Michaël van Straalen, voorzitter Mkb-nederl and
‘Ondernemen is het mooiste wat er is’
nummer 1, maart 2014
VERZEKERD!
11
‘Ik wil bouwen aan vertrouwen’ Hij moest even nadenken of hij zijn rol achter de schermen wilde verruilen voor de voorgrond, maar was er snel uit. Michaël van Straalen, die sinds kort aan het roer van MKB-Nederland staat, wil het geluid van ondernemers steviger laten doorklinken in Den Haag en Brussel. ‘Ondernemers zijn de afgelopen jaren hard geraakt en voelen zich weinig gehoord. Het wordt hoog tijd dat daar verandering in komt. Ondernemen moet weer leuk worden.’
Ondernemen zit in zijn bloed, zegt hij zelf. Van Straalen onderbrak als begin twintiger zijn studie Nederlands om een eigen bedrijf op te zetten. Het werd het begin van een lange ondernemersloopbaan, waarin hij diverse bedrijven in de metaalsector oprichtte. Sinds 2007 is hij ook bestuurlijk actief om het belang van ondernemers te vertegenwoordigen, als voorzitter van de Metaalunie en als vicevoorzitter van MKB-Nederland. Toen zijn voorganger Hans Biesheuvel afgelopen najaar vertrok, kwam de vraag of hij het roer wilde overnemen. ‘Natuurlijk moest ik daar even over nadenken. Ik kende de omgeving, de dossiers, de achterban en de politiek al wel, maar als voorzitter sta je ineens vóór de schermen in plaats van erachter. Die rol moet je liggen, maar ik wist al snel dat ik het graag wilde. Het geluid van ondernemers, zeker dat van mkb-ondernemers, mag van mij veel harder doorklinken. Politici moeten goed op het netvlies hebben wat het belang van het mkb is.’ Hij pauzeert even en zegt dan met een glimlach: ‘En ik help ze daar graag aan herinneren.’ Wat kunnen ondernemers van u verwachten?
‘Ik wil hun positie verbeteren. Ondernemers zijn dubbel geraakt door de crisis. Doordat de consument minder te besteden heeft, hebben ze hun omzet flink zien dalen, terwijl ze zelf nauwelijks krediet konden krijgen bij banken. Alsof dat nog niet genoeg was, zijn precies in diezelfde periode de lasten verzwaard (denk alleen al aan de accijnsverhoging). Die lastendruk wil ik de komende jaren flink verlagen.’ Hoe gaat u dat doen?
‘Nou, wat dacht je van hard werken? De juiste thema’s adresseren en de politiek aanspreken op wat er is gebeurd. Tegelijkertijd wil ik bouwen aan vertrouwen, want dat is er onlosmakelijk aan verbonden. Pas als het vertrouwen in de economie en politiek er weer is, kan het bedrijfsleven in de volle breedte investeren.’
12 VERZEKERD!
nummer 1, maart 2014
Is hard werken genoeg om iets te veranderen?
‘Hard werken is belangrijk, maar je moet vooral volhardend zijn. Mijn stijl is om één op één problemen met een mogelijke oplossing neer te leggen bij een minister, Kamerlid of andere belangrijke stakeholder. En dat alles met kennis van zaken én met een duidelijke mkb-agenda – want die heeft de afgelopen jaren nog wel eens ontbroken.’ Dat lijkt erop dat u toch liever achter de schermen opereert …?
‘Als je had verwacht dat ik op het Malieveld ga staan schreeuwen, moet ik je teleurstellen. Ik denk dat het veel meer effect heeft om goed te luisteren wat onze leden willen en dat te vertalen naar de politiek. De afstand tussen ondernemer en politiek is heel groot en ik denk dat ik daar een verbindende rol kan vervullen. Maar als het nodig is, zal ik het niet nalaten het publieke debat op te zoeken.’ Eind januari was u ineens zelf onderwerp van een publiek debat, toen u in het Financieele Dagblad pleitte voor het afschaffen van de onregelmatigheidstoeslagen. Had u de commotie verwacht?
‘Eerlijk gezegd wel, want ik weet hoe gevoelig het onderwerp ligt. Maar soms is het nodig om de publieke discussie op te zoeken. We leven niet meer in een 9 tot 6-economie. De samenleving vraagt erom dat een winkelier ook ’s avonds en op zondag open is, maar niemand realiseert zich hoeveel kosten diezelfde winkelier moet maken om zijn deur überhaupt te kunnen openen. De avond- en weekendtoeslagen drukken heel zwaar op de portemonnee van de ondernemer, zeker op die van de detaillist.’ Wilde u met uw uitspraken de knuppel in het hoenderhok gooien?
‘Nee, ik wilde een probleem bespreekbaar maken, zodat onze leden de discussie decentraal kunnen voortzetten in overleg met de vakbonden. Vergis je niet: cao’s hierover worden op dit moment niet afgesloten, omdat het afschaffen van de onregelmatigheidstoeslagen voor de bonden onbespreekbaar is. Ik hoop dat ik de aanzet heb gegeven om de discussie open te breken, want het toeslagensysteem is volledig gedateerd. Het past niet meer bij de 24-uurseconomie waarin we leven. Gelukkig dringt dat besef ook in de politiek door.’
fotografie: ivar pel
Is ondernemen eigenlijk nog wel leuk?
‘Ondernemen is het mooiste wat er is! Het is de afgelopen jaren alleen niet makkelijk geweest en juist daarom is mijn belangrijkste speerpunt ervoor te zorgen dat het wél weer leuk wordt. Ondernemers hebben hun eigen vermogen zien verdampen. Ze hebben soms hun spaar- en pensioengeld ingezet om hun bedrijf overeind te houden. Dat kun je een tijdje doen, maar uiteindelijk moet je natuurlijk wel wat in je eigen portemonnee overhouden. Ik ben overigens heel positief over de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat we aan de vooravond van een kanteling staan. De economie krabbelt langzaam op en in Den Haag en Brussel groeit het besef dat we meer vanuit het perspectief van de ondernemer moeten denken. In Brussel hanteren we het credo think small first en dat is niet zomaar. Het mkb beslaat 98 procent van de bedrijven in Nederland en zorgt voor zestig procent van de werkgelegenheid in ons land. Me dunkt dat het dan wel enige prioriteit mag hebben.’
zien nadat het Parlement er zijn zegen aan heeft gegeven. Daarom zouden wij na goedkeuring van alle amendementen een tweede toets willen doen.’ Welke concrete verbeterslagen wilt u in Nederland maken?
‘Oh, dat zijn er heel wat! Neem de loondoorbetalingsplicht voor werkgevers. Sinds 2004 moeten werkgevers niet één, maar twee jaar lang het loon doorbetalen als een werknemer ziek wordt. Destijds is daar heel bewust voor gekozen om de instroom in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) terug te dringen en dat is gelukt. Punt is alleen dat de verzuimcijfers zelf lang niet altijd zijn afgenomen, terwijl het in mijn optiek dáár om is te doen. En omdat het verzuim voor kleine ondernemers veel lager is dan in het grootbedrijf, is die periode van twee jaar voor hen een flinke last. Dat soort lasten wil ik verlagen.’ Hoe?
Wat moet er gebeuren om het mkb-belang voorop te stellen?
‘Bij regelgeving moeten we beter kijken naar de impact voor kleinere bedrijven. Bij Brusselse wetgeving vindt bijvoorbeeld een mkb-toets plaats als de Europese Commissie een voorstel indient. Prachtig, maar probleem is dat een voorstel er heel anders uit kan
‘Ik zou de loondoorbetalingsplicht flink willen inkorten, liefst naar een halfjaar. Maar we moeten daar uiteraard wel goed naar kijken, want je moet dan ook bedenken wat je met de resterende anderhalf jaar tot aan de WIA doet. Ik zou het zelf niet gek vinden om dat met een werknemersverzekering op te lossen, zodat ook de werknemer zijn verantwoordelijkheid krijgt in de totale ➤
nummer 1, maart 2014
VERZEKERD!
13
‘We leven niet meer in een 9 tot 6-economie’ ➤ verzuimlast. Dat soort mogelijkheden wil ik in goed overleg met alle betrokken partijen verkennen.’
Personalia Michaël van Straalen (1956) studeerde Nederlands aan de Universiteit van Utrecht. In 1979 begon hij zijn eigen technisch bureau ALMI en in 1996 nam hij metaalbedrijf Heycop over. In de jaren daarop was hij directeur-eigenaar van diverse metaalbedrijven. In 2007 werd Van Straalen voorzitter van de Koninklijke Metaalunie en tegelijkertijd vicevoorzitter van MKB-Nederland. Van die laatste organisatie is hij sinds 4 november 2013 voorzitter. Van Straalen is getrouwd en heeft twee kinderen.
Is de werkgever niet verantwoordelijk voor het welzijn van zijn werknemers?
‘Zeker weten, maar dan heb je het over een heel andere discussie die in Nederland al vaker is gevoerd: het onderscheid tussen risque social (buiten werktijd) en risque professionel (binnen werktijd). Het staat buiten kijf dat een werkgever verantwoordelijk is voor goede arbeidsomstandigheden en dat hij ervoor zorgt dat iemand met rugklachten niet te lang hoeft te staan. Maar wat als iemand in zijn eigen tijd gaat parachutespringen, verkeerd landt en een hele tijd niet kan werken? Moet de werkgever dan twee jaar lang opdraaien voor een risico dat een werknemer zelf opzoekt? In het verleden is geprobeerd die twee zaken te scheiden, maar dat bleek een uitermate lastige juridische discussie. Je belandt al snel in een grijs gebied: wat is wel voor eigen risico en wat niet?’ Een ander punt waar u zich voor wilt inzetten, is het verkrijgen van kredieten voor het mkb. Eind januari tweette u blij te zijn dat verzekeraars ‘de handschoen oppakken’ om in het klein-mkb te investeren.
‘Klopt, daar raak je meteen een belangrijk probleem waar mkb’ers mee kampen. In ons land zijn ze sterk afhankelijk van bancair krediet, maar banken zijn tijdens de crisis terughoudender geworden en kijken kritischer of een onderneming wel kan terugbetalen wat zij uitlenen.’ Te kritisch?
‘Ik ben geen bank, dus dat kan ik moeilijk beoordelen, maar ik zie wel het effect van die kritische blik. Vroeger gaf een pand voldoende zekerheid voor een krediet; nu wordt de woning van de ondernemer daar ook bij betrokken. Dat is niet misselijk. Daarom zijn we blij dat verzekeraars dertig miljoen investeren in Qredits, een onafhankelijke kredietverstrekker die vooral startende ondernemers helpt met advies en financiering bij kredieten tot 150.000 euro. Het mooie is dat Qredits een iets gunstiger risicoprofiel hanteert, omdat er een coach wordt toegevoegd als ze een verstrekking doen; ze houden dus goed de vinger aan de pols en dat is voor ondernemers heel fijn. Dit is precies wat ze op dit moment nodig hebben.’ Is het genoeg?
‘De behoefte aan krediet is natuurlijk oneindig veel groter dan die dertig miljoen, maar het is een heel belangrijk begin en ik
14 VERZEKERD!
nummer 1, maart 2014
juich het toe dat dit soort initiatieven wordt genomen. Daarmee neemt de afhankelijkheid van banken af. Wist je dat het mkb in ons land voor 85 procent afhankelijk is van de banken? Dat is een heel andere situatie dan in Amerika, waar het precies andersom is.’ Is Amerika een voorbeeld voor ons land?
‘Ja en nee. Ja, omdat Amerika de gespiegelde werkelijkheid is en het dus interessant is om te kijken welke vormen van krediet ze daar aanboren. Maar Nederland is geen Amerika: wij hebben hier een historie met onze banken. We hebben drie banken van formaat die een grote stempel op de positie van het bedrijfsleven hebben gedrukt – er zijn weinig landen die dat kunnen zeggen. Het Nederlandse bedrijfsleven is dus verknoopt met de banken en die verbondenheid maak je niet zomaar ongedaan.’ Wat verwacht u van het initiatief van verzekeraars?
‘Die dertig miljoen is een eerste toezegging; later dit jaar willen ze nog eens 140 miljoen aan het mkb besteden. Verzekeraars gedragen zich hiermee niet alleen als aanbieder, maar vooral ook als signaleerder van een knelpunt. Ik juich dat toe. Verzekeraars hebben geen makkelijke tijden achter de rug en het was nodig dat ze een stuk transparanter werden. Maar je moet daar niet in blijven hangen. Ik vind het heel goed dat verzekeraars er nu overheen stappen en écht hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Ze investeren al voor zestig procent in de Nederlandse economie; percentages die ik bij pensioenfondsen nog niet terugzie. Ik hoop dat anderen er een voorbeeld aan nemen en dat nog veel meer partijen naast de ondernemer gaan staan.’ Wat moet de ondernemer zelf doen?
‘Ondernemers moeten de juiste plannen aanleveren om kredietverstrekking mogelijk te maken. Daar is het de laatste jaren nog wel eens misgegaan. Veel kredietaanvragen sneuvelen al in de beginfase, omdat er geen goed ondernemingsplan aan ten grondslag ligt of omdat de data niet kloppen. Ondernemers kunnen daar deskundige dienstverleners voor inschakelen, zoals een boekhouder, maar het initiatief ligt uiteindelijk wel bij hen zelf. Als je voor ondernemen kiest, moet je het heft in eigen hand nemen. Maar geloof me: als je dat goed doet, is ondernemen het leukste wat er is.’
<