Afdeling "Maatschappelijk Welzijn"
Vereniging van de
Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest v.z.w. Association de la
Ville et des Communes
Section CPAS
de la Région de Bruxelles-Capitale a.s.b.l.
METHODISCH KADER:
SOCIALE BALANS IN OCMW’S - november 2007 -
AUTEURS LIBERT Vincent WASTCHENKO Marie
Dit document wil de samenwerking EN het delen van informatie en instrumenten tussen OCMW’s versterken.
Inhoudsopgave 1. Nut van de sociale balans ..........................................................................................................2 2. Contextuele opmerkingen ..........................................................................................................4 3. Sociale balans: luik 1 “analyse – diagnose “ ...........................................................................6 3.1 Op welke twee assen is de analyse – diagnose gebaseerd? .................................................. 6 3.2 As met betrekking tot de “dimensies en subdimensies”........................................................... 8 3.3 As met betrekking tot de 4 types elementen............................................................................ 9 3.3.1 Stabiliserende elementen ................................................................................................. 9 3.3.2 Destabiliserende elementen ........................................................................................... 10 3.3.3 Opportuniteiten ............................................................................................................... 10 3.3.4 Gevaren .......................................................................................................................... 10 3.4 Het werkrooster “Analyse – diagnose”................................................................................... 11 4. Sociale balans: luik 2 “actievoorstellen”................................................................................12 4.1 Analyse – diagnose als basis voor de actievoorstellen.......................................................... 12 4.2 Organisatie van de actievoorstellen....................................................................................... 13 4.2.1 De acties die op korte termijn door het OCMW worden ondernomen............................. 13 4.2.2 De acties die op korte termijn door de gebruiker worden ondernomen .......................... 14 4.2.3 De acties die op middellange termijn door het OCMW worden ondernomen ................. 14 4.2.4 De acties die op middellange termijn door de gebruiker worden ondernomen ............... 15 4.3 Het werkrooster “Actievoorstellen”......................................................................................... 16 5. Bijzondere vragen .....................................................................................................................17
1
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
1. NUT VAN DE SOCIALE BALANS De Sociale Balans heeft 3 doelstellingen: 1°) een sociale toestand nauwkeurige analyseren, 2°) afdoende en aangepaste actievoorstellen uitwerken, 3°) de evolutie van de sociale toestand opvolgen en nagaan of de juiste acties genomen zijn.
De Sociale Balans is een instrument dat maatschappelijke werkers moet ondersteunen bij het sociaal onderzoek. Deze opdracht staat vermeld in artikel 60, §1 van de organieke OCMW wet en artikel 19 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
In het sociaal onderzoek wordt informatie verzameld over de sociale, administratieve en financiële toestand van personen die hulp aanvragen.
Dankzij deze informatie over de sociale, administratieve en financiële toestand kan de maatschappelijk werker een nauwkeurige diagnose stellen van de hulpbehoefte en vervolgens actievoorstellen uitwerken om hierop in te spelen.
Het inzamelen van deze informatie wordt momenteel complexer en belangrijker voor OCMW’s door de toename van het aantal personen in moeilijkheden en de diversiteit van de problemen.
Hoewel er duidelijke procedures bestaan om informatie te verzamelen over de administratieve en financiële toestand, is er toch nood aan een instrument om informatie te verkrijgen over de sociale toestand
van
een
persoon.
Dit
instrument
moet
maatschappelijk
werkers
de
nodige
methodologische ondersteuning geven.
Het spreekt voor zich dat voor een kwalitatieve sociale dienstverlening, een regelmatige evaluatie van de toestand van de geholpen persoon fundamenteel is.
Deze regelmatige evaluatie van de situatie is opgenomen in artikel 19 van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Om de beslissing over de dienstverlening te kunnen herzien, moeten de sociale toestand en zijn evolutie regelmatig geëvalueerd worden.
Door deze sociale balans regelmatig te gebruiken, ontstaan er “foto’s” over de sociale toestand van de persoon op verschillende momenten in de tijd.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
2
Dankzij dit instrument krijgt men een beter beeld van de evolutie van de sociale toestand van de persoon en kan worden nagegaan of de toegekende hulp aangepast is aan de evolutie van zijn toestand.
Om de doelstellingen te bereiken, hebben we een gestructureerd instrument uitgewerkt met de volgende elementen: -
analyse van de sociale toestand van de gebruiker op een bepaald moment
-
uitwerken van actievoorstellen in functie van deze toestand
In de praktijk omvat de Sociale Balans twee luiken: Luik 1: analyse – diagnose van de toestand van de gebruiker, Luik 2: uitwerken van actievoorstellen.
Het tweede luik is uiteraard gebaseerd op het eerste. De actievoorstellen zullen met andere woorden vertrekken vanuit de analyse - diagnose.
Om de doelstelling van evaluatie-herziening te bereiken, worden regelmatig de 2 luiken van de Sociale Balans gereproduceerd. Als de maatschappelijk werker de verschillende Sociale Balansen samenbrengt, beschikt hij over voldoende informatie om in te schatten hoe de toestand van de gebruiker evolueert.
De twee luiken van de Sociale Balans moeten de maatschappelijk werker ondersteuning bieden bij:
1°) sociale onderzoeken en het opstellen van sociale verslagen voor een beslissing van de raad voor Maatschappelijk Welzijn (of van het bijzonder comité voor de sociale dienst),
2°) de regelmatige evaluatie van de toestand van de persoon en de gepastheid / geschiktheid van de acties.
3
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
2. CONTEXTUELE OPMERKINGEN Het is cruciaal om een werkkader aan te bieden, zodat dit methodisch kader kan inspelen op de verwachtingen van het OCMW.
Vier aspecten zijn belangrijk om van de Sociale Balans een positieve actie te maken:
1. Een referentiekader maatschappelijk werk We stellen hier een methode voor maatschappelijk werk voor. Het instrument is dus niet louter administratief of technisch. Het gaat, zoals de benaming “Methodisch kader” al doet vermoeden, om een beredeneerde strategie die gevolgd wordt om een doel te bereiken. Deze werkmethode is niet dwingend en het enige doel is maatschappelijk werkers te ondersteunen in hun dagelijkse activiteiten.
2. Een gemeenschappelijk referentiekader Dit referentiekader is ontwikkeld en uitgewerkt voor alle OCMW’s, zowel de “grote” als de “kleine”.
3. Een flexibel referentiekader Dit referentiekader moet gebruikt worden in functie van de mogelijkheden van zowel het OCMW als de sociale diensten. Deze methode zal uiteraard een investering vragen op het vlak van tijd voor iedere gebruiker. OCMW’s en sociale diensten moeten deze methode zo goed mogelijk gebruiken in functie van hun realiteit. Het uitgangspunt bij de uitwerking van deze methode was dat er geen twee identieke OCMW’s bestaan en dat iedereen zijn autonomie, lokaal beleid en dynamiek moet behouden om zo nieuwe ideeën en instrumenten te laten ontstaan.
4. Een levend referentiekader Het hier voorgestelde referentiekader is evolutief. Onze doelstelling is zo goed mogelijk in te spelen op de realiteit. De methode en instrumenten moeten dan ook “leven”. OCMW’s en sociale diensten worden verzocht om zich deze methode eigen te maken en aan te passen aan hun behoeften en verwachtingen.
Het algemene kader dat wij hier voorstellen is niet perfect of volledig. Deze methode wordt u ter beschikking gesteld en heeft enkel nut op basis van uw werk en beroepservaring.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
4
We stellen u voor om kennis te maken met de Sociale Balans aan de hand van de volgende 3 punten.
Punt 1 is gewijd aan Luik 1 van de Sociale Balans, een analyse – diagnose van de sociale toestand.
Punt 2 behandelt Luik 2 van de Sociale Balans, de actievoorstellen.
Punt 3 beantwoordt een aantal specifieke vragen over het gebruik van de Sociale Balans.
5
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
3. SOCIALE BALANS: LUIK 1 “ANALYSE – DIAGNOSE “ Om luik 1 van de Sociale Balans te beschrijven, de analyse – diagnose van de sociale toestand van de persoon d.m.v. een specifiek werkrooster, overlopen we achtereenvolgens de volgende punten: -
de twee assen waarop de analyse – diagnose gebaseerd is,
-
definitie van de as “gekozen dimensies en subdimensies”,
-
definitie van de as “typologie van de elementen”,
-
presentatie van het werkrooster “analyse – diagnose”.
3.1 Op welke twee assen is de analyse – diagnose gebaseerd? De analyse – diagnose is opgebouwd rond 2 grote assen: -
een as met betrekking tot de “dimensies” en “subdimensies” waarmee rekening moet worden gehouden om de elementen over de sociale situatie van de persoon zo volledig mogelijk te identificeren,
-
een as om de geïdentificeerde elementen te rangschikken en vervolgens een adequate en aangepaste tussenkomst van het OCMW mogelijk te maken.
Hierboven hebben we al vermeld dat bij het sociaal onderzoek informatie wordt ingezameld over de financiële, administratieve en sociale toestand van de gebruiker.
Hoewel de administratieve en financiële informatie nodig voor het sociaal onderzoek duidelijk gedefinieerd is in de wet, geldt dit niet voor de informatie over de sociale toestand van de persoon. In het kader van de Sociale Balans hebben we in de eerste plaats sleutelelementen willen definiëren waaruit de situatie van een persoon bestaat ten opzichte van gebieden van tussenkomst van de sociale actie.
Met andere woorden, wat moet een OCMW weten van de gebruiker om een nauwkeurige diagnose te stellen van zijn sociale toestand en aangepaste actievoorstellen uit te werken?
Om deze vraag te beantwoorden, vertrekken we van de onvermijdelijke gebieden van tussenkomst in sociale zaken: gezondheid, financiële situatie, huisvesting, sociaal en cultureel leven, vorming, werk, enz.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
6
Zonder restrictief of volledig te zijn, hebben we een lijst opgesteld met dimensies en subdimensies waarmee volgens ons rekening moet worden gehouden bij de diagnose van de sociale toestand van een persoon.
Luik 1 van de Sociale Balans bestaat dus in eerste instantie uit een identificatie, voor iedere gebruiker, van de kenmerken van zijn persoonlijke situatie ten opzichte van de elementen die overeenstemmen met verschillende dimensies en subdimensies in ons werkrooster “Analyse – diagnose”.
Zo kan de maatschappelijk werker de gezondheidstoestand van de persoon, zijn administratieve situatie, huisvesting, werksituatie, enz. evalueren.
Dit werk beperkt zich niet tot een eenvoudige opsomming van de kenmerkende elementen van de toestand van de persoon ten opzichte van de dimensies en subdimensies. Deze elementen moeten vervolgens geklasseerd worden in functie van de perceptie van de maatschappelijk werker.
Zo kunnen we 4 types elementen identificeren: 1. Stabiliserende elementen, 2. Destabiliserende elementen, 3. Opportuniteiten, 4. Gevaren.
De eerste twee elementen geven de huidige toestand van de persoon weer en de twee volgende een beeld van zijn toekomst.
De maatschappelijk werker zal in zijn sociaal onderzoek eerst een diagnose stellen over het “stabiliserend” of “destabiliserend” karakter van de verschillende geïdentificeerde elementen.
Verder zal hij ook evalueren welke elementen “opportuniteiten” of gevaren” zijn voor de toekomst. Anders gezegd: in welke mate kunnen bepaalde elementen een positieve of negatieve rol spelen in de evolutie van de toestand van de persoon.
In het volgende punt verduidelijken we de verschillende dimensies en subdimensies waarmee rekening moet worden gehouden, evenals de 4 types elementen die geanalyseerd zijn bij de analyse - diagnose.
7
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
3.2 As met betrekking tot de “dimensies en subdimensies” In de onderstaande tabel stellen we de gekozen dimensies en subdimensies voor.
Deze lijst is niet exhaustief. Iedere maatschappelijk werker kan deze vrij aanpassen in functie van zijn beroepsrealiteit en ervaring in sociaal onderzoek en analyse van sociale situaties.
SUBDIMENSIES
DIMENSIES
Gezondheid
Inkomen
Huisvesting
-
Psychologische gezondheid
De psychologische toestand van de gebruiker
-
Fysieke gezondheid
De fysieke toestand van de gebruiker
-
Financiële toestand
De inkomsten en lasten van de gebruiker
-
Schuldenlast
De schuldenlast en het vermogen om hieraan het hoofd te bieden
-
Ligging huisvesting
De ligging van de huisvesting (type woning, verdieping, ...)
-
Kost huisvesting
De last die de woonst vertegenwoordigt in verhouding tot de financiële situatie van de gebruiker
-
Staat huisvesting
De staat van de woonst (salubriteit, veiligheid, …)
Administratieve situatie
De administratieve situatie van de gebruiker: inschrijving bij een ziekenfonds, inschrijving in het Rijksregister, verblijfssituatie op het grondgebied, sociale zekerheidssituatie (werkloos, pensioen, kinderbijslag, enz.), enz.
-
Autonomie
Het vermogen van de gebruiker om autonoom zijn administratieve situatie te beheren als individu, ten overstaan van de gemeente, het ziekenfonds, de vakbond, de sociale zekerheid, enz.
-
Mobiliteit
Het vermogen om zich te verplaatsen over korte (wijk), middellange (de gemeente) en lange afstanden (buurgemeenten)
-
Gezinssituatie
De elementen met betrekking tot de gezinsrelaties van de gebruiker (ouders, kinderen, bijzondere familiebanden).
-
Relationele situatie
De elementen met betrekking tot de omgeving (niet familiaal) van de gebruiker (vrienden, naasten, enz.)
-
Sociale participatie
De niet-professionele en collectieve participatie van de gebruiker in zijn sociale omgeving.
Dagelijks leven
-
Sociaal en cultureel leven
Inhoud
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
8
De diploma’s en certificaten behaald door de gebruiker evenals zijn vaardigheden en competenties (al dan niet met certificaat)
Kennis
Het is wenselijk om een Socioprofessionele Balans1 (SPB) uit te werken.
Arbeidsmarkt
Betreft de positie van de gebruiker in verhouding tot de arbeidsmarkt. Dit wil zeggen de duur van inactiviteit, reden van het baanverlies, mogelijkheid om een baan te vinden, nuttige ervaring, enz. Het is wenselijk om een Socioprofessionele Balans 2 (SPB) uit te werken.
Talen
De moedertaal en eventuele andere talen die de gebruiker spreekt.
Andere
Andere dimensies die geïdentificeerd moeten worden
3.3 As met betrekking tot de 4 types elementen Zoals hierboven vermeld, verwijzen de “stabiliserende” of “destabiliserende” elementen naar de huidige toestand van de persoon. De “opportuniteiten” of “gevaren” hebben betrekking op de toekomst.
Deze elementen hebben altijd een positieve of negatieve impact op de situatie van de persoon.
De maatschappelijk werker moet deze identificeren in zijn analyse - diagnose.
3.3.1 Stabiliserende elementen Stabiliserende elementen zijn elementen waarop de gebruiker kan rekenen en die steunpunten kunnen zijn voor de tussenkomst van het OCMW en de door te voeren verandering.
Voorbeelden: De persoon heeft een stabiel inkomen. De persoon beschikt over een erkend diploma of certificaat. De persoon wordt ondersteund door zijn familie of omgeving. De persoon heeft een sociaal zekerheidsstatuut (WIGW, erkenning van invaliditeit of handicap). - De persoon heeft een deeltijdse betrekking. - enz. -
1
2
9
Het opleidingsaspect kan geëvalueerd worden door middel van het Methodisch Kader “Socioprofessionele Balans”, beschikbaar op de website www.vsgb.be Idem
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
3.3.2 Destabiliserende elementen Destabiliserende elementen zijn elementen die de moeilijkheden van de gebruiker veroorzaken of die hiermee verbonden zijn.
Voorbeelden: -
De persoon heeft psychologische moeilijkheden. De persoon gebruikt overmatig veel alcohol of drugs. De persoon heeft gezondheidsproblemen. De persoon beschikt niet over een inkomen of een te laag inkomen. De persoon heeft een overmatige schuldenlast. De persoon heeft geen huisvesting. De persoon beschikt niet over een erkend diploma of certificaat. enz.
3.3.3 Opportuniteiten Opportuniteiten zijn elementen die een positieve rol kunnen spelen in de situatie van de gebruiker en zijn evolutie.
Voorbeelden: -
De persoon solliciteert naar betrekkingen binnen zijn competenties. De persoon verhuist naar een woning aangepast aan zijn handicap. De persoon of een gezinslid zal binnenkort genezen van een ziekte. De persoon wenst zich in te schrijven in een vrijetijdsclub en tracht een sociaal netwerk te creëren. De persoon wenst een rijbewijs te behalen. enz.
3.3.4 Gevaren Gevaren zijn elementen die een negatieve rol kunnen spelen in de situatie van de gebruiker. Deze elementen moeten preventief gecontroleerd en aangepakt worden om te voorkomen dat het Destabiliserende elementen worden.
Voorbeelden: -
Inkomensverlies kan zorgen voor een opstapeling van schulden. De gezondheidstoestand van de persoon kan verslechteren. De persoon zal binnen enkele maanden zijn woning kwijtraken. Een familielid kan ernstig ziek raken. De persoon zal binnen enkele maanden zijn deeltijdse betrekking verliezen. enz.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
10
3.4 Het werkrooster “Analyse – diagnose” Door de gekozen dimensies en subdimensies te kruisen met de 4 hierboven beschreven elementen, krijgen we het volgende werkrooster: SOCIALE BALANS: "Analyse - diagnose" STABILISERENDE ELEMENTEN Gezondheid Inkomen Huisvesting
Dagelijks leven
Sociaal en cultureel leven
DATUM ... / ... / …... DESTABILISERENDE ELEMENTEN
OPPORTUNITEITEN
GEVAREN
Psychologische gezondheid Fysieke gezondheid Financiële situatie Schuldenlast Situatie huisvesting Kost huisvesting Staat huisvesting Administratieve situatie Autonomie Mobiliteit Gezinssituatie Relationele situatie Sociale participatie
Kennis Arbeidsmarkt Talen Andere Volgende Sociale Balans: … / … / ……
Dankzij dit werkrooster krijgt de maatschappelijk werker een duidelijk beeld van de sociale toestand van de persoon.
Om zijn Sociale Balans verder te zetten, dient de maatschappelijk werker luik 2 van de Sociale Balans, de actievoorstellen, uit te werken.
AVCB Section CPAS – Référentiel méthodologique « Bilan social » - Novembre 2007
11
4. SOCIALE BALANS: LUIK 2 “ACTIEVOORSTELLEN” Om luik 2 van de Sociale Balans, de uitwerking van actievoorstellen d.m.v. een specifiek werkrooster, te beschrijven, zullen wij achtereenvolgens de volgende elementen behandelen: -
analyse – diagnose als basis voor de actievoorstellen,
-
organisatie van de actievoorstellen,
-
presentatie van het werkrooster “Actievoorstellen”.
4.1 Analyse – diagnose als basis voor de actievoorstellen Dankzij het werkrooster “Analyse – diagnose” kan de sociale toestand van de persoon beter geanalyseerd worden.
Dit werk is fundamenteel om actievoorstellen uit te werken.
Dit is waarover luik twee van de Sociale Balans gaat.
Om actievoorstellen uit te werken, moeten deze eerst gedefinieerd en vervolgens georganiseerd worden.
Om de te ondernemen acties te definiëren, verwijst de maatschappelijk werker naar de elementen die hij geïdentificeerd heeft in het werkrooster “Analyse – diagnose”. Zo kan hij actievoorstellen uitwerken in functie van de problemen geïdentificeerd met behulp van het rooster, maar in zijn voorstellen ook rekening houden met de stabiliserende en destabiliserende elementen, alsook de opportuniteiten en gevaren. De relevantie van de voorgestelde actie hangt immers af van de verschillende elementen.
In de OCMW werklogica is het bovendien van belang om deze voorstellen op 2 niveaus te organiseren: het tijdsaspect en de actoren.
12
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
4.2 Organisatie van de actievoorstellen In de eerste plaats, het tijdsaspect. De acties moeten op korte en middellange termijn uitgevoerd kunnen worden. Dit kadert in een logica van curatief (korte termijn) en preventief (middellange termijn) werk. Actievoorstellen kunnen dan ook geïdentificeerd worden als acties op korte of middellange termijn.
Op het tweede niveau vinden we de actoren terug. We maken een onderscheid tussen de acties die door het OCMW en die door de gebruiker ondernomen moeten worden.
Deze twee niveaus worden gecombineerd en geven het volgende klassement: -
De acties die op korte termijn door het OCMW worden ondernomen,
-
De acties die op korte termijn door de gebruiker worden ondernomen,
-
De acties die op middellange termijn door het OCMW worden ondernomen,
-
De acties die op middellange termijn door de gebruiker worden ondernomen.
4.2.1 De acties die op korte termijn door het OCMW worden ondernomen Acties die door het OCMW, de sociale diensten of de maatschappelijk werker op korte termijn ondernomen kunnen worden met betrekking tot de desbetreffende as.
Voorbeelden:
13
-
Een leefloon toekennen,
-
Huisvestingshulp toekennen,
-
Een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie studies uitwerken,
-
De nodige administratieve handelingen uitvoeren inzake sociale zekerheid,
-
Psychosociale begeleiding organiseren,
-
Oriënteren naar de cel “schuldbemiddeling”,
-
Oriënteren naar de cel “18-25 jarigen”,
-
Oriënteren naar de cel “SPI”,
-
Een socioprofessionele balans opstellen,
-
Oriënteren naar een externe dienst,
-
enz.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
4.2.2 De acties die op korte termijn door de gebruiker worden ondernomen Dit zijn acties die op korte termijn door de gebruiker ondernomen kunnen worden met betrekking tot de beoogde as.
Voorbeelden: -
De nodige administratieve handelingen uitvoeren bij het ziekenfonds of de gemeenteadministratie,
-
Zich inschrijven als werkzoekende,
-
Een afspraak maken met de cel “schuldbemiddeling”,
-
Een afspraak maken met de cel “18-25 jarigen”,
-
Een afspraak maken met de cel “SPI”,
-
Een afspraak maken bij een arts,
-
Een socioprofessionele balans uitwerken,
-
Deelnemen aan psychosociale begeleiding,
-
Een afspraak maken met een externe dienst,
-
enz.
4.2.3 De acties die op middellange termijn door het OCMW worden ondernomen Dit zijn acties die door het OCMW, de sociale diensten of de maatschappelijk werker in een bepaalde termijn ondernomen kunnen worden met betrekking tot de beoogde as.
Voorbeelden: -
Huisvestingshulp toekennen,
-
Een GPMI Studies uitwerken,
-
Een GPMI Opleiding uitwerken,
-
Een GPMI dat leidt naar een arbeidscontract uitwerken,
-
Psychosociale begeleiding organiseren,
-
Oriënteren naar de cel “schuldbemiddeling”
-
Oriënteren naar de “SPI” cel,
-
Een socioprofessionele balans uitwerken,
-
Oriënteren naar een externe dienst,
-
enz.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
14
4.2.4 De acties die op middellange termijn door de gebruiker worden ondernomen Acties die door de gebruiker ondernomen in een bepaalde termijn ondernomen kunnen worden met betrekking tot de beoogde as.
Voorbeelden: -
Zich onderwerpen aan een medische opvolging,
-
De nodige handelingen uitvoeren bij organisaties of instellingen van de sociale zekerheid,
15
-
Zich inschrijven als werkzoekende,
-
Een afspraak maken met de cel “schuldbemiddeling”,
-
Een afspraak maken met de cel “18 – 25 jarigen”,
-
Een socioprofessionele balans uitwerken,
-
Deelnemen aan psychosociale begeleiding,
-
Een afspraak maken met een externe dienst,
-
Enz.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
4.3 Het werkrooster “Actievoorstellen” De elementen met betrekking tot de twee categorieën acties en de twee actoren zijn opgenomen in het onderstaande werkrooster. SOCIALE BALANS: "Actievoorstellen" Voorstellen van acties op korte termijn Voorstellen van acties op korte termijn te te ondernemen door het OCMW ondernemen door de gebruiker
DATUM ... / ... / …...
Voorstellen van acties op middellange termijn te ondernemen door het OCMW
Voorstellen van acties op middellange termijn te ondernemen door de gebruiker
Psychologische gezondheid Gezondheid Fysieke gezondheid Financiële situatie Inkomen Schuldenlast Situatie huisvesting Huisvesting
Kost huisvesting Staat huisvesting Administratieve situatie
Dagelijks leven
Autonomie Mobiliteit
Sociaal en cultureel leven
Familiale situatie Relationele situatie Sociale participatie
Kennis Arbeidsmarkt Talen Andere Volgende Sociale Balans: … / … / ……
Als de maatschappelijk werker dit luik van de Sociale Balans, bedoeld voor de uitwerking van actievoorstellen, gebruikt, kan dit ondersteuning bieden bij het opstellen van sociale verslagen bedoeld voor de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn (of van het BCSD).
16
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
5. BIJZONDERE VRAGEN ● In welke mate wordt de gebruiker betrokken bij de uitwerking van de Sociale Balans?
De gebruiker moet betrokken worden bij deze diagnose en de actievoorstellen!
Het einddoel van iedere tussenkomst blijft, voor zover mogelijk, het zelfstandig laten worden van de gebruiker. Hetzelfde geldt voor het naleven van ethische regels voor maatschappelijk werk (eigenheid, zelfbeschikking, respect, autonomie en wederzijdse afhankelijkheid).
De betrokkenheid van de gebruiker zal eveneens een motiverende rol spelen. De persoon dient op natuurlijke wijze ertoe gebracht worden om zich positief in te schakelen in het proces. De maatschappelijk werker moet de gebruiker te betrekken in een permanent evaluatieproces om ervoor te zorgen dat de geholpen persoon zich bewust wordt van de verandering die aan de gang is.
Voor een persoon is een regelmatige evaluatie van zijn situatie belangrijk om zich bewust te worden van zijn evolutie.
De Sociale Balans betrekt de gebruiker rechtstreeks en zou op termijn ervoor moeten zorgen dat de geholpen persoon een bepaald vermogen tot zelfevaluatie verwerft. Als nieuwe moeilijkheden opduiken, kan de persoon zijn situatie evalueren en, vanaf dat moment, naar behoren reageren. ● In welke mate kunnen de dimensies en subdimensies opgenomen in het werkrooster “Analyse – diagnose” aangevuld of gewijzigd worden?
Hierboven hebben we reeds vermeld dat we bij de diagnose van de sociale situatie van een persoon een volledige en nuttige lijst van dimensies willen voorstellen, maar dat ons werkrooster in geen geval limitatief of exhaustief is.
Deze lijst kan aangepast worden, bijvoorbeeld in functie van de algemene beleidsnota van het OCMW, specifieke OCMW acties of een optimaal gebruik door de maatschappelijk werkers.
Zoals we reeds vermeld hebben, is de Sociale Balans een flexibel en levend referentiekader! VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
17
●
Hoe
bepaalt
de
maatschappelijk
werker
welke
elementen
stabiliserend
en
destabiliserend zijn of wat de opportuniteiten en gevaren zijn?
Het spreekt voor zich dat iedere maatschappelijk werker, individueel en in functie van de specifieke situatie waarmee hij zich bezighoudt, kan bepalen welke elementen hij als “stabiliserend” of “destabiliserend” beschouwd.
Voor de ene persoon zal het feit dat iemand alleen 3 kinderen opvoedt beschouwd worden als een destabiliserend element waarmee rekening moet worden gehouden. Voor de andere is dit net een stabiliserende factor. Alles hangt af van de visie van de maatschappelijk werker, maar ook van de bijzondere situatie van de persoon en de specifieke problemen waarmee deze te maken heeft.
Zowel de organieke OCMW wet als de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepalen dat het sociaal onderzoek uitgevoerd dient te worden door een maatschappelijk werker met de titel van maatschappelijk assistent, sociale verpleegkundige of verpleegkundige in gemeenschapsgezondheid. De toevlucht tot deze beroepen is gerechtvaardigd door het feit dat, dankzij hun opleiding, deze personen technieken verworven hebben om de hulpvraag te ontvangen, sociale moeilijkheden op te merken, een sociale toestand te evalueren en te onderhandelen over een sociaal interventiekader.
Het gaat dus om expertisewerk dat te onderscheiden is van het werk van sociale begeleiding, een andere functie van de maatschappelijk werker in OCMW’s.
Het sociaal onderzoek is een bijzonder werk dat specifieke werktechnieken en beroepservaring vereist.
Iedere situatie is uniek en de visie van de expert zal dit ook zijn.
Het is dan ook cruciaal dat de Sociale Balans uitgevoerd wordt in het kader van kwalitatief sociaal werk en dat de deontologische regels eigen zijn aan het beroep van maatschappelijk assistent (of sociaal verpleegkundige of verpleegkundige in gemeenschapsgezondheid) worden nageleefd.
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007
18
● Wat dient te gebeuren met de elementen die het werkrooster “Analyse – diagnose” aan het licht heeft gebracht, maar waarvoor het OCMW geen bijzondere actie kan ondernemen?
Zoals iedere sociale instelling kan het OCMW niet tegemoetkomen aan alle sociale moeilijkheden waarmee zijn gebruikers geconfronteerd worden.
Dit wil niet zeggen dat de maatschappelijk werker enkel de sociale moeilijkheden moet identificeren waarop het OCMW kan inspelen. In de Sociale Balans moet de maatschappelijk werker alle sociale moeilijkheden identificeren, om hiermee rekening te houden in de actievoorstellen.
We mogen niet vergeten dat het OCMW beroep kan doen op externe personen voor een specifieke sociale dienstverlening. Bij een persoon die psychologische begeleiding nodig heeft, zal bijvoorbeeld de vraag gesteld worden of de persoon al gevolgd wordt of kan worden door een externe persoon of organisme.
De samenwerking met externe personen is bijvoorbeeld ook mogelijk in het kader van geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie (GPMI). ● Kan de Sociale Balans als basis dienen voor het onderhandelen en het opstellen van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)?
Het lijkt vanzelfsprekend dat de Sociale Balans een interessante basis kan zijn om een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie uit te werken.
De Sociale Balans staat toe om de situatie van de persoon volledig te evalueren. Er komen een aantal elementen aan het licht die als basis kunnen dienen voor het onderhandelen en opstellen van een actieprogramma, dat zowel door het OCMW als de persoon zelf gerealiseerd kan worden, met of zonder de tussenkomst van een externe persoon.
De eerste Sociale Balans zal eveneens als basis kunnen dienen om de evolutie van de toestand van de persoon in te schatten. Hiertoe zal de maatschappelijk werker een nieuwe Sociale Balans uitwerken, telkens wanneer dit nodig is.
19
VSGB Afdeling Maatschappelijk Welzijn – Methodisch kader “Sociale Balans” – november 2007