vrijdag, februari 27, 2004
Big Fish Mijn vader was geen verhalenverteller. Hoewel spraakzaam na een paar borrels en een charmante praatjesmaker wanneer er vrouwelijk schoon in de buurt was, een verhaaltje voor het slapen gaan zat er bij hem niet in. Mijn vader was van die generatie die op zondag het vlees kwam snijden. Zijn leven speelde zich buiten mijn blikveld af, ergens in de Grote Mensenwereld waar Belangrijke Dingen moesten worden gedaan. Onze levens kruisten elkaar maar zelden. Wat ik me nog het meest van hem herinner, is hoe hij na het eten languit lag te snurken op de bank, en hoe hij op zondag in de keuken het vleesmes stond te slijpen. Echt gekend heb ik hem niet.
Will Bloom, de hoofdpersoon uit de wonderschone speelfilm "Big Fish", denkt ook dat hij zijn vader niet kent. Omdat zijn vader alleen maar de meest fantastische verhalen vertelt en nooit iets van zichzelf laat zien. De oude Edward Bloom (een schitterende rol van Albert Finney) verzint voor wie het horen wil een universum vol reuzen, Siamese tweelingen, Geheimzinnige Vrouwen en Spannende Avonturen, waarin hij zelf de heldhaftige hoofdrol vervult. Een kleine man die zijn kleine leven groter probeert te laten lijken door het op te sieren met zijn fantasie. En die daarmee, in een van de mooiste sterfscènes ooit gefilmd, zijn zoon een belangrijke erfenis nalaat. Je gunt elk kind zo'n vader als Edward Bloom. Elk kind verdient een mooi verhaal voor het slapen gaan. Mijn vader is nu al 22 jaar dood. Tijdens het kijken naar "Big Fish" moest ik ineens weer aan hem denken. Mijn vader was ook
een 'kleine' man die weinig van zichzelf liet zien. Hij verdiende het geld voor een gezin met zes kinderen, en hij vertelde geen verhalen. Daar kun je zielig over doen, maar het heeft ook een voordeel: ik ben ze zelf gaan verzinnen.
maandag, maart 01, 2004
Koorts Griep. Al drie dagen. Zo’n venijnige, waarbij je ogen uit je kop worden geduwd door het vocht dat zich ophoopt in je sinussen. 38,5. Scheermesjeshoest. Als je je gewrichten wil gebruiken moet je ze eerst uit een bankschroef wrikken. Dat gevoel. In mijn hoofd zit een klein mannetje met twee voorhamertjes een drumsolo op mijn oogbollen te roffelen als ik opsta. Vooral niet opstaan. Blijven liggen. En ik had er zo graag uitgewild. Nu mis ik de opening van het kievitseierenraapseizoen. Vandaag, 1 maart, is de eerste kievitseierenraapdag. In het hele land halen vastberaden buitenlui hun kievitseierenraapuitrusting onder het stof vandaan. Gewapend met een kievitseierenraapemmertje lopen zij op hun kievitseierenraaplaarzen in de bleke ochtendzon door de benevelde velden. Vastbesloten als eerste het kostbare kievitseierenraapsel te vinden. Nu komt het er dan eindelijk op aan het in de kievitseierenraapcursus geleerde in praktijk te brengen. Zij die daarbij ook nog eens de kievitseierenraapvoorschriften van de Nederlandse Kievitseierenraapvereniging volgen maken natuurlijk de meeste kans om als eerste bij Huis ten Bosch aan te schellen en de Majesteit te verrassen met het primeur-ei. “Ach kijk”, zal zij zeggen, “is het alweer kievitseierenraapseizoen? Wij kijken er altijd naar uii maar toch komt het ieder jaar weer als een verrassing.” Wat doet de Majesteit met dat ei? Eet ze het op? Broedt ze het uit? Of toont ze het direct aan haar kersverse kleindochter, om die alvast met de traditie vertrouwd te maken? Met een koningin opvoeden kun je niet vroeg genoeg beginnen. Dat ze over een jaar of wat niet met haar mond vol tanden staat als er ineens een knoestige boer op haar stoepje staat die haar een vreemd ei probeert op te dringen. Schat, berg jij mijn laptop even op? Ik begin te ijlen.
zaterdag, maart 20, 2004
Papierwerk -Hello? Is this the- hallo?! -Hello? Who speak? -Ah! This is minister Verdonk from the dutch guverment. Is this the Iraqi autorities? -Hello? Is very bad connection. -Minister Verdonk! From the Netherlands! Holland? I want to speak to someone big in Irak. -I pretty big. Almost 6 foot 3. -Ah. Good. I have here familie from Koerdistan, mister and missus Abbas. You know? -No know. Koerdistan no good! -Yes, but I have here familie and I have to send them back to you because they are eh... how you say... outgeproceed. -I can not hear. Line still very bad because of war, you know? -Yes, that is not so nice. -Also bombing two blocks away. Is lot of noise. -Ah. But this familie? I cán keep them here, but then you of the Iraqi autorities must proove that you are hunting them. -Hunting? -Yes. If you send me document that you hunt the Abbas familie because they is bad people or so, thén I can keep them hier. Utherwise, they go back to you. Understand? -We no time for hunting. Everyday is ah... bombs, you know. People eh... poef! -So you don't hunt Abbas familie? -No hunting. Burry, yes. Hunt, no. -Ah. Allright. Then I send them back to you. Thank you very much. Bye bye.
woensdag, april 07, 2004
Nooit meer slapen De Nederlandse beleidsmakers hebben weer eens te lang wakker gelegen de afgelopen nachten. Volle maan, dus ja, dan krijg je dat. Je ligt te woelen en te draaien, je staart naar het plafond, je hersens malen, en ineens stoot je je bedpartner wakker en roep je: "Betuwelijn!", of "Tolpoortjes!", of "Carpoolstrook!" De nieuwste nachtelijke oprisping heet "Smulbos". Echt waar. Ergens in dit land is vannacht iemand wakker geworden met DE oplossing voor het allochtonen-inburgeringsprobleem: we leggen een Smulbos aan! Geen gewoon bos, ben je besodemieterd! Daar komt de doorsnee allochtoon zijn bed niet voor uit. Is onderzocht. De allochtoon zoekt alleen de heilzame, integratieverhogende werking van de natuur als er ook wat te kanen valt. Dus komt er bij Nijmegen een bos met appel- en perenbomen, en frambozen- en bessenstruiken, en notenbomen, en paddestoelen! Een heus Kockanje, waar de allochtoon straks één keer per jaar (!), op de jaarlijkse "Pluk-de-Dag-Picknick", zijn buikje rond mag eten. Een Smulbos. Met subsidie van VROM. Zie ze over een jaar of vijf (want zo lang moet je toch wel rekenen voordat je een beetje Smulbos bij elkaar hebt) blij en vrij en onverveerd de natuur intrekken, onze allochtonen. Gewapend met picknickmanden en gestoken in luchtige vrijetijdskleding plukken ze zich een weg. Ze kijken intens gelukkig toe hoe hun kinderen met de hond ravotten, en voeren intelligente gesprekken in vloeiend ABN. De Burka is verleden tijd, het hoofddoekjesvraagstuk afgesloten, culturele verschillen opgelost, de islam afgezworen, het christendom omarmd. En dat allemaal door een Smulbos. Wie had dat ooit kunnen bedenken?
donderdag, april 15, 2004
Lieve oma... Op 17 april wordt de eerste Nationale Opa en Omadag gevierd. Een ongetwijfeld door de middenstand gesponsord initiatief dat ons moet aansporen een hele dag lief te zijn voor onze opa's en oma's. Lekker een dagje met ze naar een pretpark, of gewoon weer eens bij ze op visite. Om te laten zien dat we van onze oudjes houden. Even dat schuldgevoel op scherp zetten. Ik heb mazzel. Mijn oma heeft al 30 jaar een tuin op d'r buik, dus ik voel me nergens toe verplicht. Afgezien daarvan: oma was een hele nare vrouw. Een intrigante, een zeur, een vals kreng dat alles en iedereen tegen elkaar op probeerde te zetten. Als ze niet zat te breien. Dat eeuwige gebrei! De godganse dag. Eierwarmers. Onderbroeken voor de kindertjes in Afrika, weet ik veel. Op zich heel nobel. Maar oma was ook zo blind als een slavink. En wie mocht, gekleed in een buitenmodel trui met een mouw op zijn rug, de steken oprapen? Precies. Leuke oma's nemen hun kleinkinderen mee naar de dierentuin. Leuke oma's gaan met hun kleinkind een ijsje eten. Oma's idee van een leuk uitje was een dagje naar het kerkhof. Ik heb een foto waarop ik, een peuter van drie, op de grafzerk van mijn opa met kiezelsteentjes zit te spelen. Oma staat in de achtergrond. Een zwarte vogel met een vreemde glimlach om de tandeloze mond. Oma spaarde ook. Koffiepunten? Zegeltjes? Gebedsplaatjes? Was het maar waar! In een speciaal doosje bewaarde oma de tanden en kiezen van haar kleinkinderen. Ze sloeg ze nog net niet uit je bek als je niet snel genoeg wisselde, maar ze legde ook nooit een kwartje onder je kussen. En ze bleef maar leven! Honderdéén werd ze! Niet kapot te krijgen. Vijf keer werd ze bediend. Vijf keer liet ze de hele familie inclusief de voor de gelegenheid uit zijn huishoudster getrokken zieleherder aanrukken, om ze weer onverrichterzake naar huis te sturen. Niet stuk te knuppelen. Op haar 96e werd er nog een been geamputeerd, en nog ging ze niet dood. Wij hebben wel eens overwogen om de euthanasiediscussie een geheel nieuwe injectie te geven door oma met rolstoel en al van de trap te rijden, maar ja, dat doe je dan ook weer niet. 't Blijft toch je oma. Gelukkig was oma een kolerewijf. Anders had ik nooit zo smakelijk over haar kunnen vertellen. En 20 jaar geleden heb ik met dit verhaal een hele mooie vrouw ontzettend aan het lachen gekregen. Daar ben ik nu alweer 4 jaar mee getrouwd.
zaterdag, april 24, 2004
Muis In Japan is eergisteren de eerste vaderloze muis geboren. Echt waar. Aan de Landbouwuniversiteit van Tokio hebben ze een muizeneicel zodanig gemanipuleerd dat ze zich is gaan gedragen als een zaadcel, waarmee vervolgens weer een andere eicel is bevrucht. De Bewust Ongehuwde Draagmoedermuis heeft zich dit keer geen oor aan laten naaien en bleef geheel Onbevlekt Ontvangen. Ze heeft het leven geschonken aan een gezonde Meisjesmuis, die op moet groeien in de wetenschap dat ze het kind is van twee moeders. Daar is geen Muizenpiemel aan te pas gekomen. Er worden reeds traumavertragende maatregelen getroffen voor het geval het Kleine Wonder vragen gaat stellen over de afwezigheid van een Vaderfiguur, wat gezien de omstandigheden een reële mogelijkheid is. Het blijft per slot van rekening toch een half Weesmuisje. Voor de Landbouwuniversiteit vinden inmiddels stevige gevechten plaats tussen geschokte Millitante Katholieken, Hoopvolle Onvruchtbaren en het Lesbisch Moederfront. In wetenschappelijke kringen wordt als gevolg van dit geslaagde experiment algemeen aangenomen dat het overbodig raken van de Man nog slechts een kwestie van tijd is. Hoofdonderzoeker Tomohiro Kono verklaarde desgevraagd dat hij geenszins van plan is de methode ook voor mensen toegankelijk te maken, maar dat hiermee wel afdoende bewezen is dat God eigenlijk een Japanner is.
zaterdag, mei 22, 2004
Billenbijter Zou ie het nou echt gedaan hebben? Zou de man, die toch jarenlang onze rots in de branding van de deugdzaamheid is geweest, die ons zondaars geruime tijd in de christelijke teugels wist te houden, die zich ondanks zijn ongeschoren look immer liet voorstaan op een rein geweten... zou nu uitgerekend díe man met zijn grijpgrage vingers aan de bilpartij van zijn medewerkster hebben gezeten- wat zeg ikhaar "bij het achterwerk hebben vastgegrepen"? Is Ruud Lubbers een billenknijper? Om te beginnen moeten we vaststellen dat de man smaak heeft. Billen waar je je aan vast kunt grijpen, dat moeten behoorlijke billen zijn. Dat zijn niet van die slappe puddinkjes die geruisloos overlopen in het bovenbeen of nondescripte hangjongens, neen, dat zijn stevige volle bollen, dat moge duidelijk zijn. Billen die je langs ziet dijnen en waarvan je denkt: ik mag dan wel het lichtend baken voor alle vluchtelingen ter wereld zijn, maar daar ga ik toch es effe lekker in knijpen. Kan ik als billenliefhebber helemaal in meegaan. Begrijpelijk. Minder slim is het, als de billen blijken toe te behoren aan een Amerikaanse Vrouw. Een Amerikaanse Vrouw voelt zich al sexueel geintimideerd als je haar een complimentje over haar schoenen maakt. Daar hoef je vaak maar naar te kijken en je hebt al een schandaal aan je broek. Zeker sinds de Lewinsky-affaire moet je als hoogwaardigheidsbekleder ontzettend oppassen waar je je handen laat; laat staan je rookwaar. Vijf getuigen waren erbij, schijnt het. Vijf mannen. Zou het een gangbang geweest zijn? Collectief billengrijpen, onder aanvoering van onze Ruud. Lubbers. Ik heb het altijd al een billengrijpnaam gevonden.
woensdag, juni 30, 2004
Hersencellentekort -Welkom... Alweer de dedde les van osse cussus "Bedreigen Doe Je So"... Fijn dat jullie er allemaal weer sijn, ehm... Lawe maar meteen met de deur in huis komen: vandaag gaan we het hebbuh over wat je ken doen, mocht je worduh vervolgd. Ja? Dus stel: jij heb iemand bedreigd...ja?... gede-mo-ni-seerd... en die pessoon vindt dat niet leuk... voélt sich be-dreigd... heb aan-gif-te gedaan- komuh we in les 8 nog op trug-... en justisie (dat zijn homo's in zwarte jurken) gaan over tot vervolging. Ja? Hoe komuh we daar dan mee weg? Iemand een idee? ...... Niet allemaal tegelijk... Vingers, iemand? Nee? Nou goed. Stel: je heb een raptekst geschreven, ja? Dat kennen jullie toch ook zo goed, rappen? Over eh... Hirsi Ali. Ja? Wat moet er in een goeie raptekst tegen Hirsi Ali? -Kankerhoer! -Kankerhoer, tuurlijk, altijd goed. Nog meer? -Ik snij je open! Ik ga over je lopen. -En je daarna een vuistslag verkopen! -Ik ga je fucking kop verbouwen want je bent niet te vertrouwen, en daarna ga ik een mes in je douwen. -Hartstikke goed, hartstikke goed. Nou, kijk: as die trut van een Ali nou gaat janken en justisie gaat je ondervragen, ja, wat zeggen we dan? Pak effe je boek derbij... bladsij 35, bovuhaan. Staan een paar handige tips. Een paar slimme zinnetjes, ja? Effe hardop meelezen: 1: "Ik ben toch vrij met me meningsuiting of niet soms ja toch niet dan?" 2: "Zij roep dat in mij op dus het is háár schuld." 3. "Ut is de kunst van de rap en ja dat is gewoon onze kunst weet je?" Duidelijk? Ken je gebruiken voor iedereen waajennut niet mee eens ben, oké? Mooi. Volgende week gaan we leren hoe je een goeie kogelbrief maak en als we nog tijd hebben leg ik uit hoe je met een vliegtuig een flatgebouw binnenkomt.
woensdag, juli 14, 2004
Going Down Mijn broertje is een mongooltje. Dat mag je tegenwoordig van de firma Politieke Correctheid B.V. niet meer zeggen. Het moet zijn: mijn broertje heeft het syndroom van Down. Maar ik noem hem nog gewoon een mongooltje. We zijn per slot van rekening samen opgegroeid. Mijn broertje is anderhalf jaar ouder dan ik, maar staat oneindig ver van me af. Gisteren vierde hij zijn 43e verjaardag. Hij is klein en grijs en zijn tong wandelt nog steeds buiten zijn mond. Hij vindt het fijn dat je er bent maar lijkt je ook net zo snel weer te vergeten. Hij oogt oud. Dat doen mongolen. Een gesprek voeren is er niet bij. Hij antwoordt op alles "ja", ook al bedoelt ie eigenlijk "nee". Geef hem de keus tussen twee dingen en hij raakt in de war. Dus antwoordt ie maar weer "ja". Als ie drinkt, houdt ie zijn tong aan de buitenkant van het glas. Dat is heel knap. Als ik dat probeer loopt de inhoud in straaltjes langs mijn kin. Mijn broertjes humeur kan omslaan als een blad aan een boom. Het ene moment staart ie tevreden voor zich uit, het volgende moment heeft ie zwaar de pest in en valt er geen land mee te bezeilen. De avond eindigt altijd in mineur. Ik merk dat ik geen geduld meer voor 'm heb. Daar zou ik me natuurlijk voor moeten schamen. Hij is nou eenmaal anders dan ik. Maar ik breng het niet op. We zijn per slot van rekening samen opgegroeid. Ik altijd een beetje in zijn schaduw. Daar kan hij verder niks aan doen. Dat heb je zo met mongolen. Dat zijn zonnekinderen.
donderdag, juli 29, 2004
De Weg van het Zaad Aan de directie van Endemol International. Geachte heren, Via deze weg wil ik u hartelijk danken voor het in mij gestelde vertrouwen. Uw verzoek tot het ontwikkelen van de spelonderdelen voor uw nieuwe programma Sperm Race vormt voor mij het absolute hoogtepunt in mijn carrière, en ik grijp deze mogelijkheid dan ook met beide handen aan. Het zal u plezieren dat ik en mijn team reeds enkele brainstormsessies achter de rug hebben, waarvan hier de voorlopige resultaten. Bij elk spelonderdeel staat (uiteraard) de kwaliteit van het mannelijk zaad centraal. 1. "Hou Hem Hoog". Aangezien kwaltiteitszaad uit een kwaliteitskoker moet komen, zal in dit eerste spelonderdeel de conditie van het mannelijk lid worden getest. Lengte en hardheid vormen de speerpunten in dit spel, waarbij de kandidaten zandzakken aan hun erectie krijgen gehangen. Winnaar is de kandidaat die de meeste zandzakken van punt A naar punt B weet te brengen. 2. "Schiet Ze Lek". Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat kwaliteitszaad een grotere afstand aflegt dan gewoon zaad. In dit spelonderdeel kijken we hoe ver een kandidaat kan schieten. De kandidaten stellen zich op in een rij, 5 meter verwijderd van de presentatrice (beschermende kleding!), en brengen zichzelf tot een hoogtepunt. De eerste die de presentatrice in het rechteroog weet te raken, is de winnaar. 3. "De Marmot". Afvalronde. Om te zien of we met "dom" of "slim" zaad te maken hebben, lenen we voor dit onderdeel een beproefd concept: het Marmottenspel. Het bekende doolhof wordt in onze versie uitgerust met een buizenstelsel dat slechts twee uitgangen heeft: achter uitgang A bevindt zich een vruchtbare eicel, achter uitgang B een onvruchtbare. (Misschien is het leuk om de foto's van de eiceldonoren boven de uitgangen te hangen). De kandidaat wordt met de penis in de ingang tot ejaculeren gebracht. Kiezen zijn zaadcellen voor uitgang A gaat hij door naar de volgende ronde. Kiezen ze echter voor uitgang B, dan ligt de kandidaat uit het spel.
4. "Zaklopen". Wordt nog nader uitgewerkt. 5. "Slikken Maar". Waarin het sperma van de verschillende kandidaten door een deskundig panel wordt getest op Smaak, Structuur en Houdbaarheid. 5. "Fiets Hem Erin". Het grote finalespel. De kandidaat die als beste uit de bus is gekomen, zal met een vrouw met kinderwens live copuleren. In een latere aflevering gaan we na of bevruchting ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Tot zover. Ik en mijn team hebben het vermoeden, dat we met deze aanpak een sterk in de markt staand product hebben, waarmee in een latere fase óók de Nederlandse Televisie kan worden verrijkt. Want daar doen we het toch allemaal voor...
vrijdag, augustus 06, 2004
Gay Pride Wist u dat wij in Amsterdam een heuse homoprofessor hebben? Jazeker wel! Aan de Universiteit van Amsterdam doceert een homoprofessor. Hoe heet die studie? Homologie? Homosofie? Homotomie? Homokunde? En wat leert die man je dan zoal? Zijn er lesboeken? Aanschouwelijk onderwijs? Practica? Moet je aan het eind van de rit een homo-examen afleggen? Hoe het ook zij, de homoprofessor maakt zich zorgen. Amsterdam is namelijk niet meer het brandend middelpunt van de Internationale Homobeweging. Wij zijn van het erepodium gestoten door Parijs, Berlijn, Barcelona. Waar eensch zoo fier den cockring blonck, daar heerscht nu den vertrutting. We hebben niet genoeg te bieden. Eéns per jaar een optocht van piemelzwaaiers en een optreden van Lampenkap Alberti, daar komt de Internationale Homo zijn bed niet meer voor uit. En geef 'm ongelijk. Laten we er niet omheen draaien: Amsterdam is ouderwets. Gelukkig heeft de homoprofessor de oplossing. Wat dacht je, je wordt niet zomaar homoprofessor! Volgens hem moet Amsterdam meer trekkers hebben. Leuk woord in dit verband. Maar hij bedoelt ermee te zeggen, dat Amsterdam weer op de kaart gezet moet worden met een aantal leuke homo-attracties. Zijn voorstel: een homomuseum (saai!) en een homowarenhuis. Wat moet ik me in vredesnaam voorstellen bij een homowarenhuis? Wat koop je daar, afgezien van het meest voor de hand liggende? Homovriendelijke kleding? Homomeubeltjes? Homoafwasborstels? Homoditjes en datjes? En hoe noemen we het? De Billenkorf? Pik en Kloppenburg? Ik wilde de homoprofessor voorstellen om van onze zwakte juist onze kracht te maken. In deze tijd van retro en nostalgie is ouderwets juist heel erg in! Dus, wat gaan we doen? We bouwen een ouderwets, degelijk, naar spruitjes en pannenkoeken geurend homopretpark . Met fijne, gezonde, ouderwetse attracties voor het hele gezin. We gaan weer Ballengooien! Ringsteken! Klootschieten! Cockhappen! Moet jij eens kijken! De Internationale Homo gaat zich in Amsterdam weer helemaal thuis voelen. En ik krijg een leerstoel aan de UvA.
woensdag, augustus 18, 2004
Ooit... De oude man leunde tegen een boomstronk en stak een pijpje op. De zon kietelde zijn kale schedel. Onder het bladerdak van de vier populieren was het goed uit te houden. Verstrooide schaduw. Koel. De oude man sloot de ogen en liet zijn gedachten terugglijden. Terug naar de jaren van werkzaamheid. De ambitie. Het grote vooruitstormen. De angst voor de leegte. De paniek als ideeën niet wilden komen. De obstakels. Domheid. Onzin. Beunhazerij. God, er werd wat afgbeund in zijn tijd! En nooit eens een eerlijk antwoord, steeds maar die draaikonterij. Geen wonder dat er in zijn land zo weinig oorspronkelijks van de grond kwam. Vechten tegen de bierkaai was het vaak. Maar ach. Hij hield wel van een stevig robbertje. Nu strekte hij de stramme ledematen op het gras, slaakte een tevreden zucht en overzag de vredige vallei van zijn leven. Rust. Kennis. De volle wetenschap dat uiteindelijk alles relatief is. En hij leefde nog. Dat kon niet iedereen zeggen. Hij stopte nog een nieuwe pijp, vastbesloten zijn dagen in gelukzalige ledigheid te slijten. Hij was er niet op bedacht. Nog voor hij het kon tegenhouden diende het zich toch weer aan. Een nieuw idee.
vrijdag, augustus 27, 2004
Zappend door Holland... Denk je dat je het meest onsmakelijke vertoon van zelf-etalering op de vaderlandse buis toch wel gezien hebt, schakel je in een moment van onoplettende ledigheid naar de Evangelische Omroep, en wat blijkt: Het Kan Altijd Nog Erger! Met "Het Huis van Hera" hebben de Gooise Christenen "dé tegenhanger van Temptation Island" willen maken. Waar ze bij SBS6 een zooitje lobotomieslachtoffers op een eiland bij elkaar drijven in de hoop dat de klieren en hormonen zo snel mogelijk het signaal "Buiten De Deur Neuken!" zullen blazen, daar pleurt de EO een echtpaar van de Staphorster variant in een villa op Malta, in de hoop dat hun op de klippen gelopen huwelijk nog te lijmen valt. Het gezin is per slot van rekening de hoeksteen van het Evangelie en scheiden is vloeken in de kerk. Gisteravond was het de beurt aan Wim en Hanneke. Wim en Hanneke waren al 30 jaar getrouwd, maar "de laatste 15 jaar ging het niet meer." En dat ging presentator Marc Dik, in zijn nobele taak bijgestaan door twee geitenwollen steunzolen, in een week wel even oplossen. Nu weet ik dat we in een tijdperk leven waarin Narcissus en Egocentrus voortdurend de lengte van hun pik met elkaar lopen te vergelijken. Iedereen wil zijn 5 Minutes of Fame. Nooit op televisie geweest is eigenlijk niet geleefd. Maar wat bezielt je in godesnaam om je hele ellendige hebben en miserabele houwen van 15 jaar huwelijksleed op tafel te gooien zodat de EO er een smeuiïg televisieprogramma van kan breien, met veel shots van een Huilende Haar en een Contactgestoorde Hem. We hoorden Wim aan het begin van het programma nog optimistisch roepen "dat ie aan het eind van de week weer als een verliefd paartje naar buiten hoopte te komen". Dat lukt niet in een week als je 15 jaar een kuthuwelijk hebt gehad, dodo! En Hanneke was voornamelijk de Pineut: alles had ze er aan gedaan om Wim interesse in haar te laten tonen. Alles, ja. Behalve interessant zijn! Als het mijn vrouw was geweest, dan had ik 'r 15 jaar geleden al van de Maltezer krijtrotsen geduwd. Schrale troost: een maand na het programma hebben de twee toch maar besloten uit elkaar te gaan. Ik had ze meteen kunnen vertellen dat dat van meet af aan de beste oplossing was geweest. Maar die Christenen moesten er eerst nog kijkcijfers en een marktaandeel uitpeuren.
zondag, augustus 29, 2004
Gestrikt Jaren heb ik me ertegen verzet. Vanaf het allereerste gala dat ik moest bijwonen heb ik geweigerd. Bij geen enkele premiere hebben ze me zo gek gekregen. Iedereen was er inmiddels al aan gewend: ik wilde en zou nooit in een smoking. En al helemaal niet met een strikje. Tot ik van de week een uitnodiging kreeg voor het bijwonen van de premiere van De Dominee. De premiere van De Dominee is in Tusschinski. En Tusschinski, aldus de producent, voert een streng uitzettingsbeleid tegen mensen zonder strikje. Wat te doen? Niet gaan? Geen optie, want de producent produceert mijn eerste filmscenario en adel verplicht en de kachel moet ook branden. Wel gaan, maar zonder strikje? Geen fijn vooruitzicht om voor het oog van de fotograferende pers beleefd doch beslist de toegang te worden geweigerd. Wat dan? Moesten mijn principes overboord? Mijn idealen? Mijn vrije geest? Neen! Dat nooit! Dan maar niet! Ik laat me toch verdomme de wet niet voorschrijven! Laat ze de koelere krijgen! Met hun strikje! Kortom: om 11 uur gisterochtend stond ik mij in het pashokje bij Tip de Bruin in de allergoedkoopste smoking te hijsen die ik kon vinden. Geen cent teveel zou ik er aan uitgeven! Zijn ze nou helemaal besodemieterd? Er zijn grenzen. 150 euro, en geen stuiver meer! En dan gebeurt het toch weer: mijn ijdelheid kijkt in mijn portemonnee en mijn gezonde verstand loopt vloekend de winkel uit. Mijn vrije geest in zijn kielzog. En waarom? Zo'n goedkope smoking is Geen Gezicht. In een goedkope smoking zie ik er uit als een Lulletje Rozenwater. En om er nou bij te gaan lopen als een penis aquarosa... Dus nu hangt ie in de kast. Te wachten op wat komen gaat. En zo duur was ie nou ook weer niet, toch? Nou ja, dat hemd tikte nog aardig aan, natuurlijk. En dat kutstrikje was ook nog 35 uien. Nee, manchetknopen had ik gelukkig nog. Made in China. Ik ga d'r wel lekker recalcitrant mijn puntschoenen bij aantrekken. Zucht. Wie geen paria wil worden moet als pinguin door het leven.
w oensdag, september 01, 2004
Jammin' in Joe's Garage
I. -Oké from the top? -"Fik mau nolong mba ci enggak? Kirimi uang dong 200 euro buat biaya operasi amandel adham, please" -Hè? -Weet ik veel, krijg ik net op m'n sms. -Dat is van die sms-spam, die krijg ik ook de hele tijd. -Kut, m'n bas is dood. -Is 't niet gewoon je batterij? -Moet je mee oppassen, want uiteindelijk betaal jìj die berichtjes. -Zou je denken? -Nee, hij is echt dood. -Leg 'm effe open,dan. -Is niet duur, 200 euro om je amandelen d'ruit te laten slopen. -Of probeert ie ze juist te verkopen? -Wat zitten d'r nog veel draadjes in zo'n basgitaar, hè? -Is ook aan z'n amandelen geopereerd. -Jongens, ik ben effe een nieuwe bas halen. II. -Zo. -Waar heb je die zo snel vandaan? -Tja... Beverwijk, hè. Goed geoutilleerd. -Hebben we eigenlijk een reserve-megafoon? -Die is in bestelling. -Waar is Murk? -Murk is er volgende week pas weer bij. -Zeker weer met het Metropole eh... -Oké, from the top. -Why does it why does it why does it why does it húúúúúúúúúrt whééééééén IIIIIIIIIIIII -Whoa! -Sodeju! -Die was echt heel lelijk! -En ook precies op dat moment! -Volledige d'rnaast! -Subsidie! Subsidie! -Iemand koffie? III. -Ja, maar we zitten niet gelíjk daar! -Vind je 't gek. Hij heeft net een nieuwe bas. -Ik zit op de syncopen.
-Op de syncopen? -Een eilandengroep in Griekenland. -Lawe nog effe dat koortje doen. -Ja, maar dan met die break d'rvoor. -Oké. -........Luhucihihihille -Whoa! -Geil! -Even in een hoekje met mezelf spelen! -Jezus, wat zijn we goed! -Kunnen we trouwens dinsdag om 10 uur beginnen? -10 uur?! Wel erg vroeg. -Je bent ook eerder klaar. -Als je bas heel blijft wel. -Ik vind die partiële kwinten daar niet mooi. -Wie z'n moeder? -Da's rock 'n roll. Daar mag dat. U begrijpt het: de Zappa-repetities zijn weer begonnen. Heerlijk!
zaterdag, september 11, 2004
Zappa in Utrecht
De Midlifechrysler arriveert ruimschoots op tijd en tegen het verkeer in op een industrieterreintje. Tivoli de Helling, waar ons eerste optreden plaatsvindt, ligt ingeklemd tussen een brandweerkazerne en het politiebureau, waar beginnende agenten fietsles lijken te krijgen. "Politie junior" staat er op hun rug te lezen. Van de beveiliging hoeven we het vanavond niet te hebben. De zaal gooit me terug in de tijd: zo zag een klein poppodium eruit, da's waar ook. Een bedompte doos waar de temperatuur nu al richting sauna loopt. De gastvrouw, aan wie nog niemand heeft uitgelegd dat Nina Hagen toch echt heel erg passé is, rinkelt haar veiligheidsspelden voor ons uit en wijst ons de kleedkamer. De ijskast is goed gevuld. Dat klopt in elk geval. Nemen we al een biertje? Of houden we het rustig? Koffie dan maar. Mijn agent belt. Of ik auditie wil doen voor Rembrandt, de musical , geproduceerd door Henk van der Meyden. Twee nummers en een monoloog voorbereiden, ben ik daartoe bereid? Nee, natuurlijk niet! Rembrandt, de musical zal de rest van de middag een bron van plezier blijven. Jeroen roept tegen iedereen dat ik twee nummers en een aquarel moet voorbereiden. Mocht meneer van der Meyden teksten nodig hebben: wij hebben de hele musical al geschreven. Misschien niet helemaal geschikt voor het grote publiek, maar wel grappig. Technicus Edwin komt melden dat we nog wel even wat voor onszelf kunnen gaan doen: de P.A. blijkt van vóór de oorlog. Als je een microfoon aanraakt ontploft je monitor, zoiets. Toch maar een biertje dan? Veel later dan gepland kunnen we soundchecken. Tussen al het gekraak en de gratis huisreutel door weten we toch nog iets van een sound op het podium te krijgen. Laat de mensen maar komen. Wij zijn er klaar voor. Tijdens de chinees bedenken we nog een openingsscene voor Rembrandt : het doek gaat open; tableaux vivant van de Nachtwacht; een gestoorde gek komt op en snijdt met een Stanleymes de voorste rij acteurs aan stukken. Spannend, maar duur, want je bent binnen twee weken door je acteurs heen. Misschien moesten we maar eens gaan spelen? De zaaltemperatuur is nu echt Turks Bad. 200 man publiek, schat ik. Niet slecht. We beginnen nog een beetje stroef. Na vijf minuten vliegen de zweetspetters in het rond, na tien minuten
zijn we op stoom. Na een kwartier geeft de zaal zich over. We kunnen het nog!
zondag, september 12, 2004
Zappa in Haarlem Als je het in je bolle kop gehaald hebt het werk van wijlen Frank Zappa live on stage te brengen, krijg je onvermijdelijk te maken met een bijzonder fenomeen: de Zappa-fan. De Zappa-fan is onder te verdelen in grofweg vier categorieën. 1. De Zappa-purist. Staat vaak voor aan het podium met de armen weerbarstig over elkaar en een bij voorbaat kritische blik in de ogen. Kent elke noot van de Meester uit het hoofd en eist ook dat elke noot daadwerkelijk zo gespeeld wordt. Vergeet daarbij, dat een band dan uit minstens 36 man en 1 katholiek meisje met een snor moet bestaan, en zie dat maar eens op een podium van 3 bij 6 te krijgen. Heeft vaak een vriend bij zich die hij voortdurend kan wijzen op welke noot er níet gespeeld wordt. Is die vriend halverwege het optreden vaak ineens kwijt. 2. De Zappa-freak. Meestens opvallende verschijning. Lijkt vaak enigszins in de Zestiger Jaren te zijn blijven hangen maar daar zelf geen enkel probleem mee te hebben. Houdt wel van een goeie blow. Kent alle teksten van de Meester uit het hoofd en mag die ook graag citeren. Liefst als je daar niet om vraagt en het citaat in kwestie absoluut niet op de situatie van toepassing is. Wordt soms worshippend op de knieën voor een podium aangetroffen. Heeft ook vaak een Baghwanbaard of felrood haar. 3. De Vrouwelijke Zappa-fan. Sterk in de minderheid. 4. De Zappa-muzikant. Sluit zichzelf een aantal malen per jaar op in een veel te warme repetitieruimte om het werk van de Meester uiteindelijk live on stage te kunnen spelen voor categorie 1, 2 en 3. Legt daarbij een haast manisch enthousiasme aan de dag. Praat vaak in geheimtaal ( Reeen-too-gagagi-koeng-da ) en kent woorden als "fantoomspanning". Gisteravond in Het Patronaat in Haarlem waren ze er allemaal. Het dak zit er nog op, maar het moet wel gestut.
dinsdag, september 14, 2004
Zappa in Enschede Ik ben net wakker. Mijn stembanden liggen nog in het bakje water op het nachtkastje. Morgen mogen ze wel weer een dagje op van de dokter. De Midlifechrysler bracht ons gisteren naar Enschede. Best ver weg. In Enschede was een muziekfestival aan de gang. Daar stel ik me dan een bruisend stadscentrum bij voor, waar op diverse podia gemusiceerd wordt dat het een aard heeft. Een inspirerende uitwisseling van stijlen en genres, en alles overgoten met een stevige plens spiritualia. Creatieve krachtsexplosies die de Twentse bevolking een week uit haar voegen van genot doen barsten. De Realiteit is vaak anders. Op het centrale plein staat één groot podium, waar 10 man en een paardenkop staan te luisteren naar een soort jonge versie van Elly en Rikkert. Een EO-blij blond meisje zingt iets van "Jij ziet me staan in mijn hulploosheid". Een even zo blije blonde knul begeleidt haar weeïg op een acoustische gitaar. In de verte doorzoeken vijf politieagenten de fietstassen van een Allochtone Medemens op vermeende terroristische aanslagsmaterialen. Enschede heeft het. Wáár weet niemand. Wij spelen in de kleine zaal van de schouwburg. Voor 150 toch wat stugge Tukkers werken we twee vlekkeloze sets af. Wij hebben er lol in, maar het publiek voelt braaf. Joe hoort niet in een theater. Joe moet in de open lucht, op een groot podium. Joe is een festivalganger. Zet Elly en Rikkert maar binnen. Desnoods bij een kampvuurtje. Kunnen ze meteen die gitaar opstoken. Joe gaat weer even de kast in. We zien Joe in februari terug. Dag Joe. Ik ben even een weekje in de revisie.
woensdag, september 22, 2004
Open brief 2 Beste Hare Majesteit, (Of mag ik Mevrouw zeggen?) Mede namens de gehele leden van de Oranjevereniging te Zwaagreelde (we bestaan al 33 jaar!) wil ik U van harte feleciteren met U optreden van gisteren de Prinsjesdag. Wat zat U hoed weer goed! Telkens als wij weten van dat U in het openbaar gaat verschijnen, is het voor ons altijd weer spannend wat U aan de uiterlijke verzorging heb besteed en ook deze keer was het weer een zucht van bewondering die door ons heen slaakte. Wij in Zwaagreelde zeggen U: chapoo! Want het kan voor Uwe Hare Majesteit ook niet makkelijk zijn in deze tijden van bezuiniging en inleveren geblazen. Tot ons grote leedwezen moesten wij gisteren constationeren dat ook het Oranjehuishouden flink op de kleintjes moet gaan letten. En dat terwijl U de AOW al aan een goed doel geeft! Wij van de Oranjevereniging Zwaagreelde vinden, dat juist in een periode waarin ons Koninklijk Huis voortdurend met uitbreiding bedreigd wordt (hoe gaat het met de Kleinkinderen?) er niet beknibbeld mag worden op de goed kunnen uitoefenen van U ambt. Natuurlijk, wij hebben het ook niet breed. En zeker met al die ziektenkosten, want míjn voeten doen het ook niet meer zo goed en die van onze Minister President worden meteen geholpen maar daar gaat het nu niet om. De mensen zouden wel eens moeten beseffen wat dat allemaal niet kost, die paleizen en die vliegtuig en al die klerenkasten die U moeten bewaken vanwege alsdat tegenwoordig iedereen maar terroriseert. Dan is 85 miljoen echt niet teveel en dat weten wij in Zwaagreelde maar al te goed! Dat u deze bezuinigingen op U leven met opgeheven hoofd (en wat zat de hoed goed!) tegenoverstaat, dat siert U alleen nog maar meer. En als ik Uwe Hare Majesteit een tip mag geven: als U de boodschappen voortaan bij de C1000 laat doen (of bij de Aldi, maar dan moet u níet de melk daar nemen want die velt nogal gauw), dan scheelt dat enorm in de Koninklijke Huishoudportemonnee en is het leed alweer wat zachter. Namens de Oranjevereniging te Zwaagreelde roep ik: Leve de Koningin! Hoera! Hoera! Hoera!
vrijdag, september 24, 2004
Berlijns dagboek Waarom zien hotels en hotelkamers er op internet toch altijd zoveel aantrekkelijker, gerieflijker en ruimer uit dan ze in het echt zijn? De bedden ogen groter, het uitzicht reikt verder, de hotelbar toont uitnodigender en op de foto hoef je je in de badkamer nooit in bochten te wringen als je je tussen je tenen wil drogen zonder de deurklink in je rug te krijgen. Lang leve de groothoeklens en Photoshop. Ik ben in Berlijn. Voor Die Fledermaus, de productie die ik in oktober ga doen bij de Nationale Reisopera, moet met de duitse regisseur aan de rol gesleuteld. En aangezien ik graag het nuttige met het aangename verenig en ik het culturele Mekka van Duitsland nog nooit van nabij heb meegemaakt, dacht ik: we plakken er maar een paar daagjes sightseeing aan vast. Ticket geboekt, hotelletje op internet gezocht, en daar zit ik dan. In een soort zakelijk zeventigerjarenrelikwie. Saai en kleurloos, in een straat die doet denken aan Amsterdam West. Ik hou niet van West. En achter de hotelbar staat een chagrijnig lelijk duits overjarig stuk menopauze. Ik wil wel een biertje op mijn kamer drinken maar als ik het deurtje van de minibar opendoe sluit ik mezelf in tussen het multifunctionele kantoormeubel en het bed. Dus eten met de regisseur, die ik na binnenkomst in het door hem aanbevolen restaurant meteen tien minuten kwijt ben omdat er een stukje van hemzelve in de Berliner Zeitung staat. Die heeft ie thuis kennelijk niet dus checkt ie hem hier aan de leestafel en dat duurt even. Niet te snel oordelen, houd ik mezelf voor. Ik begin maar vast aan de menukaart, die lijkt samengesteld door een culinare schizofreen. Fusion is leuk, maar dit slaat nergens op. Ik kies iets waar ik mijn vingers niet al te erg aan denk te branden en waar het zorgvuldig afgeslankte lichaam niet al te zeer onder lijdt. Gegrillde maiskippenborst, wat kun je daar nu aan verpesten? Heel veel. Als je er tenminste aardbeien uit blik (?!) en een fles chilisaus over uitgiet. In stilte hoop ik dat de regisseur in zijn werk meer smaak aan de dag zal leggen dan in zijn restaurantkeuze. Morgen soll da gearbeitet werden, dus ik kruip er maar eens vroeg in. Ik heb een opgeblazen pens van de Maisbrusten mit Erdbeeren. En die kamer was al zo klein. Even het deurtje van de minibar dichtdoen.
zaterdag, september 25, 2004
Berlijns dagboek Ik voel me hier zoals ik dacht dat ik me hier zou voelen dus dat zal wel een self-fullfilling prophecy zijn. De regen loopt in straaltjes langs de dubbele beglazing van mijn zelfmoordkamertje. Anderhalve dag in Berlijn en ik schrijf al als een mislukte zeventigerjarenexistentialist. Toen ik 17 en het 1979 was stond De Muur er nog en had ik een bizar romantisch ideaal: in de herfst een hotelkamertje huren met uitzicht op die ongetwijfeld deprimerende scheidslijn tussen Oost en West en dan Hele Mooie Dingen schrijven. Zo had Bowie het ook gedaan toen hij Heroes en Low maakte. Gorbatsjov knakte die steel van artistiek verlangen vóórdat ik het geld bij elkaar had. Van De Muur is niet veel meer over dan een stoeptegelvariatie in het Berlijnse trottoir om aan te geven waar het kreng ooit gelopen heeft. Maar ik moet zeggen: je hebt ‘m niet echt nodig voor het gewenste effect; Berlijn probeert zich nog steeds, schijnbaar tevergeefs, uit te worstelen onder het financiële juk van de hereniging, en als je gevoelig bent voor sferen betrap je jezelf er op, dat je die Muur helemaal niet nodig hebt voor Tot Mooie Zinnen Leidende Contemplatie. Over elke regel die je aan het beeldscherm van je laptop toevertrouwt denk je langer na dan normaal. En het kan de Eenzaamheid zijn, maar in Berlijn denk ik meer na. En in het Filmmuseum, op het hypermoderne-door-Sonygesponsorde Potzdammerplatz valt mij ineens op dat ik mijzelve in den beginne (wisten mijn lieve ouders veel?) cultureel voornamelijk heb opgevoed met de Duitse Cultuur. Elke naam en elke filmtitel die in de met smaak ingerichte expositie mijn revue passeert rings a bell , en meer dan dat. Lang, Murnau, Calligari, Lubitsch, Fassbinder, Remarque, Jannings. Ik zag de films, ik las de boeken, ik herkende- wat? Theatraliteit? Romantiek? Boeiende Thema’s? Een Voorkeur voor Overgacteerd Zwart-wit? Mijn Smaak? Ik weet niet precies wat het is. Maar ik heb nog twee dagen om het uit te vinden. Uiterlijk stelt Berlijn wat mij betreft niet veel voor. Maar innerlijk brengt het wel iets teweeg.
zondag, september 26, 2004
Berlijns dagboek Reizen is vaak niet meer dan in het echt herkennen wat je uit boeken of van foto’s kent en negen van de tien keer eindigt dat in een desillusie. Je verwachtingen vertroebelen de ervaring nog vóór hij heeft plaatsgevonden. Aldus lijkt Berlijn aan mij voorbij te trekken. Het plaatje in mijn hoofd heeft weinig met de realiteit van doen. Zelfs een wandeling over Unter den Linden blijkt daar geen verandering in te kunnen brengen; de Schönste Strasse in Europa is vandaag volledig Abgesetzt mit Hecke vanwege de jaarlijkse marathon. Timing, van Deursen! Al dat waggelende vlees in leggings en thermisch ondergoed, daar kan geen neo-klassisistisch bouwwerk tegenop. Berlijn is kennelijk niet voor mij. Maar: Al mijn vooringenomenheid en bijpassende teleurstelling verdwijnt op het moment dat ik aan de andere oever van de Spree het Theater am Schiffbauerdamm zie liggen. Het theater waar Bertolt Brecht, in de laatste jaren van zijn leven, zijn stukken regisseerde. Op het dak preikt het embleem van het roemruchte Berliner Ensemble. Dat plaatje ken ik. Heel goed zelfs. En het valt niet tegen. Integendeel. Eindelijk zie ik in Berlijn iets wat me wezenlijk raakt. Ik weet niet meer wat het eerste stuk was wat ik van Brecht las, maar ik weet wel dat ik 17 was en dat het insloeg als een bom. Al snel had ik bijna al zijn stukken gelezen, de Dreigroschenoper gezien, zijn gedichten uitgeplozen en zijn liederen beluisterd. Brecht was dan misschien niet de enige, maar wel één van de belangrijkste redenen waarom ik in dit vak terecht gekomen ben. Een jaar of 5 later schreef ik samen met een vriendin mijn eerste echte toneelstuk: De Zaak B. . Over Brecht. Als een echte dramaturg beet ik me vast in ’s mans leven. Ik las alles wat los en vast zat en ook maar enigszins met hem te maken had. Mijn fascinatie voor zijn werk steeg, en als ik wat voor ons stuk kon gebruiken, deed ik dat schaamteloos. Geheel in zijn stijl. Eén van zijn meest gevleugelde uitspraken was
immers: “goed jatwerk is ook een kunstwerk”. Dus toen ik vandaag werd rondgeleid door de woning aan de Chausseestrasse waar hij en actrice Helene Weigel samenwoonden, zag ik alleen maar plaatjes die ik al kende. Zijn werkkamer. Het Japanse No-masker aan de muur. De afdruk van zijn eigen gezicht. Zijn typemachine. De afbeelding van Confucius. Allemaal plaatjes uit boeken, maar in het echt allemaal veel mooier. In zijn slaapkamer, waar hij in 1956 overleed, hangt een Japanse prent: De Twijfelaar . Heb ik een hele scene omheen geschreven. Mijn lievelingsscene. Als de gründliche gids niet zo gründlich gewesen war, had ik hem met liefde meegejat. Honderd meter verderop, op het Dorotheeënfriedhof ligt hij begraven. Naast Weigel, in een graf zonder opsmuk. Dat plaatje van die kale, zakelijke steen ken ik ook uit de boeken. Ik heb in lange tijd niet zo lang bij een graf gestaan.
maandag, september 27, 2004
Berlijns dagboek Al die zware gezichten, waar lopen ze naartoe? Er wordt hier nauwelijks gelachen. In Amsterdam rollen we ook niet de ganse dag gierend van de pret over straat, maar de inwoners van Berlijn kijken allemaal alsof ze net iemand begraven hebben of onderweg zijn om dat te gaan doen. De metro zit vol zorgelijke ogen. Zorgelijke ogen in een veelal bleek gelaat. En waarom kleedt iedereen zich hier zo belazerd? De mannen lopen er bij als kantoorklerken met een abonnement op de Wibra, de meeste vrouwen moet het begrip elegantie nog worden uitgelegd. In de Friedrichstrasse kun je de nieuwste ontwerpen van de bekendste couturiers kopen, maar daar moet je wel het geld voor hebben, en dat hebben maar weinigen. Berlijn ademt economische crisis. En geschiedenis, dat spreekt. Duitsland is erg bezig met wat er is aangericht in de Tweede Wereldoorlog. Overal liggen gedenkstenen en worden monumenten ter nagedachtenis aan de Holocaust uit de grond gestampt. Kun je nog lachen, met zo’n onmetelijk schuldgevoel? In het Jüdische Museum breng ik een paar uur zoet tussen de relikwieën van het Duitse jodendom. Het meeste weet ik al. Meest indrukwekkend aan het museum is het gebouw zelf. Architect Daniel Liebeskind heeft er een statement mee afgeleverd waar geen expositie tegenop kan. Nergens zit een normaal raam; je hebt alleen contact met de buitenwereld door kleine spleten, die op verschillende hoogtes in de muur zijn aangebracht. Als in een houten barak of treinwagon. Twee minuten in zijn Holocaust Turm , een metershoge, donkere, lege, kaalbetonnen ruimte waaruit geen ontsnappen mogelijk is wanneer de deur met een galmende klap achter je is dichtgevallen, maakt meer indruk dan alle foto’s bij elkaar.
Net als ik denk dat ik begrijp waarom de lach hier ontbreekt, loop ik langs Checkpoint Charley , het laatste overblijfsel van wat ooit de Muur was. Natuurlijk staat er een kudde Japanners voor te poseren. Overal zijn Mauersouvenirshops, die anno 2004 nog altijd goede zaken doen. Ze verkopen Oost-Duitse legerpetten, Russische bontmutsen en Restjes Muur. Voor € 29,50 krijg je een in plastic gegoten en van een echtheidscertificaat voorzien Stukje Symbool Van Onderdrukking mee naar huis. Met Gratis Graffiti. Daar moet ik dan toch wel weer heel erg om lachen.
donderdag, oktober 28, 2004
Beun de Haas -Goedemorgen, verkoper. -Goedemorgen, klant. -Ik heb een iBook en ik wil graag draadloos internetten. -Dat is geen probleem. Hoeft u alleen maar deze Card te kopen. -Is dat alles? -Dat is alles. -Geen extra apparaten? Geen modems? Geen Airport basisstations á 249 uien het stuk? Niet toch nog 24 meter kabel met een heel duur plugje? -Nee hoo r. Met deze Card is uw iBook zelf het basisstation en kunt u overal het internet op. -Overal? Ook in hotels? -Overal. Ook in hotels. -Nou, geweldig. Doet u mij dan maar zo'n Card. -Goedemiddag, verkoper. -Goedemiddag, klant. -Deze Card past niet in mijn iBook. -Echt niet? Hoe is dat nu mogelijk? -Deze Card is voor de Powerbook. -Niet voor de iBook? -Ja, voor de nieuwste generatie. Maar daar zit ie al standaard ingebouwd. Dus daar hoef je hem dan weer niet voor te kopen. -Hé, dat is vreemd. Mag ik vragen hoe u dat weet? -Staat op het internet. -Is het heus? -Wie is hier nou de expert? -Dus... Wat u nodig heeft is déze Card. Da's de oude. Die past wel. -En die doet hetzelfde als die nieuwe? -Ja hoo r. -Draadloos internetten? Waar ik maar wil? Zonder kabels en een koffer vol randapparatuur? -In principe wel, ja. -Nou, doet u mij die dan dan maar. -Goedemorgen, verkoper. -Goedemorgen, klant. Wat kan ik voor u doen? -Ik kom mijn iBook rectaal bij u inbrengen. -Probleempjes met de Card? -Deze oude Card doet helemaal niet hetzelfde als de nieuwe. -Hé, dat is vreemd. -Deze oude Card werkt alleen met het basisstation. -O, maar dat hebben we ook. Kost-249 euro, dat weet ik, ja. En dat moet je dan weer meeslepen. En aansluiten. Met kabels. Als er überhaupt een netwerk in de buurt is. -Ja, dat blijft natuurlijk altijd een beetje gokken... -U is een beunhaas, verkoper. -Nou ja, je verwacht van de klant natuurlijk wél enige basisk- ik bedoel,
wij gaan er altijd van uit dat u zich eerst heeft georiënt- Ik- U- zal ik de broek maar vast laten zakken?
maandag, december 06, 2004
Hoe bestijg ik een vleermuis? De Wereld van de Operette is een Wondere Wereld, en aangezien mijn artistieke leven broodnodig aan avontuur toe was, toog ik vol goede moed op ontdekkingsreis in, jawel, Enschede. Met de bergschoenen in de weekendtas, dat spreekt, want wie Operette zegt, zegt Oostenrijk, dus er zou best wel eens een alpje van de derde categorie genomen moeten worden. Nu zijn er mensen die zeggen, dat je nooit het achterste van je tong moet laten zien en dat je niet altijd moet zeggen wat je denkt en voelt, want dat keert zich uiteindelijk tegen je. Quod Theo Demonstrandum. Voorzichtigheid siert de mens, and all that crap. Ik ben helaas behept met een welhaast grenzenloze uitgesprokenheid. Dansen doe ik niet graag, en al helemaal niet om een pot hete brij, dus ik zeg het gewoon zoals het is: dankzij de krakkemikkige samenwerking met de Duitse Kunstregisseur werd het alpje voor mij uiteindelijk de Himalaya. En zette ik de eerste twee weken de pikhouweel nog manmoedig in de bergvoet, de derde week gleden mijn klimijzers al uit op gladde helling (een zeker iemand had daar zijn dramaturgie laten slingeren), in week 4 werden mijn zekeringstouwen doorgesneden door gebrek aan visie, en de laatste twee weken valt het best te omschrijven als 'een langzaam neerstorten'. Wat overigens een prachtige titel zou zijn voor een roman van Maarten 't Hart, maar dit terzijde. Dat ik bij mijn val niets gebroken heb is te danken aan mijn medebergbeklimmers; of ze nu in het koor of in de orkestbak zitten, de productie regelen of hun aria's door de ruimte laten knetteren dat het een aard heeft, mijn collega's bij de Nationale Reisopera zijn godzijdank oké. En dat scheelt een slok op de borrel die je toch al dronk. As we speak speel ik nog maar 10 voorstellingen van Die Fledermaus. De recensies waren overwegend slecht, het publiek kijkt ernaar als kippen naar een Fillipijnse typhoon, en ik dwing mijzelf elke speelbeurt er het beste van te maken. Wat nog helemaal niet meevalt in een gifgroen kikkerpak en een kartonnen doos. Kikkerpak? Doos? Ik zei toch al dat het hier om een Duitse Kunstregie ging?! Morgen, bij voldoende animo (so let me know): een foto van Kikkertje Kwak, in vol ornaat. Inclusief doos!!
maandag, december 13, 2004
Kerstwens Geachte Hare Majesteit, (Of mag ik Beste zeggen?) Nou nou nou het is me de afgelopen twee jaar wel geweest! Wij van de Oranjevereniging Zwaagreelde zitten nog na te schudden op onze grondvesten. Eerst Uw geliefde echtgemaal, toen Uw oude moeder (en wat was ze nog pienter van geest!) en nu dan weer Uw vader na een moedig ziekbed in het graf gedragen. Een gewoon mens zoals ik hier zou er de moed lelijk bij laten hangen, dus voor U zal het wel helemaal geen pretje. Weet U gesterkt door alsdat het voltallige ledenbestand van onze Vereniging U door dikke en dunne tijden steunt. Want ook door Zwaagreelde heeft Magere Hein dit jaar zijn bezem gehaald, dus wij weten waar we het over hebben. Brengt mij op de reden van dit schrijven: Van ganser harte hopen wij natuurlijk dat Uw overige familie (en wat zagen U er allemaal mooi uit in de uniformen) nog vele jaren van het leven mogen omarmen, maar toch, een ongeluk zit in een klein hoekje dat zagen we vorige week nog aan slager Hoeksema op nummer 23 dus halen wij ons vlees nu noodgedwongen op het Netelplein. Maar: is er nog wel genoeg plaats in de tombe mocht U of de Uwen zich toch onverhoopt aandienen? Via de media hoorden wij namelijk berichten alsdat de prinsgemaal de druppel in de emmer was, dus heeft onze Voorzitter onmiddelijk na de bijzetting de vergadering voor geopend verklaard om deze moeilijke kwestie een steentje bij te dragen. Ik kan U wel vertellen, er is menig uurtje op gekauwd hier in Zwaagreelde, maar uiteindelijk kunnen we U dan toch een licht aanbieden in deze voor Uw zo donkere tijden. Met unanieme stemmen (en iedereen was het er mee eens) stelt de weduwe Hoeksema geheel belangenloos de koelcellen van wijlen haar bedrijf aan U en de Uwen beschikbaar mocht het zover komen dat het noodlot belt. Wel vragen wij U zelf voor de overige kosten zorg te dragen, want ook in onze kleine gemeenschap is het hand op de knip geblazen en Uw knip is toch iets groter niet dat we klagen. Namens de gehele Oranjevereniging alhier beloof ik Uw plechtig U en de Uwen de uitvaart van U leven te geven. Dat wij nog maar lang van U mogen genieten! Hoera! Hoera! Hoera!
woensdag, december 15, 2004
Uit de school Uwe Hare Majesteit, Zwaagreelde is in last! Via de media bereiken ons allerhande roddel en achterklap waarvanwege onze Oranjevereniging het binnen onze gemeenschap stevig te verduren heeft! Konden wij Uwe Hare Majesteit begin deze week nog verblijden met het bericht alsdat de resten van de Koninklijke Familie voortaan alhier kunnen worden ingebracht, vandaag hangt Uw vlag er binnen het Gemeentebestuur geheel en anders bij. De reden voor deze ommezwaai hoef ik U vast niet uit te leggen Uw bent een intelligente vrouw. Maar de vrijheid van meningsuiting die wijlen Uw overleden vader zich getroost heeft speelt er zeker een hoofdpersoon in. Wij van de Oranjevereniging Zwaagreelde kijken natuurlijk nergens meer van op of om want wat hebben we toch altijd in liefhebbende deemoed het hoofd geschud wanneer wijlen Uw overleden vader het weer eens te bont. Heerlijk waren de verenigingsdbijeenkomsten waar weer in geur en kleur over de prinsgemaal kon worden geglimlacht. En wat zag hij er toch altijd goed uit in de uniform! Maar staat Uw mij toe Uw te waarschuwen: niet iedereen in dit mooie vaderland waardeert een dergelijkheid en daarom kan de eventuele rest beter binnenskamers zijn beslag krijgen. Onze zorg is dan ook groot. Maar is de zorg groot, dan past het het hoofd koel te houden. Laat Uw niet gek maken met meer bewegingsvrijheid! Onze premier moet juist nu met zijn mini-steriele verantwoordelijkheid zwaaien want het hek is maar al te snel van de dam en zo veel doet hij nou ook weer niet als Uw mij vergeeft dat ik een kritische noot laat vallen. Wij in Zwaagreelde wensen Uw alle wijsheid! Hoera! Hoera! Hoera! NB: Ook vernamen wij dat de koninklijke huishoudportemonnee flink te lijden heeft gehad. Weet dan, dat wanneer U behoefte heeft aan bijstand, de Oranjevereniging Zwaagreelde altijd voor U klaarstaat. Hoewel 50.000 Euro voor een bestekcassette wellicht iets te begrotelijk voor ons is, honger hoeft u niet te lijden. Daar staan wij voo r.