HET ALPHENS MODEL EEN METHODISCHE WERKWIJZE
Eindversie december 2007
Inhoud: 1. INLEIDING ................................................................................................................................. 2 2. DOELGROEP .............................................................................................................................. 6 3. UITGANGSPUNTEN .................................................................................................................... 8 4. DOEL ...................................................................................................................................... 11 5. AANPAK: GEÏNTEGREERD WERKEN............................................................................................ 12 6. HET ALPHENS MODEL - een praktische werkwijze .................................................................... 13 Stroomschema trajectbegeleiding: .................................................................................................... 20 Intakeformulier ................................................................................................................................ 22 Het trajectplan ................................................................................................................................. 26 Voortgangsrapportage Trajectbegeleiding GGZ Rijnstreek .................................................................. 29 Checklist Jobfinding ......................................................................................................................... 30
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
1
1. INLEIDING In het kader van de vermaatschappelijking van de GGZ is er steeds meer aandacht voor begeleiding van mensen met een psychische handicap(1) naar de maatschappij en de arbeidsmarkt. Voor mensen met acute psychische problematiek is werken vaak onmogelijk. Voor hen is zowel qua zorg als sociaal en financieel een vangnet gecreëerd. Mensen uit deze doelgroep raken over het algemeen echter langdurig buiten het arbeidsproces. Dit is een onwenselijke situatie omdat werkloosheid gezien wordt als risicofactor voor een verminderd welzijn. Werken is herstelbevorderend en wordt gezien als belangrijk onderdeel van maatschappelijke integratie. Uit onderzoek(2) blijkt dat meer dan de helft van deze mensen op termijn weer een betaalde baan wil. Om de terugkeer naar de maatschappij te bevorderen is het essentieel om ondersteuning te bieden bij wonen, werk en dagactiviteiten. Eén van de belangrijkste factoren die dit traject positief beïnvloeden is als de doelen aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Door deze processen én de centrale plaats die arbeid inneemt (arbeid is een voorwaarde voor herstel; iedereen in een traject richting werk) wordt de samenwerking met gemeente steeds belangrijker, onder andere door de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Met deze wet wil de overheid stimuleren dat mensen voor hun problemen zo veel mogelijk zelf oplossingen zoeken in hun eigen sociale omgeving. Dit betekent dat gemeenten moeten zorgen voor een samenhangend aanbod van ondersteuning voor hun inwoners. Daarnaast heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om voor bijstandsgerechtigden mogelijkheden te creëren voor deelname aan betaalde arbeid. Mensen met een psychiatrische achtergrond zijn wat inkomen betreft vaak langdurig afhankelijk van uitkerende instanties en hebben behoefte aan ondersteuning gericht op persoonlijk, sociaal en maatschappelijk herstel. De doelstelling van het project “Spoor 11” is het tegengaan van discriminatie van mensen met een psychische achtergrond op de arbeidsmarkt en het bevorderen van reïntegratie van deze doelgroep. “Spoor 11” wil passende reïntegratieproducten aanbieden aan deze groep mensen. Voorbeelden zijn het opstellen van een arbeidsintegratieplan, bemiddeling, plaatsing en nazorg, arbeidsgerelateerde hulpverlening en beschermde werkplekken. “Spoor 11” is de samenwerking van GGZ Rijnstreek, onderdeel van Rivierduinen, het Leerbedrijf Tuinbouw (een activiteit van Nieuwland, afdeling reïntegratie) en de gemeente Alphen aan den Rijn. De meerwaarde van deze samenwerking is de kruisbestuiving van de kenniswerelden. De wereld van de geestelijke gezondheidszorg en die van reïntegratie: GGZ Rijnstreek, onderdeel van Rivierduinen GGZ Rijnstreek biedt kortdurende en langerdurende psychiatrische zorg aan volwassenen, kinderen, jeugdigen en ouderen in het gebied rond Alphen aan den Rijn. Kortdurende zorg kan zijn: ambulante behandeling, deelname in een deeltijdprogramma, maar ook klinische opname. In de langerdurende zorg kennen we rehabilitatie en training, begeleid of beschermd wonen. Stichting Leerbedrijf Tuinbouw Reïntegratie, het bemiddelen van uitkeringsgerechtigden naar werk, behoorde tot voor kort tot de taken van Arbeidsvoorziening. Vanaf januari 2001 is arbeidsbemiddeling echter overgedragen aan private bedrijven. Zo heeft Stichting Leerbedrijf Tuinbouw de zorg voor een aantal van deze trajecten toegewezen gekregen. Zij hebben jarenlange kennis opgebouwd op het gebied van het trainen van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Mensen die om welke reden dan ook arbeidsgehandicapt zijn, kunnen eveneens gebruik maken van een reïntegratietraject. Tenslotte kunnen ook bedrijven voor een trajectbegeleiding van zieke werknemers bij Stichting Leerbedrijf Tuinbouw terecht. 1.Volgens het NEMESIS onderzoek van het Trimbos instituut heeft 41,2% van de Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar ooit een psychiatrische aandoening gehad. 19% heeft ooit last heeft gehad van stemmingsstoornissen, 19,3% van angststoornissen, terwijl 18,7% ooit problemen heeft gehad met alcohol of drugs. Volgens het Trimbos instituut heeft één op de vijf werkende mannen en vrouwen een pychische stoornis. Zo lijdt naar schatting een kwart miljoen (9,1%) werkende vrouwen aan een stemmingsstoornis (meestal depressie), hebben ruim vierhonderdduizend (14,6%) werkende vrouwen een angststoornis, terwijl een half miljoen, ofwel 12,1% van de werkende mannen problemen heeft met alcohol. Als een werknemer ziek is vanwege psychische stoornissen duurt het ziekteverzuim aanzienlijk langer dan bij lichamelijke ziekten. 2. F. van Hoof e.a., “Meedoen. Maatschappelijke ondersteuning van mensen met psychische handicaps”, 2004, Trimbos Instituut.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
2
Gemeente Alphen aan den Rijn De gemeente draagt onder andere de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). Daarnaast behoort tot haar doelgroepen de niet uitkeringsgerechtigden en mensen met een Anw-uitkering, nieuwkomers en oudkomers. De gemeente wil ervoor zorgen dat mensen die langdurig of zelfs permanent zijn aangewezen op een uitkering zich zodanig toerusten dat ze tenminste actief kunnen deelnemen aan de samenleving en niet in een sociaal isolement raken. Het beoogd maatschappelijk effect is het bieden van een maatschappelijk vangnet voor burgers die door (tijdelijke) belemmeringen langdurig of permanent niet in staat zijn te werken en extra zorg behoeven. De gemeente wil mensen zodanig toe rusten dat ze zo snel mogelijk in- of doorstromen naar de arbeidsmarkt. Het beoogde maatschappelijke effect is dat de economie wordt versterkt door mensen met een uitkering - ook degenen die al lang werkloos zijn aan de slag te helpen, en door de tekorten op de arbeidsmarkt aan te pakken. In het kader van de arbeidsreïntegratie en het begeleid werken voert de gemeente Alphen aan den Rijn een uitgesproken beleid. De gemeente heeft een uitvoeringsprotocol ontwikkeld op basis waarvan de gemeentelijke taken met betrekking tot reïntegratie vormgegeven worden. Daarbij voert de gemeente zelf de regie over de indicatiestelling. Binnen de gemeente is de contractmanager het aanspreekpunt. De klantmanager van de gemeente is het contactpersoon voor externe partijen. De contractmanagers en klantmanagers leggen verantwoording af aan hun unitleider, vallend onder het hoofd sociale zaken.
Het Equal programma Met subsidie in het kader van het Equal programma van het Europees Sociaal Fonds (ESF) is in de projectperiode mei 2002 tot en met december 2004 gewerkt aan het ontwikkelen van een methodiek om mensen met een psychiatrische achtergrond voor te bereiden op- en te bemiddelen naar de arbeidsmarkt. In de tweede fase van het Equal project „Spoor 11‟ blijven de waardevolle elementen zoals die zijn ontwikkeld bewaard in combinatie met een aantal vernieuwende elementen. De doelstelling van het project blijft volledige reïntegratie-dienstverlening te bieden aan mensen met psychische belemmeringen teneinde op een zo kort mogelijke termijn duurzame en adequate plaatsingen te realiseren. Uitgangspunt blijft dat werk voorwaarde is voor herstel. Het “work-first principe” wordt gehanteerd: iedereen die zich aanmeldt begint op een beschermde werkplek, een stage- of vrijwilligersplek tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. Lange voortrajecten worden vermeden. In principe wordt direct overgegaan tot een plaatsing op werk. Er zijn korte lijnen met de hulpverlening. Er is een belangrijke rol voor de beschermde werkplekken (kwekerij en inpakactiviteiten). Geleverd worden volledige reïntegratietrajecten bestaande uit: Intake en diagnose Opstellen reïntegratieplan Individuele trajectbegeleiding Bemiddeling naar externe plekken Nazorg op externe plekken Vernieuwing Vernieuwende aspecten “van “Spoor 11” zijn terug te vinden in de werkwijze. Er wordt naar een balans gestreefd tussen de werkgeversbenadering en reïntegratie enerzijds en de deelnemersbenadering en empowerment aan de andere: a. De werkgeversbenadering houdt in het snel en doeltreffend aanbieden van een werkplek dan wel inzetten van een reïntegratietraject. In de praktijk komt dit neer op directe resultaatgerichte afspraken met werkgevers en de gemeente.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
3
b. Aan de andere kant heeft de deelnemer een centrale plaats in het project. Daarbij speelt vraagsturing en het ontwikkelen van de eigen keuzemogelijkheid van de deelnemer een grote rol: de verantwoordelijkheid voor het werk of reïntegratieproces wordt zo veel mogelijk bij de cliënt gelegd. De kracht van het model ligt in het gegeven dat het een dubbel geïntegreerd model is. Enerzijds zijn trajectbegeleiders geïntegreerd in het behandelteam. Anderzijds werken de GGZ, het reïntegratiebedrijf en de gemeente nauw samen in “Spoor 11”. De kennis en ervaring van de reïntegratiemarkt en het trainen van mensen met achterstand op de arbeidsmarkt wordt gevoegd bij de kennis van psychische problematiek. In beeldspraak: zoals bielzen de twee ijzers van de rails verbinden zo zorgt “Spoor 11” voor het verband tussen deze werelden. Met als resultaat: 1 spoor. Voor de cliënt betekent dit dat er recht gedaan wordt aan zijn / haar achtergrond en dat de samengevoegde kennis ingezet wordt om het traject tot een goed einde te brengen. Er zijn korte lijnen met de hulpverlening gedurende de loop van een traject. Daar waar er een directe relatie is tussen arbeidsvaardigheden van de cliënt en de psychiatrische problematiek kan de hulpverlener hier in de behandeling aandacht aan besteden. Met deze werkwijze is ook het thema arbeid een onderdeel van de behandeling geworden. Een andere kracht is dat de methodiek zowel mensen die dicht bij de arbeidsmarkt staan als mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid van een traject biedt. Het model voorziet zowel in het aanleren van arbeidsvaardigheden als het direct plaatsen in een reguliere werkomgeving. Het aanleren kan zowel in een praktijkomgeving als middels het overdragen van theorie en het uitwisselen van ervaring.
Empowerment Psychische problematiek gaat vaak gepaard met gevoelens van machteloosheid, gebrek aan zelfvertrouwen, het gevoel weinig invloed te hebben op de eigen situatie. Door factoren als langdurige werkloosheid en de psychische problematiek is de behoefte aan begeleiding groot. Empowerment is het centrale uitgangspunt bij het proces van het optimaliseren van de zelfstandigheid en het functioneren op eigen kracht binnen de maatschappij. Het gaat erom (weer) controle over het eigen bestaan te verwerven. Empowerment draagt de volgende elementen in zich: a. de gelegenheid krijgen en nemen om belangrijke beslissingen in het leven zelf te nemen; b. beschikken over de juiste informatie; c. opkomen voor jezelf; d. kritisch leren denken i.p.v. geconditioneerd handelen; e. inzicht hebben in rechten en plichten; f. vaardigheden aanleren die de zelfstandigheid optimaliseren; g. openstaan voor begeleiding van professionele hulpverleners. Transnationaliteit Het is onmiskenbaar zo dat mensen met een acute psychische problematiek niet in staat zijn tot arbeid. Ook is het zo dat tijdelijk niet werken in veel gevallen nodig is. Opvattingen zijn echter ook voor een deel maatschappelijk of cultureel bepaald. Het vermoeden bestaat dat in Nederland relatief omzichtig met psychische problematiek wordt omgegaan. Hierdoor blijven mensen langer buiten de arbeidssituatie dan nodig waardoor terugkeer wordt bemoeilijkt. Er is behoefte aan vergelijking met „hoe anderen het doen‟, bijvoorbeeld bij transnationale partners. Het idee daarachter is dat ons oordeelsvermogen (deels) wordt gevormd door onze omgeving, dat wij in Nederland een speciale manier van oordelen hebben, dat het goed is deze met andere manieren te vergelijken en dat het goed is dat in de dagelijkse praktijk te doen. Als vernieuwend element zijn medewerkers of stagiaires bij buitenlandse partners in het kader van een stage/praktijkopleiding aanwezig bij/kennis kunnen nemen van beslissingen die op cruciale momenten worden genomen ten aanzien van werk m.b.t. onze doelgroep. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over assessment procedures, beoordelingen betreffende arbeidsgeschiktheid, opstellen van een reïntegratieplan. Het organiseren van een conferentie en buitenlands conferentiebezoek maken hier onderdeel van uit.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
4
Persoonlijkheidsstoornissen Binnen de geestelijke gezondheidszorg wordt een toename geconstateerd van mensen met een persoonlijkheidstoornis in combinatie met arbeidsmarktproblematiek. Over het algemeen worden mensen uit deze categorie als „lastig‟ ervaren: bekend is dat er een conflict komt alleen is niet duidelijk wanneer. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn daarom niet de meest geliefde groep om mee samen te werken. Daarom is er binnen trajectbegeleiding een geschikte interventie ontwikkeld om voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis een volledig reïntegratietraject te doorlopen. Concreet wordt een cliënt met een persoonlijkheidstoornis begeleid bij het verkrijgen en behouden van een passende arbeidsplek. Naast een standaard reïntegratietraject (intake; diagnose; opstellen reïntegratieplan; toeleiden naar werk; plaatsing en nazorg) kunnen extern scholingsproducten worden ingekocht. Instrumenten als beroepskeuzeonderzoek of de groepsinterventie persoonlijkheidstoornis en werk kunnen door gespecialiseerde medewerkers uitgevoerd worden. Trajectbegeleiders adviseren, naast het contact met hun cliënten, werkgevers. In voorkomende gevallen starten trajectbegeleiders een begeleidingstraject voor werkenden gericht op terugkeer in de huidige functie of op herbemiddeling naar een andere functie binnen of buiten het bedrijf.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
5
2.
DOELGROEP De doelgroep van “Spoor 11” heeft op het moment van de intake: een psychische belemmering om op eigen kracht deel te nemen aan de arbeidsmarkt: dit kan varieren van o.a. burn-out, een depressie, angststoornis, persoonlijkheidsstoornis of schizofrenie. de wens om weer aan het werk te gaan op basis van: intrinsieke motivatie; invloed van derden (bijvoorbeeld een uitkerende instantie). Het kan gaan om mensen die door hun psychische handicap geen werk hebben (geen dienstverband meer hebben of nooit hebben gehad) of omdat ze daardoor in de ziektewet zitten of dreigen te komen. De doelgroep is onder te verdelen in: 1. Instroom vanuit de GGZ a. cliënten die kortdurend in zorg zijn In tijd gesproken gaat het hier, over het algemeen, om cliënten die korter dan 2 jaar in zorg zijn. Een aantal van deze cliënten heeft nog een dienstverband met een werkgever. Er kan sprake zijn van arbeidsgerelateerde psychische problematiek. Anderen zitten als gevolg van kortdurende psychiatrie in de ziektewet en moet weer reïntegreren in hun oude functie. Lukt dit niet dan wordt in eerste instantie gekeken naar een andere werkplek binnen het bedrijf waar zij werkzaam zijn. Als dit niet mogelijk blijkt dan zal externe reïntegratie de volgende stap zijn. b. cliënten die langdurig zorgafhankelijk zijn Het betreft mensen met chronische psychiatrie, zij zijn langdurig zorgafhankelijk (geweest). De psychiatrische problematiek ondermijnt vaak het vermogen om zelfstandig en sociaal te functioneren. Degenen die tot deze doelgroep behoren bevinden zich vaak in een sociaal isolement als gevolg van schuld- en schaamtegevoelens bij de persoon zelf, weinig financiële middelen, een tekort aan sociale vaardigheden, moeilijke relaties met familie en vrienden, afkeuring en stigmatisering van wat de omgeving beschouwt als afwijkend gedrag en het taboe wat op de psychiatrie rust. Door de beperkingen in het functioneren is er behoefte aan ondersteuning op de verschillende levensgebieden om participatie aan de maatschappij en arbeidsmarkt weer mogelijk te maken. Deze groep cliënten heeft over het algemeen geen werkgever meer en is afhankelijk van een uitkering. De intrinsieke motivatie om weer aan het werk te gaan is bij deze groep is over het algemeen groot. 2. Instroom vanuit de gemeente Bij de begeleiding van werkloos werkzoekenden wordt gestreefd naar de volgende resultaten: betaald werk komt op de eerste plaats, vervolgens gesubsidieerd werk, vrijwilligerswerk of, als na begeleiding blijkt dat dit niet mogelijk is een andere vorm van verhoging van maatschappelijke participatie; iedere werkzoekende moet zo snel mogelijk worden toe geleid naar werk; een uitkering is tijdelijk en dient als vangnet tijdens het traject. Werkzoekenden hebben recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de noodzakelijk geachte voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Daarnaast heeft de werkzoekende plichten. In het reïntegratiebeleid van de gemeente is het alleen mogelijk (uitzonderingsgevallen daargelaten) een uitkering te ontvangen als de werkzoekende hiervoor een tegenprestatie levert. Het is te vergelijken met de werknemer-werkgever relatie waarin een werknemer alleen een salaris ontvangt als hij daarvoor productie levert voor de werkgever.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
6
De instroom vanuit de gemeente bestaat uit: a. Klanten die nieuw instromen Klanten met psychiatrische problemen die geen hulpverleningscontact hebben en die nieuw instromen. In eerste instantie ligt de nadruk op uitstroom van de meer kansrijke cliënten. Voor wie niet direct een geschikt reïntegratietraject aanwezig is wordt binnen de gemeente begeleid door de klantmanager. Hierdoor wordt voorkomen dat zij niet in een traject komen. b. Klanten met een bijstandsuitkering Klanten met een lopende uitkering worden opgeroepen zodra er een geschikt reïntegratietraject voorhanden is.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
7
3.
UITGANGSPUNTEN Rehabilitatie en Reïntegratie De begrippen rehabilitatie en reïntegratie worden zowel naast elkaar als door elkaar gebruikt. Hoewel beide begrippen een overlap kennen hebben zij wezenlijk andere kenmerken. Rehabilitatie: Letterlijk: herstel in vorige staat. Door het proces van rehabilitatie, waarbij men streeft naar normalisatie, wordt een cliënt geholpen zijn of haar maatschappelijke rollen weer op te pakken. Het centrale thema is herstel: het proces dat cliënten doormaken bij het verwerken en integreren van hun psychiatrische problematiek en de gevolgen daarvan. Het komt neer op het accepteren van de problematiek en het weer opbouwen van een nieuw leven (Anthony): het terugvinden van zelfgevoel; het opnieuw ontdekken van de persoon (hier als werknemer); herstel van het stigma psychiatrisch cliënt; herstel is een groei- en leerproces dat de cliënt zelf ervaart. Bij rehabilitatie staan de doelen van de cliënt centraal, afgestemd op de specifieke mogelijkheden en aangepast aan de specifieke context. In het rehabilitatietraject legt de cliënt, onder begeleiding, de basis van waaruit nieuwe stappen ondernomen worden. Het nastreven van beroepsactiviteiten is daarbij fundamenteel. Van Weeghel onderscheidt drie fasen: stabilisatie, herwaardering en reïntegratie. Werk biedt de mogelijkheid om sociale contacten uit te breiden en geeft onmiddellijk een herkenbare maatschappelijke rol. Ten aan zien van het traject naar werk, en een effectieve inzet van trajectbegeleiding, is de rehabilitatiefase vooral de fase van stabilisatie en herwaardering. Door werk ontstaat een structuur in tijd en ruimte en wordt de persoon actief en betrokken. Reïntegratie: Bij reïntegratie in werk staat het weer volwaardig laten functioneren van een cliënt in de maatschappij, met alle sociale rollen die daarbij horen centraal. Een cliënt met psychische handicap die volwaardig wil functioneren in de maatschappij moeten voldoen aan de eisen die de maatschappij stelt. Dit geldt met name als hij weer aan het werk wil. Daarbij worden de randvoorwaarden aangegeven door de: Uitkeringsinstantie: de uitkering is tijdelijk, doel is betaald werk; Individuele werkgever: geschiktheid, snel inzetbaar en lage kans op uitval; Functie: bepaalde kennis, ervaring en kwaliteiten; Taken: inzicht, overzicht, zelfstandigheid, sociale vaardigheden en stressbestendigheid; Situatie op de arbeidsmarkt: vraag en aanbod. Daarnaast is er nog een belangrijke factor: Tijd: de vastgestelde tijd waarbinnen het proces afgerond moet zijn. Dit geldt zowel voor een reïntegratietraject bij de eigen werkgever als voor een reïntegratietraject waarbij geen werkgever betrokken is. De Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) Vanuit de IRB wordt gewerkt aan de doelen die met de cliënt vastgesteld zijn op de gebieden wonen, werk, leren, dagbesteding en onderhouden van sociale contacten. Het gaat hier om een ontwikkelingsgerichte benadering: 1. Het begeleiden van de cliënt bij het formuleren van zelf gekozen doelstellingen; 2. Met de cliënt plannen van noodzakelijke interventies om de doelstellingen te bereiken; 3. Aanleren van vaardigheden en uitvoeren van interventies. Uitgangspunt is dat mensen met chronisch psychische problemen binnen de eigen omgeving hun doelen verwezenlijken. De IRB biedt de structuur waarin de cliënt zijn / haar doelen stelt. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gewenste vorm van ondersteuning en het bieden van structuur.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
8
De Individuele Rehabilitatie Benadering heeft tot doel mensen met psychische beperkingen te helpen beter te functioneren op de verschillende levensgebieden. Dit betekent met succes en naar tevredenheid kunnen wonen, werken, leren, een dagbesteding hebben en het onderhouden van sociale contacten, in de omgeving naar keuze en met zo min mogelijk professionele hulp (Definitie Rehab ‟92). Daarbij wordt rekening gehouden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ieder individu. Dit houdt in het accepteren van passende arbeid als dat mogelijk is en niet een beroep doen op een uitkering als dat iet nodig is. Individual Placement and Support (IPS) Aansluitend op de Individuele Rehabilitatie Benadering is de Individual Placement and support (IPS) van Becker & Drake uit New Hampshire (VS). Deze methode is ontwikkeld voor mensen met schizofrenie, hiermee wordt integratie van arbeidsrehabilitatie binnen de psychiatrische behandeling nagestreefd. Doelstelling is het snel vinden van betaald werk. In de Verenigde Staten levert IPS goede resultaten op. Kenmerken van Individual Placement and Support zijn: a. Betaald werk is het centrale doel. Een GGZ-instelling die IPS aanbiedt, ziet betaald werk als een wenselijk en haalbaar doel voor mensen met ernstige psychische beperkingen. b. Snel zoeken naar en zo snel mogelijk plaatsen in een echte baan. De trajectbegeleider helpt cliënten zo snel en zo gericht mogelijk bij het zoeken van betaald werk. c. Trajectbegeleiders en cliënten zoeken samen een arbeidsplaats die in eerste instantie aansluit op de mogelijkheden en werkervaringen van de cliënt. De wens van de cliënt kan hier niet altijd op de eerste plaats staan als deze niet in eerste instantie haalbaar blijkt. d. Ondersteuning op lange termijn. Cliënten, maar ook personen uit de werkomgeving, krijgen ondersteuning zolang zij daaraan behoefte hebben, zo nodig vele jaren achtereen. e. Doorlopende, systematische inschatting van arbeidsmogelijkheden. Gedurende het hele traject wordt herhaaldelijk, op basis van echte werkervaringen, nagegaan welke functies en werkzaamheden voor de cliënt het meest geschikt zijn. f. Integratie met GGZ-hulp. De werkbegeleiding wordt nauw afgestemd op de andere GGZ-hulp die cliënten ontvangen en de trajectbegeleider maakt altijd deel uit van een ambulant GGZ-team dat multidisciplinair is samengesteld. Cliëntparticipatie vanuit deelnemersperspectief In het project zoeken we naar manieren om mogelijkheden te creëren waardoor cliëntparticipatie op verschillende niveau‟s toeneemt. Het is een uitdaging om de betrokkenheid van deelnemers zo groot mogelijk te laten zijn. Deelnemers zelf hebben via de deelnemersraad onderstaand stuk over cliëntparticipatie geschreven: Cliëntparticipatie Empowerment wordt binnen Spoor 11 gestimuleerd door deelnemers daadwerkelijk actief te laten participeren in het project. Dit betekent dat wij daadwerkelijk invloed hebben op het project en de ruimte krijgen om initiatieven te ontplooien via de inspraakorganen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor ons reïntegratieproces. Daarbij wordt de mogelijkheid geboden om bepaalde rollen en verantwoordelijkheden in het project op je te nemen en te groeien in arbeidsvaardigheden en zelfsturend vermogen. De ervaring is dat dit een positief effect heeft; je zelfvertrouwen neemt toe en je durft gemakkelijker de stap te maken naar een baan op de reguliere arbeidsmarkt. Zeker wanneer je psychische klachten hebt is het van belang om te ervaren dat je weer richting kunt geven aan je leven en ontdekt dat je over vaardigheden beschikt die je een plek in de maatschappij geven. Cliëntparticipatie is een onmisbaar onderdeel om volledig te reïntegreren in de maatschappij. Verschillende niveaus Bij cliëntparticipatie kun je spreken van verschillende niveaus: In het traject. Verantwoordelijkheid voor het reïntegratieproces wordt door de trajectbegeleider zoveel mogelijk bij cliënt zelf neer gelegd. Op een beschermde werkplek zoals Aan de Slag. Deze werkplek is consumerrun. Naast de taken gerelateerd aan het draaiende houden van de beschermde werkplek zijn er verschillende werkgroepen waarin iemand kan deelnemen, zoals b.v. de consumerrunwerkgroep. Binnen het project; lid van de deelnemersraad, gendergroep, medewerker GGZ-informatiepunt. Binnen de samenleving; bijv. maatschappelijke participatie middels het GGZ-informatiepunt
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
9
De voorwaarden voor cliëntparticipatie zijn: inspraakorganen in project nemen van verantwoordelijkheid transparantie in besluitvorming/procedures ondersteuning/begeleiding informatie voor iedereen toegankelijk, op de hoogte zijn van de ontwikkelingen Zelfsturing Soms kan het lastig zijn om met keuzemogelijkheden en verantwoordelijkheden om te gaan. Juiste begeleiding en ondersteuning is daarom echt nodig. Het is van belang dat je gestimuleerd wordt om zelf stappen te ondernemen of nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Dit betekent ook dat je kritisch moet denken over je handelswijze. Soms kost het meer tijd om een nieuwe taak uit te voeren of een activiteit binnen het project te realiseren. Het is van belang dat hier de ruimte en tijd voor geboden wordt. Als je zelf iets gecreëerd hebt of tot stand hebt gebracht is de betrokkenheid hierbij veel groter dan als een ander dit doet. Soms zou het sneller gaan als een meer ervaren persoon een activiteit op zich neemt. Echter het is heel belangrijk dat je de kans krijgt om je te ontwikkelen. Hierdoor voel je je meer gewaardeerd en kun je positief over jezelf zijn. Voor medewerkers in het project is het van belang om deelnemers te stimuleren nieuwe uitdagingen uit te gaan rekening houdend met beperkingen. Deelnemers zelf zijn van mening dat de attitude van de beroepskrachten de volgende elementen dienen te hebben voor een succesvol traject: Gericht op empowerment Stimuleren van iemand zijn vaardigheden Stimuleren om weer voor jezelf op te komen Toetsen van de realiteitszin van iemand zijn wensen gericht op reïntegratie en de arbeidsmarkt. Empowerbudget Binnen de gebruikte methodiek is een budget gereserveerd om initiatieven van deelnemers te ondersteunen. In de deelnemersraad is besloten om dit te gebruiken voor het opzetten van het GGZinfo-punt. Empowerbudget geeft deelnemers de kans om verschillende rollen op zich te nemen en vaardigheden te ontwikkelen en nieuwe verantwoordelijkheden op zich te nemen. Daarnaast biedt het activiteit van het GGZinformatiepunt mogelijkheden arbeidsvaardigheden op te doen als samenwerken, plannen schrijven, overleggen en administratieve taken. Deelname aan het GGZ informatiepunt vergroot de maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid van de deelnemers van Spoor 11.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
10
4.
DOEL Het doel van “Spoor 11” is het bieden van ondersteuning bij het zoeken naar passend werk. Werk geeft naast voldoening en maatschappelijke participatie ook financiële onafhankelijkheid of gedeeltelijk financiële onafhankelijkheid. Zowel de maatschappelijke participatie als financiële onafhankelijkheid kan het gevoel van zelfvertrouwen bij de cliënt vergroten. Het is een van de manieren waarop empowerment van de cliënt gestalte krijgt: opnieuw de controle over het eigen bestaan verwerven. Wanneer iemand zélf veranderingen in zijn / haar leven aanbrengt, beheerst hij of zij de situatie beter en heeft directe controle over de gebeurtenissen. Dit vergroot de kans op effectieve en structurele veranderingen. Ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ieder individu om door middel van werk een bijdrage aan de samenleving te leveren speelt hier een belangrijke rol. Het kiezen, verkrijgen en behouden van werk zijn de daarbij behorende thema‟s. In eerste instantie is het doel niet het uitoefenen van en specifiek beroep maar het verkrijgen van werk. Om hier invulling aan te kunnen geven is antwoord op de volgende vragen nodig: Wat zijn de mogelijkheden van de cliënt? Wat is de wens van de cliënt? In welke verhouding staat deze wens tot de vraag op de arbeidsmarkt? Wat is de belastbaarheid van de cliënt? De antwoorden hierop geven inhoud aan het begrip passend werk: wat kan redelijkerwijs van een cliënt worden verwacht? Dit kan betekenen dat toeleiding naar- en plaatsing op de reguliere arbeidsmarkt de inzet van een individueel traject is. Indien dit (nog) niet haalbaar is kan plaatsing in het vrijwilligerswerk of in een van de werkprojecten als voortraject noodzakelijk zijn. Doelstelling: betaald werk Bij de instroom vanuit de gemeente is regulier werk altijd het eerste doel: betaald werk komt op de eerste plaats. Verder: a. Iedere werkzoekende moet zo snel mogelijk worden toe geleid naar werk, een uitkering is tijdelijk en dient als vangnet tijdens het traject. b. Mensen die direct werk kunnen vinden op de arbeidsmarkt moeten dit ook doen. c. Alle cliënten met reëel perspectief op uitstroom naar werk moeten dit zo snel mogelijk doen. d. Werknemers op ID- en Wiw-banen moeten zo veel mogelijk doorstromen naar reguliere banen. e. Zoveel mogelijk mensen met arbeidsplicht zonder reëel perspectief op uitstroom naar werk binnen de huidige conjunctuur, moeten op vangnetbanen dan wel onbetaalde banen werkritme opdoen en behouden. Bij instroom vanuit de GGZ heeft ongeveer driekwart van de aangemelde cliënten regulier betaald werk tot einddoel uitgeroepen. Dit geldt zowel voor cliënten uit de kortdurende- als uit de langerdurende zorg. Bij een aantal cliënten is werken bij de Sociale Werkvoorziening het doel; maar ook hier geldt dat zij op dat moment zelfstandig inkomen verwerven. De praktijk van alle dag kan echter weerbarstig zijn. Dit heeft te maken met individuele beperkingen die een cliënt kan hebben (zoals gezondheidsproblemen of een gebrek aan vaardigheden). Ook maatschappelijke beperkingen, zoals de situatie op de arbeidsmarkt, kunnen een rol spelen.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
11
5. AANPAK: GEÏNTEGREERD WERKEN Aan het toeleiden en behouden van werk wordt uitvoering gegeven door het samenwerkingsverband in “Spoor 11”. Kennis en ervaring uit de Geestelijke Gezondheidszorg en Reïntegratie en dienstverlening zijn hierin geïntegreerd om te komen tot een betere ondersteuning van de individuele cliënt. De procesgerichte werkwijze van de GGZ en de resultaatgerichte werkwijze van de reïntegratiewereld hebben een sterk positieve invloed op het verkrijgen van werk voor de cliënt. De trajectbegeleiding en jobcoaching van “Spoor 11” zijn onderdeel van het mobiele team van GGZ Rijnstreek; het multidisciplinaire behandelteam van de langerdurende zorg. Het aanbod is georganiseerd in het GGZ Dienstencentrum. Ook de hulpverleners van de kortdurende zorg maken gebruik van de diensten van het GGZ Dienstencentrum. Arbeid als een geïntegreerd onderdeel van de behandeling is op deze manier gewaarborgd. Onderscheiden vormen van begeleiding Van oudsher functioneert Trajectbegeleiding vanuit het idee dat eenduidige en individuele begeleiding van mensen met psychiatrische problematiek van wezenlijk belang is in het traject naar werk. Continuïteit in begeleiding, een vast aanspreekpunt en kennis van de specifieke problematiek van de individuele cliënt zijn daarbij essentiële voorwaarden. In het project is vanuit efficiëntie en effectiviteit de keuze echter gemaakt om vanuit Trajectbegeleiding de begeleiding en coördinatie van het traject te laten plaatsvinden. De dagelijkse begeleiding op de werkvloer is in handen van de werkbegeleider als er sprake is van langdurige begeleiding op een concrete werkplek. Op deze manier houdt Trajectbegeleiding ruimte voor nieuwe instroom, voor het onderzoeken van de draagkracht en draaglast van de cliënt en het voorbereiden van de stappen die nodig zijn voor de stap naar de arbeidsmarkt. Er ontstaat op deze wijze onderscheiden vormen van begeleiding, die verder beschreven worden in paragraaf 6: a. beschut werk / arbeidstraining b. jobfinding c. jobcoaching d. ondersteunend trainingsaanbod.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
12
6.
HET ALPHENS MODEL - een praktische werkwijze In de projectperiode is vanuit de genoemde uitgangspunten gewerkt aan het vormgeven van een praktische werkwijze. Een werkwijze die recht doet aan de wensen van de cliënt en de behandelfase waarin de cliënt zich bevindt. Maar ook een werkwijze waarin de eisen van de arbeidsmarkt en de werkgevers een plaats gekregen hebben. In deze paragraaf wordt de structuur beschreven van het proces van Trajectbegeleiding van “Spoor 11”. Het proces kan onderverdeeld worden in 5 subprocessen. Het betreft standaard subprocessen van de reguliere Trajectbegeleiding. Parallel hieraan loopt het subproces van het versnelde traject. Hierin worden dezelfde fasen doorlopen als in het reguliere proces, alleen in een versneld tempo. Alle processen worden verder uitgewerkt in aparte schema‟s. Voor elk proces wordt benoemd op welke wijze stappen gezet worden om samen met de cliënt de doelstellingen en resultaten minimaal te realiseren. Tevens wordt daarbij aangegeven welke documenten nodig zijn om deze activiteiten goed te borgen en welke onderwerpen daarin minimaal uitgewerkt moeten worden.
A. Aanmelding
B. Diagnose en trajectplan
C. Toeleiding naar werk
D. Plaatsing
E. Coaching / Nazorg
Einde
F. Versneld traject
A. Aanmelding en verwijzing Er zijn 3 manieren waarop een cliënt aangemeld kan worden: 1. GGZ hulpverlener De meest voorkomende manier van aanmelden is door de hulpverlener. De hulpverleners maken gebruik van het standaard aanmeldingsformulier van het GGZ Dienstencentrum. (Bijlage 1) Er wordt kort omschreven wat de vraag is en de achtergrond van de vraag. 2. De cliënt van GGZ Rijnstreek zelf Het komt ook voor dat de cliënt zichzelf aanmeldt. Hij heeft gehoord van de mogelijkheden van “Spoor 11” en ziet hier voor zichzelf kansen liggen. Er wordt hem gevraagd of hij ingeschreven is bij een hulpverlener en of deze op de hoogte is van zijn aanmelding. Indien dit niet het geval is wordt de cliënt gevraagd de hulpverlener van de aanmelding op de hoogte te stellen. Hij krijgt een aanmeldingsformulier toegestuurd en een uitnodiging voor het kennismakingsgesprek. 3. Door derden Een cliënt kan ook door derden aangemeld worden: Afdeling Sociale zaken van de gemeente Het UWV Een reïntegratiebedrijf De Arboarts Een werkgever Ook door deze aanmelders wordt gebruik gemaakt van een aanmeldformulier. Indien een cliënt ook in zorg genomen wordt volgt de indicatie volgens het reguliere Onderzoek & adviestraject.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
13
Indien een derde partij een cliënt aanmeldt wordt bekeken hoe het traject gefinancierd wordt: Is er een indicatiestelling? nee
ja
De klant behoort tot de doelgroep: AWBZ financiering
Intake door Leerbedrijf Tuinbouw
Bewijs van behandelaar GGZ nodig
Ja Nee
Start trajectbegeleiding
Stop traject
B. Diagnose en trajectplan De diagnostiek vindt plaats in de assesment-fase: De eerste stap in het traject is de kennismaking tussen de trajectbegeleider en de cliënt. In de regel is een kennismakingsgesprek voldoende, mochten er nog onduidelijkheden zijn dan kan zo nodig een tweede gesprek volgen. Op basis van een positieve kennismaking wordt in een overleg besloten of het traject vervolgd wordt en aan wie de cliënt toegewezen wordt. Vervolgens wordt na het intakegesprek in het trajectplan vastgelegd wat de aanpak en doelen van de trajectbegeleiding zijn. 2e Kennismakings gesprek zo nodig
Kennismakings gesprek
< 2 weken na aanmelding
positief
positief
Aanmelding
Terugverwijzing (gemotiveerd)
negatief
Overleg & toewijzing
< na 1 week
zo nodig
Intakegesprek
< 2 weken
Beroepskeuze onderzoek
Opstellen & ondertekenen trajectplan
Trajectbegeleiding
< 6 weken
De kennismaking ziet er als volgt uit: a. de cliënt wordt binnen twee weken na aanmelding schriftelijk én telefonisch uitgenodigd voor een eerste kennismakingsgesprek. Ter voorbereiding op dat gesprek ontvangt de cliënt een intakeformulier (bijlage 2). b. de trajectbegeleider legt uit wat de doelstellingen en werkwijze van “Spoor 11” is; c. het intakeformulier wordt met de cliënt besproken; d. de trajectbegeleider onderzoekt wat de motivatie en mogelijkheden van de cliënt zijn. Resultaat van de kennismaking is dat zowel de cliënt als de trajectbegeleider uitspreekt of zij met gaan samenwerken ten aanzien van: betaald werk bemiddeling / begeleiding bij reïntegratie beschut werk / arbeidstraining vrijwilligerswerk / stage arbeidsmatige dagactiviteiten.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
14
Na een positief afgerond kennismakingsgesprek vinden de volgende acties plaats: a. De desbetreffende trajectbegeleider maakt telefonisch een afspraak met de cliënt voor het intakegesprek (binnen twee weken). b. Indien noodzakelijk overleggen de trajectbegeleiders met elkaar over complicerende factoren en t specifiek toegewezen wordt (binnen een week). c. Het trajectplan komt op basis van 1-3 gesprekken tot stand. In het trajectplan wordt de vraag van de cliënt verhelderd en beschreven aan de hand van de volgende punten (bijlage 3): de stappen die nodig zijn; specifieke aandachtspunten mbt. ondersteuning en/of GGZ hulp; de doelen voor de korte termijn; het einddoel; welke personen en producten ingezet kunnen worden om het einddoel te bereiken. Uiterlijk na zes weken, en zo veel eerder als mogelijk, legt de trajectbegeleider het opgestelde plan voor aan de cliënt en zijn hulpverlener. Indien zij akkoord zijn wordt het plan ondertekend en start formeel het begeleidingstraject. Randvoorwaarden die aan een traject gesteld worden Naast psychische stabiliteit kunnen bij het opstellen van een trajectplan gericht op reïntegratie (reïntegratieplan), eisen van derden een grote rol spelen. Omdat veel belang gehecht wordt aan de kwaliteit van het traject en de meetbaarheid van de resultaten worden er voorwaarden gesteld aan de termijnen en uitvoeringsvormen. De randvoorwaarden moeten duidelijk zijn voor de cliënt en tot uiting komen in het trajectplan. De tijdinvestering is aan vastgestelde termijnen gebonden: reïntegratie (18 maanden, inclusief de nazorgfase); rehabilitatie en reïntegratie (in het trajectplan zijn ijkpunten opgenomen op basis waarvan de resultaten gemeten worden. De invloed en rol van de cliënt zullen in dit plan groter zijn omdat hij / zij regiehouder is). De waarde van trajectbegeleiding kan alleen inzichtelijk gemaakt worden door concrete resultaten na te streven. Daarom wordt in alle gevallen iemand op een passende werplek geplaatst. De duur en vorm kan echter variëren van een dagdeel per week in het DAC tot en volledige werkweek betaald werk. Om verschillende reïntegratietrajecten langs elkaar heen te voorkomen is het van belang de uitkerende instantie te informeren over de mogelijkheid tot het volgen van een traject bij Spoor 11. Dit is een verantwoordelijkheid van de cliënt zelf en wordt met cliënt besproken bij aanvang traject. C. Toeleiding naar werk Onderzocht wordt op welke wijze de cliënt, volgens plan, naar een plaats in het arbeidsproces geleid kan worden. Samen met de cliënt onderzoekt de trajectbegeleider de mogelijkheden die er zijn om een passende werkplek te vinden. Een onderdeel hiervan is te onderzoeken wat de draagkracht en de draaglast van de cliënt is, om zo te komen tot een eerste inschatting van zijn mogelijkheden. Er wordt teruggekeken naar de opleidingsachtergrond en de werkervaring. Succesfactoren zijn belangrijk. Kritisch doorvragen op onderdelen die minder goed verliepen is van belang om een goed beeld te krijgen van de vaardigheden van de cliënt. Doel is het vinden van een geschikte werkplekken voor de klant. Voordat tot plaatsing overgegaan kan worden kan het noodzakelijk zijn bij de aspirant werkgever te bemiddelen voor een werkplek. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn dat een klant door middel van training of begeleiding voorbereid wordt op de plaatsing. D. Plaatsing en trajectbegeleiding De plaatsing heeft betrekking op het maken van concrete afspraken over de werkzaamheden met de klant en de werkgever. Een essentieel onderdeel wordt gevormd door de afspraken die gemaakt worden over de begeleiding bij het uitvoeren van de werkzaamheden en de persoonlijke begeleiding. De trajectbegeleider heeft het overzicht over het gehele traject. Vanaf de intake tot de plaatsing weet hij welke instrumenten ingezet zijn en welke andere begeleiders een rol in het traject spelen.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
15
Trajectbegeleiding bestaat uit alle werkzaamheden die nodig zijn voor de uitvoering van volledige reïntegratietrajecten. Dat wil zeggen het begeleiden van een cliënt met pychische belemmeringen bij het verkrijgen en behouden van een passende arbeidsplek. Trajectbegeleleiders hebben niet alleen contact met hun cliënten, zij adviseren waar nodig werkgevers. In voorkomende gevallen starten trajectbegeleiders een begeleidingstraject voor werkenden gericht op terugkeer in de huidige functie of op herbemiddeling naar een andere functie binnen of buiten het bedrijf. De trajectbegeleider: werkt ontwikkelingsgericht, heeft kennis van psychiatrische problematiek in relatie tot de arbeidsmarkt en kan dit vertalen naar de cliënt, de opdrachtgever en de werkgever. zowel procesgericht werken als resultaat gericht werken is nodig om de doelgroep voor te bereiden en te plaatsen op de arbeidsmarkt. Opstellen & ondertekenen trajectplan
Plaatsing & uitvoering begeleiding
Melding einde traject
Eindrapportage
Terugverwijzing (gemotiveerd)
Beschut werk / arbeidstraining Jobfinding en bemiddeling
< 1 maand vóór einde
< 2 weken na einde
Jobcoaching Aan het werk Training
De volgende instrumenten worden ingezet bij de begeleiding: 1. Beschut Werk en arbeidstraining Het snel kunnen aanbieden van een werkplek is een van de uitgangspunten van de IPS. Hoewel in een beschermde werkomgeving, bieden de werkprojecten deze mogelijkheid. De instroom van cliënten vanuit de hulpverlening is divers van aard. Bij een deel van de doelgroep is de psychiatrische problematiek nog manifest aanwezig. Op dat moment is werken in een reguliere werkomgeving nog een brug te ver.Toch kan het belangrijk zijn dat de cliënt, naast zijn(intensieve) behandeling, een plek heeft waar hij in de praktijk kan oefen met nieuw geleerde vaardigheden zonder dat het misgaan grote consequenties heeft. Bij Beschut werk kan het zowel om een plek gaan bij een van de werkprojecten van “Spoor 11” als om een externe beschutte werkplek. De werkprojecten “Spoor 11” heeft twee beschermde werkplekken: “Aan de Slag”: een bedrijf in Alphen aan den Rijn waar verpakking- en mailingwerk gedaan wordt. Het Leerbedrijf Tuinbouw in Waddinxveen. Hier staat niet het leren van vaardigheden voor de tuinbouw centraal maar het opdoen van algemene arbeidsvaardigheden. De Werkprojecten zijn bewust geplaatst in een maatschappelijke omgeving. De werkprojecten geven de cliënt de mogelijkheid structuur aan te brengen, arbeidsritme op te bouwen, zijn arbeidsvaardigheden te onderhouden en nieuwe aan te leren en zijn zelfvertrouwen te vergroten. Consumerrun Om de vraagsturing en de ontwikkeling van de eigen keuzemogelijkheid zo goed mogelijk vorm te geven is gekozen om binnen werkprojecten de verantwoordelijkheid voor het werk zoveel mogelijk bij de cliënt te leggen. Dit is het meest nadrukkelijk uitgewerkt bij „Aan de Slag‟. Hier is de dagelijkse bedrijfsvoering in handen van de cliënten. We spreken dan van het contact met de opdrachtgevers, het indelen van de dagelijkse werkzaamheden, het voeren van de administratie en het leiding geven. De cliënten met leidinggevende taken worden, middels module 1 van de Steungroep Arbeid, hiervoor getraind. “Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
16
„Aan de Slag‟ heeft meer consumerrun mogelijkheden als het Leerbedrijf Tuinbouw omdat het een overzichtelijk gebouw is en de productie een relatief eenvoudig overzichtelijk proces is. Er is geen specifieke vakkennis voor nodig. Dit ligt bij het kassencomplex van het Leerbedrijf ingewikkelder. Vakkennis is onmisbaar en het misgaan van een teelt kan grote financiële consequenties hebben voor het project. Begeleiding De professionele begeleiding is in handen van een werkbegeleider met een beperkt aantal uren. Het project is 5 dagen per week geopend en er is 8 uur management van het operationele deel. Daarnaast is begeleiding mogelijk voor werkgerelateerde zaken. Omdat „Aan de Slag‟ een laagdrempelige voorziening is waar cliënten werken met diverse diagnoses, in verschillende fases van hun behandeling hecht “Spoor 11” aan deze gedeeltelijke professionele begeleiding. Een van de belangrijke taken is het begeleiden van het leerproces en het mee bewaken dat er een werkklimaat is en de psychiatrische kant niet de overhand krijgt. Ook het begeleiden van de cliënt bij zijn individuele leerpunten behoort tot het takenpakket. Het vraagt dan ook van de begeleider een betrokken steunende houding met een grote mate van afstand kunnen nemen. De werkers fouten kunnen laten maken en ze de gelegenheid bieden deze zelf op te lossen is een onmisbare eigenschap. Doelstelling Beschut Werk: het bieden van een beschermde werkomgeving waarin de cliënt kan werken aan het bereiken van de voor deze periode opgestelde doelen. De werkwijze die gehanteerd wordt is: De doelen van de cliënt zijn het uitgangspunt en worden beschreven in het trajectplan. Er is een beperkt aantal dagdelen Beschut Werk mogelijk. Een maand na plaatsing wordt in de evaluatie bepaald voor welke termijn Beschut Werk ingezet wordt. Als de periode langer dan 3 maanden is dan draagt de trajectbegeleider de begeleiding over aan de werkbegeleider. Wanneer de cliënt toe is aan een volgende stap dan neemt de werkbegeleider contact op met de trajectbegeleider. In alle gevallen blijft de trajectbegeleider regiehouder van het traject. De volgende criteria zijn geformuleerd: succes en faalmomenten mogelijk begeleiding aanwezig 2. Jobfinding Jobfinding komt in beeld als de cliënt toe is aan de stap naar een reguliere werplek. De ervaring met Jobfinding heeft geleerd dat het voor de cliënt een duidelijke overstap is naar een volgende fase in zijn individuele ontwikkelingstraject. Jobfinding wordt op initiatief van de trajectbegeleider ingezet bij het zoeken, als de cliënt dit niet zelf kan, naar een betaalde baan, een werkervaringsplek of een werkervaringsplek met baanintentie. Dit project zoekt naar „de juiste toon‟ om werkgevers te benaderen. Het is vaak moeilijk om mensen uit de doelgroep geplaatst te krijgen omdat er vanuit werkgevers geen of weinig vraag bestaat naar mensen uit de doelgroep. Doelstelling Jobfinding: Het vinden van een werkplek; Ondersteuning van de P&O medewerker bij het bedrijf bij de begeleiding van de plaatsing. De werkwijze: De Jobfinder put uit het netwerk van werkgevers (vacaturebank) De Jobfinder ontvangt van de trajectbegeleider een uitstroomprofiel van iedere individuele cliënt die toe is aan een de stap naar een reguliere werkplek.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
17
-
Er wordt gebruik gemaakt van het netwerk van de cliënt. De Trajectbegeleider spreekt met de Jobfinder een concreet resultaat af.
De criteria zijn: De Jobfinder is ondersteunend aan de trajectbegeleider, deze blijft verantwoordelijk. De Jobfinder is een beroepskracht met interesse in mensen en met kennis van de arbeidsmarkt. De Jobfinder: Gedurende het traject kan de jobfinder ingezet worden om reguliere werkplekken voor de cliënten te zoeken. Het kan gaan om betaalde banen, werkervaringsplaatsen of werkervaringsplaatsen met baanintentie. De trajectbegeleider geeft in een samen met de cliënt opgesteld plan aan welke werkplek er gezocht gaat worden en aan welke voorwaarden deze werkplek moet voldoen. De jobfinder heeft geen achtergrond in de psychiatrie. Het is een voordeel dat de jobfinder geen lange geschiedenis heeft met de cliënt. De cliënt op dat moment is zijn uitgangspunt als hij op zoek gaat naar een werkgever en niet de geschiedenis. De jobfinder gaat gedurende een korte periode samen met de cliënt aan de slag om de gewenste werkplek te vinden. Om zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de gevonden werkplek, de werkgever en de cliënt te benadrukken doet hij een korte periode de begeleiding. Daarna draagt hij de begeleiding over aan de trajectbegeleider of in te zetten jobcoach. De jobfinder houdt zo ruimte om nieuwe werkplekken te zoeken. Om te bepalen of de cliënt eraan toe is om bemiddeld te worden door de jobfinder is een jobfindingschecklist ontwikkeld (zie bijlage). Profiel van de Jobfinder: heeft kennis van de arbeidsmarkt, heeft kennis van de eisen die werkgevers aan werknemers stellen. 3. Jobcoaching Eén van de basisprincipes van “Spoor 11” is dat het langdurende begeleiding biedt indien dit nodig is. Jobcoaching is een van de middelen die hiervoor ingezet wordt als persoonlijke ondersteuning op of rondom het werk. Jobcoaching wordt ingezet als: de cliënt moeite heeft zich staande te houden op het werk en/of vooruitgang wil boeken. er sprake is van werkgerelateerde problematiek. Deze intensieve vorm van begeleiding voorkomt onnodig ziekteverzuim en uitval. Werkwijze: De trajectbegeleider stelt samen met de cliënt een werkplan (bijlage4) op. Mogelijke doelen in het werkplan zijn: Indelen van tijd Structureren van taken (Nieuwe) Werkzaamheden leren Het (zelfstandig) leren werken Het behouden van werk Sociale aspecten van werk zoals omgaan met collega‟s; de pauzes. Activiteiten ten aanzien van jobcoaching: Bespreekt de doelen met de leidinggevende van de cliënt en bezoekt vooraf de werkplek. Bezoekt regelmatig de werkplek gedurende het traject. Maakt ook afspraken met de werkgever over de begeleiding en ondersteuning die de cliënt nodig heeft. Daarnaast komt de ondersteuning van de werkgever aan de orde. Kan tevens voorlichting geven aan de werkgever over psychische of psychiatrische problematiek. Doel: Cliënten leren functioneren in een arbeidssituatie; Behoud van werk. Werkwijze uitgangspunt is werkplan opgesteld door trajectbegeleider en cliënt
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
18
-
bespreekt werkplan met werkgever en cliënt bezoekt wekelijks werkplek.
Criteria mate van psychische stabiliteit cliënt intensiteit begeleiding er is sprake van een concrete werkplek bereidheid begeleiding ontvangen op werk bij cliënt ondersteuning toe te staan op werk door werkgever In het werkplan zijn de doelen en aandachtspunten uitgewerkt. In eerste instantie wordt uitgegaan van begeleiding van drie maanden tot een half jaar. Dit kan indien nodig in overleg met de opdrachtgever, cliënt en werkgever verlengd worden. Is de werksituatie stabiel dan sluit de jobcoach het contact af. 4. Aan het werk – behoud van werk voor mensen met borderline persoonlijkheidsproblematiek De module “(weer) Aan het werk – behoud van werk” is specifiek voor mensen met borderline persoonlijkheidsproblematiek met als doel: leren problemen op het werk, die ontstaan zijn vanuit de borderline persoonlijkheidsproblematiek, op te lossen; vanuit de ziektewet zo spoedig mogelijk terug keren naar arbeid; mensen zonder werk gericht begeleiden naar arbeid. In de aanpak wordt zoveel mogelijk gekeken naar individuele problemen, mogelijkheden en beperkingen. De module bestaat uit 9 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur, in een groep met maximaal 8 mensen en een terugkom bijeenkomst 3 maanden na afloop van de module In de module wordt aandacht besteed aan: analyse van de werkplek en wat de problemen zijn. Het kan hierbij gaan om problemen met de werkgever, problemen met en/of in de omgang met collega‟s, moeite het tempo vol te houden, frequent ziekteverzuim, belemmerende gedachten; analyse van factoren, die problemen op het werk in stand houden, of het zoeken naar werk bemoeilijken; analyse van mogelijkheden ten aanzien (het zoeken naar ander) werk. Wat zijn, op grond van en/of ervaring, haalbare opties. Trainen van vaardigheden in: probleem oplossing; omgang met andere mensen; ordenen en bijstellen van gedachten; opstellen van een sollicitatiebrief en solliciteren. 5. Ondersteunend trainingsaanbod Naast ondersteuning bij het werken in de praktijk heeft “Spoor 11” ook een cursus aanbod: Omgaan met Werk Steungroep Arbeid Omgaan met Werk In deze module leert de cliënt vaardigheden om succesvol in zijn werk (vrijwilligerswerk of een betaalde baan) te functioneren en zo zijn baan te behouden. Hij leert vooral hoe hij problemen die hij in zijn werk tegenkomt op kan lossen. Steungroep Arbeid De overgang naar werk kan een belastende periode zijn. Zowel de werk als privé situatie verandert. Plotseling zijn er leidinggevenden en collega‟s waar op een goede manier mee om moet worden gegaan. Er zijn allerlei regels die moeten worden nagekomen. Faalangst kan manifest worden. Er
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
19
kunnen conflicten ontstaan die moeten worden opgelost. Het werk wordt als belastend ervaren, de motivatie zakt in. De thuissituatie zal anders georganiseerd moeten worden. In de eerste periode op de nieuwe werkplek kan het afbreukrisico groot zijn. Voor deze cliënten heeft dit project de Steungroep Arbeid opgezet waarin cliënten die aan het werk zijn de gelegenheid geboden wordt om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. De trainers bieden een theoretisch kader waarin de onderwerpen geplaatst worden. Er zijn twee modules: 1. Module 1 is het trainen van de leidinggevenden van de Beschutte Werkplek „Aan de Slag‟ 2. Module 2 is de stagiaire module. Bedoeld voor cliënten die stage lopen of betaald aan het werk zijn. Kenmerkend is: wordt bij voorkeur ingezet kort voordat cliënt op een nieuwe werkplek aan de slag gaat loopt door als cliënt op zijn of haar nieuwe werkplek is begonnen daarom worden bijeenkomsten „s avonds gehouden het is een groepsproduct waarbij het groepsproces wordt gebruikt om individuen te motiveren, stimuleren, door te zetten waarbij groepsleden met elkaar de problemen bespreken die zich voordoen en oplossingsrichtingen aandragen en gestructureerd kan worden geoefend met lastige situaties. E. Coaching en nazorg Vanuit de behoefte om het traject te monitoren en bij te kunnen sturen en vanuit het perspectief van kwaliteit van hulpverlening wordt periodiek geëvalueerd. De basis is het trajectplan dat voor iedere individuele deelnemer is opgemaakt. In dit plan staat omschreven wat het hoofddoel is; de plaatsingsdoelstelling (regulier werk, gesubsidieerd werk, vrijwilligerswerk, werkervaringsplaats). Ook wordt een plaatsingsdatum genoemd. Daarnaast worden instrumenten benoemd die worden ingezet om de doelstelling te behalen, compleet met doorlooptijden. Per cliënt wordt in het cliëntvolgsysteem een traject aangemaakt. Van elke cliënt wordt een dossier opgebouwd waarin belangrijke gebeurtenissen worden vastgelegd, dit kunnen zijn gesprekken, mailverkeer of gedragsnotities. Dit dossier wordt gebruikt bij de coaching van iedere individuele deelnemer en in de nazorgfase. Op de volgende onderdelen is sprake van een evaluatiemoment: Opstellen trajectplan binnen 6 weken na intake 1e Voortgangsrapportage 6 maanden na start trajectbegeleiding 2e voortgangsrapportage 6 maanden na 1e rapportage Indien geïndiceerd: vaststellen volgende evaluatietermijn (bv. Na 1 1/2 jaar). Eindrapportage. De rapportage duurzaam aan het werk wordt 2 maanden na plaatsingsdatum opgesteld. Onder plaatsing wordt verstaan: werkhervatting in een betaalde functie op de reguliere arbeidsmarkt of bij de sociale werkvoorziening, maar ook werkhervatting in een werkervaringsplek of in een vrijwilligersfunctie. Werkhervatting wordt ook als plaatsing gezien als het een tussenstap in het traject betreft. Einde zonder plaatsing (EZP) bij uitval zonder gewenst resultaat als gevolg van uitval of buiten de afgesproken tijd vallend. Dit wordt in de eindrapportage nader omschreven. F. Versneld traject Van intake tot en met trajectplan is het proces voor iedere cliënt gelijk. Er is echter één uitzondering. Blijkt op het moment van kennismaking of tijdens het opstellen van het trajectplan dat een werkactiviteit noodzakelijk is, dan wordt versneld contact gelegd met een van de werkprojecten. Plaatsing is dan op korte termijn over het algemeen mogelijk. Wel wordt dan versneld een werkplan opgesteld.
Stroomschema trajectbegeleiding:
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
20
<-Gemeente vanuit bijstandsuitkering
<-Gemeente nieuwe instroom
<-GGZ cliënt
<-GGZ hulpverlening
Terugverwijzing (gemotiveerd) negatief
negatief 2e Kennismakings gesprek zo nodig
positief
Kennismakings/ voorlichting/ intakegesprek
Overleg & toewijzing trajectbegeleiding
< 2 weken na aanmelding
positief
Aanmelding
Stroomschema trajectbegeleiding
< na 1 week
zo nodig
beroepskeuze onderzoek verdiepingsgesprek
intakegesprek < 2 weken
Evaluatie Trajectplan
Opstellen & ondertekenen trajectplan
Plaatsing & uitvoering begeleiding
< 6 weken
Beschut werk
Melding einde traject < 1 maand vóór einde
Eindrapportage
Terugverwijzing (gemotiveerd)
< 2 weken na einde
Jobfinding
Versneld plaatsingstraject indien wenselijk / mogelijk
Jobcoaching Externe werkgevers Trainingen
2à3 intakegesprekken: - korte termijn - einddoel - arbeidsanamnese - rehabilitatie - reïntegratie - vaardigheden
Rehabilitatie: - financiering - Intensiteit - hulpverlening - uitkeringssituatie - Wensdoel -Mogelijke tussenstappen -Noodzakelijke tussenstappen - Regie bij cliënt
Reïntegratie bij Werkgever: - Tijd - Ziektewet - Dienstverband -1e spoor -2e spoor - Arbocontact - Reeds verwezen
Reïntegratie geen werkgever: - Intensiteit - hulpverlening - Uitkeringssituatie - Wensberoep - Mogelijkheden arbeidsmarkt - Vaardighedentraining - Scholing - Wettelijke regelingen -Inkoop trajecten - IRO
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
21
Intakeformulier Intakeformulier
Gegevens Cliënt
Datum aanmelding:
Voorletters + achternaam Roepnaam Adres Postcode Woonplaats
Telefoonnummer Email Geboortedatum Sofi-nummer Geslacht Nationaliteit Burgerlijke staat Kinderen Rijbewijs Uitkerende instantie Soort uitkering Werkgever GGZ-gegevens Uitvoering
GGZ Rijnstreek Trajectbegeleiding
Trajectbegeleider Adres Postcode Plaats Telefoon Mobiele Telefoon Email Aanmeldingsdatum Diagnose Behandelaar + zorgprog.
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
22
Begeleider(s) GGZ Rijnstreek
: dhr/mw
In behandeling sinds
: (datum 1e behandeling):
Opgenomen geweest
: 0 ja
Diagnose
:
Medicatie
: 0 ja
0 nee
0 nee
Reïntegratie Heeft u contact gehad met:
Van../tot..
Trajectbegeleiding Rijngeest Groep
Ja/nee
Reïntegratiebedrijf
Ja/nee
contactpersoon
Werkgever Laatste / huidige werkgever: Naam
:
Adres
:
Postcode – woonplaats
:
Telefoon
:
Contactpersoon
:
Soort bedrijf
:
Functie
:
Soort Contract
:
Aantal uren per week
:
In dienst sinds
:
Opleidingen en/of cursussen Soort opleiding en/of cursus
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
Van
23
Tot
Diploma Ja/nee
Werkervaring Bedrijf
Funktie
Van
Uw activiteiten / hobby‟s op dit moment: ochtend maandag
Tot
middag
Betaald / stage/ vrijwilligerswer k
avond
dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
Leefsituatie 0 alleenwonend
0 Begeleid zelfstandig wonend
0 woont bij ouders
0 beschermde woonvorm
0 alleenwonend met kind
0 samenwonend met partner
0 APZ
0 onbekend
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
24
0 ander samenlevingsverban d
Reden van aanmelding Ik wil mij aanmelden voor begeleiding en bemiddeling omdat:
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
25
Het trajectplan
Gegevens Cliënt
Datum aanmelding:
Naam cliënt , Voornaam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Email Geboortedatum Sofi-nummer Geslacht Nationaliteit Burgerlijke staat Kinderen Rijbewijs Uitkerende instantie Soort uitkering Werkgever GGZ-gegevens Uitvoering Trajectbegeleider Adres Postcode Plaats Telefoon Mobiele Telefoon Email Aanmeldingsdatum Diagnose Behandelaar
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
26
Profielschets
Actuele situatie
Opleiding
Werkervaring/vrijwilligerswerk
Toekomst
Randvoorwaarden
Overig
Schuldenproblematiek/ verslavingsproblematiek. Aan de hand van deze schets is onderstaand trajectadvies tot stand gekomen.
Trajectadvies
Einddoel Tussendoelen: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 3
<een betaalde passende baan>
Onderstaand treft u een overzicht aan met informatie over de verschillende fasen waaruit dit trajectplan is opgebouwd.
Stap 1
Doel Duur Instrument
Stap 2
Doel Instrument Duur
: :
:
: : :
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
27
Akkoord trajectplan Datum akkoord Naam cliënt Handtekening
: : :
Datum akkoord Naam trajectbegeleider Handtekening
: : :
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
28
Voortgangsrapportage: iedere 6 maanden
Voortgangsrapportage Trajectbegeleiding GGZ Rijnstreek GGZ Rijnstreek, onderdeel Rivierduinen Noorderkeerkring 20 2400 AS Alphen aan den Rijn Trajectbegeleider: Telefoon:
Email:
Datum:
Betreffende cliënt: Naam BSN Geboortedatum Adres Woonplaats Start traject Stand van zaken
Verwachtingen toekomst
< insteek ondersteuning en activiteiten komende maanden, resultaat traject>
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
29
Checklist Jobfinding Deze checklist is bedoeld als handvat voor de trajectbegeleider om het moment te bepalen van bemiddeling door de jobfinder. Het biedt ondersteuning om te onderzoeken of de cliënt daadwerkelijk klaar voor de volgende stap om actief bemiddeld te worden naar betaald werk, vrijwilligerswerk of een werkervaringplek. Bij het nalopen van de checklist ontdek je waar meer voorbereiding nodig is. Niet alle vaardigheden hoeven aanwezig te zijn, afhankelijk van het doel van de bemiddeling. Een curriculum vitae en een afgeronde periode van arbeidsmarktoriëntatie zijn minimale vereisten om de bemiddeling door de jobfinder te starten. Doelstelling bemiddeling Is het doel van de bemiddeling een werkervaringplek / vrijwilligerswerk/ betaald werk? Werkervaringplek:Werkervaring opdoen of ter oriëntatie van de functie of sector. Baanintentie hoeft niet aanwezig te zijn. Proefplaatsing: Maximaal 3 maanden, baanintentie contractueel opgenomen Vrijwilligerswerk: Nuttige arbeidsmatige dagbesteding is het voornaamste doel. Arbeidsmarktoriëntatie Weet kandidaat in welke functie (s) hij/zij wil werken? Heeft kandidaat een beeld van de bijbehorende werkzaamheden? Kan kandidaat duidelijk beargumenteren waarom hij/zij voor een bepaalde functie in aanmerking wil komen? Is de wens van kandidaat realistisch gezien achtergrond (genoten opleiding/werkervaring) en de huidige arbeidsmarkt? Kijk bv naar het aantal openstaande vacatures in de regio. Heeft kandidaat in voldoende mate een realistisch beeld van eventuele belemmeringen t.a.v. werk? Heeft kandidaat een duidelijk leerdoel voor ogen indien snuffelstage of werkervaringplek gewenst is? Sollicitatievaardigheden/ Schriftelijk Heeft de kandidaat een c.v.? Is kandidaat in staat om een sollicitatiebrief te schrijven? Sollicitatievaardigheden/ Presentatie Is het uiterlijk van de kandidaat verzorgd? Kan kandidaat iets over zichzelf vertellen tijdens een sollicitatiegesprek? Heeft kandidaat zich voorbereid op moeilijke vragen tijdens een sollicitatiegesprek? Kan kandidaat 3 sterke punten en 3 verbeterpunten van zichzelf aangeven, met hierbij een voorbeeld? Kan kandidaat aangeven waarom hij bepaalde loopbaankeuzes gemaakt heeft? Kan kandidaat zijn eventuele belemmeringen t.a.v. functioneren beschrijven?
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
30
Kan kandidaat omschrijven waarom hij een bepaalde functie wil vervullen en waarom hij een geschikte kandidaat is? Kan kandidaat zich enthousiast en gemotiveerd opstellen tijdens een sollicitatiegesprek? Blijkt kandidaat zijn motivatie tijdens een sollicitatiegesprek ook uit non-verbaal gedrag? Arbeidsvaardigheden Is kandidaat in staat zich te houden aan afspraken zoals op tijd komen, productieafspraken en ten aanzien van werkhouding? Is kandidaat in staat om samen te werken? Is kandidaat flexibel in houding ten aanzien van werk? Kan kandidaat omgaan met leidinggevenden? Kan kandidaat omgaan met collega‟s? Kan kandidaat zelfstandig werken? Past kandidaat zijn uiterlijk aan volgens de eisen van het werk? Kan kandidaat werk en privé scheiden? Is kandidaat communicatief vaardig? Is kandidaat in staat om met feedback om te gaan? Motiveert kandidaat zich ook voor minder leuk werk? Motivatie Is kandidaat bereid om ook ander passend werk te aanvaarden? Is kandidaat gemotiveerd voor een volgende stap richting de arbeidsmarkt? Bijzonderheden Zijn er binnen korte tijd grote veranderingen in privé-leven van kandidaat te verwachten zoals verhuizing of verandering in medicatie? …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………
Toelicht op checklist …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
31
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………
“Spoor 11” wordt mede mogelijk gemaakt door de Europese Unie.
32