regels
67
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
68
Hoofdstuk 1
Artikel 1
1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan Kortland van de gemeente Krimpen aan den IJssel. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat NL.IMRO.0542.BPKLKortland-va01 met de bijbehorende regels. 1.3
in
het
GML-bestand
aan-huis-gebonden beroep- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende al dan niet aangebouwde bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij detailhandel en horeca is uitgesloten, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Beroepen die hieronder vallen zijn onder meer: beroepen op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zoals een (tand)arts, notaris, advocaat, makelaar, fysiotherapeut, verzekeringsagent, pedicure, schoonheidsspecialist, kapper, architect, accountant, geestelijk verzorger en dierenarts. 1.4
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.5
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.6
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
69
1.7
antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.8
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.9
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke. 1.10
bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. 1.11
bed & breakfast
Een b & b-voorziening is een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt. De voorziening maakt deel uit van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bijgebouwen, op hetzelfde perceel en wordt gerund door de eigenaar/bewoner van het betreffende perceel. Onder een b & b-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. 1.12 bestaande situatie (bebouwing en gebruik) bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning; het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen. 1.13
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.14
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.15
Bevi-inrichting:
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.16
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
70
1.17
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.18
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.19
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder. 1.20
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.21
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel. 1.22
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.23
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.24
dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 1.25
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.26
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé. 1.27
extensieve dagrecreatie
die vormen van openluchtrecreatie, waarbij vooral het landschap of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd, zoals wandelen, fietsen of paardrijden, waarbij relatief weinig recreanten aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
71
1.28
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.29
geluidgevoelige objecten
woningen alsmede andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen als in artikel 1 van de Wet geluidhinder. 1.30
bedoeld
gestapelde woning
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen. 1.31
halfvrijstaande woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen. 1.32
hoekperceel
een perceel, gelegen aan een hoek van twee wegen c.q. het openbaar gebied. 1.33
hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.34
horecabedrijf
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. 1.35
kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.36
kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden. 1.37
maatschappelijke voorzieningen
maatschappelijke voorzieningen zoals sportvoorzieningen, educatieve, religieuze, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. 1.38
mantelzorg
het bieden van langdurige zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en niet in beroepsmatig verband door personen uit de directe omgeving van de zorgbehoevende, voortvloeiend uit een sociale relatie, in de vorm van inwoning en/of afhankelijke woonruimte; als afhankelijke woonruimte wordt aangemerkt een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
72
1.39
onderdoorgang
een weg of watergang die onder een gebouw doorgaat. 1.40 peil a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg, indien deze weg een dijk betreft: de hoogte van de kruin van de dijk; b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven. 1.41
perifere detailhandel
detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, brand- en explosiegevaarlijke goederen, tuincentra, bouwmarkten en grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m2. 1.42
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 1.43
uitbouw
een aangebouwd gebouw dat in functioneel opzicht een onlosmakelijk onderdeel van het hoofdgebouw vormt. 1.44
verkoopvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank. 1.45
vloeroppervlakte
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond. 1.46
voorgevel
de (evenwijdig) aan een weg gelegen en naar de weg toe gekeerde gevel van een hoofdgebouw. 1.47
voorgevelrooilijn
een lijn die zoveel mogelijk aansluit op de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de richting van de weg heeft. 1.48
vrijstaande woning
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw. 1.49
webwinkel aan huis
internetwinkel vanuit huis. 1.50
Wgh-inrichting
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken. _______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
73
1.51
woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
74
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2
bebouwingspercentage
het deel van het aanduidingsvlak uitgedrukt in procenten dat gebouwd mag worden. 2.3 bouwhoogte van een antenne-installatie a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie. 2.4
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.5
breedte, lengte en diepte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren. 2.6
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.7
inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.8
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
75
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
76
Hoofdstuk 2
Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Bedrijventerrein
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 1 tot en met - 5': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI - code zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de staat met Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; SBI-code (1993)
uit ten hoogste milieucategorie
specifieke vorm van bedrijventerrein - 1
2663.2
4.2
specifieke vorm van bedrijventerrein - 2
281.2
4.1
specifieke vorm van bedrijventerrein - 3
29.1
3.2
specifieke vorm van bedrijventerrein - 4
5153.4
3.2
specifieke vorm van bedrijventerrein - 5
152.3
4.2
aanduiding
f.
ter plaatse van de aanduiding wgh-inrichtingen niet toegestaan;
'specifieke
vorm
van
bedrijventerrein - 6'
zijn
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
77
g.
ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van detailhandel - perifeer 1, -2, -5, -7 en -8': tevens perifere detailhandel, uitsluitend zoals hierna in de tabel genoemd;
aanduiding
adres bedrijf
type bedrijf
specifieke perifeer 1
vorm
van
detailhandel
- IJsseldijk 353/A
autogarage showroom
specifieke perifeer 2
vorm
van
detailhandel
- IJsseldijk 361
bouwmarkt
specifieke perifeer 5
vorm
van
detailhandel
- Parallelweg 2a
autogarage showroom
met
specifieke perifeer 7
vorm
van
detailhandel
- Lekdijk 73
autogarage showroom werkplaats
met en
specifieke perifeer 8
vorm
van
detailhandel
- Griendstraat 29
autogarage showroom
met
h. i. j. k.
l.
met
ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': tevens een sportcentrum, een fysiotherapeut en een dansschool; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; tevens een bedrijfswoning; ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg'; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gasontvangstation': tevens een nutsvoorziening uit ten hoogste categorie 3.1 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en wegen.
3.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m, tenzij anders is aangeduid; c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid; d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bedrijf ten hoogste 80% van de daarbij behorende gronden; e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend; 3.2.2 a. de b. de 1. 2. 3. 4.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m; bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste: 6 m voor luifels; 8 m voor vlaggenmasten; 12 m voor lichtmasten; 25 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
78
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
3.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
b.
c.
het bepaalde in lid 3.2.1 onder b teneinde een goothoogte tot ten hoogste 15 m toe te staan, met dien verstande, dat de omgevingsvergunning slechts verleend mag worden voor gronden gelegen op ten minste 15 m uit de as van de weg; het bepaalde in lid 3.2.1 onder d teneinde een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits het parkeren op eigen terrein is of wordt opgelost, en door het verlenen van de omgevingsvergunning de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden op aangrenzende gronden niet worden beperkt; het bepaalde in lid 3.2.2 onder b, hoogte van silo's, industriële procestorens, kranen, schoorstenen, pijpen en soortgelijke constructies tot ten hoogste 40 m, mits de bedrijfsvoering op de aangrenzende gronden daardoor niet in onevenredige mate wordt geschaad.
3.5
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. f.
g. h.
Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; Wgh-inrichtingen zijn toegestaan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 6'; per bedrijf dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein conform de parkeerkencijfers uit CROW uitgave 182; opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 8 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan; per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 500 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan; verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan, tenzij anders is aangeduid; bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en hebben een inhoud van ten hoogste 500 m³.
3.6 3.6.1
Afwijken van de gebruiksregels Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
79
a.
b.
om bedrijven toe te laten in twee subcategorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd; om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
met dien verstande dat: c.
alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, schriftelijk advies ingewonnen wordt bij de milieudeskundige omtrent de aard van het bedrijf en de invloed daarvan op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze en verschijningsvorm en, voor zover vereist, getoetst aan de maatgevende milieuaspecten.
3.6.2
Afwijken ten behoeve van parkeergelegenheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.5 onder c indien redelijkerwijs het aanleggen van parkeergelegenheid op eigen terrein niet gevergd kan worden. 3.7
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zoals opgenomen in lid 33.2 te wijzigen met dien verstande dat: a. b.
de wijziging bestaat uit het verkleinen of verwijderen van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein'; de wijziging uitsluitend is toegestaan ter plaatse van gronden waar niet langer een Wgh-inrichting is gevestigd en van de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu van de bestaande Wgh-inrichting niet langer gebruik wordt of kan worden gemaakt.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
80
Artikel 4 4.1
Centrum
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f.
g. h.
detailhandel, uitsluitend op de begane grondlaag, met een totale verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 17.500 m²; dienstverlening en kantoren; horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grondlaag; maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de verdiepingen; cultuur en ontspanning zoals een theater, bioscoop, concertzaal en concertpodium; wonen, uitsluitend op de verdiepingen waarbij toegangen en bergingen vanaf de begane grondlaag zijn toegestaan, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens het wonen op de begane grond met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en wegen.
4.2 4.2.1
Bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
4.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
4.3
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 7 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c. d.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; het realiseren van voldoende parkeergelegenheid in de omgeving van het gebied teneinde te voldoen aan de geldende parkeernormen; de situering van de entree van de gebouwen en de expeditieruimten;
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
81
e.
de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
4.4
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. b. c.
d.
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m²; de vloeroppervlakte van nieuwe zelfstandige kantoren bedraagt ten hoogste 1.000 m².
4.5 4.5.1
Afwijken van de gebruiksregels Afwijken van gebruik verdiepingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 voor de vestiging van dienstverlening, detailhandel, bedrijfsactiviteiten en/of horeca boven de begane grondlaag, indien op de begane grondlaag reeds een zelfde functie gevestigd is en het woon- en leefklimaat, alsmede het karakter van het winkelgebied daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast. 4.5.2
Afwijken van gebruik begane grondlaag
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 onder d voor de vestiging voor maatschappelijke voorzieningen op de begane grond indien langdurige leegstand dreigt omdat zich onvoldoende andere voorzieningen melden.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
82
Artikel 5 5.1
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
detailhandel en dienstverlening; ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg'; ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg'; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en wegen.
5.2 5.2.1
Bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c. d.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel.
5.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
5.3
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
83
5.4
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. b.
de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan, tenzij anders aangeduid.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
84
Artikel 6 6.1
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
d. e.
detailhandel, uitsluitend op de begane grondlaag; dienstverlening, uitsluitend op de begane grondlaag; wonen, uitsluitend op de verdiepingen waarbij toegangen en bergingen vanaf de begane grondlaag zijn toegestaan, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grondlaag; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en wegen.
6.2 6.2.1
bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m, tenzij anders is aangeduid; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid.
6.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
6.3
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
85
6.4
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. b. c.
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroep- of bedrijfsactiviteiten bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m².
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
86
Artikel 7 7.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
groenvoorzieningen; park; wegen, verkeers- en parkeervoorzieningen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; fiets- en/of voetpaden; speelvoorzieningen; ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': tevens een evenemententerrein; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bunker': tevens een bunker; nutsvoorzieningen.
7.2 7.2.1
Bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b.
de oppervlakte van gebouwen mag niet meer dan 15 m² bedragen, tenzij anders aangeduid; de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, tenzij anders aangeduid.
7.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
b.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een hoogte van: 1. maximaal 12 m voor palen en masten; 2. maximaal 5 m voor speelvoorzieningen; 3. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde; uitsluitend op de gronden langs de C.G. Roosweg is de bouw van geluidswerende voorzieningen toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
87
Artikel 8 8.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en wegen.
8.2 8.2.1
Bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m, tenzij anders is aangeduid; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid.
8.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
8.3
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
88
Artikel 9 9.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
kantoren en dienstverlening; bijbehorende wegen, verkeers-, parkeer-, water- en groenvoorzieningen, erven en terreinen.
9.2 9.2.1
Bouwregels Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c.
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid; ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid.
9.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
9.3
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
9.4
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving. Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
de vloeroppervlakte van nieuwe zelfstandige kantoren bedraagt ten hoogste 1.000 m².
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
89
Artikel 10 10.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
b. c. d. e. f. g. h.
maatschappelijke voorzieningen, zoals bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en voorzieningen ten behoeve van levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden; ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning; ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horeca tot en met categorie 1b uit de Staat van Horeca-activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'dierenasiel': tevens een dierenasiel; ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening; ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en wegen.
10.2 Bouwregels 10.2.1 Gebouwen Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c. d. e.
f.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 8 m, tenzij anders is aangeduid; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid; de totale oppervlakte van gebouwen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 100% van het bouwvlak; de totale oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' mag niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak met een maximum van 1.000 m² bedragen; ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen: a.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. de bouwhoogte van terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' bedraagt ten hoogste 3 m; 3. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 4. maximaal 7 m voor palen en masten; 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' bedraagt ten hoogste 7 m; 6. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
90
10.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
10.4 Afwijken van de bouwregels 10.4.1 Afwijken van maximale goothoogte Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder b voor een goothoogte tot ten hoogste 15 m indien het straatbeeld daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast en de breedte van de openbare ruimte ten minste tweemaal de gevraagde goothoogte bedraagt. 10.4.2 Afwijken van maximale bebouwingspercentage Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder d teneinde een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
91
Artikel 11 11.1
Recreatie - Dagrecreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
extensieve dagrecreatie; ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': tevens volkstuinen; ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven', tevens gronden ten behoeve van de jachthaven; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en wegen.
11.2 Bouwregels 11.2.1 Gebouwen Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 2. de totale oppervlakte van gebouwen, bedraagt ten hoogste 500 m²; 3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet hoger zijn dan: a. 3 m voor terreinafscheidingen; b. 7 m voor overige bouwwerken.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel; 2. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen; 3. maximaal 7 m voor palen en masten; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
92
Artikel 12 12.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
sport- en spelactiviteiten als ook ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen; ter plaatse van de aanduiding 'manege': tevens een manege; ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horeca tot en met categorie 1b uit de Staat van Horeca-activiteiten; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en wegen.
12.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 12.2.1 Gebouwen a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 20% van het bouwvlak; b. ter plaatse van de aanduiding 'manege' bedraagt de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 50% van het bestemmingsvlak; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m; d. de goothoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege' bedraagt ten hoogste 9 m; e. de goothoogte van een tribune bedraagt ten hoogste 6 m; f. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 12 m. 12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m; b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen en ballenvangers bedraagt ten hoogste 6 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 12.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b. c.
de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met: 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 2. de bezonning en de lichttoetreding; 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel; 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden; de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen; de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
93
12.4 Afwijken van de bouwregels 12.4.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 onder a voor de bouw van lichtmasten tot een maximale hoogte van 25 m, mits het woon- en leefmilieu daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast. 12.4.2 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 onder c voor de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximale hoogte van 10 m, mits het woon- en leefmilieu daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
94
Artikel 13 13.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
wegen, opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bunker'; tevens een bunker; ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens een brug ten behoeve van wegverkeer; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water, bruggen en duikers.
13.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. b. c.
op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 5 m; vitrines zijn toelaatbaar tot een inhoud van 8 m³ ter plaatse, indien in de hoofdgebouwen op de aangrenzende gronden detailhandel of dienstverlening aanwezig is.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
95
Artikel 14 14.1
Water - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
water ten behoeve van de waterhuishouding; verkeer te water; bruggen en duikers; steigers en vlonders; ondergeschikt groen.
14.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. b. c.
op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting, bedraagt ten hoogste 5 m; de totale oppervlakte van een steiger of een vlonder bedraagt niet meer dan 10 m².
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
96
Artikel 15 15.1
Water - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h.
water ten behoeve van de waterhuishouding; waterhuishoudkundige voorzieningen; scheepvaartverkeer en watersport; steigers, vlonders en aanlegplaatsen; ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens een brug ten behoeve van wegverkeer; ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': tevens een jachthaven; recreatief medegebruik; ondergeschikt groen.
15.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. b. c. d. e.
op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de stormvloedkering bedraagt ten hoogste 24 m; de bouwhoogte van verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer bedraagt ten hoogste 7 m; de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting, bedraagt ten hoogste 5 m; de totale oppervlakte van een steiger of een vlonder bedraagt niet meer dan 10 m².
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
97
Artikel 16 16.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
k.
l.
het wonen daaronder begrepen een aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening; ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor; ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens maatschappelijke voorzieningen; ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf': tevens een nutsbedrijf; ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel; ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': tevens een tuincentrum; ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een constructiewerkplaats - gesloten gebouw met een productieoppervlak van meer dan 200 m² met SBI-code 281; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifeer 6': tevens perifere detailhandel, uitsluitend zoals hierna in de tabel genoemd; adres bedrijf
type bedrijf
IJsseldijk 432
autogarage met showroom
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, water, groen en wegen.
16.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 16.2.1 Hoofdgebouwen a. per bestemmingsvlak mogen niet meer hoofdgebouwen worden gerealiseerd dan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig zijn; b. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m, tenzij anders aangeduid; d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte; e. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrij- of halfvrijstaand worden gebouwd; f. de voorgevels van hoofdgebouwen dienen evenwijdig aan en in de voorgevelrooilijn te worden gebouwd; g. de afstand van het hoofdgebouw tot de achterste perceelsgrens dient ten minste 5 m te bedragen; h. de afstand van een gevel van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 3 m te bedragen; i. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
98
16.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen a. ten behoeve van geringe uitbreidingen aan het hoofdgebouw, mag de voorgevelrooilijn met ten hoogste 1 m worden overschreden door aan- of uitbouwen; b. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; c. op ieder perceel dient achter het hoofdgebouw een terrein van ten minste 25 m² onbebouwd te blijven; d. een bouwperceel mag ten hoogste voor 50% met gebouwen worden bebouwd; e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 3 m achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) van het hoofdgebouw gebouwd; f. de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50 m²; g. de oppervlakte van plantenkasjes en/of volières bedraagt in totaal ten hoogste 20 m²; h. indien de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet plat worden afgedekt, dan dient de helling van dakvorm en dakhelling overeen te komen met de dakhelling en dakvorm van het hoofdgebouw. 16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn of op een afstand van 1 m of minder van openbaar toegankelijk gebied, bedraagt ten hoogste 1 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m; d. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogte 7 m; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 16.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b.
c.
d. e.
f.
de situering van de voorgevel van hoofdgebouwen, met dien verstande, dat in verband met de versterking van de ontsluitingsstructuur van het plangebied en/of de sociale veiligheid geëist kan worden, dat de voorzijde van hoofdgebouwen aan de hoofdontsluitingswegen of hoofdgroenstructuur worden gebouwd; de situering van hoofdgebouwen tot een zijdelingse perceelsgrens, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van gronden en bouwwerken op het aangrenzende bouwperceel, het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving, met dien verstande, dat ten hoogste een afstand van 3 m geëist kan worden; de situering van de zijgevel en de achtergevel van hoofdgebouwen ten opzichte van gevels van hoofdgebouwen op aangrenzende percelen, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving, met dien verstande, dat ten hoogste een afstand van 10 m geëist kan worden; de situering en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; de afmeting van de bebouwing en situering, voor zover niet hierboven genoemd, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; de dakvorm en dakhelling van hoofdgebouwen, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
99
16.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. b.
c.
d.
e.
f.
g.
het bepaalde in lid 16.2.1 onder e voor het aaneenbouwen van hoofdgebouwen; het bepaalde in lid 16.2.1 onder h voor een geringere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, mits voorzien is in een parkeergelegenheid op het betreffende perceel en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, en de cultuurhistorische waarden niet in onevenredige mate worden aangetast; het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor een erfafscheiding van ten hoogste 2 m bij hoofdgebouwen, grenzend aan twee wegen, voor één erfscheiding; de afwijking mag slechts verleend worden tot 1 m voor de voorgevelrooilijn van de achtergelegen hoofdgebouwen, indien daardoor het straatbeeld en de verkeersveiligheid niet in onevenredige mate worden aangetast. het bepaalde in lid 16.2.1 voor het bouwen hoger dan de toegestane goot- en/of bouwhoogte, met inachtneming van de volgende regels: 1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m; 3. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de helft van de afstand tot de tegenoverliggende gevel; 4. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen; het bepaalde in lid 16.2.1 voor het bouwen buiten het bouwvlak, met inachtname van de volgende regels: 1. de oppervlakte van het hoofdgebouw mag maximaal 25% meer bedragen dan de oppervlakte van het bouwvlak; 2. de afstand van het hoofdgebouw tot de bouwperceelgrens grenzend aan de openbare ruimte bedraagt minimaal 1 m; 3. de afstand van het hoofdgebouw tot de as van de weg waar het hoofdgebouw aan gelegen is, mag niet minder zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw; 4. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen; het bepaalde in lid 16.2.2 onder f voor het bouwen van een groter bebouwd oppervlak, met inachtname van de volgende regels: 1. het gezamenlijke bebouwde oppervlak van de voornoemde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 100 m²; 2. ten minste 75 m² van het bouwperceel achter de voorgevelrooilijn dient onbebouwd te blijven; 3. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen; het bepaalde in lid 16.2.2 onder h voor het bouwen van een andere dakvorm en/of dakhelling, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen.
16.5 Specifieke gebruiksregels a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan; b. een aan-huis-gebonden beroep, zoals omschreven in lid 1.3, is toegestaan met inachtneming van de volgende regels: 1. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 40% van
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
100
c.
d.
de totale vloeroppervlakte van het hoofdgebouw inclusief de bijbehorende bouwwerken op hetzelfde perceel bedragen; 2. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan; 3. er mag geen onevenredige milieu- of verkeers- en parkeerhinder ontstaan; 4. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel; 5. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 6. er mag geen buitenopslag plaatsvinden; webwinkels-aan-huis zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels: 1. de webwinkel-aan-huis mag geen ruimtelijke uitstraling van detailhandel hebben, reclame-uitingen op het perceel zijn niet toegestaan; 2. er mogen vanuit huis geen producten tentoongesteld, afgehaald, gekocht en/of worden uitgekozen; 3. er mag geen grootschalige opslag plaatsvinden; 4. de transactie mag uitsluitend via internet plaatsvinden; 5. de te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte van het hoofdgebouw inclusief de bijbehorende bouwwerken op hetzelfde perceel bedragen, zulks met een maximum van 50 m², waarbij de uitoefening van het beroep niet op aangrenzende gronden/in aangrenzende bouwwerken mag worden uitgeoefend; 6. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan; 7. er mag geen onevenredige milieu- of verkeers- en parkeerhinder ontstaan; 8. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel; 9. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 10. er mag geen buitenopslag plaatsvinden; ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn geen geluidgevoelige objecten toegestaan.
16.6 Afwijken van de gebruiksregels 16.6.1 Afwijken ten behoeve van mantelzorg Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.5 onder a, waarbij wordt toegestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, uitsluitend ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat: a. b. c. d.
de noodzakelijkheid aangetoond is; er geen onevenredig aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven; de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 50 m²; de afhankelijke woonruimte een ruimtelijke samenhang heeft met de bijbehorende woning.
16.6.2 Afwijken ten behoeve van bed & breakfast-voorziening Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.1 ten behoeve van een b & b-voorziening, met dien verstande dat: a. b. c. d. e. f.
parkeren op eigen terrein plaatsvindt en er geen nadelige effecten op de verkeersafwikkeling plaatsvinden; er een nachtregister wordt bijgehouden; de oppervlakte van de b & b ten hoogste 50 m² bedraagt; er geen keukenfaciliteiten zijn toegestaan; het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven niet onevenredig worden aangetast; de b & b aan maximaal 5 personen aangeboden mag worden;
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
101
g. h.
ter voorkoming van permanente bewoning een maximum verblijfsduur van zeven dagen per verblijf wordt gehanteerd; het authentieke uiterlijk of de verschijningsvorm van de woning of bijgebouw worden gehandhaafd.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
102
Artikel 17
17.1
Woongebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
het wonen daaronder begrepen een aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel; ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van detailhandel - perifeer 3 en -4': tevens perifere detailhandel, uitsluitend zoals hierna in de tabel genoemd;
aanduiding
adres bedrijf
type bedrijf
specifieke vorm van detailhandel - Binnenweg 1 perifeer 3
autogarage showroom
met
specifieke vorm van detailhandel - Stad en Landschap 39 perifeer 4
autogarage showroom
met
e. f. g.
ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor; ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - 1': uitsluitend dienstverlening; h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf': tevens een nutsbedrijf; i. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning': tevens zorgwoningen met bijbehorende maatschappelijke voorzieningen; j. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horeca uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten; k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1'; tevens maximaal 700 m² bedrijfsvloeroppervlakte horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; l. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen; m. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een parkeergarage; n. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer': tevens een busstation ten behoeve van openbaar vervoer; o. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': tevens een sportcentrum; p. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, water, groen en wegen. 17.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 17.2.1 Hoofdgebouwen a. per bestemmingsvlak mogen niet meer hoofdgebouwen worden gerealiseerd, dan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig zijn, met dien verstande dat daar waar de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal woningen binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal; b. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m, tenzij anders is aangeduid;
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103
d. e. f. g. h. i.
de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid; de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' bedraagt ten hoogste 3 m; de voorgevels van hoofdgebouwen dienen evenwijdig aan en in de voorgevelrooijlijn te worden gebouwd; ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dienen de voorgevels van hoofdgebouwen evenwijdig aan en in gevellijn gebouwd te worden; ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn gestapelde woningen toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend.
17.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen a. ten behoeve van geringe uitbreidingen aan het hoofdgebouw, mag de voorgevelrooilijn met ten hoogste 1 m worden overschreden door aan- of uitbouwen; b. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) van het hoofdgebouw gebouwd; d. de oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50 m²; e. ten minste 25 m² van het bouwperceel achter de voorgevelrooilijn dient onbebouwd te blijven; f. de oppervlakte van plantenkasjes en/of volières bedraagt in totaal ten hoogste 20 m²; g. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'garages' bedraagt ten hoogste 4 m; h. indien de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet plat worden afgedekt, dan dient de helling van dakvorm en dakhelling overeen te komen met de dakhelling en dakvorm van het hoofdgebouw. 17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn, bedraagt ten hoogste 1 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m; d. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogte 7 m; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 17.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a.
b.
de situering van de voorgevel van hoofdgebouwen, met dien verstande, dat in verband met de versterking van de ontsluitingsstructuur van het plangebied en/of de sociale veiligheid geëist kan worden, dat de voorzijde van hoofdgebouwen aan de hoofdontsluitingswegen of hoofdgroenstructuur worden gebouwd; de situering van hoofdgebouwen tot een zijdelingse perceelsgrens, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van gronden en bouwwerken op het aangrenzende bouwperceel, het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving, met dien verstande, dat ten hoogste een afstand van 3 m geëist kan worden;
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
104
c.
d. e.
f.
de situering van de zijgevel en de achtergevel van hoofdgebouwen ten opzichte van gevels van hoofdgebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving, met dien verstande, dat ten hoogste een afstand van 10 m geëist kan worden; de situering en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; de afmeting van de bebouwing en situering, voor zover niet hierboven genoemd, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving; de dakvorm en dakhelling van hoofdgebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.
17.4
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a.
b.
c.
d.
e.
lid 17.2.1 voor het bouwen hoger dan de toegestane goot- en/of bouwhoogte, met inachtneming van de volgende regels: 1. de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 9 m; 2. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 14 m; 3. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de helft van de afstand tot de tegenoverliggende gevel; 4. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen; lid 17.2.1 onder f voor het overschrijden van de voorgevelrooilijnen door een hoofdgebouw met ten hoogste 6 m, onder de volgende voorwaarden: 1. de afwijkingsbevoegdheid is niet van toepassing voor bouwpercelen grenzend aan 'groen', 'water' en wegen zoals opgenomen in Bijlage 4; 2. de afstand van de overschrijding tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens dient ten minste 1 m te bedragen; 3. bij de verlening van een omgevingsvergunning voor een overschrijding van de voorgevelrooilijn bij een woning in de richting van een weg dient een profiel van ten minste 10 m vrij te blijven tussen de gevels van de gebouwen (inclusief de weg); lid 17.2.3 onder b een erfafscheiding van ten hoogste 2 m bij hoofdgebouwen, grenzend aan twee wegen, voor één erfscheiding. De afwijking mag slechts verleend worden tot 1 m voor de voorgevelrooilijn van de achtergelegen hoofdgebouwen, indien daardoor het straatbeeld en de verkeersveiligheid niet in onevenredige mate worden aangetast; het bepaalde in lid 17.2.2 onder d voor het bouwen van een groter bebouwd oppervlak, met inachtname van de volgende regels: 1. het gezamenlijke bebouwde oppervlak van de voornoemde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 100 m²; 2. ten minste 75 m² van het bouwperceel achter de voorgevelrooilijn dient onbebouwd te blijven; 3. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen; het bepaalde in lid 17.2.2 onder h voor het bouwen van een andere dakvorm en/of dakhelling, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu, waarbij stedenbouwkundige kwaliteit, woonkwaliteit, bezonning en wegverkeerslawaai worden afgewogen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
105
17.5 Specifieke gebruiksregels a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan; b. een aan-huis-gebonden beroep, zoals omschreven in lid 1.3 is toegestaan met inachtneming van de volgende regels: 1. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte van het hoofdgebouw inclusief de bijbehorende bouwwerken op hetzelfde perceel bedragen; 2. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan; 3. er mag geen onevenredige milieu- of verkeers- en parkeerhinder ontstaan; 4. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel; 5. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 6. er mag geen buitenopslag plaatsvinden; c. webwinkels-aan-huis zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels: 1. de webwinkel-aan-huis mag geen ruimtelijke uitstraling van detailhandel hebben, reclame-uitingen op het perceel zijn niet toegestaan; 2. er mogen vanuit huis geen producten tentoongesteld, afgehaald, gekocht en/of worden uitgekozen; 3. er mag geen grootschalige opslag plaatsvinden; 4. de transactie mag uitsluitend via internet plaatsvinden; 5. de te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte van het hoofdgebouw inclusief de bijbehorende bouwwerken op hetzelfde perceel bedragen, zulks met een maximum van 50 m², waarbij de uitoefening van het beroep niet op aangrenzende gronden/in aangrenzende bouwwerken mag worden uitgeoefend; 6. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan; 7. er mag geen onevenredige milieu- of verkeers- en parkeerhinder ontstaan; 8. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel; 9. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 10. er mag geen buitenopslag plaatsvinden. 17.6 Afwijken van de gebruiksregels 17.6.1 Afwijken ten behoeve van mantelzorg Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.5 onder a, waarbij wordt toegestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, uitsluitend ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat: a. b. c. d.
de noodzakelijkheid aangetoond is; er geen onevenredig aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven; de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 50 m²; de afhankelijke woonruimte een ruimtelijke samenhang heeft met de bijbehorende woning.
17.6.2 Afwijken ten behoeve van bed & breakfast-voorziening Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van een b & b-voorziening, met dien verstande dat: a. b. c.
parkeren op eigen terrein plaatsvindt en er geen verkeersafwikkeling plaatsvinden; er een nachtregister wordt bijgehouden; de oppervlakte van de b & b ten hoogste 50 m² bedraagt;
nadelige
effecten
op
de
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
106
d. e. f. g. h.
er geen keukenfaciliteiten zijn toegestaan; het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven worden niet onevenredig aangetast; de b & b aan maximaal 5 personen aangeboden mag worden; ter voorkoming van permanente bewoning een maximum verblijfsduur van zeven dagen per verblijf wordt gehanteerd; het authentieke uiterlijk of de verschijningsvorm van de woning of bijgebouw worden gehandhaafd.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
107
Artikel 18 18.1
Leiding - Gas
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een aardgasleiding. 18.2
Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 18.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming en met inachtneming van de volgende regel:
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
18.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 18.2 ten behoeve van bebouwing passend binnen de andere daar voorkomende bestemmingen, met inachtneming van de volgende regels: a. b. c.
vooraf wordt advies ingewonnen van de leidingbeheerder waaruit blijkt dat er geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de gasleiding; de veiligheid van de gasleiding niet wordt geschaad; kwetsbare objecten zijn niet toegestaan binnen de bestemming 'Leiding – Gas'.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 18.4.1 Werken en werkzaamheden Op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren: a. b. c. d. e. f. g.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, afgraven en ophogen van gronden; het aanbrengen van diepwortelende en hoogopgaande beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
18.4.2 Uitzondering Het in lid 18.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de gasleiding betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
108
18.4.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slecht toelaatbaar, indien uit een advies van de leidingbeheerder blijkt dat door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de gasleiding.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
109
Artikel 19 19.1
Leiding - Riool
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een rioolleiding. 19.2
Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 19.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming en met inachtneming van de volgende regel:
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
19.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van bebouwing passend binnen de andere daar voorkomende bestemmingen, mits uit advies van de leidingbeheerder van de rioolleiding blijkt dat er geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de rioolleiding. 19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 19.4.1 Werken en werkzaamheden Op of in de in lid 19.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren: a. b. c. d. e. f. g.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, afgraven en ophogen van gronden; het aanbrengen van diepwortelende en hoogopgaande beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
19.4.2 Uitzondering Het in lid 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de rioolleiding betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
110
19.4.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 19.4.1 zijn slecht toelaatbaar, indien uit een advies van de leidingbeheerder blijkt dat door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de rioolleiding.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
111
Artikel 20 20.1
Waarde - Archeologie 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 20.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 50 m² hebben. c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolgonderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 20.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 onder a t/m c, met dien verstande dat: 1. aangetoond kan worden dat de betreffende gronden in het verleden zijn opgehoogd; 2. de werken cq. werkzaamheden niet dieper reiken dan het aantal cm dat de gronden zijn opgehoogd. 20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 20.4.1 Verbod In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 20.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 50 m² beslaan. 20.4.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
112
20.4.3 Uitgezonderde werkzaamheden Een omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 20.4.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 20.4.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: a. b. c.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
20.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
113
Artikel 21 21.1
Waarde - Archeologie 2a
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2a' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 21.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 100 m² hebben. c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolgonderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 21.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 onder a t/m c, met dien verstande dat: 1. aangetoond kan worden dat de betreffende gronden in het verleden zijn opgehoogd; 2. de werken cq. werkzaamheden niet dieper reiken dan het aantal cm dat de gronden zijn opgehoogd. 21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 21.4.1 Verbod a. In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 21.4.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 100 m² beslaan. 21.4.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
114
21.4.3 Uitgezonderde werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 21.4.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 21.4.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: a. b. c.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
21.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
115
Artikel 22 22.1
Waarde - Archeologie 3a
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3a' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 22.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 1.000 m² hebben. c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolgonderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 22.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 onder a t/m c, met dien verstande dat: 1. aangetoond kan worden dat de betreffende gronden in het verleden zijn opgehoogd; 2. de werken cq. werkzaamheden niet dieper reiken dan het aantal cm dat de gronden zijn opgehoogd. 22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Verbod In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 22.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 30 cm beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 1.000 m² beslaan. 22.4.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
22.4.3 Uitgezonderde werkzaamheden
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
116
Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 22.4.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 22.4.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: a. b. c.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
22.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
117
Artikel 23 23.1
Waarde - Archeologie 4
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 23.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 1 m beneden maaiveld en die tevens een oppervlakte groter dan 10.000 m² hebben. c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolgonderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 23.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 onder a t/m c, met dien verstande dat: 1. aangetoond kan worden dat de betreffende gronden in het verleden zijn opgehoogd; 2. de werken cq. werkzaamheden niet dieper reiken dan het aantal cm dat de gronden zijn opgehoogd. 23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 23.4.1 Verbod In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 23.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1 m beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 10.000 m² beslaan. 23.4.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
118
23.4.3 Uitgezonderde werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 23.4.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 23.4.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: a. b. c.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
23.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
119
Artikel 24 24.1
Waarde - Archeologie 5
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 24.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een oppervlakte groter dan 5.000 m² hebben. De archeologische eisen gelden alleen voor ingrepen waarbij het profiel van de rivier gewijzigd wordt, zoals verdieping of verbreding van de rivier. Baggerwerkzaamheden in het kader van normaal onderhoud zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek; c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolg onderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 24.3.1 Verbod In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 24.3.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 5.000 m² beslaan. 24.3.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
120
24.3.3 Uitgezonderde werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 24.3.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 24.3.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 24.4
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
121
Artikel 25 25.1
Waarde - Archeologie 6
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden, daar waar mogelijk in de grond. 25.2 Bouwregels a. In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport van een archeologisch deskundige (archeologisch vooronderzoek) aan het bevoegd gezag te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. b. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwwerken (waaronder begrepen het slaan van damwanden) waarbij bodemingrepen dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een oppervlakte groter dan 10.000 m² hebben. De archeologische eisen gelden alleen voor ingrepen waarbij het profiel van de rivier gewijzigd wordt, zoals verdieping of verbreding van de rivier. Baggerwerkzaamheden in het kader van normaal onderhoud zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek; c. Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning de volgende regels verbinden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch vervolg onderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 25.3.1 Verbod In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna onder 25.3.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 50 cm in de rivierbodem en die tevens een terreinoppervlakte groter dan 10.000 m² beslaan. 25.3.2 Werken c.q. werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden: a. b. c. d. e. f.
grondbewerkingen (van welke aard dan ook); het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het indrijven van voorwerpen in de bodem; het wijzigen van het maaiveld door ontginnen, bodemverlagen, afgraven; het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies en dergelijke; het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
122
25.3.3 Uitgezonderde werkzaamheden Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten. 25.3.4 Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan het bevoegd gezag heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. 25.3.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, dan wel planaanpassingen, waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 25.4
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat: a. b.
ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
123
Artikel 26 26.1
Waarde - Natuur en landschap
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a.
b.
behoud en ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschappelijke waarden in de vorm van: 1. de identiteit van de rivier als samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten; 2. de landschappelijke herkenbaarheid van de zoetwatergetijderivier; 3. de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken; 4. het realiseren van een met de zoetwatergetijderivier samenhangende inrichting van oevers; gebruik ten behoeve van de bescherming van de oevers.
26.2 Bouwregels a. Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen damwanden en vlotten ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels: Bouwwerken
Op gronden met het wonen samenhangende bestemmingen
damwanden
Maximale bouwhoogte 1 Maximale bouwhoogte m 2m
Geen damwanden toegestaan
vlotten
Minimale oppervlakte 4 x Minimale oppervlakte 4 20 m x 20 m
n.v.t.
b.
Op gronden met bedrijvigheid samenhangende bestemmingen
Op gronden met groen- of recreatieve functie samenhangende bestemmingen
Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat voor zover er sprake is van de bouw van damwanden en vlotten, de maatvoering geldt zoals genoemd onder 26.2 a.
26.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 voor: a.
b.
bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen indien de landschapswaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Hiertoe wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden; de opgenomen hoogtematen voor damwanden tot de bestaande hoogtemaat, indien dit noodzakelijk is voor de voortgang en de instandhouding van de bestaande ruimtelijke situatie en activiteiten.
26.4
Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de onbebouwde gronden met een bedrijfsfunctie binnen 3 m vanaf de grens met de bestemming 'Water - 2' te gebruiken voor opslag en stort van goederen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
124
26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 26.5.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 26.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: Werken werkzaamheden
en Op gronden met het Op gronden met Op gronden met wonen bedrijvigheid groen- of recreatieve samenhangende samenhangende functie bestemmingen bestemmingen samenhangende bestemmingen
Het graven, ophogen of egaliseren van de grond
*(zie lid 26.5.3)
o
*
Het aanleggen van oppervlakteverharding en
*(zie lid 26.5.3)
*
x
Het aanleggen van een vooroeverconstructie
*
o
*
O= zonder meer toelaatbaar X= verboden * = vereiste van omgevingsvergunning (voor toelaatbaarheid zie 26.5.3) 26.5.2 Uitzondering Het in lid 26.5.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de vaarweg betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
26.5.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 26.5.1 zijn slechts toelaatbaar, voorzover de waarden van de rivierzone hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Van onevenredige schade is geen sprake indien aan navolgende wordt voldaan: d. e.
de helling van de oever bedraagt ten minste 30o en ten hoogste 45 o; de helling van de oever bedraagt maximaal 30 o.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
125
Artikel 27 27.1
Waterstaat - Vaarweg
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Vaarweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. b. c. d.
e.
het doelmatig functioneren van de rivier als vaarweg; verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer; de afvoer en berging van water, sediment en ijs; behoud en ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschappelijke waarden in de vorm van: 1. de identiteit van de rivier als samenhangend gebied met bijzondere kwaliteiten; 2. de landschappelijke herkenbaarheid van de zoetwatergetijderivier; 3. de visueel-ruimtelijke belevingswaarde (beeldkwaliteit) van de rivier vanaf het water en de dijken; 4. het realiseren van een met de zoetwatergetijderivier samenhangende inrichting van oevers; gebruik ten behoeve van de bescherming van de oevers.
27.2
Bouwregels
Op de in lid 27.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden. 27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 27.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e. f. g.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven en ophogen van gronden; het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
27.3.2 Uitzondering Het in lid 27.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de vaarweg betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
126
27.3.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
127
Artikel 28 28.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de waterkering. 28.2
Bouwregels
Op de in lid 28.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering. 28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 28.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 28.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e. f. g.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven en ophogen van gronden; het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
28.3.2 Uitzondering Het in lid 28.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de waterkering betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
28.3.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 28.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
128
Artikel 29 29.1
Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. b. c. d. e.
de afvoer en berging van oppervlaktewater, sediment en ijs; de waterhuishouding; verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer; aanleg, beheer en onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering; het vergroten van de afvoercapaciteit.
29.2
Bouwregels
Op de in lid 29.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in dit artikel bedoelde bestemming worden gebouwd en mogen andere bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd, mits advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg en het waterbergend vermogen. 29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 29.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 29.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e. f. g.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven en ophogen van gronden; het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijzen indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.
29.3.2 Uitzondering Het in lid 29.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. b. c.
die het normale onderhoud en beheer van de vaarweg betreffen; die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende vergunning.
29.3.3 Voorwaarden De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 29.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg en door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen (onevenredige) afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de vaarweg, het waterbergend vermogen en de landschappelijke waarden.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
129
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
130
Hoofdstuk 3
Artikel 30
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
131
Artikel 31 31.1
Algemene bouwregels
Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. b.
van
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liften, funderingen, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1 m bedraagt.
31.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten a. Voor een bouwwerk, dat krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt; c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing. 31.3
Hoogteaanduidingen
30.3.1. De maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag - tenzij in hoofdstuk 2 anders is geregeld - ten hoogste bedragen: a.
van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel en/of het verlengde daarvan en de openbare weg
1 m;
b.
van erf- en terreinafscheidingen elders
2 m;
c.
van vrijstaande antenne- installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet 15 m; zijnde schotelantennes en zonder techniekkast
d.
van vrijstaande antenne- installaties, niet zijnde schotelantennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie
5 m;
e.
van antenne- installaties die op bouwwerken worden geplaatst, niet zijnde schotelantennes
5 m;
f.
van schotelantennes
3 m;
g.
van lichtmasten
h.
van vlaggenmasten
7 m;
i.
van geluidswerende voorzieningen
4 m;
j.
van tuinmeubilair
2 m;
k.
van overkappingen
3 m;
l.
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3 m.
12 m;
30.3.2. De maximaal toelaatbare goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag – tenzij in hoofdstuk 2 anders geregeld – ten hoogste 3 m bedragen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
132
31.4
Nutsvoorzieningen
Nutsvoorzieningen zijn voor zover genoemd in de bestemmingsomschrijving, toegestaan indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, maximaal 3 m bedraagt (tenzij anders op de verbeelding is aangeduid) en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m². 31.5 Ondergronds bouwen 31.5.1 Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. 31.5.2 Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels: a. b. c. d. e.
ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; ondergrondse bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan; het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder peil; bij het berekenen van de blijkens de aanduidingen of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
31.5.3 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.5.2 sub a voor het bouwen van ondergrondse gebouwen buiten het bouwvlak onder de voorwaarde dat: a. b.
de waterhuishouding niet wordt verstoord; geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
31.5.4 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.5.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil onder de voorwaarde dat: a. b.
de waterhuishouding niet wordt verstoord; geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
133
Artikel 32 a.
b.
Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden en/of water te gebruiken of te laten gebruiken: 1. als opslagplaats voor bagger en grondspecie; 2. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen; 3. als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen; 4. voor het (laten doen) uitoefenen van (straat)prostitutie. Onder strijdig gebruik wordt voorts verstaan gronden en bouwwerken te laten gebruiken als: 1. seksinrichting, escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) (raam)prostitutie; 2. speelautomatenhallen; 3. inrichtingen ten behoeve van het verstrekken van verdovende middelen vallende onder de Opiumwet; 4. detailhandel in en opslag van consumentenvuurwerk.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
134
Artikel 33 33.1
Algemene aanduidingsregels
geluidszone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie 1', 'geluidszone - industrie 2', 'geluidszone - industrie 3' en 'geluidszone - industrie 4' gelden de volgende regels: a.
b. c.
geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie 1', 'geluidszone - industrie 2', 'geluidszone - industrie 3' en 'geluidszone - industrie 4' zijn uitsluitend toegestaan indien voldaan kan worden aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen; in afwijking van het bepaalde in sub a zijn geluidsgevoelige objecten toegestaan voor zover de geluidsbelasting beneden de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai is gelegen; het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het toestaan van geluidsgevoelige objecten met een geluidsbelasting van ten hoogste 55 dB(A) mits voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
33.2
gezoneerd industrieterrein
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn geluidshinderlijke inrichtingen toegestaan. 33.3
veiligheidszone - bedrijven
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan. 33.4
vrijwaringszone - straalpad
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' bedraagt de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer dan 49 m ten opzichte van het maaiveld.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
135
Artikel 34
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor: a.
b.
c.
d.
e.
f.
het oprichten van bouwwerken ten algemene nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 50 m³ en de hoogte ervan niet meer zal bedragen van 3,5 m; het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte, aanduidingen en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan: 1. 10%, binnen de bestemmingen Wonen en Woongebied; 2. 20%, binnen de overige bestemmingen. het overschrijden van de in de regels genoemde maximum bouwhoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen, torens en dergelijke onderdelen van gebouwen, mits de feitelijke bouwhoogte met niet meer dan 5 m wordt overschreden; overschrijdingen van de bouw- en bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 m, door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, pergola's, lifthuizen en dergelijke; afwijken van het bepaalde in de regels inzake de afmetingen van woningen, alsmede de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voor zover zulks in het belang van een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen vergunning kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit artikel; geringe afwijkingen van het beloop van de weg, groenstroken of de begrenzing van bestemmingen, indien deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn en mits de afwijkingen niet meer dan 5 m bedragen.
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
136
Artikel 35 35.1
Algemene wijzigingsregels
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. 35.2
Aanpassing geluidszone
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen aanduidingen 'geluidszone industrie 1', 'geluidszone - industrie 2', 'geluidszone - industrie 3' en 'geluidszone - industrie 4' wijzigen ten behoeve van aanpassing van de zonegrens indien daartoe als gevolg van: a. b.
wijziging van de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein, wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening;
aanleiding bestaat.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
137
Artikel 36
Overige regels
Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
138
Hoofdstuk 4
Artikel 37 37.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
37.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
139
Artikel 38
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kortland'.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
bijlagen bij de regels
141
Bijlage 1 Staat 'bedrijventerrein'
van
Bedrijfsactiviteiten
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' < > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag
w j B C D L Z R
week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing) V Vuurwerkbesluit van toepassing G/P verkeersaantrekkende werking goederenvervoer/personenvervoer: 1. potentieel geringe verkeersaantrekkende werking 2. potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking 3. potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking
1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
011, 012, 013, 016
0
Tuinbouw:
0112
0113
4
-
champignonkwekerijen (algemeen)
0112
0113
5
-
champignonkwekerijen met mestfermentatie
0112
0163
6
-
0112
011
7
-
014
016
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
016
1
-
014
016
2
-
014
016
-
algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
014
016
3
-
014
016
4
-
0142
0162
05
03
0501.1
0311
Zeevisserijbedrijven
0501.2
0312
Binnenvisserijbedrijven
0502
032
0
Vis- en schaaldierkwekerijen
0502
032
1
-
oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven
0502
032
2
-
visteeltbedrijven
15
10, 11
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101, 102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101, 102
1
-
151
101
2
-
151
101
3
151
101
151 151
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
INDICES VERKEER
01
0112
AFSTANDEN IN METERS CATEGORIE
01
OMSCHRIJVING
GROOTSTE AFSTAND
SBI-2008
GEVAAR
SBI-1993
GELUID
2
30
10
30
C
10
30
2
1 G
100
10
30
C
10
100
3.2
1 G
bloembollendroog- en prepareerbedrijven
30
10
30
C
10
30
2
1 G
witlofkwekerijen (algemeen)
30
10
30
C
10
30
2
1 G
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
2 G
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
1 G
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
2 G
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
1 G
30
10
30
C
0
30
2
1 G
100
0
100
C
50
100
3.2
2 G
50
0
50
C
10
50
3.1
1 G
100
30
50
C
0
100
3.2
1 G
50
0
50
C
0
50
3.1
1 G
slachterijen en pluimveeslachterijen
100
0
100
C
50
vetsmelterijen
700
0
100
C
30
-
bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval
300
0
100
C
50
4
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
100
0
100
C
50
101
5
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m²
50
0
50
C
101
6
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
30
0
50
KI-stations -
D
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN R
R
100
3.2
2 G
700
D
5.2
2 G
R
300
4.2
2 G
R
100
3.2
2 G
30
50
3.1
1 G
10
50
3.1
1 G
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-1993
SBI-2008
151
101, 102
7
-
151
108
8
-
152
102
0
vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven:
152
102
1
-
152
102
2
-
152
102
3
152
102
152
0
50
10
50
3.1
1 G
50
0
50
10
50
3.1
2 G
drogen
700
100
200
C
30
700
5.2
2 G
conserveren
200
0
100
C
30
200
4.1
2 G
-
roken
300
0
50
C
0
300
4.2
1 G
4
-
verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m²
300
10
50
C
30
300
4.2
2 G
102
5
-
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m²
100
10
50
30
100
3.2
1 G
152
102
6
-
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
50
10
30
10
50
3.1
1 G
1531
1031
0
Aardappelproductenfabrieken:
1531
1031
1
-
vervaardiging van aardappelproducten
300
30
200
1531
1031
2
-
vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
50
10
50
1532,1533
1032, 1039
0
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532,1533
1032, 1039
1
-
jam
50
10
100
C
1532,1533
1032, 1039
2
-
groente algemeen
50
10
100
C
1532,1533
1032, 1039
3
-
met koolsoorten
100
10
100
1532,1533
1032, 1039
4
-
met drogerijen
300
10
1532,1533
1032, 1039
5
-
met uienconservering (zoutinleggerij)
300
1541
104101
0
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1541
104101
1
-
p.c. < 250.000 ton/jaar
1541
104101
2
-
p.c. >= 250.000 ton/jaar
1542
104102
0
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
104102
1
-
1542
104102
2
-
1543
1042
0
Margarinefabrieken:
1543
1042
1
-
1543
1042
2
-
1551
1051
0
Zuivelproducten fabrieken:
1551
1051
1
-
1551
1051
2
-
GELUID
STOF
GEUR loonslachterijen
GEVAAR
50
VNG-VNGVNG-nr.
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
OMSCHRIJVING
3
C
D
50
R
300
4.2
2 G
50
R
50
3.1
1 G
10
100
3.2
1 G
10
100
3.2
2 G
C
10
100
3.2
2 G
200
C
30
300
4.2
2 G
10
100
C
10
300
4.2
2 G
200
30
100
C
300
50
300
C
p.c. < 250.000 ton/jaar
200
10
100
C
p.c. >= 250.000 ton/jaar
300
10
300
C
p.c. < 250.000 ton/jaar
100
10
200
C
p.c. >= 250.000 ton/jaar
200
10
300
C
Z
gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton/uur
200
100
500
C
geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton/uur
200
30
500
C
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
100
R
200
4.1
3 G
200
R
300
4.2
3 G
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
Z
50
R
500
5.1
3 G
Z
50
R
500
5.1
3 G
Z
Z
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
-
melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar
4
-
melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar
1551
1051
5
-
1552
1052
1552
GEUR
VNG-VNGVNG-nr.
VERKEER
3
1051
50
R
100
3.2
2 G
50
R
300
4.2
3 G
C
50
R
300
4.2
3 G
C
50
R
100
3.2
2 G
30
2
1 G
R
300
4.2
2 G
R
200
4.1
2 G
4.1
2 G
50
0
100
C
100
0
300
C
overige zuivelproductenfabrieken
50
50
300
1
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
50
0
100
1052
2
-
10
0
30
1561
1061
0
Meelfabrieken:
1561
1061
1
-
p.c. >= 500 ton/uur
200
100
300
C
100
1561
1061
2
-
p.c. < 500 ton/uur
100
50
200
C
50
1561
1061
50
100
200
C
50
1562
1062
0
Zetmeelfabrieken:
1562
1062
1
-
p.c. < 10 ton/uur
200
50
200
C
1562
1062
2
-
p.c. >= 10 ton/uur
300
100
300
C
1571
1091
0
Veevoerfabrieken:
1571
1091
1
-
destructiebedrijven
700
30
200
C
50
1571
1091
2
-
beender-, veren-, vis- en vleesmeelfabriek
700
100
100
C
30
1571
1091
3
-
300
100
200
C
30
1571
1091
4
-
700
200
300
C
50
1571
1091
5
-
drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit >= 10 ton/uur water mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur
200
50
200
C
1571
1091
6
-
mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur
300
100
300
C
1572
1092
Vervaardiging van voer voor huisdieren
200
100
200
C
30
1581
1071
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1071
1
-
v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
1581
1071
2
-
v.c. >= 7.500 kg meel/week
1582
1072
1583
1081
0
Suikerfabrieken:
1583
1081
1
-
v.c. < 2.500 ton/jaar
1583
1081
2
-
v.c. >= 2.500 ton/jaar
1584
10821
0
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584
10821
1
-
consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
Grutterswarenfabrieken
Banket, biscuit- en koekfabrieken
cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²
INDICES CATEGORIE
1051
1551
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
1551
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-2008
GELUID
SBI-1993
STOF
4
Z
0 Z
Z
Z
200
30
R
200
4.1
1 G
50
R
300
4.2
2 G
R
30 Z
D
50
R
700
D
5.2
3 G
700
D
5.2
3 G
300
4.2
2 G
700
5.2
3 G
200
4.1
3 G
300
4.2
3 G
200
4.1
2 G
30
10
30
C
10
30
2
1 G
100
30
100
C
30
100
3.2
2 G
100
10
100
C
30
100
3.2
2 G
500
100
300
C
1000
200
700
C
500
50
100
Z
100
R
500
5.1
2 G
200
R
1000
5.3
3 G
50
R
500
5.1
2 G
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-1993
SBI-2008
1584
10821
2
-
1584
10821
3
-
1584
10821
4
1584
10821
5
1584
10821
6
1585
1073
1586
1083
0
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586
1083
1
-
1586
1083
2
-
1587
108401
1589
CATEGORIE
VERKEER
30
50
30
100
3.2
2 G
30
10
30
10
30
2
1 G
300
30
50
30
R
300
4.2
2 G
-
suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. > 200 m²
100
30
50
30
R
100
3.2
2 G
-
suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. <= 200 m²
30
10
30
10
30
2
1 G
50
30
10
10
50
3.1
2 G
koffiebranderijen
500
30
200
10
500
5.1
2 G
theepakkerijen
100
10
30
10
100
3.2
2 G
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
200
30
50
10
200
4.1
2 G
1089
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200
4.1
2 G
1589.1
1089
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
200
4.1
2 G
1589.2
1089
0
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2
1089
1
-
zonder poederdrogen
100
10
50
10
100
3.2
2 G
1589.2
1089
2
-
met poederdrogen
300
50
50
50
300
4.2
2 G
1589.2
1089
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
30
200
4.1
2 G
1591
110101
Destilleerderijen en likeurstokerijen
300
30
200
C
30
300
4.2
2 G
1592
110102
0
Vervaardiging van ethylalcoholdoorgisting:
1592
110102
1
-
p.c. < 5.000 ton/jaar
200
30
200
C
30
R
200
4.1
1 G
1592
110102
2
-
p.c. >= 5.000 ton/jaar
300
50
300
C
50
R
300
4.2
2 G
10
0
30
C
0
30
2
1 G
300
4.2
2 G
300
4.2
2 G
100
3.2
3 G
200
4.1
2 G
Deegwarenfabrieken
GELUID
GEVAAR
100
-
cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² suikerwerkfabrieken met suikerbranden
VNG-VNGVNG-nr.
GROOTSTE AFSTAND
INDICES
STOF
AFSTANDEN IN METERS GEUR
OMSCHRIJVING
5
C
1593 t/m 1595 1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
1596
1105
Bierbrouwerijen
300
30
100
C
50
1597
1106
Mouterijen
300
50
100
C
30
1598
1107
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
10
0
100
16
12
160
120
200
30
50
-
50
R
R
R R
D
D
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
C
30
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
131
172
132
0
Weven van textiel:
172
132
1
-
172
132
2
-
173
133
174,175
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
10
50
100
aantal weefgetouwen < 50
10
10
100
aantal weefgetouwen >= 50
10
30
300
Textielveredelingsbedrijven
50
0
139
Vervaardiging van textielwaren
10
1751
1393
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
176,177
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
18
14
181
141
Vervaardiging kleding van leer
182
141
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer)
183
142, 151
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
19
15
191
151, 152
Lederfabrieken
192
151
Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)
193
152
Schoenenfabrieken
20
16
2010.1
16101
2010.2
16102
0
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2
16102
1
-
met creosootolie
2010.2
16102
2
-
met zoutoplossingen
202
1621
203,204,205
162
0
203,204,205
162
1
-
-
-
30
100
3.2
2 G
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
-
INDICES VERKEER
13
171
AFSTANDEN IN METERS CATEGORIE
17
OMSCHRIJVING
GROOTSTE AFSTAND
SBI-2008
GEVAAR
SBI-1993
GELUID
6
0
100
3.2
2 G
50
300
4.2
3 G
50
10
50
3.1
2 G
0
50
10
50
3.1
1 G
100
30
200
10
200
4.1
2 G
0
10
50
10
50
3.1
1 G
30
0
50
0
50
3.1
1 G
10
10
30
10
30
2
2 G
50
10
10
10
50
3.1
1 G
300
30
100
10
300
4.2
2 G
50
10
30
10
50
3.1
2 G
50
10
50
10
50
3.1
2 G
0
50
100
50
100
3.2
2 G
200
30
50
10
200
4.1
2 G
10
30
50
10
50
3.1
2 G
100
30
100
10
100
3.2
3 G
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
0
30
100
0
100
3.2
2 G
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
0
30
50
0
50
3.1
1 G
Z
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING) D
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE Houtzagerijen
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
R
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
17
2111
1711
2112
1712
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1712
1
-
p.c. < 3 ton/uur
2112
1712
2
-
p.c. 3 - 15 ton/uur
2112
1712
3
-
p.c. >= 15 ton/uur
212
172
2121.2
17212
0
Golfkartonfabrieken:
2121.2
17212
1
-
2121.2
17212
2
-
22
18
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2221
1811
2222
1812
2222.6
18129
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
2224
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
10
30
200
100
200
C
50
30
50
C
100
50
200
C
Z
200
100
300
C
Z
30
30
100
C
p.c. < 3 ton/uur
30
30
100
C
p.c. >= 3 ton/uur
50
30
200
C
Drukkerijen van dagbladen
30
0
100
C
Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen)
30
0
100
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
0
0
Binderijen
1813
2225
-
0
VERKEER
21
10
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
INDICES CATEGORIE
162902
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
205
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-2008
GELUID
SBI-1993
7
30
2
1 G
200
4.1
3 G
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp
50
R
30
R
50
3.1
1 G
50
R
200
4.1
2 G
100
R
300
4.2
3 G
30
R
100
3.2
2 G
30
R
100
3.2
2 G
30
R
200
4.1
2 G
10
100
3.2
3 G
10
100
3.2
3 G
30
0
30
2
1 P
0
10
0
10
1
1 G
30
0
30
0
30
2
2 G
Grafische reproductie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
1814
Overige grafische activiteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
223
182
Reproductiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
1 G
23
19
231
191
Cokesfabrieken
1000
700
1000
C
Z
100
R
1000
5.3
2 G
2320.1
19201
Aardolieraffinaderijen
1500
100
1500
C
Z
1500
R
1500
6
3 G
2320.2
19202
A
Smeeroliën- en vettenfabrieken
50
0
100
30
R
100
3.2
2 G
2320.2
19202
B
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
300
0
100
50
R
300
4.2
2 G
2320.2
19202
C
Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
300
0
200
50
R
300
4.2
2 G
Papier- en kartonwarenfabrieken
-
Z
D
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
24
20
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
2011
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2411
2011
1
-
luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton/dag lucht
2411
2011
2
-
overige gassenfabrieken, niet explosief
2411
2011
3
-
overige gassenfabrieken, explosief
2412
2012
2413
2012
0
Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
2413
2012
1
-
2413
2012
2
-
2414.1
20141
A0
Organische chemische grondstoffenfabrieken:
2414.1
20141
A1
-
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
2414.1
20141
A2
-
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
2414.1
20141
B0
Methanolfabrieken:
2414.1
20141
B1
-
2414.1
20141
B2
-
2414.2
20149
0
Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
2414.2
20149
1
-
2414.2
20149
2
-
2415
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
INDICES
10
10
100
10
0
700
C
100
R
100
0
500
C
100
R
100
0
500
C
300
200
0
200
C
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
100
30
300
vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
300
50
500
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
Kleur- en verfstoffenfabrieken
1500
6
1 G
700
5.2
3 G
500
5.1
3 G
R
500
5.1
3 G
200
R
200
D
4.1
3 G
C
300
R
300
D
4.2
2 G
C
700
R
700
D
5.2
3 G
Z
1500
D
VERKEER
210, 212, 244
AFSTANDEN IN METERS CATEGORIE
233
OMSCHRIJVING
GROOTSTE AFSTAND
SBI-2008
GEVAAR
SBI-1993
GELUID
8
300
10
200
C
300
R
300
D
4.2
2 G
1000
30
500
C
700
R
1000
D
5.3
2 G
p.c. < 100.000 ton/jaar
100
0
200
C
100
R
200
4.1
2 G
p.c. >= 100.000 ton/jaar
200
0
300
C
200
R
300
4.2
3 G
p.c. < 50.000 ton/jaar
300
0
200
C
100
R
300
4.2
2 G
p.c. >= 50.000 ton/jaar
500
0
300
C
200
R
500
5.1
3 G
2015
Kunstmeststoffenfabrieken
500
300
500
C
500
R
500
5.1
3 G
2416
2016
Kunstharsenfabrieken en dergelijke
700
30
300
C
500
R
700
5.2
3 G
242
202
0
Landbouwchemicaliënfabrieken:
242
202
1
-
fabricage
300
50
100
C
1000
R
1000
5.3
3 G
242
202
2
-
formulering en afvullen
100
10
30
C
500
R
500
D
5.1
2 G
243
203
300
30
200
C
300
R
300
D
4.2
3 G
2441
2110
0
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441
2110
1
-
p.c. < 1.000 ton/jaar
200
10
200
C
300
R
300
4.2
1 G
2441
2110
2
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
300
10
300
C
500
R
500
5.1
2 G
2442
2120
0
Farmaceutische productenfabrieken:
Verf, lak en vernisfabrieken
Z
Z
SBI-1993
SBI-2008
GEUR
STOF
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
2442
2120
1
-
formulering en afvullen geneesmiddelen
50
10
50
50
2442
2120
2
-
verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
2451
2041
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
300
100
200
C
100
2452
2042
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
300
30
50
C
50
2462
2052
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
2052
1
-
zonder dierlijke grondstoffen
100
10
100
2462
2052
2
-
met dierlijke grondstoffen
500
30
100
2464
205902
Fotochemische productenfabrieken
50
10
100
50
2466
205903
A
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
50
10
50
2466
205903
B
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
200
30
100
247
2060
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
300
30
25
22
2511
221101
300
50
2512
221102
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
221102
1
-
vloeroppervlak < 100 m²
2512
221102
2
-
vloeroppervlak >= 100 m²
2513
2219
252
222
0
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
222
1
-
252
222
2
-
252
222
3
-
productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
231
0
Glasfabrieken:
261
231
1
-
glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar
261
231
2
-
glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar
261
231
3
-
261
231
4
-
VERKEER
50
3.1
2 G
30
2
2 G
R
300
4.2
3 G
R
300
4.2
2 G
50
100
3.2
3 G
50
500
5.1
3 G
R
100
3.2
3 G
50
R
50
3.1
3 G
C
200
R
200
4.1
2 G
300
C
200
R
300
4.2
3 G
300
C
100
R
300
4.2
2 G
GEVAAR
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
-
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
9
R
D
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken
50
10
30
30
50
3.1
1 G
200
50
100
50
R
200
4.1
2 G
100
10
50
50
R
100
3.2
1 G
zonder fenolharsen
200
50
100
100
R
200
4.1
2 G
met fenolharsen
300
50
100
200
R
300
4.2
2 G
50
30
50
30
50
3.1
2 G
30
30
100
100
3.2
1 G
30
100
300
300
4.2
2 G
glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar
300
100
100
300
4.2
1 G
glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton/jaar
500
200
300
500
5.1
2 G
Rubberartikelenfabrieken
30 C
Z
50
R
30 C
Z
50
R
D
SBI-1993
SBI-2008
STOF
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
GEUR
10
2612
231
Glas-in-loodzetterij
10
30
30
10
30
2
1 G
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
1 G
262, 263
232, 234
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
232, 234
1
-
vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
10
10
30
10
30
2
1 G
262, 263
232, 234
2
-
vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
30
50
100
30
100
3.2
2 G
264
233
A
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
30
200
200
30
200
4.1
2 G
264
233
B
Dakpannenfabrieken
50
200
200
100
R
200
4.1
2 G
2651
2351
0
Cementfabrieken:
2651
2351
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
10
300
500
C
30
R
500
5.1
2 G
2651
2351
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
30
500
1000
C
50
R
1000
5.3
3 G
2652
235201
0
Kalkfabrieken:
2652
235201
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2652
235201
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
2653
235202
0
Gipsfabrieken:
2653
235202
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2653
235202
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
2661.1
23611
0
Betonwarenfabrieken:
2661.1
23611
1
-
zonder persen, triltafels en bekistingtriller
10
100
200
30
200
4.1
2 G
2661.1
23611
2
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
10
100
300
30
300
4.2
2 G
2661.1
23611
3
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton/dag
30
200
700
30
700
5.2
3 G
2661.2
23612
0
Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2
23612
1
-
p.c. < 100.000 ton/jaar
10
50
100
30
100
3.2
2 G
2661.2
23612
2
-
p.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
300
30
300
4.2
3 G
2662
2362
50
50
100
30
100
3.2
2 G
2663, 2664
2363, 2364
0
Betonmortelcentrales:
2663, 2664
2363, 2364
1
-
p.c. < 100 ton/uur
10
50
100
2663, 2664
2363, 2364
2
-
p.c. >= 100 ton/uur
30
200
300
2665, 2666
2365, 2369
0
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666
2365, 2369
1
-
p.c. < 100 ton/dag
10
50
100
2665, 2666
2365, 2369
2
-
p.c. >= 100 ton/dag
30
200
300
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
Z
Z
Z
Z
VERKEER
GEVAAR Z
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
10
100
3.2
3 G
Z
10
300
4.2
3 G
50
R
100
3.2
2 G
Z
200
R
300
4.2
3 G
SBI-1993
SBI-2008
STOF
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
11
GEUR
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
267
237
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
237
1
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
10
30
100
0
100
3.2
1 G
267
237
2
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
10
30
50
0
50
3.1
1 G
267
237
3
-
met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar
10
100
300
10
300
4.2
1 G
267
237
4
-
met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
700
10
700
5.2
2 G
2681
2391
10
30
50
10
50
3.1
1 G
2682
2399
A0
Bitumineuze materialenfabrieken:
2682
2399
A1
-
p.c. < 100 ton/uur
300
100
100
2682
2399
A2
-
p.c. >= 100 ton/uur
500
200
200
2682
2399
B0
Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
2682
2399
B1
-
steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar
100
200
300
C
2682
2399
B2
-
overige isolatiematerialen
200
100
100
C
2682
2399
C
Minerale productenfabrieken n.e.g.
50
50
2682
2399
D0 Asfaltcentrales: p.c. < 100 ton/uur
100
2682
2399
D1 -
200
27
24
-
VERVAARDIGING VAN METALEN
271
241
0
Ruwijzer- en staalfabrieken:
271
241
1
-
p.c. < 1.000 ton/jaar
271
241
2
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
272
245
0
IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:
272
245
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
30
500
272
245
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
100
1000
273
243
0
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
273
243
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
30
300
273
243
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
50
700
274
244
A0
Non-ferro-metaalfabrieken:
274
244
A1
-
p.c. < 1.000 ton/jaar
100
100
300
274
244
A2
-
p.c. >= 1.000 ton/jaar
200
300
700
274
244
B0
Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:
Slijp- en polijstmiddelenfabrieken
asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
Z
INDICES
D
D
30
300
4.2
3 G
Z
50
500
5.1
3 G
Z
30
300
4.2
2 G
50
200
4.1
2 G
100
50
100
3.2
2 G
50
200
30
200
4.1
3 G
100
300
50
300
4.2
3 G
700
500
700
1500
1000
1500
Z
C
Z
200
R
700
5.2
2 G
300
R
1500
6
3 G
500
5.1
2 G
R
1000
5.3
3 G
30 Z
50 30
Z
Z
D
300
4.2
2 G
50
R
700
5.2
3 G
30
R
300
4.2
1 G
50
R
700
5.2
2 G
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
-
p.o. < 2.000 m²
B2
-
p.o. >= 2.000 m²
2751, 2752
2451, 2452
0
IJzer- en staalgieterijen/-smelterijen:
2751, 2752
2451, 2452
1
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
2751, 2752
2451, 2452
2
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
2753, 2754
2453, 2454
0
Non-ferro-metaalgieterijen/-smelterijen:
2753, 2754
2453, 2454
1
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
2753, 2754
2453, 2454
2
-
p.c. >= 4.000 ton/jaar
28
25, 31
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
281
251, 331
0
Constructiewerkplaatsen:
281
251, 331
1
-
281
251, 331
1a
-
281
251, 331
2
281
251, 331
2821
GEUR
VNG-VNGVNG-nr.
VERKEER
B1
244
INDICES CATEGORIE
244
274
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
274
OMSCHRIJVING
50
R
500
5.1
2 G
100
R
1000
5.3
3 G
30
R
300
4.2
1 G
50
R
500
5.1
2 G
30
R
300
4.2
1 G
50
R
500
5.1
2 G
30
100
3.2
2 G
10
50
3.1
1 G
30
200
4.1
2 G
30
300
4.2
3 G
GEVAAR
SBI-2008
GELUID
SBI-1993
STOF
12
50
50
500
200
100
1000
100
50
300
C
200
100
500
C
100
50
300
C
200
100
500
C
gesloten gebouw
30
30
100
gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
30
30
50
-
in open lucht, p.o. < 2.000 m²
30
50
200
3
-
in open lucht, p.o. >= 2.000 m²
50
200
300
2529, 3311
0
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2821
2529, 3311
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
50
300
2821
2529, 3311
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
100
500
2822, 2830
2521, 2530, 3311
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
30
30
200
284
255, 331
A
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
10
30
284
255, 331
B
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke
50
30
284
255, 331
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
30
2851
2561, 3311
2851 2851
Z
Z
Z
Z
30
R
300
4.2
2 G
50
R
500
5.1
3 G
30
200
4.1
2 G
200
30
200
4.1
1 G
100
30
100
D
3.2
2 G
30
50
10
50
D
3.1
1 G
Z
0
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2561, 3311
1
-
algemeen
50
50
100
50
100
3.2
2 G
2561, 3311
10
-
stralen
30
200
200
30
200
D
4.1
2 G
2851
2561, 3311
11
-
metaalharden
30
50
100
50
100
D
3.2
1 G
2851
2561, 3311
12
-
lakspuiten en moffelen
100
30
100
50
R
100
D
3.2
2 G
2851
2561, 3311
2
-
scoperen (opspuiten van zink)
50
50
100
30
R
100
D
3.2
2 G
SBI-1993
SBI-2008
STOF
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
13
GEUR
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
2851
2561, 3311
3
-
thermisch verzinken
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2851
2561, 3311
4
-
thermisch vertinnen
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2851
2561, 3311
5
-
mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
30
50
100
30
100
3.2
2 G
2851
2561, 3311
6
-
anodiseren, eloxeren
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2851
2561, 3311
7
-
chemische oppervlaktebehandeling
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2851
2561, 3311
8
-
emailleren
100
50
100
50
100
3.2
1 G
2851
2561, 3311
9
-
30
30
100
50
100
3.2
2 G
2852
2562, 3311
1
galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) Overige metaalbewerkende industrie
10
30
100
30
100
D
3.2
1 G
2852
2562, 3311
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
10
30
50
10
50
D
3.1
1 G
287
259, 331
A0
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287
259, 331
A1
-
p.o. < 2.000 m²
30
50
200
30
200
4.1
2 G
287
259, 331
A2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
100
500
30
500
5.1
3 G
287
259, 331
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
30
30
100
30
100
3.2
2 G
287
259, 331
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
30
30
50
10
50
3.1
1 G
29
27, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
0
Machine- en apparatenfabrieken, inclusief reparatie:
29
27, 28, 33
1
-
p.o. < 2.000 m²
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
29
27, 28, 33
2
-
p.o. >= 2.000 m²
50
30
200
30
200
D
4.1
3 G
29
28, 33
3
-
met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
50
30
300
30
300
D
4.2
3 G
29
27, 28, 33
-
reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren = 1 MW
30
30
50
30
50
3.1
1 G
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie
30
10
30
10
30
2
1 G
31
26, 27, 33
-
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
311
271, 331
Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie
200
30
30
50
200
4.1
1 G
312
271, 273
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
1 G
INDICES
GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
Z
Z
R
SBI-1993
SBI-2008
STOF
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
GEUR
14
313
273
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100
314
272
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
315
274
Lampenfabrieken
200
30
30
300
316
293
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
3162
2790
Koolelektrodenfabrieken
1500
300
1000
32
26, 33
321 t/m 323
261, 263, 264, 331
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
50
30
50
3210
2612
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
26, 32, 33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
30
0
34
29
341
291
0
Autofabrieken en assemblagebedrijven:
341
291
1
-
p.o. < 10.000 m²
100
10
200
341
291
2
-
p.o. >= 10.000 m²
200
30
300
3420.1
29201
Carrosseriefabrieken
100
10
3420.2
29202
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
343
293
Auto-onderdelenfabrieken
35
30
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
301, 3315
1
-
houten schepen
351
301, 3315
2
-
kunststof schepen
351
301, 3315
3
-
metalen schepen < 25 m
200
4.1
2 G
100
3.2
2 G
300
4.2
2 G
30
2
1 G
1500
6
2 G
3.1
2 G
50
3.1
1 G
30
2
1 G
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR C
VERKEER
INDICES CATEGORIE
-
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
R R R
200
D
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN D
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS C
30
R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
200
30
R
200
4.1
2 G
10
200
30
200
4.1
2 G
30
10
100
30
R
100
3.2
2 G
50
3.1
2 G
R
100
3.2
2 G
200
4.1
2 G
Z
30
30
50
10
100
50
100
50
50
100
200
30
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-1993
SBI-2008
351
301, 3315
-
metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW
351
301, 3315
-
onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen
3511
3831
Scheepssloperijen
352
302, 317
0
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352
302, 317
1
-
352
302, 317
2
-
353
303, 3316
0
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353
303, 3316
1
-
zonder proefdraaien motoren
353
303, 3316
2
-
met proefdraaien motoren
354
309
355
3099
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
310
1
Meubelfabrieken
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
321
363
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
100
500
50
500
5.1
2 G
30
50
50
30
50
3.1
2 G
100
200
700
100
700
5.2
2 G
algemeen
50
30
100
met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW
50
30
300
GELUID
GEVAAR
STOF
INDICES
100
VNG-VNGVNG-nr. 4
AFSTANDEN IN METERS GEUR
OMSCHRIJVING
15
C
Z
R
30
100
3.2
2 G
R
300
4.2
2 G
200
4.1
2 G
100
R
1000
5.3
2 G
R
100
3.2
2 G
Z
30
Z
50
30
200
100
30
1000
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
30
10
100
30
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
50
50
100
30
100
D
3.2
2 G
0
10
10
0
10
1
1 P
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
30
10
10
10
30
2
1 G
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
2 G
364
323
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
365
324
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
3661.1
32991
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
1 P
3661.2
32999
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
30
10
50
30
50
3.1
2 G
37
38
371
383201
30
100
500
30
500
5.1
2 G
372
383202
A0
Puinbrekerijen en -malerijen:
372
383202
A1
-
v.c. < 100.000 ton/jaar
30
100
300
10
300
4.2
2 G
372
383202
A2
-
v.c. >= 100.000 ton/jaar
30
200
700
10
700
5.2
3 G
372
383202
B
Rubberregeneratiebedrijven
300
50
100
50
300
4.2
2 G
372
383202
C
Afvalscheidingsinstallaties
200
200
300
300
4.2
3 G
-
30
D
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders
Z
C
50
R
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-2008
40
35
-
40
35
A0
Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)
40
35
A1
-
40
35
A2
40
35
A3
40
35
40
CATEGORIE
VERKEER
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS
700
5.2
2 G
500
5.1
2 G
500
5.1
1 G
R
500
5.1
1 G
30
R
100
3.2
2 G
30
R
100
3.2
2 G
30
2
1 P
50
3.1
1 P
50
100
3.2
1 P
Z
50
300
4.2
1 P
Z
50
500
5.1
1 P
300
4.2
1 P
500
5.1
1 P
10
10
1
1 P
C
10
30
2
1 P
50
C
50
50
3.1
1 P
10
100
C
50
100
3.2
1 P
0
30
C
10
30
2
1 P
0
50
C
1000
5.3
1 G
GEUR
STOF
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-1993
GELUID
16
100
700
700
C
Z
200
-
kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth
100
100
500
C
Z
100
-
gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
100
100
500
C
Z
100
R
A5
-
warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth
30
30
500
C
Z
100
35
B0
Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:
40
35
B1
-
100
50
100
40
35
B2
-
50
50
100
40
35
C0
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
35
C1
-
< 10 MVA
0
0
30
C
10
40
35
C2
-
10 - 100 MVA
0
0
50
C
30
40
35
C3
-
100 - 200 MVA
0
0
100
C
40
35
C4
-
200 - 1.000 MVA
0
0
300
C
40
35
C5
-
>= 1.000 MVA
0
0
500
C
40
35
D0 Gasdistributiebedrijven:
40
35
D1 -
gascompressorstations vermogen < 100 MW
0
0
300
C
100
40
35
D2 -
gascompressorstations vermogen >= 100 MW
0
0
500
C
200
40
35
D3 -
gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A
0
0
10
C
40
35
D4 -
gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
0
0
30
40
35
D5 -
gasontvang- en -verdeelstations, categorie D
0
0
40
35
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
35
E1
-
stadsverwarming
30
40
35
E2
-
blokverwarming
10
41
36
-
41
36
A0
Waterwinning-/bereidingbedrijven:
41
36
A1
-
50
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa
R
R
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER met chloorgas
R
1000
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-1993
SBI-2008
41
36
A2
-
41
36
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1
-
41
36
B2
-
41
36
B3
-
45
41, 42, 43
45
41, 42, 43
45
41, 42, 43
0
-
45
41, 42, 43
1
-
45
41, 42, 43
2
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m²
453
432
453
3.1
1 G
30
2
1 P
100
3.2
1 P
300
4.2
1 P
10
100
3.2
2 G
10
50
3.1
2 G
30
10
30
2
1 G
10
30
30
30
2
1 G
50
30
50
30
50
3.1
1 G
10
10
30
10
30
2
1 G
0
30
10
30
2
2 P
10
100
10
100
3.2
2 G
30
100
10
100
3.2
1 G
0
0
10
10
10
1
1 G
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
1 G
45205
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3 P
503, 504
453
Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
1 P
51
46
-
GROOTHANDEL EN OPSLAG
5121
4621
0
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
5121
4621
1
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer
5122
4622
GELUID
STOF
GEUR bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling
50
C
30
0
30
C
10
0
100
C
10
0
0
300
C
10
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m²
10
30
100
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1.000 m²: b.o. <= 2.000 m²
10
30
50
0
10
Bouwinstallatie algemeen
10
4322
Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij
453
4321
Elektrotechnische installatie
50
45, 47
501, 502, 504
451, 452, 454
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
10
501
451
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)
10
5020.4
45204
A
Autoplaatwerkerijen
10
5020.4
45204
B
Autobeklederijen
5020.4
45204
C
5020.5
-
10
0
< 1 MW
0
1 - 15 MW
0
>= 15 MW
GEVAAR
50
VNG-VNGVNG-nr.
VERKEER
INDICES CATEGORIE
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
OMSCHRIJVING
17
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven/aannemers algemeen
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
Groothandel in bloemen en planten
30
30
50
100
100
300
10
10
30
Z
R
30
R
50
3.1
2 G
50
R
300
4.2
2 G
30
2
2 G
0
SBI-1993
SBI-2008
STOF
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
VERKEER
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
GEUR
18
5123
4623
Groothandel in levende dieren
50
10
100
0
100
3.2
2 G
5124
4624
Groothandel in huiden, vellen en leder
50
0
30
0
50
3.1
2 G
5125, 5131
46217, 4631
Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen
30
10
30
50
R
50
3.1
2 G
5132, 5133
4632, 4633
Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50
R
50
3.1
2 G
5134
4634
Groothandel in dranken
0
0
30
0
30
2
2 G
5135
4635
Groothandel in tabaksproducten
10
0
30
0
30
2
2 G
5136
4636
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
2 G
5137
4637
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
30
10
30
0
30
2
2 G
5138, 5139
4638, 4639
Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
2 G
514
464, 46733
Groothandel in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
2 G
5148.7
46499
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
10
0
30
10
V
30
2
2 G
5148.7
46499
2
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
10
0
30
50
V
50
3.1
2 G
5148.7
46499
5
-
munitie
0
0
30
30
30
2
2 G
5151.1
46711
0
Groothandel in vaste brandstoffen:
5151.1
46711
1
-
klein, lokaal verzorgingsgebied
10
50
50
30
50
3.1
2 P
5151.1
46711
2
-
kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m²
50
500
500
100
500
5.1
3 G
5151.2
46712
0
Groothandel in vloeibare brandstoffen:
5151.2
46712
-
ondergronds, K1/K2/K3-klasse
10
0
10
10
10
1
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³
10
0
10
50
R
50
3.1
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³
30
0
30
100
R
100
3.2
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³
10
0
10
10
30
2
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³
30
0
30
50
50
3.1
1 G
5151.2
46712
1
-
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
50
0
50
200
R
200
D
4.1
2 G
5151.2
46712
2
-
o.c. >= 100.000 m³
100
0
50
500
R
500
D
5.1
2 G
5151.2
46712
3
-
tot vloeistof verdichte gassen
50
0
50
300
R
300
D
4.2
2 G
5151.2
46712
0
Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):
5151.2
46712
-
bovengronds, < 2 m³
0
0
0
30
30
2
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, 2 - 8 m³
10
0
0
50
R
50
3.1
1 G
5151.2
46712
-
bovengronds, 8 - 80 m³
10
0
10
100
R
100
3.2
1 G
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
C
Z
INDICES
SBI-1993
SBI-2008
CATEGORIE
19
GROOTSTE AFSTAND
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
5151.2
46712
-
bovengronds, 80 - 250 m³
30
0
30
300
R
300
4.2
2 G
5151.2
46712
-
ondergronds, < 80 m³
10
0
10
50
R
50
3.1
1G G
5151.2
46712
-
ondergronds, 80 - 250 m³
30
0
30
200
R
200
4.1
2 G
5151.2
46712
1
-
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
50
0
50
200
R
200
D
4.1
2 G
5151.2
46712
2
-
o.c. >= 100.000 m³
100
0
50
500
R
500
D
5.1
2 G
5151.2
46712
0
Gasvormige brandstoffen in gasflessen
5151.2
46712
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
0
0
0
10
10
1
1 G
5151.2
46712
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
10
0
10
30
R
30
2
1 G
5151.2
46712
-
grote hoeveelheden (> 150 ton) en/of laag beschermingsniveau
30
0
30
500
R
500
5.1
2 G
5151.2
46712
Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld
10
0
10
50
50
3.1
1 G
5151.3
46713
Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)
100
0
30
50
100
3.2
2 G
5152.1
46721
0
Groothandel in metaalertsen:
5152.1
46721
1
-
opslag oppervlak < 2.000 m²
30
300
300
10
300
4.2
3 G
5152.1
46721
2
-
opslag oppervlak >= 2.000 m²
50
500
700
10
700
5.2
3 G
5152.2 /.3
46722, 46723
0
10
100
10
100
3.2
2 G
5153
4673
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
-
algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
10
50
10
50
3.1
2 G
5153
4673
2
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
5153.4
46735
4
Zand en grind:
5153.4
46735
5
-
algemeen: b.o. > 200 m²
0
30
100
0
100
3.2
2 G
5153.4
46735
6
-
algemeen: b.o. <= 200 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
5154
4674
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
-
algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
0
50
10
50
3.1
2 G
5154
4674
2
-
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
0
0
30
0
30
2
1 G
5155.1
46751
Groothandel in chemische producten
50
10
30
100
R
100
3.2
2 G
5155.2
46752
Groothandel in kunstmeststoffen
30
30
30
30
R
30
2
1 G
5155.2
46752
Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of in gasflessen
5155.2
46752
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
0
0
0
10
10
1
1 G
5155.2
46752
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
0
0
0
30
R
30
2
1 G
5155.2
46752
-
grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau
0
0
0
500
R
500
5.1
1 G
Groothandel in metalen en -halffabrikaten
Z
D
VERKEER
GELUID
STOF
INDICES
GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GEUR
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
SBI-1993
SBI-2008
STOF
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
GEUR
20
5156
4676
Groothandel in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
30
2
2 G
5157
4677
0
Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²
10
30
100
30
100
3.2
2 G
5157
4677
1
-
10
10
50
10
50
3.1
2 G
5157.2/3
4677
0
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²
10
30
100
10
100
3.2
2 G
5157.2/3
4677
1
-
10
10
50
10
50
3.1
2 G
518
466
0
Groothandel in machines en apparaten:
518
466
1
-
machines voor de bouwnijverheid
0
10
100
10
100
3.2
2 G
518
466
2
-
overige
0
10
50
0
50
3.1
2 G
518
466
3
-
overig met oppervlak <= 2.000 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
519
466, 469
0
0
30
0
30
2
2 G
52
47
527
952
0
0
10
10
10
1
1 P
60
49
6022
493
Taxibedrijven
6023
493
Touringcarbedrijven
6024
494
0
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m²
6024
494
1
-
63
52
-
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
631
522
6312
52102, 52109
A
6312
52109
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
6321
5221
2
6321
5221
64
53
641
531, 532
autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m²
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke) -
D
VERKEER
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
-
AFSTANDEN IN METERS GELUID
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
VERVOER OVER LAND 0
0
30
C
0
30
2
2 P
10
0
100
C
0
100
3.2
2 G
0
0
100
C
30
100
3.2
3 G
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
Loswal
10
30
50
3.1
2 G
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
30
10
50
C
50
3.1
2 G
0
0
30
C
10
30
2
2 G
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
10
0
100
C
30
100
3.2
2 G
3
Caravanstalling
10
0
30
C
10
30
2
2 P
-
POST EN TELECOMMUNICATIE 0
0
30
C
0
30
2
2 P
goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²
Post- en koeriersdiensten
30
50 R
50
D
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
21
SBI-1993
SBI-2008
71
77
711
7711
Personenautoverhuurbedrijven
10
0
30
10
30
2
2 P
712
7712, 7739
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
7133
7733
Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers
10
0
30
10
2
2 G
72
62
72
62
Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines
0
0
10
72
58, 63
B
Datacentra
0
0
30
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731
721
30
10
30
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
747
812
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
30
50
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
C
10
30
7484.3
82991
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
50
30
200
C
50
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
0
0
10
90
37, 38, 39
9001
3700
A0
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
9001
3700
A1
-
< 100.000 i.e.
200
10
100
C
9001
3700
A2
-
100.000 - 300.000 i.e.
300
10
200
C
Z
9001
3700
A3
-
>= 300.000 i.e.
500
10
300
C
Z
9001
3700
B
Rioolgemalen
30
0
10
C
9002.1
381
A
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
50
30
9002.1
381
B
Gemeentewerven (afvalinzameldepots)
30
30
-
-
-
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
STOF
INDICES
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk -
AFSTANDEN IN METERS GEUR
VNG-VNGVNG-nr.
OMSCHRIJVING
0
10
1
1 P
0
30
2
1 P
30
2
1 P
3.1
1 P
2
2 G
200
4.1
3 G
0
10
1
2 P
10
200
4.1
2 G
10
300
4.2
2 G
10
500
5.1
3 G
0
30
2
1 P
50
10
50
3.1
2 G
50
30
50
3.1
2 G
C
30
R
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
R
D
MILIEUDIENSTVERLENING
R
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
SBI-1993
SBI-2008
9002.1
381
C
9002.2
382
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2
382
A1
-
9002.2
382
A2
-
9002.2
382
A3
-
verwerking radioactief afval
9002.2
382
A4
-
pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
9002.2
382
A5
-
9002.2
382
A6
9002.2
382
A7
9002.2
382
B
9002.2
382
C0
Composteerbedrijven:
9002.2
382
C1
-
9002.2
382
C2
-
9002.2
382
C3
9002.2
382
9002.2
382
93
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
A
9301.1
96011
B
9301.2
96012
9301.3
96013
VERKEER
300
4.2
3 G
10
500
5.1
3 G
10
100
3.2
1 G
1500
1500
6
1 G
30
10
50
3.1
1 G
0
10
30
300
200
300
10
10
30
30
300
200
300
niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar
300
100
niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jaar
700
300
-
belucht v.c. < 20.000 ton/jaar
100
100
C4
-
belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
200
C5
-
gft in gesloten gebouw
A
GEUR
STOF
200
200
300
mestverwerking/korrelfabrieken
500
10
100
kabelbranderijen
100
50
30
0
10
200
50
10
oplosmiddelterugwinning
100
-
afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW
-
verwerking fotochemisch en galvanoafval
Vuiloverslagstations
GEVAAR
CATEGORIE
INDICES
30
VNG-VNGVNG-nr. SBI 93/08/SvB b maart 2012
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE AFSTAND
OMSCHRIJVING
GELUID
22
C C
100
D
3.2
1 G
300
D
4.2
3 G
30
2
1 G
10
300
4.2
3 G
50
10
300
4.2
2 G
100
30
700
5.2
2 G
100
10
100
3.2
2 G
200
100
30
200
4.1
3 G
200
50
100
100
200
4.1
3 G
Wasserijen en linnenverhuur
30
0
50
30
50
3.1
2 G
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
2 G
Chemische wasserijen en ververijen
30
0
30
30
30
2
2 G
0
0
30
0
30
2
1 G
Vuilstortplaatsen
Wasverzendinrichtingen
C
C
Z
R
50 R
R
R
142
Bijlage 2 Staat 'functiemenging'
van
Bedrijfsactiviteiten
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' < > = cat. e.d. kl. n.e.g.
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd
o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d w j
opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week jaar
2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
01
01
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
016
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
016
2
- algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m²
B1
014
016
4
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²
B1
15
10, 11
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101,102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²
B2
1552
1052
2
Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²
B1
1581
1071
1
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week
B1
1584
10821
0
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584
10821
3
- cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²
B1
1584
10821
6
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²
B1
1593 t/m 1595
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
B1
17
13
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
B2
176, 177
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B2
18
14
181
141
Vervaardiging kleding van leer
182
141
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief leer)
20
16
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
203, 204, 205
162
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
B2
205
162902
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B1
22
18
2222.6
18129
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
Binderijen
B1
2224
1813
Grafische reproductie en zetten
B1
2225
1814
Overige grafische activiteiten
B1
223
182
Reproductiebedrijven opgenomen media
24
20, 21
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2442
2120
0
Farmaceutische productenfabrieken:
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
2612
2312
Glas-in-lood-zetterij
B1
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
B2
262, 263
232, 234
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
267
237
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
237
2
- indien p.o. < 2.000 m²
B2
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B2
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
-
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT B2 C
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
B1 A
A
C
B1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
3
SBI-1993
SBI-2008
28
25, 33
281
251, 331
1a
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
B2
284
255, 331
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
B2
2852
2562, 3311
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
B2
287
259, 331
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B2
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, incl. reparatie
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
26, 32, 33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke
36
95/32
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
321
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
B1
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
B1
3661.1
32991
Sociale werkvoorziening
B1
40
35
-
40
35
C0
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
35
C1
- < 10 MVA
40
35
D0
Gasdistributiebedrijven:
40
35
D3
- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A
40
35
D4
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
40
35
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
35
E2
- blokverwarming
41
36
-
41
36
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1
- < 1 MW
45
41, 42, 43
-
BOUWNIJVERHEID
45
41, 42, 43
3
Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m²
B1
453
432
Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij)
B1
453
4321
Elektrotechnische installatie
B1
50
45, 47
501, 502, 504
451, 452, 454
5020.4
45204
5020.5
45205
Autowasserijen
B1
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
B1
51
46
5134
4634
Groothandel in dranken
C
5135
4635
Groothandel in tabaksproducten
C
5136
4636
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
C
5137
4637
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
C
514
464, 46733
Groothandel in overige consumentenartikelen
C
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
-
B1
A
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER B1 A B1 B1
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER B1
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)
B
B1
Autobeklederijen
B1 A
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
4
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
5148.7
46499
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
5153
4673
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5153
4673
2
- indien b.o. < 2.000 m²
5153.4
46735
4
Zand en grind:
5153.4
46735
6
- indien b.o. < 200 m²
5154
4674
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5154
4674
2
- indien b.o. < 2.000 m²
5156
4676
518
466
518
466
Groothandel in machines en apparaten, opp < 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
519
466, 469
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
52
95
527
952
60
49
6022
493
6024
494
603
495
63
52
6321
5221
64
53
641
531, 532
71
77
711
7711
Personenautoverhuurbedrijven
712
7712, 7739
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
C
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
C
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke
72
58, 63
B
Datacentra
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732
722
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
C
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
A
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
2
-
C
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²
A
B1 C B1
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER B1
POST EN TELECOMMUNICATIE C
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek -
C
VERVOER OVER LAND
Post- en koeriersdiensten -
B1
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
Caravanstalling -
C B1 C
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen -
B1
Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
Taxibedrijven 1
C B1
Groothandel in overige intermediaire goederen
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) -
C
B2
A B1
A
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
90
37, 38, 39
9001
3700
93 9301.3
OMSCHRIJVING CATEGORIE
SBI-2008 VNG-nr.
SBI-1993
MILIEUDIENSTVERLENING B
Rioolgemalen
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96013
A
Wasverzendinrichtingen
SBI 93/08/SvB f maart 2012
5
B1
B1
143
Bijlage 3
Staat van Horeca-activiteiten
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 054200.165750.01 Rotterdam / Middelburg
Staat van Horeca-activiteiten
1
Categorie I 'lichte horeca' Horecabedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en 's avonds zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van etenswaren, maaltijden en dranken al dan niet in combinatie met het tegen vergoeding verstrekken van logies. Hierdoor veroorzaken zij slechts beperkte hinder voor omwonenden. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a.
Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca Horecabedrijven zoals: - broodjeszaak, crêperie, croissanterie; - cafetaria, koffiebar, theehuis; - lunchroom; - ijssalon; - snackbar;
1b.
Overige lichte horeca Horecabedrijven zoals: - bed & breakfast; - bistro, eetcafé; - hotel; - hotel-restaurant; - kookstudio; - poffertjeszaak/pannenkoekenhuis; - pension; - restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); - shoarmazaak/grillroom; - wijn- of whiskyproeverij.
1c.
Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking Horeca bedrijven zoals: - bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een vloeroppervlak1) van meer dan 400 m²; - restaurant met bezorg- en/of afhaalservice.
Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend ook delen van de nacht zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en maaltijden. Hierdoor kunnen zij aanzienlijke hinder voor omwonenden veroorzaken: Horeca bedrijven zoals: bedrijven uit categorie 1 die gelet op de aard van hun omgeving ook delen van de nacht geopend zijn; bar, bierhuis, café, pub; biljartcentrum; café-restaurant.
1) Zie toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
SvH 2011
Staat van Horeca-activiteiten
2
Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met etenswaren en maaltijden en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: Horecabedrijven zoals: bar-dancing; dancing; discotheek; nachtclub; zalenverhuur/partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
SvH 2011
144
Bijlage 4
Verkeersstructuur
_______________________________________________________________________________________________________________ 054200.165750.01 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg