Midden-Delfland
Starterswoningen Langetaam Maasland
BESTEMMINGSPLAN
Midden-Delfland Starterswoningen Langetaam Maasland
bestemmingsplan
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.1842.bp14ML03-va01
21-02-2014 22-12-2014 02-03-2015
concept voorontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
400056..18518.00 opdrachtleider:
ir. R.J.M.M. Schram
DDQJHVORWHQELM
ĞůŌƐĞƉůĞŝŶϮϳď ƉŽƐƚďƵƐϭϱϬ ϯϬϬϬZŽƩĞƌĚĂŵ d͗ϬϭϬͲϮϬϭϴϱϱϱ ͲŵĂŝů͗ŝŶĨŽΛƌŚŽ͘Ŷů
© Rho Adviseurs bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rho Adviseurs bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Ligging plangebied
7
1.3
Vigerend bestemmingsplan
8
1.4
Leeswijzer
8
Hoofdstuk 2
Bestaande en toekomstige situatie
9
2.1
Inleiding
9
2.2
Bestaande situatie
9
2.3
Toekomstige situatie
10
2.4
Ruimtelijke consequenties
11
Hoofdstuk 3
Ruimtelijk beleid
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Nationaal beleid
13
3.3
Provinciaal en regionaal beleid
13
3.4
Gemeentelijk beleid
14
Hoofdstuk 4
Onderzoek
17
4.1
Archeologie
17
4.2
Cultuurhistorie
20
4.3
Verkeer
20
4.4
Wegverkeerslawaai
22
4.5
Milieuhinder en omliggende bedrijven
23
4.6
Bodem
24
4.7
Externe veiligheid
25
4.8
Luchtkwaliteit
26
4.9
Planologisch relevante leidingen
28
4.10
Water
28
4.11
Ecologie
31
Hoofdstuk 5
Juridische planbeschrijving
35
5.1
Algemeen
35
5.2
Inleidende regels
35
5.3
Bestemmingsregels
35
5.4
Algemene regels
36
5.5
Overgangs en slotregels
37
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
4
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
39
6.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
39
6.2
Economische uitvoerbaarheid
39
Bijlagen bij de toelichting
41
Bijlage 1
Archeologisch onderzoek
43
Bijlage 2
Verkennend bodemonderzoek
45
Bijlage 3
Nader bodemonderzoek
47
Bijlage 4
Quickscan flora en fauna
49
Bijlage 5
Berekeningsresultaten wegverkeerslawaai
51
Bijlage 6
Vervolgonderzoek bodem
53
Bijlage 7
Nota beantwoording overlegreacties
55
Bijlage 8
Nota beantwoording zienswijzen
57
Regels
59
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
61
Artikel 1
Begrippen
61
Artikel 2
Wijze van meten
64
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
65
Artikel 3
Tuin
65
Artikel 4
Verkeer - Verblijfsgebied
66
Artikel 5
Wonen
67
Hoofdstuk 3
Algemene regels
69
Artikel 6
Anti-dubbeltelregel
69
Artikel 7
Algemene bouwregels
70
Artikel 8
Algemene afwijkingsregels
71
Artikel 9
Algemene wijzigingsregels
72
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
73
Artikel 10
Overgangsrecht
73
Artikel 11
Slotregel
74
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Toelichting
6
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
7
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
Aan de Langetaam 3-3a te Maasland staat momenteel een bedrijfspand. De initiatiefnemer is voornemens om dit bedrijfspand te slopen en te vervangen voor een zestal starterswoningen. Deze starterswoningen zullen als gestapelde woningen worden uitgevoerd. De beoogde ontwikkeling is niet mogelijk op grond van het vigerende bestemmingsplan. Om deze reden is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld. Hiermee wordt een planologisch kader geschapen waar binnen de ontwikkeling gerealiseerd kan worden.
1.2
Ligging plangebied
Het plangebied is gelegen ten noorden van het centrum van de kern Maasland aan de Langetaam 3. De Langetaam is een gevarieerde straat met overwegend wonen en enkele bedrijven en voorzieningen, die vanuit het historische lint van Maasland om het centrum loopt. Het plangebied ligt ingeklemd tussen de woningen aan de zuidkant van de Langetaam. In onderstaand figuur is de exacte ligging van het plangebied weergegeven.
Figuur 1.1
Ligging plangebied
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
8
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Historische kern Maasland' van de gemeente Midden-Delfland. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 7 april 2009. In onderstaand figuur is een uitsnede van de plankaart te zien ter plaatse van het plangebied.
Figuur 1.2
Uitsnede vigerende bestemmingsplan 'Historische kern Maasland'
Woondoeleinden en detailhandel en dienstverlening (WD) De gronden zijn bestemd voor 'Woondoeleinden en detailhandel en dienstverlening'. Binnen deze bestemming zijn eengezinswoningen, detailhandel en dienstverlening toegestaan. De goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m. Voor aan- en bijgebouwen is de goothoogte beperkt tot 3 m.
1.4
Leeswijzer
Het bestemmingsplan 'Starterswoningen Langetaam Maasland' bestaat uit een toelichting, de verbeelding en de regels. De toelichting vormt het niet-juridisch bindende onderdeel van het bestemmingsplan en beoogt op heldere wijze uiteen te zetten welke afwegingen ten grondslag liggen aan de regeling en welke aspecten in de overweging zijn betrokken. Ten behoeve hiervan is de toelichting als volgt opgebouwd: y Hoofdstuk 2 geeft een weergave van de bestaande en toekomstige situatie; y Hoofdstuk 3 vat de relevante beleidsstukken samen; y Hoofdstuk 4 toont de uitgevoerde onderzoeken op gebied van milieu, verkeer, bodem, archeologie, ecologie etc.; y Hoofdstuk 5 geeft een uitleg bij de regels die bij dit plan behoren; y Hoofdstuk 6 maakt de uitvoerbaarheid van het plan inzichtelijk; y Tot slot bevat de toelichting een aantal bijlagen behorende bij de uitgevoerde onderzoeken zoals omschreven in Hoofdstuk 4. Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
9
Hoofdstuk 2
2.1
Bestaande en toekomstige situatie
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de bestaande directe omgeving van het plangebied geanalyseerd en wordt de beoogde ontwikkeling in het kort beschreven. Er zullen randvoorwaarden opgesteld worden vanuit de analyse van de directe omgeving en in dit geval ook naar aanleiding van inspraak van omwonenden.
2.2
Bestaande situatie
Ruimtelijke en functionele structuur Omgeving Het plangebied ligt net ten noorden van het centrum van Maasland bij het historische lint. De Langetaam is een zijstraat van dit lint en is een gemengde straat met overwegend wonen, afgewisseld met enkele bedrijven en voorzieningen. De woningen zijn overwegend vroeg-naoorlogse eengezinswoningen, uitgevoerd in één of twee bouwlagen met kap, afgewisseld met enkele vooroorlogse woningen. Direct tegen over het plangebied is een kantoorpand met opslag gelegen. Dit kantoorpand bestaat ook uit twee bouwlagen met kap. In onderstaande figuur is een impressie van het straatbeeld weergegeven ter hoogte van het plangebied. Links is het plangebied te zien met daarop het huidige bedrijfspand. Rechts het kantoorpand tegenover het plangebied. Op de achtergrond zijn de naoorlogse woningen te zien die het straatbeeld verder bepalen.
Figuur 2.1
Impressie van de directe omgeving (bron: Google Maps).
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
10
Het plangebied In het plangebied staat momenteel een bedrijfspand waar de laatste jaren diverse bedrijven zijn gehuisvest. Onder andere een autopoetsbedrijf en een verkoop voor elektrische scooters. Het bedrijfspand is een vierkant gebouw met een goothoogte van ca. 4 meter en een kap. De voorzijde van het gebouw wordt gekenmerkt door lage raampartijen, garagedeuren en houten gevelbekleding, gecombineerd met metselwerk. Hierdoor krijgt het gebouw een loodsachtige uitstraling die slecht past bij het woonkarakter van de Langetaam. In figuur 2.2. is een impressie van de huidige uitstraling van het gebouw te zien.
Figuur 2.2
Langetaam 3 en 3a (bron: Google Maps)
Achter het bedrijfspand is nog een kleine schuur aanwezig en een tuin. De schuur en tuin zijn middels
een oprit aan de westzijde van het perceel te bereiken.
Het pand is op de voorzijde van het perceel gebouwd en sluit daarmee direct aan op de openbare
ruimte.
2.3
Toekomstige situatie
In de toekomstige situatie zal alle bebouwing op het perceel worden gesloopt en worden vervangen
door een zestal starterswoningen in gestapelde vorm.
De middelste woning op de begane grond krijgt een voordeur die via de voortuin direct vanaf de
Langetaam te bereiken is. De twee hoekwoningen op de begane grond krijgen entrees aan de zijkant van
het complex. De bovenwoningen zijn voorzien van een galerij en trap aan de zijkant van het gebouw.
Aan de achterzijde hebben de woningen op de 1e verdieping een terras dat op de uitbouw is gesitueerd.
De uitbouw behoort bij de appartementen op de begane grond.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
11
Op de begane grond komen drie woningen in één woonlaag. Daarboven komen drie woningen verdeeld over twee woonlagen. De derde woonlaag is de laag onder kap. Hiermee krijgen de woningen de uitstraling van een eengezinswoning in twee bouwlagen met een kap. Op deze manier past de bebouwing goed in de omgeving. De goot‐ en bouwhoogte van de nieuwe woningen bedragen respectievelijk 6 en 10 m. Dit sluit aan bij de naast gelegen woningen die vanuit het bestemmingsplan Kern Maasland 2008 ook een goothoogte van 6 meter mogen hebben. In onderstaande figuur is weergegeven hoe in de nieuwe situatie de het gevelaanzicht en de ligging van de woningen zal worden.
Figuur 2.3 Indicatieve nieuwe situatie (bron: Twins Investments) De situering van de woningen is dusdanig dat de voorgevel in lijn komt te liggen met de naast gelegen woningen aan de Langetaam 7 t/m 13. De ruimte tussen de voorgevel en de openbare weg wordt ingericht als voortuin. Het parkeren zal plaatsvinden op 9 nieuw aan te leggen haakse parkeervakken voor de woningen. Deze vakken komen in lijn te liggen met de haag die voor de woningen op nr. 7 t/m 13 ligt. Er wordt een trottoir aangelegd, tussen de weg en de aan te leggen parkeerplaatsen, die aansluit op het trottoir ten oosten van het plangebied. Hierdoor neemt het parkeren geen ruimte van het wegprofiel in beslag. De woningen worden hoofdzakelijk uitgevoerd in rode baksteen met rood/oranje dakpannen.
2.4 Ruimtelijke consequenties De huidige bebouwing zal verdwijnen. De plaatsvervangende nieuwbouw wordt in lijn gebouwd met de naast gelegen woningen. Het straatbeeld van de Langetaam wordt hierdoor in het begin van de straat minder smal dan in de huidige situatie het geval is. De goothoogte van de nieuwe woningen wordt hoger dan de goothoogte van de bestaande situatie. Echter verandert er nagenoeg niks aan de bouwhoogte. Het materiaal gebruik van de nieuwe woningen past goed in de omgeving. Met het verdwijnen van de loodsachtige uitstraling die het huidige bedrijfspand heeft kan geconcludeerd worden het dat het straatbeeld van de Langetaam hierdoor verbeterd.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
12
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
13
Hoofdstuk 3
3.1
Ruimtelijk beleid
Inleiding
In dit hoofdstuk is de ontwikkeling getoetst aan de voor het plangebied ruimtelijk relevante beleidskaders.
3.2
Nationaal beleid
Op rijksniveau zijn op ruimtelijk gebied de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de meest bepalende beleidsdocumenten. De ontwikkeling is niet in strijd met rijksbeleid. Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Bro) Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling. Overheden die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk willen maken, moeten standaard een aantal stappen zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. Ruimtelijke besluiten moeten aandacht besteden aan de Ladder voor duurzame verstedelijking (SER ladder). Bij de ladder moet de regionale behoefte aangetoond worden, of deze behoefte in bestaand stedelijk gebied opgevangen kan worden, en of de locatie multimodaal is of kan worden ontsloten. Toetsing en conclusie rijksbeleid y De behoefte is recent regionaal afgestemd (zie paragraaf 3.3). y De locatie betreft een herstructureringslocatie binnen bestaand stedelijk gebied. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursvolgorde voor verstedelijking. y De locatie is passend multimodaal ontsloten. Bij de ontwikkeling van zes starterswoningen in Maasland zijn geen rijksbelangen in het geding.
3.3
Provinciaal en regionaal beleid
Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' en verordening ruimte, inclusief actualisaties (2013)
Woningbouw ontwikkelingen op herstructureringslocaties binnen bestaand stads- en dorpsgebied passen in het provinciaal beleid. In samenhang met de structuurvisie is de Verordening Ruimte vastgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. De volgende artikelen zijn relevant voor het bestemmingsplan:
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
14
Artikel 2 Algemene regels ter zake van bestemmingsplannen Lid 1 regionale afstemming Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een nieuwe ontwikkeling met wonen, bedrijven, zelfstandige kantoren, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen voorziet in een aantoonbare behoefte en is gebaseerd op een regionale visie op het programma ter zake of is tenminste regionaal afgestemd. De toelichting van het bestemmingsplan bevat hierover een verantwoording. Actueel en realiseerbaar woningbouwprogramma Haaglanden (2014) De behoefte aan starterswoningen is recent regionaal afgestemd en past binnen het regionale en gemeentelijke woningbouwprogramma. De Provincie heeft 11 februari 2014 ingestemd met het regionale woningbouwprogramma en de notitie Actueel en realiseerbaar woningbouwprogramma van de stadsregio Haaglanden. De locatie past binnen dit regionaal afgestemde programma. Bovendien wordt gebouwd voor de lokale doelgroep starters. De locatie Langetaam is in de planning opgenomen voor 2015 met 6 sociale woningen. Lid 2 ladder voor duurzame verstedelijking Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een nieuwe ontwikkeling met wonen, bedrijven, zelfstandige kantoren, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen houdt rekening met de navolgende voorkeursvolgorde: y het benutten van locaties voor herstructurering, intensivering of transformatie binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied; y het benutten van locaties aansluitend aan bestaand stedelijk en dorpsgebied. De toelichting van het bestemmingsplan bevat hierover een verantwoording. Toetsing De locatie betreft een herstructureringslocatie binnen de bestaande kern van Maasland. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeursvolgorde voor verstedelijking. Conclusie provinciaal en regionaal beleid De beoogde ontwikkeling is niet in strijd is met provinciale belangen De nieuwbouw wordt gerealiseerd binnen het bestaand stedelijk gebied en is regionaal afgestemd.
3.4
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Midden-Delfland 2025 (2011) In de structuurvisie van de gemeente is aangegeven dat de woningbouwopgave tot 2025 van 220 tot 440 woningen ligt, bovenop de bestaande projecten. Deze opgave zal binnen de bestaande dorpen moeten worden opgevangen, daar er in het buitengebied geen plaats voor is. Het uitgangspunt is woningen met twee bouwlagen en een kap. Het plan geeft invulling aan het woonbeleid uit de structuurvisie. Woonvisie Midden - Delfland 2010-2025 (2010) De woonvisie is een nadere uitwerking van de structuurvisie Vitale Dorpen Midden-Delfland 2025 (speerpunt 'wonen voor het leven') en vormt een belangrijke basis voor de toekomst van de dorpen. De verwachting op basis van prognoses is dat tot 2025 zowel het aantal inwoners als het aantal huishoudens toeneemt in Midden-Delfland. Het aantal zelfstandige huishoudens neemt volgens de CBS-prognose met circa 1.400 toe van ongeveer 6.640 in 2009 tot ruim 8.000 in 2025.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
15
Uit de woonvisie komt als veranderopgave naar voren een totaal van 1.020 tot 1.220 extra te bouwen woningen (gemiddeld 70 tot 80 woningen per jaar), waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met startende gezinnen en doorstroming van ouderen en senioren. Een van de prioriteiten is de bereikbaarheid van de koopsector te vergroten. De gemeente wil mensen met een (laag) middeninkomen een blijvend beter perspectief op de woningmarkt bieden. Daarbinnen is in het bijzonder aandacht voor starters. Het project geeft specifiek invulling aan deze prioriteit. Van de totale woningbouwopgave van 1020 tot 1220 woningen zijn er circa 800 woningen opgenomen (gepland) in concrete nieuwbouwprojecten die zijn vastgesteld of zich in de initiatieffase bevinden. De locatie maakt onderdeel uit van deze planning. De resterende 220 tot 440 woningen dienen dus buiten deze projecten gerealiseerd te worden. Welstandsnota Midden-Delfland (2010) De Welstandsnota bevat richtlijnen ten aanzien van de uitstraling of het ontwerp van nieuwbouwplannen. Het doel is het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit en de burger inzicht geven in de eigenschappen die van belang zijn bij het opstellen en indienen van een bouwplan. In de nota wordt gewerkt met welstandsgebieden waarvoor verschillende eisen gelden. Zie figuur 3.1.
Figuur 3.1
Uitsnede welstandsgebiedkaart Maasland (bron: Welstandsnota)
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
16
Het plangebied ligt in het welstandsluwe gebied 'Woongebied Maasland'. Het beleid is gericht op het
beheer van de rust in het groene straatbeeld.
Het bouwplan voldoet aan de op pagina 43 genoemde welstandscriteria.
Conclusie gemeentelijk beleid De ontwikkeling geeft invulling aan het gemeentelijke beleidsspeerpunt om starterswoningen te realiseren binnen bestaand bebouwd gebied.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
17
Hoofdstuk 4
4.1
Onderzoek
Archeologie
Wettelijk kader In 1992 ondertekende Nederland mede het Verdrag van Valetta (Malta), met als doel de bescherming van het archeologisch erfgoed van Europa te bevorderen. In Nederland heeft dit geleid tot een herziening en aanvulling van verschillende wetten. Deze wijzigingswet (Wet op de Archeologische Monumentenzorg) werd op 1 september 2007 van kracht. De belangrijkste artikelen uit het Verdrag van Malta die in de Nederlandse wetgeving zijn overgenomen zijn dat het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk ter plekke (in situ) dient te worden behouden (artikel 4), dat het archeologisch erfgoed deel uitmaakt van de belangenafweging in het kader van ruimtelijke ordening (artikel 5) en het 'veroorzakersprincipe' (artikel 6). Het veroorzakersprincipe betekent dat de verstoorder verantwoordelijk is voor het vroegtijdig (laten) uitvoeren van noodzakelijk archeologisch (voor)onderzoek en de financiering daarvan. Het bestemmingsplan Aan artikel 5 uit het Verdrag van Malta wordt invulling gegeven dmv artikelen 38, 39 en 40 uit de Monumentenwet, waarin is bepaald dat het archeologisch erfgoed beschermd moet worden middels het bestemmingsplan. Gemeentes moeten bij het vaststellen daarvan rekening houden met de bekende en te verwachten archeologische waarden. Deze krijgen een archeologische (mede)bestemming, die wordt vermeld in de toelichting, wordt begrensd in de verbeelding (plankaart) en wordt voorzien van regels die gekoppeld zijn aan een vergunningstelsel. e
In artikel 41a van de Monumentwet is bepaald dat artikelen 39, 40 en 41, 1 lid, niet van toepassing zijn 2 op plangebieden met een oppervlakte kleiner dan 100 m . Bij grotere projecten moet het archeologisch belang altijd worden meegewogen. Gemeenten kunnen, onderbouwd, van deze grens afwijken. De gemeente Midden-Delfland wijkt op de gemeentelijk archeologische beleidskaart (2010) zowel naar 2 boven als beneden af van de gestelde 100 m . Archeologiebeleid Midden-Delfland De gemeentes in Nederland zijn verantwoordelijk voor het behoud van het archeologisch bodemarchief. Om op verantwoorde en transparante wijze afwegingen te kunnen maken, is gemeentelijk archeologiebeleid wenselijk. Midden-Delfland beschikt sinds 2010 over een archeologische beleidsnota. Belangrijk hierbij is de gemeentelijke archeologische beleidskaart, die wordt gebruikt als basis voor het bestemmingsplan. De beleidskaart is gebaseerd op gedetailleerde kennis van de lokale landschapsontwikkeling, cultuurhistorie en het bodemarchief. Dit komt tot uiting in vijf periode-specifieke archeologische verwachtingskaarten die tonen op welke locaties resten uit bepaalde perioden worden verwacht. Op de beleidskaart worden deze verwachtingen vertaald naar verwachtingszones en gekoppeld aan concrete vrijstellingsgrenzen. Bodemverstorende werkzaamheden die deze grenzen niet overschrijden worden op voorhand vrijgesteld van de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
18
Zo wordt een goede balans bereikt tussen de verwachte aanwezigheid van archeologische resten en de voorwaarden die worden verbonden aan bodemverstorende activiteiten. Bestaande situatie plangebied Het plangebied bevindt zich in een zone met een dynamische geologische ontstaansgeschiedenis, die van grote invloed is geweest op de bewoningsmogelijkheden. Aanvankelijk bestond de ondergrond van het plangebied uit veen (Hollandveen Laagpakket). Vanaf circa 1500 v.Chr nam de invloed van de zee op het plangebied toe. Als gevolg van verschillende daarbij behorende overstromingen ontstonden in de loop der eeuwen de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren. De oudste sedimenten van dit Laagpakket worden gevormd door de geul- en dekafzettingen van de Hoekpolder Laag, die tussen 1500 en 1000 v.Chr. werden gevormd (afbeelding 1). Door toenemende zee-invloed ontstond in het zuiden van de huidige gemeente Midden-Delfland een uitgebreid krekensysteem, dat in verbinding stond met de zee. Het veengebied raakte hierdoor ontwaterd, e e waardoor er vanaf de 4 en 3 eeuw v.Chr. veelvuldig gewoond kon worden op de veengronden en op de venige afzettingen op de geulafzettingen van de Hoekpolder Laag In het zuiden van de gemeente Midden-Delfland zijn dan ook veel vindplaatsen uit de IJzertijd bekend. Rond 300 v.Chr. begon een nieuwe fase van overstromingen, waardoor de geul- en dekafzettingen van de Gantel Laag ontstonden. De afwaterende geulen raakten verstopt, de nederzettingen bedekt met klei en de bewoning in het gebied stopte grotendeels. De geulafzettingen lagen relatief hoog in het landschap en vormden aantrekkelijke (droge) woonlocaties. Binnen het plangebied komen enkel dekafzettingen voor. Deze waren in het algemeen te nat voor bewoning, waardoor hier met name zogenaamde off-site structuren zullen voorkomen (zoals sloten en grafvelden). Uitzondering hierop zijn de locaties waar deze dekafzettingen de relatief hooggelegen geulafzettingen van de Hoekpolder Laag bedekken, omdat daar nog steeds sprake was van een reliëfverschil en dus van aantrekkelijke, hoger gelegen locaties. e
Rond de 3 eeuw na Chr. vernatte het gebied opnieuw en ontstond weer grootschalige veengroei. Vanaf e de 10 eeuw na Chr. werden de omstandigheden droger en de veengebieden toegankelijker. Er werd begonnen met de ontginning en bewoning keerde geleidelijk terug. De oorspronkelijke nederzetting e e Maasland (op de Maasoever) ging in het 2 kwart van de 12 eeuw verloren als gevolg van stormvloeden e en werd vervolgens landinwaarts verplaatst, naar het huidige Maasland. Vanaf het midden van de 12 eeuw ontstond er rond de kerk in Maasland een kleine nederzetting die zich geleidelijk langs de Gaag uitbreidde. Nadat langs de Gaag een weg naar Vlaardingen werd aangelegd, groeide het dorp uit tot een e lineaire nederzetting en rond 1500 was Maasland een aanzienlijk dorp. In het midden van de 16 eeuw had Maasland reeds de karakteristieke structuur van de huidige dorpskern. In de nabijheid van het plangebied zijn enkele waarnemingen gedaan (afbeelding 1). Deze hebben betrekking op archeologische resten uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd in de historische dorpskern van Maasland. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied in historische tijden al behoorde tot de dorpskern van Maasland (afbeelding 1). Deze situatie is tot op heden ongewijzigd.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
19
Afbeelding 1: het plangebied geprojecteerd op een verbeelding van de geologische situatie rond 400 v.Chr., inclusief de bekende vindplaatsen uit de IJzertijd. Ook bekende vindplaatsen en historische bebouwing afbeelden. Archeologische verwachting Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Midden-Delfland geldt binnen het plangebied een hoge archeologische verwachting. Deze verwachting heeft betrekking op de mogelijke aanwezigheid van nederzettingsresten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. De archeologische verwachting voor resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd hangt samen met de mogelijke aanwezigheid van geulafzettingen van de Hoekpolder Laag in de ondergrond van het plangebied. De verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen – Nieuwe tijd hangt samen met de ligging van het plangebied in de historische dorpskern. Om de archeologische verwachting te toetsen heeft Archeologie Delft binnen het plangebied onderzoek uitgevoerd, in de vorm van een verkennend booronderzoek (april 2014; Bijlage 1). Tijdens dit booronderzoek is gebleken dat de bodemopbouw binnen het plangebied intact is. Binnen het plangebied zijn geen geulafzettingen van de Hoekpolder Laag aanwezig en zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Binnen het plangebied worden dan ook geen vindplaatsen verwacht.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
20
Conclusie Op basis van veldonderzoek (verkennend booronderzoek) blijkt dat er binnen het bestemmingsplangebied geen sprake is van een archeologische verwachting. In het bestemmingsplan hoeft dan ook geen archeologische medebestemming te worden opgenomen. Ondanks dat er geen sprake is van een archeologische medebestemming blijft wel te alle tijden de algemene meldingsplicht bij het aantreffen van oudheden van toepassing. Op basis van de artikel 53 van de Monumentenwet 1988 moet iedereen die, anders dan bij het doen van archeologisch onderzoek, iets vindt waarvan hij/zij kan vermoeden dat het een o(on)roerend monument betreft, dit melden bij de bevoegde overheid (in deze de gemeente Midden-Delfland). Indien het bevoegd gezag van menig is dat dit noodzakelijk is, moet vervolgens tijd en ruimte geboden worden om de resten te onderzoeken, documenteren en eventueel veiligstellen. Het niet melden van het aantreffen van oudheden is een overtreding van de Monumentenwet 1988 en daarmee een strafbaar feit.
4.2
Cultuurhistorie
De te slopen bebouwing in het plangebied is niet aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Ook ligt het plangebied niet in een aangewezen beschermd dorpsgezicht. Desondanks is in het plan rekening gehouden met de cultuurhistorische aspecten. Enerzijds in de maat en vormgeving van de nieuwe bebouwing, die aansluit op de omliggende bebouwing. Hiermee doet het nieuwe initiatief geen afbreuk aan het nabijgelegen beschermd dorpsgezicht.
4.3
Verkeer
Verkeersstructuur Ontsluiting gemotoriseerd verkeer Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Langetaam. De Langetaam sluit in het oosten aan de op de 's-Herenstraat. Op deze weg is een eenrichtingssituatie die het alleen mogelijk maakt om in noordelijk richting de kern Maasland te verlaten of ter hoogte van de kruising met de Prinses Beatrixlaan Hofsingel de zogenaamde ring van Maasland te bereiken. In westelijke richting kan vanaf de Langetaam de Huis te Veldelaan bereikt worden, die het mogelijk maakt om in zuidelijke richting om het centrum van Maasland heen te rijden en zo via de Kerkweg Maasland in zuidelijke richting te verlaten en de A20 te bereiken. De wegen in Midden-Delfland zijn conform Duurzaam Veilig gecategoriseerd. Zo heeft de erftoegangsweg Langetaam ter hoogte van het plangebied een maximumsnelheid van 30 km/h. Openbaar vervoer De dichtstbijzijnde openbaar vervoerhalte, op loopafstand van het plangebied, is de bushalte Commandeurskade. Deze halte ligt aan de Hofsingel. Vanaf deze halte rijden frequent bussen naar onder andere treinstation Delft en Schipluiden. Langzaam verkeer Vanuit het plangebied is in oostelijke richting het centrum van Maasland goed te bereiken voor fietsers. Conform de inrichting volgens Duurzaam Veilig wordt op de Langetaam het verkeer gemengd afgewikkeld.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
21
Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling In de huidige situatie bevindt zich een bedrijfspand op de locatie. Dit gebouw wordt gesloopt en daarvoor in de plaats worden woningen mogelijk gemaakt. Deze wijziging van gebruik kan effect hebben op de verkeersafwikkeling. Om de verkeersafwikkeling te beoordelen is de verkeersgeneratie inzichtelijk gemaakt. Om de verkeersgeneratie ten gevolge van de ontwikkeling in het plangebied inzichtelijk te maken zijn kencijfers van CROW gehanteerd. De kencijfers van CROW zijn onder andere afhankelijk van de stedelijkheid van een gemeente. Het plangebied ligt in de gemeente Midden-Delfland in de kern Maasland. De kern Maasland is volgens CBS een matig stedelijke omgeving (statline.cbs.nl), het plangebied ligt in het centrum van Maasland. Bedrijfspand In de toekomstige situatie wordt ter vervanging van het bedrijfspand woningen mogelijk gemaakt. Het bedrijfspand heeft een oppervlakte van 310 m² bvo. Uit de kencijfers van CROW blijkt dat een arbeids en bezoekersextensief bedrijf een verkeersgeneratie van ca. 15 mvt/etmaal genereert. Woningen Het bedrijfspand wordt gesloopt en vervangen voor 6 gestapelde woningen. Voor een appartement in het goedkope segment bedraagt de verkeersgeneratie 4,3 mvt/weekdagetmaal per woning. Hiermee komt de verkeersgeneratie voor een weekdag uit op circa 26 mvt/weekdagetmaal (CROW-317, 2012). Om de verkeersgeneratie voor een werkdag te verkrijgen dient met een factor van 1,1 te worden omgerekend (CROW-317, 2012). Dit resulteert in circa 29 mvt/werkdagetmaal. Verkeersafwikkeling Ten gevolge van de woningen neemt het verkeer op een werkdag met 14 mvt/etmaal toe. Dit extra verkeer zal niet leiden tot noemenswaardige verandering in de verkeerssituatie ten opzichte van de huidige functie. Parkeren Om de parkeerbehoefte te bepalen heeft de gemeente Midden-Delfland eigen parkeernormen vastgelegd in de Nota Parkeernormen 2012. In deze nota zijn parkeernormen, per kern van de gemeente Midden-Delfland, opgenomen waarmee berekend wordt hoeveel parkeerplaatsen minimaal op eigen terrein moeten worden aangelegd. Voor woningen hanteert de gemeente Midden-Delfland voor de kern Maasland een parkeernorm van 1,2 parkeerplaats per woning. Daarbij moet per woning 0,3 parkeerplaatsen extra gerekend worden voor bezoek, zodat per woning 1,5 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden (Midden-Delfland, 2012). Voor 6 woningen komt dit neer op een parkeerbehoefte van 9 parkeerplaatsen. Conclusie De ontsluiting van de locatie is voor verschillende modaliteiten goed te noemen. De realisatie van de nieuwe woningen zal niet leiden tot een noemenswaardige verandering in de verkeersafwikkeling. In de parkeerbehoefte wordt voorzien door de aanleg van 9 parkeerplaatsen. Geconcludeerd wordt dat het aspect verkeer de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
22
4.4
Wegverkeerslawaai
Beoogde ontwikkeling Binnen het plangebied worden nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Woningen zijn in het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidsgevoelige functies waarvoor akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. Toetsingskader Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven - bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van een binnen- of buitenstedelijke ligging. De geluidhinder wordt aan de hand van de Europese dosismaat L den (L day-evening-night) berekend. Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal. Nieuwe situaties Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg, geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. Voor de beoogde binnenstedelijke ontwikkeling geldt een uiterste grenswaarde van 63 dB. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Van deze aftrek, conform artikel 3.4 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012, is gebruikgemaakt. 30 km/h wegen Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde als referentiekader gehanteerd. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB geldt hierbij als richtwaarde en de uiterste grenswaarde van 63 dB als maximaal aanvaardbare waarde. Onderzoek Het plangebied is gelegen binnen de 250 m brede geluidszone van de N468. Ten gevolge van het verkeer op deze weg is dan ook onderzoek uitgevoerd. Langs het plangebied de Langetaam gelegen, een 30 km/h weg. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ten gevolge van het verkeer op deze weg bepaald of sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Rekenmethodiek en invoergegevens Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken en meetvoorschrift geluidhinder 2012. De berekeningsresultaten zijn opgenomen in Bijlage 5.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
23
Verkeersgegevens De N468 kent in de huidige situatie een hoge verkeersintensiteit aangezien veel sluipverkeer van d eze weg gebruik maakt. Wanneer de A4 tussen Delft en Schiedam opengesteld wordt zal de intensiteit op de N468 afnemen. Dit betekent dat de weg in 2024 een intensiteit zal hebben die past bij de categorisering van de weg als erftoegangsweg buiten de bebouwde kom. De intensiteit zal maximaal 6.000 mvt/etmaal gaan bedragen. Dit is worst case. Van de Langetaam zijn geen verkeersgegevens bekend. Gezien de categorisering van de weg en het aantal functies (woningen/voorzieningen) die door deze weg ontsloten worden zal de intensiteit zeker niet meer bedragen dan 500 mvt/etmaal. Tabel 4.1 Verkeersintensiteiten in mvt/etmaal (afgerond op 50 –tallen) N468 Langetaam
2024 6.000 500
Voor de voertuigverdeling van het verkeer op de N468 is uitgegaan van een standaard verdeling van het verkeer op een landelijke ontsluitingsweg en op de Langetaam van een standaard verdeling op een buurtverzamelweg. De wegdekverharding op de N468 bestaat uit asfalt en op de Langetaam liggen klinkers. Resultaten gezoneerde weg Ten gevolge van het verkeer op de N468 ligt de 48 dB contour op de maatgevende waarneemhoogte op 69 m uit de as van de weg. Het plangebied is op grotere afstand uit de as van de N468 gelegen, zodat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB binnen het plangebied niet overschreden wordt. Er is dan ook sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Resultaten niet gezoneerde weg De geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer op de Langetaam op een afstand van 11 m uit de as van de weg bedraagt maximaal 45 dB. Hierbij wordt de richtwaarde van 48 dB niet overschreden en is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Conclusie Ten gevolge van het verkeer op de N468 en de Langetaam is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Het aspect wegverkeerslawaai staat de realisatie van de nieuwe woningen dan ook niet in de weg.
4.5
Milieuhinder en omliggende bedrijven
Beleid en normstelling In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen: y ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd; y rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Onderzoek en conclusie In het plangebied wordt wonen mogelijk gemaakt. Ten noorden van het plangebied is een woningbouwcorporatie Midden-Defland gelegen met kantoorfunctie en opslagruimte. Deze functie
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
24
vormt geen belemmering voor de nieuwe woningen. Het aspect milieuhinder staat de beoogde ontwikkelingen dan ook niet in de weg.
4.6
Bodem
Beleid en normstelling Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik. Onderzoek en conclusie Historische gegevens bodemloket Uit het Bodemloket (www.bodemloket.nl) blijkt dat ter plaatse van het plangebied eerder een onderzoek heeft plaats gevonden in 1997. Destijds was de conclusie dat de bodem voldoende onderzocht was, zie figuur 4.1.
Figuur 4.1
Bodemkwaliteit (www.bodemloket.nl)
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
25
Resultaten verkennend bodemonderzoek Om aan te tonen dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie wonen is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 2). Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van één boring een sterke verontreiniging is aangetroffen met PAK's en minerale olie. Het grondwater van de peilbuis is daarnaast sterk verontreinigd met PAK, BTEX componenten en minerale olie. Derhalve is een nader onderzoek noodzakelijk om de de omvang van de verontreinigingen vast te stellen. Nader bodemonderzoek Uit het nader onderzoek (mei 2014) blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in grond en grondwater zoals omschreven in de Wbb (zie Bijlage 3). Vanwege de geconstateerde verontreiniging is vervolgonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 6). Het doel van dit onderzoek is het inkaderen van de verontreiniging met PAK en minerale olie in verticale richting. Uit dit onderzoek blijkt dat de oppervlakte van de sterke verontreiniging ca. 80 m² bedraagt en dat deze zich globaal gezien over een diepte van 1,0 tot 5,5 m beneden maaiveld bevindt. Het gaat om ca. 360 m³ matig tot sterk verontreinigd grondwater. Formeel gezien dient de omvang van de verontreiniging van het grondwater verder te worden ingekaderd door middel van voortzetting van het nader onderzoek. Door het plaatsen van een nog diepere peilbuis kan er echter verspreiding van de verontreiniging optreden, wat onwenselijk wordt geacht. Er wordt daarom afgezien van verder onderzoek. Geconcludeerd wordt dat onderhavig onderzoek in voldoende mate heeft voldaan aan de doelstelling om de verontreiniging in kaart te brengen en tevens voldoende informatie verschaft voor het opstellen van een saneringsplan (BUS melding mobiel) en de uitvoering hiervan. Alvorens nieuwbouw te realiseren dient de locatie geschikt gemaakt te worden voor de gebruiksbestemming wonen door middel van het saneren van de locatie. Gezien de voorgenomen herinrichting van de locatie en het mobiele karakter van de verontreiniging wordt het nemen van saneringsmaatregelen op een zo kort mogelijk termijn aanbevolen. Voorafgaand aan de uitvoering van een bodemsanering dient een saneringsplan ter goedkeuring aan het inzake bevoegd gezag te worden overlegd.
4.7
Externe veiligheid
Beleid en normstelling Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: y bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid; y vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen. Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Onderzoek Uit de risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen risicovolle
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
26
inrichtingen voorkomen die relevant zijn voor de risicosituatie in het plangebied. Daarnaast vindt er geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het water, het spoor of door buisleidingen.
Figuur 4.2 Uitsnede risicokaart (bron: www.risicokaart.nl) Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.
4.8
Luchtkwaliteit
Beleid en normstelling In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven. Tabel 4.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm stof toetsing van stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde concentratie jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) jaargemiddelde concentratie
grenswaarde 60 μg/m³ 40 μg/m³ 40 μg/m³
geldig 2010 tot en met 2014 vanaf 2015 vanaf 11 juni 2011
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
27
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet
aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
y een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM10 (= 1,2 μg/m³); y een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen. Onderzoek De ontwikkeling betreft de realisatie van 6 woningen. Deze ontwikkeling draagt in niet in betekende mate bij aan de luchtkwaliteit ter plaatse. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool ( www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat in 2012 de jaargemiddelde concentraties fijn stof en in 2015 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide direct langs de Prinsen Beatrixlaan (als maatgevende doorgaande weg in de omgeving van het plangebied) ruimschoots onder de grenswaarden uit de wetgeving zijn gelegen. Omdat direct langs deze weg aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt.
Figuur 4.3 Kaartuitsnede NSL-monitoring viewer (bron:www.nsl-monitoring.nl) Conclusie Er wordt geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefmilieu ter plaatse.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
28
4.9
Planologisch relevante leidingen
Afwegingskader Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd: y gas, olie, olieproducten, chemische producten, vaste stoffen/goederen; y aardgas met een diameter groter of gelijk aan 18 inch; y defensiebrandstoffen; y warmte en afvalwater, ruwwater of halffabrikaat voor de drink- en industriewatervoorziening met een diameter groter of gelijk aan 18 inch. Onderzoek Er zijn geen planologisch relevante buisleidingen, hoogspanningsverbindingen of straalpaden aanwezig. Met eventueel aanwezige overige planologisch gezien niet-relevante leidingen (zoals rioolleidingen, leidingen nutsvoorzieningen, drainageleidingen) in of nabij het plangebied hoeft in het bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden. Er wordt geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
4.10
Water
Waterbeheer en watertoets De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Delfland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het plan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf. Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld. Europa: y Kaderrichtlijn Water (KRW) Nationaal: y Nationaal Waterplan (NW) y Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21) y Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) y Waterwet Provinciaal y Provinciaal Waterplan y Provinciale Structuurvisie y Verordening Ruimte Waterschapsbeleid In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap van Delfland de strategische keuzes, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het hoogheemraadschap gaat het beheer en onderhoud van het watersysteem optimaliseren en zal
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
29
daarbij flink investeren in waterkwaliteit, waterkeringen en het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Voor de zuiveringstechnische infrastructuur ligt de nadruk op beheren, onderhouden en optimaliseren. In het kader van de afstemming van het waterbeleid met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening heeft het hoogheemraadschap in 2007 een Waterkansenkaart opgesteld. Deze Waterkansenkaart kan gezien worden als de nadere, gebiedsspecifieke uitwerking van de Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland. Ten slotte is in 2012 de nieuwe Handreiking Watertoets vastgesteld. De nieuwe handreiking biedt gemeenten, adviesbureaus en projectontwikkelaars handvatten voor de invulling van proces en inhoud van de watertoets voor ruimtelijke plannen op gemeentelijk niveau. De handreiking bestaat uit een procesdeel en een inhoudelijk deel. In het procesdeel wordt ingegaan op het watertoetsproces voor ruimtelijke planvorming. Het inhoudelijk deel bevat de vertaling van het actuele beleid van Delfland in ruimtelijke zin. Gemeentelijk beleid Het Waterplan Midden-Delfland is een gebiedsgericht plan van de gemeente en het Hoogheemraadschap waarin samenhangende thema's rond waterbeheer aan bod komen. Ruimtelijke ontwikkelingen spelen hierbij een belangrijke rol. Ook ontwikkelingen als de Europese Kaderrichtlijn Water, landelijk beleid als het waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21,)) en gemeentelijke plannen, zoals een gemeentelijk rioleringsplan, komen samen in het Waterplan. Het Waterplan bestaat uit drie fasen. De watervisie, het waterstructuurplan en het uitvoeringsplan. De watervisie geeft op hoofdlijnen de doelstelling aan op het gebied van waterbeheer in de gemeente Midden-Delfland. De visie is uitgewerkt in het waterstructuurplan. Het waterstructuurplan geeft op kaart en in beschrijving weer wat de opgave in de polders van Midden-Delfland is. Bovendien maken de gemeente en Delfland afspraken over de wijze waarop de wateropgave wordt gerealiseerd. Concrete maatregelen en procesafspraken zijn gebundeld in het uitvoeringsprogramma van het waterplan. Het Waterplan is slechts een van de plannen die in Midden-Delfland spelen. Het Waterplan is afgestemd met het Landschapsontwikkelingsplan 2025, de FES-proeftuin, KRW-gebiedsproces en andere ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Huidige situatie Algemeen Het plangebied is gelegen aan de Langetaam 3-3a te Midden-Delfland en bestaat in de huidige situatie uit een bedrijfspand. Bodem en grondwater Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit lichte klei met homogeen profiel. Er is sprake van grondwatertrap III. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 meter onder maaiveld- en de gemiddelde laagste grondwaterstand meer varieert van 0,8 tot 1,2 meter onder maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa -0,5 meter ten opzichte van maaiveld. Waterkwantiteit De kern Maasland ligt op de grens van twee polders. Ten westen van het boezemwater (langs de Kerkweg/'s-Herenstraat) ligt het plangebied in de Dijkpolder waar een streefpeil geldt van NAP -2,4 m. Ten oosten van het boezemwater ligt het plangebied in de Commandeurspolder, bestaande uit verschillende peilgebieden variërend van -2,45 m. Zowel voor de Dijkpolder als voor de Commandeurspolder bestaat momenteel een wateropgave. De Noordvliet die ten zuidoosten van de kern loopt en de Zuidgaag die dwars door de kern l oopt zijn boezemwateren (hoofdwatergangen). Het streefpeil van deze twee boezemwateren wordt gehandhaafd op NAP -0,4 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
30
Veiligheid en waterkeringen Het plangebied is buiten de kern- of beschermingszone van de regionale waterkering gelegen. De ligging ten opzichte van deze waterkering is in onderstaande figuur weergegeven.
Figuur 4.4: Ligging beschermingszone waterkeringen (bron: Hoogheemraadschap van Delfland) Afvalwaterketen en riolering Het plangebied beschikt in de huidige situatie over een gemengde riolering. Toekomstige situatie Algemeen De ontwikkeling bestaat uit de realisatie van 6 startersappartementen ter plaatse van de huidige bedrijfsbebouwing. De ontwikkeling voorziet hiermee niet in extra verharding ten opzichte van de huidige situatie. Waterkwantiteit De ontwikkeling betreft een functiewijziging en de sloop/realisatie van gebouwen ter plaatse van reeds bestaande verharding. Conform de nieuwe Handreiking watertoets voor gemeenten van het Hoogheemraadschap Delfland (2012) geldt als richtlijn voor het watersysteem het 'standstill beginsel'. Dit betekent dat de ontwikkeling niet tot een verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie mag leiden. Het verhard oppervlak zal ten gevolge van de vaststelling van het bestemmingsplan niet
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
31
toenemen. Watercompenserende maatregelen zijn dan ook niet noodzakelijk. Het hemelwater kan afgekoppeld worden op het oppervlaktewater. Daar waar het realiseren van open water niet goed mogelijk is, bijvoorbeeld op de zandgrond, dient het water afgekoppeld te worden. Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen. Afvalwaterketen en riolering Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: y hemelwater vasthouden voor benutting, y (in-) filtratie van afstromend hemelwater, y afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater, y afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI. Waterbeheer Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van n ieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. Conclusie De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
4.11
Ecologie
Toetsingskader Beleid Het rijksbeleid ten aanzien van de bescherming van soorten (flora en fauna) en de bescherming van de leefgebieden van soorten (habitats) is opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De uitwerking van dit nationale belang ligt bij de provincies. De bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is in Zuid-Holland in de provinciale Structuurvisie nader uitgewerkt.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
32
Normstelling Flora- en faunawet Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dieren plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: y er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, bestendig gebruik en dwingende reden van groot openbaar belang); y er geen alternatief is; y geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend. Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken de volgende interpretatie van artikel 11: De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten: Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen. 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen soms wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
33
Natuurbeschermingswet 1998 Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten: a. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn; b. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen beschermde natuurmonumenten; c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten. De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EZ). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen. Onderzoek Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de EHS. Deze natuurgebieden liggen op grote afstand van het plangebied en worden niet beïnvloed door de ontwikkeling. Soortenbescherming Om ter plaatse van het plangebied vast te stellen of er beschermde flora en faunasoorten voorkomen is er een quickscan flora en fauna uitgevoerd. Het rapport van deze quickscan is als Bijlage 5 bij deze toelichting gevoegd. Als onderdeel van deze quickscan is er een locatieonderzoek uitgevoerd. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten is uitgesloten. De bebouwing bezit geen gaten waarin vleermuizen of vogels zich zouden kunnen ophouden. Voor overige soort(groep)en is het gebied verder volledig ongeschikt. Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde soorten uitgesloten; de realisatie en uitvoering van het plan niet in strijd is met het gestelde binnen de Flora- en faunawet.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
34
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
35
Hoofdstuk 5
5.1
Juridische planbeschrijving
Algemeen
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planregels. De regels van het bestemmingsplan
bestaan uit de volgende onderdelen:
inleidende regels;
1. bestemmingsregels; 2. algemene regels; 3. overgangs- en slotregels.
5.2
Inleidende regels
In dit hoofdstuk zijn de begrippen (Artikel 1) en wijze van meten (Artikel 2) opgenomen.
5.3
Bestemmingsregels
Het hoofdstuk Bestemmingsregels bevat de regels die specifiek gelden voor de bestemmingen in dit plan. Het bestemmingsplan bestaat uit drie enkelbestemmingen. Tuin (Artikel 3) De gronden die gelegen zijn voor de woningen en die niet als openbaar gebied bedoeld zijn, hebben de bestemming Tuin. Binnen deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden beperkt tot de mogelijkheid om een erker te bouwen. Overkappingen en bergingen zijn niet toegestaan. Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 4) De gronden in de openbare ruimte waar de parkeervoorzieningen zijn voorzien hebben de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Wonen (Artikel 5) Deze bestemming 'Wonen' is gegeven aan de toekomstige woningen in het plangebied. Naast woningen is ook erfbebouwing toegestaan in bijvoorbeeld de vorm van bijgebouwen en/of aan- en uitbouwen. Hoofdgebouwen Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maximale goothoogte van de woningen is op de verbeelding aangegeven. Voor erfbebouwing gelden aparte regels voor wat betreft de maximum goot- en bouwhoogte. Binnen onderhavig bestemmingsplan mag de goothoogte van hoofdgebouwen worden overschreden door dakkapellen. Een dakkapel mag op het achterdakvlak over de gehele breedte van het dakvlak worden gebouwd. Op het zij- en voordakvlak mag een dakkapel maximaal 70% van de breedte van het dakvlak beslaan.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
36
Erfbebouwing Op de gronden buiten het bouwvlak wordt de mogelijkheid geboden om de gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of vo or de bouw van vrijstaande bijgebouwen. Het gezamenlijk oppervlak aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende gronden buiten het bouwvlak bedragen, tot een maximum van 50 m². Ten minste 25 m² van die gronden dient altijd onbebouwd en onoverdekt te blijven. Ondernemerschap De gemeente Midden-Delfland wil het ondernemerschap stimuleren. Om die reden is in het artikel Wonen een aantal flexibiliteitsbepalingen opgenomen om dit mogelijk te maken. Deze zijn opgenomen onder de noemer beroep-aan-huis, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Beroepen-aan-huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Om de woonfunctie te versterken en een aantrekkelijk woongebied te creëren waar ruimte is voor meerdere activiteiten, wordt een toename van de menging met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voorgestaan. Het uitgangspunt is dat zogenaamde vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht geldt, zonder meer vanuit de woning kunnen worden uitgeoefend, mits de woonfunctie gehandhaafd blijft. Er wordt van uitgegaan dat de woonfunctie gehandhaafd blijft bij een gebruik van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten van ten hoogste 25% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning tot ten hoogste 40 m². Internetverkoop is toegestaan, mits deze voldoet aan de voorwaarde dat er geen uitstalling van goederen plaatsvindt en waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd. Webwinkels zijn derhalve niet toegestaan.
5.4
Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen: Anti-dubbeltelregel (Artikel 6) De anti-dubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de anti-dubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Algemene bouwregels (Artikel 7) Overschrijding bouwgrenzen Dit lid bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn. Voldoende parkeergelegenheid
Dit lid borgt dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
37
Algemene afwijkingsregels (Artikel 8) Maten en bouwgrenzen In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen een omgevingsvergunning voor het afwijken kan worden verleend voor bouwplannen die voorgeschreven bouwgrenzen of maatvoeringen overschrijden. Op voorhand zijn eisen gesteld waarbinnen de aanvraag in ieder geval moet passen, zodat grootschalige, structurele aanpassingen op voorhand zijn aangesloten. Voor aanvragen die wel binnen deze kaders passen, kan het college van burgemeester en wethouders de afweging maken of via afwijking medewerking wordt verleend aan de aanvraag. Bij deze afweging worden in ieder geval de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden meegenomen. Wanneer de afwijkingsbevoegdheid wordt toegepast, houdt dit in dat een afzonderlijke planologische procedure wordt doorlopen met bijbehorende publicatie en mogelijkheden voor zienswijzen. Deze regel geeft aan dat de wettelijke regelingen waarnaar in het plan verwezen wordt, gelden zoals ze zijn op het moment dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.
5.5
Overgangs en slotregels
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde. Overgangsrecht (Artikel 10) De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). Slotregel (Artikel 11) Deze regel bevat de titel van het plan.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
38
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
39
Hoofdstuk 6
6.1
Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.1.1 Zienswijzen In het kader van de wettelijke procedure is het ontwerp bestemmingsplan vanaf 10 april 2015 gedurende zes weken op het gemeentehuis en via www.ruimtelijkeplannen.nl ter inzage gelegd. Gedurende deze periode zijn ingezetenen in de gelegenheid gesteld tot het indienen van zienswijzen. De ingekomen zienswijzen zijn beantwoord in de nota beantwoording zienswijzen, zie Bijlage 8.
6.1.2 Vooroverleg Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan burgemeester en wethouders overleg met de overleginstanties plegen. In dat kader heeft de gemeente Midden-Delfland het voorontwerpbestemmingsplan toegestuurd aan de vooroverlegpartners. De ingekomen reacties zijn samengevat en van beantwoording voorzien in Bijlage 7.
6.2
Economische uitvoerbaarheid
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het bestemmingsplan, een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszin s is verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen. Daarnaast kan de gemeente aan de hand van de kostensoortenlijst van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kosten verhalen op de ontwikkelaar. Door de gemeente is met de initiatiefnemer van het project een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten voor wat betreft het kostenverhaal. De initiatiefnemer heeft alle gronden in eigendom. Bovendien is er tussen initiatiefnemer en gemeente een overeenkomst gesloten over eventuele planschade. Om die reden is het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk. De initiatiefnemer heeft tot slot de kosten voor de uitvoering van saneringeringsmaatregelen als gevolg van de bodemverontreiniging opgenomen in exploitatieopzet voor het project. Hierdoor is het plan ook financieel gezien uitvoerbaar.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
40
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
bijlagen bij de Toelichting
Bijlage 1 Archeologisch onderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Delftse Archeologische Notitie 48
Langetaam 3 te Maasland (gemeente MiddenDelf land) Een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek
Bas Penning
Opdrachtgever: Contactpersoon: Bevoegde overheid: Beheer documentatie: Type onderzoek: Periode van uitvoer: Aanleiding: Locatie: Coördinaten: CIS-code: Projectcode: Projectleider: Projectmedewerker: Status: Autorisatie:
Rho Adviseurs voor leefruimte dhr.W. Kraaijeveld Gemeente Midden-Delfland Provincie Zuid-Holland Bureauonderzoek en verkennend vooronderzoek April 2014 Nieuwbouw woning Langetaam 3, Maasland 78270 x 439370 61321 MD048 B. Penning (MA) drs. M. Rikkers Definitieve versie, mei 2014
Drs. J.P.L. Bakx ISSN: 1879-9590 © 2014 Erfgoed Delft en Omstreken Postbus 78 2600 ME Delft 015-2602358
[email protected] www.archeologie-delft.nl
Samenvatting
Binnen het plangebied Langetaam 3 te Maasland in de gemeente Midden-Delf land wordt de bestaande bebouwing gesloopt en worden er zes starterswo ningen gebouwd. In dat kader heeft Archeologie Delft van Rho Adviseurs voor leefruimte opdracht gekregen voor het schrijven van een archeologische be stemmingsplanparagraaf. Daarbij is gebleken dat er sprake is van een archeo logische verwachting binnen het plangebied. Omdat het plangebied beperkt in omvang is, heeft Rho Adviseurs voor leefruimte vervolgens aan archeologie Delft gevraagd deze verwachting te toetsen door middel van een verkennend booronderzoek. De resultaten van dit onderzoek zullen gebruikt worden om te beoordelen of een archeologische medebestemming noodzakelijk is en mo gelijk vrijstellingsgrenzen aan te passen. Tijdens dit booronderzoek is gebleken dat de bodemopbouw binnen het plangebied intact is, maar dat er geen archeologische indicatoren aanwezig zijn. Er worden daarom geen archeologische vindplaatsen meer verwacht binnen het plangebied. Aangezien er geen vindplaatsen worden verwacht, wordt geadviseerd geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren voorafgaand aan de geplan de werkzaamheden. De uiteindelijke beslissing hierover ligt bij het bevoegd gezag, in deze de gemeente Midden-Delfland.
Inhoudsopgave
3
Samenvatting
7
1 Inleiding 1.1 Kader en doelstelling 1.2 Plangebied 1.3 Beleid gemeente Midden-Delfland ten aanzien van archeologie 1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen
11
2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden 2.2 Resultaten
15
3 Conclusie en aanbevelingen na bureauonderzoek 3.1 Selectieadvies
17
4 Veldonderzoek 4.1 Onderzoeksmethoden 4.2 Resultaten veldwerk 4.3 Beantwoording van de onderzoeksvragen
21
5 Conclusie en aanbevelingen na booronderzoek 5.1 Conclusies 5.2 Advies voor vervolgonderzoek
23
Bibliografie
23
Gebruikte afkortingen
23
Overzicht van afbeeldingen, tabellen & bijlagen
25
Bijlage 1 Geologische afzettingen Bijlage 1 Boorbeschrijvingen
27
1 Inleiding 1.1 Kader en doelstelling Binnen het plangebied Langetaam 3 te Maasland wordt de bestaande bedrijfs ruimte gesloopt om plaats te maken voor zes starterswoningen. Voor deze geplande ontwikkeling wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Om dui delijk te krijgen of er in dit bestemmingsplan een waarde archeologie moet worden opgenomen heeft Archeologie Delft van Rho Adviseurs voor leefruim te opdracht gekregen voor het uitvoeren van een archeologisch bureauonder zoek en een verkennend veldonderzoek door middel van grondboringen. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen een omschreven gebied, om daarmee te komen tot een ge specificeerde, archeologische verwachting. De gespecificeerde archeologische verwachting wordt getoetst door het verkennend booronderzoek. Hierbij kunnen door middel van grondboringen verstoringen van de bodem worden vastgesteld en wordt inzicht gekregen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op locatiekeuzes in het verleden. Behalve een geo-archeologisch booronderzoek behoort ook een eenvoudige terreininspectie tot de middelen. Het doel is kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de even tuele volgende vormen van vervolgonderzoek.
1.2 Plangebied Het plangebied is gelegen in de dorpskern van Maasland in de gemeente Mid den-Delfland. Het is gelegen aan de zuidzijde van de Langetaam en de huidige bebouwing heeft de huisnummers 3 en 3A. Het grootste deel van het plangebied is bebouwd met bedrijfsruimte en een schuur. Het overige deel van het perceel is in gebruik als oprit en tuin (afbeelding 1). Het plangebied staat afgebeeld op kaartblad 37b van de topografische kaart van Nederland en ligt globaal ter hoogte van het coördinaat 78270 x 439370. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van circa 680 m2.
1.3 Beleid gemeente Midden-Delfland ten aanzien van archeologie Op basis van de huidige wetgeving zijn de gemeenten in Nederland verant woordelijk voor het beheer van het archeologisch bodemarchief. Omdat ruimtelijke ingrepen gevolgen kunnen hebben voor dit bodemarchief, moeten gemeenten bij de besluitvorming archeologie als volwaardige factor meene men in de belangenafweging. Om dit op een verantwoorde en transparante wijze te kunnen doen is gemeentelijk archeologiebeleid wenselijk. De gemeente Midden-Delfland beschikt sinds 2010 over een vastgestelde beleidsnota Archeologie. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt de archeolo gische beleidskaart met toelichting. Deze kaart is gebaseerd op gedetailleerde kennis van de lokale landschapsontwikkeling, cultuurhistorie en het bodemar chief. Op de beleidskaart worden de verschillende archeologische verwach tingsgebieden binnen de gemeente gekoppeld aan vrijstellingsgrenzen. Bodem verstorende werkzaamheden die deze grenzen niet overschrijden worden op voorhand vrijgesteld van de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek. 7
|
78200
Afbeelding 1: de ligging van het plan gebied op de luchtfoto.
78300
439400 439300
439300
439400
j
Legenda 0
Plangebied
40
60
80 Met er
78200
|
20 78300
78250
78500
439500 439250
439250
439500
j
Legenda Plangebied Hoge verwachting: maximale verstoringsoppervlakte:50 m² Maximale verstoringsdiepte:0,40 m -MV Middelhoge verwachting: maximale verstoringsoppervlakte:100 m² Maximale verstoringsdiepte:0,40 m -MV 78250
8
0
20
40
60 78500
80
Met er
Afbeelding 2: het plangebied gepro jecteerd op de archeologische beleids kaart van de gemeente Midden-Delf land.
Door middel van het hanteren van een gedifferentieerd vrijstellingenbeleid wordt binnen de gehele gemeente gezocht naar een goede balans tussen de verwachte aanwezigheid van archeologische resten en de voorwaarden die worden verbonden aan bodemverstorende activiteiten.
Beleidskaart1 Het plangebied waarbinnen de ontwikkelingen worden gepland bevindt zich in een zone die op de gemeentelijke archeologische beleidskaart een hoge ar cheologische verwachting toegekend heeft gekregen. Binnen deze zone wordt vrijstelling verleend voor werkzaamheden tot een oppervlakte van 50 m2 en een diepte van 40 cm –mv (afbeelding 2).
1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen
1
Kerkhof et al. 2009, 86-87.
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een verkennend boor onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de eisen zoals deze zijn opgesteld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3, van de Stich ting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; http://www.sikb.nl).
9
2 Bureauonderzoek
2.1 Methoden Het doel van dit bureauonderzoek is het verzamelen van alle bekende ge gevens met betrekking tot de geologie, historische-geografie en archeologie in de omgeving van het plangebied. Aan de hand van deze gegevens kan een archeologische verwachting worden opgesteld en kunnen relevante onder zoeksvragen worden geformuleerd. Voor het plangebied is onder andere gebruik gemaakt van de informatie uit het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de Archeologische Monumenten Kaart (AMK), de gemeentelijke verwachtings- en/of beleidsadvieskaart, het Actueel Hoogte bestand Nederland (AHN) en overige kaarten of bronnen die beschikbaar zijn in de archieven van Archeologie Delft. Het bureauonderzoek behandelt de vragen of er archeologische waarden in het plangebied kunnen worden verwacht, en zo ja, wat de specifieke archeo logische verwachting is.
2.2 Resultaten Huidig grondgebruik Het is van belang om voorafgaand aan het onderzoek het huidige grondgebruik vast te stellen. Bodemverontreiniging, bebouwing, oppervlakteverharding, rio lering, kabels en leidingen kunnen de archeologische verwachting beïnvloeden en bepalend zijn voor de te volgen onderzoeksstrategie. Het grootste deel van het plangebied is bebouwd met een bedrijfsruimte en een schuur. Het overige deel van het perceel is in gebruik als oprit en tuin. Het maaiveld bevindt zich op circa 0,6 m +NAP.
Toekomstig grondgebruik en geplande ingrepen De bestaande bebouwing binnen het plangebied zal gesloopt worden en er zullen zes starterswoningen gebouwd worden. Het is niet duidelijk welke bo demverstorende ingrepen er bij deze ontwikkelingen zullen plaatsvinden.
Historisch grondgebruik
2 Kruikius & Kruikius 1977, kaartblad 17.
3 Minuutplan Maasland, sectie H, blad
02.
4
Topografische kaart (1:25.000), 37B.
Het bestuderen van het historisch grondgebruik van het plangebied kan in formatie verschaffen over eventuele archeologische vindplaatsen. Uit de be studering van oud kaartmateriaal kan blijken of het plangebied in het verleden bebouwd was en of er bijvoorbeeld (water)wegen in het plangebied aanwezig zijn geweest. Ook kunnen ontgravingen en ophogingen door middel van oude kaarten soms in beeld worden gebracht. De oudste, bekende afbeelding van het plangebied is de kaart van Kruikius uit 1712.2 Hierop is te zien dat het plangebied destijds net buiten de dorps kern van Maasland gelegen was en in gebruik was als boomgaard (afbeelding 3). Ook op het minuutplan van 1811-18323 staat hier nog bebouwing afge beeld, wel is direct ten oosten van het plangebied nu bebouwing zichtbaar. Het toenmalige grondgebruik was waarschijnlijk agrarisch. De eerste bebouwing binnen het plangebied is zichtbaar op de topografische kaart van 19634. Het betreft hier waarschijnlijk de bedrijfsruimten die momenteel op het perceel staan. 11
|
78200
Afbeelding 3: het plangebied (globaal) geprojecteerd op de kaart van Kruiki us uit 1712.
78300
439400 439300
439300
439400
j
Legenda 0
Plangebied 78200
|
20
40
60
80
Met er
78300
78000
78500
439500
439500
j
Plangebied Hoekpolder Laag, dekafzettingen Hoekpolder Laag, geulafzettingen 78000
12
439000
439000
Legenda
0
50
100 78500
150
200 Meter
Afbeelding 4: de afzettingen van de Hoekpolder Laag in het plangebied. Deze afzettingen liggen onder dekaf zettingen van de Gantel Laag en de Laag van Poeldijk (naar Staalduinen 1979).
Waarneming Onderzoeks- Toponiem melding 25992 Kerkplein 25993 14441 35260 39730 50890 57546
Begindatering Voormalige ringwalburcht onder Militair/religieus LME kerk Kerkstraat Vondstmelding Muurwerk commanderij Duitse Militair LME orde Accent Holland Booronderzoek Geen vindplaats Nvt Nvt College Comandeurs- Booronderzoek Mogelijke vindplaats Niet bekend Niet bekend polder Doelstraat 40 Booronderzoek Geen vindplaats Nvt Nvt Hildegaarde Booronderzoek Niet bekend Niet bekend Niet bekend Molenweide 4 Booronderzoek Niet bekend Niet bekend Niet bekend
Tabel 1: overzicht van de verschillende waarnemingen en onderzoeksmeldin gen in een straal van circa 500 m rondom het plangebied.
Type onderzoek Vondstmelding
Resultaat
Complex
Einddatering NT NT Nvt Niet bekend Nvt Niet bekend Niet bekend
Bekende aardwetenschappelijke waarden5 In het verleden bestond er vaak een nauwe relatie tussen de locatiekeuze voor nederzettingen en de bodemgesteldheid. Zo was in West-Nederland de aanwezigheid van een droge ondergrond één van de belangrijkste vestigings factoren in een gebied dat geregeld door binnendringend zee- en rivierwater werd bedreigd. Het is daarom belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de bodemopbouw van het plangebied, zodat onderzocht kan worden of delen van dit plangebied in aanmerking kwamen voor bewoning of wellicht op een andere manier bruikbaar waren voor de mens (afbeelding 4). In de ondergrond van het plangebied is sprake van een opeenstapeling van geologische afzettingen. Het diepst in de ondergrond bevindt zich zand uit de laatste ijstijd. Op dit Pleistocene zand is een veenlaag ontstaan (Basisveen Laag), die vanaf circa 4000 v.Chr. bedekt is geraakt met zeeklei (Laagpakket van Wormer). Vanaf circa 3200 v.Chr. vond hierop veengroei plaats (Holland veen Laagpakket), die alleen stagneerde tijdens de perioden van toegenomen zee-invloed, waarbij het Laagpakket van Walcheren ontstond. De oudste sedimenten van het Laagpakket van Walcheren worden aan geduid als de Hoekpolder Laag. Deze ontstonden tussen circa 1500 en 1000 v.Chr. In een groot deel van Midden-Delfland ontstonden dekafzettingen op het Hollandveen. In het zuiden van Midden-Delfland ontstond een uitgebreid krekensysteem dat later opgevuld raakte met zand en zavel. Dergelijke geu lafzettingen bevinden zich direct ten zuiden van het plangebied, maar het plangebied zelf ligt op dekafzettingen van de Hoekpolder Laag. Na de trans gressiefasen van de Hoekpolder Laag was tussen 1000 en 500 v.Chr. sprake van veengroei. Dit proces eindigde met een nieuwe periode van zee-inbraken. Deze duurde tot circa 200 v.Chr. en leidde tot het ontstaan van de afzettingen van de Gantel Laag, die in een groot deel van Midden-Delfland zijn afgezet. Het plangebied en omgeving raakte bedekt met een dunne laag van deze dekafzet tingen. Na een nieuwe periode van veengroei (300 – 1000 n. Chr.) vonden in het tweede kwart van de 12e eeuw n. Chr. nieuwe zee-inbraken plaats, waarbij in een deel van Midden-Delfland de Laag van Poeldijk werd afgezet. Hierna ging de mens in toenemende mate ingrijpen in het landschap: men legde onder andere dijken en vaarten aan om verdere overstromingen te voorkomen.
Bekende archeologische waarden
5 Voor de geologische afzettingen en hun ouderdom, afgezet tegen de ar cheologische perioden zie bijlage 1. 6
Kerkhof et al. 2010.
Op basis van het landelijke Archeologische Informatiesysteem (Archis) en de toelichting bij de archeologische verwachtings- en beleidskaart van Mid den-Delfland6 kan worden gesteld dat zich in en in de directe omgeving van het plangebied een aantal archeologische vindplaatsen bevindt (afbeelding 5). In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de bekende archeologische onder zoeken die in een straal van 500 m van het plangebied hebben plaatsgevonden, 13
|
78000
Afbeelding 5: archeologische waarne mingen en onderzoeksmeldingen in een straal van circa 500 m rondom het plangebied.
78500 j
35260
14441 439500
439500
57546
( ! ( !
25993 25992
439000
439000
39730
Legenda Plangebied
( !
50890
Waarneming Onderzoeksmeldingen 78000
0
50
100
150
200 Met er
78500
met daarbij de bekende vindplaatsen, het veronderstelde complextype en de datering. De vindplaatsen dateren uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd en zijn aangetroffen in de dorpskern van Maasland.
Gespecificeerde archeologische verwachting en conclusie Op basis van deze bureaustudie en de beleidskaart van de gemeente Mid den-Delfland geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor een vindplaats uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Deze verwach ting is gebaseerd op de ligging van het plangebied binnen de historische dorps kern van Maasland.
14
3 Conclusies en aanbevelingen na bureauonderzoek 3.1 Selectieadvies Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek en de voorgenomen ontwikkeling wordt geadviseerd om de archeologische verwachting in het ge hele plangebied te toetsen door middel van een verkennend archeologisch veldonderzoek met grondboringen. Zo kan worden bepaald of de bodem bin nen het plangebied nog intact is en of er archeologische indicatoren aanwe zig zijn. Daarnaast zou, indien mogelijk, een oppervlaktekartering uitgevoerd kunnen worden. Een dergelijk onderzoek kan in deze fase eventueel uitsluitsel geven of er sprake is van een archeologische vindplaats. Voor dit onderzoek worden de volgende onderzoeksvragen aangeraden: • Hoe ziet de stratigrafie van het plangebied er uit en is de bodemopbouw intact? • Zijn er aanwijzingen voor archeologische vindplaatsen binnen het plange bied, en zo ja, wat is de diepteligging, stratigrafische positie en omvang van de vindplaats(en)? • Wat is het advies ten aanzien van eventueel archeologisch vervolgonder zoek?
15
4 Veldonderzoek
4.1 Onderzoeksmethoden Het veldonderzoek bestond uit een verkennend booronderzoek. Met behulp van grondboringen kan de bodem worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologisch materiaal. Booronderzoek biedt tevens de mogelijkheid de stratigrafische positie van de grondlagen met archeologische vondsten nauw keurig te bepalen, zodat de dikte van een eventueel archeologisch niveau en de diepte waarop de archeologische sporen te verwachten zijn, kan worden bepaald. Met booronderzoek is het mogelijk de geologische bodemopbouw in kaart te brengen en door de mens en natuurlijke bodemerosie ontstane verstoringen van de bodem vast te stellen. De locatie van de boringen is van te voren op basis van modern kaartmateriaal bepaald. Bij onderhavig onderzoek was het voornamelijk van belang om te docu menteren of er ophogingslagen aanwezig zijn en of de bodem verstoord is. Om dat het hier een onderzoek in een relatief klein plangebied betreft, is er gekozen om de boringen niet in raaien te zetten, maar te spreiden over het plangebied. De boorprofielen zijn beschreven in een hiervoor ontwikkeld computerpro gramma. Dit is gedaan volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrij vingsmethode, samengesteld door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsbor ging Bodembeheer (SIKB).7 Hierbij worden onder andere de textuur van de bodemlagen, de kleur en de diepte genoteerd. Bovendien worden de eventu ele archeologische indicatoren (scherven, bot, steen, houtskool etc.) vermeld. Andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van oude bewoning, zoals in de grond aanwezige fosfaten, zijn ook gedocumenteerd. De exacte locatie van alle boringen werd tot op één meter nauwkeurig vastgelegd met behulp van modern kaartmateriaal.
4.2 Resultaten veldwerk
7
Bosch et al. 2006.
Er zijn twee boringen gezet (afbeelding 7, bijlage 2), waarvan één tot 4 m -mv. Uit het onderzoek is gebleken dat de bodem in het onderzochte gebied intact is, maar dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn. De bovenste 35 cm tot 45 cm van het plangebied bestaat uit een sterk siltige, donkerbruine bouwvoor onder een dun laagje ophoogzand. Hieronder bevindt zich in boring 2 een 25 cm dikke laag opgebrachte grond. Onder deze lagen is een grijze, sterk siltige kleilaag aangetroffen. Deze kleilaag behoort tot de dekafzettingen van de Gantel Laag (van het Laagpakket van Walcheren). Mogelijk bestaat de top van deze laag uit afzettingen van de Laag van Poeldijk (eveneens van het Laagpakket van Walcheren), maar een onderscheid tussen deze lagen was niet waarneembaar. Onder de Gantel Laag op 120 cm en 150 cm -mv is een laag veraard veen aangetroffen. De laag betreft de Hollandveen split boven hoofdveenlaag van het Hollandveen Laagpakket. Deze veenlaag ligt op een lichtgrijze, sterk siltige kleilaag met plantenresten, de Hoekpolderlaag (van het Laagpakket van Wal cheren). Onder deze kleilaag bevindt zich wederom een veenlaag, de Hoofd Hollandveenlaag, die weer gelegen is op een 55 cm dikke matig siltige en licht humeuze kleilaag van het Laagpakket van Wormer. In dit Laagpakket van Wor mer is nog een veenlaag aangetroffen, de Hollandveen split onder hoofdveen laag. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 17
Afbeelding 6: uitvoering van het on derzoek.
|
78250
78275
439375
439375
j
. !
1
439350
2
439350
. !
Legenda . !
Boorpunten Plangebied 78250
18
0
5
10 78275
15
20
Met er
Afbeelding 7: de boorlocaties.
4.3 Beantwoording van de onderzoeksvragen In deze paragraaf worden, aan de hand van de resultaten van het booronder zoek, de onderzoeksvragen uit het bureauonderzoek beantwoord.
Hoe ziet de stratigrafie van het plangebied er uit en is de bodemopbouw intact? De bodemopbouw binnen het onderzoeksgebied is intact en bestaat uit af zettingen van de Gantel Laag op de Hollandveen split boven hoofdveenlaag op de Hoekpolder Laag op de Hoofd Hollandveenlaag op het Laagpakket van Wormer op de Hollandveen split onder hoofdveenlaag op wederom het Laag pakket van Wormer.
Zijn er aanwijzingen voor archeologische vindplaatsen binnen het plangebied, en zo ja, wat is de diepteligging, stratigrafische positie en omvang van de vindplaats(en)? Er zijn geen aanwijzingen voor archeologische vindplaatsen aangetroffen.
Wat is het advies ten aanzien van eventueel archeologisch vervolgonderzoek? Er zijn tijdens het onderzoek, ondanks de relatief korte afstand tot de histo rische kern van Maasland, geen archeologische indicatoren aangetroffen. Aan gezien er op historisch kaartmateriaal ook geen historische bebouwing staat afgebeeld, worden er geen vindplaatsen meer verwacht binnen het plangebied. Er wordt daarom geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren.
19
5 Conclusies en aanbevelingen na booronderzoek 5.1 Conclusies De bodem van het plangebied is intact, maar er zijn geen archeologische in dicatoren aangetroffen. Er worden daarom geen vindplaatsen meer verwacht binnen het plangebied.
5.2 Advies voor vervolgonderzoek Aangezien er geen archeologische vindplaatsen meer worden verwacht, wordt geadviseerd geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren vooraf gaand aan de geplande werkzaamheden. De uiteindelijke beslissing hierover ligt bij het bevoegd gezag, in deze de gemeente Midden-Delfland.
8 Toevalsvondsten die worden gedaan in Midden-Delfland kunnen het best worden gemeld aan Archeologie Delft dat optreedt als gemeentelijk adviseur archeologie voor de gemeente Mid den-Delfland.
Mocht tijdens de geplande werkzaamheden blijken dat binnen het plangebied toch archeologische waarden aanwezig zijn, dan dienen deze in het kader van de Monumentenwet 1988 (artikel 53) te worden gemeld bij de minister van OCW. In de praktijk komt dit erop neer dat archeologische toevalsvondsten worden gemeld bij de bevoegde overheid, in deze de adviseur Archeologie van de gemeente Midden-Delfland, mevrouw M. Kerkhof (06-53988767 of mkerk
[email protected]).8 Deze algemene meldingsplicht is altijd van toepassing en dus ook in gebie den die bij voorbaat zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek en gebieden die na archeologisch (voor)onderzoek zijn vrijgegeven voor ontwikkeling. Het is mogelijk dat na melding blijkt dat het om een vondst gaat waarvoor het be voegd gezag (in deze de gemeente Midden-Delfland) nader onderzoek vereist. Indien er geen melding wordt gemaakt van het aantreffen van oudheden is er sprake van een strafbaar feit.
21
Gebruikte afkortingen AHN AMK ARCHIS DAR DAN KNA MV NAP NAR RCE SIKB
Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische Monumentenkaart Archeologisch Informatie Systeem Delftse Archeologische Rapporten Delftse Archeologische Notities Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie Maaiveld Normaal Amsterdams Peil Nederlandse Archeologische Rapporten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Literatuur Bosch, J.H.A., A.A. de Groof, T. Hazenberg, S. de Vries, F.S. Zuidhof, 2006: Archeologische boorbeschrijvingswaaier, Gouda. Kerkhof, M., B. Penning en E.J. Bult, 2010: Midden-Delfland. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, DAR 100. Kruikius, N. & J. Kruikius, 1977 (1712): ’t Hooge heemreadschap van Delflant met alle de steden, dorpen en ambachten, Alphen aan den Rijn. Provincie Zuid-Holland, 2007, Nota Archeologie Provincie Zuid-Holland, Den Haag. Staalduinen, C.J. van, 1979:Toelichting bij de Geologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 37 West Rotterdam (37W), Haarlem.
Lijst van afbeeldingen, tabellen & bijlagen. Afbeelding 1
(blz. 8)
Afbeelding 2
(blz. 8)
Afbeelding 3
(blz. 12)
Afbeelding 4
(blz. 12)
Afbeelding 5
(blz. 14)
Afbeelding 6
(blz. 18)
De ligging van het plangebied op een luchtfoto.
Het plangebied geprojecteerd op de archeologische beleidskaart van de ge meente Midden-Delfland.
Het plangebied (globaal) geprojecteerd op de kaart van Kruikius uit 1712.
De afzettingen van de Hoekpolder Laag in het plangebied. Deze afzettingen liggen onder dekafzettingen van de Gantel Laag en de Laag van Poeldijk (naar Staalduinen 1979).
Archeologische waarnemingen en onderzoeksmeldingen in een straal van cir ca 500 m rondom het plangebied.
Uitvoering van het onderzoek. 23
Afbeelding 7
(blz. 18)
Tabel 1
(blz. 13)
Bijlage 1
(blz. 25)
Bijlage 2
(blz. 26)
De boorlocaties
Overzicht van de verschillende waarnemingen en onderzoeksmeldingen in een straal van circa 500 m rondom het plangebied.
Geologische afzettingen en hun ouderdom, afgezet tegen de archeologische perioden zoals deze in Nederland worden gehanteerd.
Boorstaten.
24
Bijlage 1 Geologische afzettingen
Geologische afzettingen en hun ouderdom, afgezet tegen de archeologische perioden zoals deze in Nederland worden gehanteerd. Jaren v./n. Chr. Geologisch tijdvak
Archeologische periode
I 11750�
I 9500�
I 8000�
Pleistoceen�
�
Laat- � Paleolithicum�
�
�
�
I 7000�
�
I 6000�
I 5000�
I 4500�
I 4000�
�
�
�
�
� � Mesolithicum� �
� �
� �
�
Vroeg� �
Vroeg �
Midden �
�
�
Laat��
�
Vroeg�
�
�
I 3500�
�
I 3000�
�
Midden� �
� � Neolithicum� �
Midden� �
I 2500�
I 2000�
Holoceen
I 1500�
�
�
�
� �
� �
� � Bronstijd� �
Laat�
V�
I 500�
I 1000�
�
Midden
I 500�
I 0�
�
I 1500�
I 2000
Laat
� IJzertijd�
L V
I 1000�
M
Romeinse� tijd�
L�
Middeleeuwen
Vroeg
Nieuwe tijd
Laat Laag van Den Haag Laag van Poeldijk
Gantel laag Hoekpolder laag Laagpakket van Walcheren Hollandveen
Geologische afzetting
Laag van Zoetermeer Laag van Ypenburg Laag van Rijswijk Laagpakket van Wormer Formatie van Echteld Basisveen Formatie van Kreftenheye Formatie van Boxtel
25
Bijlage 2 Boorbeschrijvingen
boring: MD048-1
beschrijver: BP, datum: 16-4-2014, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Midden-Delfland, plaatsnaam: Maasland, opdrachtgever: RHO, uitvoerder: Archeologie Delft
0 cm -Mv
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grof
Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
10 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruinblauw Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: h2
35 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruin Archeologie: enkel fragment bouwpuin Opmerking: h1
120 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, bruin, veraard veen
140 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, sterk humeus, grijsbruin
165 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, veen (niet gedifferentieerd)
220 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, grijs, weinig plantenresten
285 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, bruin, veen (niet gedifferentieerd)
360 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)
Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, weinig plantenresten
Einde boring op 400 cm -Mv
boring: MD048-2
beschrijver: BP, datum: 16-4-2014, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: verhard, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Midden-Delfland, plaatsnaam: Maasland, opdrachtgever: RHO, uitvoerder: Archeologie Delft
0 cm -Mv
Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)
Lithologie: klei, sterk siltig, donkerbruin
Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor
45 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingroen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: ooivaaggronden Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
70 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, grijs
150 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen
165 cm -Mv
Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)
Lithologie: klei, zwak zandig, lichtgrijs, spoor plantenresten
Einde boring op 200 cm -Mv
27
Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
ADVIESBUREAU
RBO
RAPPORT Verkennend Bodemonderzoek
Langetaam 3 te Maasland
Opdrachtgever:
V.d. Tempel Vastgoed B.V. De heer P. Oosthoek Postbus 573 3100 AN Schiedam
Rapportnummer:
12.10.3412.2437
Datum rapport:
16 augustus 2012
Rapport opgesteld door
Paraaf
Datum verzending
Rapport gecontroleerd door
Paraaf
Datum controle
Dhr. W.JA Halverhout
16 augustus 2012
Dhr. A. Kluijt
Meijestraat 1, 2314 WZ Leiden. Telefoon 071 - 581 55 55, fax 071 - 581 55 59. Internet: www.adverbo.nl E-mail:
[email protected] Rabobank rek.nr. 37.69.01.438. K.v.K. Rijnland nr. 28078495. BTW nr. Nl 8091.92.925.8.01
Adverbo is gecertificeerd volgens ISO 9001:2008
Op al onze leveringen zijn van toepassing de algemene voorwaarden van de RVOI
ADVIESBUREAU
RBO INHOUDSOPGAVE
pagina
INLEIDING ...................................................................................................................... 3
1. 2.
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
VOORONDERZOEK ....................................................................................................... 4 Gegevens van de onderzoekslocatie .............................................................................. 4 Historisch onderzoek en voorgaande (bodem)onderzoeken .......................................... 5 Regionale bodemopbouw ............................................................................................... 6 Gemeentelijke grondwaterstroming ................................................................................ 6 Hypothese ....................................................................................................................... 6
3.1. 3.2.
VELDWERKZAAMHEDEN ............................................................................................. 7 Veldwerk algemeen ......................................................................................................... 7 Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen ................................................................. 8
4.1. 4.2.
LABORATORIUMONDERZOEK .................................................................................... 9 Analyseselectie ............................................................................................................... 9 Normering ..................................................................................................................... 10
5.1. 5.2.
VERWERKING VAN DE ONDERZOEKSGEGEVENS ................................................ 11 Toetsing analyseresultaten ............................................................................................ 11 Toetsing hypothese en interpretatie .............................................................................. 13
6.1. 6.2.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ........................................................................ 14 Conclusies ..................................................................................................................... 14 Aanbevelingen .............................................................................................................. 14
3.
4.
5.
6.
BIJLAGEN:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Topografische ligging Situatietekening Boorstaten met legenda Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Historische informatie Veldwerkverklaring
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 2 van 14
ADVlESBUREAU
RBO 1.
INLEIDING
In opdracht van V.d. Tempel Vastgoed B.V heeft Milieu adviesbureau Adverbo B.V. in juli 2012 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de percelen H3324 en H3138 gelegen aan de Langetaam 3 te Maasland. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de aanwezige bebouwing en de voorgenomen nieuwbouw van 3 woningen. Het doel van het bodemonderzoek is het vaststellen van de gemiddelde milieukundige kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) op de locatie. Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de onderzoeksstrategie voor een verkennend bodemonderzoek, NEN 5740: 2009, en bestaat uit een vooronderzoek, veldwerkzaamheden en een laboratoriumonderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten worden conclusies getrokken en zonodig aanbevelingen gedaan.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 3 van 14
ADVJESBUREAU
RBO 2. 2.1.
VOORONDERZOEK Gegevens van de onderzoekslocatie
De locatie is gelegen aan de Langetaam 3 te Maasland. De locatie is kadastraal bekend als gemeente Maasland, sectie H, nummers 3138 en 3324. De onderzoekslocatie heeft een 2 oppervlakte van ongeveer 720 m . Het pand op perceel 3138 is in gebruik als opslag/herstelinrichting voor gemotoriseerde motorvoertuigen. Perceel 3324 is in gebruik als tuin bij de woning aan de ·s-Herenstraat 70. De vloer van het pand is voorzien van een verharding bestaande uit een betonvloer, stelconplaten en tegels. Het buitenterrein van perceel3138 is verhard met tegels. Op het buitenterrein zijn enkele waterputten aanwezig. Onderstaande foto's geven een beeld van de onderzoekslocatie.
Foto 1, zicht op de bedrijvigheden in de schuur
Foto 2, zicht op de voorgevel van de bebouwing
8
Volgens de Grote Provincie Atlas van Zuid-Holland (Topografische Dienst}, kaartblad 30 (schaal1 :25.000) zijn de X en V-coördinaten respectievelijk 078.272 en 439.373 (globaal centrum van de onderzoekslocatie). De topografische ligging van de onderzoekslocatie is aangegeven op de kaart in bijlage 1.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 4 van 14
ADVIESSUREAU
RBO 2.2.
Historisch onderzoek en voorgaande (bodem)onderzoeken
Historische informatie is afkomstig van de gemeente Midden-Delfland en van internet (bron: www.bodemloket.nl). Algemeen Maasland is gelegen op de grens van de Dijkpolder en de Commandeurspolder. Onderhavige onderzoekslocatie is gelegen in het historisch centrum van de gemeente Maasland in de Dijkpolder. De originele bebouwing op de onderzoekslocatie dateert uit de 18e eeuw. Van origine maakte het pand deel uit van een woning met stal met bijbehorende agrarische activiteiten. In de loop der jaren is het pand vernieuwd/gerenoveerd. Bedrijfsactiviteiten In eerste instantie zijn agrarische activiteiten ontplooid. Rond 1870 is op de onderzoekslocatie Aannemersbedrijf De Baan gestart. Door de ontwikkeling van het bedrijf is in 1930 het bedrijf overgegaan in Gebroeders De Baan en in 1963 in Bouw- & Aannemingsbedrijf De Baan en Warnaar. Meer recentelijk (periode onbekend) bedrijfsactiviteiten in het pand zijn: een herstelinrichting voor motorvoertuigen, handel in elektrische scooters en fietsen en een auto schoonmaakbedrijf. Er is geen informatie bekend over (voormalige) brandstof tanks. Voorgaand (bodem)onderzoek In augustus 1996 heeft op onderhavige onderzoekslocatie een inventariserend bodemonderzoek plaatsgevonden van lnterproject, rapportnummer 5309.30.02-10. Dit dokument is opgesteld in verband met de geklusterde aanpak voor bodemonderzoek binnen de gemeente Maasland in het kader van de BSB-operatie in de provincie Zuid-Holland. De conclusie van dit onderzoek in het kort: Op basis van de beschikbare informatie zijn geen verdachte plaatsen voor bodemonderzoek gese/ekteerd. Derhalve hoeft op grond van afspraken tussen de Stichting BSB Zuid-Holland en het bevoegd gezag geen bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Over bedrijfsmatige activiteiten en onderzoeken op nabijgelegen locaties is het volgende bekend: Langefaam 4. 10 meter ten noorden van de onderzoekslocatie. Aan de Langetaam 4 hebben in het verleden de volgende potentieel verontreinigende activiteiten plaatsgevonden: Benzineservicestation, start: 1968 einde:onbekend. Bestrijdingsmiddelen groothandel, start: 1971 einde:onbekend. Burgerlijk- en utiliteitsbouwbed rijf, start: 1991 einde: onbekend. Schildersbedrijf, start: 1991 einde:onbekend. HBO-tank (ondergronds), periode onbekend. Tijdens de sanering van een ondergrondse opslagtank voor HBO is volgens informatie van de gemeente een verontreiniging aangetroffen. Op de locatie hebben verscheidene bodemonderzoeken plaatsgevonden (zie bijlage 6 voor informatie over de onderzoeken). Volgens informatie van bodemloket is de onderzoekslocatie voldoende onderzocht. Langefaam 0 Oigging onbekend) Aan de Langetaam heeft zich in het verleden een benzineservicestation gevestigd, ligging onbekend, periode onbekend. De status van de locatie is potentieel urgent.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 5 van 14
RBO Langetaam 13, circa 25 meter ten westen van de onderzoeks/ocatie. Aan de Langetaam 13 was in het verleden een transportbedrijf gevestigd, periode onbekend. De status van de locatie is potentieel urgent.
's-Herenstraat 73. grenst aan de oostzijde van de onderzoeks/ocatie. Geen informatie bekend aangaande bodembedreigende activiteiten. De status van de locatie is potentieel urgent, geen vervolg noodzakelijk.
2.3.
Regionale bodemopbouw
De onderzoekslocatie ligt in de gemeente Maasland. De maaiveldhoogten binnen deze gemeente variëren tussen NAP -0,6 en -2,7 meter. Gegevens over de bodemopbouw zijn samengevat in tabel 2. De gemeente Maasland ligt in een inversie landgebied (niet afgegraven klei- en veengebied afgezet in geulen). Dit houdt in, dat de slecht doorlatende deklaag uit afzettingen van Duinkerke met daaronder afzettingen van Calais bestaat. Het basisveen is ter plaatse van diepe geulen 6 afwezig. De bovenzijde van het 1 WVP bestaat uit leem van de formatie van Kreftenheye. De vertikale hydraulische weerstand van de deklaag wordt geschat op 2500 dagen. Tabe/2: Schematische voorstelling van de gemeentelijke bodemopbouw.
=~
0-18 18-31 60-220
2.4.
samenstelling
Formatie
Geohydrologische eenheid
Zand, klei en veen Grof grindhoudend zand Uiterst grof tot middel grof zand
Westland Kreftenheile Kedichem/Tegelen
Deklaag Eerste watervoerend pakket Tweede watervoerend pakket
Gemeentelijke grondwaterstroming
Gezien de aard van de deklaag in de gemeente Maasland is het niet mogelijk om een horizontale stromingsrichting en daaraan verwante parameters te bepalen. Deze worden sterk beïnvloed door de lokale samenstelling van de deklaag. Derhalve is slechts een schatting van de stroomsnelheid gegeven. In de gemeente Maasland is sprake van een kwelsituatie. De 6 verschillen in stijghoogten tussen het grondwater in de deklaag en het 1 WVP duiden op een opwaartse stroming van het grondwater door de deklaag. 6
In het 1 WVP stroomt het grondwater in noordoostelijke richting onder invloed van een 6 grondwateronttrekking binnen de gemeente Delft. Het verhang van het 1 WVP is ongeveer 1 6 meter per kilometer. Het drukverschil in het 1 WVP is ongeveer 0,42 meter per kilometer. 6 Indien wordt aangenomen dat de doorlatendheid van het 1 WVP maximaal 77 mld bedraagt, dan is de horizontale stroomsnelheid van het grondwater maximaal12 meter per jaar.
2.5.
Hypothese
Op grond van de informatie van het vooronderzoek wordt de locatie beschouwd als verdacht terrein. Gezien het feit dat de gemiddelde bodemkwaliteit dient te worden bepaald, wordt voor een onderzoeksopzet gekozen als ware er sprake van een onverdachte locatie conform de NEN 5740: 2009 (ONV).
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 6 van 14
ADVlESBUREAU
RBO
3.
VELDWERKZAAMHEDEN
3.1.
Veldwerk algemeen
De veldwerkzaamheden zijn in eigen beheer onder certificaat uitgevoerd volgens BRL SI KB 2000, "Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodemonderzoek", versie 3.2a, 13 maart 2007 met 1 interpretatiedocument en de (van toepassing zijnde) bijbehorende protocollen. Milieu adviesbureau Adverbo is als opdrachtnemer onafhankelijk van de opdrachtgever. Tussen beiden bestaat geen relatie als bedoeld in paragraaf 3.1. 7 van de BRL SI KB 2000. De werkzaamheden hebben plaatsgevonden op 18 en 25 juli 2012. 1
Verspreid over de onderzoekslocatie zijn zes boringen uitgevoerd (Pb1 /m B6) tot minimaal1 ,0 meter onder maaiveld. Ëén van deze boringen (B6) is doorgezet tot 1,5 m -mv. Voor de bemonstering van het freatisch grondwater is boring 1 doorgezet tot 1,9 meter onder de grondwaterspiegel en afgewerkt met een peilbuis (Pb1). Omdat een olie-water reactie is waargenomen in de opgebaarde grond is het filter van de peilbuis snijdend met het grondwater geplaatst, filterstand: 0,7-1,7 m-mv. Ten tijde van de veldwerkzaamheden stond het linkerdeel van het pand vol met scooters en magazijnkasten, derhalve was het niet mogelijk hier boringen te zetten. Tijdens het veldwerk is vooral gelet op eventueel zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. Bij de grondboringen is van het opgebaarde materiaal de geur, kleur en grondsoort beschreven. Tijdens de bemonstering van het grondwater is het grondwater eveneens zintuiglijk beoordeeld. Het grondwater is conform de voorschriften tenminste één week na plaatsing van de peilbuis op 25 juli 2012 bemonsterd. Voorafgaande aan de bemonstering is de peilbuis afgepompt. Tijdens de bemonstering van het grondwater zijn de zuurgraad (pH), de geleidbaarheid (Ec) en de troebelheid (NTU) van het opgepompte grondwater gemeten en is de grondwaterstand opgenomen. Een tekening van de onderzoekslocatie met de posities van de geplaatste boringen is weergegeven in bijlage 2.
VKB-protocol 2001, plaatsen boringen en peilbuizen en het nemen van grondmonsters, versie 3.1, 13-03-2007 VKB-protocol 2002, nemen van grondwatermonsters, versie 3.2, 13-03-2007
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 7 van 14
ÄDVIESitUREAU
RBO 3.2.
Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen
De globale bodemopbouw ter plaatse van de onderzoekslocatie is op basis van de uitgevoerde boringen als volgt: De bovengrond van het noordelijke gedeelte (Pb1, 82 en 85) van de locatie bestaat uit zand, matig fijn, zwak siltig en zwak humeus. De bovengrond van het zuidelijke gedeelte (83, 84 en 86) van de locatie bestaat uit klei, zwak tot matig humeus en plaatselijk (86) uiterst zandig. de ondergrond (van 0,5 tot 1,5 m -mv) bestaat in hoofdzaak uit klei, zwak tot matig humeus. Plaatselijk (81 en 82) is sprake van matig fijn zand, zwak tot matig siltig tot een maximaal verkende diepte van 1 ,9 m -mv.
Zintuiglijke waarnemingen boring 1 (Pb1) In de opgebaarde grond (van 0,4 tot 1,9 m -mv) is sprake van een matig tot sterke olie-water reactie. Daarnaast is een matig tot sterke carbolineum geur waargenomen. De waarnemingen zijn het sterkst in de diepere laag. Op een diepte van 1,9 m -mv is de boring gestaakt op een ondoordringbare (puin) laag. Tevens zijn in de opgeboord grond kool, sintel, baksteen en puin bijmengingen aangetroffen. In de opgebaarde grond van de overige boringen zijn plaatselijk (82 en 86) zwakke tot matige baksteen bijmengingen aangetroffen. De boorstaten zijn als bijlage 3 aan het rapport toegevoegd. De toestroming van het grondwater naar de peilbuis is goed. In tabel1 zijn de tijdens de veldwerkzaamheden verrichte metingen aan het grondwater weergegeven. Tob/1G a e egevens grond water
P&ilbulsnr.
Pb1
~nd
pH
Ec
(zuurgraad)
(geleidbaarheid)
0,84
6,9
r:1
troebelheld NTU
Zintuiglijke waarneming
i\ISicmJ 884
13,2
matige carbolineum geur
De gemeten waarden voor de zuurgraad en het geleidingsvermogen duiden niet op een afwijking.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 8 van 14
ADVIES!lUREAU
RBO 4.
4.1.
LABORATORIUMONDERZOEK
Analyseselectie
De uitvoering van de chemische analyses heeft plaatsgevonden volgens de geldendeNEN normen die van belang zijn bij bodemonderzoek. De chemische analyses zijn uitgevoerd door een door de "Raad voor Accreditatie" geaccrediteerd laboratorium. De analysecertificaten van het verkennend bodemonderzoek zijn als bijlage 4 (grond) en 5 (grondwater) aan het rapport toegevoegd.
Grondonderzoek Voor de analytische bepaling van de bodemkwaliteit zijn op basis van de zintuiglijke waarnemingen de volgende grond(meng)monsters geanalyseerd: Bovengrond (0.0-0.5 m-mv) MM1; Pb1/B2/B5 MM2; 83/84
86
zand, licht baksteenhoudend (82) klei, zintuiglijk schoon klei, matig baksteenhoudend
Ondergrond (0,5-1 ,0 m-mv) MM3; 83/84/85
klei, zintuiglijk schoon
Ondergrond peilbuis 1 Pb1 (0,4-0,9 m-mv) Pb1 (0,9-1 ,4 m-mv)
zand, matige carbolineum geur en olie-water reactie zand, sterke carbolineum geur en olie-water reactie
De grondmengmonsters zijn geanalyseerd op het standaard NEN 5740 analysepakket voor grond, bestaande uit de parameters: - zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink); - polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK (10 VROM)); - polychloorbifenylen (PCB's); - minerale olie. Om de voor de betreffende bodemsoort geldende achtergrond- en interventiewaarden te kunnen berekenen is van de grondmengmonsters tevens het lutum- en organische stofgehalte bepaald.
Grondwateronderzoek Het grondwater uit peilbuis 1 is geanalyseerd op het standaard NEN 5740 analysepakket voor grondwater aangevuld met PAK. Het standaard NEN 5740 analysepakket bestaat uit de volgende parameters: - zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink); - vluchtige aromaten (BTEX) en naftaleen; - gechloreerde koolwaterstoffen (1 0 verbindingen); - minerale olie. In verband met de zintuiglijke waarnemingen is het grondwater tevens onderzocht op PAK. De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 9 van 14
ADVIESbUREAU
RBO
4.2.
Normering
De analyseresultaten van grond en grondwater zijn beoordeeld aan de hand van de streef- en 2 interventiewaarden uit de "Circulaire bodemsanering 2009" . De in deze circulaire genoemde toetsingswaarden dienen te worden gehanteerd om te beoordelen of sprake is van (ernstige) bodemverontreiniging. Voor de achtergrondwaarden voor grond is gebruik gemaakt van bijlage 3 8 bij de "Regeling bodemkwaliteit" . De genoemde toetsingswaarden voor grond gelden voor een standaardbodem (10% organische stof en 25% lutum). Indien geen concentratie-overschrijdingen ten opzichte van de achtergrondwaarden voor grond en de streefwaarden voor grondwater worden aangetoond, wordt de bodem (grond en grondwater) bestempeld als niet verontreinigd. Een en ander geldt voor de onderzochte parameters die in het kader van het onderzoek zijn geanalyseerd.
Achtergrondwaarde voor grond en Streefwaarde voor grondwater De achtergrondwaarde grond (AW 2000) geeft het landelijke achtergrondgehalte weer in grond. De streefwaarde grondwater geeft het landelijke achtergrondgehalte weer in het grondwater. De achtergrondwaarde grond (AW 2000) en de streefwaarde grondwater geven het uiteindelijk te bereiken kwaliteitsniveau voor de bodem aan, waarbij sprake is van een duurzame bodem kwaliteit. Dit betekent, dat de achtergrondwaarde voor grond en de streefwaarde voor grondwater het niveau aangeven dat bereikt moet worden om de functionele eigenschappen die de bodem voor de mens, plant en dier heeft, volledig te herstellen. De achtergrondwaarden voor grond zijn echter afhankelijk van het bodemtype, doordat zij gekoppeld zijn aan het gehalte organische stof en lutum van de te onderzoeken grond. Door middel van de bodemtypecorrectieformules zijn de achtergrondwaarden voor de te onderzoeken grond te berekenen. Wanneer de achtergrondwaarde wordt overschreden, wordt gesproken van een lichte verontreiniging. Tussenwaarde of NO-criterium Als criterium voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek geldt het zogenaamde NOcriterium. Het NO-criterium voor grond wordt berekend door: NOC= (achtergrondwaarde + interventiewaarde)/2 Het NO-criterium voor grondwater wordt berekend door: NOC= (streefwaarde+ interventiewaarde)/2 Wanneer het NO-criterium wordt overschreden, wordt gesproken van een matige verontreiniging. Interventiewaarden De interventiewaarden geven de concentratieniveaus voor verontreinigingen in grond en grondwater aan, waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant en dier. Bij gehaltes boven de interventiewaarden is er sprake van ernstige (sterke) bodemverontreiniging. Er is sprake van een "geval van ernstige bodemverontreiniging" indien voor tenminste één stof 3 de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m bodemvolume in het geval van grond3 of sedimentverontreiniging of 100m bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde.
2
3
Uit: Staatscourant 7 april 2009, nr. 67 Uit: Staatscourant 21 december 2007, nr. 247
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 10 van 14
ADVIESBUREAU
RBO 5.
VERWERKING VAN DE ONDERZOEKSGEGEVENS
5.1.
Toetsing analyseresultaten
Bovengrond (mv tot 0,50 m -mv) Uit de analyseresultaten blijkt (zie tabel 2) dat in de bovengrond licht verhoogde gehaltes aan kwik en lood zijn aangetoond. Plaatselijk (MM1) zijn licht verhoogde gehaltes aan PAK's en PCB's aangetoond. Tevens is plaatselijk (86) een licht verhoogd gehalte aan koper aangetoond. Tèbl2"7i. a e oe t' smg b ovengron dMM1 (meng.) monster
diepte
I I dr.
org llutum
stof
stof
mMM1 o.o7-o.50 Achtergrondwaarde • NO-criterium •• Interventiewaarde -""
Ba
Cd
Barium
Cadmium
.
Co Kobalt
Grondanalyses Cu Hg Koper
Kwik
1,o
I
Mo
Ni
Molybdeen
Nikkel
1
I
I
Zn
I
Zlnk
Minerale olie
PAK's
PC B's
som
som
mgA
gew-%
i 83,51
Pb lood
2,7
23 53 156 258
<3 4,6 31 58
<0,35 0,35 4 8
0,20.
11 20 57
0,11 13 25
94
63.
<1,5 1,5
32 187 341
re 190
7,0.
0,048.
38 519 1000
1,5 21 40
0,0040 0,10 020
tvlnerale olie
P::s .
Zlnk
110 142 437 732
<20 68 934 1800
72*
5,8 13 24 36
61 188 314
30
Monstercodering + traiect MM1: Pb1(0,07-0,40) + B2(0,07-0,50) + B5(0,07-0,50)
Tabel
: Toetsing bovengrond MM2
(meng.) monster
diepte
dr. slof
m-mv
I slof llutum erg.
Ba
I
Barium
Co
Cd Cadmium ,
Kobalt
Grondanalyses Cu Hg Koper
Kwik
Mo
Molybdeen
Zn
M:el
1
PCB's som
mgA
aew-%
MM2 0,10-0,50 12.1 1 3,6 1 Achtergrondwaarde • NO-clitelium •• Interventiewaarde ...
I
Pb lood
29
49 215 627 1039
7,9 16,8 115 213
1 <0,35
'
I
0,52 6 11
0,25.
27 38 110 182
0,15 18 36
11 • 49 282 515
I <1,5
23
1,5
39
I
96
I
190
75 111
0,07 1,5 21 40
Monstercodering + trnlect MM2: B3(0,10-0,50) + B4(0, 10-0,50)
~
TèabeI ZO 7i.oe tsmg - bovengrond 86 (meng.) monster
diepte
I dr. I or~; · slof
m-mv
I
slof
1 tuturn
i
I ! Oi~m
Ba • Ba rum
Cd
Co Koball
Grondanalyses Hg Cu Koper
I
Kwik
i
I1
Mo Motjbdeen
N Nikkef
I
Zn ~nk
Mnera!e oie
PAK's som
I I
PC B's som
mglkg droge slof
aew-%
0, 00-0 ,50 I 7 9,9 I 4,5 86 Achtergrondwaarde • NO-criterium *' Interventiewaarde ...
Pb
"'""
25,0
71 190 555 920
I <0,35
I
0,51
I I
6 11
I I
6,5
41 •
15,0 102 190
38 104 173
i 0,66. I I
0,15 18 35
180 • I <1,5 47 1,5 271 I 496 I 190
re
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 11 van 14
11
I
130
35 1 132 68 i 405 100 i 678
<20
86 1168 2250
0,48 1,5 21 40
I
I
0,0049 0,0090 0,23 045
ADVIESBUREAU
RBO Ondergrond MM3 (0.5 tot 1.0 m -mv) Uit de analyseresultaten blijkt (zie tabel 3) dat in de kleiige ondergrond een licht verhoogd gehalte aan koper is aangetoond. Tabel 3: Toetsing_ ondergrond MM3 (meng-) monster
diepte
dr. 1 org stof 1 stof
m-mv
!
I
lulum
I Ca~rum I
Ba Barium
Co Kobalt
Grondanalyses Hg Cu Koper
Kwik
7o,61 2.1
I
Mo
Ni
Mot)'bdeen
Nikkel
I Zn
! Zink
Minerale olie
PAK's
1
PC B's
som
I
som
<20 51 701 1350
0,08 1,5 21
mg.t
oew-%
MM3 0,50-1,00 Achtergrondwaarde •
I
Pb loC
31
I <0,35
45
I
227 662 1098
NO..criterium ** lnterventiewaa rde ...
!
8,1 17,8 121 225
0,51 6 11
46*
<0, 10 0,15 19 37
39 113 186
<1,5
27 49 286 522
1,5
96 190
1
90 27 41 I 147 I 452 79 117 i 756
J
40
i i !
Monstercodering + tralect MM2: 83(0,10-0,50) + 84(0, 10-0,50)
~
Ondergrond boring 1 (0.4 tot 0.9 m -mv) Uit de analyseresultaten blijkt (zie tabel4) dat in deze grondlaag een sterk verhoogd gehalte aan PAK"s is aangetoond. Daarnaast zijn licht verhoogd gehaltes aan kwik, lood, zink, minerale olie en PCB"s aangetoond. Tabe/4: Toetsing Pb1 (0,4 tot 0,9 m -mv) (meng-) monster
diepte
I stof j stof dr.
org llutum
1
m-mv
I
i
Ba
I
Cd
i Gadmium
Barium
Co Koball
Grondanalvses Hg Cu
I
Koper
K"'k
I 1,5 I
Mo
Molytx:leen
I
Ni
Nikkel
Zn 2lnk
Minerale olie
PA K's som
I
PCB's som
m!(kg droge stof
q_ew-%
Pb1 o,40-0,90 j8o,o Achtergrondwaarde •
I
Pb lood
1,0
NO-criterium Interventiewaarde ...
<0,35 0,35 4 8
33 49 143 237
I
I
I I
<3 4,3 29 54
14 19
I
0,33.
'
0,10 13
I
25
I
56 92
I <1,5
110 • 32 184 337
I
96
5,8 12 23
i
190
34
1,5
1
I
71 • 59 181 303
240. 38 519 1000
120 ... 1.5 21 40
I
0,01 •
I
0,0040 0,10 0.20
I
Ondergrond boring 1 (0.9 tot 1.4 m -mv) Uit de analyseresultaten blijkt (zie tabel 5) dat in de diepere laag sterk verhoogde gehaltes aan minerale olie en PAK"s zijn aangetoond. Daarnaast zijn licht verhoogd gehaltes aan koper, kwik en lood aangetoond. Tabe/5: Toetsing Pb1 (0,9 tot 1,4 m -mv) (meng-) monster
ciep!e
\ dr. 1
m-mv
I org.
lutum
stof: stof
I I
Ba Banum
i
I
Cd
I
Cali11ium i
Co Kotuit
Grondanalyses Hg
K~~ I
Kv.lk
gew-%
Pb1 0,90-1,40 79,9 I 1,2 Achtergrondwaarde • NO-cliterium Interventiewaarde ...
<1
25
I <0,35 I
49 143 237
0,35 4 8
I I
i I
<3 4,3 29 54
28.
i
0.60.
19
I
56 92
I
0,10 13
I
25
Pb
Mo
N
I
Zn
Mnerale
PAK's
IMo~een
Nkkef
I
Zink
ole
"""
I
34
I
"'"'mg/kg droge stof I
12o • <1,5 32 1,5 184 1 96 337 I 190
~
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 12 van 14
I
6.8 12 23
i
34
I 303
1300 ...
59
38
181
519 1000
I
i
100 ...... i 1,5 21 40
I
I
-
PC B's
ADVIESBUREAU
RBO Grondwater Uit de analyseresultaten blijkt (zie tabel 6) dat in het grondwater van de peilbuis sterk verhoogde gehaltes aan verscheidene PAK en BTEX componenten en minerale olie zijn aangetoond. smggron d wa ers tan d aa/id parameters T
I
peilbtis
filer stelling
I
m-mv 0,70·1,70 •
Pb1
pH 1 Ec
6,9
streefwaar~
I
""''"' 884
...... Ba
90 200
NO-criterium" Interventiewaarde ......,
413 625
Cd
Co
""""'m """"' <0,8 0,06 3,0 6
<5 0,7 50 100
Cu KoJ*r
I
Kwik
<0,05
<15 1,3 38 75
Hg
0,01
'
0,16 0,3
I
GRONDWATERANALYSES >10m Pb Mo NI Zn lood NIOO!! Zl'lk
.........
<15 1,7 38 75
<3,6
3,6 152 300
=++ <15
j
<60 24 412 800
minerale olie
I
CKW totml
2400-
l
50 325 600
I
# # #
'"'""" 220
Oü
0,2 15 30
..... <20
"""
_..
290ü
150-
~0~ 35 70
BTEX lolaal 660
# # #
Mbleen
2600
Oü
0,01 35 70
legenda: < d : Oe concentratie van de indvió.lele componenten lgt beneden de detectiegrens voor de betreffende analyse #: Toetsingswaarde bestaat uit toetsingSINaarde van de individuele componenten (indien bekend)
peilbuis
filEt steUing
Pb1
0,70·1,70
!
legenda: #: Toetsingswaarde bestaat uit toetsingswaarde van de indivëuele componenten ·' Net bepaald
5.2.
Toetsing hypothese en interpretatie
Aangezien sprake is van (sterk) verhoogde gehaltes in de bodem wordt de gestelde hypothese van verdachte onderzoekslocatie bevestigd. De sterk verhoogde gehaltes geven aanleiding voor een nader onderzoek.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 13 van 14
ADVJESBUREAU
RBO 6.
6.1.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Conclusies In de opgeboord ondergrond van boring 1 is sprake van een matig tot sterke olie-water reactie. Tevens is een matig tot sterke carbolineum lucht waargenomen. Deze waarnemingen zijn het sterkst in de diepere laag. Op een diepte van 1,9 m -mv is de boring gestaakt op een ondoordringbare (puin) laag. In de opgebaarde grond van de overige boringen zijn plaatselijk (82 en 86) zwakke tot matige baksteen bijmengingen aangetroffen. Tijdens de monsterneming van het grondwater is een matige carbolineum lucht waargenomen. De bovengrond is licht verontreinigd met kwik en lood. Plaatselijk (MM1) is de bovengrond licht verontreinigd met PAK's en PC8's. Tevens is de bovengrond plaatselijk (86) licht verontreinigd met koper. De kleiige ondergrond (MM3) is licht verontreinigd met koper. De ondergrond (0,4 tot 0,9 m -mv) bij boring 1 is sterk verontreinigd met PAK's en licht verontreinigd met kwik, lood, zink, minerale olie en PC8's. De ondergrond (0,9 tot 1,4 m -mv) bij boring 1 is sterk verontreinigd met minerale olie en PAK's en licht verontreinigd met koper, kwik en lood. Het grondwater van de peilbuis is sterk verontreinigd met PAK en 8TEX componenten en minerale olie. Milieuhygiênisch gezien vormen de aangetroffen sterke verontreinigingen in de grond en het grondwater (vooralsnog) een beletsel voor de voorgenomen nieuwbouw.
De omvang van de sterke verontreinigingen aangetroffen in de bodem bij boring 1 (Pb1) is onbekend. Mogelijk is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
6.2.
Aanbevelingen
Het is noodzakelijk een nader onderzoek uit te voeren om de omvang van de verontreinigingen vast te stellen.
Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland Projectnummer 12.10.3412.2437 Pagina 14 van 14
Bijlage 1
Topografische ligging
0
Onderzoekslocatie
locatie
Langetaam 3 te Maasland
projectnummer
12.10.3412.2437
schaal
n.v.t
ldatum
augustus-12
Bijlage 2
Situatietekening
-
Locatie voormalige benzinepomp -
Nr. 70
•
1
D
H3324
D
tuin (onverhard)
84
.ss
1
1
- teqe\S -
Legenda
• 1 Boring/Peilbuis - - Grens onderzoekslocatie Project: 12.10.3412.2437 10 m
Omschrijving: Langetoom 3 te Maasland
A
Bijlage 3
Boorstaten en legenda
A Boring:
Pb1
Datum: Boormeester: Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak:
0
50
············ ........... ............ ........... ............ ........... ............ ........... ........... ........... ........... ........... ?f::::::::
100
150
........... ........... ........... ........... ........... ........... ........... ........... ........... ........... ...........
Boring:
18-07-2012 M. Verhaar
18-07-2012 Datum: Boormeester: M. Verhaar Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak: Maaiveld
84 Maaiveld
te el
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak
humeus, geen olie-water reactie, bruingeel, Edelmanboor
0 [1
..., Zand, matig fijn, matig siltig, zwak
humeus, matig koolhoudend, zwak sintelhoudend, zwak baksteenhoudend, matige
['&SA
olie-water reactie, matige carbolineumgeur, Edelmanboor -90
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak
humeus, zwak puinhoudend, zwak
0-,------,
.......... .............. .......... ............. .......... ............. .......... ............ ............ ........... 50 ........... ............ ........... ............ ........... ............ ........... ............ ............ ··········· ............ ........... 100-"-''--'--'-'--'--'-==.w
['
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, zwak baksteenhoudend, geen olie-water reactie, tichtglijs, Edelmanboor
0&
['
-100
koolhoudend, zwak sintelhoudend,
L&. [·
B2
sterke olie-water reactie, sterke carbolineumgeur, donkergrijs, Edelmanboor
... -1Ói
volledig puin, Edelmanboor, boring gestaakt
Boring:
Boring:
B3
Datum: 18-07-2012 Baanmeester: M. Verhaar Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak: Maaiveld
B4
18-07-2012 Datum: Boomneester: M. Verhaar Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak: Maaiveld
tegel .:~o-...
tegel tegel
tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor,
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor, niet separaat te bemonsteren.
niet separaat te bemonsteren. Klei, zwak siltig, zwak humeus,
geen
olie~water
Klei, zwak siltig, zwak humeus,
reactie,
geen otie-water reactie,
donkergrijs, Edelmanboor
0
donkergrijs, Edelmanboor
0
-100
-100
Langetaam 3 te Maasland
12.10.3412.2437
RBO
A Boring:
Boring:
B5
Datum: 18-07-2012 Boonneester: M. Verhaar Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak: Maaiveld
B6
Datum: 25-07-2012 M. Verhaar Boonneester: Veldmedewerker: Grondwaterstand (cm-mv): Referentievlak: Maaiveld
tuin Klei, uiterst zandig, matig humeus,
0
··········· ············ ··········· ........... ············ ............ ............ ··········· ........... 50
['
100
['
matig baksteenhoudend,
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak
donkerbruin, Edelmanboor
humeus, bruingrijs, Edelmanboor
·50
Klei, matig slltig, zwak humeus, geen olie~water reactie, donkergrijs, Edelmanboor
0 .j(ll)
·100
Klei, matig siltig, zwak humeus, lichtgrijs, Edelmanboor
·150
Langetaam 3 te Maasland
12.10.3412.2437
RBO
Legenda (conform NEN 51 04) grind
geur
klei
fcuooool1 0:: 00000 •• 0 0 0 0 0
~
Kiel, zwak slitlg
Grind, zwak zandig
~
Kiel, matig slitlg
Grind, matig zandig
~
Klei, sterk slitlg
Grind, sterk zandig
~
Kiel, uiterst slitlg
~:l
Kiel, zwak zandig
~J ~:-:·l
Grind, uiterst zandig
zand
...........
............ !"""""'~ ...........
Zand, klen·g
............. ............. [""'""""~
Zand, zwak slitlg
r............ .......... "l§l ............ ............
Zand, matig slitlg
~:l
........... ............ f""""""~
Zand, sterk slitlg
~·:-:j
..........
t'""''''''~ ...........
~~~~~~~
Veen, sterk kleiTg
....J.:JfJ
*
sterke geur
•
uiterste geur
geen olie-water reactie
5 lit
sterke olie-water reactie
Kiel, matig zandig
•
uiterste olie-water reactie
Kiel, sterk zandig
p.i.d.-waarde
*
matige olie-water reactie
~
>0 >1
~
>10
~
>100
'lil
>1000
Leem, zwak zandig
•
>10000
Leem, sterk zandig
monsters [
geroerd monster
[
ongeroerd monster
zwak humeus
sterk humeus
L__ _ _
matige geur
zwakke olie-water reactie
matig humeus
Veen, zwak kleiTg
-$
-!!}
overige toevoegingen
Veen, mlneraalarm
zwakke geur
olie
Zand, uiterst slltlg
'-----....J~"'
geen geur
~
0
leem
veen
0
overig Á
bijzonder bestanddeel
~
Gemiddeld hoogste grondwaterstand
'!'
grondwaterstand
+
Gemiddeld laagste grondwaterstand
zwak grindlg slib
Veen, zwak zandig
matig grlndlg
Veen, sterk zandig
sterk grindlg
1:1 water
I·:·:J
peilbuis blinde buis
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentonlet afdichting
11 11 11 11
filter
Bijlage 4
Analysecertificaten grond
31
Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO Dhr. W. Halverhout Meijestraat 1 2314 WZ LEIDEN
Uw projectnaam Uw projectnummer Aleontrol rapportnummer
Blad 1 van 9
: Langetaam 3 te Maasland : 12.10.3412.2437 : 11803732, versie nummer: 1
Rotterdam, 27-07-2012
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 12.10.3412.2437. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door Aleontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 9 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
~ HSllN
RvA l 019
AL CONTROL B.V. !S GEACCREDITEERD VOlGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDIT ATlE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONfORN' 150/ttC 17025 2005 ONOER NR l O:?fl
PL ONZE t,.\f'ERKZAM1HEOE'N WORDEN UITGEVOERD ONDER OE ALGEMENE VOORWAAROEN GfOEP()N(ERû BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEl EN fABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHHUV!NG HANDEtSREGISTER KVK ROTTERDAM 242f:i5Z86
ALeontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 2 van 9
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Analyse
Eenheid
Q
droge stof
gew.-%
gewicht artefacten
g
aard van de artefacten
g
s s s
organische stof (gloeiverlies)
%vd DS
001
002
19-07-2012
004
003
005
83.5
72.1
70.6
80.0
<1
<1
<1
<1
79.9 <1
geen
geen
geen
geen
geen
s
1.0
3.6
2.7
1.5
1.2
%vd DS
s
2.7
29
31
1.0
<1
barium
mg/kgds
23 <0.35
<0.35
45 <0.35
33
mg/kgds
s s s s s s s s s
49
cadmium
<0.35
25 <0.35
<3
7.9
8.1
<3
<3
11
27
14
28
0.20
0.25
46 <0.10
0.33
0.60
63
71 <1.5
<1.5
110 <1.5
120 <1.5
KORRELGROOTTEVERDELING
lutum (bodem) METALEN
kobalt
mg/kgds
koper
mg/kgds
kwik
mg/kgds
lood molybdeen
mg/kgds
mg/kgds
nikkel
mg/kgds
zink
mg/kgds
<1.5
27
5.8
23
27
5.8
6.8
72
110
90
71
34
0.04
<0.01
0.01
0.44
45
0.14
<0.01
16
74
4.4
23
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN
naftaleen
mg/kgds
tenantreen
mg/kgds
antraceen
mg/kgds
fluoranieen
mg/kgds
benzo(a)antraceen
mg/kgds
chryseen
mg/kgds
benzo(k}fluoranteen
mg/kgds
benzo( a)pyreen
mg/kgds
benzo(ghi)peryleen
mg/kgds
indeno(1,2,3-cd)pyreen
mg/kgds
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
mg/kgds
s s s s s s s s s s s
0.15
<0.01
0.01 <0.01
1.1
<0.01
<0.01
46
18
1.3
<0.01
<0.01
14
9.4 8.6
1.1
<0.01
<0.01
10.0
0.67
<0.01
<0.01
5.5
1.7
1.2
<0.01
<0.01
9.9
5.9
0.63
<0.01
<0.01
4.3
1.5
0.67 7.0
<0.01 0.07
<0.01 0.08
4.4 120
1 }
1 }
1 }
1 }
1.5 190
POL YCHLOORBIFENYLEN (PCB)
PCB28
IJg/kgds
PCB52
IJg/kgds
PCB 101
IJg/kgds
PCB 118
IJg/kgds
s s s s
2
<1
<2.1 <2.4
<1
<1
<2.0
2
<1
<1
<2.3
2
<1
<1
<1
<1
<1
3.5 1.9
}
<1
2}
<1
}
<1
}
<1
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM1: Pb1(0,07-0,40) + 82(0,07-0,50) + 85(0,07-0,50)
002
Grond (AS3000)
MM2: 83(0,10-0,50) + 84(0,10-0,50)
003
Grond (AS3000)
MM3: 83(0,50-1,00) + 84(0,50-1,00) +85(0,50-1,00)
004
Grond (AS3000)
Pb1(0,40-0,90)
005
Grond (AS3000)
Pb1(0,90-1,40)
Paraaf:
Q
HSilN RvA l 01B
AL CONTROL B V IS GEACCREOOEERO VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CR!TER(A VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISOhEC 17025·2005 ONDER NR L 025
Al ONZE WERKZAM.HDEN ~'ORDEN U!TGEVOfRO ONDER DE ALGEMENE VOORWAAROEN GEDEPONEERD Bll DE KAMER VAH KOOPHANDEL Hf fABRIEKEN 1E ROntH.OAM INSCHRUI/tNG HANOflSREG!S1ER KVK f't01TrROAM ?4?65?86
1 }
Aleontrol Laboratories Blad 3 van 9
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout
19-07-2012
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Analyse
Eenheid
Q
001
002
003
PCB 138
1-1g/kgds
s s s s
11
<1
<1
<2.1
2 2 2
PCB 153
1-Jg/kgds
PCB 180
1-1g/kgds
som PCB (7) (0.7 factor)
1-Jg/kgds
004
12
<1
<1
<1.5
18 48
<1 4.9
<1 4.9
<2.1 10
1 )
1
)
1
)
005
)
<1
)
<1
)
<1 4.9
1)2}
MINERALE OLIE fractie C10- C12
mg/kgds
<5
<5
<5
6
190
fractie C 12 - C22
mg/kgds
16
<5
<5
160
1000 34
fractie C22 - C30
mg/kgds
6
<5
<5
42
fractie C30 - C40
mg/kgds
10
<5
<5
34
13
totaal olie C1 0 - C40
mg/kgds
30
<20
<20
240
1300
s
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
MM1: Pb1(0,07-0,40) + 82(0,07-0,50) + 85(0,07-0,50)
002
Grond (AS3000)
MM2: 83(0, 10-0,50} + 84(0, 10-0,50)
003
Grond (AS3000)
MM3: 83(0,50-1,00} + 84(0,50-1,00) +85(0,50-1,00)
004
Grond (AS3000)
Pb1(0,40-0,90)
005
Grond (AS3000)
Pb1 (0,90-1 ,40)
Paraaf:
~ HSUN RvA l 01H
AL CONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELD€ CRITERIA VOOR TESTLASORATORIA CONFORM ISO!tEC 17025.2005 ONDER NR. L 025
N._ ONZE WERKZAAMHLDE:N WORDF.N U!TGf.VOERO ONDER OE ALGEMENE HANDfLSRI::GlS1ER KVK ROTTERDAM 24?65:?66
V00RWt~ROEN
Gf.OtPONEERO Bl.l OE KAMER \/AN KOOPKANDEl EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRUVING
1
)
Aleontrol Laboratories Blad 4 van 9
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
19-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Monster beschrijvingen
001
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten De sommatie na verrekening van de 0. 7 factor conform AS3000
2
Verhoogde rapportagegrens i.v.m. noodzakelijke verdunning.
Paraaf:
~ um
RvA l 016
AL CONTROL B V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONI'"ORM ISOIIEC 17025:2005 ONDER NR. l 028
N.. ONZE WERKZAAMi-i!.:OEN WORDEN lJ!TGCVOERO ONDfR DE ~IANOftSRr:G!SlER
KVK
R011CHDAM74?6~286
AtGB,'IfJ~E
V00RWAARDE.N GfOf:PONF.f.RD BU DE KMU:R VAN K00PHANDEL EN fABRift<EN T[ HO Tl ERDAM INSCHRUVING
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 5 van 9
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
19-07-2012
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2
gewicht artefacten
Grond (AS3000)
Conform AS3000, NEN 570g
aard van de artefacten
Grond (AS3000)
Idem
organische stof (gloeiverlies)
Grond (AS3000)
Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010
lutum (bodem)
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-4
barium
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-5, conform NEN 6g5o (ontsluiting conform NEN 6g61, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036).
cadmium
Grond (AS3000)
Idem
kobalt
Grond (AS3000)
Idem
koper
Grond (AS3000)
Idem
kwik
Grond (AS3000)
Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772)
lood
Grond (AS3000)
Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036).
molybdeen
Grond (AS3000)
Idem
nikkel
Grond (AS3000)
Idem
zink
Grond (AS3000)
Idem
naftaleen
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-6
fenanireen
Grond (AS3000)
Idem
antraceen
Grond (AS3000)
Idem
fluoranieen
Grond (AS3000)
Idem
benzo( a )antraceen
Grond (AS3000)
Idem
chryseen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(k)fluoranteen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(a)pyreen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(ghi)peryleen
Grond (AS3000)
Idem
indeno(1,2,3-cd)pyreen
Grond (AS3000)
Idem
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
PCB28
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-8
PCB52
Grond (AS3000)
Idem
PCB 101
Grond (AS3000)
Idem
PCB 118
Grond (AS3000)
Idem
PCB 138
Grond (AS3000)
Idem
PCB 153
Grond (AS3000)
Idem
PCB 180
Grond (AS3000)
Idem
som PCB (7) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
totaal olie C10- C40
Grond (AS3000)
Conform AS3010-7
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
Y3868143 Y3868152
18-07-2012 18-07-2012
18-07-2012 18-07-2012
ALC201 ALC201
18-07-2012
ALC201 ALC201 ALC201
001 001 002 002 003 003 003
~ HSl[N
RvA l D1H
Y3868155
18-07-2012 18-07-2012
Y3868130 Y3868144 Y3868116
18-07-2012 18-07-2012
18-07-2012 18-07-2012 18-07-2012
Y3868140
18-07-2012
18-07-2012
Y3868148
18-07-2012
18-07-2012
ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf: Al CONTROl B.V. IS
GEACCI~EDfTEERO
VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREOfT ATlE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLASORATORiA CONFORM ISOffFC 11025·2005 ONDER NR l 028
N.. Ot-Q[ MRKZAAI..WiEDEN WOROCN U!rGEVOERO ON!)lR DE AlGEMENE V00RWAARDt:N GEOCPONEERO BU Of_ KAt,if:'R VAN KOoPHANDEL EN FABRIEKFN 11:' ROTTFROAM INSCHRUVJNG HANDElSRtG!STfR KVK ROT 'fLROAM :?4265?86
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 6 van 9
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
19-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
004 005
Y3868146 Y3868149
18-07-2012 18-07-2012
18-07-2012 18-07-2012
ALC201 ALC201
Q
Al CONTROl B.V. IS GEACCREDITEERD VOlGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREO!T ATlE GESTELDE CRITERrA VOOR TESTLABORATORIA CONfORM ISOfiEC 17025:2005 ONDER NR l 028
l!SifH RvA L026
Paraaf: N.. ON.ZF WERKZMMHFOEN WORDEN UtTGEVOCRD ONDER DE ALGEMfNE HANOHSRfGISTfH KVK ROTl rROAM 242&5786
VMRWAARDn~
GEDCPONEERU BLJ OE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTIERDAM
lt~SCHRUVING
Aleontrol laboratories Blad 7 van 9
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
19-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Monstemummer:
001
Monster beschrijvingen
MM1: Pb1(0,07-0,40) + 82(0,07-0,50) + 85(0,07-0,50)
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum
C10-C16
diesel en gasolie
C10-C28
motorolie
C20-C36
stookolie
C10-C36
De C1 0 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
0.12
0.09
0.06
0.03
0
0
6 C1 0 = 1.4 min. C12 = 2.1 min.
~ HSllN
RvA l 016
C22 = 3.5 min. C30
8
C40 = 5.2 min. 4.4 min.
=
Paraaf: ALCONTROL B V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VO~ TESTLABORATORIA CONfORII!t ISO/IEC 17025·2005 ONDER NR L 028
AL ONZf 'NERKZA.AJ.KOEN WORDEN UHGEVOERO ONDER OE A! GEMi"Nf VOORWl•.ARO[N GEDEPONEERD BU 0[ KAME-R VAN K00PHANOEl EN FA&RIEKEN TE ROTTE.HDAM tNSCHRUViNG HANOf:lSRE'G!STER K\!K ROTTfROAM ?426t>?86
ALeontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 8 van 9
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Monsternummer:
004
Monster beschrijvingen
Pb1(0,40-0,90)
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum
C10-C16
diesel en gasolie
C10-C28
motorolie
C20-C36
stookolie
C10-C36
De C1 0 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
0.12
0.09
0.06
0.03
0
0 C1 0 =1.6 min. C12 =2.3 min.
~ I[SltN RvA l 018
6 C22 = 3.7 min. C40 = 5.4 min. C30 =4.6 min.
8
Paraaf: AL CONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS OE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTlABORATORIA CONFORM !SOflEC 17025"2005 ONDER NR. L 026
N... ON?E VVERKZMMHfOf.:N VVORDEN UITGEVOERD ONDER OE ALGEMENE VOORWAARDEN GfDEPONfERD RW Dl KM-tER VAN KOOPHANQ[ L lN fARRI[KfNTE ROTTFRDMJIINSCHRUVING HANOE:LSRFGlSTfR KVK ROT1 FRDAM 24?'6!:1286
19-07-2012
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 9 van 9
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
19-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
19-07-2012
Rapportnummer
11803732
Rapportagedatum
27-07-2012
- 1
Monsternummer:
005
Monster beschrijvingen
Pb1(0,90-1,40)
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum
C10-C16
diesel en gasolie
C10-C28
motorolie
C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
1.073
0.805
0.536
0.268
0 0 C1 0
=1.4 min. C12= 2.1 min.
~ llSilN RvA l D1H
C22
6 C40 5.2 min. C30 =4.4 min.
=3.5 min.
8
=
Paraaf: ALCONTROLB.V.IS GEACCREDITEERD VOLGENSDEOOOR DE RAAD VOOR ACCREOfTATIE GESTELDE CRITERIAVOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO!!EC 17025 2005 ONDER NR. L 025 Al ONZE WERKZNJ.KDEN WORDf:NU!TGEVOERD ONDER DE ALGEk1t:t-IE V00Hv'.MROEN GEDEPONEERD BU DE KAMER vAN KOOPHANOf?L fN rABRIEKEN TE ROTfERDNJ INSCHRIJVING
HANOElSHEG!SlfR KVK ROl TfROAM 24:>65?86
-3 Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO Dhr. W. Halverhout Meijestraat 1 2314 WZ LEIDEN
Uw projectnaam Uw projectnummer Aleontrol rapportnummer
Blad 1 van 5
: Langetaam 3 te Maasland : 12.1 0.3412.2437 : 11805643, versie nummer: 1
Rotterdam, 02-08-2012
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 12.10.3412.2437. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door Aleontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
~ HSifN
RvA l 018
AL CONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS OE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONfORM ISOIIEC 17025·2005 ONDER Mt L 028 Al ONZE WERKZAAMI'iEDEN V\'ORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGH.-ff-_NE VOORWAARDEN GEOEPONfERO BLI DE KAMER VAN K00PHANDEL [N FABR.IFKEN TE ROTTERDNA INSC!-tRUVING HANOELSRF'GlSTER KVK ROTTCROAM 24265286
Aleontrol laboratories Blad 2 van 5
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437 11805643 - 1
Startdatum
27-07-2012
Rapportagedatum
02-08-2012
Rapportnummer
001
Analyse
Eenheid
Q
droge stof
gew.-%
gewicht artefacten
g
aard van de artefacten
g
s s s
geen
organische stof (gloeiverlies)
%vdDS
s
4.5
%vdDS
s
25
s s s s s s s s s
73.8 <1
KORRELGROOTTEVERDELING
lutum (bodem) METALEN
barium
mg/kgds
cadmium
mg/kgds
kobalt
mg/kgds
koper
mg/kgds
kwik
mg/kgds
lood
mg/kgds
molybdeen
mg/kgds
nikkel
mg/kgds
zink
mg/kgds
71 <0.35 6.5 41 0.66 180 <1.5 17 130
POL YCYCUSCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN
naftaleen
mg/kgds
fenanireen
mg/kgds
antraceen
mg/kgds
fluoranieen
mg/kgds
benzo( a )antraceen
mg/kgds
chryseen
mg/kgds
benzo( k )fluoranteen
mg/kgds
benzo(a)pyreen
mg/kgds
benzo(ghi)peryleen
mg/kgds
indeno(1,2,3-cd)pyreen
mg/kgds
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
mg/kgds
s s s s s s s s s s s
<0.01 0.05 0.01 0.11 0.06 0.05 0.04 0.06 0.05 0.04 0.48
l)
POL YCHLOORBIFENYLEN (PCB)
PCB28
IJg/kgds
PCB52
11g/kgds
PCB 101
IJg/kgds
PCB 118
IJg/kgds
s s s s
<1 <1 <1 <1
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
86(0,00-0,50)
Paraaf:
~ JLSIEN
RvA l 018
AL CONTROL S V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS Of DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTEtOE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM 150/IEC 17025:2005 ONDER NR L 026 AL OtQE \oVERKZAMn-IEDEN VIlORDEN UITGEVOERD ONDER OE ALGEJ.,tENE VOORWAAROE:N GEDEPONEERD BU DE KAMER VAN KOOPHANDEl EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRUV~G
HANOHSR:EGISTE:R: KVK ROTTfRDM~ 74265286
27-07-2012
Aleontrol Laboratories Blad 3 van 5
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437 11805643 - 1
Startdatum
27-07-2012
Rapportagedatum
02-08-2012
Rapportnummer
Analyse
Eenheid
Q
001
PCB 138
~g/kgds ~glkgds
som PCB (7) (0.7 factor)
~g/kgds
s s s s
<1
PCB 153 PCB 180
~g/kgds
<1 <1 4.9
l)
MINERALE OLIE
fractie C10- C12
mg/kgds
<5
fractie C12- C22
mg/kgds
<5
fractie C22 - C30
mg/kgds
<5
fractie C30 - C40
mg/kgds
<5
totaal olie C10- C40
mg/kgds
s
<20
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
86(0,00-0,50)
Paraaf:
~ lfSifN
RvALD16
AlCONTROL B.V.IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR A.CCREO!TATlE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTlABORATORIA CONfORM ISO!iEC 17025.2005 ONOER NR.. L 028 Al ONZE Vv'ERKZAAMHE:DEN WORDEN UITGEVOERD ONDER OE Al GEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ OE KM'ER VAN KOOPHANDEl EN FABRIEKEN TE ROTIERDAM INSCHRUVING
HANQ(LSREGISTfR KVK ROTTfRDAM 74265786
27-07-2012
Aleontrol Laboratories MILADV.BUREAU ADVERBO
Blad 4 van 5
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
27-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
27-07-2012
Rapportnummer
11805643
Rapportagedatum
02-08-2012
- 1
Monster beschrijvingen
001
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf:
Q
HS!fN
RvA l 010
ALCONTROL 8 V IS GEACCREDITEERD VOLGENS OE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE
CRJTE~!A
VOOR TESTLASORATORIA CONFORM ISONEe 17025·2005 ONDER NR. L 028
Al ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN U!TGEVOfRD ONDER DE AlGEf..1ENE VOOHWMRDEN GEOtPONEERD BIJ OE 1>J..ltR VAN KOOPHANDEl EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRUV!NG HANOCLSREGISTER KVK ROTTF:RDAM 24:>65786
Aleontrol laboratories Blad 5 van 5
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437 11805643 - 1
Startdatum
Rapportnummer
Rapportagedatum
27-07-2012 27-07-2012 02-08-2012
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2
gewicht artefacten
Grond (AS3000)
Conform AS3000, NEN 5709
aard van de artefacten
Grond (AS3000)
Idem
organische stof (gloeiverlies)
Grond (AS3000)
Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010
lutum (bodem)
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-4
barium
Grond (AS3000)
Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036).
cadmium
Grond (AS3000)
Idem
kobalt
Grond (AS3000)
Idem
koper
Grond (AS3000)
Idem
kwik
Grond (AS3000)
Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772)
lood
Grond (AS3000)
Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting confonm NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036).
molybdeen
Grond (AS3000)
Idem
nikkel
Grond (AS3000)
Idem
zink
Grond (AS3000)
Idem
naftaleen
Grond (AS3000)
Conform AS3010-6
fenanireen
Grond (AS3000)
Idem
antraceen
Grond (AS3000)
Idem
fluoranieen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(a)antraceen
Grond (AS3000)
Idem
chryseen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(k)fluoranteen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(a)pyreen
Grond (AS3000)
Idem
benzo(ghi)peryleen
Grond (AS3000)
indeno(1 ,2,3-cd)pyreen
Grond (AS3000)
Idem Idem
pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
PCB28
Grond (AS3000)
Conform AS301 0-8
PCB52
Grond (AS3000)
Idem
PCB 101
Grond (AS3000)
Idem
PCB 118
Grond (AS3000)
Idem
PCB 138
Grond (AS3000)
Idem
PCB 153
Grond (AS3000)
Idem
PCB 180
Grond (AS3000)
Idem
som PCB (7) (0.7 factor)
Grond (AS3000)
Idem
totaal olie C10- C40
Grond (AS3000)
Conform AS3010-7
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
Y3841938
26-07-2012
25-07-2012
ALC201
Paraaf:
Q
JLSf[N
RvA l 01E
AlCONTROl B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS OE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIAVOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISOIIEC 17025"2005 ONDER NR L 028 N._ ONZC 'NE:RKZMJ.1HEDEN WORDEN U!TGf:"VOERD ONDER DE AlGEt.ff:NE VOORWMROfN GEDEPONEERD BU DE KAMER VAN KOC>PHI\NDEL EN FABHIEKFN TE ROTTERDM~ INSCHRUVING
HANDHSRLGISTER· KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 5
Analysecertificaten grondwater
-3 Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO Dhr. W. Halverhout Meijestraat 1 2314 WZ LEIDEN
Uw projectnaam Uw projectnummer ALeontrol rapportnummer
Blad 1 van 6
: Langetaam 3 te Maasland : 12.10.3412.2437 : 11805639, versie nummer: 1
Rotterdam, 02-08-2012
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 12.10.3412.2437. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALeontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
~ HSILN
RvA l 01B
AL CONTROL 8 V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOORACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABOAATORIA CONFORM ISOflEC 17025·2005 ONDER NR. L 025
N... ONZE WERKZAAf-.fHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE AlGEMENE VOORWAARDEN Gl Df.PONEERD BU OE KAMER V/>.N K00PHN4DEL EN FABRIEKEN TE RQTl EROAM INSCHRWING !·lANDHSREG!STfR· KVK ROTTERDM~ 242652M
Aleontrol Laboratories Blad 2 van 6
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout
27-07-2012
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
27-07-2012
Rapportnummer
11805639
Rapportagedatum
02-08-2012
- 1
Eenheid
Q
barium
IJg/1
cadmium
IJgll
s s s s s s s s s
Analyse
001
METALEN
kobalt
IJg/1
koper
IJg/1
kwik
IJg/1 IJg/1
lood molybdeen nikkel
IJg/1 IJg/1
zink
IJg/1
90 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN
benzeen
IJg/1
tolueen ethylbenzeen
IJg/1 IJg/1
a-xyleen
IJg/1
p- en m-xyleen
IJg/1
xylenen (0.7 factor)
IJg/1
styreen
IJg/1
naftaleen
IJg/1
s s s s s s s s
220 <20
1 )
290 120 29 150 <20
1 )
2600
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN
1,1-dichloorethaan
IJg/1
1,2-dichloorethaan
IJ gil
1,1-dichlooretheen
IJg/1
cis-1,2-dichlooretheen
IJg/1
trans-1,2-dichlooretheen
IJg/1
som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor)
IJg/1
dichloormethaan
IJg/1
1,1-dichloorpropaan
IJg/1
1,2-dichloorpropaan
IJg/1
1,3-dichloorpropaan
IJg/1
som dichloorpropanen (0. 7 factor)
s s s s s
IJg/1
tetrachlooretheen
IJ gil
tetrachloormethaan
IJg/l
1,1,1-trichloorethaan
IJg/1
1,1,2-trichloorethaan
IJg/1
trichlooretheen
IJg/1
<60
1
<60
1 )
<10
1 )
)
<10
1 )
<10
1
14
1
s s s s s
<20
1 )
<25
1 )
<25
1 )
s s s s s
<10
<25 53
) )
1 ) 1
)
1 )
<10
1 )
<10
1
<10
1
<60
1 )
) )
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een 0.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
Pb1
Paraaf:
~ HSI!N
RvAl01i
ALCONTROL 8 V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOC>Fi TESTLASORATORIA CONFORM ISOnEG 17025:2005
O~DER
Nft l 028
AL ONZE WERKZMMHf:OE:N V.'ORDEN UITGEVOERD ONDER DE AlGEMENE VOORWAAROEN GEDEPONEERD SU DE KAMER VAN KOOPHANDEl EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRUVING
HANOfiSRFGISTfR KVK ROTTrROAM ?4?65286
Aleontrol Laboratories Blad 3 van 6
MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437 11805639 - 1
Startdatum
27-07-2012
Rapportagedatum
02-08-2012
Rapportnummer
Analyse
Eenheid
Q
chloroform
IJg/1
vinylchloride
IJg/1
tribroommethaan
IJg/1
s s s
001 <60
1
<10
1
<20
1
) ) )
MINERALE OLIE fractie C10- C12
IJg/1
1600
fractie C12 C22
IJg/1
820
fractie C22 - C30
IJg/1
<25
fractie C30 - C40
IJg/1
totaal olie C10- C40
IJg/1
<25
s
2400
De metS gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
Pb1
Paraaf:
Q HSilN RvA l 618
AlCONTROL B.V.IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISOftEC 17025·2005 ONDER NR L 028 I
27-07-2012
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 4 van 6
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
27-07-2012
Rapportnummer
11805639
Rapportagedatum
02-08-2012
- 1
27-07-2012
Monster beschrijvingen
001
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten Verhoogde rapportagegrens i.v.m. noodzakelijke verdunning.
Paraaf:
Q
HSI[N
RvA l 011
ALCONTROl B.V.IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONfORM 150/IEC 17025:2005 ONDER NR.l 028 N._ ONZE 'i'VERKZMMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD SU DE KAMER VAN K00PHANOEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING
HANOllSREGIST(R KVK ROlTERDAM 24?652!l6
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 5 van 6
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
27-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
27-07-2012
Rapportnummer
11805639
Rapportagedatum
02-08-2012
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885)
cadmium
Grondwater (AS3000)
Idem
kobalt
Grondwater (AS3000)
Idem
koper
Grondwater (AS3000)
Idem
kwik
Grondwater (AS3000)
Conform AS311 0-3 en conform NEN-EN-ISO 17852
lood
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885)
molybdeen
Grondwater (AS3000)
Idem
nikkel
Grondwater (AS3000)
Idem
zink
Grondwater (AS3000)
Idem
benzeen
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
tolueen
Grondwater (AS3000)
Idem
ethylbenzeen
Grondwater (AS3000)
Idem
a-xyleen
Grondwater (AS3000)
Idem
p- en m-xyleen
Grondwater (AS3000)
Idem
xylenen (0.7 factor)
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
styreen
Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1
naftaleen
Grondwater (AS3000)
Idem
1, 1-dichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1 ,2-dichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1, 1-dichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
cis-1 ,2-dichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
trans-1 ,2-dichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
som (cis, trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor)
Grondwater (AS3000)
Idem
dichloormethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1 ,1-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,2-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,3-dichloorpropaan
Grondwater (AS3000)
Idem
som dichloorpropanen (0.7 factor)
Grondwater (AS3000)
Idem
tetrachlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
tetrachloormethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1, 1-trichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
1,1 ,2-trichloorethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
trichlooretheen
Grondwater (AS3000)
Idem
chloroform
Grondwater (AS3000)
Idem
vinylchloride
Grondwater (AS3000)
Idem
tribroommethaan
Grondwater (AS3000)
Idem
totaal ofte C10- C40
Grondwater (AS3000)
Conform AS311 0-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
81151355
26-07-2012
25-07-2012
ALC204
001 001
G8254158 G8317626
26-07-2012 26-07-2012
25-07-2012 25-07-2012
ALC236 ALC236
~ I[SUN
RvA l 01H
Paraaf: ALCON'TROl B V. !S GEACCREDITEERD VOLGENS OE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIAVOOR TESTLABORATORiA CONfORM ISOIIEC H025·200S ONDER NR. L 02B
AL ONZE WERKZAAMHEDEN WOROEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWfoARDEN GEDEPONEERD BU DE KAt.'lt:.R VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROlTERDAM INSCHRUVING HANDELSRfGISTfR KVK ROTTFROAM 24265286
Aleontrol Laboratories MIL.ADV.BUREAU ADVERBO
Blad 6 van 6
Analyserapport
Dhr. W. Halverhout Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum
27-07-2012
Projectnummer
12.10.3412.2437
Startdatum
27-07-2012
Rapportnummer
11805639
Rapportagedatum
02-08-2012
- 1
Monsternummer:
001
Monster beschrijvingen
Pb1
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum
C10-C16
diesel en gasolie
C10-C28
motorolie
C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
1.001
0.751
0.501
0.25
0
0
l7 oI
.11
r I 5
C1 = 3.8 min. C1 2 = 4.4 min.
11.2
15
C22 = 7.4 min. C40 = 10.6 min. C30 = 9 min
Paraaf:
Q USifN RvA l 018
AL CONTROL B.V, IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR OE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIAVOOR TESTLABORATORIA CONfORM ISOIIEC 17025·2005 ONDER. NR L 028 M_ ONZE WERKZAAMHEDEN W()f{OEN UITGEVOERD ONDER
HANO[>-J. SRf GtSTfR KVK ROTTHIDAM 24L65286
Of AlGEMENE: VOORWAARDEN GEDEPONEERD BU DE KAMER V~ KOOPHANDEl EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRUVING
OMEGAM
Laboratoria
Milieu Adviesbureau Adverbo B.V. T.a.v. de heer W. Halverhout Meijastraat 1 2314 WZ LEIDEN
Uw kenmerk : Ons kenmerk : Validatieref. : Opdrachtverificatiecode: Bijlage(n) :
12.10.3412.2437 Langetaam 3 te Maasland Project 419946 419946 certificaat v1 EQSO-PKSH-KVXJ-HRCG 2 tabel(len) + 1 bijlage(n)
Amsterdam, 3 augustus 2012
Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN-en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria,
drs. R.R. Otten Directeur
postbus 94685 1090 GRAmsterdam
T 020 5976 769 F 020 5976 689
ABN·AMRO bank 462704564 BTW nr. NL8139.67.132.B01
HJE Wenckebachweg 120 1096 AR Amsterdam
[email protected] www.omegam.nl
Kvk 34215654
OMEGAM
Laboratoria Tabel1 van 2 ANALYS EC E RTI FICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
419946 12.10.3412.2437 Langetaam 3 te Maasland Milieu Adviesbureau Adverbo B.V.
Monsterreferenties 3125189 Pb1
=
Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix
30/07/2012 30/07/2012 30/07/2012 3125189 Grondwater
Organische parameters -aromatisch
Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen S tenantreen S anthraceen S fluoranteen S benzo(a)antraceen S chryseen S benzo(k)fluoranteen S benzo(a)pyreen S benzo(ghi)peryleen S indeno( 123-cd}pyreen S som PAK (10)
IJQ/1 IJQ/1 IJQ/1 IJQII IJQII IJQ/1 IJQ/1 IJQ/1 IJQ/1 IJQ/1 IJQ/1
590 17 2,0 2,3 0,53 0,34 0,11 0,28 < 0,05 < 0,02 610
analyses zijn gemerkte analyses ziJn op
Opdrachtverfficatiecode: EQSO-PKSH-KVXJ-HRCG
Ref.: 419946_certificaat_v1
OMEGAM
Laboratoria Tabel2 van 2
ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
419946 12.10.3412.2437 Langetaam 3 te Maasland Milieu Adviesbureau Adverbo B.V.
Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.
Opdrachtverificatiecode: EQSO-PKSH-KVXJ-HRCG
Ref.: 419946_certificaat_v1
~l ~~~ HSlll \_~ '$ RvHIIIi
OMEGAM
ASJOOO
Laboratoria
"'h••••'
Bijlage 1 van 1 ANALYS ECERTI Fl CAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
419946 12.10.3412.2437 Langetaam 3te Maasland Milieu Advlesbureau Adverbo B.V.
Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem-en grondwateronderzoek (AS SI KB 3000}". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. PAKs
Opdrachtverificatiecode: EQSO-PKSH-KVXJ-HRCG
: Conform AS3110 prestatieblad 4
Ref.: 419946_certificaat_v1
Bijlage 6
Historische informatie
liJ
s Herenstraat 70-73/Langetaam 3
[ ] Langetaam 4
@]
Langetaam 0
~
Langetaam 13
@]
s Herenstraat 73
0
Onderzoekslocatie
locatie projectnummer
Langetaam 3 te Maasland 12.10.3412.2437
!schaal
n.v.t
datum
augustus-12
Rapport Bodemloket op: 5-08-2012 09:49
Algemene informatie ZH184209027 Locatiecode
gezag: Provincie Zuid-Holland
Status infot·matie ernst en voldoende onderzocht
Saneringsinformatie
Verontreinigende (onderzochte) activiteiten
1964 1923
Onderzoeksrapporten
Besluiten
Beschikte kadastrale percelen
Technische informatie
Contactgegevens
Rapport Bodemloke1 5-08-2012 09:50
Algemene informatie ZH055500016 Locatiecode BIS:
AA055500229
gezag:
Status informatie
Saneringsinformatie
Verontreinigende (onderzochte) activiteiten
1
Onderzoetsrapporten
Besluiten
Beschikte kadastrale percelen
Technische infor·matie
Contactgegevens Gemeente Westland
Rapport Bodemloke1 2 Algemene informatie
Cluster informatie
Verdachte activiteiten
Status informatie
T ecbniscbe infm·matie
Contactgegevens
Rapport Bodemloke1 2 Algemene informatie
Clnster informatie
Verdachte activiteiten
Status informatie
Technische informatie
Contactgegevens
Rapport Bodemloke· 2 Algemene informatie
Cluster informatie
Verdachte activiteiten
Status informatie
Technische informatie
Contactgegevens
Bijlage 7
Veldwerkverklaring
AD'VltSB
RlAD
RBO
Veldwerkverklaring (invullen wat van toepassing is)
Projectnaam
: Langetaam 3 te Maasland
Projectnummer
: 12.10.3412.2437
Paraaf
Datum veldwerk
Veldwerk uitgevoerd door: Dhr. M. J. Verhaar
"Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de BRL SIKB 2000, protocol2001."
/
18 en 25 juli 2012
Paraaf
Datum veldwerk
\~:
25 en 30 juli 2012
Veldwerk uitgevoerd door: Dhr. W. Schrama
"Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de BRL SIKB 2000, protocol 2002."
Bijlage 3 Nader bodemonderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
NADER BODEMONDERZOEK LANGETAAM 3 MAASLAND
Dordrecht Research B.V. Vissersdijk Beneden 70 3319 GW Dordrecht 078 - 6310466 i.o.v.
Wouters Milieu & Infra Admiraalsplein 193 3317 BD Dordrecht Onderzoeknr. 140362 13 mei 2014
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ................................................................................................................................... 3
2. INVENTARISATIE ....................................................................................................................... 4
2.1 SITUATIEBESCHRIJVING ................................................................................................... 4
2.2 EERDERE BODEMONDERZOEKEN .................................................................................. 5
2.3 GEOHYDROLOGIE .............................................................................................................. 5
3. OPZET VAN HET ONDERZOEK ................................................................................................. 6
4. VELDWERK................................................................................................................................. 7
4.1 UITVOERING VAN HET VELDWERK ................................................................................. 7
4.2 RESULTATEN VAN HET VELDWERK ................................................................................ 8
5. CHEMISCH-ANALYTISCH ONDERZOEK................................................................................. 10
5.1 UITVOERING VAN HET CHEMISCH-ANALYTISCH ONDERZOEK ................................. 10
5.2 TOETSINGSCRITERIA ...................................................................................................... 11
5.3 INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN ...................................................................... 12
5.3.1 GROND................................................................................................................ 12
5.3.2 GRONDWATER................................................................................................... 13
6. CONCLUSIES EN ANBEVELING.............................................................................................. 14
7. BETROUWBAARHEID EN ONAFHANKELIJKHEID ONDERZOEK ......................................... 16
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Locatiekaart Situatieschetsen met boorposities Boorprofielen met verklaringenblad Getoetste analyseresultaten Analyserapport Situatieschetsen verontreinigngscontouren Foto’s
-2
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
1.
INLEIDING
In opdracht van Wouters Milieu & Infra is door Dordrecht Research B.V. een nader bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Langetaam 3 te Maasland. Ter plaatse van bovengenoemde locatie is in eerder bodemonderzoek een sterke verontreiniging met polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en minerale olie in de grond aangetroffen. Het grondwater ter plaatse is sterk verontreinigd met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwa terstoffen. In verband van de voorgenomen herinrichting van de locatie (nieuwbouw) en hiermee voorafgaand voorgenomen bodemsanering dient de omvang van de verontreiniging te worden vastgelegd. De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 1. Doel van het nader bodemonderzoek is het vastleggen van de ernst en omvang van de bodemveront reiniging. In de volgende hoofdstukken zal worden ingegaan op de inventarisatie van de reeds bekende gege vens, de verrichte veld- en laboratoriumwerkzaamheden en de resultaten van het uitgevoerde onder zoek. Tot slot worden de verzamelde gegevens over de grondkwaliteit getoetst aan de huidige richtlijnen en worden er indien noodzakelijk, aanbevelingen geformuleerd.
-3
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
2.
2.1
INVENTARISATIE
SITUATIEBESCHRIJVING
De onderzoekslocatie is gelegen aan de Langetaam 3 te Maasland. Ter plaatse is een leegstaand bedrijfspand aanwezig. Men is voornemens het complex te slopen en op de locatie nieuwbouw te realiseren. De locatie is kadastraal bekend als Gemeente Maasland, sectie H, perceelnummers: 3138 en 3324. De regionale ligging van de locatie wordt weergegeven in bijlage 1.
2.2
HISTORISCHE GEGEVENS
De locatie is gelegen in het historische centrum van de gemeente Maasland in de Dijkpolder. Op de locatie is sinds de 18 eeuw bebouwing aanwezig. Het bedrijfspand maakt deel uit van een woning met stal. In de loop der jaren is het pand vernieuwd/gerenoveerd en mogelijk gedeeltelijk uitgebreid. In eerste instantie zijn op de locatie hoofdzakelijk agrarische activiteiten ontplooid (boomgaard). Rond 1870 is op de locatie aannemingsbedrijf De Baan gestart. In 1930 is het bedrijf overgegaan in Gebroe ders De Baan en in 1963 in Bouw- & Aannemingsbedrijf De Baan en Warnaar. Meer recent zijn de bedrijfsactiviteiten van een herstelinrichting voor mototvoertuigen, handel in elektrische scooters en fietsen en een auto schoonmaak-/ poetsbedrijf. Voor zover bekend zijn op de locatie geen ondergrondse opslagtanks voor brandstoffen aanwezig geweest. Op historische kaartmateriaal is te zien dat de locatie een agrarische bestemming als boomgaard heeft gehad en op de locatie mogelijk watergangen zijn gedempt.
-4
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
2.3
EERDERE BODEMONDERZOEKEN
In augustus 1996 is op de locatie een inventariserend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door Interproject onder projectnummer 5309.30.02-10. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de BSB. Uit de conclusie van het onderzoek blijkt dat geen verdachte plaatsen zijn aange toond waar bodemonderzoek noodzakelijk wordt geacht. In juli 2012 is door Milieu adviesburo Adverbo B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland, Projectnummer; 12.10.3412.2437). Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen sloop van de aanwezige bebouwing en de nieuwbouw van 3 woningen. Uit het onderzoek blijkt dat: - Ter plaatse van boring 1 een sterke verontreiniging met PAK en minerale olie in de grond is aangetoond. - Het grondwater ter plaatse van boring 1 sterk verontreinigd is met PAK minerale olie en vluchti ge aromatische koolwaterstoffen. - Voor het overige ten hoogste, lichte verontreinigingen zijn aangetroffen met kwik, lood, koper, PAK en PCB. Geconcludeerd is dat milieuhygiënische gezien de aangetroffen sterke verontreinigingen in grond en grondwater een belemmering vormen voor de voorgenomen sloop en nieuwbouw binnen de onder zoekslocatie. Mogelijk is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Aanbevolen is een nader bodemonderzoek uit te voeren naar de omvang van te verontreiniging ten einde vast te stellen of al dan niet sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
2.4
GEOHYDROLOGIE
Uit grondwaterkaarten van Nederland en boor- en sondeergegevens uit de omgeving van het terrein blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie een slecht doorlatende deklaag aanwezig is met een dikte van ca. 18 meter (Westland Formatie). Deze deklaag bestaat uit klei, zand en veen. Hieronder bevindt zich het, ca. 13 meter dikke, eerste watervoerende pakket bestaande uit matig grof en grof, grindhoudend zand (Formaties van Kreftenheye). Het maaiveld van de locatie ligt rond NAP. De stromingsrichting in het eerste watervoerende pakket is globaal noodoostelijk gericht. Op de locatie is sprake van een kwelsituatie.
-5
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
3.
OPZET VAN HET ONDERZOEK
Ten behoeve van de bepaling van omvang van de aangetroffen verontreiniging met minerale olie in grond en grondwater wordt gebruik gemaakt van de NTA 5755 “Bodem – Landbodem – strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek – onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging”. Er wordt vanuit gegaan dat binnen de locatie een relatief kleine bodemverontreiniging aanwezig is. Hiervoor wordt de onderstaande opzet voor de uitvoering van een nader bodemonderzoek in eerste instantie voldoende toereikend geacht. Het onderzoek zal in diverse fasen worden uitgevoerd. Zo dient in eerste instantie de verontreiniging in verticale richting in grond en grondwater te worden ingekaderd (plaatsen van diepe peilbuis). Hierna kan de omvang van de verontreiniging in horizontale richting worden vastgelegd. De karteerboringen ten behoeve van de omvangsbepaling in horizontale richting zullen in een raster van circa 7x7 meter rond de verontreiniging worden geplaatst en worden afgewerkt met een peilbuis. Alle relevante grondmonsters zullen separaat worden onderzocht op minerale olie en PAK. De grondwa termonster zullen worden onderzocht op de gehalten aan PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen). Ten behoeve van de bepaling van de bodemafhankelijke referentiecriteria zal van alle grondmonsters het gehalte aan organische stof worden bepaald. Uit financieel oogpunt zullen de grondmonster geanalyseerd worden op het standaard analysepakket voor grond uit de NEN 5740. Bovenstaande parameters zijn onderdeel van het pakket. De voor onderhavig onderzoek niet relevante parameters worden wel gerapporteerd maar zullen niet uitgebreid worden behandeld. Het veldwerk zal, indien niet anders vermeld in de rapportage, uitgevoerd worden volgens de BRL SIKB 2000 met bijbehorende protocollen, waarbij het vrijkomende boormateriaal voortdurend zintuiglijk zal worden beoordeeld en beschreven in boorstaten. De grond- en grondwatermonsters zullen conform accreditatieprogramma AS3000 geanalyseerd worden door een RvA-geaccrediteerd milieulaboratorium.
-6
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
4.
4.1
VELDWERK
UITVOERING VAN HET VELDWERK
Het veldwerk (plaatsen boringen en peilbuizen) is uitgevoerd op 20 maart 2014. Ter plaatse van de kern van de verontreiniging is (diepe) peilbuis 101 geplaatst met een filterstelling van 3,0 m.-mv. tot 4,0 m.-mv. Rond de aangetoonde verontreiniging zijn ter kartering in horizontale richting 4 peilbuizen (102 t/m 105) geplaatst in een raster van circa zeven meter. Ten behoeve van verdere inkadering van de verontreiniging zijn op 9 april 2014 de boringen 201 t/m 205 uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de boringen, het plaatsen van de peilbuizen en de bemonstering is rekening gehouden met de waargenomen veldkenmerken. De boor-/ peilbuisposities worden weergegeven in bijlage 2. Het vrijgekomen boormateriaal is zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en samenstelling en beschreven in boorprofielen (zie bijlage 3). Het veldwerk is uitgevoerd onder procescertificaat BRL SIKB 2000 versie 3.2 d.d. 13-03-2007, VKB-protocol 2001, versie 3.1 d.d. 13-03-2007 (handboringen peilbuizen grondmonsters classificatie en inmeten) door de hiervoor gekwalificeerde medewerkers L.R.G. Vlieks, L.E.O. Bornhaupt en P.R. van Weert van Dordrecht Research B.V..
Het grondwater uit de peilbuizen 101 t/m 105 is bemonsterd op 27 maart 2014. De bemonstering van het grondwater is uitgevoerd conform procescertificaat BRL SIKB 2000 versie 3.2 d.d. 13-03-2007, VKB-protocol 2002, versie 3.2 d.d. 13-03-2007 (het nemen van grondwatermonsters) door hiervoor gekwalificeerde medewerkers L.E.O. Bornhaupt en L.R.G. Vlieks van Dordrecht Research B.V..
-7
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
4.2
RESULTATEN VAN HET VELDWERK
De waarnemingen tijdens het veldwerk worden weergegeven in bijlage 3 (boorprofielen). Het aangetrof fen globale bodemprofiel op de onderzoekslocatie bestaat overwegend uit matig siltig zand tot circa 0,5 m.-mv. gevolgd door zandige klei tot circa 2,5 m.-mv.. De grondwaterstanden in de boorgaten wordt waargenomen tussen de 0,7 m.-mv. en 1,2 m.-mv. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn zintuiglijk (passieve geurwaarneming, kleur en samenstelling) de in tabel 2 weergegeven afwijkende kenmerken van het hierboven omschreven bodemprofiel waargenomen. Tabel 2: zintuiglijk waargenomen afwijkende kenmerken (grond) Boring
Diepte m.-mv.
WAARGENOMEN AFWIJKENDE KENMERKEN
0,08-0,5
zand, zwak puinhoudend
0,5-1,0
klei, matig puin- en baksteenhoudend
1,0-2,0
klei, zeer sterke carboleumgeur, sterke olie op water reactie
2,0-2,5
klei, matige carboleumgeur, matige olie op water reactie
2,5-3,0
veen, matige carboleumgeur, matige olie op water reactie
0,5-0,7
zand, zwak puinhoudend
0,7-1,0
klei, zwak puinhoudend
0,5-0,7
zand, sporen kolengruis en puin
2,0-2,6
sterk kleiig veen
0,08-0,5
zand, sporen puin
0,5-1,0
klei, matig puinhoudend
0,5-1,0
klei, matig baksteen- en zwak puinhoudend, matige carboleumgeur, matige olie op water reactie
1,0-2,0
klei, sterke carboleumgeur, sterke olie op water reactie
0,5-1,0
klei, matig baksteenhoudend, matige carboleumgeur, matige olie- op water reactie
1,0-2,0
klei, sterke carboleumgeur, sterke olie op water reactie
0,0-0,03
grind
0,03-0,5
puinverharding
204
0,5-1,0
zand, zwak puinhoudend
205
0,5-1,2
zand, zwak puinhoudend, boring gestuit
101
102
103
105
201
202
203
Voor het overige zijn tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zintuiglijk (passieve geurwaar neming, kleur en samenstelling) geen afwijkende kenmerken van het hierboven omschreven bodempro fiel waargenomen.
-8
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
De grondwaterstanden, zuurgraad (pH), elektrische geleidbaarheid (Ec) en drijflagen zoals deze zijn waargenomen in de peilbuizen tijdens de bemonstering worden in onderstaande tabel weergegeven. Peilbuis
Filterstelling in m.-mv.
monster datum
Grondwater stand in m.-mv.
Zuurgraad (pH)
Elektrische geleidbaarheid (Ec) in µS/cm
101
3,0-4,0
27-03-‘14
0,65
7,44
5080
102
1,5-2,5
27-03-‘14
0,65
7,71
2350
103
1,6-2,6
27-03-‘14
0,63
7,42
3820
104
1,6-2,6
27-03-‘14
0,50
7,49
3110
105
1,5-2,5
27-03-‘14
0,60
7,60
2090
Opgemerkt wordt dat het inmeten van de grondwaterstand een momentopname is en afhankelijk van diverse factoren (o.a. seizoensinvloeden) kan fluctueren. Tijdens het afpompen van het grondwater is aan het water uit de peilbuis 101 en matige carboleum geur waargenomen. In de overige peilbuizen zijn geen afwijkende geur of kleur waargenomen die duidt op de aanwezigheid van verontreiniging met minerale olie en PAK.
-9
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
5.
CHEMISCH-ANALYTISCH ONDERZOEK
5.1
UITVOERING VAN HET CHEMISCH-ANALYTISCH ONDERZOEK
Voor de beoordeling van de kwaliteit van grond en grondwater worden de monsters chemisch-analytisch onderzocht. Uit de genomen grondmonsters zijn grondmonsters geselecteerd waaruit op basis van boorpositie, diepte van monstername, ligging van het freatisch grondwaterniveau, textuur, zintuiglijke waarnemingen en het voorkomen van bijmengingen. De parameters waarop is geanalyseerd staan vermeld in tabel 4. Tabel 4.: analyseprogramma grondmonsters Boring
Diepte m.-mv.
Analyse-programma
OMSCHRIJVING
101
3,0-3,5
minerale olie en PAK
boring t.b.v. inkadering in verticale richting, diepere ondergrond in de vermoedelijke kern van verontreiniging, zintuiglijk niet verontreinigd
102
1,0-1,5
minerale olie en PAK
boring t.b.v. inkadering in horizontale richting, verdachte laag, geen carboleumgeur, ten westen van boring 101
103
1,0-1,5
minerale olie en PAK
boring t.b.v. inkadering in horizontale richting, verdachte laag, geen carboleumgeur, inpandig ten zuidwesten van boring 101
104
1,0-1,5
minerale olie en PAK
boring t.b.v. inkadering in horizontale richting, verdachte laag, geen carboleumgeur, ten zuiden van boring 101
105
2,3-2,8
minerale olie en PAK
boring t.b.v. inkadering in horizontale richting, verdachte laag, geen carboleumgeur, ten oosten van boring 101
Van de grondmengmonsters is ten behoeve van de vaststelling van de bodemafhankelijke referentiecriteria tevens het gehalte aan lutum en organische stof bepaald. De verrichte analyses op de grondwatermonsters staan vermeld in tabel 5. Tabel 5.: analyseprogramma grondwatermonsters Peilbuis Filterdiepte m.-mv.
Analyseprogramma
OPMERKINGEN
101
3,0-4,0
minerale olie, PAK en BTEX
diepe peilbuis in verontreinigingskern,
102
1,5-2,5
minerale olie, PAK en BTEX
peilbuis ten westen van verontreinigingskern
103
0,3-2,3
minerale olie, PAK en BTEX
peilbuis ten zuidwesten van verontreinigngskern
104
0,2-2,2
minerale olie, PAK en BTEX
peilbuis ten zuiden van verontreinigingskern
105
2,3-2,8
minerale olie, PAK en BTEX
peilbuis ten oosten van verontreinigngskern
De verkregen analyseresultaten getoetst aan de toetsingscriteria uit de “Circulaire Bodemsanering 2013” worden vermeld in bijlage 4.1 (analyses grond), 4.2 (analyses grondwater).
-10-
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
5.2
TOETSINGSCRITERIA
Voor het inschatten van de risico's voor de volksgezondheid en het milieu wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen van het Ministerie van VROM (“Circulaire bodemsanering 2009", Staatscourant 67 d.d. 7 april 2009). De analyseresultaten, getoetst aan de (berekende- generieke) toetsingscriteria uit deze circulaire staan vermeld in bijlage 4. In bijlage 5 wordt het analyserapport weergegeven. In de circulaire zijn toetsingscriteria vermeld voor de meest voorkomende verontreinigingen. Bij dit toetsingskader wordt een onderscheid gemaakt tussen een tweetal concentratieniveaus: Achtergrondwaarde (AW): Deze waarde geeft het niveau aan waar beneden grond voor de betreffende stof als schoon beschouwd kan worden en wordt voor grond in het algemeen bepaald aan de hand van het gehalte organische stof en lutum in de bodem. Interventiewaarde (I-waarde): Deze waarde geeft het niveau aan waarboven sprake is van een sterke bodemverontreiniging en wordt voor grond in het algemeen bepaald aan de hand van het gehalte organische stof en lutum in de bodem. De interventiewaarden zijn gebaseerd op uitgebreide studies naar zowel humaan- als ecotoxicologische effecten van bodemverontreinigende stoffen. Bij een overschrijding van de interventiewaarde is mogelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging conform de Wet Bodembescherming en daarmee samenhangend in principe sprake van een saneringsnoodzaak. Er is pas daadwerkelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien het boven de interventiewaarde verontreinigde bodemvolume groter is dan 25 m3 (bij verontreiniging van de grond). Indien van nature gehaltes in de bodem boven de vastgestelde achtergrond- of interventiewaarde voorkomen, dan kunnen deze gehaltes aangehouden worden als achtergrondwaarde. Indien de gemeente, waar het onderzoek is uitgevoerd, de beschikking heeft over een goedgekeurde bodemkwaliteitskaart, waarin lokale achtergrondwaarden zijn opgenomen, zijn de analyseresultaten zo mogelijk tevens getoetst aan deze lokale achtergrondgehalten. Overschrijding van het gemiddelde van achtergrondwaarde (AW) en interventiewaarde [½(A+I)] wordt gehanteerd als criterium op basis waarvan tot een nader onderzoek besloten dient te worden. Indien gehalten tussen achtergrond- en interventiewaarden worden aangetroffen, zullen op basis van een risicoanalyse beperkingen gesteld kunnen worden aan gebruik van de bodem, dan wel kan sanering van de bodem noodzakelijk geacht worden. In hoofdstuk 5.3 zijn de analyseresultaten getoetst aan bovengenoemde richtlijnen.
-11-
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
5.3
INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN
De tabellen 6 en 7 geven een overzicht van de interpretatie van de analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters. Indien er gehalten zijn aangetroffen groter dan de streef- of achtergrondwaarde, zijn tevens de gehalten vermeld (voor grond in mg/kg.d.s. voor grondwater in µg/l.). De volgende aanduidingen zijn bij de interpretatie gebruikt: ++ ++ +++ blanco
: kleiner dan of gelijk aan de streef-/achtergrondwaarde of detectiegrens, : groter dan de achtergrondwaarde; kleiner dan twee maal de achtergrondwaarde (alleen voor grondmonsters), : groter dan de streef-/achtergrondwaarde, : groter dan de [½(streef-/achtergrondwaarde+interventiewaarde)], : groter dan de interventiewaarde, : niet geanalyseerd.
5.3.1
GROND
Tabel 6.: interpretatie analyseresultaten van de grondmonsters getoetst aan criteria Wbb Boring
TRAJECT m.-mv.
Ba
Cd
Co
Cu
Hg
Pb
Mo
Ni
Zn
PAK
PCB
M.O.
101
3,0-3,5
-
-
-
-
-
-
+ 9,5
-
-
-
-
-
102
1,0-1,5
-
-
-
+ 60,2
+ 0,749
+ 273
-
-
+ 144
-
-
-
103
1,0-1,5
-
-
-
+ 42,1
+ 0,267
+ 90,3
-
-
-
-
-
-
104
1,0-1,5
-
-
-
-
+ 0,165
-
-
-
-
-
-
-
105
1,0-1,5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Afkortingen van de onderzoeksparameters: zie hoofdstuk 3.
Uit de analyseresultaten blijkt dat in geen van de geanalyseerde grondmonsters ten opzichte van de achtergrondwaarden verhoogde gehalten aan PAK en minerale olie zijn aangetoond. De overige (voor onderhavig onderzoek niet relevante parameters) zijn ten hoogste verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarden.
-12-
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
5.3.2
GRONDWATER
Tabel 7 geeft een overzicht van de interpretatie van de analyseresultaten van het grondwater. Tabel 7.: interpretatie analyseresultaten van de grondwatermonsters getoetst aan criteria Wbb Peilbuis
Benzeen
Tolueen
Ethylbenzeen
Xylenen
PAK-totaal
M.O.
101
-
-
+ 7,3
+ 10,3
+++ 228,55
+++ 1200
102
-
-
-
+ 0,28
-
-
103
-
-
-
-
-
-
104
-
-
-
-
-
-
105
-
-
-
-
-
-
Afkortingen van de onderzoeksparameters: zie hoofdstuk 3.
Uit de analyseresultaten van het grondwater uit peilbuis 101 blijkt dat de gehalten aan PAK en minerale olie verhoogd zijn ten opzichte van de interventiewaarden. De gehalten aan ethylbenzeen en xylenen zijn verhoogd ten opzichte van de streefwaarden. De overige geanalyseerde parameters zijn niet verhoogd ten opzichte van de streefwaarden. In het grondwater uit peilbuis 102 is het gehalte aan xylenen verhoogd ten opzichte van de streefwaarde. Het gehalte benaderd geenszins het toetsingscriterium voor nader bodemonderzoek de ½ (streef + interventiewaarde). Geen van de overige geanalyseerde parameters zijn verhoogd ten opzichte van de streefwaarden.
-13-
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
6.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
In opdracht van Wouters Milieu & Infra is door Dordrecht Research B.V. een nader bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Langetaam 3 te Maasland Ter plaatse van bovengenoemde locatie is in eerder bodemonderzoek (door Milieu adviesbureau Adverbo) een sterke verontreiniging met PAK en minerale olie in grond aangetroffen. Het grondwater ter plaatse is sterk verontreinigd met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen. Onderhavig bodemonderzoek is uitgevoerd om de omvang van de verontreiniging vast te stellen ten einde uitspraak te kunnen doen of binnen de onderzoekslocatie al dan niet sprake is van een geval van ernstig bodemverontreiniging zoals bedoeld in de Wbb. Op grond van de beschikbare gegevens (historische gegevens, zintuiglijke waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk en de analyseresultaten) wordt als volgt geconcludeerd:
Het aangetroffen globale bodemprofiel op de onderzoekslocatie bestaat overwegend uit matig siltig zand tot circa 0,5 m.-mv. gevolgd door zandige klei tot circa 2,5 m.-mv..
Ter plaatse van de boringen 101, 201 en 202 is de grond, over een traject van circa 1,0 m.-mv. tot circa 3,0 m.-mv., op basis van zintuiglijke waarnemingen (sterke carboleumgeur en olie op water reactie) en eerder bodemonderzoek (ter plaatse van boringen 01) als sterk verontreinigd beoordeeld.
De ondergrond ter plaatse van boring 101 is van 3,0 m.-mv. tot 3,5 m.-mv. licht verontreinigd met PAK en molybdeen. De overige parameters zijn niet verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarden.
Ter plaatse van de boringen 102 t/m 105 (t.b.v. inkadering in horizontale richting) is de grond ten hoogste licht verontreinigd met PAK en enkele zware metalen. De overige parameters zijn niet verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarden.
Ter plaatse van de boringen 203 t/m 205 zijn zintuiglijk aan de grond geen kenmerken waargenomen die kunnen duiden op verontreiniging met PAK en of minerale olie. De grond ter plaatse wordt als niet verontreinigd beoordeeld.
De verontreiniging met minerale olie in grond is in verticale en horizontale richting in voldoende mate vastgelegd;
De oppervlakte van de matig tot sterke verontreiniging in grond bedraagt circa 80 m2. Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 3,0 m.-mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK en minerale olie verontreinigd volume aan grond bedraagt 160 m3.;
Het grondwater ter plaatse van de diepe peilbuis 101 met een filterstelling van 3,0- 4,0 m.-mv. (ten behoeve van de inkadering van de verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in verticale richting) is sterk verontreinigd met PAK en minerale olie en licht verontreinigd met vluchtige aromatische koolwaterstoffen;
Het grondwater ter plaatse van de peilbuizen 102 t/m 105 (ten behoeve van de inkadering van de verontreiniging in horizontale richting) is hoogstens licht verontreinigd met naftaleen. -14-
R/140362/pvw Def. d.d. 13 mei 2014
De verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in het grondwater is in horizontale richting in voldoende mate vastgelegd;
In verticale richting is de verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in het grondwater niet volledig ingekaderd;
De oppervlakte van de sterke verontreiniging met PAK en minerale olie in grondwater bedraagt circa 80 m2. Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 4,0 m.-mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK en minerale olie verontreinigd volume aan grondwater bedraagt 240 m3.;
Op basis van bovenstaande is vastgesteld dat ter plaatse van de onderzoekslocatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in grond en grondwater zoals omschreven in de Wet bodembescherming. Formeel gezien dient de omvang van de verontreiniging in het grondwater verder te worden ingekaderd middels voortzetting van het nader bodemonderzoek. Echter wordt niet uitgesloten dat door versmering van de bodemlagen tijdens het plaatsen van de diepe peilbuis het grondwater mogelijk is gecontamineerd. Aangenomen wordt dat de verontreiniging in het grondwater zich binnen de verontreinigingscontour van de verontreiniging in grond bevindt. Een oorzaak of bron van verontreiniging is niet eenduidig herleidbaar op basis van de onderzoeksgegevens. Gezien het voormalige gebruik van de locatie en de mogelijke aanwezigheid van een gedempte sloot wordt niet uitgesloten dat de verontreiniging voor een groot deel een historische geval van bodemverontreiniging betreft (geheel of gedeeltelijk ontstaan voor 1987). Geconcludeerd wordt dat onderhavig onderzoek in voldoende mate heeft voldaan een de doelstelling en voldoende informatie verschaft voor het opstellen van een saneringsplan en uitvoering hiervan. De verontreinigingssituatie grond wordt weer gegeven in bijlage 6.1. In bijlage 6.2 wordt de verontreinigingssituatie van het grondwater weergegeven. Men is voornemens op de locatie nieuwbouw te realiseren. Alvorens nieuwbouw te realiseren dient de locatie geschikt gemaakt te worden voor de gebruiksbestemming wonen door middel van het saneren van de locatie. Gezien de voorgenomen herinrichting van de locatie en het mobiele karakter van de verontreiniging wordt het nemen van saneringsmaatregelen op een zo kort mogelijk termijn aanbevolen. Voorafgaand aan de uitvoering van een bodemsanering dient een saneringsplan ter goedkeuring aan het inzake bevoegd gezag te worden overlegd.
-15-
R/140362/pvw Oef. d.d . 13 mei 2014
7.
BETROUWBAARHEID EN ONAFHANKELIJKHEID ONDERZOEK
Het kwaliteitssysteem van Dordrecht Research B.V. voldoet aan de eisen van de NEN-EN-ISO 9001 :2008. Het veldwerk wordt onder procescertificaat BRL SI KB 2000 en de daarbij behorende protocollen uitgevoerd. Asbestonderzoek in bodem wordt uitgevoerd door hiervoor opgeleide veldwerkers met ruime ervaring. Het chemisch analytisch onderzoek wordt uitbesteed aan een RvA-geaccrediteerd milieulaboratorium . Dordrecht Research B.V. streeft bij elk bodemonderzoek naar een optimale representativiteit. Echter, een dergelijk onderzoek is gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen en het nemen van een beperkt aantal monsters. Hierdoor blijft het mogelijk dat plaatselijke afwijkingen in de samenstelling van grond en/of grondwater aanwezig zijn welke tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Dordrecht Research B.V. is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard ook. Hierbij wordt er tevens op gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van grond- en grondwaterkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na uitvoering van dit onderzoek, bijvoorbeeld door bouwrijp maken of aanvoer van grond van elders. Naarmate er een langere tijd is verlopen na uitvoering van het onderzoek, dient meer voorzichtigheid/voorbehoud te worden betracht bij het gebruik van de onderzoeksresultaten. Dordrecht Research B.V. is een erkende bodemintermediair zoals bedoeld in artikel2 van het Besluit uitvoeringskwaliteit Bodembeheer aangaande de onderstaande disciplines:
•
•
SIKB 1000-1001 SI KB 2000-2001
Monsterneming grond voor partijkeuringen Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van
• • • •
SI KB SI KB SIKB SI KB
grondmonsters en waterpassen Het nemen van grondwatermonsters Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek Locatie inspectie en monstername asbest in bodem Milieukundige processturing en verificatie van landbodemsaneringen met conventionele methoden
2000-2002 2000-2003 2000 - 2018 6000-6001
Dordrecht Research B.V. is een onafhankelijk adviesbureau dat op generlei wijze is gelieerd aan de opdrachtgever en/of eigenaar van de onderzoekslocatie Langetaam 3 te Maasland
Ondergetekenden; gecertificeerde veldwerkers(1) verklaren dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de wettelijke eisen van de betreffende BRL SI KB en de daarbij behorende protocollen. Naam:
Datum:
L.E.O. Bornhaupt (1)
.i..:0..].":?./.! -~
P.R. van Weert (1)
_i.)/s./1~...
Kwaliteitscontrole : Projectleider: C. Visser
-16-
1 2 3 45 BIJLAGE 1 6 7 Locatiekaart
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
onderzoekslocatie
0m
200m
400m
600m
800m
1000m
Gemeente Maasland, kaartblad 37B
Locatiekaart
Getekend door PvW
Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Datum
april 2014
Schaal
1:20.000
Formaat
A4
1 2 3 4 BIJLAGE 2 6 7 Situatieschets boorposities
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
205
trottoir/tegels
204 LANGETAAM klinkers
5
2
201
105 3
trottoir/tegels
tuin 4
102
101 schuurtje 01
Nr. 3
202 203 1
betonvloer tegels
grind 103
tegels
104 betonplaten
0m
1m
2m
3m
4m
5m
Legenda = boring = boring, afgewerkt met peilbuis = boring, eerder onderzoek
Situatieschets boorposities
Getekend door PvW
Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Datum
april 2014
Schaal
1:100
Formaat
A4
1 2 3 45 BIJLAGE 3 6 7 Boorstaten met legenda
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
101
tegel
1 0 8
102 0 8
50
50
100 100
100-200: klei, matig zandig, bruin, grijs, carbolineum, zeer sterk, edelman
250 250
250
150
400
70-100: klei, sterk zandig, zwak humeus, zwart, grijs, zwak puin, edelman
150
150
150-250: klei, zwak zandig, grijs, grijs, edelman
200
200-250: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, beige, oliegeur, matig, edelman 250
250-300: veen, zwak kleiig, bruin, bruin, carbolineum, matig, edelman
280 300
100
100-150: klei, zwak zandig, matig humeus, bruin, bruin, edelman
150
200
50-70: zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, grijs, zwak puin, edelman
70
100
200
0-8: 8-50: zand, matig siltig, zwak humeus, grijs, beige, edelman
50
50-100: klei, sterk zandig, sterk humeus, bruin, bruin, matig baksteen, matig puin, edelman
100
tegel
1
0-8: 8-50: zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, beige, bruin, zwak puin, edelman
250
Datum 20-03-2014 Boormeester Pascal van Weert
300
300
350
350
400
400
300-350: veen, zwak kleiig, bruin, bruin, edelman
350-400: klei, zwak zandig, grijs, grijs, edelman
Datum 20-03-2014 Boormeester Pascal van Weert
103
tegel
1 0 8
50
50-70: zand, matig grof, kleiig, bruin, bruin, sporen kolengruis, zwak puin, edelman
60 70
100
104
100
0 8
60
60-200: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, bruin, edelman 100
110
150
150
160
160
200
260
0-8: 8-60: zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, bruin, beige, edelman
60
70-100: klei, sterk zandig, matig humeus, bruin, bruin, sporen puin, edelman 100-200: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, bruin, edelman
110
tegel
1
0-8: 8-50: zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, bruin, edelman
200
200-260: veen, sterk kleiig, bruin, grijs, edelman
260
260
260
Datum 20-03-2014
Datum 20-03-2014
Boormeester Pascal van Weert
Boormeester Pascal van Weert
Boorprofielen
200-260: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, bruin, edelman
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Projectnummer
140362
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Pagina
1 van 3
105 0 8
50
201
tegel
1
0-8: 8-50: zand, matig fijn, zwak siltig, bruin, bruin, sporen puin, edelman
50
50-100: klei, sterk zandig, matig humeus, bruin, matig puin, edelman
100 100
100
150
150
100-250: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, bruin, edelman
0 8
klinker 0-8: 8-50: zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, beige, bruin, zwak puin, edelman
50
50-100: klei, sterk zandig, sterk humeus, bruin, bruin, carboleum, matig, matig baksteen, zwak puin, edelman
100
100-200: klei, matig zandig, matig humeus, bruin, grijs, carboleum, sterk, edelman
200
Datum 09-04-2014 Boormeester Pascal van Weert 250
250
Datum 20-03-2014 Boormeester Pascal van Weert
202 0
50
100
203 0-50: zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, beige, bruin, zwak puin, edelman
50-100: klei, sterk zandig, sterk humeus, bruin, bruin, carboleum, matig, zwak puin, matig baksteen, edelman
100-200: klei, matig zandig, matig humeus, bruin, grijs, carboleum, sterk, edelman
0 3
50
100
150
grind 0-3: 3-50: puinverhardingslaag
50-100: klei, sterk zandig, zwak humeus, zwart, grijs, zwak puin, edelman
100-150: klei, zwak zandig, matig humeus, bruin, bruin, edelman
150-250: klei, zwak zandig, grijs, grijs, edelman
200
Datum 09-04-2014 Boormeester Pascal van Weert 250
Datum 09-04-2014 Boormeester Pascal van Weert
Boorprofielen
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Projectnummer
140362
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Pagina
2 van 3
204 0 8
50
100
205
klinker 0-8: 8-50: zand, matig siltig, zwak humeus, grijs, beige, edelman 50-100: zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, grijs, zwak puin, edelman
100-150: klei, zwak zandig, matig humeus, bruin, bruin, edelman
0 8
50
klinker 0-8: 8-50: zand, matig siltig, zwak humeus, grijs, beige, edelman 50-120: zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, grijs, zwak puin, edelman, boring gestuit
120
Datum 09-04-2014 150
150-250: klei, zwak zandig, grijs, grijs, edelman
Boormeester Pascal van Weert
250
Datum 09-04-2014 Boormeester Pascal van Weert
Boorprofielen
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Projectnummer
140362
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Pagina
3 van 3
PEILBUIS
BORING
OLIE OP WATER REACTIE (OW)
bodemmonster, geroerd geen
zwak
matig
sterk
uiterst
bodemlaag bentoniet
GEURINTENSITEIT (GI) bodemmonster, ongeroerd filter bodemlaag
geen
geen
geen
geen
geen
geen
grondwaterstand grondwaterstand tijdens boren
GRONDSOORTEN
MATE VAN BIJMENGING
Grind, grindig (G,g)
zwak (0-5%)
Zand, zandig (Z,z)
matig (5-15%)
Leem, siltig (L,s)
sterk (15-50%)
Klei, kleiig (K,k)
uiterst (>50%)
GRADATIE ZAND uf = uiterst fijn (63-105 µm) zf = zeer fijn (105-150 µm) mf = matig fijn (150-210 µm) mg = matig grof (210-300 µm) zg = zeer grof (300-420 µm) ug = uiterst grof (4200-2000 µm)
Veen, humeus (V,h) Slib (Sb)
VERHARDINGEN
OVERIG
asfalt, beton, klinkers, tegels stelconplaat, ondoordringbare laag
GRADATIE ZAND
bodemvreemde bestandsdelen aanwezig
f = fijn (2-5.6 mm) mg = matig grof (5.6-16 mm) zg = zeer grof (16-63 mm)
water
Getekend conform NEN 5104
Legenda Boorprofielen Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Datum
april 2014
1 2 3 45 BIJLAGE 4.1 6 7 Toetsingsresultaten grond
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 1.1.0, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.0, toetsingsdatum: 01-04-2014 - 08:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 001 Grond (AS3000) Overschrijding Achtergrondwaarde
Analyse
Eenheid
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
gew.-%-[%] 19.1 19.1 g <1 g Geen % 71.3 71.3
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) METALEN + barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
AR
BT
AT
AC ---
<1.7 # <2.0 # <1.6 # <1.9 # <1.7 # <1.2 # <1.7 8.26
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
Monstercode 11993313-001
Monsteromschrijving 001 101: 300-350
Bodemtype Monster 1
humus : lutum 71.3% : 10%
#
I
RBK
--
--
0.397 0.467 0.373 0.443 0.397 0.28 0.397 2.75 2.75
1.17 1.17 1.17 1.17 4.67
----------*
--------
WO
1.5
6.8 102 115 18 290 96 68 430
920 20 13 0.2 190 3 190 5 36 0.05 530 10 190 1.5 100 4 720 20
21
40
0.35
# # # # # # # <=AW 0.02 0.51
----4.67
-<=AW 0.6 <=AW 15 <=AW 40 <=AW 0.15 <=AW 50 WO 1.5 <=AW 35 <=AW 140
*
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg 9.6 3.2 fenantreen mg/kg 5.6 1.87 antraceen mg/kg 0.90 0.3 fluoranteen mg/kg 1.9 0.633 benzo(a)antraceen mg/kg 0.61 0.203 chryseen mg/kg 0.45 0.15 benzo(k)fluoranteen mg/kg 0.15 0.05 benzo(a)pyreen mg/kg 0.31 0.103 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.13 0.0433 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg 0.15 0.05 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) mg/kg 19.8 6.6 6.6
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
T
--
30 58.1 58.1 <0.2 0.05590.0559 2.6 4.88 4.88 7.2 4.06 4.06 <0.050.02980.0298 10 6.47 6.47 9.5 9.5 9.5 18 31.5 31.5 21 15.7 15.7
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)
AW
--
% vd DS 10.0
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
BC
1 0.0049
----<=AW 190 2595 5000
35
Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 1.1.0, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.0, toetsingsdatum: 01-04-2014 - 08:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 002 Grond (AS3000) Overschrijding Achtergrondwaarde
Analyse
Eenheid
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
gew.-%-[%] 69.2 69.2 g <1 g Geen % 4.8 4.8
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) METALEN + barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
% vd DS
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
AR
BT
AT
AC ---
23
78 83.4 83.4 <0.2 0.166 0.166 6.7 7.14 7.14 53 60.2 60.2 0.71 0.749 0.749 250 273 273 0.9 0.9 0.9 20 21.2 21.2 130 144 144
* * *
*
RBK
--
-<=AW 0.6 <=AW 15 IN 40 WO 0.15 IN 50 <=AW 1.5 <=AW 35 WO 140
----------* WO
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1.46 1.46 1.46 1.46 1.46 1.46 1.46 10.2 10.2
--------
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
7.29 7.29 7.29 7.29 29.2 29.2
-----
humus : lutum 4.8% : 23%
I
--
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
Bodemtype Monster 2
T
--
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)
Monsteromschrijving 002 102: 100-150
AW
--
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg 0.02 0.02 fenantreen mg/kg 0.36 0.36 antraceen mg/kg 0.10 0.1 fluoranteen mg/kg 0.73 0.73 benzo(a)antraceen mg/kg 0.28 0.28 chryseen mg/kg 0.32 0.32 benzo(k)fluoranteen mg/kg 0.20 0.2 benzo(a)pyreen mg/kg 0.37 0.37 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.28 0.28 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg 0.29 0.29 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) mg/kg 2.95 2.95 2.95
Monstercode 11993313-002
BC
1.5
6.8 102 115 18 290 96 68 430
920 20 13 0.2 190 3 190 5 36 0.05 530 10 190 1.5 100 4 720 20
21
40
<=AW 0.02 0.51
0.35
1 0.0049
----<=AW 190 2595 5000
35
Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 1.1.0, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.0, toetsingsdatum: 01-04-2014 - 08:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 003 Grond (AS3000) Overschrijding Achtergrondwaarde
Analyse
Eenheid
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
gew.-%-[%] 71.0 71 g 14 g Geen % 3.1 3.1
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) METALEN + barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
AR
% vd DS
26
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
42 <0.2 7.1 38 0.26 84 <0.5 19 96
BT
AT
AC ---
40.7 40.7 0.17 0.17 6.89 6.89 42.1 42.1 0.2670.267 90.3 90.3 0.35 0.35 18.5 18.5 101 101
RBK
--
-<=AW 0.6 <=AW 15 * WO 40 * WO 0.15 * WO 50 <=AW 1.5 <=AW 35 <=AW 140
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
2.26 2.26 2.26 2.26 2.26 2.26 2.26 15.8 15.8
--------
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
11.3 11.3 11.3 11.3 45.2 45.2
-----
humus : lutum 3.1% : 26%
I
--
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)
Bodemtype Monster 3
T
--
-----------
Monsteromschrijving 003 103: 100-150
AW
--
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <0.01 0.007 fenantreen mg/kg 0.02 0.02 antraceen mg/kg <0.01 0.007 fluoranteen mg/kg 0.02 0.02 benzo(a)antraceen mg/kg 0.02 0.02 chryseen mg/kg 0.02 0.02 benzo(k)fluoranteen mg/kg 0.01 0.01 benzo(a)pyreen mg/kg 0.02 0.02 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.02 0.02 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg 0.02 0.02 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) mg/kg 0.164 0.1640.164
Monstercode 11993313-003
BC
<=AW 1.5
6.8 102 115 18 290 96 68 430
920 20 13 0.2 190 3 190 5 36 0.05 530 10 190 1.5 100 4 720 20
21
40
<=AW 0.02 0.51
0.35
1 0.0049
----<=AW 190 2595 5000
35
Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 1.1.0, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.0, toetsingsdatum: 01-04-2014 - 08:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 004 Grond (AS3000) Voldoet aan Achtergrondwaarde
Analyse
Eenheid
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
gew.-%-[%] 67.3 67.3 g <1 g Geen % 4.5 4.5
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) METALEN + barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
AR
% vd DS
25
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
49 <0.2 7.9 35 0.16 41 0.7 22 98
BT
AT
AC ---
49 49 0.1640.164 7.9 7.9 38.5 38.5 0.1650.165 43.8 43.8 0.7 0.7 22 22 104 104
RBK
--
-<=AW 0.6 <=AW 15 <=AW 40 * WO 0.15 <=AW 50 <=AW 1.5 <=AW 35 <=AW 140
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1.56 1.56 1.56 1.56 1.56 1.56 1.56 10.9 10.9
--------
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
7.78 7.78 7.78 7.78 31.1 31.1
-----
humus : lutum 4.5% : 25%
I
--
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)
Bodemtype Monster 4
T
--
-----------
Monsteromschrijving 004 104: 100-150
AW
--
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <0.01 0.007 fenantreen mg/kg <0.01 0.007 antraceen mg/kg <0.01 0.007 fluoranteen mg/kg <0.01 0.007 benzo(a)antraceen mg/kg <0.01 0.007 chryseen mg/kg <0.01 0.007 benzo(k)fluoranteen mg/kg <0.01 0.007 benzo(a)pyreen mg/kg <0.01 0.007 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.01 0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg 0.01 0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) mg/kg 0.076 0.0760.076
Monstercode 11993313-004
BC
<=AW 1.5
6.8 102 115 18 290 96 68 430
920 20 13 0.2 190 3 190 5 36 0.05 530 10 190 1.5 100 4 720 20
21
40
<=AW 0.02 0.51
0.35
1 0.0049
----<=AW 190 2595 5000
35
Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 1.1.0, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.0, toetsingsdatum: 01-04-2014 - 08:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 005 Grond (AS3000) Voldoet aan Achtergrondwaarde
Analyse
Eenheid
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
gew.-%-[%] 72.5 72.5 g <1 g Geen % 2.2 2.2
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) METALEN + barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
% vd DS
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
AR
BT
AT
AC ---
34
60 46.5 46.5 <0.2 0.161 0.161 9.6 7.5 7.5 28 27.5 27.5 0.08 0.07570.0757 40 39.4 39.4 0.7 0.7 0.7 28 22.3 22.3 92 82.9 82.9
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 22.3
--------
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
15.9 15.9 15.9 15.9 63.6
humus : lutum 2.2% : 34%
I
RBK
--
--
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)
Bodemtype Monster 5
T
--
-----------
Monsteromschrijving 005 105: 100-150
AW
--
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <0.01 0.007 fenantreen mg/kg 0.01 0.01 antraceen mg/kg <0.01 0.007 fluoranteen mg/kg 0.01 0.01 benzo(a)antraceen mg/kg <0.01 0.007 chryseen mg/kg <0.01 0.007 benzo(k)fluoranteen mg/kg <0.01 0.007 benzo(a)pyreen mg/kg <0.01 0.007 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.01 0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg <0.01 0.007 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) mg/kg 0.079 0.079 0.079
Monstercode 11993313-005
BC
22.3
6.8 102 115 18 290 96 68 430
920 20 13 0.2 190 3 190 5 36 0.05 530 10 190 1.5 100 4 720 20
<=AW 1.5
21
40
<=AW 0.02 0.51
----63.6
-<=AW 0.6 <=AW 15 <=AW 40 <=AW 0.15 <=AW 50 <=AW 1.5 <=AW 35 <=AW 140
0.35
1 0.0049
----<=AW 190 2595 5000
35
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem) BC Toetsconclusie AT ALcontrol toetsings resultaat (door ALcontrol berekend) AW Achtergrondwaarde (door ALcontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALcontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALcontrol beheerd) RBK Regeling Bodem Kwaliteits eis Verklaring toetsingsoordelen -Geen toetsoordeel mogelijk # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat + De normen voor barium zijn ingetrokken. Indien er sprake is van verhoogde barium gehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte door het bevoegd gezag worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 625 mg/kg d.s. <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde NT>I Niet Toepasbaar of groter dan interventiewaarde NT Niet toepasbaar IN Industrie WO Wonen >IW Groter dan interventiewaarde * Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) ** Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) *** Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) Kleur informatie Rood > Interventiewaarde (index waarde > 1), niet Toepasbaar > interventiewaarde, niet toepasbaar, nooit toepasbaar, niet toepasbaar (> SW), Oranje >= Tussenwaarde (index waarde ligt tussen 0.5 en 1) of groter dan de B waarde Blauw >= Achtergrond waarde (index waarde < 0.5), > streefwaarde, industrie of wonen
1 2 3 45 BIJLAGE 4.2 6 7 Toetsingsresultaten grondwater
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.0.1, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 - 13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 101 Grondwater (AS3000) Overschrijding Interventiewaarde
Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
#
<2.0 # <2.0 7.3 3.7 6.6 10.3 20.4
BT
AT
1.4 1.4 7.3 3.7 6.6 10.3 20.4
<2.0 <2.0 7.3 3.7 6.6 10.3 20.4
AC BC AW
*# # * --* --
>S 0.2 <=S 7 >S 4 >S 0.2 --
T
I RBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l 130 130 130 fenantreen ug/l 72 72 72 antraceen ug/l 14 14 14 fluoranteen ug/l 11 11 11 benzo(a)antraceen ug/l 0.66 0.66 0.66 chryseen ug/l 0.58 0.58 0.58 benzo(k)fluoranteen ug/l 0.10 0.1 0.10 benzo(a)pyreen ug/l 0.14 0.14 0.14 # benzo(ghi)peryleen ug/l <0.05 0.035 <0.05 # indeno(1,2,3-cd)pyreen ug/l <0.05 0.035 <0.05 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) DIMSLS 228.5540.5 228.55
*** >I 0.01 35 70 *** >I 0.003 2.5 5 *** >I 0.0007 2.5 5 *** >I 0.003 0.50 1 *** >I 0.00010.25 0.5 *** >I 0.003 0.10 0.2 *** >I 0.00040.025 0.05 *** >I 0.00050.025 0.05 **# >S 0.00030.025 0.05 **# >S 0.00040.025 0.05 -- >I
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
----***
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
450 790 <25 <25 1200
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-001 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-001
Monsteromschrijving Peilbuis 101
450 790 17.5 17.5 1200
450 790 <25 <25 1200
---->I
50
325 600
EenheidBT ug/l
BC
20.4 ^--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.0.1, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 - 13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 102 Grondwater (AS3000) Overschrijding Streefwaarde
Analyse
Eenheid AR
BT
AT
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
0.14 0.14 0.14 0.07 0.21 0.28 0.7
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 0.7
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 0.7
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l <0.020.014 <0.02 fenantreen ug/l 0.01 0.01 0.01 antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 chryseen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(k)fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(ghi)peryleen ug/l <0.010.007 <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) DIMSLS 0.08 0.62 0.08 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-002 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-002
Monsteromschrijving Peilbuis 102
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
AC BC AW
--* --
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4 >S 0.2 --
<=S * >S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S ------
T
I RBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.025 0.05 0.00050.025 0.05 0.00030.025 0.05 0.00040.025 0.05
----<=S 50
325 600
EenheidBT ug/l
0.7
BC ^--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.0.1, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 - 13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 103 Grondwater (AS3000) Overschrijding Streefwaarde
Analyse
Eenheid AR
BT
AT
AC BC AW
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4 --<=S 0.2 -- --
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l 0.02 0.02 0.02 fenantreen ug/l <0.010.007 <0.01 antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 chryseen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(k)fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(ghi)peryleen ug/l <0.010.007 <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) DIMSLS 0.083 0.619 0.083 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-003 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-003
Monsteromschrijving Peilbuis 103
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
* >S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S ------
T
I RBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.025 0.05 0.00050.025 0.05 0.00030.025 0.05 0.00040.025 0.05
----<=S 50
325 600
EenheidBT ug/l
BC
0.63 ^--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.0.1, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 - 13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 104 Grondwater (AS3000) Overschrijding Streefwaarde
Analyse
Eenheid AR
BT
AT
AC BC AW
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4 --<=S 0.2 -- --
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l 0.02 0.02 0.02 fenantreen ug/l 0.03 0.03 0.03 antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 chryseen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(k)fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(ghi)peryleen ug/l <0.010.007 <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) DIMSLS 0.106 0.624 0.106 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-004 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-004
Monsteromschrijving Peilbuis 104
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
T
I RBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
* >S 0.01 35 70 * >S 0.003 2.5 5 <=S 0.0007 2.5 5 <=S 0.003 0.50 1 <=S 0.00010.25 0.5 <=S 0.003 0.10 0.2 <=S 0.00040.025 0.05 <=S 0.00050.025 0.05 <=S 0.00030.025 0.05 <=S 0.00040.025 0.05 ------
----<=S 50
325 600
EenheidBT ug/l
BC
0.63 ^--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.0.1, toetskader WBB, SIKB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 - 13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 105 Grondwater (AS3000) Voldoet aan Streefwaarde
Analyse
Eenheid AR
BT
AT
AC BC AW
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4 --<=S 0.2 -- --
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l <0.020.014 <0.02 fenantreen ug/l <0.010.007 <0.01 antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)antraceen ug/l <0.010.007 <0.01 chryseen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(k)fluoranteen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(a)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 benzo(ghi)peryleen ug/l <0.010.007 <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen ug/l <0.010.007 <0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) DIMSLS 0.077 0.619 0.077 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
ug/l ug/l ug/l ug/l ug/l
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-005 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-005
Monsteromschrijving Peilbuis 105
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
<=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S ------
T
I RBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.025 0.05 0.00050.025 0.05 0.00030.025 0.05 0.00040.025 0.05
----<=S 50
325 600
EenheidBT ug/l
BC
0.63 ^--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem) BC Toetsconclusie AT ALcontrol toetsings resultaat (door ALcontrol berekend) AW Achtergrondwaarde (door ALcontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALcontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALcontrol beheerd) RBK Regeling Bodem Kwaliteits eis Verklaring toetsingsoordelen Geen toetsoordeel mogelijk -Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing --Streefwaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde <=S Kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde >S Groter dan de streefwaarde WO Wonen IN Industrie >I Groter dan interventiewaarde >(ind)I INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden ^ Enkele parameters ontbreken in de som NT>I Niet toepasbaar of groter dan interventiewaarde NT Niet toepasbaar * Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) ** Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) *** Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) Kleur informatie Rood > Interventiewaarde (BI > 1), niet Toepasbaar > interventiewaarde, niet toepasbaar, nooit toepasbaar, niet toepasbaar (> S), Oranje >= Tussenwaarde (BI ligt tussen 0.5 en 1) of groter dan de B waarde Blauw >= Achtergrond waarde (BI < 0.5), > streefwaarde, industrie of wonen
1 2 3 BIJLAGE 5.1 6 7 Analyserapport grond
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Vissersdijk beneden 70 3319 GW DORDRECHT
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 5
: Langetaam 3 te Maasland : 140362 : 11993313, versienummer: 1 : Z7CZU7MD
Rotterdam, 01-04-2014
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 140362. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum 21-03-2014 Startdatum 21-03-2014 Rapportagedatum 01-04-2014
140362 - 1
11993313
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003 004 005
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
001 101: 300-350 002 102: 100-150 003 103: 100-150 004 104: 100-150 005 105: 100-150
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
19.1 <1 geen
69.2 <1 geen
71.0 14 geen
67.3 <1 geen
72.5 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
71.3
4.8
3.1
4.5
2.2
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
10.0
23
26
25
34
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
30 <0.2 2.6 7.2 <0.05 10 9.5 18 21
78 <0.2 6.7 53 0.71 250 0.9 20 130
42 <0.2 7.1 38 0.26 84 <0.5 19 96
49 <0.2 7.9 35 0.16 41 0.7 22 98
60 <0.2 9.6 28 0.08 40 0.7 28 92
<0.01 0.02 <0.01 0.02 0.02 0.02 0.01 0.02 0.02 0.02 0.164
<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.01 0.01 0.076
<0.01 0.01 <0.01 0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.01 <0.01 0.079
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
001
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 BoToVa) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds PCB 138 µg/kgds PCB 153 µg/kgds PCB 180 µg/kgds
S S S S S S S
9.6 5.6 0.90 1.9 0.61 0.45 0.15 0.31 0.13 0.15 19.8
<1.7 <2.0 <1.6 <1.9 <1.7 <1.2 <1.7
1)
2)
3) 3) 3) 3) 3) 3) 3)
002
0.02 0.36 0.10 0.73 0.28 0.32 0.20 0.37 0.28 0.29 2.95
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1
4)
2)
003
2)
004
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1
2)
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1
2)
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum 21-03-2014 Startdatum 21-03-2014 Rapportagedatum 01-04-2014
140362 - 1
11993313
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003 004 005
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
001 101: 300-350 002 102: 100-150 003 103: 100-150 004 104: 100-150 005 105: 100-150
Analyse
Eenheid
Q
001
som PCB (7) (0.7 BoToVa)
µg/kgds
S
8.26
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 <5 <5 <5 <20
2)
002 4.9
<5 <5 <5 <5 <20
2)
003 4.9
<5 <5 <5 <5 <20
2)
004 4.9
2)
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005 4.9
<5 <5 <5 <5 <20
2)
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland 140362 11993313
- 1
Orderdatum 21-03-2014 Startdatum 21-03-2014 Rapportagedatum 01-04-2014
Monster beschrijvingen
001
* *
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Na het nemen van deelmonsters ten behoeve van het bepalen van de bodemkenmerken (droge stof en eventueel organisch stof, lutum en pH-CaCl2), alsmede eventuele deelmonsters voor vluchtige verbindingen (BTEX, vluchtige halogenen, Cyanides), was geen 140 gram meer over voor de monstervoorbehandeling voor de overige parameters. Daarom is minder dan 140 gram voorbehandeld voor deze parameters.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 2 3 4
Het resultaat is indikatief ivm storende matrix. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor volgens BoToVa Verhoogde rapportagegrens i.v.m. lage droge stof. Het gehalte is indicatief i.v.m. de aanwezigheid van componenten die een storende invloed hebben op de meting.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum 21-03-2014 Startdatum 21-03-2014 Rapportagedatum 01-04-2014
140362 11993313
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
lood
Grond (AS3000)
molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa) totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Conform AS3010-4 Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 002 003 004 005
Y4747986 Y4748018 Y4748090 Y4748097 Y4748100
21-03-2014 21-03-2014 21-03-2014 21-03-2014 21-03-2014
20-03-2014 20-03-2014 20-03-2014 20-03-2014 20-03-2014
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
2 3 BIJLAGE 5.2 6 7 Analyserapport grondwater
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Vissersdijk beneden 70 3319 GW DORDRECHT
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 5
: Langetaam 3 te Maasland : 140362 : 11995782, versienummer: 1 : 7QYMPSSN
Rotterdam, 07-04-2014
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 140362. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum 27-03-2014 Startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
140362 11995782
- 1
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Peilbuis 101
002 003 004 005
Peilbuis 102 Peilbuis 103 Peilbuis 104 Peilbuis 105
Analyse
Eenheid
Q
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S
001
<2.0 <2.0 7.3 3.7 6.6 10.3 20.4
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen µg/l S 130 fenantreen µg/l S 72 antraceen µg/l S 14 fluoranteen µg/l S 11 benzo(a)antraceen µg/l S 0.66 chryseen µg/l S 0.58 benzo(k)fluoranteen µg/l S 0.10 benzo(a)pyreen µg/l S 0.14 benzo(ghi)peryleen µg/l S <0.05 indeno(1,2,3-cd)pyreen µg/l S <0.05 pak-totaal (10 van VROM) µg/l S 228.55 (0.7 BoToVa) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S
450 790 <25 <25 1200
1) 1)
2) 2)
3) 3)
3)
1) 1) 2)
002
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 0.7
<0.02 0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.08
<25 <25 <25 <25 <50
2) 2)
3)
2)
003
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
0.02 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.083
<25 <25 <25 <25 <50
2) 2)
2)
004
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
0.02 0.03 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.106
2) 2)
2)
<25 <25 <25 <25 <50
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
<0.02 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.077
<25 <25 <25 <25 <50
2) 2)
2)
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland 140362 11995782
- 1
Orderdatum 27-03-2014 Startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1 2 3
Verhoogde rapportagegrens i.v.m. noodzakelijke verdunning. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor volgens BoToVa Het gehalte is indicatief i.v.m. de aanwezigheid van componenten die een storende invloed hebben op de meting.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland
Orderdatum 27-03-2014 Startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
140362 11995782
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3110-4 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003 003 004 004 004 005 005 005
S0634384 G8558820 G8559568 G8648557 G8648563 S0634381 G8648556 G8648562 S0634382 G8648534 G8558809 S0634360 G8648568 S0634385 G8648560
27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014
27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014
ALC237 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC237 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport
Langetaam 3 te Maasland 140362 11995782
- 1
Monsternummer:
001
Monster beschrijvingen
Peilbuis 101
Orderdatum 27-03-2014 Startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
2 3 BIJLAGE 6.1 6 7 Situatieschets verontreinigingscontouren grond
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
205
trottoir/tegels
204 LANGETAAM klinkers
201
105 trottoir/tegels tuin 101
102
schuurtje 01 Nr. 3
202 203
betonvloer tegels
grind 103
tegels
104 betonplaten 0m
1m
2m
3m
4m
5m
Legenda = boring
= geschatte contour PAK en Minerale olie in grond > Interventiewaarde
= boring, afgewerkt met peilbuis
= geschatte contour PAK en Minerale olie in grond > 1/2 (achtergrond- + interventiewaarde)
= boring, eerder onderzoek
= geschatte contour PAK en minerale olie in grond < achtergrondwaarde
Situatieschets verontreinigingscontouren grond Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Datum
april 2014
Schaal
1:100
Formaat
A4
Getekend door PvW
2 3 BIJLAGE 6.2 6 7 Situatieschets verontreinigingscontouren grondwater
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
205
trottoir/tegels
204 LANGETAAM klinkers
201
105 trottoir/tegels tuin 101
102
schuurtje 01 Nr. 3
202 203
betonvloer tegels
grind 103
tegels
104 betonplaten 0m
1m
2m
3m
4m
5m
Legenda = boring
= geschatte contour PAK en Minerale olie in grond > Interventiewaarde
= boring, afgewerkt met peilbuis
= geschatte contour PAK en Minerale olie in grond > 1/2 (streef- + interventiewaarde)
= boring, eerder onderzoek
= geschatte contour PAK en minerale olie in grond < streefwaarde
Situatieschets verontreinigingscontouren grondwater Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & Infra
Datum
april 2014
Schaal
1:100
Formaat
A4
Getekend door PvW
2 3 BIJLAGE 7 6 7 Foto’s
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Foto 1
Foto 2
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Foto 3
Foto 4
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Foto 5
Projectnaam
:
Langetaam 3
Projectnummer
:
140362
Plaats
:
Maasland
Opdrachtgever
:
Wouters Milieu & Infra
Bijlage 4 Quickscan flora en fauna
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Concept rapport
QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET LANGETAAM TE MAASLAND
Concept rapport
QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET LANGETAAM TE MAASLAND
rapportnr. 2014.1713
februari 2014 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte Postbus 150 3000 AD ROTTERDAM
Adviesbureau Mertens B.V. Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie Bezoekadres: Dr. Willem Dreeslaan 1 te Bennekom Postadres: Postbus 367, 6700 AJ te Wageningen
T: 0317-428694 M: 06-29458456 E:
[email protected] I: www.adviesbureau-mertens.nl
© Adviesbureau Mertens BV, Wageningen, 2014. Deze rapportage mag zonder schriftelijke toestemming vrij worden vermenigvuldigd. De verzamelde data zijn alleen te gebruiken voor het hier geschetste onderzoek en mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ...............................................................................................................................................................2 1.1 INLEIDING.........................................................................................................................................................2 1.2 HET PLANGEBIED .............................................................................................................................................2 1.3 DE PLANNEN ....................................................................................................................................................3 1.4 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK ..............................................................................................................4 1.4 OPBOUW RAPPORT ..........................................................................................................................................4
2. FLORA- EN FAUNAWET .......................................................................................................................................5 2.1 FLORA- EN FAUNAWET .....................................................................................................................................5 2.2 RODE LIJST ......................................................................................................................................................5
3. METHODE................................................................................................................................................................7
4. RESULTAAT INVENTARISATIE EN BEOORDELING ........................................................................................8 4.1 FLORA..............................................................................................................................................................8 4.2 VLEERMUIZEN ..................................................................................................................................................8 4.3 OVERIGE ZOOGDIEREN ....................................................................................................................................8 4.4 BROEDVOGELS ................................................................................................................................................8 4.5 AMFIBIEËN .......................................................................................................................................................9 4.6 VISSEN ............................................................................................................................................................9 4.7 REPTIELEN.......................................................................................................................................................9 4.8 OVERIGE..........................................................................................................................................................9
5. SAMENVATTENDE CONCLUSIE .......................................................................................................................10
GERAADPLEEGDE LITERATUUR .........................................................................................................................11
BIJLAGEN..................................................................................................................................................................12 1. BEGRIPPEN ..................................................................................................................................................13
Adviesbureau Mertens
1
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
1. INLEIDING
1.1 Inleiding Er is het voornemen voor de sloop van opstallen (twee schuren / loodsen) en de nieuwbouw van zes starters woningen aan de Lengetaam te Maasland. Het voorkomen van beschermde soorten vormt een te onderzoeken aspect omdat met de plannen effecten kunnen gaan ontstaan op planten- en diersoorten die beschermd zijn via de Flora- en faunawet. Op grond hiervan heeft Rho adviseurs voor leefruimte te Rotterdam aan Adviesbureau Mertens B.V. uit Wageningen gevraagd om een verkennend veldonderzoek uit te voeren naar het voorkomen van wettelijk beschermde soorten en om bij het eventueel voorkomen hiervan, aan te geven hoe hiermee dient te worden omgegaan. In dit rapport worden de resultaten van deze verkenning gepresenteerd.
1.2 Het plangebied Het plangebied waar de sloop van de opstallen (twee schuren / loodsen) en de nieuwbouw van zes starters woningen is voorzien is gelegen aan de Lengetaam te Maasland (zie figuur 1 voor de globale ligging). Het plangebied omvat een schuur / loods en in de zuidwestzijde een kleine schuur / loods. In figuur 2 wordt en foto-impressie gegeven van de situatie in februari 2014.
Figuur 1. Globale ligging van het plangebied aan de Langetaam te Maasland.
Adviesbureau Mertens
2
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
Figuur 2. Aanzicht van het plangebied aan de Langetaam te Maasland.
1.3 De plannen De plannen bestaan uit de sloop van de twee schuren / loodsen en de realisatie van zes starterswoningen met tuin aan de zuidzijde (zie figuur 3).
Adviesbureau Mertens
3
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
Figuur 3. Exacte ligging van het plangebied (links) en aanzicht van het plan (rechts) aan de Langetaam te Maasland. 1.4 Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is tweeledig. Enerzijds wordt inzichtelijk gemaakt welke wettelijk beschermde natuurwaarden in het kader van de Flora- en faunawet te verwachten zijn. Anderzijds worden de consequenties van deze aanwezigheid voor de planontwikkeling weergegeven. Gelet op de opdracht genoemd in de inleiding en de doelstelling, is het van belang dat de volgende vragen worden beantwoord: 1. Welke wettelijk beschermde planten- en diersoorten komen mogelijk voor ter plaatse van en in de directe omgeving van de te slopen opstallen aan de Langetaam te Maasland? 2. Welke verwachte wettelijk beschermde planten- en diersoorten ondervinden nadelen van de plansituatie? 3. Hoe dient te worden omgegaan met eventuele negatieve effecten van de plansituatie op wettelijk beschermde planten- en diersoorten? 1.4 Opbouw rapport Na een korte uitleg over de Flora- en faunawet (hoofdstuk 2) komen achtereenvolgens aan de orde: - De onderzoeksmethode (hoofdstuk 3). - Een beschrijving van de aanwezigheid van beschermde soorten (hoofdstuk 4). - Een beoordeling van de effecten op beschermde soorten (hoofdstuk 5). In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de gebruikte definities en afkortingen.
Adviesbureau Mertens
4
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
2. FLORA- EN FAUNAWET 2.1 Flora- en faunawet In de Flora- en faunawet zijn regels gegeven over de bescherming van de in het wild levende planten- en diersoorten, mede ter uitvoering van de soortbescherming in de Europese Richtlijnen (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). Deze soortenbescherming van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn geïntegreerd in de Flora- en faunawet. Deze soortenbescherming houdt in dat handelingen zoals het doden, opzettelijk verontrusten, verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen, holen, nesten, eieren van dieren en het uitgraven, plukken en vernietigen van groeiplaatsen van planten verboden zijn. Een ruimtelijke ingreep kan gepaard gaan met negatieve effecten op planten en dieren. Om een ruimtelijk plan tot uitvoering te kunnen brengen die negatieve effecten heeft op beschermde soorten, is in een aantal gevallen een ontheffing van het Ministerie van Economische Zaken noodzakelijk. Om een dergelijke ontheffing te kunnen verkrijgen, moet aangetoond worden dat de voorgenomen ruimtelijke ingreep geen afbreuk zal doen aan de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten. Qua mate van bescherming kan onderscheid worden gemaakt in de volgende drie beschermingsregimes. Algemeen voorkomende soorten (categorie 1: lichte bescherming) Voor algemeen voorkomende soorten zoals haas, egel, veldmuis, bruine kikker of gewone pad geldt sinds begin 2005 een algemene vrijstelling. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd als zij worden geschaad op voorwaarde dat met deze soorten goed omgegaan wordt: zij mogen niet onnodig gedood of gewond worden en activiteiten dienen buiten de kritieke periode plaats te vinden. Minder algemeen voorkomende soorten (categorie 2: matige bescherming) Voor soorten die minder algemeen voorkomen als eekhoorn, steenmarter, levendbarende hagedis en diverse soorten orchideeën geldt dat een ontheffing vereist blijft bij ruimtelijke ingrepen die negatieve effecten voor deze soorten hebben. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden als wordt gewerkt volgens een door de Minister van Economische Zaken goedgekeurde gedragscode. In zo’n gedragscode geeft een sector of initiatiefnemer zelf aan welke gedragslijnen men volgt om het schaden van beschermde soorten zo veel mogelijk te voorkomen. Bij het hebben van een gedragscode voor de minder algemeen voorkomende soorten is alleen nog een ontheffing nodig voor werkzaamheden die niet conform de gedragscode worden uitgevoerd. Strikt beschermde soorten (categorie 3: strikte bescherming) Voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn staan, vanwege de Vogelrichtlijn te beschermen vogelsoorten en soorten die zijn opgenomen bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (o.a. ringslang, hazelworm, boommarter, das en waterspitsmuis) geldt dat een ontheffing alleen wordt verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van deze soorten, er geen andere bevredigende oplossing voor de ingreep bestaat en er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang.
2.2 Rode lijst De Rode lijst met bedreigde soorten is eind 2004 gepubliceerd in de Staatscourant en voor een deel in 2009 herzien. Aan de op deze lijst genoemde soorten komt bescherming toe voor zover zij vallen onder het beschermingsregime van de Flora- en faunawet. Adviesbureau Mertens
5
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
Tussen de Flora- en faunawet en de Rode lijsten bestaat geen formele relatie. Alleen op basis van 'gunstige staat van instandhouding' kunnen bij beschermde Rode lijstsoorten "zwaardere" randvoorwaarden gelden ten aanzien van mitigerende en compenserende maatregelen dan voor algemene soorten. Zo zal het bij zeer algemeen voorkomende soorten die niet afnemen in aantal (geen Rode lijstsoort) relatief eenvoudig zijn om aan te tonen dat de "gunstige staat van instandhouding" niet in het geding komt. Voor soorten met een beperkt verspreidingsbeeld en die afnemen in aantal (soorten die wél op de Rode lijst staan) is een uitgebreide effectenstudie wenselijk. Voor deze soorten geldt namelijk de zorgplicht (artikel 2 van de Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats. Dit artikel is derhalve ook gericht op het voorkomen van doden en verwonden van algemenen soorten.
Adviesbureau Mertens
6
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
3. METHODE Op dinsdag 4 februari 2014 is een bezoek gebracht aan de loodsen / schuren aan de Langetaam te Maasland en directe omgeving . Gedurende dit bezoek zijn de loodsen / schuren en de directe omgeving beoordeeld op het mogelijk voorkomen van beschermde planten- en diersoorten. Dit vond plaats aan de hand van aanwezige ecotopen en sporen. Er is beperkt gebruik gemaakt van bestaande verspreidingsgegevens omdat het plangebied relatief klein is ten opzichte hoe deze gegevens worden beheerd (Waarneming.nl, Telmee.nl en verspreidingsatlassen).
Adviesbureau Mertens
7
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
4. RESULTAAT INVENTARISATIE EN BEOORDELING
4.1 Flora Het plangebied van de loodsen / schuren aan de Langetaam te Maasland en directe omgeving is nagenoeg geheel verhard. Het voorkomen van beschermde planten wordt hierin niet aannemelijk geacht. De beperkt aanwezige muren zijn te droog voor muurplanten. Gedurende het verkennend veldonderzoek op dinsdag 4 februari 2014 zijn geen beschermde plantensoorten vastgesteld (op muren). Op grond hiervan wordt het voorkomen van beschermde plantensoorten uitgesloten.
4.2 Vleermuizen Het voorkomen van verblijfplaatsen van vleermuizen kan worden uitgesloten. In de bebouwing van de te slopen loodsen / schuren zijn geen gaten vastgesteld die in potentie geschikt zijn als kolonie- en/of paarplaats van gebouwbewonende vleermuizen zoals de gewone dwergvleermuis of laatvlieger. Het ontbreekt verder aan bomen. Voor overwinteringsplaatsen is de bebouwing niet geschikt omdat de gebouwen te droog zijn en te veel aan temperatuurveranderingen onderhevig zijn. Geschikte invliegopeningen ontbreken tevens. Gelet op het feit dat er in potentie geen verblijfplaatsen van vleermuizen kunnen zijn in de bebouwing zijn de daaraan gekoppelde vliegroutes eveneens uit te sluiten. Een eventuele vliegroute via de Langetaam zal niet wezenlijk worden beïnvloedt bij vervanging van de bebouwing. Het voorkomen van migratieroutes wordt uitgesloten omdat grootschalige landschapselementen zoals dijken en rivieren niet aansluiten op het gebied aan de Langetaam te Maasland. Met de realisatie van de plannen zal het gebied van vorm veranderen. Het versteend gebied is nu niet van waarde als foerageergebied en zal dit in de toekomst ook niet worden. Effecten op de foerageermogelijkheden van vleermuizen worden derhalve uitgesloten. 4.3 Overige zoogdieren Het is mogelijk dat ter plaatse van het plangebied de huismuis leeft. Deze soort is niet beschermd. Het voorkomen van licht beschermde soorten is niet aannemelijk. Het voorkomen van matig of zwaar beschermde soorten wordt, gelet op de aanwezige ecotopen, uitgesloten. 4.4 Broedvogels Het voorkomen van broedvogels ter plaatste van het gebied is niet aannemelijk. Gedurende het verkennend veldonderzoek op dinsdag februari 2014 zijn geen geschikte (potentiële) nestlocaties in de bebouwing aangetroffen die eventueel van waarde zouden kunnen zijn voor gebouwbewonende vogels zoals huismus en gierzwaluw. Op grond hiervan wordt het voorkomen van vogels uitgesloten.
Adviesbureau Mertens
8
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014 4.5 Amfibieën Als gevolg van de volledige verharding en het ontbreken van oppervlaktewater wordt het voorkomen van amfibieën uitgesloten.
4.6 Vissen Door het ontbreken van oppervlaktewater wordt het voorkomen van vissen uitgesloten. 4.7 Reptielen Gezien de huidige inrichting ten opzichte van de verspreiding van reptielen (zie Ravon.nl), de ligging en de aanwezige ecotopen (volledige verharding) kan de aanwezigheid van reptielen worden uitgesloten. 4.8 Overige Gezien de huidige aanwezige ecotopen kan de aanwezigheid van beschermde geleedpotigen en mollusken (o.a. brede geelgerande waterroofkever en zeggekorfslak) worden uitgesloten.
Adviesbureau Mertens
9
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
5. SAMENVATTENDE CONCLUSIE
Er zijn plannen voor de sloop van loodsen / schuren en de bouw van zes woning aan de Langetaam te Maasland. Deze activiteiten zouden kunnen samen gaan met effecten op beschermde soorten. Op grond hiervan is een verkennend veldonderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde planten- en diersoorten. Er is vastgesteld dat het voorkomen van beschermde soorten is uitgesloten. De bebouwing bezit geen gaten waarin vleermuizen of vogels zich zouden kunnen ophouden. Voor overige soort(groep)en is het gebied verder volledig ongeschikt. Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde soorten uitgesloten; de realisatie en uitvoering van het plan niet in strijd is met het gestelde binnen de Flora- en faunawet.
Adviesbureau Mertens
10
Wageningen
Quick scan Flora- en faunawet Langetaam te Maasland. Concept rapport februari 2014
GERAADPLEEGDE LITERATUUR x x x x x x x x x x x x x x x x x
Bergmans, W., Zuiderwijk, A., 1986. Atlas van de Nederlandse Amfibieën en Reptielen en hun bedreiging. KNNV 1-177 Bink, F.A., 1992. Ecologische Atlas van de dagvlinders van Noordwest-Europa. Schuyt en Co Uitgevers en Importeurs BV, Haarlem. Broekhuizen, S., Hoekstra, B., Laar. V. van, Smeenk, C., Thissen, J.B.M., 1992. Atlas van de Nederlandse Zoogdieren. KNNV 1-336. Cremers, R., Delft, J., 1999. De amfibieën en reptielen van Nederland. KNNV-Uitgeverij. EEG, 1979. Richtlijn 79/43/EEG inzake het behoud van de Vogelstand. Publicatieblad Europese Gemeenschap, nummer L. 103. EEG, 1992. Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van wilde flora en fauna. Publicatieblad van de Europese Gemeenschap, nummer L. 206/7. Gerstmeier, R., Romig, T., 1997. Zoetwatervissen van Europa, Tirion, Baarn, 1-368. Hustings, F., Vergeer, J.W., Eekelder, P., 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nationaal Natuurhistorisch Museum Leiden, SOVON, Beek-Upbergen, 1-584. Limpens, H., Mostert, K., Bongers, W., 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. KNNV, Utrecht, 1260. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Dienst Regelingen, 2009a. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Ministerie van ELI (Dienst Regelingen), Den Haag. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Dienst Regelingen, 2009b. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Ministerie van ELI (Dienst Regelingen), Den Haag. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2004. Rode lijsten diverse soortgroepen. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Rode lijsten diverse soortgroepen. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1998. Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten en diersoorten (Flora en Faunawet). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 402, 1-37. SOVON, 1987. Atlas van de Nederlandse broedvogels. Nie, H.W. de, 1996. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. Media Publishing, Doetinchem, 1-151. Spikmans, F, Jong, T. de, 2006. Het waarnemen van zoetwatervissen, Nijmegen, 1-55.
Website x x x x x
www.ravon.nl www.waarneming.nl www.sovon.nl www.telmee.nl www.zoogdiervereniging.nl
Adviesbureau Mertens
11
Wageningen
BIJLAGEN
1. BEGRIPPEN
Baltsplaats
Plaats waar een vleermuis al roepend rondvliegt in de herfst en die doorgaans wordt verdedigd tegen andere mannetjes.
Foerageergebied
Een gebied waar een vleermuis of een groep van vleermuizen foerageert. Dat gebied wordt regelmatig bezocht door vleermuizen om in te foerageren en dat doorgaans meerdere foerageerplaatsen kent die langere tijd worden gebruikt.
Foerageerplaats
Plek (jachtplek) waar wordt gejaagd door vleermuizen. De plek kan in de directe omgeving van de kolonieplaats liggen maar ook kilometers verderop.
Kolonie
Groep vleermuizen (kleine groep mannetjes of meestal grotere groep vrouwtjes, soms gemengd (soorten, geslacht)) die in het voorjaar tot de herfst bijeen blijven. De groep kan zich vestigen in gebouwen (in spouwmuren of onder daklijsten e.d.) of bomen (spechtengaten, scheuren). Een groep vrouwelijke vleermuizen wordt ook wel aangeduid als een kraamkolonie. In zo'n groep worden jongen geboren en grootgebracht. Een kolonie maakt vaak gebruik van meerdere verblijfplaatsen die soms gelijktijdig worden gebruikt.
Migratieroute
Een vaste route van zomerverblijfplaats naar winterverblijfplaats en visa versa (zie ook vliegroute) of een route in een andere tijd; bijvoorbeeld tussen foerageerplaatsen.
Paarplaats
Territorium van territoriale mannetjes. Voor de ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis is dit doorgaans te vinden in boomholten. Voor de laatvlieger en de dwergvleermuis is dit te vinden in gebouwen. Voor de watervleermuis is dit te vinden in bomen en later, tegen de winter, zijn ze te vinden in overwinteringverblijven. Het mannetje vormt een harem met meerdere vrouwtjes. De paartijd valt in de herfst (uitgezonderd de grootoorvleermuis waarbij het in april valt (vroege voorjaar). De hier geschetste situatie van de paring wordt in dit rapport omschreven als “herfst situatie”.
Verblijfplaats
Een object (huis, boom, bunker, grot, kast en dergelijke) waarin een of meerdere vleermuizen verblijven (overdag of ’s winters permanent).
Vliegroute
Route die door vleermuizen elke avond wordt gebruikt om van de kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en visa vers (zie ook migratieroute). Vrouwtjes met jongen keren soms midden in de nacht terug om de jongen te zogen en gebruiken dan de route. Vliegroutes liggen over het algemeen langs lijnvormige (landschaps)elementen als bomenlanen, huizenrijen e.d. De functies zijn beschutting bij winderig en koud weer, oriëntatie in verband met de echolokatie-geluiden en het vinden van voedsel.
Voorbijvliegend
Vleermuizen die voorbijvliegen, niet via een vaste route. Het betreft meestal zwervers of trekkers.
Zwermen
Direct na het uitvliegen, naar vooral voor het invliegen bij een kolonie zwermt een deel van de kolonie rond de kolonieplaats. Zwermgedrag is derhalve een indicatie voor een eventuele kolonieplaats.
Winterverblijfplaats Een verblijfplaats waar in de winter een of meerdere vleermuizen in winterslaap (hybernation) gaan. Deze ruimte is doorgaans donker, heeft een hoge luchtvochtigheid en temperatuurwisselingen zijn nihil.
Zomerverblijfplaats Een verblijfplaats die gebruikt wordt door vleermuizen die niet in winterslaap zijn waarvan niet aangetoond is dat het een kraamverblijfplaats dan wel een paarverblijfplaats is. In sommige gevallen vormen bijvoorbeeld mannetjes kleine groepjes.
Postbus 367 6700 AJ Wageningen
Tel: 0317-428694
Fax: 0317-450601
Bijlage 5 Berekeningsresultaten wegverkeerslawaai
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: N468
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.88 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 60 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 60 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 60 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 16.74 0.32 4.71 1.99
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
1.5
47.20 47.21 0.00 0.00
: : : :
6000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond 0.00 0.00 74.13 70.18 68.26 64.32 67.04 63.09 0.00 0.00 75.76 71.81 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 66.28 60.42 59.19 0.00 67.91 --
52.00 48.06 44.16 5 53 48
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 1
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Rijlijn
: Langetaam
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 Afstand horizontaal [m] : 2.00 Afstand schuin [m] : 0.67 Afstand kruispunt [m] : 0.50 Afstand obstakel [m] : 127 : 9a - Elementenverharding in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 1.34 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.58 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.58 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.75 0.00 10.43 0.09 2.29 0.62
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
11.00 11.03 0.00 0.00
: : : :
500.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 58.77 56.37 55.94 53.53 50.50 48.09 0.00 0.00 61.00 58.60 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 49.70 46.87 41.43 0.00 51.93 --
48.33 45.92 39.26 5 49 44
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 2
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: N468
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.91 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 60 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 60 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 60 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 17.96 0.41 4.03 1.33
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
4.5
62.42 62.53 0.00 0.00
: : : :
6000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond 0.00 0.00 74.13 70.18 68.26 64.32 67.04 63.09 0.00 0.00 75.76 71.81 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 66.28 60.42 59.19 0.00 67.91 --
52.02 48.08 44.18 5 53 48
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 3
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Rijlijn
: Langetaam
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 Afstand horizontaal [m] : 2.00 Afstand schuin [m] : 0.67 Afstand kruispunt [m] : 0.50 Afstand obstakel [m] : 127 : 9a - Elementenverharding in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 1.34 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.58 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.58 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.75 0.00 10.65 0.09 2.00 0.30
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
11.00 11.62 0.00 0.00
: : : :
500.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 58.77 56.37 55.94 53.53 50.50 48.09 0.00 0.00 61.00 58.60 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 49.70 46.87 41.43 0.00 51.93 --
48.71 46.30 39.64 5 50 45
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 4
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: N468
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.91 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 60 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 60 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 60 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 18.40 0.45 3.96 1.00
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
7.5
68.82 69.15 0.00 0.00
: : : :
6000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond 0.00 0.00 74.13 70.18 68.26 64.32 67.04 63.09 0.00 0.00 75.76 71.81 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 66.28 60.42 59.19 0.00 67.91 --
51.95 48.00 44.10 5 53 48
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 5
Langetaam Maasland
400056.18518.00
Rijlijn
: Langetaam
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 Afstand horizontaal [m] : 2.00 Afstand schuin [m] : 0.67 Afstand kruispunt [m] : 0.50 Afstand obstakel [m] : 127 : 9a - Elementenverharding in keperverband Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 1.34 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.58 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.58 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.75 0.00 11.11 0.10 2.01 0.21
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
11.00 12.91 0.00 0.00
: : : :
500.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 58.77 56.37 55.94 53.53 50.50 48.09 0.00 0.00 61.00 58.60 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 49.70 46.87 41.43 0.00 51.93 --
48.32 45.91 39.25 5 49 44
2/13/2014 9:45:53 AM, blz. 6
Bijlage 6 Vervolgonderzoek bodem
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau
Wouters Milieu & lnfra
Admrraalsplein 193 3317 BD Dordrecht t.a.v. de heer M. Wouters
Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Betreft Locatie
DORDRECHT RESEARCH B.V. Vissersdijk Beneden 70 3319 GW Dordrecht Tel.: 078 • 631 04 66 Bank ING: 5401164 IBAN NL76 INGB 0005401164 K.v.K. nr.: 23047739 BTW nr. NL.8022.14.368.B01
: 23 september 2014 : BR/140362/pvw : Aanvullend bodemonderzoek : Langeteam 3 te Maasland
Geachte heer Wouters, Naar aanleiding van uw opdracht tot het uitvoeren van bovengenoemd onderzoek, doen wij u hierbij de resultaten toekomen. Achtergrondgegevens De onderzoekslocatie is gelegen aan de Langetaam 3 te Maasland. Ter plaatse is een leegstaand bedrijfspand aanwezig. Men is voornemens het complex te slopen en op de locatie nieuwbouw te realiseren. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken In augustus 1996 is op de locatie een inventariserend bodemonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door Interproject onder projectnummer 5309.30.02-10. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de BSB. Uit de conclusie van het onderzoek blijkt dat geen verdachte plaatsen zijn aangetoond waar bodemonderzoek noodzakelijk wordt geacht.
In juli 2012 is door Milieu adviesburo Adverbo B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Verkennend bodemonderzoek Langetaam 3 te Maasland, Projectnummer; 12.10.3412.2437). Het onderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen sloop van de aanwezige bebouwing en de nieuwbouw van 3 woningen. Uit het onderzoek blijkt dat: • Ter plaatse van boring 1 een sterke verontreiniging met PAK en minerale olie in de grond is aangetoond. • Het grondwater ter plaatse van boring 1 sterk verontreinigd is met PAK minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen. • Voor het overige ten hoogste, lichte verontreinigingen zijn aangetroffen met kwik, lood, koper, PAK en PCB. Geconcludeerd is dat milieuhygiënische gezien de aangetroffen sterke verontreinigingen in grond en grondwater een belemmering vormen voor de voorgenomen sloop en nieuwbouw binnen de onderzoekslocatie. Mogelijk is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging . Aanbevolen is een nader bodemonderzoek uit te voeren naar de omvang van te verontreiniging ten einde vast te stellen of al dan niet sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging .
BR/140362pvw d.d. 23 september 2014
In mei 2014 is door Dordrecht Research B.V. een nader bodemonderzoek uitgevoerd (rapportnummer: R/140362/pvw, d.d. 13 mei 2014). Het onderzoek is uitgevoerd ter vaststelling van de omvang van de verontreiniging. Uit het onderzoek blijkt het volgende: Ter plaatse van de boringen 101, 201 en 202 is de grond, over een traject van circa 1,0 m.-mv. • tot circa 3,0 m.-mv., op basis van zintuiglijke waarnemingen (sterke carboleumgeur en olie op water reactie) en eerder bodemonderzoek (ter plaatse van boringen 01) als sterk verontreinigd beoordeeld. • De ondergrond ter plaatse van boring 101 is van 3,0 m.-mv. tot 3,5 m.-mv. licht verontreinigd met PAK en molybdeen. De overige parameters zijn niet verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarden. • Ter plaatse van de boringen 102 t/m 105 (t.b.v. inkadering in horizontale richting) is de grond ten hoogste licht verontreinigd met PAK en enkele zware metalen. De overige parameters zijn niet verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarden. • Ter plaatse van de boringen 203 t/m 205 zijn zintuiglijk aan de grond geen kenmerken waargenomen die duiden op verontreiniging met PAK en of minerale olie. De grond ter plaatse wordt als niet verontreinigd beoordeeld. • De verontreiniging met minerale olie in grond is in verticale en horizontale richting in voldoende mate vastgelegd; • De oppervlakte van de matig tot sterke verontreiniging in grond bedraagt circa 80 m2 . Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 3,0 m. -mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK 3 en minerale olie verontreinigd volume aan grond bedraagt 160m .; • Het grondwater ter plaatse van de diepe peilbuis 101 met een filterstelling van 3,0- 4,0 m.-mv. (ten behoeve van de in kadering van de verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in verticale richting) is sterk verontreinigd met PAK en minerale olie en licht verontreinigd met vluchtige aromatische koolwaterstoffen; • Het grondwater ter plaatse van de peilbuizen 102 t/m 105 (ten behoeve van de in kadering van de verontreiniging in horizontale richting) is hoogstens licht verontreinigd met naftaleen. De verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in het • grondwater is in horizontale richting in voldoende mate vastgelegd; • In verticale richting is de verontreiniging met PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen in het grondwater niet volledig ingekaderd; • De oppervlakte van de sterke verontreiniging met PAK en minerale olie in grondwater bedraagt circa 80 m2 . Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 4,0 m.-mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK en minerale olie verontreinigd volume aan grondwater bedraagt circa 240m3 .; Op basis van bovenstaande is vastgesteld dat ter plaatse van de onderzoekslocatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in grond en grondwater zoals omschreven in de Wet bodembescherming. Formeel gezien dient de omvang van de verontreiniging in het grondwater verder te worden ingekaderd middels voortzetting van het nader bodemonderzoek in verticale richting. Echter wordt niet uitgesloten dat door versmering van de bodemlagen tijdens het plaatsen van de diepe peilbuis het grondwater mogelijk is gecontamineerd. Aangenomen wordt dat de verontreiniging in het grondwater zich binnen de verontreinigingscantour van de verontreiniging in grond bevindt. Een oorzaak of bron van verontreiniging is niet eenduidig herleidbaar op basis van de onderzoeksgegevens. Gezien het voormalige gebruik van de locatie en de mogelijke aanwezigheid van een gedempte sloot wordt niet uitgesloten dat de verontreiniging voor een groot deel een historische geval van bodemverontreiniging betreft (geheel of gedeeltelijk ontstaan voor 1987). Doel van het onderzoek Het doel van het onderhavig aanvullend onderzoek is het inkaderen van de verontreiniging met PAK en minerale olie in het grondwater in verticale richting.
BR/140362pvw d.d. 23 september 2014
Onderzoeksopzet Ten behoeve van de inkadering van de aangetroffen verontreiniging met minerale olie en PAK in het grondwater wordt gebruik gemaakt van de NTA 5755 "Bodem - Landbodem - strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek- onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging".
Ter plaatse van de vermoedelijke kern van de verontreiniging zal een diepe peilbuis worden geplaatst met een filterstelling van 4,5 m.-mv. tot 5,5 m.-mv. (is van 0,5 meter beneden vastgestelde verontreiniging tot 1,5 meter beneden vastgestelde verontreiniging). De peilbuis zal met behulp van een verloren casing worden geplaatst om versmering van de verontreinigde laag naar de diepte te voorkomen. Het grondwatermonster zal worden onderzocht op de gehalten aan PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen en naftaleen). Het veldwerk zal, indien niet anders vermeld in de rapportage, uitgevoerd worden volgens de BRL SIKB 2000 met bijbehorende protocollen, waarbij ilet vrijkomende boormateriaal voortdurend zintuiglijk zal worden beoordeeld en beschreven in boorstaten. De grond- en grondwatermonsters zullen conform accreditatieprogramma A$3000 geanalyseerd worden door een RvA-geaccrediteerd milieulaboratorium Veldwerk Het plaatsen van de peilbuis is op 21 augustus 2014 uitgevoerd. De uitvoering van het veldwerk is uitgevoerd onder procescertificaat BRL $/KB 2000 versie 3.3 d.d. 12-12-2013, VKB-protoco/2001, versie 3.2 d.d. 12-12-2013 (handboringen peilbuizen grondmonsters classificatie en inmeten) door de hiervoor gekwalificeerde medewerkers P.R. van Weert en L.E. 0. Bomhaupt van Dordrecht Research B.V..
De casing is geplaatst van 0,0 m.-mv. tot 4,0 m.-mv .. Hierna is doorgeboord tot een diepte van 5,5 m.-mv .. De peilbuis is geplaatst met een filterstelling van 4,5 m.-mv. tot 5,5 m.-mv.. Om de peilbuis is een pakket met filtergrind gestort over het traject van 4 ,3 m.-mv. tot 5,5 m.-mv. en afgedicht met een bentonietprop van 3,5 m.-mv. tot 4,3 m.-mv. In bijlage 2 is de positie van peilbuis 301 weergegeven. Het vrijgekomen boormateriaal is zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en samenstelling en beschreven in boorprofielen (zie bijlage 3). Het grondwater uit de peilbuis is op 29 augustus 2014 bemonsterd. Op 8 september is een herbemonstering van het grondwater uitgevoerd. De bemonsteringen van het grondwater zijn uitgevoerd conform procescertificaat BRL SIKB 2000 versie 3.3 d.d. 12-12-2013, VKB-protocol 2002, versie 3.3 d.d. 12-12-2013 (het nemen van grondwatermonsters) door de hiervoor gekwalificeerde medewerker L. E. 0 . Bomhaupt van Dordrecht Research B.V..
Laboratoriumonderzoek De grondwatermonsters zijn door het voor milieuonderzoek AS3000 geaccrediteerde laboratorium Aleontrol B.V. te Rotterdam geanalyseerd op de parameters aan PAK, minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen.
-.)-
BR/140362pvw d.d. 23 september 2014
Analyseresultaten De analyseresultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarde zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 1 juli 2013, Staatscourant 16675, d.d. 27 juni 2013" en worden vermeld in bijlage 4. Het originele analyserapport wordt weergegeven in bijlage 5.
In tabel 1 wordt een overzicht weergegeven van de interpretatie van de analyseresultaten . Indien er gehalten zijn aangetroffen groter dan de streefwaarde, zijn tevens de gehalten vermeld (in mg/kg.d.s.). Tevens zijn eerdere resultaten van de bemonsterde peilbuizen in de kern opgenomen in onderstaand tabel.
+ ++ +++ blanco
: kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde of detectiegrens : geen toetsingswaarde voor opgesteld : groter dan de streefwaarde : groter dan de [%(streefwaarde-+interventiewaarde)] : groter dan de interventiewaarde : niet geanalyseerd
Tabel1·interpretatie analyseresultaten grondwater Nr.
filterstelling (m.-mv.)
datum monstername
01
0,7-1,7
27-07-2012
01
0,7-1,7
30-07-2012
paramet ers PAK
naftaleen
benzeen
toIu een
ethyl benzeen
xylenen
minerale olie
+++
+++
-
+++
+++
+++
2600
220
290
150
2400
+++ (xx)
101
3,0-4,0
27-03-2014
+++
-
-
(x)
301 301
4,5-5,5 4,5-5,5
29-08-2014 08-09-2014
+++
+
(x)
0,94
++
-
(x)
+
+
+++
7,3
10,3
1200
-
-
-
-
+
+
4,9
230
+
-
0,44
. . .. (x) = gehalten van de mdtvtduele parameters aan PAK staan vermeld m biJlage 4. (xx) =gehalten van de individuele parameters aan PAK staan vermeld in onderzoeksrapport van Adverbo
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gehalten aan PAK, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en minerale olie in het grondwatermonster uit peilbuis 1 verhoogd zijn ten opzichte van de interventiewaarden. In het grondwater uit peilbuis 101 zijn de gehalten aan PAK en minerale olie verhoogd ten opzichte van de interventiewaarden. De gehalten aan ethylbenzeen en xylenen zijn verhoogd ten opzichte van de streefwaarden. In het grondwater van de eerste bemonstering uit peilbuis 301 is het gehalte aan PAK verhoogd ten opzichte van de interventiewaarde. De gehalten aan benzeen, xylenen en minerale olie zijn verhoogd ten opzichte van de streefwaarden. In het grondwater van de tweede bemonstering uit peilbuis 301 is het gehalte aan fluorantaan verhoogd ten opzichte van het toetsingscriterium voor nader bodemonderzoek (~ [streefwaarde + interventiewaarde]). Het gehalte aan benzeen is verhoogd ten opzichte van de streefwaarde.
L---------------------------------------~-~- ----------------------------------------~
r-----~B~~ ~1~4~ 0~ 36= 2P.vwd .d. 23seP.~e~ m~b~ er~2~0~ 14~--------------------------------------------------------~
Conclusies en aanbevelingen Uit onderhavig onderzoek blijkt dat het grondwater in de kern van de verontreiniging sterk verontreinigd is met polycyclische aromatische koolwaterstoffen, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en minerale olie.
Uit het onderzoek blijkt dat een duidelijke afname in gehalten is aangetoond in relatie tot de diepte van de grondwatermonsters en afgepompte hoeveelheden grondwater voor bemonstering van het grondwater. De verontreinigingssituatie van het grondwater is als volgt vastgelegd: Het grondwater is over het traject van 1,0 tot circa 3,0 m.-mv. sterk verontreinigd met PAK, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en minerale olie. Van 3,0 tot 4,0 m.-mv. is het grondwater sterk verontreinigd met PAK en minerale olie. Van 4,5 tot 5,5 m.-mv. is het grondwater matig verontreinigd met fluoranteenen ten hoogste licht verontreinigd met overige geanalyseerde parameters. De oppervlakte van de sterke verontreinig ing met PAK en minerale olie in grondwater bedraagt circa 80 m2 . Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 5,5 m.-mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK en minerale olie verontreinigd volume aan grondwater bedraagt 360m3 . . In voorgaand bodemonderzoek is reeds vastgelegd dat oppervlakte van de matig tot sterke verontreiniging in grond circa 80 m2 . bedraagt. Deze verontreiniging bevindt zich globaal van 1,0 tot 3,0 m.-mv. Het geschatte matig tot sterk met PAK en minerale olie verontreinigd volume aan grond bedraagt 160 m3. ., Formeel gezien dient de omvang van de verontrein iging in het grondwater verder te worden ingekaderd middels voortzetting van het nader bodemonderzoek. Echter wordt niet uitgesloten dat door versmering van de bodemlagen tijdens het plaatsen van de diepe peilbuis het grondwater mogelijk is gecontamineerd. Het plaatsen van een nog diepere peilbuis wordt gezien bovenstaande niet wenselijk geacht. Er kan niet worden gegarandeerd (ondanks het gebruik van een verloren casing) dat eventuele verspreiding kan worden voorkomen tijdens het handmatig boren van een diepere peilbuis. Aangezien de oorzaak of bron van de verontreiniging niet aanwijsbaar of herleidbaar is en de mogelijke aanwezigheid van een gedempte sloot, wordt uitgegaan dat ter plaatse sprake is van een geval van historische bodemverontreiniging (ontstaan voor 1987). Geconcludeerd wordt dat onderhavig onderzoek in voldoende mate heeft voldaan aan de doelstelling en voldoende informatie verschaft voor het opstellen van een saneringsplan (BUS melding mobiel) en uitvoering hiervan. Men is voornemens op de locatie nieuwbouw te realiseren . Alvorens nieuwbouw te realiseren dient de locatie geschikt gemaakt te worden voor de gebruiksbestemming wonen door middel van het saneren van de locatie. Gezien de voorgenomen herinrichting van de locatie en het mobiele karakter van de verontreiniging wordt het nemen van saneringsmaatregelen op een zo kort mogelijk termijn aanbevolen .
BR/140362pvw d.d. 23 september 2014
Voorafgaand aan de uitvoering van een bodemsanering dient een saneringsplan ter goedkeuring aan het inzake bevoegd gezag te worden overlegd. Wij vertrouwen er op u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben en van dienst te zijn geweest. Indien er van uw zijde nog vragen over de resultaten zijn, kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, namens Dordrecht Re èe rch B.V.
P.R. van Weert
Bijlagen:
-1-2-3-4-
-5-
Regionale ligging Situatieschets met boorposities Boorprofielen Getoetste analyseresultaten Analyserapport
Alle werkzaamheden van Dordrecht Research worden verricht op basis van het gedocumenteerde conform NEN-EN-ISO 9001:2008 gecertificeerde kwaliteitsysteem. Daarnaast is Dordrecht Research gecertificeerd en erkend in het k,ader van het Besluit Bodemk.waliteit voor de uitvoering van partijkeuringen (BRL SIKB 1000} voor de protocollen 1001 (grond en baggerspecie) en voor monsternemingen grond ten behoeve van milieuhygiënisch (water}bodemonderzoek (BRL SI KB 2000}voor de protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018 en voor het verzorgen van milieukundige begeleiding en beoordeling bodemsanering (BRL SIKB 6000}. Naast bovengenoemde k.waliteitsborgingen zijn veldwerkmedewerkers van Dordrecht Research gecertificeerd en ervaren in het herkennen van asbest en begeleiden van asbestsaneringen (DTA} en beschikken alle veldmedewerkers van Dordrecht Research over een VCA-veiligheidscertificaat. Dordrecht Research B .V. heeft noch ten aanzien van de opdrachtgever, noch ten aanzien van de locatie een andere dan zakelijke band die haar integriteit zou kunnen beïnvloeden.
&rlond
EertAnd
BIJLAGE 1
Locatiekaart
Prqectnaam
Langetaam 3
Preieetnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Woutera Milieu & Intra
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau
Getekend door PvW
Locatiekaart Project
Langetaam3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgaver
Wouters Milieu & Intra
Datum
september 2014
Schaal
1:20.000
Formaat
A4
_;.I
t:;-
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau Viuersd~
Beneden 70,3l19GW Dordrecht Td.(078)631 0466 Fax (078)6 1 3~ 35
BIJLAGE 2
Situatieschets boorposities
Prqectnaam
Langetaam 3
Preieetnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Woutera Milieu & Intra
i!-
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau vr..trW"'~~)J! t (,Wf,;o)o\'~'"..."'To,if~Ttn4~JIQIIOO
I -"I()..'IJI ..!)'tliS
trottoirftegels
.
205
.
204
•
201
LANGETAAM klinkers
105
* trottoirftegels
*301 *
102
*
, / / / / / / / / / / V / / // / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / , /////,-;:
~ Nr. 3
101
~//////////////~1/ ~
* --------------- ------ ~ 01
~
~ ~ ~
schuurtje
~ ~
· 1//~ / / ////////////~~
02 1/
u
203
~
betonvloer
~ ~ ~
tegels
~
~/. tegels
*
103
grind
~
;,;~
~
betonplaten
Om
1m
2m
3m
4m
5m
~ ~ ~* ~ ~ ~ ~ ~ ~
104
J
~ Legenda •
* *
= boring
= boring, afgewerkt met peilbuis = boring, eerder onderzoek
Situatieschets boorposities
Getekend door PvW
Project
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & lnfra
Datum
september 2014
Schaal
1:100
Fonnaat
A4
..;J ~
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau Vissersdijk Beneden 70.3319GW Dordrecht Td .(078) 631 04 66 Fax (078) 61 3 18 35
BIJLAGE 3 Boorstaten met legenda
Prqectnaam
Langetaam 3
Preieetnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Woutera Milieu & Intra
i!-
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau vr..trW"'~~)J! t (,Wf,;o)o\'~'"..."'To,if~Ttn4~JIQIIOO
I -"I()..'IJI ..!)'tliS
-
101
8
301
8
50-100: ..a~ lltart&:DDCig,alaktoünu., bn.Jn, brUn, mdg-.llllllgpuln
- -zondig.-
:;:=-·",.ftl" lllllllllltlg.tn.n,bo~ae,""* !G-100: ldel,
~--
h......, bn.ln.
""*'·
.....-
11»-:lllO:Idà, II'IOIIIzandiQ,bruil.~-ilo...,
11»-2!111:1doi,ll'81ig-ig,IINil,~--.
meralelil
ee 260-300: _,,zwak 11111111. bNin,lluh, Cillloohwn,
260-1100: - . . zwok klollg, boun,llun, corloolneum.
mdg
11'1018
m m
350-400: lclol, -zandig, griJI, g""
360-41l0: ldol,
--lg.
~ 9r10
m D*IM 21-01-2014
----~
Boorprofleien
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Langetaam 3 te Maasland
Projectnummer
140362
Opdrachtgever
Wouters Milieu & lnfra
Pagina
1 van 1
..;J
~
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau Vissersdijl< Beneden 70.33 19GW
Dord~ht
Tcl.(078) 63 1 04 66 Fax (078)613 48 35
BORING
PEILBUIS
OLIE OP WATER REACTIE (OW)
$$$$$ geen
zwak
matig
sterk
uiterel
bodemlaag bentonlet
GEURINTENSITEIT (GI)
®®®®®®
fillllr
geen
bodemlaag
geen
geen
geen
geen
geen
grondwaleraland 1Bratand üjdena boran
GRONDSOORTEN
MATE VAN BIJMENGING
~Zand, zandig (Z,z)
D D
CD
- L e e m , sllllg(L.,s)
rn
. K l e i , kleiig (K.k)
GRADATIEZAND uf = ullerattQn (63-105 ~m) zf=ZBa'ftJn(IOS-150 ~m) mf = matig fijn (15().210 ~m) mg = matig grof (21Ch100 ~m)
zwak (0-ö%) medg ($-15%)
zg = zeergrof(300_.20
~m)
ug = uilBral grof (4200-2000 pm)
sterk (15-60%) uiterat (>50%)
§ v e e n , humeus (V,h)
~Sib(Sb)
VERHARDINGEN
D
OVERIG
asfal~ beiDn, klinkers,lllgals slalconplaa~
ondoordringbaralaag
6"
GRADATIE ZAND
bodem.....,mde be"""'dsdelen aanwezig
~weter
f = fijn (2-6.6 nm) mg = melig grof (5.6-18 nm) zg = zeer grof (16-63 mm)
Getekend conform NEN 5104
Legenda Boorprofielen
Project
Langeteam 3
Projectnummer
140362
Plaat&
Maasland
Opdrachtgever
Wouters Milieu & lnfra
Datum
september 2014
..;J
~
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau Vissersdijk Bcnedm 70.ll19GW Dordrecht Tel.(078)631 Oo466
Fax (078)61 )~ 35
BIJLAGE 4
Toetsingsresultaten grondwater
Prqectnaam
Langetaam 3
Preieetnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Woutera Milieu & Intra
i!-
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau vr..trW"'~~)J! t (,Wf,;o)o\'~'"..."'To,if~Ttn4~JIQIIOO
I -"I()..'IJI ..!)'tliS
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 -13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 101 Grondwater (AS3000)
Analyse
Eenheid AR
BT
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa) totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
1.4 1.4
<2.0# <2.0# 7.3 3.7 6.6 0.3 20.4
AT
7.3 3.7
AC BC AW
*# >S 0.2 # <=S 7 • >S 4
• >S 0.2
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
450 790 <25 <25 -
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-001 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-001
Monsteromschrijving Peilbuis 101
IRBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 35 70 0.21
20.4 20.4
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/1 130 >I >I tenantreen ug/1 72 antraceen ug/1 14 >I fluorenteen ug/1 11 >I >I benzo(a)antraceen ug/1 0.66 chryseen ug/1 0.58 >I benzo(k)fluoranteen ug/1 0.1 >I >I benzo(a)pyreen ug/1 0.14 benzo(ghi)peryleen ug/1 0.035<0.05 **# >S ug/1 0.035<0.05 **# >S indeno(1 ,2,3-cd)pyreen 228.55 -- >I pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa)DIMS MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
T
450 450 790 790 17.5 <25 17.5 <25 1200 -
>I
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.0250.05 0.00050.0250.05 0.00030.0250.05 0.00040.0250.05
50
325 600
EenheidBT
ug/1
20.4
BC 11._
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 -13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa} totaal BTEX (0.7 BoToVa}
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 0.7
BT
AT
0.14 0.14 0.14 0.07 0.21 0.28 0.7
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 0.7
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN ug/1 <0.020.014<0.02 naftaleen tenantreen ug/1 0.01 0.01 0.01 ug/1 <0.01 0.007<0.01 antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 fluorenteen <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 chryseen benzo(k}fluoranteen ug/1 <0.01 0.007<0.01 <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 benzo(ghi}peryleen indeno(1 ,2,3-cd}pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa)DIMSLS 0.08 0.62 0.08 MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-002 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-002
Monsteromschrijving Peilbuis 102
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
AC
BC AW
T
IRBK
<=S 0.2 7 <=S <=S 4
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21 35
• >S
0.2
<=S * >S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.0250.05 0.00050.0250.05 0.00030.0250.05 0.00040.0250.05
<=S 50
325 600
EenheidBT ug/1
0.7
BC 11.••
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 -13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa} totaal BTEX (0.7 BoToVa}
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
BT
AT
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN ug/1 0.02 0.02 0.02 naftaleen <0.01 0.007<0.01 ug/1 tenantreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 fluorenteen <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 chryseen benzo(k}fluoranteen ug/1 <0.01 0.007<0.01 <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)pyreen benzo(ghi}peryleen ug/1 <0.01 0.007<0.01 indeno(1 ,2,3-cd}pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa)DIMSLS 0.0830.6190.083 MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-003 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-003
Monsteromschrijving Peilbuis 103
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
AC
BC AW
T
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21 35
<=S 0.2
• >S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S
<=S
IRBK
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.0250.05 0.00050.0250.05 0.00030.0250.05 0.00040.0250.05
50
325 600
EenheidBT ug/1
0.63
BC A __
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 -13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa} totaal BTEX (0.7 BoToVa}
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
BT
AT
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN ug/1 0.02 0.02 0.02 naftaleen ug/1 0.03 0.03 0.03 tenantreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 fluorenteen <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 chryseen benzo(k}fluoranteen ug/1 <0.01 0.007<0.01 <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)pyreen benzo(ghi}peryleen ug/1 <0.01 0.007<0.01 indeno(1 ,2,3-cd}pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 pak-totaal (1 0 van VROM) (0. 7 BoToVa) DIMSLS 0.1060.6240.106 MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-004 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-004
Monsteromschrijving Peilbuis 104
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
AC
BC AW
T
<=S 0.2 7 <=S 4 <=S
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21 35
<=S 0.2
IRBK
• >S 0.01 35 70 • >S 0.003 2.5 5 <=S 0.0007 2.5 5 <=S 0.003 0.50 1 <=S 0.00010.25 0.5 <=S 0.003 0.10 0.2 <=S 0.00040.0250.05 <=S 0.00050.0250.05 <=S 0.00030.0250.05 <=S 0.00040.0250.05
<=S
50
325 600
EenheidBT ug/1
0.63
BC A __
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 07-04-2014 -13:29)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 105 Grondwater (AS3000) Voldoet aan Streefwaarde
Analyse
Eenheid AR
BT
AT
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 BoToVa} totaal BTEX (0.7 BoToVa)
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
0.14 0.14 0.14 0.07 0.14 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0.63
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN ug/1 <0.020.014<0.02 naftaleen <0.01 0.007<0.01 ug/1 tenantreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 fluorenteen <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)antraceen ug/1 <0.01 0.007<0.01 chryseen benzo(k}fluoranteen ug/1 <0.01 0.007<0.01 <0.01 0.007<0.01 ug/1 benzo(a)pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 benzo(ghi}peryleen indeno(1 ,2,3-cd}pyreen ug/1 <0.01 0.007<0.01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa)DIMSLS 0.0770.6190.077 MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 11995782-005 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 11995782-005
Monsteromschrijving Peilbuis 105
17.5 17.5 17.5 17.5 35
<25 <25 <25 <25 <50
AC BC AW
<=S 0.2 <=S 7 <=S 4
<=S 0.2
<=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S <=S
T
IRBK
15 30 0.2 504 1000 0.2 77 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21 35
0.01 35 70 0.003 2.5 5 0.0007 2.5 5 0.003 0.50 1 0.00010.25 0.5 0.003 0.10 0.2 0.00040.0250.05 0.00050.0250.05 0.00030.0250.05 0.00040.0250.05
<=S 50
325 600
EenheidBT ug/1
0.63
BC A __
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
50
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem) BC Toetsconclusie AT ALeontrol toetsings resultaat (door ALeontrol berekend) AW Achtergrondwaarde (door ALeontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALeontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I InteNentie waarde (door ALeontrol beheerd) RBK Regeling Bodem Kwaliteits eis Verklaring toetsingsoordelen Geen toetsoordeel mogelijk Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Streefwaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat <=A W Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde <=S Kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde >S Groter dan de streefwaarde WO Wonen IN Industrie >I Groter dan inteNentiewaarde >(ind)l INEV (Indicatieve inteNentiewaarde) wordt overschreden A Enkele parameters ontbreken in de som NT>/ Niet toepasbaar of groter dan inteNentiewaarde NT Niet toepasbaar Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en inteNentiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en inteNentiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de inteNentiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan de inteNentiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Kleur informatie > lnteNentiewaarde (BI> 1), niet Toepasbaar> inteNentiewaarde, niet toepasbaar, nooit toepasbaar, niet toepasbaar S), >= Tussenwaarde (BI ligt tussen 0. 5 en 1) of groter dan de B waarde >=Achtergrond waarde (BI < 0.5), > streefwaarde, industrie of wonen
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 18-09-2014 -12:25)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 301 Grondwater (A83000}
Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0. 7 factor} totaal BTEX (0.7 factor}
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
AT
BT
AC BC
0,94!
0,45 3,6 1,8 3,1 --~0...
9,89
4,9 "---= '<-I 9,89
AW
T
>80.2 <=87 <=84
15 504 77
>80.2
35
I RBK
30 0.2 10000.2 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/1 29 29 tenantreen ug/1 antraceen ug/1 fluorenteen ug/1 benzo(a}antraceen ug/1 0,13 chryseen ug/1 0,09 ug/1 0,02 benzo(k}fluoranteen ug/1 0,04 benzo(a}pyreen ug/1 0,02 benzo(ghi}peryleen ug/1 0,01 indeno(1 ,2,3-cd}pyreen pak-totaal (1 0 van VROM} (0. 7 factor} DIM8L8 • • •
>80.01 35 70 >I 0.003 2.5 5 >8 0.0007 2.5 5 >I 0.003 0.50 1 >80.0001 0.25 0.5 >8 0.003 0.10 0.2 >8 0.0004 0.025 0.05 >80.00050.0250.05 >8 0.0003 0.025 0.05 >8 0.0004 0.025 0.05 >I
MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
>8 50
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
80 150 17,5 17,5 ..--='0'7--. 230
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS
Eenheid BT
12046705-001 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008}
ug/1
Monstercode 12046705-001
Monsteromschrijving Peilbuis 301
BC
9.89 "'--
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
325 600 50
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem). Bij organische stof en lutum staan de voor de toetsing gebruikte waarden. BC Toetsoordeel AT ALeontrol toetsings resultaat (door ALeontrol berekend) AC ALeontrol toetsings conclusie (door ALeontrol bepaald) AW Achtergrondwaarde (door ALeontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALeontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALeontrol beheerd) RBK Regeling Bodem Kwaliteits eis Verklaring toetsingsoordelen Geen toetsoordeel mogelijk Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Streefwaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat <=A W Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde <=S Kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde >S Groter dan de streefwaarde >I Groter dan interventiewaarde >(ind)l INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden A Enkele parameters ontbreken in de som Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Kleur informatie niet Toepasbaar> interventiewaarde, niet toepasbaar, nooit toepasbaar, niet toepasbaar(> S), Blauw >=Achtergrond waarde (BI < 0.5), > streefwaarde, industrie of wonen
Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie1.0.1, toetskader WBB, S/KB versie 11.0.2, toetsingsdatum: 18-09-2014- 08:31)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Langetaam 3 te Maasland 140362 Peilbuis 301 (4,55-5,55) Grondwater (A83000)
Analyse
Eenheid AR
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0. 7 factor) totaal BTEX (0.7 factor)
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
BT
1
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN ug/1 naftaleen 2,8 ug/1 tenantreen 1,7 antraceen ug/1 0,26 ug/1 fluorenteen 0,72 ug/1 benzo(a)antraceen 0,06 ug/1 chryseen 0,05 benzo(k)fluoranteen ug/1 <0,01 benzo(a)pyreen ug/1 <0,01 ug/1 <0,01 benzo(ghi)peryleen ug/1 <0,01 indeno(1 ,2,3-cd)pyreen pak-totaal (1 0 van VROM) (0. 7 factor) DIM8L8 MINERALE OLIE fractie C10- C12 fractie C12- C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
ug/1 ug/1 ug/1 ug/1 ug/1
<25 <25 <25 <25 <50
ADDITIONELE TOETSPARAMETERS 12049931-001 som 16 aromatische oplosmiddelen (Bbk, 1-1-2008)
Monstercode 12049931-001
Monsteromschrijving Peilbuis 301 (4,55-5,55)
AT
AC
0,14 0,14 0,28 0,16 0,28 0,44 1 2,8 1,7 0,26 0,72 0,06 0,05 0,007 0,007 0,007 0,007 2,08 17,5 17,5 17,5 17,5 35
BC
AW
<=80.2 <=87 <=84
>80.2
2,8 1,7 0,26 0,72 0,06 0,05 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 5,618 -<25 <25 <25 <25 <50
T
15 504 77
35
I RBK
30 0.2 10000.2 150 0.2 0.1 0.2 70 0.21
>80.01 35 70 >80.003 2.5 5 >80.00072.5 5 >80.003 0.50 1 >80.0001 0.25 0.5 >80.003 0.10 0.2 <=80.00040.0250.05 <=80.00050.0250.05 <=80.00030.0250.05 <=80.00040.0250.05 >I
<=850
Eenheid BT
BC
ug/1
"'--
325
0.02 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01 0.01
600 50
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem). Bij organische stof en lutum staan de voor de toetsing gebruikte waarden. BC Toetsoordeel AT ALeontrol toetsings resultaat (door ALeontrol berekend) AC ALeontrol toetsings conclusie (door ALeontrol bepaald) AW Achtergrondwaarde (door ALeontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALeontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALeontrol beheerd) RBK Regeling Bodem Kwaliteits eis Verklaring toetsingsoordelen Geen toetsoordeel mogelijk Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Streefwaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat <=A W Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde <=S Kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde >S Groter dan de streefwaarde >I Groter dan interventiewaarde >(ind)l INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden A Enkele parameters ontbreken in de som Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALeontrol beheerd) Kleur informatie niet Toepasbaar> interventiewaarde, niet toepasbaar, nooit toepasbaar, niet toepasbaar(> S), Blauw >=Achtergrond waarde (BI < 0.5), > streefwaarde, industrie of wonen
BIJLAGE 5
Analyserapport grondwater
Prqectnaam
Langetaam 3
Preieetnummer
140362
Plaats
Maasland
Opdrachtgever
Woutera Milieu & Intra
i!-
DORDRECHT RESEARCH milieu technisch adviesbureau vr..trW"'~~)J! t (,Wf,;o)o\'~'"..."'To,if~Ttn4~JIQIIOO
I -"I()..'IJI ..!)'tliS
Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Vissersdijk beneden 70 3319 GW DORDRECHT
Uw projectnaam Uw projectnummer ALeontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 5
: Langetaam 3 te Maasland : 140362 : 11995782, versienummer: 1 :7QYMPSSN
Rotterdam, 07-04-2014
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 140362. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door Aleontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam {NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakeliJk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
. van Duin Laberatory Manager
Q USUN AvA l 01R
N.ONZ!~NWOIU)I!IrfU~CNDI!!!n D!AIJI!!!I&"'!~ ~I!!R)IIJDI!KIM!!RYNIKDOPti!VCB.I!NIW!IR.I!!!~ ~~ IB:tft.MNO
twllEI..8AEQII1 KVK~--
Aleontrol Laboratories
DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 2van 5
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Projectnaam
Langalaam 3 te Maasland
Orderdatum
Projectnummer
140362
startdatum
27-03-2014
Rapportnummer
11995782 - 1
Rapportagedatum
07-04-2014
Nummer
Monsteraoort
Monstenpeclllcatle
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Peilbuis 101
002 003 004 005
Peilbuis 102 Peilbuis 103 Peilbuis 104 Peilbuis 105
Analyse
Eenheld
Q
VLUCHT1GE AROMATEN banzaan tolueen ethylbanzeen a-xyleen p- en m-xyteen xylenen (0.7 BoToVa) totalll BTEX (0.7 BoToVa)
IJg/1 IJg/1 IJg/l IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1
s s s s s
s
001
<2.0 <2.0
IJg/l llg/l IJg/1 IJg/1 IJg/1
s
1) 1)
7.3 3.7
6.6 10.3
0)
20A 21
POLYCYCUSCHE AROMAT1SCHE KOOLWATERSTOFFEN 130 naftaleen s IJg/l 72 s fenlintreen IJg/l s 14 antraceen IJg/l 11 flulll1lflleen s llg/l benzo(e)llntraceen s 0.66 IJg/1 çhryveen s 0.58 llg/1 0.10 banzo{k)fluorantaan s IJg/1 banzo(a)pyraen s 0.14 IJg/l banzo(ghl)peryl&a~ s <0.05 IJg/1 <0.05 lndeno(1 ,2,3-cd)pyreen s IJg/l 228.55 pak-totaal (10 van VROM) s IJg/l (0.7 BoToVe)
MINERALE OUE fradle C10 • C12 fladie C12- C22 fladie C22 - C30 ftactie C30 - C40 totaal olie C10- C40
27-03-2014
450 790 <215 <25 1200
SI SI
S)
11 <)
0)
002
003
004
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 0.21 0.28 2)
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 2) 0.63 2)
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.211) 0.63 ..
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 0) 0.63 2)
0.02 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.063 2)
0.02 0.03 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.106 2)
<0.02 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.077 2)
<25 <25 <215 <25 <50
<25 <25 <215
<25 <25 <215 <25 <150
0.7
21
<0.02 0.01 2) <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.08 2)
<25 <25 <215 <25 ~
<25 ~
De met S gemertcte analy&es ziJn geeccredltllerd en vallen onder de AS3000-e!Mnnlng. Overige accredltatles zl~ gemerkt met een Q.
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!'III!!RCZ.MMEI!N~ U~cta!!RCI!!!AIJI!!!I&"'!VOORWMIU)I!I'Il ~I!!R) BIJDI!KIM!!RYNI KDOfltiAICB.I!N IW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
005
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Langalaam 3 te Maasland 140362 11995782 - 1
Blad 3van 5
Analyserapport Orderdatum 27-03-2014 startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
Monster beschrijvingen
001
•
De monsl:elvoorbehandellng en analyses zijn uitgevoerd conform Accredltatleacl'lema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het •s• kenmerk.
002
•
De monsl:elvoorbehandellng en analyses zijn uitgevoerd conform Accredltatleacl'lema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het ·s· kenmerk.
003
*
De monsl:elvoorbehandellng en analyses zijn uitgevoerd conform Accredltatleacl'lema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het ·s· kenmerk.
004
*
De monsl:elvoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatiescllema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het ·s· kenmerk.
005
De monsl:elvoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatiescllema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het ·s· kenmerk.
Vo.tnoten
1 2 3
Veltloogde rapportagegrens I.v.m. noodzakeliJke verdunning. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor volgens BoToVa Het gehalte is indicatief i.v.m. de aanwezigheid van componenten die een slcA'Inde invloed hebben op de meting.
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRE5EARCHBV
Blad 4van 5
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Langetaam 3 te Maasland 140362 11995782 - 1
Orderdatum
27-03-2014 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
startdatum
Analyse
Monateraoort
Relatie tot norm
benzeen !Diueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen
Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000)
Conform AS313().1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS311 G-4 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwatar (AS3000)
Conform AS311 0-5
xylenen (0.7 BoToVe)
lillilaleen renantraan antraceen nuoranl8en benzo(a)antraoHn chryseen
benzo(k)nuorantllen benzo(a)pyreen benzo(ghi)perylea~
indeno(1 ,2,3-
Barcode
Aanlevering
Monstemame
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003 003 004 004 004 005 005 005
50634384 G8558820 G8559568 G8648557 G8648563 50634381 G8648556 G864a562 50634382 G8648534 G8558809 50634360 G8648568 50634385 G8648560
27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014
27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014 27-03-2014
ALC237 ALC236 ALC236 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC236 ALC237 ALC236 ALC237 ALC236
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5van 5
Analyserapport
Langalaam 3 te Maasland 140362 11995782 - 1
Monatemummer: Monster beschrijvingen
Orderdatum 27-03-2014 startdatum 27-03-2014 Rapportagedatum 07-04-2014
001 Peilbuis 101
Karaktertsertng naar alkaantraject benzine kerosine en petroleum dlaael en gasolie motorolie stookolie
C9-C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36
De C1 0 en C40 pieken zijn toegevoegd door het labora'IDrium en worden gebruikt als interne standaard.
1~~r
0.12
0.09
0.06
0.03
I~
l1
0 0
0.6
I
1.2 C1 0 = 0.9 min. C1 2 1 min.
=
I
I 1 .~
2.4
C22 = 1 .4 min. C40 = 1.9 min. C30 1. 7 min.
=
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJDI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam
Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34
www.alcontrol.nl
Analyserapport
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Vissersdijk beneden 70 3319 GW DORDRECHT
Uw projectnaam Uw projectnummer ALeontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 5
: Langetaam 3 te Maasland : 140362 : 12046705, versienummer: 1 : 18QX8GP5
Rotterdam, 01-09-2014
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 140362. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door Aleontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam {NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakeliJk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
. van Duin Laberatory Manager
Q USUN AvA l 01R
N.ONZ!~NWOIU)I!IrfU~CNDI!!!n D!AIJI!!!I&"'!~ ~I!!R)IIJDI!KIM!!RYNIKDOPti!VCB.I!NIW!IR.I!!!~ ~~ IB:tft.MNO
twllEI..8AEQII1 KVK~--
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 2van 5
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert
te Maasland
Projectnaam
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Rapportnummer
12046705 - 1
Orderdatum 29-06-2014 startdatum 29-06-2014 Rapportagedatum 01-09-2014
Nummer
Monsteraoort
Monatenpeclllcatle
001
Grondwater
Peilbuis 301
(AS3000)
Analyn
Eenheid
Q
VWCHT1GE AROMATEN benzeen tolueen .thylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) tolaal BTEX (0.7 factor)
IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1
s s s s s s
001
0.94
OA5 3.6 1.8 3.1 4.9 9.89
POLYCYCUSCHE AROMATISCHE KOOLWA TERSTOFFEN naftaleen s 29 IJg/1 fanantraan s 7.9 IJg/1 aniTBcaan s 0.96 IJg/1 !Iuoranteen s 1.4 IJg/1 benzo(a)antnloeen s 0.13 IJg/1 s 0.09 chryaeen IJg/1 benzo(k)lluorantaen s 0.02 IJg/1 benzo(a)pyreen s 0.04 IJg/1 benzo(ghl)peryleen s 0.02 IJg/1 indeno(1 ,2,3-<:d)pyruen s 0.01 IJg/1 pe!k-toiall (10 van VROM) s 39.57 IJg/1 (0.7 factor)
11 1
)
11
MINERALE OUE
fractie C10- C12 tradia C12- C22 tradie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1
s
80 150 <25 <25 230
De met S gemertcte analy&es ziJn geaccredltllerd en vallen onder de AS3000-eltlennlng. Overige aocredltatles zijn gemerkt met een Q.
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!'III!!RCZ.MMEI!N~ U~cta!!RCI!!!AIJI!!!I&"'!VOORWMIU)I!I'Il ~I!!R) BIJDI!KIM!!RYNI KDOfltiAICB.I!N IW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3van 5
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Langalaam 3 te Maasland 140362 12046705 - 1
Orderdatum 29-06-2014 startdatum 29-06-2014 Rapportagedatum 01-09-2014
Monster beschrijvingen
001
•
De monsl:elvoorbehandellng en analyses zijn uitgevoerd conform Accredltatleacl'lema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het •s• kenmerk.
VDabloten
De sommatie na ve1111kaning van de 0.7 factor volgans BoToVa
1
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 4van 5
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Langetaam 3 te Maasland 140362 12046705 - 1
Orderdatum
29-06-2014 29-06-2014 Rapportagedatum 01-09-2014
startdatum
Analyse
Monateraoort
Relatie tot norm
benzeen !Diueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) naftaleen renantraan antraceen nuoranl8en benzo(a)antraoHn chryseen benzo(k)nuorantllen benzo(a)pyreen
Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000)
Conform AS313().1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS311 G-4 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwatar (AS3000)
Conform AS311 0-5
benzo(ghi)perylea~
indeno(1 ,2,3-
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstemame
Verpakking
001
G8665487
001
50617759
29-08-2014
2~6-2014
29-08-2014
29-06-2014
29-08-2014
29-08-2014
ALC238 ALC237 ALC236
001
G8665516
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5van 5
Analyserapport
Langalaam 3 te Maasland 140362 12046705 - 1
Monatemummer: Monster beschrijvingen
Orderdatum 29-06-2014 startdatum 29-06-2014 Rapportagedatum 01-09-2014
001 Peilbuis 301
Karaktertsertng naar alkaantraject benzine kerosine en petroleum dieaal en gasolie motorolie stookolie
C9-C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36
De C1 0 en C40 pieken zijn toegevoegd door het labora'IDrium en worden gebruikt als interne standaard.
0.12
0.09
0.06
0.03
0
0
24 C1 0 = 0.9 min. C12 1 min.
=
C22 = 1.4 min. C40 = 1.8 min. C30 1.7 min.
=
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJDI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories
Aleontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 ·Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
DORDRECHT RESEARCH BV Dhr. P.R. van Weert Vissersdijk beneden 70 3319 GW DORDRECHT
Uw projectnaam Uw projectnummer ALeontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
Blad 1 van 4
: Langetaam 3 te Maasland
: 140362 : 12049931, versienummer: 1 : 19SVKY6P
Rotterdam, 15-09-2014
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 140362. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door Aleontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam {NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 4 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakeliJk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
. van Duin Laberatory Manager
Q USUN AvA l 01R
N.ONZ!~NWOIU)I!IrfU~CNDI!!!n D!AIJI!!!I&"'!~ ~I!!R)IIJDI!KIM!!RYNIKDOPti!VCB.I!NIW!IR.I!!!~ ~~ IB:tft.MNO
twllEI..8AEQII1 KVK~--
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 2van 4
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert
Projectnaam
Langetaam 3
Projectnummer
140362
Rapportnummer
12049931
te Maasland
Orderdatum 09-09-2014 startdatum 09-09-2014 Rapportagedatum 15-09-2014
- 1
Nummer
Monsteraoort
Monatenpeclllcatle
001
Grondwater (AS3000)
Peilbuis 301 (4,55-5,55)
Analyn
Eenheid
Q
VWCHT1GE AROMATEN benzeen tolueen .thylbenzeen a-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) tolaal BTEX (0.7 factor)
IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1
s s s s s s
001
<0.2 <0.2 0.28 0.16 0.28 0.44
1)
1
1)
POLYCYCUSCHE AROMATISCHE KOOLWA TERSTOFFEN naftaleen s 2.8 IJg/1 fanantraan s 1.7 IJg/1 aniTBcaan s 0.26 IJg/1 s 0.72 !Iuoranteen IJg/1 0.()6 s benzo(a)antnloeen IJg/1 chryaeen s 0.05 IJg/1 s <0.01 benzo(k)lluorantaen IJg/1 benzo(a)pyreen s <0.01 IJg/1 benzo(ghl)peryleen s <0.01 IJg/1 indeno(1 ,2,3-<:d)pyruen s <0.01 IJg/1 pe!k-toiall (10 van VROM) s 5.618 IJg/1 (0.7 factor)
11
MINERALE OUE
fractie C10- C12 tradia C12- C22 tradie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10- C40
IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1 IJg/1
<25 <25 <25 <25
s
<50
De met S gemertcte analy&es ziJn geaccredltllerd en vallen onder de AS3000-eltlennlng. Overige aocredltatles zijn gemerkt met een Q.
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!'III!!RCZ.MMEI!N~ U~cta!!RCI!!!AIJI!!!I&"'!VOORWMIU)I!I'Il ~I!!R) BIJDI!KIM!!RYNI KDOfltiAICB.I!N IW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 3van 4
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Langalaam 3 te Maasland 140362 12049931
- 1
Orderdatum
09-09-2014
startdatum
09-09-2014
Rapportagedatum
15-09-2014
Monster beschrijvingen
001
•
De monsl:elvoorbehandellng en analyses zijn uitgevoerd conform Accredltatleacl'lema AS3000, dit geldt alleen
voor de analyses die worden gerapporteerd met het •s• kenmerk.
VDabloten
De sommatie na ve1111kaning van de 0.7 factor volgans BoToVa
1
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Aleontrol Laboratories DORDRECHTRESEARCHBV
Blad 4van 4
Analyserapport
Dhr. P.R. van Weert Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Langetaam 3 te Maasland 140362 12049931 - 1
Orderdatum 09-09-2014 startdatum 09-09-2014 Rapportagedatum 15-09-2014
Analyse
Monateraoort
benzeen
Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar {AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatllr (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatar (AS3000) Grondwatllr (AS3000)
Conform AS313().1
Grondwatar (AS3000)
Conform AS311 0-5
!Diueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) naftaleen renantraan antraceen
nuoranl8en benzo(a)antraoHn chryseen benzo(k)nuorantllen benzo(a)pyreen benzo(ghi)perylea~
indeno(1 ,2,3-
Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS311 G-4
Idam Idam Idem Idem Idem Idem Idam Idem Idem Idem
faclor) IDtaal olie C10- C40
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstemame
Verpakking
001 001 001
G8666534 G8665471
08-09-2014 08-09-2014 08-09-2014
08-09-2014 08-09-2014 08-09-2014
ALC238 ALC238 ALC237
50617791
Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum
Paraaf:
Q USUN RvA l 01R
N.ONZ!~N~U~cta!!RCI!!!M.CI!!!I&"'!~ ~I!!R)BIJ DI!KIM!!RYNIKDOfltiAICB.I!NIW!IRI!!IU!!!N ~~ IB:tft.MNO
HAN:El..8REai'1'B KVK ltO'T1IR).W. _
,
Bijlage 7 Nota beantwoording overlegreacties
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Registratienummer Onderwerp
: :
2015-04872 / 15Z.000041 Nota beantwoording vooroverlegreacties voorontwerp bestemmingsplan Langetaam
Inleiding Het voorontwerp bestemmingsplan “Starterswoningen Langetaam Maasland” is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening op 6 januari 2015 aan de overleginstanties toegezonden. De vooroverlegpartners zijn in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken een reactie te geven op het plan. Het voorontwerp bestemmingsplan is per e-mail of via een e-formulier toegestuurd aan de onderstaande instanties: 1. Provincie Zuid-Holland 2. Ministerie van Defensie; 3. Ministerie van Economische Zaken; 4. Rijkswaterstaat; 5. Hoogheemraadschap van Delfland; 6. Veiligheidsregio Haaglanden; 7. Nederlandse Gasunie; 8. KPN; 9. Tennet; 10. Evides; 11. Pipeline Controle; 12. Westland Infra Netbeheer B.V.; 13. VAC Midden-Delfland; Resultaten vooroverleg Wij hebben binnen de termijn van het vooroverleg drie reacties ontvangen van de instanties genoemd onder 5, 6 en 12. (05) Hoogheemraadschap van Delfland Het heemraadschap stemt in met het bestemmingsplan. Reactie Wij nemen dit voor kennisgeving aan. (06) Veiligheidsregio Haaglanden De Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) constateert dat het plangebied niet binnen de invloedssfeer ligt van risicobronnen. De uitvoering van het bestemmingsplan leidt niet tot een wijziging van de risico’s. De VRH brengt daarom geen advies uit in het kader van de externe veiligheid. De realisatie van de zes starterwoningen heeft geen significante invloed op de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van incidenten. Wel vraagt de VRH om bij de uitwerking van het bouwplan specifiek te kijken naar de brandveiligheid. Reactie Bij de planvorming en uitvoering van het bouwplan zullen wij rekening houden met de brandveiligheid. (12) Westland Infra Netbeheer B.V. Westland Infra Netbeheer B.V. heeft geen bezwaar tegen dit plan, mits er rekening wordt gehouden met de aanwezige kabels, leidingen en de veiligheidsafstanden ten opzichte van de bedrijfsmiddelen. Reactie Bij de planvorming en uitvoering van het bouwplan zal rekening worden gehouden met de aanwezige kabels en leidingen. Resultaten De vooroverlegreacties geven geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
*2015-04872*
Bijlage 8 Nota beantwoording zienswijzen
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Registratienummer Onderwerp
: :
2015-19163 / 15Z.001513 Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Starterswoningen Langetaam Maasland
Inleiding Vanaf 10 april 2015 heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode kon eenieder een zienswijze indienen over dit plan. Er zijn in drie zienswijzen ingediend, waarvan er twee ontvankelijk zijn. Deze zienswijzen hebben wij beantwoord. De derde zienswijze is niet ontvankelijk, omdat deze buiten de termijn is ontvangen. 1. Wonen Midden-Delfland, Postbus 82 Maasland. 2. Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100 Tilburg, namens de heer en mevrouw Van den Akker, Langetaam 7 in Maasland. 3. Nauta Dutilh advocaten, Postbus 1110 Rotterdam, namens diverse omwonenden. 4. Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100 Tilburg, namens de heer en mevrouw A.P. Vermeer, Langetaam 1 in Maasland. Samenvatting zienswijzen 1. Wonen Midden-Delfland, Postbus 82 Maasland. Bodemverontreiniging en gevolgen saneringsmaatregelen Wonen Midden-Delfland (hierna: WMD) maakt zich zorgen over de bodemverontreiniging die wordt genoemd in de toelichting op het bestemmingsplan. WMD is van mening dat de afperking van de bodemverontreiniging onvoldoende is. Voor het opstellen van een saneringsplan is een betere inkadering nodig. WMD voorziet het risico dat de benodigde saneringsmaatregelen veel ingrijpender zullen zijn dan nu wordt ingeschat. WMD is bezorgd over de effecten van ingrijpende saneringsmaatregelen op de fundering van het eigen kantoorpand en het woningblokje aan de Prinses Irenelaan. Dit woningblokje is grotendeels in het bezit van WMD. Omdat het kantoorpand tegenover de saneringlocatie ligt, verwacht WMD dat de bereikbaarheid van het kantoorpand voor personeel en leveranciers in het geding komt door de maatregelen. Reactie Voor het bestemmingsplan is van belang dat wordt aangetoond dat de voorgenomen ontwikkeling haalbaar is. Ten aanzien van het aspect bodem is dit voldoende aangetoond. De vaststelling van dit bestemmingsplan is niet afhankelijk van het saneringsplan. De omgevingsvergunning voor het bouwplan is wel afhankelijk van het saneringsplan. Deze vergunning kan niet in werking treden, voordat de bodem naar tevredenheid van het bevoegd gesaneerd is. Dat is in dit geval de provincie Zuid-Holland. De zorgen die WMD heeft over de saneringsmaatregelen kan WMD melden bij de ontwikkelaar. De ontwikkelaar is bereid om de uitvoeringsaspecten van het bouwplan, waaronder het conceptsaneringsplan, te bespreken.
*2015-19163*
2. Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100 Tilburg, namens de heer en mevrouw Van den Akker, Langetaam 7 in Maasland, per brief van 20 mei 2015, ingekomen op 21 mei 2015. 2.1. Schade door werkzaamheden sloop, bouw en bodemsanering De woning van de heer en mevrouw Van den Akker is niet onderheid. Zij maken zich zorgen over de eventuele schade aan hun woning als gevolg van de bouwwerkzaamheden en het bouwverkeer. Volgens hen is heien geen optie, omdat dit leidt tot een bodemverschuiving. Zij maken zich ook zorgen over de omvang van de bodemvervuiling en over de wijze van saneren. Zij stellen dat voorafgaand aan de sloop van het bedrijfsgebouw de staat van hun woning moet worden opgenomen op kosten van de ontwikkelaar. Reactie Het bestemmingsplan stelt geen eisen aan de wijze waarop de sloop, bouw en saneringswerkzaamheden worden uitgevoerd. Als het nodig is om eisen te stellen aan de bouwwerkzaamheden, dan verbinden wij voorwaarden aan de sloopmelding, de omgevingsvergunning en het saneringsplan. De gemeente en de ontwikkelaar hebben ten behoeve van het bestemmingsplan een (anterieure) overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is vastgelegd dat de ontwikkelaar verplicht is om voorafgaand aan de werkzaamheden een bouwkundige en civieltechnische vooropname te maken van de aangrenzende percelen en woningen in bijzijn van een medewerker van de gemeente Midden-Delfland. Bij eventuele schadeclaims kan op basis van deze vooropname worden bepaald of de schade is veroorzaakt door de bouwwerkzaamheden. De ontwikkelaar is bereid om de uitvoeringsaspecten van het bouwplan, waaronder het conceptsaneringsplan, te bespreken. Dit gesprek heeft echter geen formele basis. 2.2. Parkeren Volgens de heer en mevrouw Van den Akker is er nu al een tekort aan parkeerplaatsen in de Langetaam, omdat ook de bewoners van de omliggende straten er parkeren. Hoewel het bouwplan voorziet in 9 parkeerplaatsen, neemt het aantal parkeerplaatsen volgens hen slechts toe met 4 parkeerplaatsen. Ter plaatse van de beoogde parkeerplaatsen staan nu dagelijks 5 auto’s geparkeerd. Reactie Het bouwplan voorziet in voldoende parkeergelegenheid. De parkeereis is gebaseerd op de verwachte toename van de parkeerbehoefte als gevolg van de zes woningen en de parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning die het gemeentelijk beleid hanteert voor woningen. Wij kunnen een ontwikkelaar niet opleggen om een historisch tekort aan parkeerplaatsen op te lossen. Ter plaatse van de beoogde parkeerplaatsen bevinden zich geen formele parkeerplaatsen. De vijf auto’s staan hier fout geparkeerd. Daarom telt dit huidige gebruik van de straatzijde van de bouwlocatie niet mee in de parkeerbalans. 2.3. Ontbreken stoep De heer en mevrouw Van den Akker een doorlopende stoep ontbreekt als gevolg van de aanleg van de parkeerplaatsen. Volgens hen ontbreekt er ook aan de andere zijde van de straat een stoep. De Langetaam wordt gebruikt door schoolgaande kinderen. Ter hoogte van het bouwplan moeten de kinderen op de weg lopen in plaats van op de stoep. Reactie Naar aanleiding van de zienswijze wordt in het bouwplan rekening gehouden met een stoep aan de straatzijde van het bouwplan. Er wordt een trottoir aangelegd, tussen de weg en de aan te leggen parkeerplaatsen, die aansluit op het trottoir ten oosten van het plangebied. Hiervoor heeft geen aanpassing doorgevoerd te worden aan het bestemmingsplan.
2
2.4. Inbreuk privacy De heer en mevrouw Van den Akker zijn van mening dat de beoogde dakterrassen een schending vormen van hun privacy. Deze dakterrassen geven een directe inkijk in hun tuin. Zij vinden een dakterras ook niet noodzakelijk. Zij stellen daarom voor om de dakterrassen te laten vervallen. Reactie Op grond van het Bouwbesluit is een buitenruimte bij nieuwbouwwoningen verplicht. De dakterassen zijn daarom wel noodzakelijk. Om die reden kunnen de dakterassen niet vervallen. Een dakterras valt onder de reikwijdte van artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek. Hieruit volgt dat de afstand tussen het dakterras en de erfgrens minstens twee meter bedraagt. De afstand tussen het bouwvlak van het bestemmingsplan en de erfgrens is 2,90 meter, zodat ruimschoots wordt voldaan aan de bepaling uit het Burgerlijk Wetboek. Hieruit volgt dat het voorgenomen geen onrechtmatige hinder toebrengt aan omwonenden. De inbreuk op de privacy van de heer en mevrouw Van den Akker is voor ons aanvaardbaar. Om tegemoet te komen aan de zienswijze van de heer en mevrouw Van den Akker vragen wij de ontwikkelaar om een bouwkundige maatregel te treffen, zodat een directe inkijk richting hun woning en tuin niet meer mogelijk is. Een voorbeeld van zo’n maatregel is het plaatsen van vaste balkonschermen. 2.5. Strijd met artikel 5.50 Burgerlijk Wetboek Aan de zijde van de woning van de heer en mevrouw Van den Akker komt een trap naar de woningen op de verdieping. Deze trap bevindt zich op een afstand van minder dan twee meter tot de erfgrens. Deze situatie is volgens hen strijdig met artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek. Ook een trap valt volgens hen onder dit artikel. Daarbij verwijzen zij naar de uitspraak AS7586 van het Gerechtshof Arnhem van 8 februari 2005. Er is volgens hen derhalve een kennelijke privaatrechtelijke belemmering om het bouwplan uit te voeren. Reactie De uitspraak van het Gerechtshof Arnhem heeft betrekking op een specifieke trap met een plateau, waarop een stoel kon worden gezet en mensen langer konden verblijven. Daarom is deze uitspraak niet van toepassing op trappen zonder deze mogelijkheid. De trap van het beoogde bouwplan heeft geen plateau en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek. Het bestemmingsplan sluit echter niet uit dat er trap wordt geplaatst met een plateau. Om te voorkomen dat er in de toekomst bij de vergunningverlening een discussie ontstaat over de reikwijdte van artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek wordt het bouwvlak over een afstand van zes centimeter verplaatst in noordoostelijke richting. Zodoende komt de beoogde trap op 2 meter afstand van de erfgrens te liggen. 2.6. Geluidsoverlast De heer en mevrouw Van den Akker wonen in een rustige wijk. Zij verwachten dat de bewoners van de zes nieuwe woningen voor veel geluidsoverlast gaan zorgen. Reactie Ter plaatse van het bouwplan staat een bedrijfspand dat in het nabije verleden is gebruikt als autopoetsbedrijf en ten behoeve van de verkoop van scooters. Het is niet aannemelijk dat het leefgeluid van de bewoners van de zes woningen meer luidruchtiger is dan de bedrijfsmatige activiteiten die het geldende bestemmingsplan toestaat. De woningen passen beter bij de rustige woonwijk dan een bedrijf of winkel. Conclusie De zienswijze leidt tot een verandering van het bestemmingsplan. Het bouwvlak wordt over een afstand van 6 centimeter verplaatst richting het noordoosten ten opzichte van de positie op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan.
3
3. Nauta Dutilh advocaten, Postbus 1110 Rotterdam, namens diverse omwonenden, per brief van 21 mei 2015, ingekomen per 21 mei 2015. 3.1. Keuze gestapelde bouw De omwonenden zijn geen tegenstander van het slopen van het bestaande gebouw, maar hebben bezwaren tegen de keuze voor gestapelde woningbouw. Dit past niet in het straatbeeld en tast de privacy en veiligheid van omwonenden aan. Reactie De bouw van woningen leidt tot een ruimtelijke verbetering van de bestaande situatie van het bedrijfspand. Het overgrote deel van de woningvoorraad in Midden-Delfland bestaat uit grondgebonden koopwoningen. Deze koopwoningen zijn vaak niet bereikbaar voor starters. De gemeenteraad van Midden-Delfland wil meer bereikbare woningen toevoegen aan de woningvoorraad. De mogelijkheden om met woningbouwprojecten nieuwe gewenste woningtypes toe te voegen aan de lokale woningvoorraad zijn beperkt, vanwege de beschermde status van het buitengebied van Midden-Delfland. Om die redenen werkt het college van burgemeester en wethouders in dit geval mee aan zes woningen die als bovenbenedenwoningen worden gebouwd. Daarbij wordt opgemerkt dat het bouwplan past in het straatbeeld. Het enige wezenlijke verschil tussen de uitstraling tussen het bouwplan en de bestaande grondgebonden woningen aan de Langetaam is de galerij op de eerste verdieping. Dit verschil is niet groot. Het bouwplan vinden wij passen in het straatbeeld. 3.2. Privacy Het ontwerpbestemmingsplan maakt een bouwplan mogelijk met dakterrassen. Een van deze dakterrassen bevindt zich op minder dan twee meter afstand van het bestaande balkon van het nabij gelegen pand aan de ’s Herenstraat. Zowel de dakterrassen als de (boven)woningen hebben een direct uitzicht op de omliggende tuinen en woningen. Deze inbreuk op de privacy van omwonenden is onvoldoende meegewogen door het college van burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan. Een bouwplan met drie of vier grondgebonden woningen heeft minder grote gevolgen voor de privacy en de veiligheid en zou afhankelijk van de uitwerking voor de omwonenden wel aanvaardbaar zijn. Reactie De kortste afstand tussen de perceelsgrens van een bestaande woning met balkon en een balkon van het bouwplan is 2,90 meter. Het gaat daarbij om de woning aan de ’s Herenstraat 72. Deze afstand bedraagt ruim meer dan de eis van 2 meter. Daarom wordt voldaan aan artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek en is er geen sprake van onrechtmatige hinder. Ook als het bouwplan 6 centimeter wordt opgeschoven in noordoostelijke richting. Daarnaast merken wij op dat er in de omgeving van het bouwplan meerdere woningen beschikken over een balkon of dakterras aan de achterzijde. Ook de vensters in de achtergevels van de bovenwoningen voldoen aan artikel 5.50 van het Burgerlijk Wetboek. Wij zien geen reden om het bestemmingsplan aan te passen. Om tegemoet te komen aan de zienswijze van omwonenden vragen wij de ontwikkelaar om een bouwkundige maatregel te treffen, zodat een directe inkijk richting de woningen en tuinen aan de zijde van de ’s Herenstraat niet meer mogelijk is. Een voorbeeld van zo’n maatregel is het plaatsen van vaste balkonschermen. 3.3. Sociale veiligheid Als gevolg van de geringe afstand van de balkons neemt de inbraakgevoeligheid sterk toe. Volgens de omwonenden heeft dit veiligheidsaspect in het ontwerpplan onvoldoende aandacht gekregen. Reactie Zoals opgemerkt in ons antwoord onder 2.2 voldoen de dakterrassen aan de afstandseis van 2 meter van het Burgerlijk Wetboek. Wij vinden het niet aannemelijk dat de inbraakgevoeligheid toeneemt als gevolg van de dakterrassen. Dat wordt in de zienswijze ook niet onderbouwd. 4
3.4. Verkeersveiligheid De omwonenden maken zich zorgen over de verkeersveiligheid. De stoep verdwijnt. Zeker nu aan de overzijde ook de stoep ontbreekt. De Langetaam wordt gebruikt als doorgaande route door schoolkinderen van de basisschool. Het huidige artikel 4.1 van het ontwerpplan is onvoldoende om de verkeersveiligheid te garanderen. De omwonenden vragen om de parkeerplaatsen te verplaatsen naar de achterzijde van de woningen. Reactie Wij verwijzen hier mede naar onze reactie onder 2.3. De bestemmingsregels van de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied strekken niet tot het garanderen van de verkeersveiligheid, maar tot het beschikbaar houden van de betreffende gronden voor het gebruik ten dienste van de bestemming met de bijbehorende voorzieningen. De gevolgen van het bouwplan voor de verkeersveiligheid onderzocht en weergegeven in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan. Het aantal verkeersbewegingen neemt per etmaal toe met gemiddeld 30 bewegingen. Het bouwplan leidt daarom niet tot een noemenswaardige verandering van de verkeerssituatie. Het verplaatsen van de parkeerplaatsen naar de achterzijde van de woningen vinden wij geen verbetering van het bouwplan. Deze oplossing zou leiden tot autoverkeersbewegingen langs de erfgrens met de aangrenzende woningen en het gebied aan de achterzijde van de nieuwbouwwoningen en de bestaande woningen. Daarnaast zou deze verandering ten koste gaan van de achtertuinen van de benedenwoningen. 3.5. Parkeren Volgens omwonenden houdt het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende rekening met het feit dat er nu al sprake is van een hoge parkeerdruk in de Langetaam en omgeving. Ter plaatse van de beoogde parkeerplaatsen worden nu al vier tot vijf auto’s geparkeerd. Omwonenden zijn van mening dat een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning te laag is voor de starterwoningen, omdat zij verwachten dat deze bewoond gaan worden door tweeverdieners. Daarnaast biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid van een aan huis gebonden beroep of bedrijf. Daarvoor geldt zeker een hogere parkeerbehoefte. Als het bouwplan doorgaat dan vragen de omwonenden aan de gemeente om te voorzien in meer parkeervoorzieningen in de directe omgeving. Als het bouwplan op verzoek van de omwonenden wordt gewijzigd naar 3 of 4 grondgebonden woningen, dan vragen de omwonenden om het aantal parkeerplaatsen van 9 te handhaven. Reactie Wij verwijzen hier naar onze reactie onder 2.2. Het autobezit in Nederland neemt toe en dat wordt onder andere veroorzaakt door de toename van het aantal tweeverdieners. Dat zien wij als een autonome ontwikkeling. De parkeernorm voor woningen is om die reden de afgelopen jaren verhoogd. Wij vinden het niet redelijk om voor een specifiek bouwplan een hogere parkeernorm te hanteren dan het gemeentelijk parkeerbeleid voorschrijft. Ten overvloede merken wij op dat een toenemende bewoning door tweeverdieners zich ook voordoet bij de verkoop van bestaande woningen. De regeling voor aan huis gebonden beroepen en bedrijven is een algemene regel die wij in alle woonbestemmingen opnemen. Deze regeling leidt niet tot parkeeroverlast, omdat eventuele bezoekers aan deze bedrijven overdag gebruik maken van de parkeerplaatsen. Overdag is de parkeerdruk relatief laag, omdat veel bewoners dan elders werken. Wij zien geen aanleiding voor het veranderen van het bouwplan naar grondgebonden woningen. Evenmin leggen wij een koppeling tussen het bouwplan en de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen in de directe omgeving van het bouwplan. De afweging om in bepaalde delen van het dorp Maasland meer parkeervoorzieningen te realiseren vindt plaats in het kader van het gemeentelijk parkeerbeleid en niet in het kader van dit bestemmingsplan. 5
3.6. Geluidhinder Omwonenden zijn van mening dat het onderzoek dat het college heeft uitgevoerd bij de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende is. In het geluidsonderzoek wordt gesteld dat de woningen van de Langetaam zijn gelegen in de geluidszone van de N468. Woningen zijn geluidsgevoelige objecten. Geluid dient zorgvuldig te worden behandeld. Omwonenden zijn het niet eens met de stelling dat het autoverkeer op de N468 zal afnemen als gevolg van de openstelling van de rijksweg A4. Zij vinden dat de plantoelichting zich beperkt tot een inschatting van de verkeersintensiteiten op de Langetaam zonder verkeerstellingen. Zij vinden nader verkeersonderzoek noodzakelijk Reactie Het geluidsonderzoek heeft zowel betrekking op de wegverkeerslawaai van de provinciale weg als dat van de woonstraat Langetaam. In beide gevallen is sprake van een inschatting ten aanzien van de verkeersintensiteiten in 2024. Ten aanzien van de provinciale weg is de aanname dat de intensiteit past bij de inrichting die de provinciale weg dan zal hebben. Volgens de toelichting is dit een ruimte inschatting. Er wordt gesproken over worst-case. In het geval van de Langetaam kan worden volstaan met een inschatting, vanwege de categorisering van de weg en het beperkte aantal functies dat de weg ontsluit. Daarbij merken wij op dat het niet wettelijk verplicht is om het wegverkeerslawaai te onderzoeken bij een 30km weg. Het wegverkeerslawaai is afdoende onderzocht. Nader verkeersonderzoek is niet noodzakelijk. Daarbij merken wij op dat dit onderzoek is gericht op de geluidsbelasting op de buitengevel van de nieuwe woningen en niet op dat van de bestaande woningen. Een hogere geluidsbelasting op de buitengevel maakt een plan niet onhaalbaar, maar is doorgaans aanleiding tot het nemen van extra bouwkundige maatregelen om een goed binnenklimaat in de woning te waarborgen. Gelet op de uitkomst van het onderzoek zijn er in dit geval geen extra bouwkundige maatregelen vereist. Het bouwplan zelf leidt niet tot een toename van het wegverkeerslawaai, omdat het aantal autoverkeersbewegingen met 30 per etmaal nauwelijks toeneemt. 3.7. Financiële uitvoerbaarheid Omwonenden maken zich zorgen over de financiële uitvoerbaarheid van het ontwerpbestemmingsplan. Zij menen dat er sprake is van hoge kosten als gevolg van de bodemsanering en de vergoeding voor de schade aan de omliggende woningen. Deze kosten worden niet gedekt door de planschadeovereenkomst. Volgens de omwonenden had een grondexploitatieplan deel uit moeten maken van ontwerpbestemmingsplan. De hoge kosten kunnen volgens de omwonenden niet worden verdisconteerd in de ontwikkelkosten van de zes woningen. Ook merken de omwonenden op dat woningcorporatie Wonen Midden-Delfland geen interesse heeft getoond in de zes woningen. Reactie Er is nader onderzoek verricht naar de bodemkwaliteit. Uit dit onderzoek blijkt dat de verontreiniging een beperkte omvang heeft en zich slechts voor een gedeelte onder het perceel van het plangebied bevindt. Daarnaast is de locatie van de verontreiniging op ruime afstand van de omliggende woningen en andere bebouwing gelegen. Op basis van de resultaten van het nader onderzoek en de Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit gegeven vuistregels is een inschatting gemaakt van de saneringskosten. Deze inschatting geeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van extreem hoge saneringskosten. Ten aanzien van het risico van bouwschade wordt verwezen naar onze reactie onder 2.2.
6
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn in afdeling 6.4 “Grondexploitatie”, bepalingen opgenomen gericht op het verhalen van kosten door de overheid op particuliere initiatiefnemers. Hierdoor is het voor de overheid mogelijk om afspraken over kostenverhaal af te dwingen binnen de limitatieve bepalingen van de kostensoortenlijst zoals opgenomen in artikelen 6.2.3 t/m 6.2.6 van het Besluit ruimtelijke ordening. De gemeente is alleen verplicht om een exploitatieplan op te stellen als het kostenverhaal niet op een andere wijze is verzekerd. In dit geval heeft de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten met de ontwikkelaar. Om die reden is het kostenverhaal verzekerd en maakt een exploitatieplan geen deel uit van het bestemmingsplan.
4. Stichting Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100 Tilburg, namens de heer en mevrouw A.P. Vermeer, Langetaam 1 in Maasland. Deze zienswijze is 21 mei 2015 verstuurd en 22 mei 2015 ontvangen. De termijn om zienswijzen in te dienen eindigde op 21 mei 2015. De zienswijze is te laat ontvangen en daarom niet ontvankelijk. Conclusies: Naar aanleiding van de zienswijze nummer 2 wordt het bestemmingsplan aangepast. Deze aanpassing heeft betrekking op de positie van het bouwvlak. Het bouwvlak wordt zes centimeter verplaatst in noordoostelijke richting. Daarnaast vragen wij de ontwikkelaar om bij het ontwerp van het bouwplan rekening te houden met de privacy van omwonenden, bijvoorbeeld door het plaatsen van balkonschermen aan de zijkanten van de balkons. Een belangrijk deel van de inhoud van de zienswijzen heeft betrekking op de uitvoering van het bouwplan en niet op het bestemmingsplan. Om die reden vragen wij de ontwikkelaar om de uitvoeringsaspecten te bespreken met de omwonenden. Dit zal hoogstwaarschijnlijk op dezelfde wijze plaatsvinden als de inloopavond van het bestemmingsplan.
7
Regels
60
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
61
Hoofdstuk 1
Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
1.1 plan het bestemmingsplan Starterswoningen Langetaam Maasland met identificatienummer NL.IMRO.1842.bp14ML03-va01 van de gemeente Midden-Delfland. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels. 1.3 aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.4 aan-huis-gebonden beroep een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.5 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.6 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.7 bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.8 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.9 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.10 bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.11 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
62
1.12 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.13 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is. 1.14 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.15 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel. 1.16 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.17 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.18 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.19 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. 1.20 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak. 1.21 peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan. 1.22 seksinrichting het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen. 1.23 voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. 1.24 webwinkel een specifieke vorm van detailhandel met eventuele uitstalling, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en zowel per post worden geleverd als ter plaatse afgehaald worden.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
63
1.25 zijerf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
64
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3 breedte, lengte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren. 2.4 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.5 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.7 vloeroppervlakte de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
65
Hoofdstuk 2
Artikel 3
Bestemmingsregels
Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en parkeren bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; b. balkons voor gestapelde woningen. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd; b. in afwijking van het bepaalde in lid m3.2 onder a is een uitbouw aan de voorgevel van het hoofdgebouw toegestaan, met in achtneming van het volgende: 1. de diepte bedraagt ten hoogste 1 m gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw; 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m; 3. de breedte bedraagt ten hoogste 2/3 van de gevelbreedte; c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste: 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en grenzend aan openbaar gebied; 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen elders; 3. 2 m voor tuinmeubilair; 4. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
66
Artikel 4
Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen; b. fiets- en voetpaden; c. parkeerplaatsen; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, abri's en water. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
67
Artikel 5
Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; b. deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen. 5.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 5.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal woningen ten hoogste het aangegeven aantal; c. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte; d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen; e. balkons en dakterrassen bij hoofdgebouwen zijn alleen toegestaan in het geval van gestapelde woningen. 5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen a. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m; b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; c. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn dakterrassen toegestaan, waarbij de bouwhoogte mag worden overschreden door een afscheiding van ten hoogste 1 m, met dien verstande dat de afscheiding aan de zijgevel ten hoogste 1,8 m mag bedragen; g. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m; h. de diepte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 50% van de diepte van de woning uitsteken achter de achtergevel; i. het gezamenlijke grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van de oppervlakte van de bij het hoofdgebouw behorende gronden met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van niet minder dan 15 m² van de bij het hoofdgebouw behorende gronden onbebouwd en onoverdekt blijft; j. het oppervlak van 50 m² mag worden vermeerderd tot 80 m² indien de oppervlakte van de bij het hoofdgebouw behorende gronden buiten het bouwvlak ten minste 250 m² bedraagt. 5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn of op een afstand van 1 m of minder van openbaar toegankelijk gebied, bedraagt ten hoogste 1 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
68
5.3 Specifieke gebruiksregels Voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels: a. het aan-huis-gebonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit wordt door de bewoner van het desbetreffende pand uitgeoefend; b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²; c. ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt in voldoende parkeergelegenheid voorzien; d. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten hebben geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; e. het gebruik ten behoeve van seksuele dienstverlening is niet toegestaan.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
69
Hoofdstuk 3
Artikel 6
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
70
Artikel 7
Algemene bouwregels
7.1 Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt. 7.2 Voldoende parkeergelegenheid a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
71
Artikel 8
Algemene afwijkingsregels
8.1 Maten en bouwgrenzen Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
72
Artikel 9
Algemene wijzigingsregels
9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
73
Hoofdstuk 4
Artikel 10
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
74
Artikel 11
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Starterswoningen Langetaam Maasland'.
Rho adviseurs voor leefruimte
400056..18518.00
Verbeelding
LEGENDA Plangebied
t. ·.·.·. ·+
Plangrens
Enkelbestemmingen Tuin Verkeer- Verblijfsgebied Wonen
T
v-vs
w
Bouwvlakken
I
I
bouwvlak
Bouwaanduidingen [ (s~a;1)]
specifieke bouwaanduiding- 1
Maatvoeringen
0 (i)
maximum aantal wooneenheden maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
b"tomm'""'•''" 63
D
Starterswoningen Langetaam
Maaslan~ noordpiJl
identificatie
planstatus
identificatiecode
datum
status
schaal
: 1:500
NL.IMR0.1842.bp14ML03-va01
21-02-2014
concept
afmeting
:A3
22-12-2014
voorontwerp
bladnummer
:1
projectnummer
02-03-2015
ontwerp
aantal bladen : 1
400056.18518.00
n.t.b.
vastgesteld
bestand
W'/////~
Rho ADVISEURS VOOR LEEFRUIMTE
1\
Midden-Delfland
gemeente
postbus 150 3000 AD Rotterdam 010-2018555
[email protected] www.rho.nl
tekening
referte getekend
: OZYG-BPL
: ir. R.J.M.M. Schram : ing. E.J. Dekkers
1"/////////.
Rho ADVISEURS VOOR LEEFRUIMTE