losse nummers f 3,50
Midden-Del Midden- Delfkrant 47
Zouteveens eweg 27, Arckesteyntekening Paul Westerdijk
verschijnt zes maal per jaar
negende jaargang nr. 1, maart 1985
2
Midden-Delfkrant REDACTIONEEL negende jaargang nr. 1, maart 1985 De Midden-Delfkrant verschijnt zes maal per jaar Redactie: Arie van den Berg Jacques Moerman Arie Ol sthoorn Marika van Ooststroom Frits van Ooststroom Aad van Paassen Gerard Peet Henk Tetteroo Verder werkte(n) mee: Cora Schutj e s, Angelique Boel Fotografie: Fred Hess, 's -Gravenhage Vormgeving en productie: Frits van Ooststroom, Gerard Peet Druk: Sieca Repro B. V., Delft Overname van artike l en is in vele gevallen mogel1jk in overleg ~et de redactie.
Een nieuwe Zente, een nieuwe MiddenDeZfkr>ant ! Het begin van de negende jaar>gang, met str>aks de JubiZeumMidden-DeZ[kY'ant-nW11171eY' 50 . Een nieuwe kY'ant en ook een gedeeltelijk nieuwe r>edactie met een nieuwe taakver>deling. Nieuw zijn de r>edactieleden Aad van Paassen en (weder>om) Henk Tetter>oo . Nieuw is ook het r>edactie- adY'es : Oostveenseweg 6 te Schipluiden, Ar>ie Olsthoor>n is de nieuwe r>edactie-coör>dinator>. Ook voor> de over>ige r>edactieleden zijn gedeelteZijk nieuwe taakafspr>aken gemaakt. Gezocht wor>dt nog naar> hulp bij de pr>oductie (het 'lay-outen') van de kY'ant, een secur>e en tijdY'ovende activiteit . In dit nW11171er> alZer>eerst opnieuw aandacht voor> de Zuchtvervuiling in zuidelijk Midden~DeZfZand en het standpunt van de ZokaZe boer>en hierover>. Ook beZangr>ijk nieuws over>
Rijksweg 19 met foto's van de nieuwe maquette met de aquaduct- variant. Een uitgebr>eid ar>tikel over> de boer>der>ijen van de voonmaZige Br>oekpo_lder; achter>gr>onden over> de activiteiten van de NAM in MiddenDeZfland; nogmaals de eventuele beper king van door>gaand ver>keer> op de middendelfZandse polderwegen en een ver>haaZ over> wat de schatteY's in Midden- DelfZand bezighoudt . Kortom: veel afwisseling en hopeZijk veel leesple zier> . De omslagen in 1985 zullen getekend worden door PauZ Wester>dijk, voorwaar> geen onbekende in onze kY'ant.
Kopij en suggesties voor kopij Z1Jn van harte welkom bij de redactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven. Redactie-adres: Oostveenseweg 6, 2636 ED Telefoon (01738) 86 30
Schipluiden
Uitgave De Midden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum Midden-Delfland. Abonnementen op de }!idden-Delfkrant z1jn alleen mogelijk door lid te worden van de ~lidden -Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 22,50 per jaar, voor jeugdleden (t/m 17 jaar) f 7,50. Aanmelding door storting op post rekening 392463 ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (010) 74 25 98, of schrijven aan: Secretariaat Midden- Delfland Vereniging, Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen . Op zegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn v an vier weken.
c/VfiddenEDelflaJld · CVereniging Secretariaat
Bestuur
Midden- Delfland Vereniging Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 74 25 98 Postrekening 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143
J.H. Schutjes, voorzitter Holierhoek 10, 2636 EJ Schipluiden Telefoon (01738) 89 27
Doel de bevolking van Midden-Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied; het kritisch volgen van dit beheer en van de voorbereiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kon takten. (arti kel 2 van de statuten)
F.W. van Ooststroom, secretarispenningmeester/natuur en landschap Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 74 25 98 J.G.M. Peet, inspraak en voorlichting Oosteinde 167, 261 1 VD Delft Telefoon (015) 12 45 52 S. van der Kooij, landbouw Zuidbuurt 29, 3141 EN Maassluis Telefoon (01899) 143 96 P.W . van Winden, landbouw Schieweg 166, 2627 AS Delft Telefoon (015) 56 31 17 J.P. van Noordt, landbouw Hestgaag 96 b, 3155 DJ Maasland Telefoon (01899) 181 57 J.A.A. Delsman, recreatie Krekelpad 6, 2623 EV Delft Telefoon (015) 61 47 05
Midden-Delfkrant
3
Luchtverontreiniging in zuidelijk Midden-Delfland
Nummer 3 van dit blad van vorig jaar was geheel gevuld met informatie over de gevolgen van luchtverontreiniging in zuidelijk Midden- Delfl and. Sindsdien is er natuurlijk weer het een en ander gebeurd naar aanleiding van de gegevens die in oktober en november van het vorige jaar bekend werden. In november (28- 11-1984) werd in de Reconstructiecommissie nog even kort gesproken over de problematiek. Veel nieuws was er toen niet te melden. Wel werd, op voorstel van de vertegenwoordiger van de MiddenDelfland Vereniging, gesproken over de mogelijkheid in het werkplan van de Reconstructiecommissie voor 1985 wat extra aktiviteiten m.b.t. deze problematiek op te nemen: -onderzoek n'aar de omvang van de gevolgen van de luchtverontreiniging, dus ook onderzoek in Duifpolder, Commandeurspolders, Zouteveensche Polder; -onderzoek naar de mogelijkheden van schadevergoeding (b.v. via gerechtelijke stappen) voor de gedupeerde agrariërs. De Reconstructiecommissie besloot
dat het eerstgenoemde onderzoek géén taak voor de commissie was (zodat het de vraag is of het ooit wel zal gebeuren!) en dat nader onderzocht zal worden of het tweede gevraagde onderzoek op het werkplan geplaatst kan worden als pro-memoriepost. Op basis van deze gedachten zal een en ander in de subcommissies besproken worden, waarna een definitief besluit genomen kan worden. Tpt slot werd door de vertegenwoordiger van de r1idden-De lfland Vereniging ook nog gevraagd er voor te zorgen dat boeren die op éénjarige basis grond in het Lickebaertgebied pachten goed worden voorgelicht over de milieuproblemen daar. Gesprek met Minister Winsemius Op 13 december 1984 vond een gesprek plaats tussen de voorzitter van de Reconstructiecommissie, vertegenwoordigers van provincie, Rijnmond en de landbouw, en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde~ ning en Milieuhygiëne. Van dit gesprek kreeg de Reconstructiecommissie het volgende
verslag: "Na een schets van de historische ontwikkelingen legt de voorzitter van de Reconstructiecommissie de vraag voor hoe de relatie gezien moet worden tussen een vastgesteld programma met voor het onderhavig gebied de funktie landbouw en het beleid vanuit Milieubeheer. Na een brede discussie hierover werd door de Minis ter geconcludeerd dat: a. aan het vastgestelde programma op basis van de Reconstructiewet geen extra titel kan worden ontleend waarop een vermindering van de fluoruitstoot kan worden verlangd; b. nadrukkelijk gevolgd moet worden hoe de werkelijke emissie, ook van koper en molybdeen, zich in de tijd ontwikkelt; het lijkt erop dat met name pieken belangrijk zijn voo r de depositie; c. door de gezamenlijke landbouw, met steun van bestuurderen, de individuele ondernemingen aangesp roken moeten worden voor een schaderegeling; hiertoe zou een bemiddelingscommissie ingesteld moeten worden; d. naar het oordeel van de Minister het Luchtverontreinigingsfonds niet
foto Fred Hess
4 negende jaargang nr. I, maart 1985
Standpunt van de veehouders
1n
de Zuidbuurt
aanspreekbaar is voor schadeloosstelling; hier is geen sprake van zgn. evenementen; e. nader onderzoek op gang gebracht moet worden t.a.v. de normstelling t.a.v. fluoriden en naar de relatie luehtconcentratie-gewasconcentratie; de fluornorm uit het IMP- Lucht stelt geen afdoende bescherming tegen schade bij landbouwhuisdieren ("Op basis van een door de Gezondheidsraad uitgebracht advies is een interimgrenswaarde voor de luchtkwaliteit opgenomen met het oog op de bescherming van planten en vee. Deze waarden worden echter alleen rond enkele grote bronnen overschreden"); deze norm zou aangescherpt kunnen worden; de Minister is bereid om op basis van nieuwe informatie de Gezondheidsraad om advies te vragen."
Aan de betrokken veehouders was op de voorlichtingsavond over de luchtverontreinigingsproblemen van eind oktober 1984 gevraagd na te denken over wat hun wensen waren voor de verdere toekomst. De veehouders hebben intern over een en ander overlegd en hebben begin 1985 de volgende voo rstellen aan de Reconstructiecommissie doen toekomen.
3. l
;Ondergetekenden willen hierbij een aantal voorstellen doen met betrekking tot de luchtverontreinigingsoroblematiek in de Zuidbuurt. Deze voorstellen zijn gegroepeerd aan de hand van twee belangrijke uitgangspunten.
Uitgangspunt 2
Vervolg van de procedure
Uitgangspunt
Nu reeds één gesprek is gevoerd met de E.B.B. (Bedrijfsleven, Stichting Europoort Botlek Belangen, op 8 november 1984) en Minister Winsemius (op 13 december) zal de heer Noorland opnieuw overleg voeren met de E.B.B. (op 21 februari 1985) met een schaderegeling voor de interimtermijn als uitgangspunt.
De nroblemen dienen aan de bron te worden aangepakt, zodanig dat het over een beperkt aantal jaren mogelijk moet zijn om in de Zuidbuurt landbouw te bedrijven zonder hinder of schade van luchtverontreiniging te ondervinden. Dit betekent niet dat industriële bedrijven zouden moeten verdwijnen, maar wel dat de uitworp van stoffen aan banden wordt gelegd.
Daarna zal opnieuw overleg gevoerd worden met de agrariërs uit de Zuidbuurt. Het Bureau van Uitvoering stelt een voorstel op teneinde de vaststellingsprocedure (van het Deelplan Lickebaert) parallel aan boven genoemd overleg te laten verlopen. Tweede Kamer Heel kort is de problematiek ook al in de Tweede Kamer aan de orde geweest bij de behandeling van de Landbouwbegroting voor 1985 (op 7 en 8 november 1984). De Minister we rd gevraagd wat hij dacht te gaan doen (o .a . Tommel van D'66) en of hij de mogelijkheden voor schadevergoeding zou willen verbeteren (Tazelaar van PvdA). De minister werd gevraagd, door o.a. Tommel van D'·66, wat hij dacht te gaan doen en of hij de mogelijkheden Reconstructiecommissie MiddenDelfland inmiddels opdracht heeft gegeven tot een onderzoek (dat op het moment dat de Minister dat zei dus al klaar was! Redaktie), en dat de Commissie zich beraadt op de consequenties van dat rapport.
In dit verband wordt het volgende aan Gedeputeerde Staten gevraagd (een en ander in samenwerking met het Openbaar Lichaam Rijnmond en de Reconstructiekommissie): J. Er moeten duidelijke afsnraken gemaakt worden met de industrie over het terugdringen van de luchtverontreiniging tot een zodani g niveau dat er geen hinder of schade ondervonden wordt. Deze afspraken dienen te worden vastgelegd in een saneringsprogramma waarin termijnen en sancties worden gesteld. Binnen een termijn van drie jaar zou optimale landbouw weer mogelijk moeten zijn in de Zuidbuurt. Dit betekent ook dat er voorlonig geen snrake mag zijn van een ontheffing van de sarieringsstatus van het Riinmond . Bi.i minister 1-linsemius van VROM dient onder de aandacht te worden gebracht, dat hiervan nas snrake mag zijn als de feitelijke milieuhygiënische situatie daartoe aanleiding geeft. 2. Er nauwlettend oo toe te zien dat de industrie zich aan de gemaakte a~snraken houdt.
In afwachting van een toekomstig schoon milieu in de Zuidbuurt, waarin optimale landbouw mogelijk is, dient op korte termijn gestreefd te worden naar ·een situatie, waarin elke veehouder kan kiezen uit de volgende mogelijkheden: a. Voortzetten van het eigen bedrijf in de Zuidbuurt met een gegarandeerde bedrijfsbegeleiding schadevergoedingsregeling, zolang de milieuhygiënische omstandigheden daartoe aanleiding ~even.
b. Gebruik maken van een zodanige uitkoonof verplaatsingsregeling, zodat elders een gelijkwaardig bedrijf kan worden opgezet. De achterstand van het huidige bedri .i f dient daarbij niet als basis voor de vergoeding. Om deze situatie te bereiken wordt aan Gedeputeerde Staten het volgende gevraagd: 5. Instelling van een intensieve begeleiding van de bedrij ven in de Zuidbuurt, eventueel door ondersteuning van de WORR (Werkgroep Onderzoek Rundveefluorose Rijnmond). Met betrekking tot deze begeleiding het volgende: a. De begeleiding dient zich te richten op tenminste fluorideverontreiniging en kopergebrekproblemen. Zowel onder.z oek van de Reconstructiecommissie als van de Universiteit van Utrecht geven hiertoe aanleiding. 1-'anneer zich andere milieuhygiënische problemen voor zouden doen, dient hieraan ook aandacht te worden besteed. b. Er dient regelmatig bemonstering plaats te vinden van weidegras en ruwvoer, met name in het groeiseizoen is dit tenminste wekelijks nodig (om piekbelasting te kunnen meten).
5
Midden-Delfkrant c. De uitslagen van de monsters dienen zo spoedig mogelijk aan de veehouders te worden doorgegeven, zodat nog maatregelen kunnen worden getroffen bij het gebruik van de bemonsterde partijen/percelen. d. In de begeleidingscommissie (of -werkgroep) dient een veehouder uit de Zuidbuurt als streekvertegenwoordiger te worden opgenomen. 6. De veehouders lijden als gevolg van luchtverontreiniging permanent schade aan marktbare produkten (zoals melk, vlees, gewassen) en andere vormen van bedrijfsschade (zoals extra arbeids inzet en veevoer en dierenartskosten). Deze schade dient te worden berekend door een deskundige en onafhankelijke instantie. De schadeberekeningen dienen zoveel mogelijk ook met terugwerkende krach t te worden uitgevoerd, voor alle bedrijven in de Zuidbuurt. Voor de periode 1976 tot en met 1980 heeft in het verleden een schadeberekening plaatsgevonden voor een aantal bedrijven waarbij door de industrie 60% is uitgekeerd. Door nieuwe inzichten op basis van de beide recent verschenen onderzoeken dienen de berekeningen en vergoedingen over deze pe riode hernieuwd bespreekbaar te zijn. Voor de periode 1981 tot en met i983 is door de industrie geen schadevergoeding meer -betaald, maar slechts de kosten van een beperkte bedrijfsbegeleiding door de WORR bij een aantal bedrijven en de meerkosten voor zogena~de anti-fluoridekorrels. 7. De kosten als gevolg van punt 5 (de bedrijfbegeleiding + extra kosten, o.a. de meerkosten van de aluminiumkorrels) en punt 6 (de daarnaast geleden schade door milieuveront reiniging) dienen Gedeputeerde Staten in te brengen in het overleg met de industrie. Voor het geval dat dit onvoldoende resultaat levert, dienen de betrokken overheden zich (mede)garant te stellen. Voor alle duidelijkheid: het gaat naast de aktuele schade ook om de schadevergoeding voor de achterliggende jaren. De reeds eerder uitgekeerde bedragen door Stichting Europoort Botlek Belangen, dienen hierop uiteraard in mindering te worden gebracht. 8. In de Zuidbuurt dient regelmatig bemonstering te worden uitgevoerd van bodem, water en lucht om verontreinigingen tijdig op het spoor te komen en maatregelen te kunnen nemen',
Werkgroep Veehouderij Zuidbuurt, A. Dijkshoorn, veehouder J. Dijkshoorn, veehouder H. van der Kamp, dierenarts S. van der Kooij, veehouder T. Rennen, Centrum Landbouw en Milieu P. van der Sar, veehouder/akkerbouwer P. Sonneveld, veehouder
Lierse Bronnen I I I Twee jaar geleden publiceerde de werkgroep Oud-De Lier een bewerking van de rekeningen van de kerkmeesters (1600- 1625) en van de rekeningen van de heilige- geestmeesters (1 577-1624) in de serie 'Lierse Bronnen'. Als derde dee 1 t_i e in deze serie in nu verschenen 'De rekeningen van de molenmeesters van de Oud Lierpolder (1569- 1625)' en 'De rekeninge;,. van de molenmeesters van de Hoefpolder (1604-1625)', tezamen 166 bladzijden, waarvan 16 bladzijden index en beide series rekeningen voorafgegaan door
BolZen in de gPoentetuin
Je kunt geen boerderij in M- Delfland langsfietsen of je ziet wel vóór, opzij of ·achter het huis 'n groentetuin; klein of groot met of zonder bonestaken. In de winter staat de boerenkool te overwinteren. De lente betekent: omgespitte grond; klaar om te zaaien en de koude bak staat vol kleine plantjes om zo de volle grond in te gaan. 'n Groentetuin hoort bij 'n boerderij als een hooiberg, de geur van mest en het vertrouwde beeld van een blauwe overall. Al worden de kroppen sla nog zo goedkoop, ze staan in elke groentetuin, onuitroeibaar. Wat je er zelden of nooit ziet z~Jn de sprieten van een klein bolletje 'Allium sativum' oftewel knoflook. Knoflook is hier gemakkelijk te telen. Maar nu eerst de positieve kanten van deze 'stink'bol. Knoflook is van oudsher 'n middel tegen ziekten van allerlei aard. Er worden goede eigenschappen aan toegewezen. Zo zou het astma bestrijdende eigenschappen bezitten, opwekkend zijn, bloeddruk verlagen, aderverkalking afremmen en infecties in het maagdarmkanaal bestrijden.
een inleiding van enkele pagina's. Beide polders ziin gelegen binnen de grenzen van de gemeente De Lier en geven met name voor genealogisch geinteresseerden aanvullende informatie over een pe riode waarin nauwelijks DTB-gegevens voorhanden zijn. Lierse Bronnen III is te bestellen door overmaking van f 20,-- ( incl. verzendkosten) op girorekening 1593911 t.n.v. K.F. van Dijk te De Lier.
Enkele jaren geleden las ik 'n interview met een rus van 106 jaar. Ze vroegen hem naar zijn eetgewoonten, hij leefde hoofdzakelijk van bruinbrood met knoflook ••• Roemeense en Joegoslavische schaapherders maken hun dagenlange tochten door de meest onherbergzame streken op een rantsoen van brood en rauwe knoflook. De bouwers van de pyramiden in . Egypte aten dagelijks knoflook en het werd daar zelfs gebruikt als betaalmiddel: vijf kilo knoflook voor een slaaf. Pythagoras noemde knoflook de koning van alle kruiderijen (en wie zou er aan die stelling twijfelen?). In 1970 werd in Californië door geleerden ontdekt dat knoflook een probaat middel is tegen muggen. Zij bestreden met succes vijf verschillende soorten muggen met een aftreksel van knoflook. Jammer dat wij Nederlanders niet zo gek zijn op knoflook, onze honden zijn er dol op. Zet een pakje Beursin op tafel en laat de hond alleen in de kamer. Als je terugkomt is Beursin inclusief verpakking verdwenen. Behalve als voedsel, medicijn en betaalmiddel was dit onmisbare bolletje 'n bron voor volkslegenden.
En wat jtuisteren de heksen? 'Stop knoflook en peterselie in je laarzen, dan is de duivel je nooit de baas en ga straks in de kerk met je billen op zoveel vingers zitten als jullie kinders willen, en wil je geen kroost, begraaf een roestig slot bij nieuwe maan in je hoenderkot!' (Schetsen uit het Hongaarse volksleven Hans Warren) Knoflook is als mest oo 't grasland: 't stinkt maar 't ruikt toch lekker! l~rika
van Ooststroom
6 negende jaargang nr.
Rijksweg 19
De gebeurtenissen rond Rijksweg 19, waarover W1J 1n ons laatste nummer van 1984 berichtten, hebben inmiddels een vervolg gehad. Nog één keer, eind januari 1985, heeft de Reconstructiecommissie zich over deze Rijks.weg gebogen. De kaarten lijken nu volledig geschud voor de uiteindelijke beslissing in de Tweede Kamer. Een kleine teru gblik De decembervergadering van de Reconst ructiecommissie leverde een brief op aan Mi nister Smit- Kroes waarin de Reconstructiecommissie haar 'laatste' woord sprak over de inpassing van de weg in het lands chap van Midden- Delfland. De Hinister werd daarin tegemoet gekomen wat betreft haar wens de weg op maximaal 60 cm. boven maaiveld aan te leggen, en daarbij werd de Minis ter op het hart gedruk t dat er toch echt een aquaduct onder de Gaag tussen Den Hoorn en Schipluiden zou moeten komen om nog enigszins van 'inpassing in het landschap' te kunnen spreken. De brief aan de Minister werd op 6 december verstuurd, en daar eindigde ons vorige verslag. Hoe het verder verliep Op 3 december werd in een Kamercommissie gesproken over Rijksweg 19. Op verzoek van een paar kamerleden beloofde de Minister toen een notitie aan de Kamer te zullen sturen zodra ze van de Reconstructiecommissie had gehoord wat de wensen rond de inpassing zouden zijn. Die brief werd, zoals bekend, op 6 december verzonden omdat aan de Reconstructiecommissie was gezegd dat er op JO of 11 december in .de Tweede Kamer over gesproken zou worden. Dat bleek niet het geval te zijn. Geen debat over Rijksweg 19, maar wel een brief van de Minister aan de Tweede Kamer waar in ze ver telt het grotendeels eens te zijn met de Reconstructiecommissie en waarin ze de brief van de Reèonstructiecommissie van 6 december ook meestuurde. In deze brie f aan de Tweede Kamer schrijft de Minis ter niet alleen dat er ' in hoge mate overeenstemming is bereikt' met de Reconstructiecommissie, maar ook dat het voor haar de vraag is of 'toepas sing van een aquaduct (meerkosten per saldo circa 25 miljoen gulden) om landschappelijke redenen zoveel voordelen biedt' . .
I,
maart 1985
Boosheid bij de Reconstructiecommissie De brief van de Minister, en ook het feit dat er op 10/11 december helemaal niet in de 2de Kamer over de Rijksweg was gesproken maakte een groot aantal leden van de Reconstructiecommissie uitzonderlijk kwaad. Kwaad omdat de haast om in de novembervergadering nog een brief aan de Minister te sturen nergens voo r nodig was geweest. Kwaad ook omdat de Minister vrij nonchalant het aquaduct terzijde schoof. Een nijdige brief werd voorbereid om de Minister te laten merken dat de
Midden-Delfkrant Reconstructiecommissie niet bereid was om helemaal over zich heen te laten lopen. Tijdens de Reconstructiecommissievergadering van 23 januari 1985 zou deze brief worden vastgesteld ·en verstuurd. De Minister zou te ho.r en krijgen dat de Commissie op een afkeurenswaardige wijze ten onrechte onder druk was gezet in november, en dat het geen pas gaf het aquaduct zomaar terzijde te schuiven. Maar de Minister had nog een verrassing in petto. Op 23 januari lag er op de tafel voor de leden van de Reconstructiecommissie ineens weer een brief van de Minister. In die brief deelt zij mede dat ze
toch maar voor een aquaduct heeft gekozen . De Reconstructiecommissie was uiteraard verrast . De boze brief die ze " had willen schrijven was enigszins overbodig geworden,omdat nu alsnog aan de wens dat er een aquaduct moest komen, tegemoet was gekomen. De Reconstructiecommissie stond, kort gezegd, met de mond vol tanden. En zweeg dan ook; er kwam geen brief. Wel werd besloten de behandeling van een en ander in de Tweede Kamer te volgen, en indien noodzakelijk naar aanleiding daarvan alsnog iets te ondernemen. Het woord is dus aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer moet nu een oordeel . vellen over de inpasbaarheid van de
7
weg. Daarnaast moet zij, zo is najaar 1980 afgesproken, een oordeel vellen over de noodzaak van de weg.
In een volgende Midden- Delfkrant zal de WePkgPoep Stop Rijksweg 19 de gang van zaken bij de 'akkooPdVePklaPing' van de Reconstructiecommissie van cammentaaP vooPzien. Links boven: explicatie dooP wooPdvoePsteP van RijkswatePstaat. Links ondeP: kruising Woudseweg :RW 19. Rechts boven: viaduct- vaPiant vooP kPuizing RW 19 en de Gaag. Rechts ondeP: aquaduct- VaPiant . foto's FPed Hess
8 negende jaargang nr. I, maart 1985
De akkerdistel (vervolg)
In de Midden-Delfkrant van november 1984 schrijft de heer J.P. van Noordt dat de akkerdistel een bedreiging vormt voor Midden-Delfland. Met tranen in de ogen kijkt hij dan naar borden, waarop aangegeven staat wat de aanleg van de rekreatievoorzieningen gekost heeft. Tot slot worden de werklozen weer eens ingezet om het probleem op te lossen. Het is positief dat de heer Van Noordt nog tranen in de ogen kan krijgen, de meeste mensen zijn al verleerd hun gevoelens via tranen te uiten. Bij het lezen.van eerdergenoemd artikel werd mijn door eelt beschermde ziel geraakt. Uit het artikel blijkt dat zelfs veehouders verder van de natuur afgegroeid zijn dan het beroep zou doen vermoeden en dat ze zakelijk gezien alleen op de eigen nering letten, Eén van de grondwetten van de vegetatiekunde is 'Alles is overal maar het milieu selekteert'. Dat wil zeggen dat als een weiland in goede conditie wordt gehouden, het gras er optimaal zal groeien en de distel géén kans krijgt. ~ls de boer het weiland niet goed onderhoudt en er door de zachte bovenlaag heengetrapt wordt, krijgen op de kale plekken akkerdistels een kans. Er zijn middelen in de handel die vrij gericht de grassen sparen en de tweezaadlobbigen (waartoe ook de akkerdistel behoort) bestrijden. Het maakt naar mijn mening nauwelijks uit of er al dan niet een veld distels in de omgeving staat. Ook al zou de gehele Broekpolder weidegebied zijn dan nog zou de akkerdistel op kaalgetrapte weilanden in Midden-Delfland groeien. Naar mijn mening d i ent de akkerdistelverordening in Zuid-Holland zo snel mogelijk te worden opgeheven, In andere provincies, o.a. Noord-Brabant, is dat ook geschied. Nu wordt nog te gemakkelijk, met de verordening in de hand, gesteld dat grote percelen met chemische bestrijdingsmiddelen dienen te worden aangepakt. Daarbij worden niet alleen de akkerdistel maar ook alle andere tweezaadlobbigen vernietigd. Als gevolg daarvan verdwijnen ook de putters en andere zaadetende vogels en de bij de diverse planten behorende vlinders en insekten. Als recreatiegebied zal de
Broekpolder dan een stuk minder aantrekkelijk worden. Maar de heer Van Noordt heeft een andere oplossing. De uitkeringstrekkers mogen gaan frezen en schoffelen in de natuur. Ik denk dat we ons eerst af moeten vragen of bepaalde werkzaamheden echt nodig zijn. Door een distelvegetatie te frezen worden de wortelstokken in kleine delen gesneden. Voorts houdt een distel van braakliggende grond, dus freezen is een ideaal middel om de akkerdistel
Akkerdistel
te doen vermenigvuldigen en langdurig in stand te houden. Dan maar weer frezen, dat geeft weer werk in de natuur, maar is dat nu zinvol bezig zijn? De idee van tewerkstelling op de door de heer Van Noordt voorgestelde manier is net zo dwaas als dat ik zou voorstellen dat de heer Van Noord iemand in dienst zou moeten nemen om de akkerdistel uit zijn weiland te trekken, Hij zal dan zeggen dat hij daar geen geld voor heeft. Naar mijn mening heeft de overheid geen geld om zinloze en tegennatuurlijke arbeid te doen, G,J, Davidse, Tuin- en landschapsarchitekt
foto Pred Hess
Midden-Delfkrant Boerderijen
•
1TI
de Broekpolder
Als men in vroeger tijden, laten we zeggen zo rond 1950, besloot om vanuit de oude stad Vlaardingen via de Broekweg naar de Boanerviiet te gaan, dan had men een aardige wandeling voor de boeg. Gaande vanaf de Afrol rechtsaf de Broekweg op, kreeg men na de bocht bij het huidige marktterrein, al snel de boerderij Hoogstad in zicht, na aan de rechterzijde de zogenaamde Meewoning te zijn gepàsseerd . . Aan de overkant van 'Hoogstad', waar nu Dr. Moerman woont, lag de boerderij van Flip en Piet Sonneveld, de Engelsche Bogaard genaamd. Deze hoeve moest destijds plaats maken voor het Kolpabad. Slechts een enkele boom herinnert nog aan die boerderij. Als we onze :weg vervolgen en gemakshalve Rijksweg 20 even wegdenken, dan kunnen we zonder problemen bij de huidige padvindersboerderij op de bocht van de Broekweg aankoersen en zo de Broekpolder in om, ter hoogte van de 'Broekheul' (een onderdoorgang voor water), lijnrecht naar de Vlietlanden te wandelen. Aangekomen bij de Boonerv liet had men er dan wel een uurtje stevig lopen op zitten. Na de 'Engelsche Bogaard' lag en ligt aan de noordzijde van de Broekweg, tegenover het Van Heutzpark, de boerderij van In 't Hout. De boerderij na de bocht en die nog net in de Aalkeetbuitenpolder staat, is die van de hoogbejaarde Jacob Hoogendam. Momenteel huizen hier 'Die Flardinga Ruiters'. De boerderij ernaast stond destijds in de Broekpolder, net op de grens ervan. Die grens, de Rijskade, liep juist langs het erf. In die hofstede woonde Maarten Hoogendam. Zijn huis werd het kooihuis genoemd, want hij was kooiker of kooiboer van de verderop gelegen eendenkooi. Maarten lvas een broer van de eerder genoemde Jacob Hoogendam. De kooiwoning of kooiboerderij Kooiboer Maarten Hocgendom diende oo I februari 1960 zijn oude boerderij te verlaten. Door opspuitingsaktiviteiten in de Broek- en Aalkeetbuitenpolder was de 300 jaar oude boerderij zo gekraakt dat de bouwpolitie verdere bewoning verbood. Of de heer Hocgendam maar o~ wou krassen. Die drie eeuwen ouderdom waren de kooihoeve wel aan te zien . Zware eikenhouten balken droegen de zoldering; in de betegeling boven de oude schoorsteenmantel in de grote holle kamer, tegenover de bedsteden, stond de eendenkooi afgebeeld. Toen Hocgendam de mededeling over zijn
9
'Tijd-schrift' nummer 31 (september 1984) van de Historische Vereniging Vtaardingen was bijna geheet gewijd aan de Broekpotder. De geschiedenis van de opspuiting met giftig havenstib en het eenzame verzet hiertegen van Gjatt van der Moten (1869- 1957) krijgen terecht votop aandacht . He t nummer is te verkrijgen o.a. op het redactie-adres van de HVV: Markt ?, 3131 CR Vtaardingen, telefoon (010) 34 33 46. De auteur, Frans Assenberg, besteedt ook een hoofdstuk aan de voormatige boerderijen van de Broekpolder. Hieronder een topografische kaart van de Broekpotder uit !:_ 1850.
10 negende jaargang nr. I, maart 1985 onvrijwillige aftocht in ontvangst had genomen, klopte hij als een speer de tegeltjes van de muur, vernakte ze eigenhandig stuk voor stuk in papier en deed ze zorgvuldig in een kist. Er werden flinke sommen geld voor geboden, maar Maarten peinsde er echter niet over van de tegeltjes afstand te doen. Hij beschouwde hen als relikwieën, nadat alles wat hem lief was, was weggevallen en hij bovendien nog de polder moest verlaten. Hocgendam was niet alleen kooiker, hij was ook boer. De grote, tegen de woning aangebouwde koeienstal, de boes, en de opslagruimten getuigden van een eens welvarende boerderij. Met lede ogen zag hij de ondergang van zijn omgeving aan. De afbraak van de wonderschone, eeuwenoude eendenkooi in 1958, de ontluistering van de Broekooider en de Aalkeetbuitenpolder ten behoeve van de onspuitingen, de achteruitgang van zijn kooiboerderij, het verschijnen van draglines en tractors, waarvan er zelfs één in zijn schuur stond geparkeerd, vreemde koeien in de boes, enzovoort, dit alles moet wel erg aan zijn hart hebben geknaagd en meer dan ooit zal hij de eenzaamheid hebben gevoeld. Een aantal wonden, geslagen door de expansiedrift van de stad, die daarmee de oercultuur onder de voet liep· of volkomen negeerde. De eendenkooi Niet alleen de kooiboerderij was oud, wellicht stak de eendenkooi haar in ouderdom de loef af . De kooi van Hocgendam was één der grootste in ons land. Het was de natuur in haar oervorm. Oud hakhout met halfvergane essebomen, werd afgewisseld door woekerende heesters, braamstruiken in het bijzonder. In dat geheimzinnige woud priemden de ogen van de roerloze uilen in de half van de bezoekers die slechts bij hoge uitzondering de kooi mochten betreden. Een eendenkooi is een vanginrichting voor eenden en is van Oudnederlandse origine. In het midden van de kooi ligt een plas, afgezet met rietmatten en omgeven met hoog opgaand houtgewas. Vanuit de plan, wed of was, lonen de vangpijpen: gebogen slootjes afgezet met coulissen van rietmatten, overdekt met gaas, naar het eind lager en nauwer wordend en tenslotte uitlopend in een vanghokje. De kooiboer of kooiker lokt de op het wed neergestreken wilde eendensoort (de bout) in de vangpijpen door het strooien van voer, met behulp van zijn stal halfwilde lokeenden èn geholpen door zijn kooihondje, een apart hondenras dat de nieuwsgierigheid van de eenden opwekt. Zijn de eenden ver genoeg opgezwommen, dan komt de kooiker tevoorschijn en jaagt ze zó diep in de pijp dat zij aan het eind in het vanghokje komen en daar worden gegrepen. De ooeningen van de
Midden-Delfkrant
11
pijpen zijn naar alle windstreken gekeerd, zodat als de eenden tegen de wind in neerstrijken er altijd één opening van een vangpijp uitnodigend voor hen gereed staat. Het is overigens merkwaardig dat de lokeenden nooit het laatste gedeelte van de vangpijp binnen zwemmen. Kennelijk hebben zij de gedragingen van hun 'baas' leren doorzien en laten zij zich niet vangen. Aan de eendenkooi is ook het kooirecht verbonden. Dat is een geregistreerd en wettig kooirecht dat een cirkelvormig gebied bestrijkt van 1.130 meter, met als middelount het midden van de kooi. Een gebied waarvan de krenzen door kooipalen worden aangegeven en waarin het verboden is zonder toestemming van de kooibaas veranderingen aan te brengen. Binnen de cirkel mag men niet jagen: rust is de hoofdzaak. \-lerkzaamheden die die rust verstoren waren taboe. Door deze rust was er in het omliggende weiland een 'stiltegebied' ontstaan, wat een gunstig effekt op de omgeving had. De eendenkooi van Maarten Hocgendam was oud toen zij in 1958 werd vernietigd, zó oud zelfs dat haar ontstaan in de archieven niet is terug te vinden, maar in het Kohier van de !Oe penning van VlaardingerAmbacht worden in 1553 al twee eendenkooien op 'Den Broeck' vermeld. De ene is van Jacob Engelsz. (vermoedelijk de hier behandelde) en de andere van Symon Foyssoen. In 1603 werd de kooi gekocht door ene Cornelis Meesz. (ook wel genoemd Cornelis Heesz.Bontekoe) uit de nalatenschap van zijn vader Mees Cornelisz. In 1655 wordt een Cornelis Meesz. van Adrichem als eigenaar van de kooi vermeld. Van Adrichem verkocht de kooi in dat jaar aan Rijck Adrianu van Muyen. Eén van z~Jn erfgenamen, Richard Verschuer uit Rotterdam, verkoopt de kooi aan de Schiedammer Johannes van Gesel en bij die gelegenheid blijkt dat het terrein een achterleen is van de Naaldwijk, waarvan in die tijd de Pruisische koning Frederik lvillem de leenheer was. Een -nakomelinge van Van Gesel, Alida lolaardenbur g, is in 1774 eigenaresse. Als zij is overleden verkoopt haar man Otto van Velden, gepensioneerd luitenant, wonende te Schiedam, in 1781 de kooi aan Mr. Eduard Jacob Penning, die er in 1783 mee wordt beleend door de Prins van Oranje als Heer van Naaldwijk. Uit de laatst genoemde verkopen blijkt overigens dat het lot van de eendenkooi nauw verbonden was met het lot van de boerderij Hoogstad. Vanaf circa 1822 is de familie Dijkshoorn eigenaar van de kooi. In 1847, na het overlijden van Antje van den Berg, vrouw van Pieter Wi llemsz. Dijkshoorn, die al in 1831 was overleden, gaat het goed over aan ~1aria Dijkshoorn, die
getrouwd was met Jan Hoogendarn. In 1860 koopt Maarten Hoogendam, getrouwd met Magdalena Uan in 't Veld, de kooi en de kooiwoning. Maarten overleed in 1902 en bij die gelegenheid wordt de waarde van de kooi geschat op 5.000 gulden en de woning op 3 1.500 gulden. Jacob en Maart en Hoogendam, aan het begin van dit artikel genoemd, waren twee van de elf kinderen van genoemd echtpaar. Het definitieve einde van de eendenkooi komt met de teloorgang van de Broekpolder c.a. Een gebied dat vele jaren nodig had om te worden zoals het was, voordat draglines en baggerspecie er een eind aan maakte, zodat het gebied nu plaats kan bieden aan een hockeyclub en een voetbalvereniging. Polders, ondergegaan in de vaart der volkeren ....... .... . .
Links boven: Broekweg. Links midden: Broekweg 225/225 a, de boerderij van de gebr . KaZisvaart. Links onder: Broekweg 261, de oude hoeve van T. van VZiet. Reahtsboven: Broekweg 265, de boerderij van J. de Jong. Reahtsonder: de boerderij van WiUem Bos. foto's Gemeente- arahief VZaardingen
12 negende jaargang nr. I, maart 1985
grote hoeve met twee te~en elkaar gebouwde woningen aan de voorziJde. Als we nu nog even in gedachten doorlonen zien we verderop de resten van wat eens de nieuwbouwboerderij van Piet Keyzer was. Amper 8 jaar oud werd zij tegen de grond gesmakt. Een modern bedrijf dat het nog nieuwe loodje legde. Onderwij 1 zijn 1ve bij de Boonervliet aangeland. Pal onderaan de kade stonden vroeger de boerderijen van de weduwe Mosterd en een stukje terug de hofstede van l4illem Bos. Het Rotterdamse slopersbedrijf Mes maakte korte metten met de boerderijen want er is geen spoor meer van te vinden. Ook de 'Sint Antonushoeve' of 'De Temnel' van Arie Bos verdween van het to~eel. Boerderijen die hun ontstaan vonden in een periode waar alleen maar een slag naar geslagen kon worden en die alleen in herinnering en op wat panieren afbeeldingen kunnen worden gememoreerd.
Andere boerderijen Verderop aan de Broekweg zag men rechts de fraaie woning van Jannetje de Jong, het enige huisje in de Broekpolder. Met zijn erker en steil dak een aparte verschijning. Het was trouwens het enige bouwsel dat in de Broekpolder aan de oostkant van de weg stond; in de Broekpolder stonden alle boerderijen aan de westkant van de weg. Doordat zij gesitueerd waren op oude kreekruggen, lagen ze om die reden soms ver van de weg af. In verband met wateroverlast was een hogere ligging dan de omgeving noodzakelijk. Kreekruggen boden deze gelegenheid omdat zij een zandige kern bevatten, daardoor boven het land lagen en zodoende droog bleven. Tegenover de woning van Jannetje de Jong lag de schilderachtige hoeve van Piet en Arie Kalisvaart. Een geliefd teken- en schilderobject. Op nr. 257 lag de boerderij van Swerus de Jong en bij de knik in de Broekweg de boerderij van Ton van Vliet, die op I mei 1959 zijn boerderij moest verlaten. Eind oktober 1958 beviel zijn vrouw van een gezonde zoon, waarvan werd verondersteld dat dit wel het laatste 'Broekpolderkind' zou zijn. In plaats van de oude boerderij na het leegkomen te slopen, werd zij eenvoudigweg in brand gestoken. Van Vliet beschikte over 17 bunder of hectare grasland. De grote stal mat 30:40 meter. Bij het slopen werden aardige tegeltjes gevonden, waarop verschillende leuke tafereeltjes stonden afgebeeld zoals tollende kinderen en kegelende mensen. Van onder de houten vloer kwam een grote plavuizenvloer tevoorschijn. De boerderij van Ton van Vliet was minstens 300 jaar oud toen zij werd vernietigd.
Ook langs de Broekkade moesten boerenwoningen het veld ruimen. Zoals voor de Rijksweg de hoeve van Arie Lansbergen; 'Aai' zeiden de Vlaardingers. 'Kuk Ham' boerde hier ook nog op. Verderop verbleef de woning en de taanschuur van J. Kool, Broekkade nr. 3 en op nr. 5 woonde J.Z. de Jong.
Maarten en Jan Hoogendam boerden op de boerderij ernaast, op nr. 263. Hoewel de ouderdom niet kon worden vastgesteld, leed het geen twijfel dat die méér dan een paar jaar was. In het kaartboek van het Gasthuis van Schiedam zit een kaart uit 1572 van Jan Jansz. Potter, 'gesworen lantmeter', waarop heel duidelijk de boerderij en de verkavelingen van de omgeving zijn waar te nemen. Tot aan de opspuitingen bleef deze indeling bestaan. Ook de oude vrijgezel Jacob de Jong met zijn twee ongehuwde zusters moest op I mei 1959 zijn boerenplaats hebben verlaten. Waarschijnlijk was deze boerderij één van de meest pittoreske in de omgeving. Met haar hoge woning en haar lage stal en schuur was zij als een door de natuur gevormd verschijnsel, geheel passend in de omgeving.
Overgebleven is de watersportvereni ging 'De Bommeer' (waarvan zij overigens een aardig stukje is verwijderd). Slechts één enkele boerderij ontsnapte aan de slopershamer. Boerengebouwen waar op het erf alles zo z'n vaste plaats had daar achter Hoogstad, en waar de boer met zijn zoons op een bank voor het huis aan het eind van de werkdag alles besprak omtrent het land en plassen en vaarten in de omgeving, de melkgift, het vee enzovoort. Of zoals de Vlaardinger Jaap Kolkman als Fenand van den Oever schreef:
•Het boerensput weZ oud, maar zeer verre van gammeZ. Zoo is •t met het bouwseZ, niet minder met de grond en het vee. Op bar bestige Zappen Zand grazen in de zomerdag wetgedane koeibeesten, vette meZk en smijige boter gevend. Waar het hoevengedoe Zigt neergehurkt aZs een grafeLijke burcht, fraai kakkestoeZemeiend onder dik Zover•. Helaas, dat is voorbij, bedolven onder baggerspul, vermengd met lood, chroom, arseen, cadmium en nog wat hapklare brokken vergif, zodat er nu kan worden gewandeld en gefietst. Of dat toen niet kon in de Broekpolder.
Hierna volgt de boerderi j van Piet Ve llekoop. Het is een mooie
Frans Assenberg
13
Midden-Delfkrant Schatters, • ervar1ngen en achtergronden
Inwoners en toevallige passanten Z1Jn de afgelopen tijd nogal eens geconfronteerd met een viertal driftig door de weilanden van Midden- Delfland wandelende personages. Onder aanvoering van een indrukwekkend persoon met papieren maken de anderen aantekening in een~ op de kleur na, gelijkogend notitieboekje: een schattersploeg. Hieronder iets over het hoe en waarom van dit gebeuren. Midden- Delfland is een reconstructiegebied . Het wordt dus opnieuw ingericht. Dit betekent dat er ook in het voor de landbouw overblijvend gedeelte gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden om dit zo goed mogelijk in te richten. Voor dit gedeelte worden nagenoeg dezelfde instrumenten toegepast als bij een ruilverkaveling. Een verschil is bijvoorbeeld dat aan een ruilverkaveling een procedure voorafgaat tot aanvraag en er later een stemming onder de betrokkenen wordt gehouden. In Midden- Delfland is een en ander als het ware opgelegd door de Tweede Kamer. Eén van de meest lonende aspecten van een ruilverkaveling of een reconstructie van de landbouw is het bij elkaar brengen van de percelen grond tot één blok, één 'huiskavel'. Dit heeft veel voordelen o.a. kan er in zomer en winter op één plek gemolken worden, de rij-afstanden worden korter e.d. Kortom, een duidelijke verbetering van de werkomstandigheden voor een veehouder. Om dit te bereiken moet er grond geruild worden. Wanneer dat niet help t of niet kan, moet er een boerderij uit gehaald worden naar een open gebied; bijvoorbeeld naar de ·achterkant van de percelen. Dit wordt dan een boerderijverplaatsing. Hiervan zijn er een tiental gepland in Midden-Delfland. Om eerlijk te kunnen ruilen, wordt het land op waarde gezet; dit werk is toebedacht aan de schattings commissie. Onder allerlei deskundige begeleiding gaan zeventien boeren en tuinders (verspreid wonend in heel Midden- Delfland) dit werk klaren. Elk perceel moet op waarde gezet worden, ongeacht het gebruik. Niet alleen weiden, akkers en tuingronden, maar ook opgespoten gronden, dijken
en kaden, boomgaarden, bossen, vlietlanden e.d. Dit in verband met de latere kostenverdeling van de reconstructie; een bepaald gedeelte wordt omgeslagen over de waarde van alle hectaren. Om een voorbeeld te geven: iemand die een perceel heeft dat ééns zoveel waard is als dat van zijn buurman,zal bij ruiling een ééns zo groot perceel terug krijgen. Dit blijft natuurlijk theorie, zo'n verschil komt praktisch niet voor, maar het duidt wel aan hoe omzichtig deze commissie te werk moet gaan. Vorige winter is deze commissie van start gegaan met het bespreken van de regels voor deze schatting: het proces-verbaal. Ook is toen in feite het belangrijkste van de schatting gebeurd: het op waarde zetten van de verschillende grondsoorten in Midden-Delfland. In dit gebied wordt een andere we rkwijze van schatting toegepast dan elders. De Stichting Bodemkartering (Stiboka) heeft een aantal jaren het gebied verkend en door middel van vele boringen een kaart gemaakt van de bodemopbouw. Men kwam t ot een totaal van ca. 75 profielen. Veel van deze profielen hebben voor de gebruiker dezelfde waarde,maar de schatters hebben een veertigtal profielen bezocht en bekeken en deze op waarde gezet in een tiental klassen. Nu kan er voor wat de bodemopbouw betreft al vanaf de kaart berekend worden wat de waarde van een perceel is. De schatters gaan nu op pad om aantekeningen te maken over een perceel o.a. op gelijke ligging, schaduw en wortelschade, hoeveelheid brede sloten e.d. Dit is de eerste schatting. De schatters gaan in een steeds wisselend groepje door het gebied · onder leiding van iemand van het
kadaster. Per dag zijn er, bij redelijk weer en zichtbaar gras, steeds twee ploegen op pad . De einduitkomsten worden s t raks ter visie gelegd, waarna een bezwarenbehandeling volgt. De 2e schatting gebeurt op het moment van overdracht van de grond. Dan worden alle overige posten genoteerd zoals de kwaliteit van de zode, de vorm• van de percelen e.d. Deze verschillen worden later in geld verrekend. De sfeer tussen de schatters onderling en met de deskundigen is steeds prettig geweest, met soms behoorlijk commentaar op onderdelen van het proces- verbaal en werkwijze. Bij de huidige schatting wordt alvast ter lering en ook om enig inzicht te krijgen, naar de zode gekeken. En enige ervaring in het nemen van een sloot blijkt het tempo ten goede te komen. Een betere verkaveling met daarbij wat kortere werktijden -voor die veehouders die nu moeilijk zitten, is toch een belangrijk doel waar de schatters nu voor op pad zijn geweest. Arie van den Berg
BZaUL)è reiger
foto Fred Hess
14 negende jaargang nr. I, maart 198S
Beperking van het verkeer • tijdens de sp1tsuren In de Midden-Delfkrant nr. 4 (november 1984) was een verslag opgenomen van een hoorzitting over de afsluiting van bepaalde polderwegen in Midden-Delfland voor doorgaand verkeer tijdens de spitsuren. De tegenstanders van dit plan vonden staatsraad De Koster aan hun zijde bij hun poging om de argumenten van de Provincie vóór afsluiting te ontzenuwen. Gezamenlijk wilden ze het doen voorkomen alsof de door de Provincie geconstateerde verkeersonveiligheid schromelijk overdreven was. Als argument voor hun stelling dat het niet noodzakelijk is om het fietsen bromfietsverkeer in dit poldergebied te beschermen tegen auto's voerden zij aan dat er in het buitenland nog legio dergelijke wegen bes·taan! Wij menen dat dit een zeer mager argument is. Ten eerste is het niet juist om zich zonder meer te spiegelen aan 'het buitenland'. In het buitenland kunnen we op elk gebied vele situaties waarnemen die we in ons land zeker niet zouden willen propageren. Ten tweede is de aard van de wegen en de begeleidende omstandigheden overal ongelijk. In ons gebied waar de kleine wegen gewoonlijk door sloten begrensd worden, waar vele malen per jaar sprake is van dichte mist, sneeuw, ijzel of gladheid door bevriezing, daar is het risico uiteraard groter. Het enige wezenlijke argument dat de tegenstanders aanvoerden, was het feit dat men in het woon-werkverkeer een aantal kilometers meer moet maken. Het is duidelijk dat dit argument niets met de verkeersveiligheid, maar uitsluitend met de portemonnaie te maken heeft. Het getuigt van kortzichtigheid om de verkeersonveiligheid op wegen als de Breeweg/Zouteveenseweg en de Harreweg/Ambtswoude te willen bagatelliseren. Juist op de uren dat het woon-werkverkeer plaats vindt is het ook de tijd dat de schooljeugd van lagere school en voortgezet onderwijs van deze wegen gebruik moet maken. Voor deze jeugd is steeds een reëel gevaar aanwezig wanneer auto's onbeperkt in flinke aantallen en met niet verantwoorde snelheid passeren. Tijdens de spitsureti zijn die aantallen groot, té groot en de snelheid is vaak onevenredig aan de aard van de polderwegen (men heeft nu eenmaal altijd haast, vooral 's morgens).
Dat het aantal ongelukken tot nu toe vrij beperkt is gebleven, kan door de tegenstanders van afsluiting niet
als argument worden aangevoerd. Dit is namelijk mede een gevolg van een aantal kostbare maatregelen, in de voorbije jaren genomen door de gemeenten en de inwoners van het gebied, zoals het rijden van een schoolbus of het gezamenlijk bij tourbeurt door de ouders vervoeren van de jeugd. We hebben in ons land de leerplicht. Wij zijn van mening dat het niet te veel gevraagd is dat men zonder levensgevaar aan deze verplichting kan voldoen. Daarom blijven we het een zeer goede gedachte vinden van de Provincie om bovengenoemde wegen tijdens de spitsuren af te sluiten voor doorgaand verkeer en alleen open te stellen voor bestemmingsverkeer. Dan kunnen de belanghebbende bewoners van het gebied deze wegen gebruiken voor het doel waarvoor ze in de loop der eeuwen zijn ontstaan. Voor het woon-werkverkeer zijn er beslist andere mogelijkheden, al kost dat dan wat meer benzine.
Arie OlsthooPn
Concertserie 1985 De orgelcommissie 't Woudt organiseert een serie 'Zomeravondconcerten' in de Ned. Hervormde Kerk van 't Woudt. De concerten vinden plaats op zaterdagen. Aanvang 20 uur. 27 april: Lucie van Oortmerssen, fluit Albert Moerman, orgel/clavecimbel 2S mei: Tannie Willemstijn, sopraan Hans van Nieuwkoop, orgel/clavecimbel IS juni: Eugène Creijnen, traverso Peter van Dijk, clavecimbel 6 juli: Arturo Perez Medina, viool Gé Bartman, cello Albert Meerman, orgel/clavecimbel
3 augustus: Charlotte Faber, blokfluit Martine Belder, cello/blokfluit Dick Koomans, orgel/clavecimbel 31 augustus: Jacques van Oortmerssen, orgel/ clavichort nog onbekend, regaal/clavecimbel Inlichtingen: 1-1. van Hillegaersbergstraat IS b 30SI RA Rotterdam Telefoon (OIO) 22 4S 03; 't Woudt 23 (kosterij) 263S AB Den Hoorm Telefoon (01738) 84 27 Toegangsprijs f S,-tot 18 jaar f 3,--
foto Fred Hess
15
Midden-Delfkrant De Friese boer houdt het groen
'De Friese boer houdt het groen' is een brochure die is opgesteld door de Projektgroep Milieubehoud op Agrarische Bedrijven en is een uitgave van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap en de Stichting Friese Milieuraad. In deze brochure kan een boer te weten komen - indien hij dat al niet wist - hoe en waar hij op zijn bedrijf de natu~r kan handhaven en in sommige opzichten nog kan verrijken zonder dat hem dat schaadt in zijn bedrijfsvoering. Hierbij gaat men uit van een boer die een open oog en een positieve instelling voor de natuur heeft. Zeer lezenswaardig is met name het hoofdstuk 'Groen op het erf'. Hier staan helder de voordelen aangegeven die erfbeplanting biedt en waar welke bomen en struiken het beste geplant kunnen worden. Ook bloemen (o.a. vroegbloeiende knol- en bolgewassen ) kunnen het erf aanmerkelijk verfraaien. Vogels kunnen aangetrokken worden door de aangebrachte afwisseling in planten, struiken en bomen.- Door nestkasten kan men vogels nestgelegenheid bieden. Om zoogdieren een plaats te bieden op het erf moeten er goed verstopte, liefst onbereikbare, nest- en woonplaatsen aanwezig zijn: bijvoorbeeld houthopen. Interessant is ook het hoofdstuk 'Sloten en slootkanten'. Slootkanten kunnen dienst doen als vluchtoord voor planten die zich in het grasland niet meer kunnen handhaven. Ze fungeren ook als lintvormige verbindingselementen in het landschap. Dit is belangrijk voor planten en dieren die niet in staat zijn zich snel te verplaatsen. Men moet het belang hiervan niet onderschatten: in Friesland komt men tot 50.000 km en 15.000 ha sloot en
slootkant. Een goed beheer kan qua natuur en bedrijfsvoering best samengaan. Ook het beheersen van het s lootmilieu zelf krijgt hier terecht aandacht. Het hoofdstuk 'Bermbeheer' lijkt van groter belang voor de natuur dan voor de boer die tegenwoordig zelden met het beheer van bermen belast is. Voor Midden-Delfland minder van belang maar wel aardig om te lezen, is het hoofdstuk 'Houtwallen en houtsingels' . De funkties van houtwallen en houtsingels en het bijbehorende onderhoud worden uitgebreid behandeld. Ook het beheer van percelen wordt uitvoerig beschreven. Geconstateerd wordt dat Friesland steeds groener wordt. Dat geldt m.i. overal. Dat dit tot nu vaak een onontkoombare noodzaak was, valt blijkbaar buiten het bereik van de brochure. Conclusie is wel dat ook op moderne bedrijven nog heel wat gedaan kan
worden voor weidevogels. Uitgebreid wordt verband gelegd tussen het veranderde . agrarische beheer en de achteruitgang van diverse weidevogels. Jammer is, dat andere factoren die ook hun tol heffen onder weidevogels, verzwegen wo rden zoals de risico's tijdens trek en overwintering: jacht, kou, voedselgebrek. Kort en bondig zijndevuistregels voor nestbescherming. Het laatste hoofdstuk behandelt de milieuhygiëne op de boerderij. Een waardevolle tip is o.a. het gecentraliseerd laten ophalen van landbouw-plastic, afgewerkte olie en restanten van gewasbeschermingsmiddelen. De aandacht voor de bemesting is terecht maar staat er wat verloren bij Al met al een brochure waar je wel voor moet gaan zitten (9o pagina's) maar met veel lezenswaardigheden en practische tips. Het lezen van de ·brochure wordt zeer veraangenaamd door de vele prachtige kleurenfoto's. Aad van Paassen
Houd bacterièvuur
• Ul.t
de tuin
Bacterievuur is de naam van een plantenziekte, veroorzaakt door de bacterie Erwinia anylovora. Deze kan o.a. perebomen, cotoneasterstruiken en meidoornstruiken in korte tijd aantasten en te gronde richten. Door zijn besmettelijkheid en zijn ernstige gevolgen voor de aangetaste plant vormt deze ziekte een gevaar voor de pere- en appelteelt, de boomkwekerij, natuur- en landschap en particuliere tuinen. Hij houdt tevens een bedreiging in voor de export van boomkwekerijgewassen. Bestrijding In Nederland is bacterievuur voor het eerst in 1966 voorgekomen. Aanvankelijk is toen getracht de ziekte uit te roeien. Toen dat niet lukte, is men geleidelijk overgegaan naar een bestrijdingsbeleid dat voornamelijk bestond uit het zoveel mogelijk opsporen en vernietigen van aangetaste planten en plantedelen. Desondanks heeft deze ziekte de laatste jaren in verhevigde mate de kop opgestoken. De schade die hierdoor wordt aangericht loopt in de miljoenen guldens. Vandaar dat besloten is de bestrijding grondiger aan te pakken.
Begin 1984 zijn nieuwe wettelijke maatregelen van kracht geworden. Ze hebben gevolgen voor ondernemers in de fruitteelt en boomkwekerijen, de beheerders van landschap en openbaar groen en de particuliere tuinbezitter. Deze nieuwe maat rege len gelden in twintig zogenaamde beschermde gebieden . Aanplantverbod In die gebieden is het aanplanten verboden - buiten boomkwekerijbedrijven - van een aantal zeer vatbare planten. Dit zijn enkele
16 negende jaargang nr. I, maart I985 soorten grootbladige dwergmispel, wilde meidoorns en de Stranvaesia davidiana. Opruimen van aangetaste planten Voor vatbare planten die er al staan, geldt, dat ze regelmatig zullen wo rden gecontroleerd door de deskundigen van de Planteziektekundige Dienst. Aangetaste planten moeten worden verwijderd en vernietigd. Het gaat hier om dwergmispel, meidoorn, kweepeer, appel en sierappel, vuurdoorn, peer en sierpeer, lijsterbes, meelbes en de Stranvesia. Onderhoudsplicht meidoorn De eigenaar van wilde meidoorns is ve rplicht ervoor te zorgen dat deze , niet in bloei komen. Dit onderhoud - afzagen, snoeien of knippen dient tussen I november en I april pe gebeuren. Ook op deze onderhoudsplicht vindt controle plaats. Waarom deze maatregelen Deze nieuwe maatregelen moeten leiden tot het t erugd ringen van bacterievuur in die twintig beschermde gebieden. Het aanplantverbod van enkele zeer vatbare planten zal leiden tot het geleidelijk minder worden van het aantal vatbare planten. Het mogelijke gevaar van bacterievuuraantasting word t dus klei ner. De verplichting tot het verwijderen en vernietigen van aangetaste planten heeft tot gevolg dat deze geen gevaar meer betekenen voor andere vatbare - nog gezonde planten. De onderhoudsplicht bij wilde meidoorns dien t ter voorkoming van aantasting via de bloesems, die zeer vatbaar zijn voor bacterievuur. Het tegengaan van bloei van de meidoo rn beschermt deze tegen aantas ting door bacterievuur en is daarmee ook een bescherming tegen aantasting van andere vatbare planten. Gratis boekje over bacterievuur . Het Ministerie van Landbouw en Visser ij heeft een boekje uitgegeven met de titel: 'Sommige struiken mag u niet meer in uw tuin zetten .... '. Dit boekje bevat veel informatie voor de pa.rticuliere tuinbezitter op het gebied van de bacterievuurbestrijding. Er staan kleurenafbeeldingen in van de zeer vatbare planten. Tevens bevat het een kaartje van de beschermde gebieden en adressen van de Plantenziek tekundige Dienst en het Staatsbosbeheer. Dit boekje is gratis te verkrijgen bij de Infotiek van het Ministerie van Landbouw en Visserij, telefoon (070) 79 20 62.
Bron: Het Kleine Loo, mei 1984
Activiteiten van de NAM in Midden-Delfland
Tijdens het laatste kwartaal van 1984 waren in Midden-Delfland herhaaldelijk de oranje-witte auto's te zien, die gebruikt worden bij het bodemonderzoek ten dienste van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Zulks een verhoogde activiteit is voor de inwoners van een gebied soms aanleiding tot bepaalde speculaties. Zijn er misschien nieuwe olie- of gasvelden ontdekt? Zullen er boortorens geplaatst worden en zal meR hier tot produktie komen? Omdat dergelijke speculaties een zekere onrust veroorzaken, kan het zinvol zijn iets te weten aangaande de achtergronden van bedoelde activiteiten. Het onderzoek, waar het om gaat, is een seismisch onderzoek. In het verleden is een dergelijk onderzoek vaker verricht. Dit betekent echter niet dat er hierbij direkt naar olie of gas wordt gezocht. Het heeft als doel een algemeen geologisch onderzoek. Er worden zoveel mogelijk gegevens verzameld om de samenstelling en het verloop van de aard- en gesteentelagen te bepalen. Hoe meer gegevens men hee ft, hoe gedetailleerder de ondergrondse situatie in kaart gebracht kan worden. Daarom is het soms nodig om het net van onderzoekpunten uit het verleden door aanvullende peilingen fijnmazige r te maken. Bovendien is door de ontwikkeling van de technische apparatuur en het gebruik van moderne computersystemen een meer gedetailleerde verwerking van de beschikbare gegevens mogelijk geworden. Nogmaals: door het seismisch onderzoek zelf kan nooit worden vastgesteld of er olie of gas op een bepaalde plaats aanwezig is. Het seismisch onderzoek moet gegevens produceren, die door de geologen gebruikt worden bij het beantwoorden van de vraag of proefboringen in een bepaalde omgeving zin kunnen hebben. Proefboringen zijn uiteraard wèl gericht op het vaststellen van de aanwezigheid en het daarna in produktie brengen van genoemde energie-bronnen. Een proefboring is echter uiterst kostbaar. Wanneer we
17
Midden-Delfkrant bedenken dat de aardolie, die in Schoonebeek gewonnen wordt, zich bev indt op een diepte van 700 meter en dat het aardgas in Groningen aanwezig is in een gesteente dat 3000 meter onder het maaiveld ligt, is dit niet verwonderlijk. Voor een proefboring zijn bijzonder veel werkzaamheden nodig. Bovendien een kapitaal aan materialen, zoals motoren en pompen, boorpijpen, bekledingsbuizen , boorvloeistof, cement en brandstof. Voor een proefboring tot 3000 meter diepte totaal ongeveer 10 miljoen gulden. Uit het bovenstaande kan men afleiden dat het seismisch onderzoek uiterst belangrijk is. Hoe zorgvuldiger dit wordt uitgevoerd, hoe minder koste~ er gemaakt hoeven worden om proefboringen te verrichten.
Boor locat ie Maasland, Her enl aan
Daarom wordt het net van onderzoekpunten, dat in het verleden door de NAM over het gebied is gelegd, vaak aangevuld met nieuw seismisch onderzoek. De gegevens uit het verleden worden dan gecoördineerd met de nieuwste resultaten. Deze aanvullende informatie kan de oorzaak zijn, dat gevestigde opvattingen van vroeger worden achterhaald en gecorrigeerd. Het is dus niet juist om bij het waarnemen van activiteiten op seismisch gebied hieruit af te leiden dat er in het gebied boringen zullen plaats hebben. Het tegenovergestelde is waar. Een meer gedetailleerd seismisch onderzoek heeft als gevolg dat er minder proefboringen nodig zullen zijn. Het principe van het seismisch onderzoek is te vergelijken met het
f oto Fr ed Hess
roepen in een echoput. Hier worden de luchttrillingen, door de stembanden veroorzaakt, door de bodem van de put teruggekaatst zodat men boven de eigen stem weer als echo hoort. Uit de tijd die voor het terugkaatsen nodig is, kan de diepte van de put worden afgeleid. Bij het seismisch onderzoek gebeurt ongeveer hetzelfde. In ondiepe gaten, zogenaamde schotgaten, wordt een explosieve stof tot ontploffing gebracht, zodat trillingen ontstaan. Daarbij is het niet de lucht die de trillingen voortplant maar zijn het de aardlagen die dat doen. De verschillende aarden gesteentelagen veroorzaken een gedeeltelijk terugkaatsen van de trillingen. Het vastleggen daarvan gebeurt met behulp van seismometers, die verbonden zijn met de speciale ·meetwagen. Hier worden, met gebruikmaking van de meest moderne apparatuur, de resultaten op de magnetische band vastgelegd. Via een uitvoerig computer-programma worden de gegevens tenslotte verwerkt tot een seismogram. De deskundige geologen zijn in staat zich hieruit een gedetailleerd beeld te vormen van de aardlagen. Dit beeld zal bepalend zijn voor het al of niet plannen van een proefboring. Mocht er bij het uitvoeren van het seismisch onderzoek op enigerlei wijze schade worden toegebracht aan particuliere eigendommen, dan kan dit bij de NAM worden gemeld. Elke redelijke schadeclaim zal door de NAM worden vergoed. Tevens bestaat de mogelijkheid voor een algemene vergoeding wanneer op één van uw percelen seismisch onderzoek wordt gepleegd. Daarnaast kan een vast bedrag per schotgat worden betaald. Wanneer zich tijdens de werkzaamheden onverwachte moeilijkheden voordoen of er rijzen vragen, dan kunt u zich eveneens wenden tot de NAM, waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Assen, postbus 28, postcode 9400 AA. Het telefoonnummer is (05920) 6 91 11 Arie Olsthoorn
18 negende jaargang nr. I, maart 198S
De Vlaardingse Vaart
verzamelen voor de trek naar het zuiden. Aan het eind van de excursie zagen we nog een knobbelzwaan met jong. Hierna konden we ons warmen met een kop hete thee.
Hooien op de Vlietlanden
'Ja Natuurlijk! De Vlaardingse Vaart' is een .Zeuk boekje over een bijzonder onderwerp, door niet aZZedaagse auteurs! (NZ. een derde kLas van de Schotengemeenschap Spieringshoek in Schiedam.) In drie dagen schreef en tekende de kZas, aZ kamperend aan de oever van de Vlaardingse Vaart, een boekje bij elkaar ten behoeve van Radio Yungas
Vogels kijken in de vroegte Zaterdag lS september stonden we om 6 uur op om vogels te bekijken en te tellen. Vogelexcursies beginnen zo vroeg, omdat veel vogels bij zonsopgang het actiefst zijn. We gingen in een roeibootje rond de Vlietlanden varen (zie kaartje). Bibberend van de kou, ons zelf warm roeiend, zagen we toch heel wat vogels. Zoals 38 Nijlganzen. We kwamen te weten, dat Nijlganzen hier voorkomen omdat ze uit bijvoorbeeld dierentuinen ontsnappen. We hebben alleen de minder gekleurde bruine variant gezien. Tien vliegende Canadese ganzen hebben we aan hun · hese roep kunnen herkennen. Er waren verschrikkelijk veel meerkoetjes in het riet en gewone eenden. Tot onze
in Bo U. via. Het is de schrijvers en schrijfsters getukt een boeiend en veelzijdig beeZd te geven van de geschiedenis en de natuur. Maar ook van de veZe interessante bewoners. Hieronder een korte selectie uit de serie korte bijdragen en tekeningen over zeer uiteenlopende onderwerpen.
verbazing hadden de futen zo laat in de zomer nog jongen. Als de jongen nog zeer klein zijn, zitten ze op de rug van hun moeder. Maar als moeder duikt naar vis, komen de jongen al gauw weer boven water. Ze kunnen namelijk minder lang hun adem inhouden dan hun moeder. Ook zagen we boven de Vlietlanden een torenvalk bidden. Bidden is stilstaan in de lucht wat alleen de torenvalk kan.
Een andere roofvogel, die we eventjes zagen, is de buizerd. Hij is duidelijk groter dan· de torenvalk en heeft zijn staart gespreid. Over de graslanden vloog een zwerm witgatjes. Het zijn zeer snelle weidevogels. Bij het Bommeer zagen we een grote groep kieviten. Waarschijnlijk waren ze zich aan het
De Vlietlanden staan onder beheer van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, waar de heer A.Poot opzichter van is. Elk jaar moet een deel van de Vlietlanden gehooid worden. Wanneer men niet zou hooien zou het gras na enkele jaren plaats moeten maken voor riet, dat later weer vervangen zou worden door elzenbos. Door alle jaren heen is er al gehooid. Wij zijn met Guus, een helper van de heer Poot en eveneens een lid van de V.B.N. en een aantal vrijwilligers van het I.V.N. -het Instituut Voor Natuurbehoud -, meegeweest om het hooi in drie schuiten te laten zodat later met het hooi de afgekalfde kanten van de Vlietlanden verstevigd kunnen worden. Dit hooi is ongeschikt als voer voor koeien, omdat er zeer weinig eiwitten in zitten. Er was een paar maanden tevoren al gemaaid. Eerst moest het hooi op wiersen geharkt worden m.b.v. een reif. Een wiers is een langgerekte berg van hooi. Nu was het de bedoeling dat het hooi met rieken op een berrie geladen zou worden en vervolgens naar de schuit gebracht zou worden, maar- omdat het hooi erg nat was heeft Guus het met de maaimachine op hopen vlak voor de schuiten geduwd, zodat het direkt met rieken op de schuiten geladen kon worden. Het is ook belangrijk dat het gras na het maaien wordt weggehaald omdat anders het gras eronder zou verstikken. Het is noodzakelijk dat de Vlietlanden goed worden onderhouden, omdat het een belangrijke broeden doortrekplaats voor veel vogels is. De Vlietlanden is ook een bijzonder natuurgebied: er groeien vele mooie en vaak zeldzame bloemen. Daarnaast zijn er ook nog vele recreanten die met zeil- of motorjacht genieten van het natuurschoon dat de Vlietlanden biedt.
Sterke verhalen In 1906 leefde in de boerderij aan de Vlaardingsekade (nu no • .SS) Klaas van Adrichem, die soms zijn koeien per boot moest vervoeren. Dit kon niet altijd en dan moest Klaas met zijn paard en wagen over de dijk richting Vlaardingen. Dit vonden de poldenaars niet zo'n goed idee omdat zij de dijk moesten onderhouden. En omdat ëën wagen niet gemakkelijk op die weg kon -
19
Midden-Delfkrant rijden, kon de wagen de dijk vernielen. De poldenaars zeiden dat hij niet meer op de dijk mocht rijden en als tegenantwoord zei Klaas dat als hij een van hen tegenkwam hij wel zou terugkeren. Dat kon natuurlijk nooit vanwege de smalheid van de dijk. De poldenaars waren natuurlijk verontwaardigd over deze brutaliteit en sloegen bij het rechthuis 2 houten palen in de grond. Diezelfde nacht vroeg Klaas aan een onbekende of die de paaltjes wou omzagen, want Van Adrichem wou het niet zelf doen. De volgende dag reed Klaas van Adrichem weer met zijn paard en wagen over de dijk. De poldenaars waren vreselijk kwaad over deze daad en sloegen weer nieuwe palen, maar dan van ijzer. 's Nachts ging weer iemand door, Van Adrichem gestuurd, ook deze palen omzagen. De daarop volgende dag reed hij weer zijn normale route over de dijk. Hierna waren de poldenaars zo verschrikkelijk kwaad dat ze over de hele dijk (wat wel verboden was) paaltjes in de grond sloegen en ook de brug bij het gemaal smaller maakten. Sindsdien kan er geen enkele kar , auto of een ander breder vervoermiddel meer langs de dijk rijden.
watervlooien, bloedzuigers en bootsmannetjes. Meneer De Roos, onze biologieleraar, ging ook op onderzoek uit en vond een geelgerande waterkever, waarvan we in een ander stuk wat meer over zullen vertellen, en o.a. stekelbaarsjes. Meneer Stapert ging later in zijn zwembroek de vaart in om mosselen te zoeken. Wat een voorstelling!
De grutto De grutto is, evenals bijvoorbeeld de kievit en de tureluur, een vogel die naar zijn roep is genoemd. Hij heeft erg veel roepen, maar de bekendste en meest gebruikte is de 'gr- wie-to'. De grutto is echter toch nog bijzonder; hij blijft minuten lang hoog in de lucht doorroepen, en aan het einde daarvan vouwt hij de vleugels samen en stort als een valk naár beneden.
Planten en dieren in en op het water Op 14 september gingen wij het water op om naar waterplanten en dieren te zoeken en later . te onderzoeken. We begonnen, na een eindje gevaren te hebben, naar waterinsekten te scheppen, maar dat lukte niet zo erg. We gaven het op en gingen maar verder met de planten. Daar hadden we meer succes mee. Nadat we genoeg planten verzameld hadden, gingen we op zoek naar vissers, die ons wat over vissen in de vaart konden vertellen. We kwamen uit bij Ome Frans, de 'baas' van het water, volgens zijn medevisser. Van hem kregen we een boekje, dat ze in onze boot gooiden, precies in het mini-emmertje. In dit ~oekje staan zoveel vissoorten, dat onze leraar ze niet allemaal wist. Na de vissers gesproken te hebben, gingen we weer terug, naar het 'thuisoord', want we hadden verder toch geen succes. Toen we voor de zoveelste keer in het riet zaten, zagen we toevallig mosselen. We probeerden deze op te scheppen, maar we kregen ze niet in het schepnet. Wel kwam er veel modder in het schepnet, waar wel insekten in zaten, wat we toen nog niet wisten. We deden deze modder in een bakje water en zagen tot onze verbazing allemaal kleine diertjes zwemmen. Snel naar huis en ze onderzoeken! We sorteerden de diertjes in verschillende bakjes en probeerden m.b.v. boekjes en een microscooo er achter te komen hoe ze heetten. · We vonden o.a. een eenoogkreeftje,
De grutto is 41 cm lang, heeft een witte staart met zwarte punt, lange poten en een lange snavelpunt. Dit laatste is zeer belangrijk voor het uit de grond halen van wormen, insekten en andere beestjes. Hij woont in vochtige weiden en moerassen en altijd aan water. Men kan hem vaak op een paaltje zien zitten. Deze broedvogel is zeer talrijk in Nederland. Bij begin van de trek
verzamelen ze zich in grote groepen. Ze gaan dan naar de kusten van Ierland, Zuid-Engeland, West-Frankrijk, Noord- en ZuidSpanje, Griekenland het Zuiden van de Kaspische Zee en Noord - Afrika.
Misdaad aan de vaart Dit verslag heb ik kunnen schrijven dankzij de hulp van commissaris A.Goeree van Schipluiden. Ook in de polder aan de Vlaardingse Vaart wordt misdaad bedreven, weliswaar meestal niet zo'n grote misdaad als moord of een gewapende overval; maar soms is er sprake van een apart soort misdaad, nl. misdaad tegen het milieu. Er zijn vrij veel stropers in de polders. Ze jagen b.v. op hazen; soms verkopen ze de huiden, maar meestal doen ze het om de sport. Jachtopzieners hebben vergunningen om bepaalde, meestal oudere, hazen af te schieten, omdat als deze te groot in aantal worden ze veel schade aan de gewassen en boerderijen kunnen aanrichten. Maar als het aantal door de stropers te klein wordt is er weer gevaar voor uitsterven van de soort in dit gebied. Een andere groep stropers is de visstropers. Zij vissen 's nachts zonder vergunning naar paling. Voor stropen worden soms geldboetes van f 7.000.- gegeven. Een belangrijk onderwerp is het milieu, en vooral het riet. Er zijn bepaalde dingen die niet mogen i.v.m. wegzakken van de dijken. Daarom mag er niet te hard varen omdat dat te veel golven maakt. Hierdoor wordt het riet vernield en dan is er niets om de grond onder water vast te houden. Ook de nesten in het riet van b.v. de futen hebben dan erg te lijden. Wat ook veel voorkomt is het aanmeren van boten midden in het riet. Op het ogenblik maakt de 2e Kamer plannen voor Rijksweg 19 die dwars door het Westland snijdt. Sommige mensen vinden dit ook een misdaad omdat zo ook de natuur vernield wordt, en dat mag volgens de wet niet.
20
Midden-Delfkrant negende jaargang nr. I, maart 1985
• Het vrijwilligerswerk 1n
Midden-Delfland
Uit: 'Nieuwsbrief' van de Stiahting Natuur- en Landsahapsbeheer Zuid- RoZZand Vanaf het begin van de jaren '70 is het IVN en met name de regio van de Werkgroep van Kampstafleden aktief met hooien op de Vlietlanden bij Maassluis. Dit hooien wordt de laatste jaren ook vanuit de buurthuizen in Delft ter hand genomen. Het IVN werkt sinds kort ook in geriefbosjes-en op de Tanthofkade bij Delft. Sinds 1973 is de Werkgroep Delfland met diverse groepen aktief in het gebied tussen Vlaardingen en Schipluiden. Jaarlijks worden zo'n 200 knotbomen geknot en verder wordt gewerkt aan geriefhoutbosjes, de Rijskade, de eendenkooi bij Schipluiden, individuele bomen en erfbeplantingen, en sinds kort ook hoogstamfruitboomgaardjes. De werkgroep werkt nauw samen met de Knotgroep Maassluis/Maasland. Deze knotgroep is twee jaar later begonnen met haar werkzaamheden. Per seizoen worden 200-300 knotbomen geknot en geriefbosjes en erfbeplantingen onderhouden. Midden-Delfland is een reconstructie-gebied. Het is tijdelijk in beheer bij het Bureau Beheer Landbouwgronden, in afwachting van de oprichting van een recreatieschap. Zolang dit nog niet gebeurd is, nemen de vrijwilligersgroepen in Midden-Delfland een groot deel van het onderhoud voor hun rekening. Vanuit het Delftse is vanaf 1975 de Kerngroep Milieudefensie met een groep, onregelmatig aktief, al naar gelang er werk wordt gevonden. Deze groep _startte onder meer met het werk aan de Tanthofkade aan de rand van Delft, waar zij ook het initiatief nam, dat leidde tot het Mensen-zonder- baan projekt aldaar. Een heel andersoortige groep is de Vereniging van Vrienden van het Staalduinse Bos. Zij beheert een bezoekerscentrum op het terrein van het 'Zuidhollands Landschap', geeft natuur- en milieuvoorlichting en voert onderhoudswerk in het bos uit. De vereniging ijvert ervoor, ook het deel van dit bos, dat in handen is van defensie, opengesteld te krijgen. Ze hopen dit binnen enkele jaren voor elkaar te krijgen.
De Knotgroep Schiedam is in 1982 opgezet met grote steun vanuit de gemeente. Al lijkt de gemeentelijke aandacht en inzet wat weg te ebben, toch worden er per seizoen nog zo'n 300 knotbomen, een fors aantal geriefbosjes en boomgaardjes in het gebied van Woudweg, Groene Weg, Harreweg en Kerkweg verzorgd. De jongste landschapsbeheersgroepen zijn vanaf 1982 aktief. Als eerste de uit een ANWB-groep v.o ortgekomen Werkgroep Wolf. Deze aktieve club werkt in het gebied boven
Concept ontwerp Streekplan Rijnmond Verschenen is de inspraakbrochure 'Bespreek de streek' met een samenvatting van nota 6, het conceptontwerp van de Integrale herziening Streekplan Rijnmond. De grenzen van Midden-Delfland lijken te wo rden geëerbiedigd met uitzondering van een mogelijk bedrijfsterrein in de kop van de Oost-Abtspolder. Men benadert de grenzen van !1idden-Delfland echter wel gevaarlijk met twee bedrijfsterreinen tussen Vlaardingen en Maasslu is, woningbouw in de Broekpolder en ten noordoosten van Schierlam-Kethel en ook de mogelijke aanleg van een tunnel onder Het Scheur is in het plan opgenomen. Reacties vóór I april. Inlichtingen: Afdeling Voorlicht ing en Inspraak (Aukje van der Hoek), Openbaar lichaam Rijnmond, Vas teland 96-104, 3011 BP Rotterdam, telefoon (OIO) 11 13 20, toestel 158.
Schipluiden, Den Hoorn en heeft net als het IVN en de kerngroep Hilieudefensie moeite QJil voldoende werk te vinden. Een wel heel aparte groep is de Stichting Delftse Natuurwacht (groep 2). Al 25 jaar houdt deze groep zich bezig met voorlichting en kennismaking met natuur en milieu voor 10-1 2 jarigen. In 1982 is dankzij gemeentelijke ondersteuning een tweede groep, voor 12-15 jarigen, erbij gekomen. Deze groep onderhoudt het 0,7 ha grote Vogeleiland voor de Delftse Natuurwacht en verricht verder ook knotwerk op de Tanthofkade en andere relicten uit het boerenland in het Delftse. Niet alleen landschapsbeheer vindt plaats in Midden-Delfland. Zowel Vlaardingen als Schiedam kennen voor de bedreigde padden- en kikkerpopulaties Paddenwerkgroepen, die met wisselende medewerking van de gemeente en dus met wisselend succes trachten de padde- en -kikkerstanden op peil te houden. Enkele populaties zijn al verdwenen ten gevolge van woningbouw. Ook elders in Midden-Delfland worden padden-, kikker- en salamanderpopulaties op hun trektochten tussen de verschillende overwinterings-, paaren zomerplaatsen geplet. Andere gevaren vormen: verstoring door verkeersdrukte, en aantasting van hun leefgebieden door recreatiedruk, baggerstorting, bouwterreinen en watervervuiling. Deze nuttige insektenverdelgers en hun dikkoppige kroost verdienen meer aktieve aandacht en niet alleen in Midden-Delf land.