losse numme rs f
Midden-Del Midden- Delfkrant 43
verschijnt zes maal per jaar
--------· ·
._"",___
3,50
achtste jaargang nr . 2, juni 1984
2
Midden-Delfkrant REDACTIONEEL achtste jaargang nr. 2, juni 1984 De Midden- Delfkrant verschijnt zes maal per jaar Redactie: Arie van den Berg Arie Olsthoorn Jacques Moerman Marika van .Ooststroom Frits van Ooststroom Gerard Peet Verder werkten mee: Angelique Boel Cora Schutjes Henk Tetteroo Fotografie: Fred Hess, Rijswijk ZH Vormgeving en productie: Frits van Ooststroom Druk: S~eca
Repro B.V. , Delft
Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kqpij z~Jn van harte welkom bij de redactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven. Redactieadres: Oosteinde 167, 2611 VD Delft Telefoon (015) 12 45 52 .uitgave De Midden-Delfkrant is een uitgave van de Midden- Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum Midden-Delfland. _Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 22,50 per jaar, voor jeugdleden (t/m 17 jaar ) f 7,50. Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de Midden- Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (OIO) 74 25 98, of schrijven aan: Secretariaat Midden-Del fland Vereni ging, Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen. Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken.
Nog juist voor de zomervakantie een nieuwe Midden-Delfkrant. Weer een dik nummer met veel aktualiteiten over de reconstructie. Een nieuwe (foto)rubriek 'Midden-Delfland in Uitvoering met werk in uitvoering, ten behoeve van de reconstructie, maar ook andere aktiviteiten. Aktualiteit ook in artikelen over zomerwrang en superheffing. Verder komen roof- en weidevogels aan de orde. De omslag van dit nummer is de tweede in een serie van zes, getekend door Lee Huijg. Stond een vorige maal Midden-Delfland centraal op een globe, deze keer hangt het bij de vleermuizen neer. De vleermuis, een onbekende maar toch geen echt zeldzame verschijning in Midden- Delfland. Hoewel minder vaak voor komend dan vroeger. Op de tekening zwermen ze uit van de boerderij de Sarijnehove in de
Zuidbuurt. Zoals u weet is dit een van de meest monumentale boerderijen uit de streek. Deze staat beschreven (naast vele andere boerderijen) in het pas verschenen rapport n.a.v. het boerderij-onderzoek. Dit rapport i s bij de vereniging te bestellen. Wij bevelen het u allen ten zeerste aan~ Meer over de soms niet rooskleurige toekomst van boerderijen in een artikel over de invloed van waterstandsverlaging op bebouwing die niet is gefundeerd. Rest ons,ons nieuwe bestuurslid J.P. vanNoordtuit Maasland welkom te heten. Hij volgt W. Nell op die na zes jaar zijn bestuurstaken op prima wijze te hebben vervuld,afscheid heeft genomen op de jongstleden ledenvergadering. Tot slot wensen W~J u een goede vakantie met veel mooi weer.
c/ffiddenEDelflall,d CVereniging Secretariaat
Bestuur
Midden- Delfland Vereniging Trekkade 20, 3137 KD Vl aardingen Telefoon (OIO) 74 25 98 Postrekening 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143
J.H. Schutjes, voorzitter Holierhoek JO, 2636 EJ Schipluiden Telefoon (01738) 89 27
Doel de bevolking van Midden- Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van verander ingen in dit gebied; het kr itisch volgen van dit beheer en van de voorbe reiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kontak ten. (artikel 2 van de statuten)
F.W. van Ooststroom, secretarispenningmeester/natuur en landschap Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (OIO) 74 25 98 J.G.M. Peet, inspraak en voorlichting Oosteinde 167, 2611 VD Delft Telefoon (015) 12 45 52 S. van der Kooij, landbouw Zuidbuur t 29, 3141 EN Maassluis Telefoon (01899) 143 96 P.W. van Winden, landbouw Schieweg 166, 2627 AS Delft Telefoon (01 5) 56 31 17 J.P. van Noordt, landbouw l'estgaag 96 b, 3155 DJ Maasland Telefoon (01899) 181 57 J.A.A. Delsman, re creatie Krekelpad 6, 2623 EV Delft Telefoon (015) 61 47 05
3 Bureau van Ui tvoering Midden-Delfland Foppenpolder I c 3155 EA Maasland Telefoon (01899) 2 20 11
Rijksweg 19 onder Gaag en Woudseweg? Het agendapunt dat het meeste stof heeft doen opwaaien in de vergadering van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van 21 maart j.l. was ongetwijfeld de inpassingsnota van Rijksweg 19 van Rijkswaterstaat. Als antwoord aan de Minister van Verkeer en Waterstaat op de nota vraagt de Reconstructiecommissie een nader onderzoek naar de mogelijkheden van een kruising van de nieuw te bouwen Rijksweg 19 onder de Gaag en onder de i~oudseweg. Ook de mogelijkheden van een lagere ligging in het middengebied en de geluidshinder moeten worden onderzocht. In de inpassingsnota van Rijksweg 19 van Rijkswaterstaat waren de mogelijkheden van de door de Reconstructiecommissie gestelde inpassingsvoorwaarden onderzocht en uitgewerkt. Een eventueel te bouwen viaduct over de Gaag en Woudseweg was eerder die maand door Rijkswaterstaat met behulp van een maquette en video-filmpje getoond aan de Reconstructiecommissie. De Reconstructiecommissie vond de nota echter onvolledig, zij wil meer gegevens en berekeningen zien van kosten, geluidshinder en visuele aspecten van varianten. Met name een nader onderzoek naar een aquaduct - variant voor de kruising met de Gaag en een 'tunnelvariant' voor de kruising met de Woudseweg moeten uitgewerkt worden. Ook varianten door middel van een bepaalde constructie voor verlaagde aanleg van de weg in het midden-gedeelte van MiddenDelfland moeten nader worden bekeken. Wel werd opgemerkt, dat deze oplossingen ingrijpende werkzaamheden met zich mee brengen. Afgraven van het huidige zandlichaam en het aanbrengen van een fundering om het middengedeel te laag aan te leggen , maakt het noodzakelijk het midden-gedeelte tot op grote diepte te ontgraven. Ook de aanleg van een aquaduct en tunnel zullen grote grondt r ansporten en dergelijke met zich meebrengen. Toch acht de Reconstruct iecommiss ie de landschappelijke inpassing van dermate belang da t gevraagde varianten volledig uitgewerkt moeten zijn, alvorens een advies over deze inpassing aan de Minister kan worden gegeven . Kerkpolder In het kade r van de Ui tvoeri ng bij Voo rrang, het uitvoeren van werken voo ruitl opende op het uitvoeren van he t programma, heeft de Reconstruc-
tie commissie in haar vorige vergadering een aantal projecten goedgekeurd. Bij het project voor de inrichting van Kerkpolder werd toen besloten dat de gemeenten Delft en Schipluiden nog een alternatief zouden uitwerken van de ontsluiting van het gebied. In de vergadering werd het plan voorgelegd: een verbinding naar Kerkpolder via de wijk Buitenhof tussen de Mozartflat en de Geach te maken. De Reconstructiecommissie stemde met deze aanvulling in en gaf de opdracht het plan verder uit te werken. (BvU)
Maquette gedeette Rijksweg 19 foto Henk Koster, DeZft
Rijksweg 19 Voorafgaand aan de behandeling door de Reconstructiecommissie van de nota over de inpassing van Rijksweg 19, boden bewoners van de door deze weg te doorsnijden polders onderstaande petitie aan. Ondergetekenden, allen boer of bewoner van de Klaas Engelbrechtspolder ,, Woudsepolder of Harnaschpolder, verklaren hierbij tegen aanleg van Rijksweg 19 te zijn, omwille van de volgende argumenten: de weg levert een enorme visuele verstoring en een barrière op in de nog gave polders, waarmee de openheid wordt aangetast; de weg .zal een grote mate van ee luidhinder met zich meebrengen; uit onderzoek is naar voren gekomen dat uitstoot van NO en SO oogstreduktie tot gevolg~an heSben; bij een aantal boeren zal landve rlies optreden, waardoor een rendabele bedrijfsvoering zeer bemoeilijkt wordt; de weg is niet aanvaardbaar in het landschap te passen; de relatief hoge weidevogelstand in met name de Klaas Engelbrechtspolder - die mede door samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers tot stand is gebracht ·- zal drastisch achteruitgaan als gevolg van geluidhinder en verstoring van rust.
4 achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Midden-Delfland 1n vogelvlucht t~ np FoPPe De Foppenpolder onder water. Zo ziet dat er vanuit de lucht uit. Fototruc of visioen? We kunnen u verzekeren dat geen van beide het geval is. Hierboven is een luchtopname afgedrukt die gemaakt is op IS maart 1945.
De Foppenpolder was geinundeerd als onderdeel van een soort waterlinie ter 'verdediging' tegen een mogelijke invasie op de kust. Zo stond onder meer ook een gedeelte van de Zouteveensepolder onder water. Ook de Aalkeet- Buitenpolder heeft in deze
laatste oorlogsmaanden blank gestaan, maar dat werd veroorzaakt door gebrek aan brandstof voor het gemaal. De redaktie meende u bovenstaande 'pikante' foto niet te mogen onthouden tegen de achtergrond van de in de reconstructiecommissie te nemen besluiten over het al dan niet inunderen van de Foppenpolder.
5
Foppenplas of Foppenpolder? Beslissing nog dit Jaar ... Behande l i ng dee lplan Lickebaert gestart
Het zal nog twee jaar duren voor deelplan Lickebaert definitief wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten en er gestart kan worden met de uitvoering van het plan. Bij de eerste behandeling van het conceptontwerp van deelplan Lickebaert is met name aandacht besteed aan het eventueel onder water zetten van de Foppenpolder en aan de iruniddels v eel besproken inrichting van de Aalkeet- Buitenp o lder, de zogenaamde M-zêne. In de regi o is een gebrek aan voorzieningen voor de watersportrecreatie. Bij het opstellen van het reconstru c ti e- programma heeft de Reconstructiecommissie beslist dat er in de Foppenpolder een waterplas zal komen. De realisering van de plas
is èchter afhankelijk gesteld van het benodigde geld voor de recreatie in de drie deelplannen. Het aanleggen van de Foppenplas, l•T aarvan de kosten geraamd zijn op circa 14 miljoen, mag niet ten koste gaan van de overige recreatievoorzieningen in MiddenDelfland. De Reconstructiecommissie is van mening dat er snel een einde moet komen aan de onzekerheden rond de Foppenpolder. Voor de herfst van dit jaar heeft de Reconstructiecommissie meer inzicht in het ontwerp en de begroting voor de recreatie van het deelplan Abtswoude. Op grond daarvan wordt de beslissing genomen. Indien de aanleg geen doorgang vindt, moet er binnen deelplan Abtswoude gezocht worden naar mogelijkheden voor
'Leven (en fietsenJin het groen' Folder Midden- Delfland met fietsroutekaart
Midden-Delfland, een open poldergebied met vogelbroedplaatsen, natuurgebieden, rustieke landweggetjes, monumentale boerderijen en schilderachtige dorpskernen, zoals 't Houdt, Schipluiden en Maasland. Een groene oase midden 1n de overvolle Randstad. Een 'stille plek' voor vele stedelingen. Er is geen betere manier om MiddenDelfland te leren kennen dan per fiets. De fietsroutekaart die bij de folder hoort, voert u via een 36 km lange tocht langs het weidelandschap met zijn vele lveidevogels en interessante plantesoorten, langs historische boerderijen en door fraaie dorpskernen. Ook de 'uitstapjes' naar het natuurgebied 'De Vlietlanden' of 't Woudt, het kleinste dorp van Nederland, zijn zeker de moeite waard. De oplettende fietser ontdekt ook de teg enstellingen van Midden- Delfland. De rust en schoonhe id van een eendenkooi wordt even later verstoord do or hoge fl a tg ebouwen, die met hun voe t en bijna in Midden- Delfland staan. De fr a aie dorpskernen en pold er s worden a f gewisseld door ver kee rswegen en spoorlijnen. Toch zal hij ook merken dat er daadwerkelij k iets gebeurt in Midden-Delfland. Op kleine s chaal is men nu al begonnen me t de nieuwe inrichting. In het jaar 2000 zullen sommige delen er ech t anders uitzien dan nu het
geval is. Midden-Delfland wordt een grote groene buffer. In de brochure, uitgegeven door de Landinrichtingsdienst en de Reconstructiecommissie, kunt u uitgebreid
kleine bootjes, surfplanken, zwemmers e t c. In de Foppenpolder zullen dan nieuwe boerderijen gebouwd worden. In het concept deelplan wordt een fietspad door de Foppenpolder (langs de Middelvliet) over de Bocnerviiet naar de Broekpolder geschetst. De Reconstructiecommissie wenst nog een onderzoek naar de mogelijkheden van een losse oeververbinding over de Boonervliet. Volgens een aantal leden zou een brug met een beweegbaar deel toch teveel beperkingen geven aan de zeilers. Aalkeet-Buitenpolder In het concept deelplan is voor deze polder een vorm van landbouwbedrijfsvoering genoemd, die gunstig is voor de natuur. Door extensieve bedrijfsvoering (minder koeien per hectare ) op een groot oppervlak help~de agrariër mee de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied in stand te houden. Besloten werd nog een aantal aspecten nader te onderzoeken alvorens hierover définitief te besluiten. (BvU)
lezen over het verleden, heden en de toekomst van Midden- Delfland. De brochure en fietsroutekaart is gratis verkrijgbaar bij de V.V.V.kantoren en voorlichtingsafdelingen van gemeenten, een aantal banken en bibliotheken rond en in MiddenDelfland en horeca-gelegenheden in het gebied. De brochure en fietsroutekaart zijn eveneens te verkrijgen tijdens kantooruren bij het Bureau van Uitvoering, het centrum van alle voorbereidende, bestuurlijke en uitvoerende werkzaamheden, Foppenpolder lc in Maasland (achter motorhome Henk Vink). Leven (en fietsen) in het groen: zeker de (fiets)moeite waard. (BvU)
foto Fr ed He s s
achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Boerderij-onderzoek in Midden-DelfZand
Rapport aangeboden aan Reconstructiecommissie De Reconstructiecommissie heeft 31 mei j.l. in het Bureau van Uitvoering te Maasland een rapport in ontvangst genomen over de ontwikkeling van deboerderijen in Midden-Delfland. Het onderzoek ~s uitgevoerd door C.S.T.J. Huijts. Er is komen vast te staan dat in Midden-Delfland ~n de loop der eeuwen een eigen type boerderij ~s ontwikkeld volgens een regelmatig voorkomend grondprincipe. Tenminste 20 procent van de boerderijen heeft gebouwonderdelen uit de 16e en 17e eeuw, ruim 20 procent uit de I8e eeuw. Eenderde van het totaal aantal aanwezige boerderijen is ouder dan 200 Jaar. Daar bij de reconstructie van MiddenDelfland beslissingen worden genomen die van belang kunnen zijn voor de boerderijbebouwing, heeft de Recons tructiecommissie opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de ontwikkeling van de boerderij en in Midden- Delfland. Grondprincipe Reeds uit een eerder onderzoek was gebleken dat een deel van het boerderijbestand volgens een vaststaand grondpr incipe was gebouwd. Dit boerderijtype vertoonde grote regelmaat en ve rspreidde zich over heel Midden- Delfland, uitwaaierend in oostel ijke richting. Bij het onderzoek is uitgegaan van de oudste te achterhalen ve rschijningsvorm (16e eeuw), om vervol gens de ontwikkeling te volgen tot in de 20ste eeuw.
Aanpassingen Met name de boterproduktie is de laatste eeuwen het belangrijkste middel van bes taan geweest. Een groeiende vraag leidde steeds tot aanpassingen van de boerderij. De eerste opleving viel samen met de opkomende verstening van de voordien houten boerderijen, waar in één ruimte gewoond en gewerkt werd, een zijdelings uitgebouwde melkkelder met opkamer en een korte, brede stal, zijdelings of re cht achter het voorhuis. De L-vormige boerderij was opgetrokken uit gele steen, gedekt met een rieten kap, gelegen in de lengterichting van de kavel (16e eemv). Al in het begin van de 17e eeuw ontstonden wijzigingen door gewenste splitsing tussen woonen werkru imte. De stal werd verlengd en bij de nieuwe
Rapport te
te bestellen Het boerderijrapport mag gezien (en gelezen) worden! Het bevat eerst een algemeen,maar gedetailleerd verhaal over de ontwikkeling van de Middendelflandse boerderij. Daarna wordt elke onderzochte boerderij apart beschreven. Tenslotte wordt een inventarisatie gegeven van alle boerderijen van Midden-Delfland op een aantal hoofdkenmerken. Het rapport bevat een groot aantal foto's, kaarten, tabellen en plattegronden. Het is een must voor elke MiddenDelflandliefhebber. Het rapport is te bestellen door overmaking van f 20,50 (f 15, -- + f 5,50 ve rzendkosten ) op postrekening 3928463 t.n.v. de Midden-Delfl and Vereniging te Vlaardingen, telefoon (OIO) 74 25 98.
boerderijen kwam het voorhuis in oostelijke richting te liggen. In de loop van de 18e eeuw werden de boeren door omstandigheden gedwongen hun bedrijven efficienter te maken. Degene die het hoofd boven water hielden, konden veelal fors uitbreiden, door de gedaalde grond - en erfpachtprij zen. Als gevolg van een prijsstijging van de zuivelproduktie aan het eind van de 18e eeuw, werden de omstandigheden voor de boeren in Midden- Delfland veel beter. Verbouwingen werden massaler door gevoe rd en e r vinden meer wijzigingen plaats. In de loop van de 20ste eeuw werd echter de economische situatie slechter, versterkt door dreigende planologische ingrepen. Hierdoor is de laatste 25 jaar w!inig vernieuwing tot stand gekomen . En~rzijds leidde dit tot een grote vertegenwoordiging van historisch waardevolle boerderijen en een weinig ve rsto ord bebouwingspatroon, anderzijds is dit de oorzaak van een slechte onderhourlsstaat van een aantal boerderijen. Bovendien wordt de bommij ze die eeuwenlang het landschap heeft gesierd, verdreven door moderne gebouwen. Aanbevelingen Het rapport bevat aanbevelingen om de historisch landschapp e lijke structuur, met name in de nabijheid van de boerderijen, zoveel mogelijk te behouden en te herstellen en om bij de planvorming reken ing te houden met de his t orische waarden van de boerderijen in Midden- De lfland. (BvU )
7
De afgelopen tijd is er een drietal advertenties verschenen in de regionale pers betreffende zaken die van groot belang zijn voor de agrariërs van Midden-Delfland. Om deze reden drukken we ze hierbij (verkleind) nogmaals af.
,.... Reconstructie Midden-Delfland Verbetering van toegangswegen De Reconstructiecommissie Stett de regeling "verbetering van toegangswegen" open. Agrariërs kunnen op aanvraag zelf de toegangsweg naar hun bedrijf gebouw (laten) verbeteren met een Rijksbijdrage. De regeling is een onderdeel van de uitvoering bij voorrang van de Reconstructie Midden-Delfland. Particuliere toegangswegen naar afzonderlijke bedrijven kunnen met 40% subsidie worden verbeterd.
Reconstructie Midden-Delfland Reconstructie oude glastuinbouw De Reconstructiecommissie stett de subsidieregeling open voor het bij voorrang reconstrueren van oude glastuinbouwgebieden. Hiervoor gelden de regels zoals die in de ''Beschikking Reconstructie Oude Glastuinbouw'' van het Ministerie van Landbouw en Visserij zijn opgenomen.
De regeling is erop gericht om in de gebieden waar sprake is van aanééngesloten glastuinbouwbedrijven, de verkaveling , de waterbeheersing, de vorm van de glaspercelen etc. te verbeteren. De Reconstructiecommissie heeft hiertoe binnen Midden-Delfland een aantal gebieden aangewezen (zie kaartje), waar tuinders in aanmerking "kunnen komen voor een subsidie. De te subsidiëren wer1<en dienen te passen in het reconstructieplan. Oe tuinders dienen de werken zelf uit te (laten) voeren.
De belangrijkste punten uit de regeling zijn : - Alleen de toegangswegen naar afzonderlijke. blijvende agrarische bedrijven in het blijvende landbouwgebied komen in aanmerking: - Te onderscheiden zijn: a. onverharde of semi-verharde toegangswegen: hiervan kor:nt de gehele lengte voor subsidie in aanmerking: b. verharde toegangswegen: hiervan komt 50 m voor subSidie in aanmerkrng: - Bruggen en dammen: indien verbetenng noodzakelijk IS . komt deze verbetering voor subsidie in aanmerking. - De subsrdie vormt een onderdeel van de later toe te kennen kavelverbeteringsubsldie: wanneer nu verbeterd wordt. vindt reeds uitputt1ng plaats van het budget : - Het werk dient urtgevoerd te worden volgens eeo door de Landinrrcht1ngsdienst goedgekeurde werkwijze en begroting: - De wegen dienen voorzien te worden van een betonverharding. Oe ReconstructrecommJSSte behoudt zrch het recht voor de regeling tljdehjk te sluiten danwel te beërndigen op een_ door haar te bepalen ttjdstip.
De agrariër moet zelf een aanvraag indien·en bij de ReconstructiecommJSSie. Hij 1S tevens opdractitgever bij het uit te voeren werk . Pachters moeten goedkeunng hebben van de eigenaar. Pas na t'o8~ïng van de subs1d1e door de Landinricht1ngsd1enst mag met de uitvoerrng worden begonnen . Aanvraagformulieren kunnen aangevraagd worden bij onderstaand adres. Maasland. mei 1984
De Reconstructiecommissie. De Voorzitter. J . Noortand. De 1 e Secretaris. Ir. H. R. M . Mentink.
Reconstructie Midden-Delfland bureau van uitvoering foppenpolder 1 c
3155 AE MAASLAND telefoon 01899-22011
,.... Reconstructie----------... Midden-Delfland Boerderijverplaatsing
De volgende subsidiemogelijkheden worden geboden : - verplaatsing van het glastuinbouwbedrijf terw1lle van een betere verk aveling van het achterblijvende blok. met een subsidie van 30% van het geldende normbedrag (thans f 125,- per m 2 glas): - voor de verplaatsers 50% subsidie in de aanleg van nutsvoorzieningen welke de 50 m lengte te boven gaat: - een premie voor de glasafbraak (j 12,- per m 2 glas): - bij gesubsidieerde glasafbraak en bij gesubsidieerde verplaatsing van glastUinbouwbedrijven is bovendien een subsidie mogelijk in kavetverbeteringswerken van 40% van een nog nader vast te stellen normbedrag: - bij verkoop van grond aan het Bureau Beheer Landbouwgronden (biJvoorbeeld bij glasafbraak) wordt een bijdrage van f 1.50/m 2 gegeven boven de taxatiewaarde. De twnder moet zelf een aanvraag indienen voor één of meer van deze subsidremogelijkheden. Hij is tevens opdrachtgever bij het uit te voeren werk. Oe Reconstruct iecommissie behoudt zich het recht voor de regeling tijdelrik te stuiten danwet te beëindigen op een door haar te bepalen tijdstip. Slechts de hoofdzaken van de opengestelde regeling zijn vermeld. rndien U belangstelling heeft voor deze regeling wordt U verzocht zich te wenden tot onderstaand adres.
De RecOnstructiecommissie Midden-Delfland verzoekt hierbij veehouders uit het reconstructiegebied. die belangstelling hebben voor verplaatsing van hun bedrijf binnen het voor de landbouw in te richten gebied (excl. noordelijk deel Aalkeet-Buitenpolder. zgn. M-zone) met daaraan gekoppeld nieuwbouw van bedrijfsgebouwen, d1t te melden aan het Bureau van Uitvoering. Na aanmelding zal U een formulier worden toegezonden ter verkrijging vari nadere gegevens. Dit formulier dient U voor 1 augustus 1984 in te zenden naar onderstaand adres. Voor verplaatsmg rn recçmstruct1everband komen in princ1pe alleen veehouders 1n aanmeFking die hun bedrijf uitoefenen in het blijvende landbOuwgebied. Ter 1nformat•e nog het volgende: Betangstellenden tullen er rekentng mee moeten houden dat verptaats1ng 1n het algemeen slechts mogelijk rs naar gebieden waar voldoende rUimte IS om een verantwoorde toedeling te realiseren . Bij verptaa.ts1ng annex nreuwbouw van boerderijen zat een subs1dre-regel1ng gelden. zoals d1e door de Centrale Cultuurcommissie in de Richtl ijnen voor Boerderijverplaatsing IS vastgelegd. · De betangrrjkste voorwaarde voor verplaatsing tn reconstructieverband is. dat Of de toedeling van de n1et te verplaatsen bedrijven wordt gediend. Of de verplaatsing 1s in het belang va n de reccnstructre als zodamg. Ook agranérs dre ZICh eerder voor bOerdentverplaatsJng hebben aangemeld. woroen · verzocht te reageren . Maasland. me1 198:J.
Maasland. mer 1984
Reconstructie Midden-Delfland bureau van uitvoering foppenpolder 1 c
3155 AE MAASLAND telefoon 01899-22011
De ReconstructrecommJSSie. J. Noortand. Voorzitter
De Reconstructiecommrssre. De Voorzitter. J . Noorland. De 1e Secretans. Ir. H. R. M. Ment1nk.
Ir. H. R. M. Mentink, le Secretaris.
Reconstructie Midden-Delfland bureau van uitvoering fo ppenpolder 1c
3155 AE MAASLAND telefoon 01899-22011
8 achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Polderbestuur
Delfland
als de rekeningen bewaard zijn gebleven, de mogelijkheid de bewoners van boerderijen enkele eeuwen terug te voeren. Voor de Oude Lierpolder, net buiten het MiddenEr is nog weinig bekend, in ieder geval is er Delflandgebied gelegen, is dit tot weinig gepubliceerd over het bestuur van de polders 1577 mogelijk! Soms blijkt dat analfabete boeren werden overgeslagen, in vroeger tijd. De hieronder weergegeven bijdrage maar in de Oude Lierpolder was hiervoor een oolossing gevonden: de van K.F. van Dijk vormt dan ook een welkome dorpssecretaris deed het schrijfwerk opvulling van deze leemte. voor I pond per jaar. In de Hoefpolder in De Lier deed de dan zouden de schouten van verschilAllereerst moet worden vastges t eld molen~eester twee jaar achtereen lende ambachten in eenzelfde polder ·dat het bestuur van een polder per dienst, maar verder funktieneerde het moeten schouwen. Dit nu was een hoogheemraadschap verschillend was roulatiesysteem als in de Oude moeilijke zaak en een nieuwe geregeld. Maar ook binnen het hoogLierpolder. bestuurlijke organisatie voor de hee~raadschap bestonden er van polder De molenmeesters hadden geen polder drong zich als vanzelf op. De tot polder verschillen . zeggenschap over vele zaken die niet bemaling moest geregeld kunnen worden specifiek tot de polder behoorden, door een afzonderliJke funktionaris, Oorspronkelijk bestond het gebied van zoals wegen en bruggen. Hierover onafhankelijk van de schouten binnen Delfland uit grotere lvaterstaatsgingen ambachtsbewaarders, die een wier ambacht de polder zich uitstrekte. eenheden dan polders. Door de groter gebied bestreken, maar meestal invoering van de watermolen na 1400 ook door de ingelanden \Varen gekozen. Voor het plaatsen van een wate~olen ontstonden er door inklinking van de was toestemming nodig van het bodem niveauverschillen, waardoor men Het bestuur met mole~eesters en hoogheemraadschap. Bijna gelijktijdig genoodzaakt werd deze grotere ingelanden bleef eeuwenlang in stand, eenheden onder te verdelen in met de verschijning van watermolens totdat het revolutionaire bewind in kleinere gebieden, polders genaamd, zien we het ambt van molenmeester 1795 bij het begin van de Franse tijd elk met een enigszins gelijk niveau. ontstaan, welke funktionaris aan het hierin verandering trachtte te brengen Door deze waterstaatkundige ingreep gezag van het hoogheemraadschap blijkt In dat jaar kregen de ingelanden van veranderde ook het bestuur. te zijn onderworpen. Daarmee nam het de polders bevoegdheid een niemv In de oude situatie gold voor de gezag van de schout in evenredige bestuur te kiezen en enkele polders grotere gebieden eenzelfde waterpeil. mate af. Zijn schouwbevoegdheid werd hebben van die mogelijkheid gebrui k De verschillende in deze gebieden in de loop van de J6e eeuw overgenomen gemaakt. Enkele jaren later werd deze gelegen ambachten hadden de zorg voor door de molenmeester die deze met nieuwlichterij (en de inmiddels een goede waterhuishouding. Omdat het enkele ingelanden, de kroosheemraden, gekozen besturen) \Veer afgeschaft. waterpeil gelijk was, ontstonden uitoefende. De na-schouw was gereserToch veranderde er in de loop van de daarover weinig verschillen. In het veerd voor de hoogheemraden. jaren langzamerhand wel het één en ambacht zelf was het de schout, de De molenmeester had het beheer over ander. Zo werd de Oude Lierpolder, vertegenwoordiger van de ambachtsheer, de ~olen en de polder. Hij gaarde de waar tot 1800 een molenmeester die met twee door de ingelanden omslag in, betaalde de rekeningen en funktioneerde, vanaf dat jaar bestuurd gekozen 'ambachtsbewaarders' wegen legde daarvoor rekenschap en door de schout en leden van he t en wateren schouwde. De schout was verant\Voording af aan de ingelanden. polderbestuur. De schout a ls een v an geen verantwoording schuldig aan het De uiteindelijke controle lag bij het bovenaf benoemde autoriteit, maar he t hoogheemraadschap, maar aan zijn baas, hoogheemraadschap; de schout had polderbestuur door de ingelanden de ambachtsheer. daarmee niets te maken. De rekening benoemd. Aan al deze verschill ende werd vaak gedaan in de herberg, waarbij bestuursvormen kwam een einde do or Met de invoering van de watermolens flink ootverteerd werd op kosten van het op 24 juli 1856 door Gedeputeerde veranderde de situatie ingrijpend. Er de polder. He vinden echter ook wel Staten van Zuid-Holland v astgestelde ontstonden niveauverschillen die niets dat de rekening werd gedaan 'onder de Algemeen Reglement, dat eenheid en uitstaande hadden met de bestaande molen'. orde in het beheer van de polders ambachtsgrenzen. Door de nogal grillig De verkiezing van molenmeester bracht. A. Knottenbelt, de bekende lopende ambachtsgrenzen strekten de verschilde van polder tot polder. schrijver van 'Geschiedenis van een nieuwe polders zich over verschillende In veel polders rouleerde de funktie polder' schrijft hierover: ' Het maken a~bachten uit. Zou de oude bestuuronder de boeren in de vaste volgorde van een r eglement voor al die polders lijke situatie gehandhaafd blijven, van de boerderijen. Hierdoor bestaat,
~n
Polderbestuur ders bij de werkzaamheden aan de Harreweg na de 2e doorbraak van de Noord- Kethelpolder in 1903
in Zui d- Holland was voorz eker een moeilijke taak, wanneer men bedenkt dat e lke polder was een eigen staatje met zi jn eigenaardige regeeringsvormen, verdeeling van las ten, s lechte en goede gewoont en, onbeper kte macht '. In de jaren erna werden de polderreglementen in overeenstemming gebracht met het Algemeen Reglemen~ . Het bestuur zou voortaan bestaan u1t een voorzitter en enkele leden, bijgestaan door een secretaris / penningmeester en gekozen door de . ingelanden. Aan deze bestuursvorm 1s enkele jaren geleden een definitief einde gekomen door de opheffing van de zelfstandigheid van de polders. K. F. van Dijk Werkgroep Historie en Landschap Midden- Delfland
Midden-Delfkrant Vrijwilligerswerk op de Tanthofkade Bart van der Kraan
De Tanthofkade 1s de afgelopen winter voor een klein gedeelte opgeknapt. Vrijwilligers hebben ter hoogte van zwembad Kerkpolder het essenhout op de kade tot op kniehoogte afgezaagd. Dit is iets wat de boeren vroeger zelf deden zodat er regelmatig hout 'geoogst' werd om te gebruiken in het boerenbedrijf. Zeker 30 Jaar 1s dit niet meer gebeurd. Het stuk Tanthofkade waar het om gaat in de plantsoenpost nabij de kade. (de hele kade loopt van Den Hoorn tot Het eigenlijke werk is door gemiddeld Abtswoude en is zo'n 5 km lang) is zes vrijwilligers variërend van 16 grotendeels eigendom van de gemeente Delft. De werkzaamheden aan de kade gedurende de maanden februari en maart, werden verricht op 3 doordeweekse dagen. Vrijwilligers voor dit projekt (zgn. M.Z.B.-projekt van de .Stichting Natuur- en Landschapsbeheer ZuidHolland ofwel N.L.B.) kwamen in aanraking hiermee o.a. door de vrijwilligerscentrale in Delft. De Stichting N.L.B. heeft het projekt in nauwe samenwerking met de gemeente Delft op poten gezet en heeft gezorgd voor gereedschap e.d. De gemeente Delft heeft een subsidie toegekend en is zeer behulpzaam geweest bij het verloop van het projekt, de vrijwilligers werd b.v. de mogelijkheid geboden koffie te drinken e.d.
9
tot 73 jaar, met veel enthousiasme verricht. Deze groep heeft 210 m zwaar achterstallig hout afgezet, 550 nieuwe boompjes geplant (hoofdzakelijk es) en de nieuwe aanplant over 140 m beschermd d.m.v. een afrastering. Uiteindelijk wanneer na een aantal jaren het achterstallige onderhoud is weggewerkt door vrijwilligers, kan de gemeentelijke plantsoenendienst de kade makkelijker onderhouden door tijdig gedeelten af te zetten (omloopcyclus van ongeveer IS jaar). Er is in ieder geval een goed begin gemaakt om de Tanthofkade, die de moeite zeer zeker waard is, weer in de oude, gezonde staat terug te brengen. De kans is groot dat komend seizoen (winterwerk) het werk wordt voortgezet. Aan de deelnemers zal het niet liggen ....
...
--- _.,...... .-
Volop werk in natuurkarnpen
Van 26 JUn1 tot 25 augustus worden er overal in Zuid-Holland natuurkampen gehouden. De deelnemers aan deze kampen zullen veelal gaan hooien in kleine natuurgebieden met een waardevolle vegetatie, maar ook bestaat de mogelijkheid om bosonderhoud uit te voeren. Nieuwkoop, Wassenaar, Lisse en Reeuwijk. Aan elk kamp kunnen gemiddeld zo'n 25 personen deelnemen. Nieuw: het themakamp Iets heel nieuws is het themakamp 'Water', dat in Brandwijk zal worden gehouden. De organisatie van dit kamp is in handen van de Werkgroep Natuurbeschermingskaropen Alblasserwaard. ·
De komende zomer kunnen meer dan 250 na-t uurliefhebbers in kampverband meewerken aan het onderhoud van kleine hooilandjes en landgoedbossen. Overdag wordt er gewerkt, terwijl het avondprogramma ontspanning en informatie biedt. Het gaat in totaal om elf kampen, die door drie organisatoren worden voorbereid. De kampen worden gehouden Ln de Vijfheerenlanden, het Kaaggebied, de Alblasserwaard, de Krimpenerwaard, op Goeree, in
Voor alle kampen geldt, dat de minimum leeftijd van de deelnemers is vastgesteld op 16 jaar. Vorig jaar is een experiment uitgevoerd met een . 'gezinskamp'. In dat kamp konden ouders met hun kinderen aan de slag. Omdat dit kamp een groot succes bleek te zijn, is besloten om ook dit jaar een gezinskarop in het kampenaanbod op te nemen. Een kamp begint op maandag en duurt tot zaterdag. De prijs van een kamp inclusief ond~rdak en voeding is f 40.--. Over al deze kampen staat de noodzakelijke informatie vermeld in een folder, die door belangstellenden is aan te vragen bij: Stichting Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-:Ho lland Postbus 558 2800 AN Gouda telefoon (01820) 24500
10 achtste jaargang nr . 2 , juni 1984
MIDDEN-DELFLAND
IN UITVOERING foto 's Fred Hess
I.
De jachthaven in Schipluiden. Na de problemen met de tramkade eerder dit jaar vorde ren de werkzaamheden gestaag.
2. Grondberging tussen Schie en A 13. Grond die vrijkomt bij de aanleg van de A 4 (rijksweg 19) zuidelijk van Rijswijk wordt deels naar MiddenDelf l and gebracht. Voor later gebruik bij de we rkzaamheden voor de re cons tructie. 3. Berging van rioolslib in de OostAbtspolder. Enige tijd ge leden bleek rioolslib uit Rotterdamse industriegebieden zeer sterk vervui ld te zijn; erger soms dan het meest vervuilde havenslib. Waar moest dit slib geborgen worden? Na lang wikken en wegen werd gekozen voor een lokatie in de Oos t Abtspolder, waar onder zeer strikte voorwaarden het rioolslib nu wordt ges tort.
3.
Midden-Delfkrant MIDDEN DELFLAND IN UITVOERING
4. Erfbeplanting. In het kader van de Uitvoering bij Voo rrang wordt ook de aanleg van nieuwe erfbeplanting gestimuleerd. Di t voorjaar werd het eerste projekt ingeplant bij het bedrijf van P. Sonneve ld in Maasl and.
5. Rondweg bij Schipluiden. In aanleg, na jaren van voorbereiding is nu ook de rondtveg noordelijk van Schipluiden. 6.
Sportvelden i n de Kerkpolder. St ukje bij beetje kr ij gt nu ook de Kerkpolder zijn rekreatieve inrichting. Di t voorjaa r waren deze sportvelden en faciliteiten in aanleg .
6.
11
12 achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Het jaar van de weidevogels
Door enkele organisaties op het gebied van natuurbescherming is 1984 geproclameerd tot 'Jaar van de Weidevogels'. In verband hiermee is een vouwblad ontworpen waarop allerlei middelen worden aangegeven die dienstig kunnen zijn om de broedsels te laten slagen door de eieren, de nesten en de jongen van de weidevogels te beschermen. Dit vouwblad is in een groot aantal onder de agrariërs verspreid. Door de P.T.T. is hierop ingehaakt door het uitbrengen van een serie postzegels - de zomerzegels - waarop de kievit, de grutto, de tureluur en de kemphaan zijn afgebeeld.
voorjaarswerkzaamheden op de bedrijven, uit economische overwegingen, steeds vroeger verricht moeten worden. Het is natuurlijk een volkomen inconsequente zaak, wanneer boeren ten koste van een massa extra werk de weidevogels proberen te beschermen, terwijl door anderen, zonder enige noodzaak, de eieren geroofd worden. Dit werkt in ieder geval uiterst frusterend voor de goedwillende boeren; het kan niet ander dan negatieve effecten hebben bij de opvoeding
Hoewel in Midden- Delfland de stand van de weidevogels niet ongunstig genoemd kan worden, is een dergelijke akte zeker niet overbodig. Van alle kieviten, grutto's en tureluurs van West-Europa heeft meer dan 50% Nederland als broedgebied. Dit legt ons een bepaalde verantwoordelijkheid op ten opzichte van de weidevogels. De kemphaan is er een voorbeeld van hoe een vogelsoort in korte tijd nagenoeg kan verdwijnen. In het nabije verleden werd ook de kemphaan regelmatig gezien in Midden-Delfland, thans hebben we voor dat zien een postzegel nodig! De boeren wordt vaak verweten dat zij de oorzaak zijn van het mislukken van vele broedsels. De weidesleep, de mesttank, de zware veebezetting; allemaal oorzaken waardoor broedsels niet tot hun recht komen. Hierbij willen we opmerken dat de werkzaamheden op het bedrijf nu eenmaal gedaan moeten worden. Overigens zijn er tegenwoordig vele boeren die aktief aan natuurbescherming doen. Bepaalde suggesties van het vouwblad - markering van •Ie nesten en het plaatsen van nestbeschermers wordèn al vaak in de praktijk toegepast. De boeren drag~n over het algemeen weidevogels een goed hart toe. Immers, deze vogels verlossen hen van een groot aantal schadelijke organismen in het weiland. Bovendien verlevendigen zij de omgeving van de boerderijen. Ze maken deel uit van de stoffering van het gebied van de boer. Er is een andere omstandigheid, die volkomen zonder noodzaak een aanslag betekent op het bestaan van de weidevogels, namelijk het feit dat het eierenzoeken in het voorjaar nog steeds niet totaal verboden is. Dit zou, in ieder geval in \-IestNederland, zeker moeten gebeuren. Er worden hier, door stadsuitbreidingen en wegenaanleg, toch al zulke aanslagen gepleegd op het leefgebied van de weidevogels. De eierzoekers hebben allerlei schijnargumenten, als zou het vroege eier- zoeken een zegen zijn voor de weidevogels. De vroege broedsels zouden toch maar mislukken tengevolge van nachtvorst; kraaien en eksters zouden op het kale land de eieren gemakkelijk buit maken enz. l~ij zijn van mening dat we voor die nachtvorst in dit verband niet bang hoeven te zijn. Zulke zaken worden door de natuur zelf gewoonlijk uitstekend geregeld. Juist de vroege broedsels die slagen, zijn voor het in stand houden van de soort uiterst belangrijk. Zeker in een tijd, waarin de
in deze van de jeugd en het maakt onze hele vogelbescherming tot een onwaarachtig gedoe. Immers, als we in het algemeen de beschermende maatregelen niet nemen, die geen enkele negatieve bijwerking hebben, dan doet het wat onreëel aan, wanneer we een bepaalde groep van de bevolking, narnelijk de boeren, opschepen met tijd- en geldverslindende verplichtingen. Wanneer de aandacht die voor de weidevogels in 1984 van ons gevraagd wordt, zal leiden tot het algehele verbod om eieren te zoeken, met name in WestNederland, dan zal het 'Jaar van de Weidevogels' zeker aan zijn doel beantwoord hebben. Hanneer dan tevens hoe langer hoe meer boeren de suggesties van het vouwblad in de praktijk zull'en brengen, zal men ook in de toekomst nog kunnen genieten van een rijk vogelleven in ons poldergebied. AO
Midden-Delfkrant Het weer
1n
de lente
13
Aprilletje zoet geeft nog wel eens een witte hoed . Het weer wat koel en een buitje erbij dat maakt in mei de landman blij.
,..,e,~r
Wanneer er ooit tijd is dat men geinteresseerd raakt in het weer verloop, dan is dat wel in de voorjaarsmaanden. Hierbij spelen verschillende achtergronden een rol. Na de winter- periode begint men ongeduldig uit te zien naar de lente en naar mildere temperaturen. Het
in de lente staat er bovendien om bekend wisselvallig te zijn. Er zijn uitschiete rs naar alle kanten. We zeggen tenslotte niet voor niets; 'Maart roert z'n staart' en 'April doet wat hij wil'. Dit is ook een reden om de weersverwachting meer in de gaten te houden.
Op het platteland komt er nog iets bij. Een voorspoedige groei van allerlei gewassen hangt voor een groot deel af van de weersomstandigheden. Vooral voor de boeren is het weer dus een belangrijke zaak. Vroeger gold dat ook voor de tuinders maar in die sector is alles zodanig een binnen· gebeuren geworden, dat het weer een tweede-rangs plaats is gaan innemen. Bovendien zijn verschillende onderdelen van he t bedrijf dermate geautomatiseerd, dat zonder ingrijpen van de ondernemer verschillende zaken ge reg eld worden. Op de boerderij ligt dat anders. De voorjaarswerkzaamheden in de weilanden worden door het weer bepaald en ook de mogelijkheid om zonder veel schade aan de grasmat de percelen te bemesten. Het elk jaar met spanning tegemoe t gez iene moment, dat het vee vanuit de stallen de wei in kan, om daar te grazen is er eveneens afhankelijk van. Maar he t zwaarst weegt in dit verband de eigen veevoederwinning voor de volgende winter. De hoeveelheid, de kwaliteit en de voed ingswaarde van he t in te kuilen gras wo rdt mede bepaald door de weersomstandigheden van maart en april. Niet voor niets is het rijmpje ontstaan:
beslist meer zijn dan aardige woordspelingen. Een keuze uit de talrijke weerrijmpjes, die speciaal met het voorjaar te maken hebben, willen we hier afdrukken. De algemene tendens hierbij is dat het weer in april niet te mooi mag zijn.
Onweer in mei is gras in de wei . Is in de mei het weer te mooi dan ziet de schuur maar weinig hooi . Het einde van de mei is het staartje van de winter. Een bijenzwerm in mei maakt de hooiboer blij . Hier nog een raadgeving in verband met de ijsheiligen (11 tot en met 14 mei):
Geen zaterdag zo kwaad of de zon schijnt vroeg of laat.
'Een droge maart is goud waard; Als het in april maar regenen wil' . Of een ander:
'Maartse wind en aprilse regen be l oven voor de meimaand grote zegen' . Het is dus niet verwonderlijk dat de boe ren - en zij niet alleen - in het voo rjaar meer dan anders aandacht schenken aan het verloop van de barometer, aan de weerberichten, aan de stand van de maan en mogelijk ook nog aan de Enkhuizer Almanak . Ook zullen er zeker oude zegswijzen opgehaald worden, die met het weer te maken hebben. In de loop der eeuwen zijn er honderden ontstaan en bewaard gebleven. Via het gedrukte woord of door mondelinge overlevering zijn ze tot ons gekomen. Zij zullen misschien niet altijd uitkomen, maar toch ...... : onze voorouders observeerden alles, wat met het weer te maken, zo zorgvuldig, dat hun conclusies in ri jmvorm
foto Fred Hess Als april blaast op zijn hoorn is dat goed voor gras en koren. Verschaft april ons mooie dagen; dan vleegt mei de last te dragen. In april heldere maneschijn zal voor de bloesems schadelijk zijn. Sint Joris (23 april) warm en schoon heeft ruw en nat weer tot loon. Als de kikker voor Sint Markus (25 april) kwaakt blijft hij later zonder spraak .
Morgenrood, water in de sloot. Vliegen de vleermuizen 's avonds rond dan brengt mooi weer de morgenstond. Regen voor acht uur is niet van langen duur . OVervloed van dauw maakt de hemel blauw. Hoe feller vlieg en horzel steken, hoe ~erder het onweer los zal breken .
April guur en nat brengt veel koren in het vat .
Afwisselend zon en regen, dat is de boer zijn zegen .
Roept de houtduif keer op keer dan komt er schoon weer .
Arie Olsthoorn
14 achtste jaargang nr. 2, juni 1984 Huns inziens lijkt het aannemelijk dat er een positief verband bestaat tussen het optreden van zomerwrang en het voorkomen van de wrangvlieg en het zandlichaam van Rijksweg 19. Ze bevelen aan om komend jaar de waarnemingen te herhalen en uit te breiden.
Zomerwrang
•
ln
Midden-Delfland
Op verzoek van de melk- en controlevereniging 'Delflands Doel' werd er op 8 maart 1983 een voorlichtingsavond in Maasland georganiseerd. Aanleiding hiertoe was het vermoeden van veel veehouders dat de zomerwrang bij niet melkgevende koeien zou toenemen als er in Midden-Delfland op grote schaal bosjes en bossen geplant gaan worden. Zomerwrang is een vernietigende uierontsteking bij voornamelijk jonge kalveren, pinken en vaarzen en ook soms bij droogstaand melkvee. De verschijnselen variëren van etterende, flink gezwollen delen van het uier bij jong vee, waarbij soms snel opruimen noodzaak is, tot het pas opmerken bij het hoofdzakelijk voor de eerste keer kalveren, dat een deel van het uier geen melk geeft. Beide gevallen zijn flinke schadeposten Deze zomerwrang wordt veroorzaakt door een bacterie, gemakshalve Coryne bacterium pyogenes genoemd. De vlieg die deze bacterie overbrengt, heeft men Hydrotaea irritans genoemd. De voorlichtingsavond verliep voor de veehouders niet geheel naar wens. Graag had men gezien dat de toenemende schade veroorzaakt door het aanleggen van voorzieningen voor natuur en recreatie vergoed zou worden. Een wens was om de schaderegeling gedetailleer d op te nemen in het voorontwerp Reconstructieprograrnma. Dit werd door de vertegenwoordigers van diverse instanties, zoals de landinrichting, bestreden. Een vraag of men boeren wist die er failliet aan waren gegaan, is treffend . Ook van de zijde van de eigen gezondheidsdienst kreeg men weinig steun. Onderzoek naar zomerwrang was er al een aantal jaren niet gedaan en de kans dat wrang in Midden-Delfland zou toenemen was bijzonder klein. Dit werd voornamelijk gebaseerd op het feit dat zomerwrang nagenoeg alleen voorkomt op het beboste zandgrond en vaak in combinatie met stilstaand water. Midden-Delfland
bestaat voornamelijk uit klei en veen met diverse vermengingen. Om dat er toch al zomerwrang geconstateerd was rond Rijksweg 19, zou er een onderzoek plaatsvinden in de zomer van 1983. Vooraf was wel medegedeeld dat men voor schade door het zand van Rijksweg 19 eigenlijk niet bij de Reconstructiecommissie moest zijn maar bij Rijkswaterstaat. Van dit onderzoek is een notitie verschenen van het Bureau van Uitvoering. De heren Evenhuis (IPO Wageningen) en Flamand (Gezondheidsdienst) hebben dit onderzoek uitgevoerd in een drietal waarnemingen. Op 12 juli heeft men op vijf punten waarnemingen gedaan en bij één waarneming, in de buurt van Rijksweg 19, werd de wrangvlieg geconstateerd.
Op 8 augustus werd er bij dit punt weer de wrangvlieg geconstateerd; op andere plaatsen echter niet. Op 24 augustus heeft men drie bedrijven bezocht waar de veeartsen wrang hadden geconstateerd . Deze bedrijven lagen weer dicht bij het tracé van Rijksweg 19. Op deze bedrijven constateerde men weer de wrangvlieg, zij het op één bedrijf sporadisch. Hun conclusie is, dat de wrangvlieg in Midden- Delfland voorkomt, echter niet in zo grote aantallen als in bijvoorbeeld Twente of delen van Drenthe. Daar waar men de vlieg zag, lagen de percelen allen in de buurt van Rijksweg 19, in een vrij open terrein met weinig of geen begroeiing.
Het blijft voor veehouders een moeilijk probleem om eventuele schade te verhalen. Dat er onderzoek wordt gedaan, moeten we als zeer positief zien. Onderzoek naar zomerwrang heeft echter in Nederland een aantal jaren stilgestaan, invloeden van recreatie en natuurbeheer zijn nieuw in dit onderzoeksgebied. Een bewijs hiervan wordt geleverd in het recreatiegebied 'De Rottemeren'. Boeren, die jongvee weiden in open gebieden tussen of tegen het bos, hadden soms last van 10% zomerwrang binnen een koppel jongvee tot één geval met 70% (in 1982). Gaat men dan echter op onderzoek, dan blijkt soms dat de boer al maatregelen tegen zomerwrang heeft genomen die hem geld hebben gekost. Dit beÏnvloedt wel de uitkomsten van een onderzoek. Maatregelen die men kan nemen zijn o.a.: I.
niet weiden op dit soort percelen maar maaien (hogere arbeidskosten); 2. oormerken in de oren knippen (f 25.per dier per seizoen en extra arbeid); 3. regelmatig insmeren met anti wrangvliegmiddel (extra kosten en arbeid);
4. jongvee opstallen (extra arbeid en voerkosten);
5. automatisch besproeien door middel van een wrangbox (extra kosten en arbeid). Ook in 'De Rottemeren' ligt van nature geen zandgrond, wel aangevuld met zand en een enorme puinberg in het Hoge Bergse Bos. Het blijft jammer dat er geen uitgewerkte regeling is getroffen in het voorontwerp betreffende zomerwrang; ervan uitgaande dat de zomerwrang niet zal toenemen, hoeft men toch niet bang te zijn voor schade- uitkeringen? Er moet in Nederland onderzoek gedaan worden naar het ontstaan van zomerwrang, gelet op de toenemende veranderingen van het omgevingsmilieu. Vooral verandering t.a.v. zandophoging, puinstort, creëren van stilstaand water, bebossing op veengr ond, slecht onderhoud binnen de bebossing, afval van recreatie, e.d. Schade, die ontstaat door invloeden van de reconstructie, behoort tenslotte te worden vergoed. Arie van den Berg
Midden-Delfkrant De vogels
~n
Midden- Delfland
Jagers op klein wild Voor wie door de polders van Midden-Delfland zwerft, is het steeds mogelijk een verrassende ontmoeting te hebben met een interessante vertegenwoordiger van de vogelbevolking. Een directe kennismaking bijvoorbeeld met één van onze roofvogels is steeds weer een belevenis. De roofvogels hebben altijd een speciale invloed gehad op de fantasie van de mens. Daardoor werd hun een groot aantal zowel goede als slechte eigenschappen toegeschreven. In de loop der tijden ontstonden dan ook vele sterke ve rhalen, waarbij echter de negatieve kanten belangrijk meer aan bod kwamen dan de positieve. Wie de aard van de mens in aanmerking neemt, vindt het bovenstaande niet zo verwonderlijk. De naam 'roofvogels' die we deze stoere jagers gegeven hebben, klinkt al niet sympathiek. Alles wat met roven te maken heeft, ligt ons niet zo erg. Nu is dat roven in dit geval maar heel betrekkelijk. Het betekent eigenlijk alleen dat deze vogels door de natuur zijn voorbestemd om op een bepaalde manier aan de kost te komen. Die kost bestaat uit levende organismen en ze zijn dan ook toegerust met een speciale lichaamsbouw en een aantal hulpmiddelen, waardoor ze in staat zijn die levende prooi inderdaad te bemachtigen. Met ro~en in de gebru ikelijke betekenis heeft dit ni e ts te maken. Maar de roofvogels zit ten ermee. Deze naam alleen al heef t hun image door de eeuwen heen ongunstig beÏnvloed.
vormen voor de omgeving, dan betekenen de roofvog els een natuurlijk bestrijdingsmiddel tegen deze plaag. Zo'n concentratie zal namelijk tot gevolg hebben dat de roofvogels uit de wijde omgeving hun jachtterrein zullen verplaatsen om van deze overvloed te profiteren. Hoe meer natuurlijke vijanden er aanwezig ZLJn hoe sneller de plaag tot het verleden zal behoren. Roofvogels zijn ook belangrijk bij de ziektebestrijding in de natuur. Als prooidieren zullen ze namelijk het gemakkelijkst zieke of verzwakte exemplaren buit maken. Tevens maken ze zich soms verdienstelijk door het opruimen van kadavers. Daardoor werken ze er aan mee om de soort, waarop ze jacht maken, gezond en levenskrachtig te houden.
Er komt nog iets bij. Op het platteland is het de gewoonte dat kippen, die een toom kuikens hebben uitgebroed, met hun kroost vr ij rondscharrelen op het _erf. Wanneer een hongerige roofvogel zo 'n tafereel in de kijker krij gt, is het begrijpelijk dat hij een duikvlucht maakt om een mals hapje te verschalken . Of hem dit lukt is een tweede, want als de kloek er tijdig bij is, verdedigt ze haar jongen gewoonlijk met veel energie. Slaagt de vogel echter in z'n opzet, dan zal hij tot in de verre omtrek nog jar en bekend staan als 'di e vuile kuiken-r over' . Ondanks haar slechte reputatie kunnen we zeggen dat de rol van de roofvogels in het totale nat uurgebeuren een zeer positieve is. Op de eerste plaats bevorde r en ze het zo belangrijke evenwicht in de natuur. Wanneer een bepaalde diersoort - bijvoorbeeld kevers, mussen of muizen - al te talrijk wordt en een plaag gaat
Buizerd
15
\ve zeiden het al: roofvogels verschaffen zich levende prooi. Ze zijn daarvoor toegerust me t bijzondere wapens, namelijk een ko rt e, krachtige, haakvormige snavel en sterke poten met lange tenen, waaraan scherpe grijpklauwen bevestigd zijn. Prooidieren kunnen zijn: insecten , amfibieën, reptielen, vogels en kleine zoogdieren. Enkele soorten, zoals de arend, de havik en de slechtvalk kunnen ook grotere prooidieren overmeesteren. Het is overigens niet zo, dat er veel kans bestaat dat we één van deze drie op onze poldertochten zullen tegenkomen .
Torenvalk Helemaal uitgesloten is zo' n ontmoeting nou ook weer niet. Sommige roofvogels, bijvoorbeeld de sperwer, doden hun prooi met de klauwen en v erdelen hem dan met de haakvormige snavel in stukken; andere, zoals de valken grijpen de prooi wel met de klauwen maar bijten hem met de snavel dood, waarna ze hem plukken en verder voor de consumptie gereed maken. Hoewel roofvogels hun prooi vrij zorgvuldig schoonmaken, gaan er toch onverteerbare delen zoals veren, haren en chitineschilden mee naar binnen. Als het opneembare voedsel v erteerd is, komen deze resten als braakballen weer naar buiten. In deze braakballen bevinden zich maar zelden beentjes, zoals we die in de braakballen van uilen volop aantref fen. Behalve door de vorm van de snavel zijn de roofvogels ook te onderscheiden door de manier waarop ze op hun prooi jagen. Er zijn de snelle starters, die kleine vleugels hebben met sterke spieren. Zij zijn zeer soepel in hun bewegingen, snel wendbaa r en in staat hun prooi van op korte afstand te overvallen. De sperwer, de havik en de valken behoren tot deze categorie . Het war en
16 achtste jaargang nr. 2, juni
deze vogels, die met hun scherpe blik en het vermogen om hoog uit de lucht enorme stootvluchten uit te voeren, voor de mensen een metgezel konden zijn bij de jacht. De vogels van de andere categorie, waartoe bij voorbeeld de buizerden behoren, hebben een groot vleugeloppervlak en zijn langzaam in hun bewegingen. Lange tijd kunnen zij zich met gestrekte vleugels en bijna onbeweeglijk laten voortdrijven op de luchtlagen. Zwevend spieden zij de omgeving af, niets ontgaat hun en een mogelijke prooi wordt na een geruisloze glijvlucht volkomen verrast. Wat de nestbouw betreft zijn er ook verschillen. Het komt voor dat het nest helemaal door de vogels zelf gebouwd wordt, maar vaker nemen ze een bestaand nest in beslag, dat een beetje wordt opgeknapt. Hierin komen de drie tot zes eieren te liggen die door de vrouwtjes worden bebroed. Het mannetje zorgt in die periode voor de nodige proviand. Voordat het zover is, kunnen we soms genieten van de baltsvluchten die dikwijls onder luid geroep, hoog in de lucht plaatsvinden. De ene keer kunnen we die beschouwen als pronkvluchten, waarbij alle kleuren die men tot z'n beschikking heeft, uitvoerig worden geëtaleerd. De andere keer zijn het meer prestatievluchten. Alle kundigheden op vlieggebied en alle vaardigheden wat de jacht aangaat, worden dan getoond. Als de jongen er zijn, is het voeder- ceremonieel de volgende interessante fase. De jongen bedienen zich van bedelbewegingen - het heen en weer bewegen van de kop - en tevens van bedelgeluiden. Hiermee wordt bij de ouders de voederdrang opgewekt. De oude vogel verstrekt het voedsel gewoonlijk zonder te richten, dus niet aan een bepaald jong. 'Wie het eerst komt, het eerst maalt' blijkt een zegswijze te zijn die ook bij hen opgaat. Het is vaak het sterkste of meest hongerige jong dat met de buit gaat strijken. Daardoor kan het voorkomen dat het laatstgeboren jong, dat kleiner en minder sterk is dan. de anderen, te weinig voedsel binnen krijgt, een kwijnend bestaan gaat lijden en in het nest achterblijft als de andere jongen de eerste vliegoefeningen gaan doen. Zoals we al opmerkten is een ontmoeting met een roofvogel een bijzondere gewaarwording. In het gebied van Midden-Delfland hebben we kans om de volgende soorten aan te treffen: de torenvalk, de boomvalk, de buizerd, de kiekendief en de sperwer. Als we veel geluk hebben zijn aan dit rijtje nog een paar passanten of wintergasten toe te voegen, bijvoorbeeld de havik, de zee- en visarend, de slechtvalk en het smelleken (dit is de kleinste van onze valken). De torenvalk is, wat
198~
een giftige prooi belaagd. Mede door het feit dat alle roofvogels op de lijst van beschermde dieren zijn geplaatst, is hierin verandering ten goede gekomen. Nieuwe gevaren doemden echter op voor deze fiere stuntvliegers, bijvoorbeeld in de vorm van bepaalde bestrijdingsmiddelen die in de landbouw gebruikt worden en die, via de voedselketen, in de prooi van de roofvogels terecht kwamen met alle funeste gevolgen daarvan. Eieren die steriel waren of voorzien van zulk een kalkarme schaal, dat de broedsels wel moesten mislukken. Dit heeft in de naoorlogse jaren wel de grootste slag toegebracht aan ons roofvogelbestand. Het lijkt erop dat door het verbod van bedoelde bestrijdingsmiddelen voor de meeste soorten de zaak nog te redden valt.
Visarend aantal betreft, beslist nummer één. Op al onze wandelingen of fietstochten kunnen we hem ontwaren, wiekeiend boven het polderland. Een prachtige vogel is het. De rugzijde is overwegen roestbruin, met donkere vlekken en vleugeltoppen. De mannetjes en ook de oude vrouwtjes hebben een blauwgrijze kop en staart. Dicht bij het einde loopt een brede donkere band, dwars over de staartveren. De onderzijde is lichter, met donkerbruine lengtestrepen. Gelukkig is de tijd een beetje voorbij dat landbouwers en jagers de roofvogels als hun natuurlijke vijanden beschouwden. In het wilde weg werden ze neergeschoten of met
Bui zerd
Belangrijk daarbij is het feit dat de algehele instelling van de mens ten opzichte van de natuur verstandiger aan het worden is. We zijn ons hoe langer hoe meer bewust dat elk onderdeel van de natuurlijke stoffering van ons woongebied, dat geen levenskansen meer heeft en voorgoed tot het verleden gaat behoren, een verarming betekent van onze omgeving. Het blijft noodzakelijk om heel zuinig te zijn op de roofvogels die we nodig hebben. De praktijk van de laatste vijftig jaar bewijst dat er maar heel weinig voor nodig is om een diersoort tot uitsterven te veroordelen. Dat kan gebeuren door een aantasting van zijn natuurlijke omgeving, een te grote aanslag op de prooidieren, waarop hij van nature is aangewezen, of een langzame vergiftiging van zijn organen door allerlei schadelijke stoffen. Door de huidige snelle evolutie op het gebied van land- en bosbouw is het noodzakelijk om in dit opzicht steeds waakzaam te blijven. Arie Olsthoorn
Midden-Delfkrant Peilverlaging en de invloed daarvan op gebouwen In het kader van de reconstructie van MiddenDelfland is verlaging van het polderpeil nog steeds een onderwerp waarover gediscussieerd wordt. Bij die discussies doet het voor ' de belanghebbende toehoorder vaak wonderlijk aan dat er zo lichtvaardig gesproken wordt over een peilverlaging van een aantal decimeters, ja zelfs van een halve meter. Vroeger, toen men zich meer bewust was afhankelijk te zijn van de natuur, de wind en het water, hanteerde men het begrip peilverlaging steeds met de nodige reserv e. Wanneer men dacht ove r peilverlaging,dan dacht men in centimeters, niet in decimeters. De bestuurders van de polders waren, gewaarschuwd door de overlevering, zich ervan bewust dat een peilverlaging in het wilde weg meer schade kon veroorzaken dan voordeel opleveren. Tegenwoordig, met al de technische hulpmiddelen waarover we kunnen beschikken, is langzamerhand de mening ontstaan, dat we alles naar onze hand kunnen zetten en naar believen kunnen regelen. Hierbij vergeten we soms dat de werking van de natuur en de kracht van het water onneembare stellingen kunnen opwerpen. In een vorige aflevering van de Midden-Delfkrant is al betqogd, dat voor de hoge percelen peilverlaging niet nodig is en dat voor de lage percelen het resultaat maar tijdelijk zal zijn, omdat de lage percelen zullen blijven inklinken, zodat na een aantal jaren weer dezelfde situatie zal ontstaan als vroeger.
Deze keer willen we niet opnieuw ingaan op de landbouwkundige aspecten maar meer de aandacht vestigen op de bijkomende elementen, zoals de gevolgen voor wegen en gebouwen. Bij peilverlaging zullen de sloten moeten worden uitgediept. Dit zal beslist noodzakelijk zijn, want bij het huidige peil liggen sommige sloten in bepaalde perioden al volledig droog. De personen, die voor het Hoogheemraadschap regelmatig de sloten schouwen, zullen dit zeker beamen. Het gevolg van dit uitdiepen zal zijn dat smalle polderwegen gaan afkalven en verzakken, tenzij ze van beschoeiingen worden voorzien. Dit zou, dunkt ons, een té kostbare aangelegenheid worden. Hanneer we bedenken, hoe veel polderwegen er voor in aanmerking zouden komen, dan kunnen we aannemen dat een dergelijke beschoeiing niet tot de praktisch haalbare mogelijkheden behoort. In dat geval zal dit betekenen: een geweldige aantasting van de kwaliteit van het wegennet in Midden-Delfland. Veel groter nog zal de schade zijn die veroorzaakt wordt bij gebouwen en funderingen. Een groot aantal van
17
de boerderijen in deze omgeving dateert uit de 17de of 18de eeuw. De wijze van fundering in deze periode was van dien aard, dat een peil verlaging van enige betekenis hier onherstelbare schade zou aanrichten. Hanneer de fundering eenmaal is aangetast, zal het hele gebouw hiervan de dupe worden. Scheuren in de muren, verzakking van de vloeren, werking in de dakconstructie, \~aardoor lekkage zal ontstaan; dát zijn de te verwachten gevolgen. Di t is niet zo maar een loze bewering. He hebben wat dit betreft, uit het recente verleden een afschrikwekkend voorbeeld uit de praktijk tot onze beschikking. In Maassluis, in de Sluispolder - Oost, bevindt zich het restaurant - vroeger boerderij - 'De Ridderhof'. In 1962 werd dit restaurant hier gevestigd, na aanpassing van de boerderij die uit de eerste helft van de 17de eeuw stamde. Omdat de gemeente in de omgeving van de Ridderhof een aantal bouwprojecten - onder andere een zwembad - wilde realiseren, werd vanaf 1975 de waterstand regelmatig beneden het officiële peil gehouden. Niet zo maar een paar decimeter, maar soms zelfs meer dan een meter. Door deze lage waterstand begon de grond langzamerhand te werken en in 1980 constateerde men in de Ridderhof de eerste symptomen van verzakking. Vanaf 1962 had men zulke verschijnselen nooit waargenomen. In dat jaar was trouwens, bij de restauratie, de fundering gecontroleerd en in orde bevonden.
De 'poer' onder de staander is 32 mm weggezakt . Het dak steunt niet meer op de staander, maar integendeel, de staander trekt het dak naar neneden.
18 achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Van 1980 is het proces van verzakking in snel tempo doorgegaan, zodat in 1983 de situatie onhoudbaar werd en men het bedrijf gedeeltelijk moest sluiten. Er waren scheuren in de fundamenten ontstaan, gevolgd door verzakkingen. De verbindingen van de spanten lieten los en ook de mu ren begonnen scheuren te vertonen, soms tot 3 cm breed. De vloeren zakten op sommige plaatsen zelfs meer dan 25 cm. De vloer van de grote ruimte, die vroeger als stal diende, had een golvend oppervlak gekregen. De standvinken - dit zijn staande balken die de dakcons tructie moeten steunen kwamen los te staan van hun basis, waardoor ze, in plaats van het dak te steunen, als zware gewichten aan de daken hingen. Het rieten dak zelf kon het proces min of meer volgen maar toch ontstond hier en daar lekkage en aan de nok een open baan van ruim 10 cm breed. Behalve aan het gebouw zelf waren er nog andere schadelijke gevolgen. Ook het terrein vertoonde verzakkingen. Bij werkzaamheden met een kraan zakte een poot van de kraan plotseling meer dan een halve meter weg. Het terrein moest opnieuw . geëgaliseerd en bestraat worden. Bomen moesten worden gerooid omdat door de verzakking van de grond wortels afbraken en er wortelrot ontstond. Vooral bij .de linden, de essen en de elzen was de schade groot. Bij dit alles viel het op dat in het oudste deel van het gebouw de verzakking het minst en de schade het ge ringst was. Dit vind t waarschijnlijk een verklaring in het feit dat dit oudste deel op het midden van de geulrug gebouwd was, waar werking de grond in mindere mate mogelijk T.N.O. en het Laboratorium voor Grondmechanica werd verzocht de . oorzaak te achterhalen van de hier beschreven verschijnselen. Grondmechani ca heeft dit onderzoek
niet voltooid, daar de kosten te hoog zouden oplopen. Verder onderzoek zou ongeveer 200.000 gulden gaan kosten. T.N.O. kwam tot de conclusie dat het voor 90% zeker was, dat de verlaagde waterstand als oorzaak moest worden aangemerkt. De schade werd bij een voorlopige taxatie geste ld op + I miljoen gulden, exclusief de bedrijfsschade. Een aantal foto's, hierbij afgedrukt, geven een indruk van de situatie zoals die in de Ridderhof werd vastgelegd. Zij zijn een waarschuwing om bij het maken van plannen tot peilverlaging zeer zorgvuldig te werk te gaan.
Het z ij n trouwens niet alleen de
ervaringen van de Ridderhof, die tot een gereserveerde opstelling t en opzichte van peilverlaging aanleiding geven. Iets verder van huis, in Noord - Holland, is een optelling gemaakt van de schade, die alleen al aan de officiële bouwkundige monumenten te verwachten is, wanneer daar de grondwaterstand drastisch beÏnvloed zou worden door inpoldering van de Markerwaard. Deze schade aan bedoelde monumenten wordt daarbij begroot op 600 miljoen gulden. Ook deze gegevens kunnen bij de discussies in Midden- Delfland als argument worden gehanteerd.
AO
De muren vertoonden in 1983 dergelijke scheuren. Ook de eeuwenoude buitenmuren ontlo.,;amen niet aan het verzakkingsproces. Niet alleen de vloeren, maar ook het buitenterrein is enorm verzakt.
Midden-Delfkrant Insekten en ander
19
gespu~s
Is dit 'ongedierte' te klein voor hun Er zijn genoeg vogelaars; ook . blote oog? Nee, het 'kleine gespuis' voldoende insektenliefhebbers. Maar is een vogelaar 'n insektenliefhebber? kriebelt, steekt, bijt, zoemt .... en Met verrekijker, fototoestel met is daardoor alleen maar 'n lastpost. Hun schoonheid en nut vallen daarbij allerlei lenzen zijn vogelliefhebbers De coloradokever - niet welkom in ons totaal in het niet. uitgerust om dié Nijlgans en dàt pas aardappelland uit het ei gekropen waterhoentje te Maar wie wat verder kijkt dan zijn Behalve deze 'goed-ogende' diertjes fotograferen, terwijl ze dwars door korte neus lang is, ontdekt een wereld die groter, beter geordend is hebben wij ook nog een veelvoud aan een miljoentallig insektenrijk lopen. 'n Vogelaar stapt zijn fiets nièt af o.a. mestkevers, aaskevers die alle dan Onze Mensenwereld. En dan heb ik om aandachtig naar een waterjuffe·r kadavers opruimen. (Als zij er niet het niet eens over onze bijen en waren stonk Nederland nog meer dan (voor alle duidelijkheid: Coenagrion mieren, spinnen en pissebedden; nu. ) puella), of naar gewone strontvlieg (jullie hoeven onze rommel niet op te Aaskevers kruipen onde r het kadaver ruimen, wij (homo sapiens) ruimen te kijken. en graven de aarde zover weg dat jullie wel op:). 'het lijk' diep de grond in zakt en Maar als je er aardig uitziet, zoals zo niet door vliegenmaden wordt het lieveheersbeestje (is het dankzij 'den Lieven Heer' dat w~J je niet aangevreten. Wat ook wordt aangedoodslaan? of. •• komt 't omdat je vreten maar nu door de coloradokever is onze aardappel. De larve van dit zo mooi gekleurd en gespikkeld bent?) prachtige kevertje vreet het aard(Of vree t je zoveel bladluizen van appelloof op zodat de plant geen onze rozen en tuinplanten dat je 'n aardappels meer kan vormen. gevierde gast bent ••• ?) . Wa t dat laatste betreft, mogen we Aan de Vlaardingervaart zag ik dit kevertje voor 't eerst op 'n nachtonze gestippelde vriend in ere houden. Zowel de larve als de kevers schade,'Bitterzoet' genaamd, familie van onze aardappel. kruipen met hun snelle pootjes naar Toen Winky Vetter haar kri tische bladluiskolonies om zich vol te Als ik al dat gedoe zie vliegen, opmerkingen schreef aangaande mijn kruipen, vreten moet ik altijd vreten aan Het Gespuis Bladluis. De verslag over de hoorzitting 'Reconaan het hieronder staande gedicht van laatste jaren worden door milieustructie Zouteveenseweg', had zij Jan Elburg denken: stadgenoot. vriendelijke tuinders lieveheerskennelijk met andere personen beestjes gebruikt om bladluis te gesproken dan ik. Daardoor kwamen we bestrijden. Tekst en tekening Marika van Ooststroom tot een verschillende beoordeling van het geheel. Wie daarbij het meest de werkelijkhe id benaderde, dat is moeilij.k uit te maken. Met een bepaalde uitspraak van Winky Vetter ben ik het echter beslist oneens, namelijk waar zij zegt 'dat er van het begin tot het einde een Stadgenoot onwelwillende sfeer heerste'. Elke wijziging in een bepaalde Hij is het licht vergeten toestand r oept gewoonlijk weerstand en het gras vergeten op maar dat is iets anders dan een en al die kleine levende kevertjes onwelwillende sfeer. en de smaak van wate r en het waaien Verde r wil ik nog benadrukken dat ik in mijn verslag niet ben uitgegaan Hij is de geur ve rgeten ·van de vraag of er een reconstructie van het hooi de grijze vach t van de schapen van de Zouteveenseweg moet komen. de varens de omgelegde aardkluiten Over deze reconstructie ·is namelijk al een beslissing genomen. Het ging zijn binnen is geen nest zijn buiten om de vraag : reconstructie nu of over geen buiten zijn tu in een vaas een aantal jaren? Bij het wegen van de voor - en nadelen kwam ik tot de hij is ook conclusie dat, met in achtneming de bliksem vergeten de rauwe van een aantal voorwaarden, een hagel op zijn voorhoofd r eco nstructi e nu het gunstigst zou zijn voor de belanghebbende hij zegt niet: graan meel brood aanwonenden. Die mening ben ik nog hij ziet de vogels niet weggaan steeds toegedaan. Dat daarbij met de en de sneeuw niet komen bezwaren en wensen die deze avond naar voren kwamen, rekening moet hij zal bang en verongelijkt doodgaan. worden gehouden, heb ook ik in de laatste alinea's van mijn verslag Jan G. Elburg aangegeven.
Nog eens: Reconstructie Zouteveenseweg
AO
20
Midden-Delfkrant achtste jaargang nr. 2, juni 1984
Superheffing en Midden-Delfland
Het woord superheffing is een nieuw en veel besproken woord in de veehouderskring; het woord ~s zo nieuw dat het als één geheel niet voorkomt in de Van Dale. Wat houdt het woord in en wat kunnen de gevolgen zijn voor de rekonstruktie? Superheffing of contigentering betekent het vas tl eggen van de totale hoeveelheid melk die in Nederland geproduceerd mag worden. Deze hoeveelheid is de produktie van 1981 + 1%. Om de verdeling per veehouder in 1984 te regelen, en om nog wat ruimte te houden voor extreme gevallen, is besloten om uit te gaan van de produktie in 1983 - 8,65%. Als voorbeeld, een boer met 40 melkkoeien moet zo'n 19.000 kg minder gaan melken. Deze heffing is er gekomen door een stagnerende afzet en een nog steeds (tot 1984) groeiende produktie. De melkprijs is nl. een vastgestelde prijs en gaat maar weinig mee met vraag en aanbod. De overproduktie gaat naar de boter- en melkpoederfabrieken en deze eindprodukten worden door de E.E.G. overgenomen, tegen de richtprijs, en opgeslagen of met een sterke subsidie afgezet naar elders. Een voordeel van de superheffing is dat er een eind gekomen is aan het voortdurend groter (moeten) worden van de bedrijven. Dit houdt tevens een schr i jnend nadeel in voor de bedrijven die door een nu nog te kleine produktie een erg laag inkomen hebben. Bovend i en is iedereen geschrokken van het percentage dat er minder moe t worden gemolken. Zeer onterecht wordt dan ook nog de melkprijs (voor de veehouders) verlaagd zodat de toch steeds stijgende kosten van arbeid, gr ondstoffen en mater ialen niet wordt vergoed, terwijl ook voor een veehouder de kosten van levensonderhoud stijgen. Voor de bedrijfsverplaatsingen in Midden- Delfland heeft dat ook de nodige gevolgen . Bij bedrijfsverplaatsingen tot nu toe werden de bedr ij ven a lti jd gr o ter; ze gingen in i eder geval meer melken om de bouwkosten eruit te kunnen krijgen.
Dat is nu geblokkeerd. De hoeveelheid melk die men aflevert wordt aan de grond "gebonden", d.w.z. op die en die grond mag zoveel worden gemolken. Een boerderijverplaatsing zou op dit moment we~n ~ g problemen opleveren voor een boer die op z'n eigen bedrijfskavel van het ene eind naar het andere verhuist en dan z'n produktie vermindert tot het niveau van 1983 - 8,65 %. Dit zal voor dit gebied wel theorie blijven. Wel komt er melk vrij als het B.B.L. grond koopt van een boer die stopt en die er op gemolken heeft. Het B.B.L. krijgt, zoals het er nu uitziet, dan de bevoegdheid om hier in een ruilverkaveling mee te gaan werken bij toedeling. Niet alles is echter al uitvoerig geregeld.
Mar l een, 6 jaar Het blijkt nu wel dat in de streken die achtergebleven zijn in de bedrijfsentwikkeling een vastgelegde achterstand gaat ontstaan . Nieuwbouw of verbouw is nagenoeg niet mogelijk; boerderijverplaatsing ligt door onzekerheid nagenoeg stÎi. Alle andere mogelijkheden die de rekonstruktie biedt zullen de boeren individueel gaan afwegen of dit voor hen financieel haalbaar is. Het is te hopen dat melk die elders vrijkomt gebruikt kan gaan worden voor bedrijven in gebieden als MiddenDelfland. We staan hie r immers nog maar aan het prille begin van de eigenlijke verbeteringen voor de veehouders. Maar, hopen dat het een volgend jaar beter zal gaan is de kracht die de boeren door de jaren heen op de been heeft gehouden . Vo U~skrant
17 maart 1984 ·