry-planten waar Terschelling bekend om is, bloeiden nog niet en als gevolg van de aanhoudende droogte zou het wel eens een slecht Cranberry jaar kunnen worden. Piet vertelde dat vroeger de duinen van Terschelling veel kaler waren. Zo zijn er in de vorige eeuw elzenhagen aangeplant om graanveldjes te beschermen tegen stuivend zand en zijn vanaf het begin van de twintigste eeuw dennenbossen aangeplant. Vooral in de jaren dertig is veel bos aangelegd; in hoofdzaak Oostenrijkse den (Pinus nigra) en Zeeden (Pinus maritima). Hierdoor is het aanzien van de duinen aanzienlijk veranderd. Bij de Kooibosjes sloten Ria en Petra zich aan bij de groep. Zij zaten op een camping meer naar het oosten. Terwijl de Glasvleugelpijlstaarten de meeste aandacht opeisten werden er o.a. door Ico al de eerste parelmoervlinders gemeld: de Duinparelmoervlinder en de Kleine Parelmoervlinder. Ria maakte ons met haar scherpe blik attent op een jagende Boomvalk. Op een open plekje werd een Vierstipbeertje ontdekt en een Witte Grijsbandspanner. Ook enkele malen een Watersnuffel (een soort waterjuffer) en jonge Grote Groene Sabelsprinkhanen. Dan wordt er geroepen dat er een Zilveren Maan voorbij vliegt. Jammer dat de vlinder zich niet liet fotograferen. Later ook alleen maar (enkele) vliegende zilveren manen. Opvallend waren de grote hoeveelheden Gevlekte orchissen. De excursie ging, Ria en Petra achterlatend, vervolgens 'à tempo' verder naar de ijsbaan van Midsland. Halverwege hoorde ik ineens de zang van de Roodmus die klinkt als "please to meet you". Tussen deze "please to meet you's" door hoorde ik ook nog een kwartel roepen in het grasland er 12
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
tegenover. De ijsbaan is een natuurgebiedje met een ijsbaan-vormig plasje met veel bloeiende zonnedauw langs de oever en waar zowel een witte als een gele kwikstaart konden worden genoteerd. Van de vlinders herinner ik me alleen het Hooibeestje en de Waterleliemot. Hierna ging de tocht in noord-noordoostelijke richting verder. We passeerden het meertje getiteld "Waterplak" waar een groep Lepelaars zich ophield en parkeerden onze fietsen bij het vakantiedorp wat verderop voor de duinvallei waar Piet zijn vlindertelroute heeft. Dit was ook het gebied dat in het televisieprogramma te zien was. We zien er veel Sint-Jacobsvlinders en een Gestreepte goudspanner, verder een rups van de Grote Beer en van de Kleine Hageheld. Ook hier weer o.a. Duinparelmoervlinders, Kleine Parelmoervlinders, Kleine vossen en Hooibeestjes. Opvallend was de hoge dichtheid aan konijnenholen terwijl we maar één bewoner ervan zagen. In dit biotoop past ook de Tapuit en die zagen we dan ook meerdere malen. Piet vertelde dat we weinig parelmoervlinders zagen omdat er weinig duinviooltjes bloeiden vanwege de droogte en de konijnen. In zijn boekje Dagvlinders van Terschelling staat: "De populatie van de Zilveren Maan is van bijzonder Tapuit, foto: Trudy Thomassen grote waarde. In tegenstelling tot wat in Nederland gebruikelijk is, is de Zilveren Maan op Terschelling niet een bewoner van moerassen en vochtige graslanden met Moerasviooltjes. De soort is hier een echte duinbewoner, de rupsen leven op Hondsviooltje en Duinviooltje". Vanuit deze prachtige duinvallei vervolgden we de tocht in zuidwestelijke richting grotendeels door bos in de hoop wat beschutting te vinden tegen de harde noordooster. Op een open plek werd een Kleine Vuurvlinder gezien en maakte Piet ons opmerkzaam op een rups van de Sint-Jansvlinder. We zagen er verder een Viervlek en een Noordse Witsnuitlibel. Tenslotte fietsten we naar het Groene Strand, ten noorden van het dorp West-Terschelling. De Duinparelmoervlinders en Kleine Parelmoervlinders konden het ook hier prima vinden. Dankzij Piet hoorden we Kleine 13
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Barmsijzen roepen vanuit het struikgewas, een zeldzame broedvogel in ons land. Een duintop bood ons een prima uitzicht op een duinmeertje met watervogels (o.a. Kuifeend, Bergeend, Grauwe Gans en diverse meeuwen). Afdalend zag Piet een rups van de Heideringelrups (een nachtvlinder van de familie van de spinners). Ook Ico had ze al gezien. Op dit pad ook weer veel Gevlekte orchissen, verder een Vleeskleurige orchis en Klein wintergroen. Omdat het al na vieren was geworden, reden we terug naar het dorp voor de afvaart van 17.30 uur naar Harlingen. Na onze fietsen te hebben ingeleverd en een drankje in een plaatselijk café genuttigd, namen we afscheid van Piet, maar niet zonder hem twee cadeaus met een Flevolands tintje (Flevolandse wijn en het boek Jong en Wild) te hebben aangeboden als dank voor zijn tijd en inzet voor ons. Tijdens de twee uur durende terugvaart naar Harlingen, zagen we nog zeehonden op een zandplaat en visdiefjes in de haven en werden er al ideeën uitgewisseld om te gaan nachtvlinderen op een van de Waddeneilanden. Terschelling heeft me aangenaam verrast. De duinen herbergen nog onverwacht schitterende stukjes natuur met een bijna on-Nederlandse vlinderrijkdom. Rest mij nog Jolanda Cupido te bedanken voor de voortreffelijke organisatie van deze zeer geslaagde dagtrip en voor de aanvullingen op dit artikel.
Waargenomen vlinders Dagvlinders
Nachtvlinders
Micro's
Groot koolwitje
Sint-Jansvlinder (rups)
Waterlelievlinder
Icarusblauwtje
Sint-Jacobsvlinder (vlinder & rups)
Zilverstreepgrasmot
Kleine vuurvlinder
Glasvleugelpijlstaart
spinselmot spec
Groentje
Kleine hageheld (rups)
bladroller Bactra spec
Atalanta
Heideringelrups (rups)
Kleine vos
Donsvlinder (rups)
Kleine parelmoervlinder
Witte grijsbandspanner
Duinparelmoervlinder
Gestreepte goudspanner
Zilveren maan
Grote beer (rups)
Bont zandoogje
Vierstipbeertje
Hooibeestje
14
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
VLINDEREXCURSIE TERSCHELLING 4 JUNI 2011 Tekst en foto's: Tonia Nales
15
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Vroeg in de ochtend (voor zaterdagse begrippen) hadden we ons verzameld om naar Harlingen te gaan, alwaar de snelboot ons naar Terschelling zou brengen. Voordat de boot vertrok, hadden we ruim de tijd voor een kopje koffie of thee met een koek.
Op Terschelling aangekomen stond onze gids Piet Zumkehr al klaar en toen we even later allemaal een huurfiets hadden, gingen we op pad, richting de Kooibosjes.
Piet begon direct de interessante planten aan te wijzen, en op Terschelling zijn dat er genoeg, zoals de wilde gagel, en op de middelste foto gevlekte orchis. De eerste tekenen van de aanwezigheid van vlinders zagen we al snel. In deze kluit spinsel met uitgekomen eitjes is rechtsonder ook nog een rupsje te vinden, zie foto hierboven. 16
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Links een nimf van de grote groene sabelsprinkhaan, in het midden een grasmotje, waarvan de witte streep op de flank kenmerkend is voor de variant die op Terschelling veel voorkomt. Onze gids wist er zelfs de Latijnse naam bij te noemen; ik niet meer. Rechts zit een witte grijsbandspanner van het mooie weer te genieten. Er is ook nog een soort die erop lijkt, de bruine grijsbandspanner. Het verschil is dat de banden bij de witte grijsbandspanner recht zijn, en bij de bruine grijsbandspanner gebogen, (bio-)logische naamgeving, toch? Toen kwamen we een vierstipbeertje tegen, die ik, ondanks veelvuldig proberen, niet scherp op de foto kon krijgen. Bleek achteraf dat ik m’n camera niet goed had ingesteld. Aan het geduld van de vlinder in kwestie lag het in ieder geval niet, die vond het ook niet erg dat ik wat grassprietjes opzij hield. Nou ja, het kan niet allemaal meezitten. Voor de variatie een bijtje tussendoor. Bedenk dat de bloem waar ‘ie op zit een paardenbloem is, dus het diertje is niet erg groot. Maar er zijn bijen die nog kleiner zijn, sommige soorten slechts een paar millimeter.
17
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011 Hier een bont zandoogje dat blijkbaar z’n best doet om op een gehakkelde (gehakselde?) aurelia te lijken. De inkepingen in z’n beide voorvleugels zijn vermoedelijk het gevolg van een vogelsnavel waar deze vlinder met z’n vleugels tussen heeft gezeten.
Hier een groentje, die de nectar van deze paardenbloem duidelijk kan waarderen. Een glasvleugelpijlstaart! Bij het zien van deze vlinder ontpopten enkele excursiegenoten zich tot ware paparazzi. Toegegeven, het is een indrukwekkend dier. Helaas is ‘ie ook nogal snel, dus op de enige foto die ik van ‘m heb kunnen maken ontbreekt net nog een stukje achterlijf. En echt scherp is deze foto ook niet, maar toch.
Tijd om weer eens van een uitzicht te genieten. In deze weide zitten ook grutto’s. Maximaal inzoomen en proberen... Ja! Erg ver weg, maar hij staat erop.
18
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011 Toen begon de jacht op de parelmoervlinder. Er stond aardig wat wind, wat goed te zien is aan de vleugels die alle kanten op wapperen. De extra moeilijkheidsgraad is nu om een foto te maken van de onderkant van de vleugels, want daaraan kun je zien of je met een grote of een kleine parelmoervlinder te maken hebt.
Na een stukje fietsen kwamen we ergens bij een meertje, het was toen ongeveer lunchtijd. Niet dat we erg veel tijd namen om te lunchen, er was zoveel moois te zien. Zoals deze waterlelievlinder. En zonnedauw, een vleesetende plant waar kleine insecten tussen de kleverige haartjes vast blijven zitten.
Hier het vrouwtje van een icarusblauwtje. En verder ging de tocht weer, naar een gebied met zandduinen waar we een goede kans hadden Sint-Jacobsvlinders en misschien wel een zilveren maan. De Sint-Jacobsvlinders waren snel gevonden, er vlogen er genoeg, en sommige waren zelfs bereid om even stil te zitten voor de foto.
19
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Foto’s werden dan ook in ruime mate genomen. Zo ook van deze gestreepte goudspanner. En dat viel nog niet mee, omdat het diertje een plek had gevonden op een plant met flinke doornen. En dit is de rups van een soort beervlinder. Die kunnen zich overigens best snel voortbewegen! Als er een soort rups is die kan galopperen, dan is het deze wel. Nu we toch met rupsen bezig zijn, hier zijn er nog een paar.
20
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Hier weer een kleine parelmoervlinder. En deze maakt er voor de verandering eens geen probleem van om de onderkant van z’n vleugels te laten zien.
En een hooibeestje op een soort aardbeienplant?
Geweldig toch, zo’n pad met bremstruiken en wilde orchideeën?
Na een stukje steil omhoog klimmen heb je vanaf een duintop dit uitzicht. Links zie je de Brandaris.
En toen begon het tijd te worden om rustig aan terug te gaan richting de boot, een prachtige ervaring en zo’n 100 foto’s rijker.
21
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
BEZUINIGINGEN HEBBEN EFFECT OP NATUUR. Door Jeroen Reinhold Nu het economisch minder gaat worden we allemaal weer gedwongen om de inkomsten- en uitgavenkant van onze begroting weer eens kritisch te bekijken. Besteden we ons geld en inzet wel effectief genoeg? Dit geldt niet alleen bij u en mij thuis, maar ook bij gemeenten en natuurbeheerders. Wat gaat er binnenkort waarschijnlijk gebeuren en hoe erg is dat voor de natuur?
Minder onderhoud graslanden Graslanden kennen nogal verschillende maairegimes. Het korte gras van gazons en grote groene velden in de stad kent een maairegime van ongeveer 22 keer klepelen (kapot slaan van het gras en laten liggen van het maaisel). In meer natuurlijke graslanden wordt idealiter twee keer per jaar gemaaid en het hooi wordt dan afgevoerd. Voor de natuur zijn deze laatste graslanden veel interessanter dan de groene vlakte. Gemeenten zullen zeker kijken naar de maaifrequentie van het beheer en het ligt voor de hand dat het aantal maaibeurten (plaatselijk) zeker naar beneden gaat. We zullen tegen grasvelden aan gaan kijken met hoger gras. Graslanden waar madeliefje, paardenbloem en pinksterbloem in elk geval meer kansen krijgen om te bloeien. Zeker in het voorjaar zal het voor de natuur leuker uitzien. Zo op het eerste gezicht krijgt de natuur dus meer kansen maar ook het afvoeren van het maaisel is een dure bezigheid. Transportkosten en stortkosten zijn grote kostenposten. Het ligt voor de hand dat gemeenten ook dit kritisch gaan bekijken. Voor heel veel beschermde en bedreigde plantensoorten is dit beheer van cruciaal belang. Door af te wijken van het maairegime en zeker als het maaisel niet verwijderd wordt, zal er veel natuurverlies ontstaan die slechts met veel kosten weer teruggekregen kan worden. Op de langere termijn is het huidige beheer een goedkope manier om de natuurwaarden in Nederland te behouden maar dit is lange termijn winst. Op de korte termijn is niet maaien en niet afvoeren veel goedkoper. De rekening voor het behoud van de natuurwaarden komt dan bij een andere generatie. Ik kan alleen maar hopen dat gemeenten niet te veel naar de korte termijn kijken en minstens de meest belangrijke gebieden toch blijven maaien en afvoeren. Lelystad bestudeert nog een andere oplossing voor het maaiselprobleem. Inzaaien van de halfparasiet Grote ratelaar in de bermen kan de 22
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
biomassaproductie beïnvloeden. De eerste resultaten van veldproeven in de stad laten inderdaad zien dat de biomassa in graslanden 15-20% lager ligt dan in vergelijkbare graslanden zonder deze plant. De transportkosten en de stortkosten gaan daarmee ook omlaag en daarmee wordt het maaien en afvoeren weer een stuk betaalbaarder. Maar misschien heeft de recessie nog wel een positiever effect. In en om de stad zijn veel paardenhouderijen en veebedrijven. Zij hebben hooi nodig voor de dieren maar kopen dat via andere wegen in. Het zou mooi zijn als aanbieders van maaisel en gebruikers in de regio elkaar leren vinden. Dat scheelt veel transport- en stortkosten. Bedacht moet worden dat het ook wel meer overlegkosten bij de gemeenten en natuurbeheerders kost (met elke partij moeten afspraken gemaakt worden).
Minder wegonderhoud in natuurterreinen Een heel groot deel van de kosten van het beheer van natuurterreinen zit in het beheer van wegen, paden, picknickbanken, bordjes e.d.. De kosten voor het beheer van de natuur op zich zijn dus gering. Het ligt voor de hand dat bezuinigingen in natuurterreinen effect hebben op het beheer van wegen en paden. In de Flevolandse natuurterreinen bestaat een pad meestal uit een graspad dat meerdere keren per jaar gemaaid wordt. Per natuurbeheerder verschilt de frequentie van maaien en ik verwacht dat de frequentie naar beneden bijgesteld gaat worden. Zeker voor paden die relatief weinig gebruikt worden. Dit leidt tot een sterkere zonering van de recreatie, want veel recreanten zullen niet snel door hoog, nat gras willen lopen. Een gunstig effect voor de natuur want er ontstaan meer rustgebieden. Nu maar hopen dat de natuurbeheerders de kosten voor de natuur niet ook teveel aanpakken.
Natuurbeheerders worden meer boer. Bij de natuurbeheerders zijn de inkomsten via het Ministerie van EL&I gedaald. Om hun begroting weer sluitend te krijgen kijken ze naar de uitgaven (zie hierboven) maar ook naar alternatieve inkomsten. Ze zullen meer geld uit de markt willen halen. Meer inkomsten via houtverkoop, verpachten van graslanden en akkers aan boeren, verkoop van natuurterreinen zijn mogelijkheden om het hoofd boven water te houden. Probleem is dat geen van deze mogelijkheden gunstig zullen uitpakken voor de natuur als er geen hele stringente voorwaarden aan deze maatregelen gesteld worden. Hoe meer voorwaarden er gesteld worden hoe lager de inkomsten (bijv. restrictie aan het maaitijdstip, manier van houtoogst e.d.) en daardoor moeten weer
23
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
meer gebieden verpacht, verkocht e.d. worden. De spagaat van de natuurbeheerders. Het is dus maar te hopen dat deze financiële constructie niet door de natuurbeheerders gekozen wordt.
Langer tijdelijke natuur. Rond bijvoorbeeld Lelystad en Almere liggen nu enkele grote nieuw te ontwikkelen woonwijken (Warande-Zuid en Almere-Poort). Op dit moment zijn het grote zandvlaktes die erg leuk zijn voor pioniernatuur. Rugstreeppadden kwaken met honderden ’s nachts in de kleine wateren, kleine plevieren broeden tussen de opgespoten schelpjes en oeverzwaluwen broeden in steile zandwanden. Het tempo van de groei van deze woonwijken is door de recessie sterk afgenomen. Nu heeft de pioniernatuur plotseling meerdere jaren om zich in zo’n gebied voort te planten en kunnen ze het tempo van de veranderingen makkelijker aan. Het verstoren van enkele voortplantingsplaatsen is voor het voortbestaan van de populaties minder ernstig. Al met al hebben de bezuinigingen van de overheid effect op de bestaande natuur maar ze zijn zeker niet per definitie slecht voor de natuur. Dat u en ik als recreant iets gaan merken van de bezuinigingen is duidelijk en we zullen moeten wennen aan een andere beeld (ruigere graslanden, ruigere paden e.d.) in de stad en in de natuurterreinen, maar dat is niet ongunstig voor de natuur. En ook kunnen de bezuinigingen effect hebben op het aantal recreanten maar ook dat is niet nadelig voor de natuur.
BLADVULLING Op 17 juni kwam tijdens het nachtvlinderen bij de school De Rietlanden in Lelystad een Grote Spinnende Watertor (Hydrophilus piceus) op het laken af. Frank Böinck maakte nevenstaande foto van deze bijna 5 centimeter grote kever, vlak voordat hij de lucht in ging.
24
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND Auteur bij de redactie bekend
Na de uitzonderlijk droge, zonnige en warme voorzomer is de zomer van 2011 voor velen op een teleurstelling uitgelopen. Eind mei kwam er een eind aan de periode met stabiel zomerweer en sindsdien is het erg wisselvallig en regenrijk gebleven. Maar ook in wisselvallige zomers komen soms mooie momenten voor. Zo bracht juni aan het eind van de maand toch nog twee tropische dagen. Maar in juli was het vooral “huilen met de pet op”: geen enkele dag met temperaturen boven de 25 graden en erg veel neerslag. In deze maand viel op de Veluwe ruim 200 mm regen en soms was er veel wind bij lage temperaturen. Het leek soms wel herfst. Hopelijk komen er de komende weken nog enkele mooie dagen. Anders rollen we ongemerkt de echte herfst in. Sommige zomergasten onder de vogels hebben het land inmiddels weer verlaten. De gierzwaluw, wielewaal, grutto en koekoek hebben inmiddels weer betere oorden opgezocht. Opvallend vind ik dat er al weer honderden goudplevieren verblijven in het Rivierduingebied ten noorden van Lelystad. Waarschijnlijk was me dat niet opgevallen als er dit jaar niet veel vogelaars naar dit gebied waren getrokken en deze waarneming er even bij deden. De vogelaars trokken naar dit gebeid vanwege de aanwezigheid van een Steppekievit. Deze bijzondere vogel verbleef hier in augustus dagenlang in een groepje kieviten. En bijzondere vogels trekken veel vogelaars en dat levert dan weer extra soorten op.
25
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Aanvankelijk leek het in Flevoland een slecht kwartelkoningjaar te worden. Uiteindelijk bleek Flevoland een van de betere gebieden van Nederland te zijn. Opmerkelijk was de vestiging van een kwartelkoning in een bloemrijk (luzerne-) veldje op het bedrijventerrein Larserpoort ten zuiden van Lelystad. Spijtig genoeg werd dit veldje door een misverstand toch gemaaid. Gelukkig wist deze kwartelkoning toch nog een territorium te vestigen in een nabij gelegen veldje. Ook in Natuurpark Lelystad werden op meerdere plaatsen roepende kwartelkoningen aangetroffen. En ook bij Schokland waren er enkele territoria in luzernepercelen. Nogal onopgemerkt schijnt het ook een goed jaar geweest te zijn voor de grauwe kiekendief in Flevoland. In het agrarisch gebied van Oostelijk Flevoland waren dit jaar meerdere broedgevallen. Een tegenwoordig wat minder bijzondere vogel is de zeearend. Maar ook dan kan de plaats en het gedrag veel vogelaars aantrekken. Een dergelijke plaats betreft de Lepelaarhut in de Lepelaarplassen. De zeearend kennen we meest als een stipje in de verte, waarbij we ons soms afvragen of het wel een zeearend is of toch een buizerd. Pas als er andere vogels in de directe omgeving vliegen is de grootte van de vliegende deur goed in te schatten. In de Lepelaarplassen liet de zeearend zich de afgelopen maanden geregeld op korte afstand bewonderen. Soms zelfs op minder dan honderd meter van de Lepelaarhut: op het eilandje voor de hut of in een boom aan de plasrand. Rustig zittend of jagend op vissen of aalscholvers. Dat leverde prachtige beelden op op internet met als gevolg dat deze observatiehut de afgelopen weken vrijwel permanent bewoond werd door fotografen met de zeer indrukwekkende fantastische apparatuur. Dat leverde niet alleen prachtige beelden op van de zeearend en het ijsvogeltje, maar ook een fantastische foto van een boommarter op een verlaten aalscholvernest hoog in een dode wilg. Verbluffend hoe hoog deze marters blijkbaar de boom in kunnen gaan. De zeearend heeft dit jaar weer succesvol in de Oostvaardersplassen gebroed. In het oude nest werden twee jongen grootgebracht en door Staatsbosbeheer geringd. De broedpoging in het noordelijk deel van de Randmeren was niet succesvol. In het Lauwersmeer werd een jong grootgebracht. In de Lepelaarplassen worden tot op heden voornamelijk onvolwassen zeearenden waargenomen. Toch wordt hier af en toe al baltsend gedrag of het verslepen van takmateriaal gemeld. Het kan dan ook niet uitgesloten worden dat de zeearend binnen enkele jaren ook in de Lepelaarplassen gaat broeden. Dat zal best gevolgen hebben op de 26
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
overige vogelpopulatie. Dit jaar hebben er nog ruim duizend aalscholvers gebroed met een goed broedsucces. Maar als de zeearend in dit gebied permanent aanwezig blijft en geregeld een aalscholver pakt, kon dat wel eens desastreus voor de aalscholverkolonie uitpakken. Komend voorjaar zal ook interessant worden voor de lepelaars, zilverreigers en aalscholvers in de Oostvaardersplassen. Dit jaar hebben al honderden aalscholvers een broedpoging gedaan op het eilandje in het westelijk deel van de Grote plas. Het eilandje waar ook al enkele jaren de lepelaars en grote zilverreigers broeden. Het eilandje wordt gevormd door een verzameling struikwilgen, die grotendeels in het water staan. Het betreft blijkbaar een struikwilgsoort die goed tegen natte omstandigheden kan. Maar als daar dagelijks honderden aalscholvers huishouden, kon dat wel eens te veel voor de wilgjes worden. En dan zullen de lepelaars en zilverreigers naar een andere broedplaats uit moeten gaan kijken. Dat geldt ook voor veel andere moerasvogels. Dit jaar was in de Oostvaardersplassen weer sprake van een zware aantasting van het riet door de rietstengelboorder én door intensieve ganzenvraat. Grote delen van het rietland in het westelijk deel van de Oostvaardersplassen zien er zelfs nu nog winters uit. Dit proces doet zich al enkele jaren voor en ieder jaar wordt de Grote plas groter. En deze plas is bepaald niet het meest waardevol biotoop van de Oostvaardersplassen. Het lijkt mij dan ook onvermijdelijk dat dit deel van de Oostvaardersplassen weer enkele jaren wordt drooggelegd om het riet de gelegenheid te geven om zich te herstellen. Ook op ander gebied gaat het niet zo goed met de natuur. Nederland wordt momenteel geregeerd door een regering die niet veel op heeft de natuur. De natuur is nooit een belangrijk onderwerp geweest voor CDA en VVD en nu met de PVV als gedoogpartner, die natuur als een linkse hobby beschouwt, ziet het er voor de natuur niet goed uit. De aanleg van de EHS lijkt geschrapt te worden en Staatsbosbeheer wordt gedwongen een deel van haar grond te verkopen. Het zijn vreemde tijden….. Ook op concrete punten zijn er minder positieve ontwikkelingen. Er is een nieuwe ziekte bij de es: de essentaksterfziekte. Onduidelijk is nog hoe funest deze ziekte voor de massaal in Flevoland aangeplante boomsoort gaat worden. De iepziekte woekert in Flevoland voort door het uitblijven van beheer. Een schrijnend vormen de iepen in de strook langs de Nijkerkerweg. Hier staan al jarenlang dode en afstervende iepen. Een afschuwelijk slordige aanblik. Enige vorm van beheer blijft achterwege. Het lijkt wel of de beheerder (provincie Flevoland ?) zich niet bewust is, dat ze deze strook in beheer heeft. Datzelfde geldt voor de iepen langs de Adelaarweg in 27
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
Zuidelijk Flevoland. Waarschijnlijk is Staatsbosbeheer voor het beheer van deze bomen verantwoordelijk. Als beheerders op deze wijze met de iep blijven omgaan, is het duidelijk dat er over een aantal jaren weinig iepen meer in Flevoland zullen staan. Een ander voorbeeld van slordig beheer betreft de bijzondere wilg op het voormalig werkeiland Lelystad-Haven. Deze wilg is de oudste boom van Oostelijk Flevoland en ontstaan uit een in de grond gestoken wilgenstekje. Vanaf het voorjaar was al te zien dat deze boom aangetast was door de watermerkziekte: tijdens het groeiseizoen verwelken de blaadjes aan de takken en de betreffende takken sterven af. Bij tijdig afzagen van de aangetaste takken kan de boom het meestal wel overleven. In dit geval heeft men pas na maanden ingegrepen en in te lichte mate: een deel van de aantasting heeft men laten zitten. Nu zal men nog forser moeten ingrijpen en het is de vraag of deze historische boom het zal overleven. Een andere niet plezierige ontwikkeling is de sterke uitbreiding van de eikenprocessierups. De haartjes van deze in kolonieachtige vorm voorkomende rups kan ernstige huidirritaties en oogschade opleveren. De eikenprocessierups heeft zich in enkele jaren over een groot deel van Nederland verspreid en komt nu ook in vrijwel heel Flevoland voor. Eikenprocessierups als vlinder, 16 augustus Lelystad, foto Frank Böinck
Tja, Het is niet altijd rozengeur en maneschijn in de natuur…. Ik denk dat het tijd wordt om een tijdje op vakantie te gaan (in de natuur). Een beetje laat dit jaar, maar misschien breekt er toch een periode aan met wat beter weer…. Lelystad, 13 augustus 2011.
28
Lokvogeltje 37-3
z
september 2011
INHOUDSOPGAVE Nieuws uit de vereniging .......................................................................... 1 Financieel beleid landelijk bestuur ........................................................ 1 Tv-programma Natuurlijk Flevoland ...................................................... 1 Ledenmutaties ...................................................................................... 1 Agenda ..................................................................................................... 2 Horen zien en schrijven ............................................................................ 4 Wilde bijen ................................................................................................ 8 Gebiedsvisie Hollandse Hout en omgeving .............................................. 9 Stand van zaken, 31 mei 2011 ............................................................. 9 de Verrassende natuur van Terschelling ................................................ 11 Waargenomen vlinders ....................................................................... 14 Vlinderexcursie Terschelling 4 juni 2011 ................................................ 15 Bezuinigingen hebben effect op natuur. ................................................. 22 Minder onderhoud graslanden ............................................................ 22 Minder wegonderhoud in natuurterreinen ........................................... 23 Natuurbeheerders worden meer boer. ................................................ 23 Langer tijdelijke natuur. ....................................................................... 24 Bladvulling .............................................................................................. 24 NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND ............................ 25
29