Methodische Praktijk Begeleiding Leerjaar 2
Mellis&Michael Mellisa van der Linden LV12-2D1 500637385
Inhoudsopgave Inleiding Intervisiekaart Huiswerkopdrachten per thema Week 2: Omgaan met conflicten *incidentie methode Week 3: Seksualiteit en ziekte Week 4: Kwaliteit van zorg, feedback en zorgverbetering Week 5: Kwaliteit van zorg, feedback en zorgverbetering deel 2 Week 6: Persoonlijke kwaliteiten Reflectieverslag Functioneren tijdens MPB Bijlagen Roos van leary test Conflictstijlen test Werkkwaliteiten test
Blz. 3 Blz. 4 Blz. 5 Blz. 5 Blz. 5+6 Blz. 6+7 Blz. 6+7 Blz. 7 Blz. 8+9 Blz. 10 Blz. 11 Blz. 11 Blz. 11, 12, 13 + 14
2
Inleiding Mijn naam is Mellisa van der Linden en ik doe de opleiding HBO-Verpleegkunde aan de hogeschool van Amsterdam. Voor de opleiding heb ik dit jaar het vak Methodische Praktijk Begeleiding gevolgd, dit wordt gegeven gedurende de stageperiode verdeeld in zes bijeenkomsten. Samen met een aantal mensen uit de klas LV12-2D1 bespreken we iedere bijeenkomst een ander thema en koppelen we dit aan onze eigen stage ervaringen. De opbouw is als volgt: Na deze korte inleiding gaat het verslag verder met een kopie van de intervisiekaart , waarop aangegeven staat welke thema’s er zijn behandeld. Hierna bespreek ik per thema de huiswerkopdrachten en daarna volgt het reflectieverslag. Als laatste zijn de bijlagen toegevoegd, zoals de roos van leary test.
3
De intervisiekaart
* Bijeenkomst 5 ben ik wel aanwezig geweest. 4
Huiswerkopdrachten per thema Week 2: Omgaan met conflicten *incidentie methode Opdracht: - Neem een conflictcasus mee waarin jijzelf in conflict bent geraakt met een collega/patiënt. - Maak met deze specifieke collega/patiënt de roos van leary test en neem de uitslag/grafiek mee naar de les. - Doe de conflictstijlen test. Conflict casus. Op mijn vorige stage had ik regelmatig een conflict met een collega. Ik liep daar net anderhalve week stage toen zij naar me toe kwam om te zeggen dat ze het onzin vond dat ik nog steeds mee moest lopen en dat ik gewoon alleen moest werken. Eerst durfde ik niks tegen haar te zeggen, omdat ik daar net nieuw was en ik wist niet hoelang het normaal duurde voor stagiaires alleen mochten lopen. De volgende dag ben ik naar mijn stagebegeleider gelopen en heb ik gevraagd of ik inderdaad alleen moest werken. Zij zei meteen dat dit onzin was en heeft mijn collega daarop aangesproken. Ze heeft het daarna nog wel een paar keer geprobeerd en een paar keer gevraagd of ik handelingen wilde doen die ik nog niet mocht doen, maar dit heb ik zelf met haar opgelost door te zeggen dat ik eerste jaars verpleegkundige ben. Week 3: Seksualiteit en ziekte Opdracht: - Schrijf een korte reactie op de volgende casussen: A. Op de open afdeling stemmingsstoornissen van een psychiatrische instelling merk je dat twee patiënten met elkaar naar bed gaan. Volgens de reglementen van de afdeling mogen patiënten niet met elkaar naar bed gaan. Als zij het vaker doen, overwegen om iemand over te plaatsen naar een andere afdeling. Deze waarschuwing meegeven aan de patiënten. B. Op een afdeling psychogeriatrie in een verpleegtehuis zit Dhr X. met vergevorderde dementie geregeld aan vrouwelijke bewoners. Hij raakt hun borsten of billen aan. Soms betast hij zichzelf daarbij. De vrouwelijke bewoners lijken het tot nu toe niet onprettig te vinden. Mijnheer proberen duidelijk te maken dat dit ongepaste manieren zijn, ondanks dat de dames het niet onprettig vinden. Misschien twee gesprekken aangaan, met dhr en de dames? Het is moeilijk omdat het dementerende ouderen zijn, ik zou dhr blijven aanspreken op de momenten dat hij dit doet. C. Op een tienerjarige leeftijd verschoon je het bed van een 16-jarige jongen. Je wilt zoals elke ochtend een praatje met hem maken, maar vandaag durft hij je bijna niet aan te kijken en merk je dat hij een knal rood hoofd heeft. Hij heeft net een zaadlozing gehad. Later terugkomen en niet teveel aandacht aan besteden, anders zou het voor de jongen alleen maar een schaamtevolle situatie worden terwijl het eigenlijk normale dingen zijn in het leven.
D. Een 18-jarige patiënte die al een tijdje op de afdeling is en ook nog wel een tijdje moet blijven, vraagt of haar vriendje mag blijven slapen. Afhankelijk van de invloed van haar vriend op het meisje en de duur van de relatie, zou ik het wel overwegen. Overleggen met de afdeling? Bij ons op de afdeling hangt het er ook vanaf welk programma het meisje de volgende dag moet volgen en of zij vrijheden heeft. 5
E. Een 52 jarige man gaat met ontslag na opname voor een hartaanval. De medicatie die hij meekrijgt heeft als veel voorkomende bijwerking het krijgen van een erectiestoornis. Ook mag de medicatie niet in combinatie met viagra gebruikt worden. Jij gaat zo het ontslaggesprek voeren met meneer en zijn vrouw. Ik zou het gesprek beginnen met het uitleggen van de verschillende bijwerkingen van de medicatie, in eerste instantie niet duidelijk gericht op de erectiestoornis. Als laatste zou ik dus vertellen dat er een grote kans op erectiestoornis is, en dat viagra hiernaast niet gebruikt kan worden. Eventuele vragen van dhr en mw zal ik professioneel beantwoorden, misschien samen kijken of hier nog andere mogelijkheden zijn. F. Een 35 jarige vrouw met een verstandelijke handicap vraagt tijdens het wassen of je haar wilt helpen met het vervullen van haar seksuele behoeften. Vriendelijk maar zeer overtuigend ervoor bedanken. Uitleggen dat dit een ongepaste vraag is, want dat valt niet onder onze functie. Op mijn vorige stage werd een gehandicapte man erg handtastelijk naar de verpleegkundige, uiteindelijk is er met de afdeling besloten om voor deze meneer eens in de zoveel tijd een prostitué te huren, deze zijn dan wel speciaal opgeleid om met tilliften etc om te gaan. Misschien is er voor dit meisje ook een andere mogelijkheid om aan haar seksuele behoeftes te voldoen. Week 4 + 5: Kwaliteit van zorg, feedback en zorgverbetering. Opdracht: - Neem een voorbeeld mee van een situatie waarvan jij vindt dat de (verpleegkundige zorg) op jouw stageafdeling voor verbetering vatbaar is. Beschrijf concreet de situatie en wat de consequenties hiervan zijn voor de zorg/voor de patiënt. - welke afspraken, voorzieningen, personen, richtlijnen zijn er op de afdeling die zich bezig houden met zorgverbetering? - welke stappen kun je zelf ondernemen om zorg te verbeteren? Casus verbetering verpleegkundige zorg. Ik loop stage op een psychiatrische afdeling, wat betekend dat deze zorg voorop staat. Het komt nog wel is voor dat patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis zichzelf snijden of op een andere manier verwonden. Zo was er een 20 jarig meisje op de afdeling die dit ook regelmatig deed, soms diep soms oppervlakkig. Het meisje heeft zelf ook verpleegkunde gedaan. Op de afdeling heb ik opgemerkt dat er soms te weinig aandacht naar somatische zorg gaat, zoals bij dit meisje ook gebeurde. Ze moest het zelf verbinden, vanwege haar borderline (zoveel mogelijk verantwoording bij de patiënte laten) en omdat ze zelf wist hoe het moest. Hierdoor is het een aantal keer niet op tijd gehecht, waardoor er lelijke littekens ontstaan. Dit is een voorbeeld van de afdeling die ik heb meegenomen. Ik heb verhalen gehoord van patiënten die er al langere tijd zitten, dat er met somatische klachten makkelijk omgegaan wordt. Afspraken, voorzieningen, personen en richtlijnen op de afdeling. De afspraak op de afdeling is dat als er een patiënt komt met een somatisch probleem, dat de huisarts wordt ingeschakeld. Of, als de patiënt daartoe in staat is, hij zelf een afspraak maakt bij zijn eigen huisarts. Ook is er een somatisch verpleegkundige. De somatisch verpleegkundige houdt zich bezig met overgewicht bij patiënten, bekijkt wonden die langere tijd nodig hebben om te genezen, maakt ECG’s. Zo hebben we ook wel eens een meisje gehad met een gebroken teen, die hield de somatisch verpleegkundige dan ook in de gaten. 6
Qua voorzieningen hebben we genoeg op de afdeling. Op het kantoortje staat een EHBO-doos en er is een aparte behandelkamer. Hier staat eigenlijk alles, zoals spuitjes, bekkens, handschoenen, bloeddrukmeter, thermometers, naalden etc. Elk jaar worden er cursussen aangeboden voor somatische problemen. Een paar weken terug ben ik mee geweest naar een somatische cursus over astma en copd. Er werd toen ook geoefend met pufjes. Wat kan ik zelf doen? Voor mij is het vooral een belangrijke leerervaring. Ondanks de psychiatrische ziekte van een persoon, moet je niet alles met een korreltje zout nemen. Het is gewoon zonde als een litteken lelijk geneest, maar het zou nog vervelender worden als het met ernstige dingen ook wordt onderschat. Week 6: Persoonlijke kwaliteiten Opdracht: - Neem een casus/voorbeeld mee van een situatie op de huidige stageafdeling, waarover je tevreden bent met jouw aandeel of waar je trots op bent. Dit kan een situatie zijn naar een patiënt/mantelzorger toe, naar een collega/begeleider of algemeen op de afdeling qua organisatie. Beschrijf concreet de situatie en jouw handelen hierin. - Neem een foto of plaatje mee wat jouw gevoel het beste omschrijft/uitdrukt. - Doe de werkkwaliteiten test op de website van het CWI en neem de uitslag mee naar bijeenkomst. - wat vind je van de uitslag? Kan je jezelf hierin vinden? Casus waar ik trots op ben. Ik kwam na het weekend op stage en kreeg te horen dat een vrouw van de afdeling al het hele weekend een te hoge bloeddruk had. Ze was vrijdagavond begonnen met hydrochloorthiazide, maar dat heeft nog weinig effect gehad. Mw was erg bang om een beroerte te krijgen en voelde zich natuurlijk ook niet lekker door de te hoge bloeddruk. Samen met mijn stagebegeleidster zijn we haar bloeddruk handmatig gaan meten. ( de elektrische bloeddruk meter kon het niet meten, gaf elke keer een error). Mijn stagebegeleidster stond erop dat ik het ging meten, omdat het goed was om even te oefenen. Mw vond dat ook goed, ondanks dat het bij haar veel pijn doet. Ik was erg zenuwachtig, wetend dat het haar pijn doet en dat ik niet veel ervaring heb met het handmatige meten. Uiteindelijk kwam ik op de bloeddruk 165/90 uit. Zowel mijn stagebegeleidster als de patiënt reageerde meteen alsof het niet klopte, want hij was immers het hele weekend boven de 200/120 gekomen. Daardoor voelde ik me in eerste instantie schuldig en dacht ik dat ik het verknalt had. Mijn stagebegeleidster zei ook dat ze dacht dat het metertje eerder begon te kloppen. Mijn stagebegeleidster heeft de bloeddruk dus nog een keer gemeten voor de zekerheid, en het blijkt dat ik het gewoon goed had! Exact 165/90 hoorde zij ook. De patiënt reageerde ook meteen goedkeurend naar mij en dat geeft veel vertrouwen.
Ik was dus op dat moment zo trots als een pauw! :
7
Reflectieverslag thema 1: Persoonlijke kwaliteiten Volgens korthagen 1. Handelen/ervaring opdoen Tijdens mijn stageperiode was er een mevrouw opgenomen die fel kon reageren op verpleegkundige, zij had al een aantal negatieve ervaringen gehad in het verleden met opnames. Elke donderdag worden op de afdeling de controles gedaan, waarbij zij altijd reageerde met ‘pijnig mij maar weer’. Bloeddruk meten deed bij haar erg veel pijn en ze had er zelfs blauwe plekken van. In de tiende week van stage werd haar bloeddruk weer gemeten en bleek deze veel te hoog te zijn. Mevrouw raakte in paniek, omdat zij bang was een beroerte te krijgen. Familieleden waren hier ook aan overleden, dus zij was er van overtuigd dat het bij haar ook zou gebeuren. Er werd meteen actie ondernomen door mevrouw hydrochloortiazide te geven, een bloeddruk verlagend middel. Dit leek het hele weekend niet te helpen, waardoor mevrouw achterdochtig werd naar de verpleegkundige omdat wij haar wilde vermoorden. Haar bloeddruk moest veel gemeten worden, wat natuurlijk veel pijn deed. Op maandag kwam ik op stage en ik hoorde het hele verhaal bij de overdracht. De arts wilde dat we ook vandaag weer drie keer haar bloeddruk gingen meten, om te kijken of het medicijn al effect had. Voor de eerste controle riep ik mevrouw en ze begon meteen met mopperen, veel gemene opmerkingen en dat het toch allemaal geen zin had. Haar bloeddruk moest handmatig gemeten worden, omdat de elektrische meter constant een error gaf. Mijn stagebegeleidster vroeg aan mij of ik het onder begeleiding wilde doen, omdat het goed is om het te oefenen. Ik reageerde onzeker en twijfelachtig, wat de patiënte meteen doorhad. Uiteindelijk stemde de patiënte er ook mee in dat ik de bloeddruk mocht meten. Ik was zenuwachtig, ondanks dat ik het wel vaker had gedaan. Ik kwam op de bloeddruk 165/90, waarop mevrouw meteen boos reageerde en zei ‘zie je wel, ze kan er niks van’, nu moet het weer opnieuw. Ook mijn stagebegeleidster had het gevoel dat dit niet kon kloppen, aangezien de bloeddruk tot nu toe boven de 200/120 was. Mijn stagebegeleidster moest de bloeddruk inderdaad nog een keer meten, waarop zij ook uitkwam op 165/90. De patiënte heeft haar excuses aangeboden. 2. a) Terugblikken Gedurende de stage had ik op zich geen moeite met de houding van mevrouw, ondanks dat ze geen vertrouwen had in verpleegkundige had zij wel vertrouwen in mij, omdat ik de toekomst zou zijn. Ik voelde me altijd prettig bij mevrouw in de buurt en ik voelde me niet persoonlijk door haar aangevallen. Op het moment dat haar bloeddruk zo hoog werd veranderde dit en werd ze achterdochtig en wantrouwend naar iedereen, dus ook naar mij. We mochten wel alles doen, zoals bloeddruk meten maar het ging onder een hoop gemopper en gescheld. Tijdens het bloeddruk meten voelde ik me zenuwachtig en had ik totaal geen vertrouwen in mezelf. Het was moeilijk te horen, waardoor ik me nog onzekerder begon te voelen. Nadat ik de bloeddruk had gezegd, bleek ook nog is dat dit bijna niet waar kon zijn dus zakte de moed me echt in de schoenen. Ik handelde door te zeggen dat het dan nog maar een keer gemeten moest worden door mijn stagebegeleidster, omdat ik er toch wel zeker van was dat het 165/90 was. Toen het achteraf bleek te kloppen, voelde ik me erg opgelucht en dacht ik dat ik toch wat meer vertrouwen in mezelf moet krijgen. Ik kreeg complimenten van mijn stagebegeleidster en de patiënte heeft haar excuses aangeboden. Later heb ik nog even met mevrouw zitten praten, hoe zij zich er nu bij voelt. Het blijkt dat ze niet meer zo wantrouwend was en wilde dat ik vaker haar bloeddruk zou meten. Dat voelde erg goed en de keren daarna heb ik het ook met meer zelfvertrouwen gedaan. 2. b) Consequenties overzien Mevrouw heeft na het bloeddruk meten laten merken dat zij mij nu meer vertrouwd en we hebben vaak fijne gesprekken over haar verleden of andere onderwerpen. Ze vertelde dat het voor haar moeilijk was om een stagiaire te vertrouwen, maar nu ik het heb bewezen kan ze dat wel. Ze vindt ook dat ik de toekomst ben, dus vind ze het een fijn idee dat ik het ook goed kan. Mevrouw is ook minder achterdochtig geworden naar de arts over de medicatie, omdat die achteraf wel bleken te helpen. Er zijn nog wel een aantal situaties voorgekomen waarin ik onzeker was over mezelf, maar dat wist ik dan beter verborgen te houden zodat de patiënt het niet zou merken. Ik heb veel van de situatie geleerd en ik ben trots op mezelf dat ik het toch zo heb kunnen oplossen. Mijn handelen door te zeggen dat het 8
door iemand anders nogmaals gecontroleerd moest worden heeft goed uitgepakt, omdat daardoor het vertrouwen in mezelf en voor mevrouw in de verpleegkundige beter is geworden. 3. Formuleren van de essentiële aspecten Het belangrijkste aspect in deze situatie is dat ik ondanks mijn lage zelfvertrouwen, me niet uit het veld heb laten slaan. Ik heb naar de houding van de patiënt kunnen handelen en dit heeft voor beide goed uitgepakt. Als ik in een moeilijke situatie zit maak ik mezelf snel klein en laat ik het dan oplossen door iemand anders, deze keer heb ik het zelf opgelost met hulp van mijn stagebegeleidster. Het moeilijkste aan de situatie vond ik om te zien dat de patiënt zich er echt zorgen over maakte en voor haar gevoel niemand kon vertrouwen. Ik heb ook een aantal competenties geleerd tijdens deze ervaring. Ik weet nu waar mijn zwakke punten liggen, maar ook mijn sterke punten zijn naar voren gekomen. Ik heb geleerd dat ik verpleegkundige zorg kan leveren onder verschillende omstandigheden. 4. Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen Ik zou voor mezelf meer zelfvertrouwen willen krijgen en hier ook naar handelen, zodat de patiënt niet het idee krijgt dat ik niks kan. Als een patiënt moppert wil ik me niet uit het veld laten slaan, maar met deze houding om willen gaan. Ik had vanaf het begin niet aan de patiënt moeten laten merken dat ik weinig zelfvertrouwen heb en ik had anders moeten reageren op haar opmerkingen richting mij. Ik had bijvoorbeeld kunnen zeggen dat ik het niet prettig vond om op deze manier haar bloeddruk te meten of ik had het eerst alleen met mijn stagebegeleidster kunnen bespreken. Hieruit heb ik twee persoonlijke leerdoelen kunnen halen:
Gedurende mijn volgende stage wil ik steviger in mijn schoenen staan en meer zelfvertrouwen krijgen over mijn verpleegkundig handelen. Bij de eerst volgende situatie wil ik professioneel kunnen reageren op wantrouwende of achterdochtige patiënten.
9
Functioneren tijdens MPB Inbreng persoonlijke situaties Top Doet goed mee en denkt goed mee
Tip Zelfverzekerder zijn, je kan het. Je moet een gesprek aan durven gaan. Grenzen bewaken. Denk wat positiever over jezelf, je doet het top. Voor jezelf opkomen bij problemen. Meer naar je eigen gevoel kijken. --
Staat open voor tips van anderen. Je kan goed je verhaal vertellen. Brengt leuke ervaringen in. Je had interessante casussen waarvan te leren viel. Je kan concreet de situatie beschrijven.
--
Reflectie In de tops kan ik me wel vinden, ik heb veel situaties ingebracht en ik kan me voorstellen dat het voor andere soms heel interessant was. Ik was de enige die in de psychiatrie stage liep, dus ik had heel veel voorbeelden. Ik moet inderdaad ook beter mijn eigen grenzen gaan bewaken. Met de tips ben ik het ook deels eens, zoals al eerder beschreven heb ik moeite met zelfverzekerd zijn. Alleen met de tip ‘meer naar je eigen gevoel kijken’ ben ik het niet eens, ik kan op zich heel goed naar mezelf kijken en reflecteren. Leerdoel: Ik moet zelfverzekerder durven zijn en mijn eigen grenzen bewaken. Coachende rol Top Actief en betrokken luisteren Je stelt open en suggestieve vragen Helpt anderen met bedenken van oplossingen
Tip Meer vragen stellen aan anderen.
Reflectie Ik vind het leuk om te lezen dat het groepje toch vond dat ik hielp bedenken met oplossingen, ondanks dat ik zelf het gevoel had dat ik meer had kunnen inbrengen. Vaak had ik na de les pas een idee hoe iemand zijn situatie zou kunnen aanpakken. Ik heb niet heel veel tips gekregen, alleen dat ik meer vragen moet stellen aan anderen. Hier kon ik me in vinden, omdat ik zelf ook het gevoel had dat ik me vaak op de achtergrond hield. Leerdoel: Voor de volgende keer wil ik graag meer initiatief tonen en meer betrokken raken bij de situaties die klasgenoten voorleggen.
10
Bijlagen Roos van leary test Jouw primaire interactie stijl is meewerkend en helpend. Samen – onder Conflictstijlen test Elke stijl van conflicthantering correspondeert met een bepaalde verhouding waarin je enerzijds probeert je eigen belangen veilig te stellen en anderzijds probeert de belangen van de ander veilig te stellen. Hieronder worden de twee stijlen beschreven die jij waarschijnlijk het meest gebruikt. Samenwerken (Hoog eigen belang - Hoog belang van de ander) Je zoekt met de ander naar oplossingen die voor beide partijen optimaal zijn. Het probleem wordt uitgeplozen en er wordt gezocht naar alternatieven. Kenmerken van dit gedrag: zoeken naar creatieve oplossingen, samenbrengen van inzichten en middelen. Toegeven (Hoog belang van de ander - Laag eigen belang) Je drukt niet door, je dwingt niet af maar je geeft toe. Deze stijl bevat elementen van zelfopoffering. De belangen van de ander gaan voor de eigen belangen. Kenmerken van dit gedrag: onzelfzuchtige opstelling, bereid om te helpen, snel inleven in situatie van de ander, zwakke verdediging van eigen rechten, kans lopen uitgebuit te worden, slachtofferrol. Jouw effectiviteit van handelen in conflictsituaties Iedereen hanteert verschillende stijlen van conflicthantering. Niemand kan worden getypeerd alsof hij of zij maar een enkele stijl zou kunnen hanteren. Wel is het zo dat je wellicht geneigd bent een bepaalde stijl eerder te hanteren dan de andere. Voor jouw stijlen is hieronder aangegeven in welke situatie deze van nut zouden kunnen zijn of effectief zijn. Samenwerken Om te leren van elkaar, om totaal verschillende visies of opvattingen bij elkaar te brengen. Toegeven Als je beseft dat je ongelijk hebt, om te laten zien dat je redelijk bent, als het onderwerp voor de ander veel relevanter is of belangrijker is, om sociaal krediet op te bouwen. Werkkwaliteiten test. Uw belangrijkste persoonlijke kwaliteiten Deze drie kwaliteiten hebt u het meest. Die kwaliteiten zult u vooral gebruiken in werk. Zoek een baan waar u deze kwaliteiten goed kunt gebruiken. Gevoelig U bent zeer gevoelig voor wat anderen vinden en voelen. Medeleven U houdt veel rekening met de belangen en gevoelens van anderen. U neemt uw verantwoordelijkheden serieus. Serieus 2. Beschrijving van uw persoonlijke kwaliteiten Hieronder wordt de uitkomst van de vragenlijst beschreven. Uw antwoorden zijn vergeleken met de antwoorden van een groot aantal mensen. U wordt ingedeeld in ëën van de volgende categorieën: Laag Beneden gemiddeld
U scoort laag op dit onderdeel. 90% van de mensen scoort hoger. U scoort beneden gemiddeld. 70% van de mensen scoort hoger. 11
Gemiddeld
U scoort gemiddeld op dit onderdeel. 30% van de mensen scoort lager en 30% van de mensen scoort hoger. U zit in de middengroep.
Boven gemiddeld
U scoort boven gemiddeld. 70% van de mensen scoort lager.
Hoog
U scoort hoog op dit onderdeel. 90% scoort lager.
Communicatie Hoe u omgaat met uw eigen gevoelens en die van anderen heeft te maken met hoe open, gevoelig en medelevend u bent. Uw scores op deze eigenschappen zijn: Open : beneden gemiddeld Gevoelig : boven gemiddeld Medeleven : gemiddeld U bent eerder gesloten, naar binnen gekeerd dan naar buiten gericht en open. Contact met anderen vindt u prettig, maar u neemt niet snel de eerste stap om contact te maken. U houdt eerst afstand en kijkt de kat uit de boom voordat u meer van uzelf laat zien. U zoekt minder de diepgang in relaties. U toont veel belangstelling voor anderen. U kunt u inleven in de gevoelens van anderen en daar goed op reageren. U bent redelijk medelevend en bereid om anderen te helpen. U geeft daarbij wel uw grenzen aan. Als het niet nodig is, mag een ander het doen. Richting geven Hoe u richting geeft aan uw eigen taken en ontwikkeling en die van anderen, heeft te maken met hoe ambitieus, besluitvaardig en onafhankelijk u wilt zijn. Uw scores op deze eigenschappen zijn: Ambitieus : gemiddeld Besluitvaardig : laag Onafhankelijk : laag U wilt uzelf bewijzen, maar u streeft niet naar een hoge status. U neemt uw werk serieus en wilt uzelf inhoudelijk verder ontwikkelen. Naast het werken wilt u voldoende vrije tijd overhouden voor uw hobby’s en andere interesses. U wilt anderen niet overheersen. De dingen hoeven niet zo nodig op uw manier geregeld te worden. In de groep houdt u zich op de achtergrond en bent u geneigd anderen te volgen. Besluiten laat u liever over aan anderen. U komt minder sterk op voor uw mening en manier waarop u te werk gaat. U wilt graag advies en aanwijzingen van anderen in uw omgeving. U laat zich beïnvloeden door de normen en eisen die anderen aan u stellen. U bent minder onafhankelijk. Initiatief Hoe u overgaat tot actie en ideeën bedenkt, heeft te maken met de energie die u hebt, de waardering die u hebt voor uw eigen prestaties en of u vindingrijk bent. Uw scores op deze eigenschappen zijn: Energie : beneden gemiddeld Zelfvertrouwen : laag Vindingrijk : gemiddeld Het liefst werkt u in uw eigen, rustige tempo. Door enige druk en prikkels vanuit uw omgeving, kunt u wel tot meer presteren worden aangemoedigd. U kunt zich onzeker voelen, in vergelijking met anderen. U twijfelt aan uw eigen kwaliteiten en 12
vaardigheden en u bent erg kritisch naar uzelf. Hierdoor kunt u zich soms minderwaardig voelen ten opzichte van anderen. Misschien is het zinvol minder kritisch naar uzelf te zijn. U bent vooral praktisch ingesteld. U kunt andere oplossingen dan de standaard oplossingen bedenken. Zorgvuldig Hoe zorgvuldig u te werk gaat, heeft te maken met hoe serieus u uw werk neemt, hoe goed u nadenkt voordat u een beslissing neemt en behoefte hebt nauwkeurig te werken. Serieus : gemiddeld Bedachtzaam : beneden gemiddeld Nauwkeurigheid : gemiddeld U bent redelijk serieus en neemt verantwoordelijkheid. Een taak waaraan u begonnen bent, maakt u ook af. Als een taak u minder boeit, kost het u enige moeite om ijverig door te blijven gaan. U neemt graag risico’s. U reageert graag snel op prikkels vanuit uw omgeving en kan iets doen zonder er echt over na te denken. Soms kunt u te snel in actie komen waardoor u pas achteraf door hebt wat de gevolgen zijn. U bent redelijk netjes en werkt volgens een plan. Hierdoor houdt u overzicht op uw taken. U bent ook flexibel en bereid om uw plannen aan te passen. U kunt goed improviseren. Grafische weergave van uw persoonlijke eigenschappen 1.laag, 2. beneden gemiddeld, 3.gemiddeld, 4. boven gemiddeld, 5. hoog beneden boven Communicatie laag gemiddeld gemiddeld gemiddeld Open Gevoelig Medeleven Richting geven Ambitie Besluitvaardig Onafhankelijk Initiatief Energie Zelfvertrouwen Vindingrijk Zorgvuldig Serieus Bedachtzaam Nauwkeurigheid
hoog
13
Wat vind ik zelf van de uitslag? Ik was erg verbaasd over de uitkomst van de test, het klopt echt bijna precies. Vooral de belangrijke kenmerken: gevoelig, medeleven en serieus. Ik ben inderdaad iemand die snel gevoelig kan zijn voor bepaalde mensen en daardoor ook snel medeleven ontwikkel. Ik merk op mijn stageafdeling dat ik daar heel erg mee moet oppassen, want er zijn natuurlijk ook patiënten die daar meteen gebruik van maken. Serieus ben ik ook, op de momenten dat het nodig is. Ik kan best een grapje maken, maar als het op werk aankomt wil ik gewoon serieus bezig zijn. Als ik naar de uitslag kijk, is het denk ik nodig dat ik aan mijn zelfvertrouwen ga werken en iets bedachtzamer wordt. Dit staat allebei laag aangegeven, maar zijn voor mij wel punten die ik graag wil verbeteren
14