Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad
Jaargang 38 nr.
3 ● 2012
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad Bestuur Voorzitter
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Secretaris
Martin Soesbergen, Karveel 12-38 8231 AS Lelystad, 0320-214142
[email protected]
Penningmeester & ledenadministratie & verspreiding Lokvogeltje
Jan Neuvel, Karveel 56-01 8242 CS Lelystad, 0320-243069
[email protected]
Natuurhistorisch secretaris
Petra Borsch, Zoom 18-03 8225 KM Lelystad, 06-53994608
[email protected]
Algemeen lid
Frans van Alebeek, Galjoen 13-14 8243 ME Lelystad, 0320-412867
[email protected]
Website
Vacant
Werkgroepen Heemtuingroep
Dieuwke Donders, Golfpark 153 8241 AC Lelystad, 0320-261950
[email protected]
Vogelwerkgroep
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Korstmossenwerkgroep
Henk Timmerman, Zoom 15-28 8225 KJ Lelystad, 0320-221071
[email protected]
Redactie Lokvogeltje
Frank Böinck, Grevelingenstraat 157 8226 GD Lelystad, 0320-251097
[email protected]
Contact
Lidmaatschap
Karveel 12-38, 8231 AS Lelystad T : 0320-214142 W : http://www5.knnv.nl/lelystad E :
[email protected] KVK-nummer: 32156889
Lidmaatschap : € 27,Huisgenootlid : € 10,Donateur : € 15,Rekening : 4.342.384 Opzeggingen dienen te geschieden vóór 1 november.
De KNNV afd. Lelystad is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Het volgend Lokvogeltje zal begin december 2012 verschijnen, kopij inzenden vóór 20 november a.u.b. Disclaimer: standpunten verwoord door leden in dit lijfblad zijn niet automatisch standpunten van het bestuur van de KNNV afdeling Lelystad. Voorkant: Jan Verbraaken fotografeerde op 25 augustus deze jonge ringslang op zijn hand. Het slangetje is geboren in het Oostvaardersveld.
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
NIEUWS UIT DE VERENIGING Dutch Bird Fair op 25 en 26 augustus Door Jan Neuvel Op het SBB terrein van de Oostvaardersplassen waren ongeveer honderd stands en kraampjes op het gebied van vogels en overige natuur, en aanverwante artikelen. Ook werden er lezingen gehouden. Ongetwijfeld zal in de vakliteratuur hierover verslag worden gegeven. Wat hebben wij gedaan, onder zeer wisselvallige weersomstandigheden, onder leiding van het bureau KNNV? Boekenverkoop: In de stand hebben we 14 boektitels van de KNNV uitgeverij verkocht, algemene landelijke KNNV informatie over reizen en kampen gegeven, en verder het ledenblad Natura met aanbod voor een proefabonnement en materialen van het Jaar van de Bij. Bijenhotels maken: Elders op het terrein hebben we een kinderactiviteit verzorgd: namelijk het maken van bijenhotels. Alle materialen daarvoor waren aanwezig: 200 boomstammetjes, boormachine, bevestigingshaakjes, stroom en gereedschap. Kinderen betalen daar 2 euro voor. Het werk bestaat uit gaten boren, deze bijvijlen / schuren, haakje eraan en uitleg geven. Het bleek dat het hout, geleverd door SBB, aan de jonge kant was, waardoor de boor gemakkelijk vastliep en de boorgaten vrij ruw werden. Bij de gamma werd in allerijl hout gekocht om het een en ander toch door te laten gaan. Dank aan: • • • • • •
KNNV Bureau: Marijke van Woerkom, Yvonne van Putten KNNV Landelijk bestuur: Kai Waterreus en Wim Zolf KNNV afd Amersfoort: Bart Iping en Han Schippers KNNV afd Amsterdam: Evert Pellenkoft en Marianne van der Heijden KNNV afd Zwolle: Harold van Ee, Cor Kauw en Herwig Drohm KNNV afd Lelystad: Aly van Bokhorst: Jan Neuvel, Dieuwke Donders, Jan en Marijke Verbraaken.
Van de redactie Tegenwoordig krijg ik vaak foto's bij een artikel opgestuurd. Dat is een heel goede zaak, maar regelmatig zijn de foto's te klein zijn om te worden gebruikt. Daarom hierbij het verzoek om als je foto's bij een artikel hebt ervoor te zorgen dat deze minimaal 1024 x 768 pixels groot zijn. Let er ook op dat het hoofdonderwerp op de foto er duidelijk en groot genoeg op staat. 1
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Verder roep ik iedere fotograaf op om als je een bijzondere en liefst actuele foto hebt voor de voorkant van dit blad, deze naar me op te sturen. Alvast bedankt!
Ledenmutaties Aangemeld
Opgezegd
Mevr. Rita van Dam Pioniersstraat 7 8244 PD Lelystad
Dhr. F. Mulder Archipel 4121 8224 HR Lelystad
Dhr. en Mevr. Jansen Delta 68 8224 EP Lelystad
Fried Mulder is zeven jaren penningmeester geweest en ook zeven jaren hoofdredacteur van het Lokvogeltje. De KNNV afd Lelystad is hem heel dankbaar voor wat hij heeft gedaan. De laatste jaren kwam het er niet van om aan de activiteiten deel te nemen. De verzorging van zijn vrouw neemt veel tijd in beslag. Veel sterkte gewenst allebei.
*** STERREN *** Als je aan het nachtvlinderen bent en je hebt je GPS niet bij je… Als je, met of zonder geliefde, de weg kwijt bent in het donker… Als je ’s nachts geïnteresseerd naar boven kijkt….. Dan is de eerste heldere ster recht boven je: Vega in het sterrenbeeld Lier De tweede heldere ster in het oosten ervan is: Deneb in het mooie evenwichtige sterrenbeeld de Zwaan En de derde heldere ster in het zuiden is: Altair in het kleine sterrenbeeld Arend langs de melkweg. Dus, om te onthouden: Vega is de heldere ster recht boven de barbecue. Groeten Jan Neuvel 2
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
AGENDA
Noteert u onderstaande activiteiten weer in uw agenda? Het zou zo zonde zijn als u een leuke lezing of excursie mist, omdat u niet op tijd het Lokvogeltje erop naslaat. U wordt verzocht u voor alle activiteiten enkele dagen van tevoren op te geven. Want afhankelijk van het aantal deelnemers kan een activiteit worden gewijzigd of afgelast. En alleen na opgave wordt u daarvan op de hoogte gesteld. Wanneer u zich opgeeft voor een auto-excursie, wordt u tevens verzocht om aan te geven of u bereid bent te rijden. Deelname aan de activiteiten is voor KNNV-leden en leden van de IVNafdeling Lelystad gratis. Aan overige deelnemers wordt een bijdrage van € 2,50 gevraagd. U kunt ook te kennen geven dat u enkele dagen van tevoren een e-mailtje wilt ontvangen, als herinnering. Stuur dan even een e-mail naar ons e-mailadres:
[email protected].
Zaterdag 15 en zondag 16 september: 1000-soortendag in het Gelderse hout Zie elders in dit Lokvogeltje.
Woensdag 26 september: Leden voor Ledenavond Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Zoals u gewend bent weer de Leden voor Ledenavond van de KNNV. Maar dit jaar op de woensdagavond. Heeft u leuke/mooie verhalen/foto’s van de vakantie of andere avonturen en wilt u deze delen met ander knnvers laat dit dan even weten aan ons.
Woensdag 3 oktober: Vogels van Afrika door Jan Nagel Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Een fotoverslag van zijn bezoeken aan Afrika, hier heeft Jan Nagel vogels en andere dieren gezien. 3
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Let op dit is eveneens een woensdagavond.
Donderdag 18 oktober: Braakballen pluizen Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Voor de eerste keer van dit jaar worden de braakballen van kerk- en ransuil weer geplozen. Wie weet wat de uilen dit jaar weer gegeten hebben. Uitkomsten worden weer ingevoerd op waarneming.nl.
Zaterdag 3 Biesbosch
november:
Gewestelijke
excursie
Brabantse
Vertrek om 8.15 uur vanaf het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Opgave verplicht voor 27 oktober. Op zaterdag 3 november 2012 organiseert het Gewest een excursie naar de Brabantse Biesbosch onder leiding van Hans Grotenhuis en Tjalling van der Meer. De Brabantse Biesbosch is met een oppervlakte van 3638 hectare het grootste gedeelte van de Biesbosch en ligt tussen de Nieuwe Merwede, de Amer en het Land van Heusden en Altena. Het gebied ontstond na de Sint Elisabethsvloed van 1421: een deel van het toen ondergelopen polderland is nooit meer opnieuw ingedijkt. Uiteindelijk ontstond hier een zoetwatergetijdengebied. De rivieren Maas en Rijn voerden zand aan, waardoor zandplaten ontstonden. De mens exploiteerde de biezen, het riet en de grienden. De nu nog aanwezige grienden zorgen voor de aanwezigheid van bijzonder mossensoorten. Door de uitvoering van het Deltaplan, met name de afsluiting van het Haringvliet, verdween de getijdendynamiek grotendeels. De ontwikkelingen hebben in de Biesbosch echter niet stilgestaan. De laatste jaren zijn door natuurontwikkeling met ontpoldering en vergravingen weer nieuwe natte gebieden toegevoegd. De flora en fauna is bijzonder. Dit jaar broedde voor het eerst de zeearend in de Biesbosch. De bever komt in een behoorlijk aantal voor en tenslotte is het gebied in deze periode van het jaar vogelrijk Met de aanwijzing als Natura 2000-gebied is de betekenis van het gebied onderstreept. Meer informatie hierover is te vinden in de speciale folder op de landelijke website van de KNNV www.knnv.nl onder Projecten-Natura 2000. Tijdens de excursie willen we een aantal karakteristieke plekken van de Brabantse Biesbosch bezoeken, zoals natte graslanden, wilgengrienden en cultuurhistorisch belangrijke plekken zoals de Spieringsluis. De afstanden zijn redelijk groot en daarom verplaatsen we ons met de auto naar de verschillende excursiepunten. Behalve vogels kijken zullen we 4
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
ook enkele korte wandelingen maken. Kortom, het wordt een afwisselend programma in een afwisselend gebied. De Brabantse Biesbosch ligt niet naast de deur, dus het is vroeg weg en wat later thuis. We zullen ongeveer 16.00 uur naar huis terugkeren. Meenemen: brood en drinken voor de hele dag, stevig waterdicht schoeisel, (neem ook laarzen mee) wind- en waterdichte kleding en natuurlijk kijker en zo mogelijk telescoop. Bij slechte weersomstandigheden gaat de excursie niet door. We rijden naar het verzamelpunt bij het Biesbosch Museum, Hilweg 2, 4251 MT Werkendam waar we om uiterlijk 10.00 uur worden verwacht.
Zaterdag 10 november: Basiscursus paddenstoelherkenning en excursie Vertrek om 10.00 uur vanaf het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Yvonne van Duuren geeft in de vergaderruimte van de beheerschuur van het Kuinderbos een basiscursus paddenstoelherkenning. Deze begint om 10.30 uur bij de beheerschuur, Na de lunch wordt het geleerde in praktijk gebracht door op zoek te gaan naar de daar voorkomende paddenstoelen. Voor koffie en thee wordt gezorgd maar vergeet de eigen lunch niet mee te nemen. Om zoveel mogelijk met elkaar mee te rijden vanaf kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, is opgave noodzakelijk.
Donderdag 22 november: Lezing Lepelaarplassen Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Nico Dijkshoorn woont en werkt al jaren in de Flevopolder. Hij is bekend met de ontstaansgeschiedenis van de Lepelaarplassen en andere gebieden. Vanavond geeft hij een overzicht over het ontstaan en de ontwikkeling van dit bijzondere gebied en haar omgeving.
Zaterdag 24 november: Excursie Lepelaarplassen Vertrek om 13.00 uur vanaf het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03 in Lelystad. Graag doorgeven wie zelf wil rijden en wie wil carpoolen. Voor wie wil aansluiten vanaf Almere, verzamelen bij de Trekvogel om 13.30 uur. Samen met Nico Dijkshoorn bezoeken we de Lepelaarplassen en omgeving om het gebied te leren kennen.
5
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Donderdag 13 december: Lezing over de bewoners van plantengallen Aanvang om 20.00 uur in het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03, Lelystad. Frans van Alebeek verzorgt deze lezing over plantengallen. Hierin zal hij wat meer laten zien over de relatie tussen planten en veroorzakers van gallen, en over de vele andere mede-bewoners van zulke gallen (krakers, rovers, parasieten, onderhuurders en hergebruikers). Voor alle activiteiten geldt (tenzij anders vermeld): informatie en opgave bij Petra Borsch (06-24720345 / 06-53994608).
EEN ANDERE MANIER VAN NATUUBELEVING Door Tonia Nales Lekker naar buiten de natuur in, een camera mee. De foto's zijn een mooie herinnering aan wat er die dag te beleven viel. Voor mij blijft het niet bij die foto's. Of het er nu een is die ik zelf genomen heb, of, zoals in dit geval, iemand anders de camera heeft gehanteerd, zo'n afbeelding kan prima helpen als voorbeeld voor een tekening. Hierbij het resultaat van een stukje natuurbeleving met oplosbare pastelkrijt en pen. De tekening toont een Paardenbijter; de foto is gemaakt door Frank Böinck in het Hollandse Hout.
6
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
HORE N ZIEN E N SCHRIJVEN Door Frank Böinck met bijdragen van Ico Hoogendoorn en Jeroen Reinhold
Vogels
c
c
Op 10 juni hoorde ik een luid zingende Cetti's zanger bij het Nuldernauw, zowel vanaf de Nulderdijk als vanaf het strand. Deze zangvogel komt oorspronkelijk uit zuidelijkere streken en heeft zich de laatste jaren in ons land weten te vestigen, eerst in het zuidwesten en nu dus ook in Flevoland. (Frank Böinck). Dat het akkerland in Flevoland echt niet saai hoeft te zijn ervoer ik op 5 augustus vanaf de Pijlstaartweg. Een koppeltje Grauwe kiekendieven gaven boven een graanakker een vliegshow weg daarbij een grote groep foeragerende duiven verstorend. Bij de buren zat ook een koppeltje roofvogels, deze keer van het type Sperwer. Op 3 augustus hoorde ik drie roepende Kwartels vanaf de Torenvalkweg. (Frank Böinck).
Amfibieën, reptielen en vissen
n
Jan en Marijke Verbraaken zoeken regelmatig Ringslangen in de ecozone langs de Lage Vaart nabij Flevopoort. In augustus zagen zij een slang bij het laatste gebouw aan de westzijde. Hier ligt ook een broeihoop dus wellicht kunnen in oktober daar oude eischalen gevonden worden.
n
Tijdens TV-opnames voor Natuurlijk Flevoland met Gerard van Ommen komt Jeroen Reinhold nu vaak vissen tegen. Vissen zijn namelijk het onderwerp voor de 13 uitzendingen die vanaf 14 september te zien zijn. Veel Kleine modderkruipers zijn gevangen bij de ingang van de vistrap van de Lepelaarplassen en Rivierdonderpadden lieten zich ’s nachts goed zien in het Ketelmeer toen hij met Gerard met zaklantaarns aan het zoeken was.
Nachtvlinders Op 15 juni zagen Ico Hoogendoorn, Jack Windig, Mervyn Roos en Frank Böinck de als landelijk zeer zeldzaam aangemerkte Witvlekbosrankspanner op het nachtvlinderlaken in het Gelderse Hout. Deze mooi getekende spanner is nu al zo vaak gezien in Flevoland dat er eigenlijk al sprake is van een gewone Flevolandse soort.
7
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Frans van Alebeek zag op 9 juni een Zwart beertje (Atolmis rubricollis) in het Gelderse Hout. Dat is volgens Vlindernet een hele gewone soort, maar voor Frans lang geleden dat hij die tegenkwam en voor hem ook voor het eerst in Flevoland. Frans van Alebeek zag op 7 juli en rups van de Kamillevlinder (Cucullia chamomillae) in zijn volkstuin in het Galjoen in Lelystad op een plek waar vorig jaar veel grond is gestort en nu o.a. veel kamille als opslag groeit. Dat is een schaarse soort, die als rups gelukkig heel goed herkenbaar is. Frans van Alebeek vond afgelopen winter in mijn zwarte bessen op de volkstuin gaatjes en dode takken van de Bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis). Hij had een paar van die takken weggesnoeid en in een hoge pot in zijn schuur bewaard. In de loop van mei zijn daar drie prachtige glasvlindertjes uit gekomen. Op 1 september zag Ico Hoogendoorn een Iepentakvlinder (Ennomos autumnaria) in het Natuurpark Lelystad. Voor zover ons bekend was deze spanner nog niet eerder in Flevoland gezien.
Micro's. Op 15 juni verscheen de landelijk zeldzame Fijnsparkegelmot (Assara terebrella) op het nachtvlinderlaken in het Gelderse Hout. Het betrof voor zover ons bekend de eerste waarneming van deze soort in Flevoland.
Dagvlinders
z
Af en toe waren veel dagvlinders te zien op een akker langs de Dodaarsweg in Zuidelijk Flevoland. Onder andere op 19 augustus (400 kleine vos, 1500 klein koolwitje, 2000 klein geaderd witje) en op 28 augustus: 3000 klein geaderd witje en 300 klein koolwitje. Ik heb voor de witjes eerst het totaalaantal geschat en daarna zoveel mogelijk individuen proberen te determineren. 28 augustus kwam ik zo op circa 3300 individuen met 3 klein koolwitjes en 30 klein geaderd witjes (dus verhouding 1 : 10). Het is natuurlijk een ruwe schatting maar het is zonder meer uitzonderlijk om zoveel klein geaderd witjes op een akker te zien. Meestal zitten in de meer open terreinen vooral klein koolwitjes. De betreffende akker was rijk begroeid met luzerne en veel andere bloeiende planten. (Ico Hoogendoorn).
8
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Zoogdieren
5
Van de Beukenhof, Atolwijk en regio Lelystad-Haven is al jaren bekend dat er een verblijfplaats van de meervleermuis aanwezig moet zijn. Het aantal dieren op de vliegroutes van vooral Beukenhof en Atolwijk zijn klein wat het vermoeden versterkt dat het om groepjes mannetjes gaat. De regio Lelystad-Haven is al jaren een lastig gebied om meervleermuizen in kaart te brengen. De dieren jagen graag boven water en hebben keus uit het Bovenwater, de Lage Dwarsvaart, het IJsselmeer, de Buizerdtocht en het Havendiep. Zicht op duidelijke vliegroutes en aantal dieren op de route is daardoor veel lastiger. Blij verrast was Jeroen Reinhold met een melding van een bewoner uit Hollandse Hout dat zij vleermuizen in de spouw had zitten en dat het toch grote dieren leken te zijn. Een afspraak om de dieren eens te tellen was snel gemaakt en op de avond van de telling kon de vrouw des huizes zelfs een dode vleermuis uit de vriezer toveren. De kat had net de avond ervoor er een te pakken gekregen. Het dier bleek een Meervleermuis te zijn en ook een vrouwtje! Daarmee werd het tellen een stuk interessanter! Na ruim 63 meervleermuizen was duidelijk dat dit huis een kraamkolonie van de meervleermuis moet herbergen: de eerste bekende kraamkolonie van Flevoland!
5
Landschapsbeheer heeft de bevertelling weer afgerond. In totaal zijn 78 Bevers geteld. In werkelijkheid ligt het aantal wat hoger want er worden dieren gemist bij het tellen. Uitgegaan wordt dat er ruim 100 bevers in Flevoland zwemmen. De bevers van het Oostrandpark (Runderweg) lieten zich dit jaar mooi zien. Bij de laatste telling meende de tellers ook nog piepgeluiden van jongen te horen.
Libellen
Het einde van de zomervakantie is ook het tijdstip dat de heidelibellen tevoorschijn komen. In Flevoland gaat het dan meestal om de bruinrode en de steenrode heidelibel. Zwarte heidelibellen (Sympetrum danae) kom je eigenlijk maar weinig tegen. Op het oude land is de soort vaak op heideterreinen wel heel algemeen. Zwarte heidelibellen lijken een piekjaar te hebben waarbij ze ook verre afstanden afleggen. Waarnemingen van vele honderden dieren zijn gedaan in de Weerribben en Wieden. In Lelystad heeft Jeroen Reinhold op vier verschillende plekken ook
9
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
zwarte heidelibellen gezien. Waarschijnlijk worden er volgend jaar geen dieren meer gezien rond Lelystad.
Sprinkhanen
Op 10 juni hoorde ik de eerste Knopsprietjes (Myrmeleotettix maculatus) in het Erkemeder strand en het Nuldernauw. Het knopsprietje is een veldsprinkhaantje van de zandgronden en is met name in heideterreinen zeer talrijk. Deze twee gebieden vertonen dan ook grote gelijkenis met de heideterreinen op de Veluwe (maar dan op kleinere schaal). (Frank Böinck). Het gaat bijzonder goed met het Wekkertje (Omocestus viridulus) in Flevoland. Tijdens inventarisatie van witte (= nog niet onderzochte) kilometerhokken in het kader van de nieuwe sprinkhanenatlas hoorde ik op diverse plekken het wekkertje, ook op plekken waar die eerder nog niet voorkwam. Deze veldsprinkhaan was tot vorig jaar maar van enkele plekken bekend maar blijkt nu ineens tamelijk algemeen te zijn. (Frank Böinck). Ico Hoogendoorn zag eind augustus twee Zuidelijke Boomsprinkhanen (Meconema meridionale) in zijn tuin. Ze waren op zijn pruimenboom afgekomen. Toch opmerkelijk dat een insect dat niet kan vliegen en nog geen 20 jaar in ons land voorkomt, zo algemeen is geworden. Een andere nieuwkomer, het Zuidelijk Spitskopje (Conocephalus discolor) doet het ook goed in onze provincie. Vorig jaar nam ik deze sabelsprinkhaan voor het eerst waar in het Harderbos en later ook in de Stille Kern. Dit jaar hoorde ik 'm in het Oostvaardersveld en het Wilgenreservaat. (Frank Böinck).
10
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
DE EERSTE S OOR T EN -Z OE K D A G IN LELYSTAD Op zondag 16 september 2012 in het Gelderse Hout Door Frans van Alebeek Op zondag 16 september 2012 organiseren SBB, het IVN en KNNV de eerste Soorten-zoekdag in het Gelderse Hout in Lelystad. Doel is om met vele liefhebbers een gezellige dag te genieten van de natuur. En om een breed publiek te laten kennismaken met de enorme rijkdom van die natuur in onze stad. Deze dag begint eigenlijk al op zaterdagavond 15 september, als we om 20.00 uur gaan kijken naar bevers en vleermuizen in het Gelderse Hout. Dat wordt gevolgd door een nachtvlinderexcursie om 22.00 uur. Op zondagochtend 16 september is er voor de “vroege vogels” al een vogelexcursie om 8.00 uur. De officiële start van de eerste Lelystadse Soorten-zoekdag is om 10.00 uur. Er is een grote tent op het grasveld bij de parkeerplaats (aan de Oostranddreef, vlak bij de fietsbrug). Hier vindt u informatiekraampjes, koffie en Frank Böinck maakte deze foto van de landelijk thee, het programma en zeer zeldzame Witvlekbosrankspanner in het overzichten van welke Gelderse Hout op 17 augustus jl. planten en dieren er gezien zijn in het Gelderse Hout. Voor kinderen en wie daar nog meer zin in hebben zijn er onderzoekjes naar waterbeestjes en kunnen er braakballen van uilen worden uitgepluisd. Vanaf de tent bij de parkeerplaats vertrekken er de hele dag excursies onder leiding van deskundige gidsen. Zie het bijgaande excursieprogramma. Deelname aan deze dag en de excursies is gratis voor iedereen die wil. We hopen op een grote opkomst, ook van onze eigen KNNV leden! En natuurlijk op veel publiciteit voor onze natuurorganisaties en wie weet ook nieuwe leden. De dag wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële ondersteuning van het Streekfonds Flevoland. Van de dag en alle natuurwaarnemingen zal een verslag worden gemaakt dat voor 11
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
belangstellenden beschikbaar komt en waarvan een samenvatting ook in het Lokvogeltje zal verschijnen. Programma ZATERDAG 15 september 20:00 uur: Bevers en Vleermuizen zoeken 22:00 uur: Nachtvlinders lokken ZONDAG 16 september 8:00 uur: ‘Vroege’ vogels excursie 10:00 uur: Opening van de Soortenzoekdag 10:30 uur: Bodembeestjes zoeken of planten zoeken, en voor de kinderen: waterbeestjes vangen in de plas 11:30 uur: Vissen vangen, bomen en struiken herkennen, en voor de kinderen: braakballen pluizen 12:30 uur: lunchpauze 13:30 uur: Sprinkhanen of bijen en wespen zoeken 14:00 uur: Libellen of dagvlinders zoeken en voor de kinderen: waterbeestjes vangen in de plas 15:00 uur: Reptielen en amfibieën of plantengallen zoeken en voor de kinderen: braakballen pluizen 16:00 uur: Paddenstoelen zoeken of mossen herkennen 17:00 uur: Afsluiting We hopen op die dag heel veel KNNV en IVN leden te ontmoeten, en heel veel inwoners van Lelystad! Op de website van de KNNV en op www.soortenzoekdag.nl verschijnt binnenkort een gedetailleerd programma met de tijden van verschillende excursies. U bent van harte welkom op 15 en 16 september!! Namens de organisatoren, Frans van Alebeek
Oproep: vrijwilligers voor de Soorten-zoekdag gevraagd Voor de soorten-zoekdag op 16 september (zie hiervoor) kunnen we nog wel behulpzame handen gebruiken: bijvoorbeeld als gastheer of –vrouw, mensen die een paar uurtjes bij een informatiekraam willen staan, EHBOers, enzovoorts. Dus voelt u er voor om mee te helpen aan deze leuke dag, dan kunt u zich (ook voor meer informatie) melden bij Petra Borsch: E:
[email protected] , M: 06-53994608. 12
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
RINGSLANGEN MONITOREN Tekst en foto's: Tonia Nales Als het flink waait, bovendien bewolkt is en zelfs af en toe een paar drupjes regent, wat ga je dan doen? Juist: ringslangen monitoren. Niet omdat het daar nu zulk geweldig weer voor is, maar omdat maanden geleden het plan daarvoor al bedacht is. Op de heenweg wind tegen, hetgeen goed te merken is op de fiets en zonder heel veel bomen in de buurt. Maar we doen het om ringslangen te zien, en waar kun je dan beter gaan kijken dan bij een broeihoop? Zo'n hoop bestaat uit maaiafval en takken. De takken zorgen voor wat natuurlijke holtes, zodat de slangen in de hoop kunnen komen, om daar eieren te leggen. Maar de slangen lieten zich hier niet zien, dit miezerige weer is toch ook niks om buiten te liggen zonnen? Dus maar weer verder, en goed kijken langs de kant van de paden of daar misschien iets is dat op een ringslang lijkt. Of eigenlijk op een hondendrol, daar heeft een opgerolde ringslang wel iets van weg. Maar dat neemt niet weg dat je ook naar andere beestjes kunt 13
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
kijken. Waterjuffers bijvoorbeeld, die dit weer maar niks vinden om uit te vliegen, en daardoor op bosjes blijven zitten. Dat geeft een prima gelegenheid om ze te observeren. Hier een lantaarntje. Te herkennen aan dat het grootste deel van het achterlijf zwart is, met wel weer een blauw stukje aan het uiteinde. Bij een azuurjuffer is veel meer blauw te zien, net als bij een variabele juffer. Dat het hier om een azuurjuffer gaat, kun je zien aan de zwarte streep aan de zijkant van het borststuk. Bij een variabele juffer is die streep onderbroken, en lijkt daardoor op een uitroepteken! Dan maar even een kevertje tussendoor. We kwamen ook nog langs (en in) een vogelobservatiehut. Die deed goed zijn werk: middenin de hut, tegen het dak aan (bij een balk) was een nestje van een boerenzwaluw. Toen wij er waren, was zelfs een van de ouders even langs geweest om wat voer te brengen. En dan zien we toch eindelijk waarvoor we gekomen waren: een ringslang, een mannetje van hooguit twee jaar oud. Een dode, slachtoffer van de maaimachine die enkele dagen geleden langs is geweest. Hij was niet de enige, zo vonden we ook nog een paar kikkers en padden.
14
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Dus maar weer verder, en even kijken naar deze rups van een beervlinder.
Maar uiteindelijk vinden we toch waar we voor gekomen waren:
Een ringslangvrouwtje, levend en wel. Deze schoonheid moet natuurlijk even op de foto. Zoals het een model betaamt, laat ze dit alles gebeuren zonder te protesteren. Alleen mag ze volgende keer wel kiezen voor een ander parfum. Na de fotosessie is ze weggekropen tussen het gras. De stand van vandaag: • 1 ringslang • 1½ dode ringslang en verder veel vogels gezien en gehoord, insecten bewonderd, een ervaring en 11 foto's rijker, en een leuke middag gehad.
15
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
RINGSLANGEXCURSIES OOSTVAARDERSVELD Tekst: Marijke en Jan Verbraaken. Foto’s: Olga Stoker, Michel Roeffel en Marijke en Jan Verbraaken Op 9 juni stonden we met een kleine groep KNNV-ers en enkele andere geïnteresseerden te popelen om het rondje ringslangen in het Oostvaardersveld te lopen. Jeroen vertelde in het kort de geschiedenis en de bedoeling van de route en spoedig vertrokken we naar de eerste broeihoop. Zowel op als bij de eerste als bij de tweede broeihoop gaven de ringslangen geen teken van aanwezigheid. Teleurgesteld zijn we een kijkje gaan nemen in de vogelkijkhut “de Krakeend”. Langs het graspad naar de Krakeend vlogen enkele libellen, zoals azuurjuffers, variabele juffer en enkele lantaarntjes. Op het gemaaide graspad vanaf de Krakeend richting de Knardijk vonden we een dode ringslang van het mannelijk geslacht. Duidelijk was te zien, dat hij geen kans had gekregen om aan de maaimachine te ontsnappen. Het gemaai had ook gevolgen voor de rietorchideeën die aan de voet van de dijk stonden, deze waren zelfs voor de bloei al kapot gemaaid. Waarom gemaaid moet worden is ons nog steeds niet duidelijk. Als je het beleid ziet vragen wij ons af wat voor zin het heeft een “Flora en Faunawet” er op na te houden? De indruk wordt gewekt dat er gemaaid wordt om het maaien en de natuur van ondergeschikt belang is. Dit zelfde verschijnsel geschiedt op het talud van de Knardijk, ook hier vonden we een dode ringslang. Gelukkig, daar waar niet met een maaimachine kon worden gekomen vonden we een volwassen ringslang.
16
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Toen ik (Marijke) met Landschapsbeheer Flevoland in Engeland een werkbezoek aflegde bij een Engelse zusterorganisatie heeft Jan, de ringslangexcursie van Jeroen op 23 juni overgenomen. ’s Avonds had ik sms contact en werd door Jan vermeld dat zij elf ringslangen hadden gezien! Aan die excursie namen vijf volwassenen en twee jonge kinderen deel. De jonge kinderen gedroegen zich voorbeeldig, één daarvan heeft zelfs een ringslang vastgehouden en de jongere heeft hem geaaid. Het grootste aantal slangen werd bij de broeihoop bij de picknicktafel gezien. Vijf op de broeihoop zelf en drie in de omgeving hiervan. Een van de ringslangen was erg sacherijnig, dit liet hij merken door bij het vastpakken zijn befaamde klier open te zetten en de stinkende vloeistof over de personen te verspreiden. Alle excursiedeelnemers hadden genoten en waren zeer verrast zoveel slangen te zien. Sinds kort is er een tweede route uitgezet voor ringslangen, het gaat hier om de route langs de Lage Vaart ten zuiden van het industrieterrein Zuiderpoort. In deze route zijn drie broeihopen gesitueerd. Tijdens ons rondje vinden we, ondanks de hoge begroeiing en moeilijke toegankelijkheid, diverse ringslangen van verschillende leeftijden. Eind van het inventarisatieseizoen zullen we een artikeltje wijden aan de resultaten van deze route.
17
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
HOORNAAR VERSUS HORZEL Door Jan Verbraaken Zoals een ieder weet zijn de wespen vooral in augustus het actiefst en agressiefst. Tot de groep van de wespen behoort ook de hoornaar en wel tot de familie plooiwespen (vespa crabro). Het is de grootste sociale wesp, die nestelt in holle bomen, schoorstenen en holten in muren. Ook kom je de nesten tegen in kasten van boommarters, zie foto. Soms worden de locaties jaar na jaar gebruikt, maar elk jaar door een geheel nieuwe kolonie. Hoornaars zijn roofinsecten, het voedsel bedraagt voor 90% uit vliegen. Per jaar kunnen de populaties aanzienlijk fluctueren, aan de kust is de hoornaar zeldzaam. Bij het verdiepen in de handel en wandel van de hoornaar stuitte ik op het feit dat de hoornaar ook horzel wordt genoemd. Volgens mij zijn horzels insecten van het soort vliegen. De verwarring tussen de naam horzel en hoornaar is volgens mij af te leiden uit het engels, waar men de horzel en hoornaar, hornet noemt. Deze verwarring wordt ook in diverse insectenboeken vermeld en in woordenboeken verkeerd vertaald. Daarnaast kan de verwarring zijn ontstaan uit het feit dat voor horzels en de hoornaar het grootste deel van hun voedsel bestaat uit vlees. Deze gedachten stel ik ter discussie om er achter te komen in hoever ik het bij het rechte eind heb. 18
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
BEVERS SPOTTEN Tekst: Marijke Verbraaken Foto’s: Michiel Oudendijk In de maanden juni, juli en augustus zijn vrijwilligers van Landschapsbeheer Flevoland, druk met het tellen van bevers. Belangrijk om te weten of de burcht bewoond wordt, de populatie toeneemt en er jongen zijn geboren. In de ruim 20 jaar, dat de bever nu op “vrije voeten” leeft in Flevoland, is het aantal toegenomen tot ruim 100120 en het aantal burchten tot circa 40. In het Natuurpark is de bereikbaarheid en het zicht op de burcht makkelijk vanaf de oever, een pad of brug. Het tellen begint vanaf 20.00 uur tot donker. Hoe laat de bevers hun burcht verlaten om te ontbijten, is wisselend. Zij kunnen, net als de mensen, zich nog even omdraaien en nog een uurtje langer blijven liggen! En wij maar wachten! Toch worden er op de meeste posten bevers gezien. In andere gebieden in Flevoland valt het tellen niet mee. De burchten liggen vaak op moeilijk bereikbare plekken op oevers met menshoge brandnetel, riet, struiken enz. Dat is de reden, dat er ook gemonitoord wordt met een boot en kano. Zo ben ik dus al diverse keren mee geweest met Michiel Oudendijk in het buitengebied; heel relaxed in een 2-persoons kano met fluistermotor, maar ook werd ik “in het diepe” gegooid op een avond in een wiebelige 1-persoons kano op de Hoge Vaart. Het eerste uur zat ik met dicht geknepen billen, er was wind en passerende boten zorgden voor hoge golven. 19
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Een andere avond voeren we vanuit de Lage Vaart naar de Reigerplas, Almere. Al direct na de brug hoorden we een flinke plons en een volwassen bever zwom recht op ons af. “Hij gaat ons rammen” dacht ik met schrik, maar hij klapte met de staart op het water, zwom onder de kano door – je kunt dit mooi volgen door de omhoog komende luchtbellen – kwam vlakbij boven water en sloeg nog enkele keren de spetters in het rond. Deze bever was het duidelijk niet eens met ons bezoek; we voeren te dichtbij zijn burcht of er zat een jong in de buurt. Door de overhangende takken zagen wij het niet. Dit zijn van die spannende avonden met geweldige momenten, die ik niet snel zal vergeten en niet zou willen missen!
20
Lokvogeltje 38-3 WERKZAAMHEDEN
z september 2012
EN
GEBEURTENISSEN
IN
DE HEEMTUIN Tekst: Dieuwke Donders, Foto's: Trudy Thomassen
Heemtuingroep zomer 2012 Voor dit jaar maakte de heemtuinwerkgroep, naast het gewone onderhoud de volgende plannen: • het bouwen van een bijenhotel, • het akkertje dat vorig jaar aangelegd was nogmaals doorspitten en inzaaien met akkerkruiden • delen van de vegetatie vanaf mei meermaals maaien om meer variatie aan te brengen voor planten en dieren. • bomen kappen die voor veel schaduw in het open stuk zorgen. • een uitstapje maken naar de Londotuin in Leersum.
Het bijenhotel Door Piet Stooker en John Post is in het begin van het jaar een stevig bijenhotel gebouwd. Piet, John en Ria Bosma hebben het wel een paar keer opnieuw ingericht omdat de jeugd de houtblokken en de pannen eruit trok; uiteindelijk werd het een onneembare vesting voor de jeugd. Dat dachten wij. Helaas... Rond Koninginnedag was het goed mis. Het hotel was in zijn geheel achterover geduwd en de knotwilg met de rietenmatten in brand gestoken. We kregen het met geen mogelijkheid meer omhoog geduwd. Dat was de druppel... Er is besloten het hotel af te breken en op te ruimen om meer vandalisme te voorkomen. Achteraf gezien was het ook Foto: bijenhotel in wording wel een beetje onze 21
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
eigen fout dat de jeugd het hotel zo makkelijk achterover kon duwen. Het dak was zwaar en de palen stonden in het losse zand.
Vrolijke gebeurtenissen Mezen en boomklevers onderzochten de vogelnestkasten. De boomklevers maakten het invlieggat van de ene kast groter maar gingen uiteindelijk broeden in de andere. Willem Rietma geholpen door Trudy Thomassen stopte intussen al zijn energie in de akker. Met een leuk resultaat. De gezaaide akkerkruiden groeiden uit tot een mooi veld van klaproos, ganzenbloem, korenbloem en bolderik. In de zomer druk bezocht door bijen en andere insecten. Het akkerkruidenmengsel bestond echter uit meer soorten dan er ontkiemd zijn. Daarom zaaien we het akkertje voor volgend jaar in de herfst in. Wellicht ontkiemen er dan ook soorten die de winterkou en een lange kiemperiode nodig hebben. Het uitstapje naar de Londotuin was zeer geslaagd. Een verslag hiervan kunt U lezen op www.ivn.nl/lelystad onder de knop werkgroepen, keuze heemtuin, foto’s uitje 2012. De heemtuinpagina wordt actueel gehouden, een aanrader om er een kijkje op te nemen.
Maaibeheer Bram Smit heeft dit jaar de leiding over het maaibeheer. Over het geheel genomen is er minder gewied en meer gemaaid. Door te maaien als de planten nog groen zijn verdwijnen er meer voedingsstoffen uit de grond en verruigt de vegetatie minder. Belangrijk dus voor delen die verruigen op plaatsen waar je dat niet wilt. Zoals op het arme zand. In feite zou de vegetatie daar niet zo hoog kunnen worden omdat de grond arm is. In de Foto: Akkertje praktijk valt dat tegen. 22
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
De grond is helemaal niet zo arm. Maaien is hier belangrijk om de grond te verarmen. De diepere delen van de moerassen zijn dit jaar deels vroeg gemaaid al eind mei, om het riet, de zeggen en gele lis te verminderen. Voorzichtig is omgesprongen met stukken waarin lage soorten als moerasvergeet-mijnietje, watermunt en pijptorkruid voorkomen. Soorten als wateraardbei, holpijp, waterweegbree en kikkerbeet krijgen meer kans om tot bloei te komen. Voor de bloemrijke graslanden die vroeg bloeien geldt, als er voor de langste dag gemaaid wordt hebben de planten voldoende tijd om weer op te groeien en nog een keer in de nazomer te bloeien. Aangeraden wordt om van half mei tot eind juni te maaien. Dat is voor ons een van de moeilijkste keuzes omdat bijna iedereen vindt dat het omstreeks die tijd nog zo mooi is. Dit jaar is er vanaf eind juni tot in augustus een paar keer gemaaid op verschillende plekken. Met ook het idee in het achterhoofd “in een zelfde begroeiing verschillend (gefaseerd) maaien zorgt ook voor verschillen in milieu”. De ruigten op de klei bloeien pas laat en hebben veel voedsel nodig. Eigenlijk zouden ze niet gemaaid hoeven worden maar om successie naar bos te voorkomen zouden we ze een keer in de drie jaar kunnen maaien. Toch staan daar een aantal woekeraars zoals gewone berenklauw, glaskruid en klis die veel zaad vormen, dus ook daar is deels gemaaid van juli tot augustus. Andere soorten zoals heemst zijn gespaard om ze te bevoordelen. De lage soorten zoals glad walstro gedijen hier goed bij. Vlak na het maaien is het niet zo’n Foto: Citroenvlinder op kattenstaart mooi gezicht. Wel is het leuk om de libellen en vlinders juist daar in de luwte te zien.
23
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
VIJFTIEN JAAR WINTERVOGELS TELLEN IN DE ROZENGAARD Door Berry van Elst Het voelt wat raar aan om, zittend in de felle zon voor mijn vouwwagen aan de Allier, in Frankrijk een stukje te schrijven over de periode van 15 jaar dat ik in de winter de vogels in mijn tuin tel. Op dit moment zit een Kleine Zilverreiger in de rivier te vissen voor mijn tent en vliegen regelmatig Bijeneters, Zwarte Wouwen en soms een Zwarte Ooievaar of Kwak over. Overdag jubelt de Wielewaal en ‘s avonds horen we de Griel roepen of we zien hem soms aan de overkant van de rivier rondlopen. Een aanrader voor de natuurliefhebber en zeker voor de vogelaars, dit gebied. En moet je het dan gaan hebben over die “gewone” vogels in de wintertuin? Maar ja, de inleverdatum voor de kopij voor het Lokvogeltje is “hard en onherroepelijk”, dus aan de gang maar! In de afgelopen 15 jaar heb ik ’s winters altijd de vogels in onze tuin geteld, vaak geholpen door Antoinette en de kinderen. Meestal zit ik op zondag een tijdje voor het raam te puzzelen, naar muziek te luisteren en ondertussen – met de verrekijker onder handbereik – de vogels in de gaten te houden. We hebben een vrij ruime tuin, die helemaal omsloten is door haagbeukenhagen of door hoge struiken. Aan de achterzijde liggen takkenwallen (is ook wel makkelijk voor het snoeihout) en er is geen achteringang. De overgang van het terras, via gras, vasteplantenborder naar hoge struiken is wel “hard” maar de tuin oogt vrij natuurlijk. Er is een vijver met een moerasgedeelte en er staan hoge bomen en struiken (deels wintergroen) die goede dekking geven en ook broedgelegenheid. Er hangen 4 nestkasten voor pimpelmees, koolmees, roodstaart (open kastje – nooit gebruikt) en een “mussenflat” met drie gedeelten en een spreeuwenpot (ook nooit gebruikt). ’s Winters voer ik altijd op een open voerplank, met een of twee hangende voerapparaten en hang ik wat vetbollen of – bonken op en bovendien altijd een netje met pinda’s.
24
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
De tuin is weinig ge1997 - 2012 Totaal aantal Gem. Plaats wijzigd in de afgelopen Soort 15 jaar 15 jaar 15 jaar 15 jaar. Er is een OmoriHuismus 5530 395,00 1 kaspar omgewaaid en Merel 1035 73,93 4 vervangen door een anKoolmees 1142 81,57 3 Turkse Tortel 592 42,29 7 dere en een grote HaagRoodborst 250 17,86 10 beuk heb ik afgelopen Vink 1224 87,43 2 jaar moeten kappen omHeggenmus 240 17,14 11 dat hij simpelweg te groot Pimpelmees 629 44,93 6 werd. Maar andere boEkster 335 23,93 8 men hebben die functie Gaai 207 14,79 12 Groenling 443 31,64 8 al lang overgenomen. Spreeuw 705 50,36 5 Ook de omgeving is Houtduif 42 3,00 19 nauwelijks gewijzigd. Staartmees 164 11,71 13 Kortom volgens mij hebKramsvogel 72 5,14 15 Gr.Bonte Specht 30 2,14 22 ben de vogels het er Ringmus 85 6,07 14 goed en naar hun zin. Zanglijster 41 2,93 20 Na 15 jaar (periode Winterkoning 66 4,71 16 Zwartkop 23 1,64 24 winter ‘97-’98 tot en met Putter 57 4,07 17 ’11-’12) was ik wel eens Goudhaantje 28 2,00 23 benieuwd of er (grote) Zwarte Mees 18 1,29 25 verschuivingen hebben Tjiftjaf 9 0,64 28 plaatsgevonden in de het Matkop 5 0,36 30 wintervogelbestand en Zwarte Kraai 40 2,86 21 Kauw 2 0,14 34 ben ik maar eens aan het Sijs 53 3,79 18 invoeren geslagen in de Appelvink 7 0,50 29 Excelbestanden. Koperwiek 14 1,00 26 Blauwe Reiger 4 0,29 31 In tegenstelling tot de Witte Kwikst. 1 0,07 34 normale tuinvogeltelling Gr.Gele Kwikst. 1 0,07 34 heb ik altijd wekelijks het Sperwer 13 0,93 27 maximum aantal aanweBuizerd 4 0,29 31 zige vogels van een beKeep 3 0,21 33 paalde soort opgeschreGoudvink 1 0,07 35 Kokmeeuw 1 0,07 35 ven, zodat er ook getalsmatig inzicht is in de aanOverzicht 1: totale weekmaxima van alle wezige vogels. Helaas waargenomen soorten en de score
ben ik de telgegevens over één jaar kwijtgeraakt en ontbreekt dat dus in het overzicht.
25
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
In Overzicht 1 is per soort het totale aantal van de weekmaxima van de vogels over al die jaren aangegeven. Daarin staan alle waargenomen soorten, met het aantal en ook de “score”. Nummer 1 met stip is de Huismus. Vanaf het begin dat we er kwamen wonen nestelden aantallen huismussen onder onze dakpannen en kwamen dus ook vaak “mee-eten” in de tuin. Toch viel me op dat de aantallen afnamen (in overeenstemming met de landelijke trend). De eerste drie jaren waren de maximale aantallen resp. 30, 35 en 40 stuks, maar al snel daalde dat naar 20 stuks in de periode ’00 tot ’04. Ik heb toen de voerplank ook ’s zomers laten staan en wat bijgevoerd in de zomer. Verder heb ik een paar jaar later ook een mussenflat opgehangen. De aantallen namen toen weer geleidelijk aan toe tot 30 in ’10-’11 en 35 in ’11-’12. Dit ondanks het feit dat de mussenflat pas vorig jaar in gebruik is genomen (door eerst een koolmees en toen een mus). Bijvoeren in de zomer draagt kennelijk bij tot een betere stand. Wel is opvallend dat ik de hoogste aantallen altijd tel vroeg in het najaar, als anderen kennelijk nog niet voeren. Later “verdunt" het mussenbestand zich kennelijk over een groter gebied (c.q. voerplanken”). Nu zitten er vaak 40 mussen in de boom te wachten tot ik naar buiten kom met het voer (en ik voer nu nog maar enkele malen per week). Nummer 2 bij ons is de Vink (maar met ongeveer een kwart van het aantal van de huismus!). Het minimale aantal is vaak 5-6 stuks, het jaarmaximum zit vaak op 9-10 stuks, met een maximum van 11 in de winter van ’10-’11. Het voeren met zaad en de relatieve rust in onze tuin en de nabijheid van het Woldbos zijn waarschijnlijk de verklaring van dit hoge aantal. Dan kom ik op de nummers 3 en 4: Koolmees en Merel. Bij de landelijke tellingen strijden die altijd om plaats 2 en 3. De Koolmees wint het bij mij altijd van de Merel. Minimaal met 4, meestal met 6-8 als jaarmaximum en als uitschieter 9 stuks. Daar is geen trend in te ontdekken. Bijna altijd komt er wel een nestje Koolmezen groot in een van de nestkasten. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de Merel: normaal 4-6 als jaarmaximum en de uitschieter op 8. Ook de Merel broedt bijna altijd in een van de hagen of een van de twee grote Taxussen. Helaas hebben de buren sinds vorig jaar een kat, die regelmatig in mijn tuin komt stropen. Dan nummer 5, de Spreeuw. Die komt eigenlijk niet zo veel voor bij mij, maar als hij er is, is het doorgaans in vrij grote aantallen en dat beïnvloedt dan het beeld direct. Een periode van de winter (meestal begin en eind) komen er af en toe zo’n 4 tot max. 10 bij mij in de tuin, met als grote uitschieters 24 – 30 stuks! En dan gaat er snel wat gebeuren met het 26
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
gemiddelde. De eerste jaren broedde er altijd een Spreeuw onder de hoekpan van ons dak (en ook de hoek van onze slaapkamer, dat gaf soms wel wat “geluidsoverlast” als de jongen werden gevoerd; uitslapen was dan lastig!). De Pimpelmees is bij ons de nummer 6 met 2-7 stuks als jaarmaximum. Daar zit geen trend in. Vaak nestelt er wel een paartje in de speciaal voor hen aangebrachte nestkast (met metalen plaatje voor het vlieggat om te voorkomen dat het gat door een Koolmees wordt uitgehakt). Verbazingwekkend hoe vast een vrouwtje op de eieren zit overigens. Een keer zag ik dat het nestkastje van de paal was gevallen, terwijl ik wist dat er gebroed werd. Direct daarna zag ik er een kat pontificaal bovenop zitten, “hengelend” met zijn poot door het vlieggat. Ik heb het kastje direct weggehaald en tijdens het eten even in de garage gelegd om het daarna weer op te gaan hangen. Het broedsel was immers toch overstuur? Na het eten toen ik het kastje oppakte hoorde ik gepiep en toen ik keek bleek het vrouwtje al die tijd stug op de eieren te zijn blijven zitten! Al broedend is het geheel weer aan de paal geschroefd en de jongen zijn groot gekomen. De Turkse Tortel (nummer 7) is een constante factor met 2-3 stuks. Vaak een koppeltje en een “individu” die vaak wordt weggejaagd. Daar zit al die jaren geen verschuiving in. Net als de Vink, komt ook de Groenling veel in onze tuin voor (nummer 8), vooral de laatste jaren zijn de aantallen sterk toegenomen. Nu met 8-9 als jaarmaximum, terwijl in eerdere jaren dit meestal bet boven de 5 zat. Minimaal was het 3, maximaal is het 9 stuks als jaarmaximum. De Ekster is nr. 9. Altijd met 2 of 3 stuks vertegenwoordigd, met ooit een keer een max. van 5 (een rondtrekkend groepje “pubers”). De laatste 3 jaar zit er een nest in de tuin van een van onze buren en vermaken we ons in het late voorjaar met het onbeholpen gebuitel van jonge eksters in onze tuin in de Zoete Kers. Roodborst, Heggenmus en Gaai zijn resp. de nrs. 10, 11 en 12. De Roodborst is altijd alleen en als er een enkele maal een tweede komt is het direct vechten geblazen. De Heggenmus is altijd met 1 of 2 aanwezig en broedt waarschijnlijk al jaren in de takkenwal. Vandaar dat hij altijd fier zingend bovenin de Haagbeuk zat (die nu dus weg is). De Gaai is doorgaans alleen, alhoewel we er een keer 3 gehad hebben. De Gaai komt ieder jaar eikels verstoppen in onze tuin. Groot vermaak, als hij weer bij de Fuchsia’s in de potten zijn eikels plant. De potten gaan later in het jaar naar binnen en dan heb ik weer aardig wat jonge eikenboompjes in die potten staan! 27
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
De Staartmees (13) komt bijna elk jaar wel een aantal keren voorbij, meestal in familiegroepjes. Een keer heeft een paartje een broedpoging ondernomen door een nest te maken boven in de Omorikaspar. Helaas is het nest gekraakt door huismussen (die er vervolgens niet gebroed hebben!). De Ringmus (14) is net zo’n vogeltje, die af en toe, meestal alleen of met zijn tweeën langs komt. Bij ons stond er altijd een beloning op wie de eerste Ringmus van het jaar zag. Eenmaal hebben we een groepje van 6 stuks in de tuin gehad. Dit jaar tijdens de wintertelling bijna niet gezien, maar daarna zaten er telkens twee. Dat bleef zo tot ik een jong gevoerd zag worden op de voerplank! Waarschijnlijk hebben ze (onopgemerkt) gebroed in de mussenkast. Een tweede broedsel is groot gekomen in onze mezenkast (nooit geweten dat Ringmussen dat vlieggat in kunnen). De jongen werden op het eind gevoerd met grote aantallen Langpootmuggen en Juffers (die in rap tempo - deels bij onze - vijver gevangen werden). Kramsvogel (15) en Koperwiek zijn bij ons alleen als “invasievogel” opgetreden. De Kramsvogel met aantallen van 13- 26 stuks. Die 26 stuks vraten in een halfuur tijd alle bessen uit ons Hulststruikje van anderhalve meter hoog! De takken hingen helemaal door van de er aan hangende Kramsvogels. De Koperwieken komen vaak op de bessen van de Cotoneaster af met max.6 stuks. Tot slot een aantal vogelsoorten, dat of in kleine aantallen of maar af en toe opduikt in de tuin: • de Winterkoning is lastig te tellen, maar de laatste jaren zien we hem helaas nog minder. Meestal is hij/zij alleen in de winter. • de Putters zitten altijd op de Kaardenbollen die ik daar speciaal voor in mijn border zet. • Sijsjes hadden we voor het laatst in ’07-08 in de tuin gehad. In eerdere jaren (’99-’04) hadden we ze eigenlijk altijd wel aan de pindazak hangen. • De Houtduif is een verschijnsel van de laatste jaren. Die zagen we eerder wel overvliegen, maar niet landen. • Zanglijster zien we alleen aan het eind van de telling en niet eens altijd. Ondanks het grote aantal huisjesslakken in onze tuin is de tuin kennelijk niet favoriet bij deze soort. • Zwarte kraai en Kauw zijn in de Rozengaard incidenten. • Grote Bonte Specht is de laatste jaren een regelmatige gast, die altijd afkomt op de Hazelnoten in onze tuin, die hij dan tegen de stam van de Zoete Kers openmaakt. 28
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
• De Sperwer zien we de laatste jaren vaker, ik denk dank zij het groter wordende aantal mussen. Er zit een nest in het Woldbos en dan is het maar een klein eindje naar de Rozengaard om een musje te verschalken. • Verdere incidentele waarnemingen zijn Zwarte Mees, Matkop, Appelvink, Keep, Goudvink en Grote Gele Kwikstaart (bij de vijver). Dat zijn altijd de “pareltjes” waar je direct je stoel voor uit komt. Conclusie: er zijn m.i. geen grote en onverklaarbare wijzigingen in het “biotoop” Rozengaard 18-29 opgetreden. De mus neemt gelukkig weer toe, maar wel met wat hulp. Verder zie ik een toename van Vink, Groenling, Grote Bonte Specht, Sperwer en Houtduif. Maar voor verklaringen dat “de Ekster en de Gaai maar hand over hand toenemen” zie ik geen argumenten op basis van mijn waarnemingen. Het is dus allemaal niet heel schokkend, de verschuivingen zijn subtiel. Maar het is ieder jaar weer spannend wat er opduikt in de tuin, al dan niet op de voerplank.
PLAGGEN VOOR BIJEN IN NATUURGEBIED ‘T ZAND A72 Door Frans van Alebeek Op 3 maart van dit jaar hebben we met een groepje enthousiaste leden in natuurgebied ’t Zand A72 aan de Bronsweg in Lelystad een stuk van ongeveer 20 m2 grasland afgeplagd (zie foto). Het doel was om weer kale zandgrond vrij te maken waarin enkele van de wilde bijensoorten die voorkomen in dit gebied, weer betere kansen krijgen om hun nestjes in het zand te graven. Op 20 mei hebben we een excursie in ’t Zand gehouden, om te zien welke bijen er daar vlogen. Eigenlijk verwachtten we nog geen nieuwe bewoners van het geplagde stuk, omdat dat meestal wel enkele jaren kan duren voordat de bijen zo’n nieuw stuk weten te vinden. 29
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
We waren dan ook blij verrast toen we (met de hulp van bijenspecialist Jeroen de Rond) op het geplagde stuk een tiental exemplaren van de Gewone franjegroefbij (Lasioglossum sexstrigatum) zagen vliegen, met daar tussen ook nog eens een aantal van de bijbehorende koekoeksbij, de Gewone dwergbloedbij (Sphecodes miniatus)! Beiden zijn slechts enkele miliimeters groot, dus het is wel opletten geblazen om ze te zien.
De Gewone franjegroefbij (Lasioglossum sexstrigatum) (links) en de Gewone dwergbloedbij (Sphecodes miniatus). Foto’s van www.wildebijen.nl
Een mooi en onverwacht snel resultaat, al binnen twee maanden na het plaggen de eerste nieuwe bewoners. Tijdens de excursie op 20 mei zagen we overigens wel 16 verschillende soorten wilde bijen, waaronder acht soorten zandbijen en vier soorten wespbijen groefbijtjes en hommels. Met dank aan Jeroen de Rond voor zijn deskundige determinaties. Nu maar hopen dat de komende jaren nog meer bijen volgen.
HERTSHOORNWEEGBREE
OP
DE
STOEP
BIJ
BATAVIA-STAD (LELYSTAD) Martin Soesbergen Eerder werd in het Lokvogeltje al melding gemaakt van opvallende hertshoornsoorten in Lelystad (Soesbergen, 2009a en b). In de tweede melding sprak ik de verwachting uit dat Hertshoornweegbree verdwenen zou zijn uit Lelystad. Niets bleek vorig jaar al minder waar Inmiddels heb ik een grote groeiplaats gevonden bij Batavia-stad. Tussen de tegels van de Museumweg groeiden in de zomer van 2011 tientallen exemplaren. Op 17 juli 2012 werd de in 2011 ontdekte populatie op de Museumweg 30
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
opnieuw bezocht. Er werden 171 planten en plantjes van Hertshoornweegbree (Plantago coronopus) geteld op 12 m2 stoep (zie foto 1). Buiten deze 12 m2 werd deze soort niet gevonden. Op dit stukje stoep werden nog 12 andere soorten tussen de klinkers gevonden (tabel 1). Leuk was dat ook Kleine varkenskers er stond, de tweede naam van Hertshoornweegbree verwijst naar de gelijkenis met varkenskers (Coronopus). Veel van de aangetroffen soorten horen tot de tredplanten.
Vindplaats (middelpunt is 158.653 – 503.635) het begin is de klinkerweg en het eind is bij mijn fiets.
31
Lokvogeltje 38-3 Naam Duizendschoon Canadese fijnstraal Kleine varkenskers Heermoes Schijfkamille Hertshoornweegbree Smalle weegbree Straatgras Tengere vetmuur Liggend vetmuur Gewone paardebloem Kleine klaver Gewoon langbaardgras
z september 2012
Aantal 27 4 1 3 1 171 10 85 3 26 2 2 230
Wetenschappelijke naam Achillea millefolium Coniza canadensis Coronopus didymus Equisetum arvense Matricaria discoidea Plantago coronopus Plantago lanceolata Poa annua Sagina apetala Sagina procumbens Taraxacum officinale Trifolium dubium Vulpia myuros
Tredplanten Een tredplant is een plant die nog groeit op plaatsen die veel betreding plaats vind. Ze groeien meestal op zuurstofarme bodems met een sterke bodemverdichting. Tredplanten zijn laag groeiende planten, vragen veel licht en kunnen onder normale omstandigheden slecht concurreren met andere planten. Het verdragen van betreding berust in vele gevallen op vertakking vlak bij de grond, een snel herstelvermogen en elastisch en tegelijk vast weefsel. Op sterk betreden plaatsen kunnen de planten meestal geen rijp zaad vormen, maar wordt zaad aangevoerd vanuit de minder betreden plaatsen. Tredplanten verspreiden hun zaad meestal door epizoöchorie. Epizoöchorie is het verspreiden van vruchten en zaden door dieren op een uitwendige manier (vasthechten van zaden en vruchten door tandjes en haren in de vacht).
Hertshoornweegbree Hertshoornweegbree is een zoutplant die je niet direct bij Batavia stad verwacht. Het is weliswaar de oude kust van de Zuiderzee, maar dat is al zo lang geleden. Hertshoornweegbree groeit onder natuurlijke omstandigheden op ziltige, zandige plekken in duinen, op zeedijken, hoge schorren en groene stranden. Ze kan goed 32
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
tegen vertrapping en groeit op plaatsen waar andere planten niet goed gedijen. Dit verklaart waarom ze hier in het gezelschap voorkomt van andere tredplanten. De hertshoornweegbree komt voor in de kustregio's van Europa, Noord-Afrika en Voor-Azië. Wat niet iedereen zal weten is dat Hertshoornweegbree is al vierhonderd jaar als groente in cultuur is. Hij kan, als groente, van maart tot augustus worden gezaaid en al na zeven tot acht weken worden geoogst. De jonge bladeren zijn geschikt voor consumptie. Ze kunnen worden gekookt of rauw in salades worden verwerkt en hebben een aromatische smaak. De groente bevat vitamine C, β-caroteen, vitamine B1 en voedingsvezels. Italië is de voornaamste producent van de hertshoornweegbree als groente. Hertshoornweegbree-salade: • • • • • •
500 gram nieuwe krieltjes 400 gram hertshoornweegbree 150 gram belegen kaas, in kleine plakjes geschaafd 2 stuks lenteuitjes 2 stuks ansjovisfilet vinaigrette
Kook de aardappels beetgaar in de schil en ontvel ze. Blancheer de hertshoornweegbree. Laat de hertshoornweegbree uitlekken en schik ze op een plat bord. Leg de aardappeltjes op de weegbree en strooi de kaasplakjes erover. Meng de in ringetjes gesneden lenteui door de vinaigrette en schenk deze over de krieltjes. Garneer met de in stukjes gesneden ansjovisfilet.
Als straatmadelief in Nederland Denters et al. (1994) en Denters & Vreeken (1998) noemen Hertshoornweegbree voor Amsterdam alleen als pekeladventief langs wegen. Daar staat ze dan samen met Deens lepelblad, Zilte rus en Zilte schijnspurrie. Een vergeten groente: Hertshoornweegbree.
33
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Als straatmadelief is Hertshoornweegbree al wel langer bekend. In de bebouwde kom staat ze op straat en heeft een speciale voorliefde voor vluchtheuvels (Denters, 2004). De hertshoornweegbree tussen de stenen op de druk bereden Varkensmarkt in Haarlem bijvoorbeeld is een typische tredplant en straatmadelief. In ieder geval komt ze als straatmadelief voor in Amersfoort, Den Haag, Enschede, Verspreiding in Nederland (de stip in Lelystad is mijn Haarlem, Middelburg waarneming). en Wageningen. Lelystad de derde vindplaats van deze soort in onze provincie (zie de kaart van waarnemingen.nl). Ga eens kijken!
Literatuur 1. Denters, T. 2004. Stadsplanten veldgids voor de stad. Fontaine Uitgevers BV, ’s-Gravenland. 2. Denters, T., R. Reusink & B. Vreeken 1994. Van Muurbloem tot Straatmadelief wilde planten in en rond Amsterdam. KNNV Uitgeverij, Utrecht. 3. Denters, T. & B. Vreeken 1998. Flora-atlas van de regio Amsterdam. Provincie Noord-Holland, Haarlem. 4. Soesbergen, M. 2009a. Verrassende weegbreesoorten in Lelystad. Lokvogeltje 35(2): 30-31. 5. Soesbergen, M. 2009b. Verrassende weegbreesoorten in Lelystad deel 2. Lokvogeltje 35(4): 15.
34
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND Auteur bij de redactie bekend
De zomer van 2012 leek een heel slechte zomer te worden. Vrijwel dagelijks viel er regen en de temperaturen waren zeer gematigd. Met als gevolg in juli een run op last minute vakanties naar zonnigere en warmere streken. Uiteindelijk viel de zomer voor de achterblijvers toch niet tegen. De laatste week van juli bracht veel zon en hoge temperaturen. Een goed begin van de schoolvakanties in Flevoland. Ook daarna was het in het algemeen redelijk zomerweer met rond half augustus opnieuw een week met prachtig zomerweer. Met op 18 en 19 augustus zelfs in vrijwel het gehele land temperaturen ruim boven de dertig graden. Dus klagen over deze zomer mogen we uiteindelijk toch niet. Het weer is dit jaar in Nederland nogal grillig. Ook elders in de wereld wordt het klimaat extremer. In de landen rond de Middellandse zee kwamen deze zomer de temperaturen geregeld boven de veertig graden. In de VS heersten deze zomer extreem hoge temperaturen en waren er misoogsten door droogte. Ook was het warm in de Noordelijke ijszee. Er is daar veel ijs verdwenen. Eind augustus is de oppervlakte ijs op de Noordpool zelfs onder het minimum van 2007 gekomen. De afsmelt van het ijs lijkt daarmee nog veel sneller te verlopen dan de klimatologen enkele jaren geleden verwachtten. We zijn de zeer strenge vorst van begin februari al weer grotendeels vergeten. Toch was de temperatuur van 22.9 graden onder nul op 5 35
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
februari in Lelystad erg uitzonderlijk. De effecten daarvan zijn nog merkbaar. Slechte oogsten in de fruitteelt. Ook de braamstruiken in de vrije natuur hebben een zware tik van de zeer strenge vorst gekregen. De bovengrondse delen zijn daardoor grotendeels afgestorven en er waren daardoor deze zomer weinig bloemen aan de braamstruiken. Spijtig voor bijen, hommels, zweefvliegen e.d., die graag op de bloeiende bramen nectar verzamelen. Het gevolg is ook dat er nu vrijwel geen bramen aan de struiken zitten. Spijtig voor de zangvogels die deze sappige vruchten graag eten. Gelukkig hebben de vlierstruiken weinig geleden van de strenge vorst en kunnen de merels, zanglijsters, maar ook de duizenden spreeuwen zich nu tegoed doen aan de vlierbessen. Die laatste zijn dan ook weer zeer talrijk aanwezig in Flevoland. Ook andere vruchten zijn bij zangvogels zeer geliefd. Ik geniet altijd van de rijkelijk bloeiende kamperfoelie in mijn tuin. Ik verheug me dan op de talrijke trosjes rode bessen, die in de nazomer aan de twijgen zullen hangen. Dat genieten van de aanblik van de besjes kan ik wel vergeten. Ieder jaar weer worden al snel na het kleuren van de besjes de besjes door merels verorberd. De merels moeten daarbij soms acrobatische toeren verrichten, maar uiteindelijk weten ze alle besjes te oogsten. Ook de bessen van de vuurdoorn en lijsterbes verdwijnen meestal erg snel van de struiken. En weet u hoe de besjes van de rode kornoelje er uit zien? Waarschijnlijk niet, want deze zwarte besjes zijn ook maar een kort leven beschoren. Dit jaar zijn er in het algemeen weinig wespen. Door de aanvankelijk zachte winter zijn de wespenkoninginnen vroeg actief geworden en vervolgens slachtoffer geworden van de latere strenge koude en de wisselvallige omstandigheden in het voorjaar. In het algemeen dus weinig last van wespen, maar plaatselijk zijn ze toch erg hinderlijk. In de voorzomer zijn de wespen nuttig bij het opruimen van andere insecten, maar nu komen ze graag mee snoepen van de limonade op het terras. En bij het plukken van door vogels aangepikte appels en pruimen moet je erg oppassen niet door een wesp te worden gestoken. Ook de atalanta’s maken graag gebruik van de aangepikte vruchten. Dat is dan weer wel een fraai gezicht. Dit jaar zijn er redelijk wat atalanta’s, maar voor de meeste andere vlindersoorten was dit geen goede zomer.
36
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
In het begin van de zomer heb ik nog enkele hoornaars gezien, maar deze wespensoort van zuidelijker streken lijkt het dit jaar onder de wisselvallige weersomstandigheden niet goed te doen. Tuinliefhebbers, die hoopten dat de strenge koude opruiming zou hebben gehouden onder de naaktslakken, zijn bedrogen uitgekomen. Blijkbaar hebben de meeste slakken zich goed schuil weten te houden en brachten ze juist onder de regenrijke omstandigheden van deze zomer veel tuinliefhebbers tot wanhoop. Hoewel het een redelijk goede zomer was, was deze zomer in Flevoland erg nat. Geregeld vielen er zware buien. Daardoor bleven de waterstanden in de Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen hoog. Dit jaar dus opnieuw geen droogvallende slikplaten in de Grote plas langs de Oostvaardersdijk en dus ook geen kans om hier tienduizenden sterns, meeuwen, eenden en ganzen te kunnen zien vanaf deze vroeger alom geroemde natuurboulevard. En ook als hier al grote aantallen vogels zouden voorkomen, zouden veel vogelliefhebbers hier geen stop durven te maken. Bij de aanpassing van de Oostvaardersdijk enkele jaren geleden zijn op twee punten uitkijkpunten gemaakt voor de vogelliefhebbers. Maar je moet als automobilist wel veel lef hebben om af te slaan naar deze parkeerterreintjes. Veel automobilisten rijden nog steeds erg hard op deze provinciale weg en houden geen rekening met afslaand verkeer Daarbij komt dat er geen uitvoegstroken zijn en de toegangen tot de parkeerterreintje nogal ongelukkig zijn vormgegeven. Het is daardoor zelfs veiliger om niet op deze parkeerterreintjes te stoppen, maar gebruik te maken van de pechhavens langs de weg. Vogelliefhebbers hebben de komende weken weinig last van langsrazende auto’s op de Oostvaardersdijk ter hoogte van de Lepelaarplassen. De provincie is hier bezig met wegwerkzaamheden en heeft tot begin oktober de dijk afgesloten voor auto’s. Daardoor is het hier heerlijk rustig voor fietsers en wandelaars. Het bezoekerscentrum De Trekvogel is wel per auto bereikbaar en vormt een geschikt startpunt voor een rustig “rondje Lepelaarplassen”. Door de hoge waterstanden in de Oostvaardersplassen konden de ruiende grauwe ganzen het rietland weer intensief begrazen. Ook was er weer een zware aantasting van rietstengelboorders. Daardoor zagen de rietvelden in een groot deel van de Oostvaardersplassen er tot half augustus winters uit. Deze jaarlijkse aantasting van het riet kan niet zonder gevolgen blijven. De oppervlakte riet loopt nu al enkele jaren terug
37
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
en het broedbiotoop voor de moerasvogels staat dan ook zwaar onder druk. Ingrijpen op de waterstand lijkt dan ook onvermijdelijk. Je zou verwachten dat er in de moerasgebieden van Flevoland voldoende voedsel te vinden zou zijn voor de ganzen. Dat is toch niet het geval. Ondanks de uitgestrekte rietvelden en graslanden rond de Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen verkeerden veel ruiende en jonge ganzen aan het begin van deze zomer in een slechte conditie. In juni bleek evenals in voorgaande jaren opnieuw massale sterfte onder de jonge grauwe ganzen in deze gebieden op te treden. Onderzoek wees uit dat deze jonge ganzen gestorven waren aan ondervoeding. Jonge en ruiende ganzen kunnen niet vliegen en gaan bij onraad over grote afstanden in paniek op de loop. Onraad door menselijke activiteiten, maar ook door de aanwezigheid van predatoren. De jonge ganzen krijgen blijkbaar onvoldoende kans om voedsel tot zich te nemen, waarna er honderden het loodje leggen door ondervoeding. Toch wel een onverwachte ontwikkeling en waar bij planologische ontwikkelingen en openstelling van gebieden rekening mee moet worden gehouden. Eén van de onruststokers is de zeearend. Deze heeft dit jaar weer succesvol gebroed in de Oostvaardersplassen. Hier is één jong groot geworden; in het Roggebotsebos zijn twee jongen uitgevlogen. In juni werden in de Oostvaardersplassen en de Lepelaarplassen geregeld twee zwarte ibissen waargenomen (zie nevenstaande foto van Cor van Nijen). Deze vogels lieten zich op het Trekvogelgraslandje en de Natte graslanden van de Lepelaarplassen enkele malen van korte afstand fotograferen. Hoewel ze tijdens het broedseizoen langdurig aanwezig waren, zijn er geen aanwijzingen dat ze in Flevoland hebben gebroed. Dat heeft de woudaap waarschijnlijk wel gedaan. In juli werden geregeld een of meer woudapen gehoord en gezien in de Kwelzone ten westen van de Lepelaarplassen. Naast de alom aanwezige grote zilverreigers zochten deze zomer ook weer enkele kleine zilverreigers voedsel in de greppels van het Trekvogelgraslandje en de Natte graslanden. In augustus zwierven er enkele zwarte ooievaars rond in Flevoland en aan de westzijde van de Oostvaardersplassen werd een kwak waargenomen. Op veel plaatsen in Flevoland lieten zich deze zomer boomklevers horen. Deze soort van hoge bomen heeft nu dan toch een goot deel van Flevoland gekoloniseerd.
38
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
Het Flevolandschap heeft dit voorjaar twee nieuwe uitkijkpunten gemaakt op het dijkje rond de Natte graslanden en vanaf deze punten heeft men een prachtig uitzicht over het gebied. Vanuit de Lepelaarhut werden weer geregeld meerdere ijsvogeltjes gezien. Blijkbaar hebben enkele ijsvogeltjes de strenge winter overleefd. Dit jaar werden op korte afstand van de Lepelaarhut minstens twee broedsels met succes groot gebracht. Ook in De Harderbroek zijn de observatiemogelijkheden verbeterd. Natuurmonumenten heeft op het uitkijkpunt tussen het oude en nieuwe gedeelte een nieuwe observatiehut gebouwd. Zeker de moeite waard om daar de komende maanden eens een bezoekje aan te brengen. De meteorologische zomer loopt morgen ten einde. Als je de aantallen brandganzen in de Oostvaardersplassen ziet, zou je denken dat het al winter is. Voorheen was de brandgans een typische wintergast, maar tegenwoordig zijn ze ook in andere seizoenen in Nederland. Maar dit jaar zijn ze toch wel erg vroeg teruggekeerd. Alsof ze de herfst overslaan. De brandganzen doen zich overdag te goed aan het gras in de Oostvaardersplassen, maar vertrekken in het begin van de avond samen met de grauwe ganzen naar de akkers waar het graan is geoogst. Een heel spektakel. Spijtig dat de graanstoppel in Flevoland korte tijd na de oogst al door de boeren wordt ondergewerkt. Dat geldt ook voor de aardappel- en bietenpercelen later in het jaar. Spijtig, want de oogstresten zijn goed voedsel voor de overwinterende ganzen en zwanen. Maar eerst komt nog de herfst. Binnenkort start de wegtrek van grote aantallen zangvogels. De gierzwaluwen zijn al verdwenen. De lucht is soms nog “vol” van kwetterende boerenzwaluwen. Maar ook zij zullen binnenkort vertrekken. Zo gaat dat, jaar in jaar uit….. Lelystad. 31 augustus 2012.
39
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
PUZZEL Door Tonia Nales Bij juiste invulling ontstaat in het vet-omlijnde gedeelte een naam van een plant. Gelijke cijfers zijn gelijke letters.
40
Lokvogeltje 38-3
z september 2012
INHOUDSOPGAVE Nieuws uit de vereniging ......................................................................... 1 Dutch Bird Fair op 25 en 26 augustus ................................................. 1 Van de redactie ................................................................................... 1 Ledenmutaties ..................................................................................... 2 *** Sterren *** .......................................................................................... 2 Agenda ................................................................................................... 3 Een andere manier van natuubeleving .................................................... 6 Horen zien en schrijven ........................................................................... 7 De eerste Soorten-zoekdag in Lelystad ................................................ 11 Ringslangen monitoren ......................................................................... 13 Ringslangexcursies Oostvaardersveld .................................................. 16 Hoornaar versus horzel ......................................................................... 18 Bevers spotten ...................................................................................... 19 Werkzaamheden en gebeurtenissen in de heemtuin............................. 21 Heemtuingroep zomer 2012 .............................................................. 21 Het bijenhotel .................................................................................... 21 Vrolijke gebeurtenissen ..................................................................... 22 Maaibeheer ....................................................................................... 22 Vijftien jaar wintervogels tellen in de Rozengaard ................................. 24 Plaggen voor Bijen in natuurgebied ‘t Zand A72 ................................... 29 Hertshoornweegbree op de stoep bij Batavia-stad (Lelystad) ............... 30 Tredplanten ....................................................................................... 32 Hertshoornweegbree ......................................................................... 32 Als straatmadelief in Nederland ......................................................... 33 Literatuur ........................................................................................... 34 NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND ........................... 35 Puzzel ................................................................................................... 40 Inhoudsopgave ..................................................................................... 41
41