Sijn is een methodiek waarmee het sociale netwerk van zorgvragers wordt vergroot en versterkt. Tevens levert de methodiek een (preventieve) bijdrage aan de draagkracht van mantelzorgers.
Methodiek Sterk in je netwerk (Sijn) Opdrachtgever: Gemeente Haarlem Organisatie: RIBW K/AM Samenwerkingspartners: GGZ Ingeest, Kontext en Pluspunt Eindverantwoordelijke: Ineke de Jonge Projectleider: Loes Roeloffs Projectmedewerker/ methodiekontwikkeling: Laura Terbrack E-mailadressen:
[email protected] [email protected]
Niets uit dit document mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de projectleider worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd.
0
Voorwoord De methodiek ‘Sterk in je netwerk’ (Sijn) is tot stand gekomen in samenwerking met professionals werkzaam bij GGZ inGeest, Kontext, Pluspunt en RIBW K/AM. Een aantal van hen heeft tevens een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de methodiek. Het resultaat van deze inspanningen is met name terug te vinden in de verschillende voor de methodiek ontwikkelde instrumenten. Wij willen het begeleidend team van Beschermd Wonen (BW) Zandvoort en de SRH-coach bedanken voor hun inzet en deskundigheid. We bedanken de opdrachtgevende gemeenten Haarlem en Zandvoort voor het vertrouwen dat zij in RIBW K/AM hebben gesteld. Tot slot willen wij vooral de zorgvragers en de betrokken mantelzorgers vanuit RIBW K/AM bedanken voor hun medewerking aan de implementatie van de pilot.
De volgende personen/instellingen hebben bijgedragen aan de tot stand komen van deze methodiek: Y. Boudesteijn, E. den Breejen, E. Driebergen, E. v.d. Haar, E. Hoornweg, A. Hilgersom, J. Kramer, D. Kremer, T. Kreuger, S. Tromp, R. Kwekkeboom, N. Lindeboom, P. Paquot-Servais, medewerkers Regioplan, S. van Schoonhoven en A. Zoetmulder.
De Sijn-methode
1
Samenvatting Met de Sijn-methodiek wordt het sociale netwerk van zorgvragers vergroot en versterkt. Tevens levert de methodiek een preventieve bijdrage aan de draagkracht van mantelzorgers. Versterken en vergroten van het netwerk gebeurt door het informele netwerk bij de ondersteuning van de zorgvrager meer in te zetten en te betrekken. Onder het informele netwerk verstaan we familie, naasten en vrijwilligers. De methodiek geeft op systematische wijze antwoord op een aantal belangrijke vragen als ‘Wat is de zorgvraag en uit wie bestaat het huidige netwerk?’, ‘Wat voor soort netwerk heeft de zorgvrager’; ‘Hoe is het draagvlak van de mantelzorger(s)?’; ‘Hoe zou het gewenste netwerk er uit moeten zien?’; ‘Wat is er nodig om een verschuiving van dit netwerk te realiseren?’ De methodiek bestaat uit een aantal instrumenten: domeinkaart, netwerkkaart en interventie- en risico-inventarisatiekaarten. Met behulp van deze instrumenten kan Sijn in vier stappen worden toegepast. In de eerste stap wordt de ondersteuningsvraag en het netwerk van de zorgvrager in kaart gebracht. In de tweede stap wordt het netwerk met behulp van de verkregen gegevens geanalyseerd. In de derde stap gekeken of het netwerk versterkt of vergroot moet worden, waardoor het gewenste netwerk wordt bepaald. In de vierde en tevens laatste stap worden passende interventies ingezet om de verschuiving van het netwerk te realiseren. Tijdens de vier stappen zal er constant een verbinding worden gelegd tussen de ondersteuningsvraag en het aanwezige netwerk. Dat houdt in dat antwoorden op vragen zoveel mogelijk binnen het informele netwerk zullen worden gezocht. Het doel van de inzet van de methodiek is een verschuiving van een klein of voornamelijk professioneel netwerk naar een zo informeel mogelijk netwerk te bewerkstelligen, met voldoende draagkracht om ook op de lange termijn ondersteuning aan de zorgvrager te kunnen bieden. De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) en de MantelScan hebben als basis gediend voor deze methodiek. De methodiek sluit aan bij de kantelgedachte van de gemeente: zoek samen naar oplossingen die het beste passen bij de individuele situatie van de zorgvrager. Als blijkt dat eigen kracht, het sociale netwerk, algemene voorzieningen en vervolgens collectieve voorzieningen onvoldoende mogelijkheden bieden, zal om de zorgvrager passend te ondersteunen een beroep worden gedaan op professionele hulpverlening.
De Sijn-methode
2
De Sijn-methode
3
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 6 1.1
Projectopdracht ..................................................................................................................................... 7
1.2
Centrale vraag ....................................................................................................................................... 7
1.3
Deelvragen ............................................................................................................................................. 7
1.4
Projectdoelstellingen ............................................................................................................................. 7
1.5
Resultaten van het project .................................................................................................................... 8
2. Sijn-methodiek in vogelvlucht ............................................................................................................................. 9 2.1
Inleiding ................................................................................................................................................. 9
2.2
Waarom met deze instrumenten aan de slag? ................................................................................... 10
2.3
Doelgroepen ........................................................................................................................................ 10
2.4
Benodigde competenties van de professional .................................................................................... 11
3. Onderbouwing .................................................................................................................................................. 12 3.1
Visie ..................................................................................................................................................... 12
3.2
Verantwoording ................................................................................................................................... 13
4. De aanpak ......................................................................................................................................................... 16 4.1
Het gebruik van de Sijn-methodiek ..................................................................................................... 16
4.2
Stap 1 Domeinkaart ............................................................................................................................. 16
4.3
Stap 2 Netwerkanalyse ........................................................................................................................ 19
4.4
Stap 3 Netwerkkaart ............................................................................................................................ 20
4.5
Stap 4 Interventie- en risico-inventarisatiekaarten ............................................................................. 21
4.6
Conclusie en advies ............................................................................................................................. 22
5. Implementatie van de Sijn-methodiek .............................................................................................................. 23 5.1
Doelgroep pilot .................................................................................................................................... 23
5.2
Aandachtspunten ................................................................................................................................ 23
5.3
Bevindingen ingevulde instrumenten en interventies ........................................................................ 24
5.4
Samenvattende conclusie vanuit de pilot ........................................................................................... 30
6. Aanbevelingen................................................................................................................................................... 31 Geraadpleegde literatuur...................................................................................................................................... 32 Bijlage 1
Domeinkaart ................................................................................................................................... 34
Bijlage 2
Netwerkkaart ................................................................................................................................. 47
Bijlage 3
Interventie- en risico-inventarisatiekaarten ................................................................................... 48
Bijlage 4
Uitleg van de domeinen ................................................................................................................. 70
Bijlage 5
Omschrijving van vier Netwerktypen ............................................................................................. 76
Definities ............................................................................................................................................................... 80
De Sijn-methode
4
De Sijn-methode
5
1. Inleiding De zorgsector is, onder invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, in beweging. In deze dynamische sector speelt de Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Kennemerland, Amstelland en de Meerlanden (RIBW K/AM) een belangrijke rol in de ondersteuning en begeleiding van mensen met psychiatrische en/of psychosociale problemen. RIBW K/AM heeft als doel gesteld deze rol te verstevigen en uit te bouwen. De vier kernwaarden: respectvol, verbindend, ontwikkelingsgericht en professioneel, zijn leidend voor het handelen van de RIBW. De centrumgemeente Haarlem heeft uitvoering van het project wat betrekking heeft op het versterken van het sociale netwerk en mantelzorg in 2013 aan RIBW K/AM toegekend. Het project werd in de gemeente Zandvoort uitgevoerd in nauwe samenwerking met een aantal ketenpartners: GGZ inGeest (geestelijke gezondheidszorg), Kontext (maatschappelijk werk) en Pluspunt (Welzijn). Met deze ketenpartners werkt de Beschermd Wonen-locatie Zandvoort, onderdeel van RIBW K/AM, de afgelopen jaren succesvol samen in de gemeente Zandvoort. Onder de naam van OOK Zandvoort is er bovendien een samenwerkingsverband tussen wonen, welzijn- en zorginstellingen. Naast het herpakken van de eigen kracht en eigen regie is het ook belangrijk dat het sociale netwerk van mensen in kwetsbare omstandigheden wordt versterkt. Door samen in kaart te brengen wie nu en in het verleden belangrijke mensen zijn of waren in hun leven, kan worden gekeken hoe oude verbroken contacten kunnen worden hersteld en waar nieuwe contacten, bijvoorbeeld in de buurt of via vrijwilligerswerk, kunnen worden opgebouwd. Daarnaast is het ook van belang dat de naasten, die soms al jaren steun bieden, worden ondersteund en gesterkt in hun rol als mantelzorger. Bijvoorbeeld door het organiseren van lotgenotencontact of het realiseren van respijtzorg. Op deze wijze kunnen informatie en ervaringen worden gedeeld en kan steun worden geboden in de bij tijd en wijle zware rol van mantelzorger. Het versterken van de kwetsbare burger en diens mantelzorger(s) door het creëren van een steviger sociaal netwerk om op terug te kunnen vallen, betekent dat de professionele zorg een stap terug kan doen. Uiteindelijk doel is dat de cliënt en diens netwerk voldoende stevig zijn en de professionele ondersteuning zichzelf ‘overbodig’ heeft gemaakt. Professionele ondersteuning krijgt daarmee ook een andere rol: min of meer faciliterend, en coördinerend, ten behoeve van zowel de cliënt als diens mantelzorgers en het brede sociale (en maatschappelijke) netwerk. In dit hoofdstuk worden de volgende in het plan van aanpak vastgestelde onderdelen nader omschreven: projectopdracht; de centrale vraag; de deelvragen; de projectdoelstellingen en de beoogde deelresultaten vanuit het project ‘Sterk in je netwerk’ (Sijn).
De Sijn-methode
6
1.1
Projectopdracht
Het ontwikkelen van een overdraagbare methodische aanpak waarmee het sociale netwerk van zelfstandig wonende mensen met een ambulante begeleidingsbehoefte als gevolg van psychiatrische en/of psychosociale problemen wordt vergroot en versterkt. Het ontwikkelen van een overdraagbare methodische aanpak waarmee de draagkracht en -last in kaart worden gebracht met als doel de draagkracht te vergroten of te behouden. Het uit/overdragen van de ontwikkelde methodische aanpak ten behoeve van mensen met een begeleidingsbehoefte in brede zin (en hun mantelzorgers), zodat de ontwikkelde aanpak ook voor andere doelgroepen en door andere ketenpartners kan worden ingezet.
1.2
Centrale vraag
Hoe kan het sociale netwerk van mensen met een begeleidingsbehoefte en de ondersteuningsbehoefte van hun mantelzorgers worden vergroot c.q. versterkt?
1.3
Deelvragen
Welke methoden bestaan er al die mogelijk toegepast kunnen worden op deze doelgroep? Hoe moet de nieuwe methodische aanpak eruitzien? Aan welke eisen (en voorwaarden) moet de nieuwe methodische aanpak voldoen? Wat is de ondersteuningsvraag van ‘ervaringsdeskundigen (mensen met een begeleidingsvraag) en mantelzorgers? Hoe wordt de methodische aanpak binnen een organisatie geïmplementeerd? Hoe kan de informele- en formele zorg optimaal op elkaar worden afgestemd? Hoe kan de ontwikkelde methodiek worden gedeeld (overdraagbaar gemaakt) voor andere partners en doelgroepen?
1.4
Projectdoelstellingen
Eind januari 2014 is er een overdraagbare methodische aanpak ontwikkeld waarmee het sociale netwerk van zelfstandig wonende mensen met een ambulante begeleidingsbehoefte wordt vergroot en versterkt. Eind januari 2014 is er een overdraagbare methodische aanpak ontwikkeld die een (preventieve) bijdrage kan leveren aan de draagkracht van mantelzorgers van mensen met begeleidingsbehoefte.
De Sijn-methode
7
1.5
Resultaten van het project
Een beschreven methodische aanpak om het sociale netwerk van mensen met een begeleidingsbehoefte in kaart te brengen, te vergroten c.q. te versterken. Een beschrijving van een aantal vraaggerichte ondersteuningsvormen die kunnen worden ingezet om het sociale netwerk van mensen met een begeleidingsbehoefte te versterken. Een beschreven methodische aanpak die een (preventieve) bijdrage levert aan de draagkracht van mantelzorgers van mensen met een begeleidingsbehoefte. De methodiek maakt inzichtelijk welke verschuiving van het formele naar het informele netwerk mogelijk zijn.
De Sijn-methode
8
2. Sijn-methodiek in vogelvlucht In dit hoofdstuk wordt de Sijn-methodiek in vogelvlucht uitgelegd. Binnen de methodiek wordt in stappen gewerkt. In paragraaf 2.3 wordt nader ingegaan op de doelgroepen en dan specifiek gericht op de pilot doelgroep. Tot slot volgt in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk een uiteenzetting van de benodigde competenties voor de professionals. Deze competenties komen in de methodiek regelmatig terug, omdat deze van belang zijn gebleken tijdens de implementatie van de pilot. Dit neemt niet weg dat Sijn zonder tussen komst van de professional gehanteerd kan worden.
2.1
Inleiding
De insteek van de methodiek is dat verschillende mensen/organisaties de methodiek zouden kunnen gebruiken: de zorgvrager (en het informele netwerk) zelf, vrijwillige mantelzorgondersteuners of professionals: van GGZ tot welzijn, mantelzorgorganisaties, etc. In deze methodiek wordt regelmatig ingezoomd op de vaardigheden en worden competenties voor de professional toegelicht. Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) wordt veel waarde gehecht aan de zelfredzaamheid van burgers en de inzet van het eigen sociale netwerk. Om dit netwerk optimaal in te kunnen zetten is het van belang om in kaart te brengen wat de mogelijkheden en beperkingen van een dergelijk netwerk zijn. Met Sijn wordt niet alleen het sociale netwerk van de zorgvrager in kaart gebracht, maar wordt deze ook vergroot en versterkt. Het levert daarbij een (preventieve) bijdrage aan de draagkracht van mantelzorgers. Het doel van de inzet van de methodiek is: het verschuiven van een klein of voornamelijk professioneel netwerk naar een zo informeel mogelijk netwerk, met voldoende draagkracht om ook op de lange termijn ondersteuning aan de zorgvrager te kunnen bieden. De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) en de MantelScan hebben als basis gediend voor deze methodiek. De methodiek bestaat uit een aantal instrumenten. Met behulp van deze instrumenten zal in het eerste gesprek met de zorgvrager een inventarisatie worden gemaakt van zijn ondersteuningsvraag/vragen. De kantelgedachte van de professional zal bij het gesprek met de zorgvrager de basis vormen voor dit gesprek: het niet meer denken in voorzieningen, maar denken in oplossingen samen met de zorgvrager om te komen tot maatwerk voor de zorgvrager. In sommige situaties zal de professional een sturende rol hebben bij het inzetten van ondersteuning vanuit het informele netwerk. Om het netwerk volledig in kaart te brengen, zullen alle domeingebieden tijdens dit gesprek aan de orde komen. Mocht er tijdens dit gesprek een verdiepende analyse van het sociale netwerk nodig zijn, omdat er tijdens het eerste gesprek duidelijk wordt dat de zorgvrager te maken heeft met een complex informeel netwerk, dan kan middels en vervolggesprek een verdiepende netwerkanalyse plaatsvinden. De Sijn-methode
9
Na het in kaart brengen van het sociale netwerk en de ondersteuningsvragen is de volgende stap in de methodiek het bepalen van het huidige netwerktype. In gesprek met de zorgvrager zal bekeken worden of dit netwerktype versterkt of vergroot dient te worden. Versterking en vergroting van het netwerk is gericht op uitbreiding van het informele netwerk. Om dit te kunnen bewerkstelligen zullen interventies moeten worden ingezet. In hoofdstuk 4 ‘De aanpak’ wordt de methodiek aan de hand van de instrumenten nader toegelicht.
2.2
Waarom met deze instrumenten aan de slag?
De kracht van Sijn is de manier waarop verkregen informatie in een gesprek met de zorgvrager gestructureerd wordt. De structuur die Sijn biedt, maakt het sociale netwerk overzichtelijk. Hierdoor gaat er geen informatie verloren. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt op welke domeinen het sociale netwerk ondersteuning biedt en hoe deze ondersteuning wordt gegeven. Het kan tijdens het gesprek met de zorgvrager blijken dat hij op andere domeinen dan die vanuit het domein van de ondersteuningsvraag veel ondersteuning krijgt van zijn informele netwerk. Middels een gesprek kan de professional die verbinding leggen, waardoor de zorgvrager voor vraagbeantwoording een beroep zal doen op zijn informele netwerk in plaats van het formele netwerk. De instrumenten die bij deze methodiek worden gehanteerd zijn een middel om tot een goed resultaat te komen. De competenties van de professional zijn daarbij mede van invloed op het uiteindelijke resultaat. De methodiek is meer dan alleen de methode, instrumenten en competenties. Waar deze methodiek wezenlijk om gaat, is een nieuwe manier van denken van de professionals. Het gaat om: vraaggericht in plaats van aanbodgericht werken; het denken in voorzieningen om beperkingen te compenseren; het samen zoeken naar oplossingen die het beste passen bij de individuele situatie van de zorgvrager. Als blijkt dat eigen kracht, het sociale netwerk, algemene voorzieningen en vervolgens collectieve voorzieningen onvoldoende mogelijkheden bieden, zal om de zorgvrager passend te ondersteunen een beroep worden gedaan op professionele hulpverlening. Deze kantelgedachte vormt de basis van deze methodiek.
2.3
Doelgroepen
De methodiek is ontwikkeld voor zowel professionals in zorg en welzijn als de zorgvrager (en mantelzorger) die het sociale netwerk van de zorgvrager willen vergroten en versterken ongeacht het domein van waaruit ondersteuning nodig is. Aan de implementatie van de methodiek hebben de zorgvragers meegewerkt die vanuit RIBW K/AM ondersteuning krijgen. Het betroffen zorgvragers met psychiatrische of psychosociale problemen met een CIZ-indicatie voor geestelijke gezondheidszorg. De bedoeling is dat deze methodiek overdraagbaar is en dus voor elke zorgvrager kan worden gehanteerd.
De Sijn-methode
10
2.4
Benodigde competenties van de professional
De individualisering van de zorg maakt dat ondersteuning van de zorg steeds meer wordt afgestemd op de noden en wensen van de individuele zorgvrager (in en met zijn context). Er is een omslag van aanbodgerichtheid naar vraaggerichtheid, waarbij de zorgvrager of diens vertegenwoordiger ‘in the lead’ is, waarbij de zorgvrager ook in toenemende mate ‘demanding’ wordt. De professional zal zich daartoe vanuit een professionele beroepshouding moeten verhouden. Er wordt in toenemend mate belang gehecht aan het zelfmanagement van de zorgvrager. Mede door de toenemende diversiteit en complexiteit van de zorg komt daarbij meer nadruk te liggen op de samenhang van welzijn en zorg en meedoen in de maatschappij. Deze ontwikkelingen vragen om een transitie in de samenleving en in de zorg. De zorgvrager leidt letterlijk zijn eigen leven binnen de context van en in samenspel met sociale netwerken. In samenspraak met zijn sociaal netwerk geeft de zorgvrager vorm aan de zorg. De professional ondersteunt en coacht het netwerk vanuit zijn rol. In de methodiek wordt naar een betere aansluiting gezocht bij wat de zorgvrager werkelijk nodig heeft. Richtinggevend hierin zijn: gericht op de vraag achter de vraag; gebaseerd op eigen kracht van de zorgvrager; formeel en informeel in optimale verhouding; doordachte balans van collectief en individueel; integraal werken en resultaatgericht. De professional moet hierbij beschikken over voldoende kennis over;
Visie van de Methodiek Sijn (in hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan); De ontwikkelingen binnen de gemeente, onder andere de Wmo/kantelvisie van de gemeente, etc.; Kennis van de sociale kaart binnen de regiogemeente.
De professional moet over de volgende vaardigheden beschikken:
Vanuit zijn eigen professie: gespreksvaardigheden, klantgerichtheid; inlevingsvermogen, zelf reflecterend vermogen, etc.; Denken vanuit eigen regie en zelfredzaamheid van de zorgvrager: het jezelf overbodig maken; op de achtergrond gaan staan; Indien nodig empoweren van de zorgvrager (en mantelzorger); Goed analyseren van het netwerk en samen met de zorgvrager en zijn netwerk zoeken naar een passende interventie; Voeren van netwerkgesprekken; onderhouden van contacten met het sociale netwerk, hulpverleners, externe instanties voor aanvullende hulp; Klantgericht zijn: bij netwerken is er altijd sprake van een wederkerige relatie; Kunnen samenwerken binnen het netwerk met onder andere mantelzorger, vrijwilliger, etc.
De Sijn-methode
11
3. Onderbouwing In dit hoofdstuk wordt de visie achter de methodiek verder toegelicht. In paragraaf 3.2 is een rapportage aan de gemeente over het proces en de methodiek, middels een het beantwoorden van de gestelde deelvragen (vanuit de centrale vraag).
3.1
Visie
De zorgsector is in beweging, onder invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Op dit moment is de RIBW K/AM in een overgangsfase (transitie) van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo. Dit gaat gepaard met bezuinigingen op de extramurale zorg- en dienstverlening wat gevolgen zal hebben voor de zorgvrager en mantelzorger. Deze ontwikkelingen zullen een andere houding gaan vragen van de hulpverlening. Momenteel ligt het accent op deze veranderingen. Dat houdt in dat de hulpverlening zich steeds bewust moet zijn van de vraag over zin en onzin van het zorgen. Is het nodig dat er tien hulpverleners voor één zorgvrager worden ingezet? Daarbij is het belangrijk het belang van professionele ondersteuning niet uit het oog te verliezen. Professionele zorg zal altijd tot de mogelijkheden moeten blijven behoren. Deskundige begeleiding is soms noodzakelijk, tijdelijk of langdurig. Rode draad bij deze methodiek is uitgaan van mogelijkheden en niet de beperking, de kracht van de mensen en hun verantwoordelijkheden en de samenwerking met het netwerk en de omgeving van de mensen. Dit staat gelijk aan de kantelvisie. De houding van de professional is tot nu toe over het algemeen voorzichtig geweest: ‘de zorgvrager behoeden voor fouten’. Wil je de zorgvrager zijn regie teruggeven dan is het essentieel dat de hulpverlener meer vertrouwen krijgt in de zorgvrager en zijn omgeving. Dit vraagt van zowel de zorgvrager als de hulpverlener moed en wilskracht om zelf fouten te (laten) maken. Dit alles staat niet gelijk aan ‘aan zijn lot overlaten’. Net zo als de zorgvrager keuzemogelijkheden moet hebben, moeten hulpverleners en hulpverleningsorganisaties die ook hebben. Daarom is een belangrijk uitgangspunt van deze methodiek dat iedere hulpverlener de methode moet kunnen kiezen die bij hem of haar past of waar al gebruik van wordt gemaakt binnen de eigen organisatie. Zo kan er zo efficiënt mogelijk worden gewerkt. Een wiel opnieuw uitvinden, terwijl er al veel bruikbare methodes zijn, draagt niet bij aan de effectiviteit.
De Sijn-methode
12
3.2
Verantwoording
Centrale vraag: Hoe kan het sociale netwerk van mensen met een begeleidingsbehoefte en de ondersteuningsbehoefte van hun mantelzorgers worden vergroot c.q. versterkt? In het projectplan zijn deelvragen gesteld. In de volgende paragrafen wordt antwoord gegeven op deze deelvragen.
3.3 Welke bestaande methoden kunnen mogelijk een antwoord geven op de centrale vraagstelling? Na literatuurstudie blijkt dat er al methoden bestaan die informele netwerken vergroten c.q. versterken. Ook voor het in kaart brengen van de ondersteuningsvraag van zorgvragers en mantelzorgers zijn er veel bestaande methoden. De twee hoofdmethodieken waar gebruik van is gemaakt zijn de ZRM en de MantelScan. De ZRM is gebruikt omdat het een gangbaar meetinstrument is waar een groot aantal instellingen en gemeenten gebruik van maken. Veel professionals zijn bekend met de classificaties die in de ZRM beschreven staan. De MantelScan is een instrument voor professionals in zorg en welzijn om samen met zorgvragers en mantelzorgers een (mantel) zorgnetwerk in kaart te brengen. Daarbij is aandacht voor de kracht en het risico van dat netwerk. De netwerktyperingen vanuit dit instrument hebben een goede basis gevormd voor Sijn. Wel is de mantelscan aangepast. Zo is bijvoorbeeld ‘spilnetwerk’ vervangen door ‘eenpersoonsnetwerk’ en is er een netwerktypering toegevoegd: ‘geen netwerk’. Sijn is een methodiek die de verbinding heeft weten te leggen tussen de zorgvrager (met zijn ondersteuningsvraag) en zijn netwerk. De mate van zelfredzaamheid wordt in kaart gebracht, waarbij de verbinding wordt gelegd binnen het netwerk. Mocht dit netwerk niet toereikend zijn, dan worden er interventies ingezet om dit netwerk te versterken c.q. te vergroten. De oplossing hoeft daarbij niet direct te liggen in de vraagbeantwoording/ondersteuning vanuit de professional. Het kan nodig zijn om de prioriteit bij netwerkversterking te leggen. Zodra dit netwerk versterkt is, kan de vraagbeantwoording/ondersteuning vanuit het informeel netwerk worden gedaan. Dit betekent niet dat professionele ondersteuning op den duur niet meer nodig is. Tijdelijke of langdurige deskundige begeleiding zal tot de mogelijkheden moeten blijven behoren.
3.4
Hoe moet de nieuwe methodische aanpak eruitzien?
Er is een overdraagbare methodische aanpak ontwikkeld waarmee de hulpvraag en het sociale netwerk van zelfstandig en niet zelfstandig wonende mensen in kaart wordt gebracht en waar nodig vergroot en versterkt wordt. In hoofdstuk 4 wordt hier verder op ingegaan.
De Sijn-methode
13
3.5 Aan welke eisen (en voorwaarden) moet de nieuwe methodische aanpak voldoen? De methodiek moet overdraagbaar zijn: Door vrijheid van keuzes en eigen interpretatie te geven binnen de interventiekaart is er een overdraagbare methodiek ontstaan. Naar de mening van de ontwikkelaars moet die nog wel verder getoetst worden bij andere organisaties. In de domeindomeinkaart worden alle levens domeinen besproken, met als doel om de ondersteuningsvragen en het sociale netwerk van de zorgvrager in kaart te brengen. Deze domeinen zijn universeel en kunnen bij elke zorgvrager ongeacht zijn achtergrond worden besproken. De kerngroep, waarbij verschillende organisatie vertegenwoordigd waren (Maatschappelijk werk, Welzijn, behandel instelling GGZ) heeft onder meer aangaande de overdraagbaarheid als klankbordgroep gefunctioneerd. De methodiek is vooral gericht op de eigen kracht van mensen met een begeleidingsvraag en de mantelzorger (daar waar mogelijk) en zo beperkt mogelijke inzet (daar waar nodig) van professionals: De cultuuromslag van een verzorgings- naar participatiestaat is in volle gang. Binnen RIBW K/AM is deze cultuuromslag ook gaande. Na uitvoering van de pilot is gebleken dat er tussen ‘begrijpen dat het anders moet’ en ‘het daadwerkelijke handelen’ nog een flinke brug te slaan is. In hoofdstuk 5 wordt hier verder op ingegaan. Het project zal een maatschappelijk en financieel rendement opleveren: De inzet van de Sijnmethodiek zal leiden tot een versterkt sociaal netwerk rondom mensen met een begeleidingsbehoefte en hun mantelzorgers. Wanneer parallel de eigen regie versterkt wordt, zal de professionele zorg zich op termijn meer kunnen gaan terugtrekken. De kwetsbare burger heeft dan een stevig netwerk om zich heen, dat structureel en duurzaam als vangnet kan worden ingezet. Bij dreigende terugval of dreigende overbelasting van het sociale netwerk/de mantelzorgers kan snel een tijdelijke ondersteuning worden geboden ter preventie van escalatie van de problemen. Door het kunnen inschakelen van hulp en ondersteuning vanuit zijn eigen opgebouwde netwerk krijgt iemand de regie weer meer in eigen handen. Hij weet zich daarbij gesteund door (pro-)actieve ‘steunpilaren’ om zich heen. De mantelzorgers kunnen op een adequatere en meer duurzame manier hun ondersteuning bieden aan hun naaste wanneer zij een ondersteunend netwerk om zich heen hebben. Binnen zorginstellingen is dit rendement vooral zichtbaar door het aantal hulpverleners wat zich met de zorgvrager bezighoudt te reduceren tot normale omvang (zorg op maat). Het betreft mensen met een begeleidingsvraag: Binnen de pilot is ervoor gekozen om een merendeel BW-zorgvragers (Beschermd Wonen) mee te nemen in de toetsing. Hiervoor is gekozen omdat zij de toekomstige BZW-zorgvragers (Begeleid Zelfstandig Wonen) zullen zijn. Door nu in te zetten op versterking van het netwerk zal het in de toekomst gemakkelijker zijn om de overgang te maken naar meer zelfstandigheid.
De Sijn-methode
14
De methoden dienen middels een pilot aan de praktijk te worden getoetst: De pilot is uitgevoerd binnen de Beschermd Wonen-locatie Zandvoort. Lotgenotencontact dient hierin meegenomen te worden: Binnen de interventies wordt er verwezen naar lotgenotencontact. Eigen kracht-aanpak is het uitgangspunt: Enerzijds wordt er verwezen naar eigen krachtversterkende interventies en anderzijds valt of staat de eigenkrachtversterking van de zorgvrager met de begeleidingsstijl, kennis en vaardigheden van de professional. Het vraagt van zowel de professional als de zorgvrager reflecterend vermogen, moed en lef om de weerstanden te onderkennen en ermee aan de slag te willen gaan. De resultaten dienen meetbaar te zijn. Dit zal door een extern Onderzoeksbureau, Regioplan in opdracht van de gemeente Haarlem worden uitgevoerd: in februari 2014 zal de eindmeting worden uitgevoerd. Wij durven vast te stellen dat de gebruikte instrumenten binnen de methodiek meetbaar zijn. Dit omdat je bij aanvang van zorg, tussentijds en aan het eind van het traject het instrument (domeinkaart) kan invullen. Wij verwachten dat er na de eindmeting in 2014 een verschuiving van het netwerk zichtbaar zal worden.
3.6 Hoe kan de informele- en formele zorg optimaal op elkaar worden afgestemd? Zoals bij bijna alle methodieken waarin interactie tussen mensen plaatsvindt valt of staat samenwerking met goede of slechte communicatie. Wanneer de professional en het sociale netwerk goed samenwerken, komt dit ten goede aan de zorgvrager en mantelzorger. Je kunt stellen dat deze onderlinge samenwerking gezien kan worden als samenwerking met collega’s. Een goed gesprek vormt de basis voor verbetering van de samenwerking tussen de formele en informele zorg. Goed naar elkaar luisteren, her- en erkend worden, gezien worden en een aangename bejegening zijn belangrijke waardes om een gesprek goed te laten verlopen. Door verwachtingen uit te spreken en naar overeenkomsten te zoeken kan men elkaar ondersteunen. In de literatuur zijn bestaande methodes terug te vinden: het SOFA-model, met als doel de samenwerking tussen mantelzorgers en professionals te optimaliseren, en het WIFA-model, met als doel de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals te optimaliseren. Wij hebben dit niet verder onderzocht.
De Sijn-methode
15
4. De aanpak In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de Sijn-methodiek nader toegelicht. De methodiek bestaat uit vier stappen. Bij elke stap wordt middels een instrument een doel bereikt. In dit hoofdstuk wordt iedere stap nader toegelicht. Bij elke stap wordt verwezen naar het corresponderende instrument wat in de bijlagen van deze methodiek is terug te vinden.
4.1
Het gebruik van de Sijn-methodiek
Het uitvoeren van de Sijn-methodiek gaat in vier stappen. In de volgende paragrafen wordt iedere stap nader toegelicht. In de eerste stap worden de volgende vragen beantwoord: Wat is de ondersteuningsvraag en uit wie zitten in het huidige netwerk? In de tweede stap worden de gegevens geanalyseerd: Wat voor soort netwerk heeft de zorgvrager en hoe is het draagvlak van de mantelzorger? In stap drie wordt een beeld verkregen van het gewenste netwerk en in stap vier wordt er naar passende interventies gezocht om deze verschuiving te realiseren. Een overzicht: Stap 1 - Domeinkaart Stap 2 - Netwerkanalyse Stap 3 - Netwerkkaart Stap 4 – Interventie- en risico-inventarisatiekaarten
4.2
Stap 1 Domeinkaart
De domeinkaart is een instrument wat kort en doelgericht de ondersteuningsvraag binnen het sociale netwerk in kaart brengt. Het is een instrument waarmee de ondersteuningsvraag (vragen) van de zorgvrager in kaart wordt gebracht. Tevens wordt met deze kaart het sociale netwerk van de zorgvrager in kaart gebracht. Het in kaart brengen door een professional zal in een eerste gesprek met de zorgvrager (mantelzorger) worden gedaan.
Tip
Hou bij het lezen van deze paragraaf de domeinkaart bij de hand.
De domeinkaart bestaat uit elf onderdelen die betrekking hebben op de verschillende levensdomeinen en zijn gebaseerd op de ZRM. Het is de bedoeling dat alle elf levensdomeinen tijdens dit eerste gesprek aan de orde komen. Het doorlopen van alle levensdomeinen heeft als De Sijn-methode
16
voordeel dat als er op een bepaald domein ondersteuning wordt geboden vanuit het informele netwerk hiervan mogelijk gebruik kan worden gemaakt voor de inzet op andere domeinen. Het gehele netwerk (formeel als informeel) wordt middels dit instrument in kaart gebracht. De uitgebreide omschrijving van deze elf domeinen zijn terug te vinden in bijlage 4. Geadviseerd wordt om het gesprek te starten bij het domein waar de ondersteuningsvraag aan gekoppeld is en van daaruit (al naargelang hoe het gesprek loopt) bij het begin van de domeinkaart het gesprek te vervolgen. Domeinen De eerste rij van de domeinkaart bestaat uit 6 kolommen. Iedere kolom zal hieronder nader worden toegelicht. Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuni ng wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren? Steunend Neutraal Beperkt Belemmerend
In de eerste kolom: Wat is de mate van zelfredzaamheid? Hier wordt de mate van zelfredzaamheid bepaald. De mate van zelfredzaamheid kan worden aangegeven in de cijfers 1 t/m 5. 1. Wat is de mate van zelfredzaamheid? 5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
Onderaan de pagina van de domeinkaart staat de mate van zelfredzaamheid van het specifieke levensdomein kort beschreven. Hieronder staat een voorbeeld van de mate van zelfredzaamheid m.b.t. fysieke gezondheid.
5. volledig zelfstandig
4. Voldoende zelfstandig
3. Beperkt zelfstandig
2. niet zelfstandig
1. acuut probleem
Er zijn geen directe of voortdurende medische problemen.
Erkent behoefte aan hulp voor de (chronische) medische aandoening. Goede behandeltrouw.
Een (chronische) medische aandoening wordt behandeld maar behandeltrouw is mini- maal. De lichamelijke gezondheidsproblemen leiden tot een lichte beperking in mobiliteit en activiteit.
Een (direct/chronische) medische aandoening die regelmatige behandeling vereist wordt niet behandeld. Matige beperking van (lichamelijke) activiteiten tgv een lichamelijk gezondheidsprobleem.
Heeft direct medische aandacht nodig. Een noodgeval/kritieke situatie.
De Sijn-methode
17
Tweede kolom: Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig? In deze kolom wordt de vraag geïnventariseerd en wordt gevraagd van wie de vraag afkomstig is. Het kan voorkomen dat wanneer er een gesprek met een zorgvrager en zijn mantelzorger wordt gevoerd, de zorgvrager geen rede tot ondersteuning ziet, maar zijn mantelzorger wel. Andersom kan het ook voorkomen dat de zorgvrager signaleert dat zijn mantelzorger bijvoorbeeld overbelast dreigt te raken, maar de mantelzorger dit ‘nog’ niet wil erkennen. Wanneer dit gebeurt, is het van belang goed door te vragen waarom de éne persoon dit wel ervaart en de andere niet. Derde kolom: Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk? Deze vraag kun je met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. Vierde kolom: Door wie wordt de ondersteuning geleverd? Dit is de keuzemogelijkheid voor een netwerktype: zelfstandig; informeel netwerk; collectieve voorzieningen en formeel netwerk. De bedoeling is dat hier een keuze wordt gemaakt en de naam erbij te vermelden van persoon of organisatie (de kleurarcering dient hierin meegenomen te worden). Dit is aan het eind van de domeinkaart (bij de verzamelkolom) van belang om over alle levensdomeinen een totaalbeeld te verkrijgen van het totale sociale netwerk. 4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd? Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
Vijfde kolom: Welke ondersteuning wordt er ingezet? Je kunt hier denken aan bijvoorbeeld: hulp in huishouden, administratie maar ook vormen van domotica als automatisch openende deuren, beeldbellen enz. Zesde kolom: Hoe wordt de ondersteuning ervaren? Je kunt kiezen uit steunend, neutraal, beperkt, belemmerend. Hier vul je één van de ervaringen in. Belangrijke vragen voor verdieping zijn ‘Waarom wordt bepaalde ondersteuning als belemmerend, neutraal enz. ervaren?’ en ‘Hoe zou je willen dat de ondersteuning is?’ De ondersteuningsvragen die uit het gesprek naar voren komen kunnen in de daarvoor bestemde kolom worden omschreven. De ondersteuningsvraag moet wel corresponderen met het levensdomein. Omschrijving ondersteuningsvraag
De Sijn-methode
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
18
4.3
Stap 2 Netwerkanalyse
De laatste pagina van de domeinkaart is een verzamelkolom. In de eerste stap werden de volgende vragen beantwoord: ‘Wat is de ondersteuningsvraag?’ en ‘Uit wie bestaat het huidige netwerk?’ In deze tweede stap worden de gegevens geanalyseerd: Wat voor soort netwerk heeft de zorgvrager en hoe is het draagvlak van de mantelzorger? In de eerste plaats wordt er aan de hand van de ingevulde domeinkaart een analyse gemaakt van het huidige netwerktype. Zo kan het bijvoorbeeld blijken dat de zorgvrager een netwerk heeft wat voornamelijk uit professionals bestaat: dan wordt gesproken over een formeel netwerk. Het kan ook zijn dat het netwerk van de zorgvrager voornamelijk uit familie, naasten en vrienden bestaat. Die bieden hem ondersteuning met betrekking tot een of meerdere ondersteuningsvragen. In dat geval wordt gesproken over een informeel netwerk. De vijf typen netwerken worden in bijlage 5 uitgebreid omschreven. Omdat de domeinkaart een overzichtelijke scan is, die in een kort tijdsbestek ingevuld kan worden, kan het bij een complex informeel netwerk nodig zijn om een verdiepende netwerkanalyse te doen. De Sijn-methodiek maakt gebruik van bestaande methoden voor netwerkanalyse, omdat vanuit de praktijk is gebleken dat binnen de verschillende organisaties met verschillende netwerkanalyses wordt gewerkt. Voor het uiteindelijke resultaat is het niet zozeer de methode die hier van invloed is, maar de manier waarop deze gebruikt wordt. Netwerkanalyses die gebruikt kunnen worden zijn: ECO-gram en SNS-methode. De korte omschrijving van deze methoden zijn terug te vinden in de definities. De verzamelkolom bij de domeinkaart ziet er als volgt uit: Wat is het huidige type netwerk? Is er een ander type netwerk gewenst?
Welk type netwerk is gewenst?
Is een versterking van het type netwerk gewenst?
Interventie
Interventie
Onderaan deze verzamelkolom worden alle uit de domeinkaart verkregen ondersteuningsvragen verzameld. Omschrijving ondersteuningsvragen (vanuit de domeinen)
De Sijn-methode
Omschrijving gewenste doelen (SMART)
Benodigde acties
Door wie
19
4.4
Stap 3 Netwerkkaart
Nadat in stap 2 is vastgesteld wat het huidige netwerktype is, wordt in stap 3 een beeld verkregen van het gewenste netwerk. Hier worden de volgende vragen gesteld: Is versterking van het huidige netwerk gewenst? Is vergroting van het huidige netwerk gewenst? Zo ja, welk type netwerk is er dan gewenst? Om het gewenste netwerk te kunnen bepalen wordt gebruik gemaakt van de netwerkkaart , deze is te vinden in bijlage 2.
Tip
Hou bij het lezen van deze paragraaf de netwerk kaart bij de hand.
De netwerkkaart is een stroomschema waarin de netwerktypen met bijbehorende interventies met elkaar in verbinding staan. Het startpunt in dit stroomschema is het huidige type netwerk. Er zijn vijf netwerktypen: eenpersoonsnetwerk; informeel netwerk; gemengd netwerk, geen netwerk en formeel netwerk. Vanuit drie van de vijf netwerktypen kan bepaald worden dat het huidige netwerk versterkt dient te worden. De netwerktypen ‘geen netwerk’ en ‘formeel netwerk’ hebben geen interventies voor het versterken van dit type netwerk. Beide zijn namelijk geen wenselijke netwerktypen en bij bepaling van het huidige netwerk zal dit gekoppeld zijn aan een interventie gericht op het toewerken naar een ander type netwerk, wat een vergroting van het netwerk inhoudt. Hieronder een voorbeeld:
I& R 10
De zorgvrager en professional hebben aan de hand van de domeinkaart bepaald dat zijn huidige netwerk een gemengd netwerk is. Na analyse is gebleken dat het wenselijk is dat dit netwerk wordt vergroot. Vergroting van het gemengde netwerk zal betekenen dat er naar een informeel netwerk wordt toegewerkt. Middels de Interventie- en risico-inventarisatie (I&R) zal dit gerealiseerd worden. Bij dit voorbeeld wordt uitgekomen op de I&R 10.
Gemengd netwerk
De Sijn-methode
Informeel netwerk
20
4.5
Stap 4 Interventie- en risico-inventarisatiekaarten
in stap 4 wordt er naar passende interventies gezocht om deze verschuiving te realiseren. Dit wordt aan de hand van interventie- en risico-inventarisatiekaarten gedaan (zie bijlage 3). De interventie- en risico-inventarisatiekaarten bestaan uit elf kaarten. Deze kaart wordt ingezet met als doel: het netwerk te vergroten c.q. te versterken en een (preventieve) bijdrage te leveren ten behoeve van de draagkracht van de mantelzorger.
Tip
Hou bij het lezen van deze paragraaf de interventie- en risico-inventarisatiekaart bij de hand.
Elke interventie- en risico-inventarisatiekaart heeft zijn eigen specifieke doel, wat boven aan de kaart beschreven staat. De kaarten bestaan onder andere uit een kolom met interventies met betrekking tot netwerkversterking. Interventie m.b.t. netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatiebron/ sociale kaart
In de eerste kolom zijn de mogelijke interventies weergegeven. De tweede kolom geeft een korte omschrijving van de betreffende interventie. In de derde kolom staan de bepalende factoren voor de interventie beschreven en in de vierde en laatste kolom wordt verwezen naar informatiebronnen en/of sociale kaart. De interventies met betrekking tot netwerkversterking en de interventies ten behoeve van de draagkracht van de mantelzorger die in deze kaarten worden aangereikt kunnen worden aangevuld en bijgewerkt op wat van toepassing is binnen de specifieke gemeente, organisatie en wijk. Interventie
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Onderaan de Interventie- en risico-inventarisatiekaart zijn de mogelijke risico’s beschreven waar de professional rekening mee dient te houden. Bij stap 4 is het van belang de ingezette interventies te monitoren en te evalueren, Met als doel na te gaan of de doelen (netwerkversterking en vergroting en draagkracht van mantelzorgers) behaald zijn. Om vast te kunnen stellen of het netwerk versterkt of vergroot is, kunnen de domeinkaart en netwerkanalyse (stap 1 en 2) opnieuw worden gedaan.
De Sijn-methode
21
4.6
Conclusie en advies
Wanneer alle stappen zijn doorlopen, zal dit leiden tot het gewenste resultaat: beantwoorden van de ondersteuningsvraag; versterken/vergroten van het netwerk en een (preventieve) bijdrage ten behoeve van de draagkracht van mantelzorgers. Zoals eerder is aangegeven is deze methodiek meer dan alleen een methode met daarbij behorende instrumenten. Het gaat om een andere manier van denken van zowel de professional, de zorgvrager als de mantelzorger. In eerste instantie zal er steeds worden gekeken of er iemand binnen het netwerk bereid is om ondersteuning te bieden, en zo ja, wat hiervoor nodig is. Het kan zijn dat personen uit het netwerk niet de gevraagde zorgvraag kunnen beantwoorden, maar mogelijk wel op andere domeinen ondersteuning kunnen bieden. Het gaat hierbij om vraaggericht- in plaats van aanbodgericht werken; het denken in voorzieningen om beperkingen te compenseren; het samen zoeken naar oplossingen die het beste passen bij de individuele situatie van de zorgvrager.
De Sijn-methode
22
5. Implementatie van de Sijn-methodiek In dit hoofdstuk worden de resultaten en analyse beschreven van de pilot die uitgevoerd is binnen het RIBW K/AM Locatie Begeleid Wonen Zandvoort. De beschreven bevindingen zijn gebaseerd op antwoorden en gegevens die voortkwamen uit de resultaten van de ingevulde instrumenten, gesprekken met vier persoonlijk begeleiders en tien zorgvragers (mix van BW en BZW) die gebruik hebben gemaakt van de instrumenten en observaties van de interne coach die aanwezig is geweest bij de uitvoering van de interventie ‘informele netwerk gesprek’. De reden waarom gekozen is voor een mix van BW en BZW zorgvragers, had mede te maken met de toekomstige uitstroom en doorstroom van begeleid wonen naar zelfstandig wonen (extramuralisering). De eindmeting heeft nog niet plaats gevonden. Deze meting zal aanstaande februari plaats vinden en wordt uitgevoerd door het onderzoeksbureau Regioplan.
5.1
Doelgroep pilot
De doelgroep bestaat uit mensen met psychiatrische of psychosociale problemen. Tien huidige zorgvragers vanuit de beschermd wonen-locatie Zandvoort zijn geselecteerd voor deelname aan deze pilot. Van de BZW-zorgvragers lag de gemiddelde leeftijd lager dan van de BW-zorgvragers. Alle BWzorgvragers die hebben meegedaan, woonden in een satellietwoning. Twee van deze BW-zorgvragers hebben aangegeven om volgend jaar de overstap te willen maken naar BZW. Eén van de tien zorgvragers heeft de domeinkaart zelfstandig ingevuld. De overige zorgvragers hebben in gesprek met hun persoonlijk begeleider de stappen van de Sijn-methodiek doorlopen. Eén daarvan heeft de domeinkaart in gesprek met een onafhankelijke professional ingevuld. De persoonlijk begeleiders (vier in totaal) hebben voorafgaande aan de implementatie voorlichting en instructies gekregen met betrekking tot de Sijn-methodiek.
5.2
Aandachtspunten
Ten eerste moet vermeld worden dat het instrument ‘domeinkaart’ die gebruikt is bij de start van de pilot niet meer overeenkomt met het eindinstrument. Enerzijds kan dit de betrouwbaarheid beïnvloeden, anderzijds loopt de verandering van instrumenten gelijk aan de veranderingen die plaatsvonden bij de professionals. Met de veranderingen die plaatsvonden bij de professionals wordt bedoeld dat de houding ten opzichte van familie en andere leden (bijvoorbeeld vrijwilligers, buren maar ook het gebruik van het wijkcentrum enz.) in het netwerk van de zorgvrager meer een samenwerkingsgerichte houding is geworden.
De Sijn-methode
23
5.3
Bevindingen ingevulde instrumenten en interventies
Opvallend is dat een groot deel van de ondervraagde BZW-zorgvragers in staat moet kunnen zijn om uit zorg te gaan. Zowel de zorgvragers als persoonlijk begeleiders gaven aan dat het traject om uit zorg te gaan een terugkerend onderwerp van gesprek is, maar dat in de praktijk blijkt dat er een aantal punten zijn die het traject vertragen. Hieronder volgt een voorbeeld van een BZW-zorgvrager waarvan het traject van uitstroom bespreekbaar is, maar in de praktijk een stagnatie van het ingezette traject optreedt. In dit voorbeeld wordt inzichtelijk gemaakt dat met behulp van de methodiek weerstand met betrekking tot netwerkvergroting wordt besproken en uiteindelijk leidt tot het gewenste resultaat.
Voorbeeld 1
Stap 1 Domeinkaart
BZW-zorgvrager A heeft een ondersteuningsvraag met betrekking tot het domein ‘inkomen’ (hulp bij ordenen van haar administratie) en het domein geestelijke gezondheid (emotieregulatie). Het eerste gesprek vond plaats tussen zorgvrager A en professional. Zorgvrager A gaf bij aanvang van het gesprek aan moeite te hebben met het instrument (de domeinkaart). Dit omdat met deze methode de domeinen inzichtelijk zouden worden gemaakt, wat voor haar mogelijk zou kunnen leiden tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Dit levert zichtbaar angst op bij A. ‘Jullie worden betaald om mij te helpen, en dan ga je vragen of iemand die ik ken dit kan overnemen?’
Stap 2 Netwerkanalyse
Tijdens het gesprek blijkt dat A vanuit het verleden geleerd heeft haar ondersteuningsvragen bij de professional neer te leggen en dat zij niet geleerd heeft een beroep te doen op haar informele netwerk. Zij is gewend te denken in voorzieningen en ondersteuning vanuit de professional. De mogelijkheid om haar informele netwerk in te zetten bij de ondersteuning was, zij zoals zij zelf aangaf, niet gewend te doen. Mede door haar negatieve ervaringen vanuit het verleden met betrekking tot sociale contacten heeft zij niet of nauwelijks geleerd haar ondersteuningsvragen binnen het sociale netwerk op te lossen en heeft zij (aan) geleerd om dit alleen met behulp van ondersteuning van professionals te doen. Een gedeelte van haar sociale netwerk bestaat uit professionals die haar ondersteunen, maar ook uit professionals die haar in het verleden hebben ondersteund.
De Sijn-methode
24
Haar informele netwerk bestaat uit haar vriend, schoonmoeder, twee vriendinnen vanuit haar kindertijd uit de kindertehuizen waar zij haar leven heeft gewoond en haar vader. Het contact met haar vader is met name op financieel vlak. De ondersteuning vanuit haar vader op dit domein is beperkt, mede omdat haar vader een beperkt verstandelijk vermogen heeft en zijn ondersteuning op dit domein beperkt en niet toereikend is. Een verdiepende netwerkanalyse is tijdens het gesprek niet noodzakelijk, omdat er geen sprake was van een complex sociaal netwerk. Middels de domeinkaart was er een goed beeld verkregen over het sociale netwerk.
Stap 3 Netwerk kaart
Naar aanleiding van het invullen van de domeinkaart is overeengekomen dat het netwerktype van zorgvrager A een gemengd netwerk is. Met het accent op de professional. Dit omdat de ondersteuning met name door de professional wordt aangeboden. Het informele netwerk is voor de ondersteuning tot nu toe weinig tot nauwelijks ingezet.
Stap 4 Interventie- en risico-inventarisatiekaart
Er werd overeengekomen dat er vanuit het gemende netwerk zal worden toegewerkt naar een informeel netwerk. De corresponderende Interventie en Risico-Inventarisatie 10 (I&R 10) werd ingezet. Het doel van deze interventie: de zorgvrager krijgt de ondersteuning die zij nodig heeft. In het geval van zorgvrager A betreft dit ondersteuning op de domeinen: ‘financiën en administratie’ en ‘geestelijke gezondheid’. Uiteindelijke doel is dat de professionele hulp verdwijnt en het informele netwerk in staat is de zorg rondom de zorgvrager over te nemen. De balans draagkracht is in evenwicht bij de mantelzorger (s), het netwerk is op de hoogte van de mogelijkheden van ondersteuning. Vanuit de I&R 10 werd gekozen voor de interventie informeel netwerkgesprek. De bepalende factor voor deze interventie was: geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk. Deze interventie is erop gericht de samenwerking tussen de mantelzorger, zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk te bevorderen en om een afstemming te bewerkstelligen tussen de geleverde ondersteuning. Omdat het hier om de pilot van een nieuwe methodiek ging, is ervoor gekozen dat een onafhankelijke SRH-coach bij dit gesprek aanwezig zou zijn. Voorafgaande aan de gekozen interventie gaf de zorgvrager aan dat zij het moeilijk vond om haar informele netwerk (vriend en schoonmoeder) bij de ondersteuning te betrekken en gaf zij aan dat zij deze niet wilde belasten. Vanuit het netwerk was voorafgaande aan de gekozen interventie aangegeven de noodzaak van de interventie niet in te zien. Zowel zorgvrager als het informele netwerk boden weerstand. Dit vergde van de professional de nodige competenties, zoals verleiden, verduidelijken en uiteindelijk geen ruimte meer bieden voor onderhandeling. Doel gesprek: bespreken van de mogelijkheden bij zorgvrager A: hoe kan de formele zorg afnemen en de behoefte van zorgvrager A. meer worden overgenomen door informele zorg (netwerk). De Sijn-methode
25
Tijdens het informele netwerkgesprek, waarbij zorgvrager A, partner van de zorgvrager en schoonmoeder en professional aanwezig waren, was het startpunt ‘eigen krachten en mogelijkheden van de zorgvrager’. Het belang van het netwerk werd bespreekbaar gemaakt, waarbij de angsten en de pijnpunten op tafel werden gelegd en besproken. Een valkuil voor de professional zou in dit gesprek kunnen zijn: ingaan op de ondersteuningsvragen van de zorgvrager en daarmee ondersteuning vanuit het formele netwerk bieden, in plaats van dit het informele netwerk te laten doen. Vanuit de I&R 10 zijn tijdens dit gesprek de interventies ten behoeve van de draagkracht van mantelzorgers besproken. De zorgvrager en mantelzorgers bleken weinig informatie te hebben over ondersteuningsmogelijkheden. De interventie Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorgers is ook tijdens het gesprek ingezet. Omdat er nog geen signalen van dreigende overbelasting van de mantelzorgers waren, heeft de voorlichting een preventief karakter om dreigende overbelasting te voorkomen. Tevens is de interventie monitoren ingezet. Monitoren is ingezet, omdat de aanwezigen het gesprek als zeer prettig en verademend hebben ervaren. Doordat onbesproken zaken op neutraal terrein aan de orde zijn gekomen, is er ‘lucht’ gekomen in de onderlinge relatie tussen zorgvrager A en haar netwerk. Zij willen graag een vervolgafspraak maken. De professional en SRH –coach geven ook aan dat vervolggesprekken wenselijk zijn, omdat de ingeslagen weg nog erg instabiel is.
Bij de implementatie van de methodiek constateerden we weerstand bij de zorgvragers met betrekking tot netwerkvergroting, maar zagen wij dit ook terug bij de professional. Hieronder volgt een voorbeeld van weerstand bij de professional.
Voorbeeld 2 Stap 1 en 3 van de methodiek zijn doorlopen. Zorgvrager en professional hebben middels een gesprek de ondersteuningsvragen vanuit de domeinen en het netwerk in kaart gebracht.
Stap 1, 2 en 3 Domeinkaart, Netwerkanalyse en Netwerkkaart Vanuit Stap 1 en 2 werd in het eerste gesprek vastgesteld dat hier sprake is van een gemengd netwerktype. Er wordt overeengekomen dat dit type netwerk versterkt dient te worden, gericht op uitbreiding van het informele netwerk. De corresponderende interventie- en risico-inventarisatie 3 (I&R 3) zou worden ingezet.
De Sijn-methode
26
Stap 4 Interventie- en risico-inventarisatiekaart Het doel van deze interventie- en risico-inventarisatie is: de zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en de samenwerking tussen het formele en informele netwerk is goed op elkaar afgestemd. In dit voorbeeld is sprake van rolonduidelijkheid en is er geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk; opbouw van het informele netwerk is noodzakelijk. Er is overeengekomen dat de interventie informele netwerkbijeenkomst ingezet zou worden. De interventie informeel netwerkbijeenkomst heeft nog niet plaatsgevonden. Enkele redenen die hiervoor werden aangedragen waren: “De privacy kan middels een informele netwerkbijeenkomst in het geding komen.” “De zorgvrager wil nog geen informeel netwerkbijeenkomst, omdat er enige complicaties zijn in het informele netwerk.” “Er is niet voldoende tijd om de interventie op korte termijn in te plannen.” Bovenstaande kan wijzen op mogelijke weerstand van de professional. Een gesprek tussen netwerkcoach en professional kan hier als interventie worden ingezet, met als doel de onderliggende reden van mogelijke weerstand te achterhalen. Uit een gesprek zou kunnen blijken dat er bij de professional een gebrek aan kennis of vaardigheden aan ten grondslag ligt. Scholing en training zou hier mogelijk een oplossing kunnen bieden.
Het loslaten van traditionele opvattingen van zorg heeft tijd nodig. De professional was gewend om bij aanvang van de zorg de ondersteuning van de zorgvrager van het informele over te nemen. De visie ‘cliënt centraal’ werd in veel gevallen in de letterlijke zin overgenomen. De weegschaal ‘rechten en plichten’ is in de loop van de afgelopen jaren aardig uit balans geraakt. Het vraagt dus niet alleen de juiste competenties om als professional een goed gesprek te voeren, maar ook moed en lef om eigen weerstanden en die van de zorgvrager te doorbreken. Wanneer de professional goed op de hoogte is van de kantelgedachte is hij ook in staat om deze visie aan de zorgvrager en zijn informele netwerk over te brengen. Hieronder volgt een voorbeeld van een formeel netwerkgesprek waar de verwachting was dat dit bij zowel de zorgvrager als de professionals weerstand zou kunnen oproepen.
Voorbeeld 3
Stap 1 Domeinkaart
BW (begeleid wonen) zorgvrager B heeft een ondersteuningsvraag met betrekking tot de domeinen: dagbesteding (ik wil graag een dag structuur; huisvesting ( ik wil geen vervuilde kamer meer); De Sijn-methode
27
gezinsrelatie ( ik wil graag een goed contact met mijn huisgenoten en broer); geestelijke gezondheid (ik wil mij niet meer angstig of achterdochtig voelen) en sociale contacten ( ik wil graag contact maken met mensen zonder dat ik in de problemen kom, ik denk namelijk vaak dat ik iedereen moet redden). Vanuit de professional worden de volgende ondersteuningsvragen geconstateerd met betrekking tot de domeinen: verslaving (het drankgebruik beperken); ADL- vaardigheden (dat zorgvrager B zich zelf beter verzorgt). Zorgvrager B werkt graag mee om de instrumenten in te vullen. B heeft een lange ziektegeschiedenis met als hoofddiagnose schizofrenie. Een gevolg hiervan is dat hij zijn concentratie niet lang kan vasthouden en bij intensieve gespreksvoering zijn achterdocht betreffende de vragen en de vrager toeneemt. Daarom is ervoor gekozen de gesprekken in gedeeltes uit te voeren. In totaal zijn er drie gesprekken van twintig minuten gevoerd om de instrumenten in te vullen. ‘Leuk om zo om de tafel te zitten. Ga je nou weer papieren invullen? Ik denk dat je een hoogoven kan laten branden op papieren over mij.’
Stap 2 Netwerkanalyse
In het gesprek komt al snel naar voren dat het grootste deel van het netwerk van B uit professionals bestaat. Ook al heeft B wel aardig wat kennissen. ‘Jullie zijn toch ook gewoon vrienden van mij. Ik kom toch niet van jullie af, dan kunnen we maar beter vrienden zijn toch?’ Zijn netwerk bestaat uit vijf actieve professionals en vijf professionals op ‘afroepbasis’ (werkwinkel, maatjesproject, bewind voering, huisarts en psychiater), een vrijwilliger, broer en huidige medebewoners en bewoners waarmee hij in het verleden heeft samengewoond. Een verdiepende netwerkanalyse is tijdens het gesprek niet noodzakelijk. Ondanks dat er een vraag is op het gebied van het sociale netwerk, is ervoor gekozen geen extra verdieping aan te gaan omdat de vraag voortkomt uit zijn ziektebeeld en omdat zorgvrager B al geruime tijd binnen RIBW K/AM woont en er al een aardig beeld van het sociale netwerk van mijnheer is verkregen.
Stap 3 Netwerkkaart Naar aanleiding van het invullen van de domeinkaart is overeengekomen dat het netwerktype van zorgvrager B een formeel netwerk is. Met het accent op de professional, omdat de ondersteuning met name door de professional wordt aangeboden. Het informele netwerk is voor de ondersteuning tot nu toe weinig ingezet, en dan hebben wij het hier met name over de rol van de broer van B.
De Sijn-methode
28
Stap 4 Interventie- en risico-inventarisatiekaart Omdat een formeel netwerk geen gewenst netwerk is, is er overeengekomen dat er vanuit het formele netwerk zal worden toegewerkt naar een gemengd netwerk. De corresponderende interventie- en risico-inventarisatie 9 (I&R 9) is ingezet. Het doel van deze interventie: de zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft. In het geval van zorgvrager B betreft dit ondersteuning op de domeinen: dagbesteding, huisvesting ,gezinsrelatie, geestelijke gezondheid, verslaving, ADLvaardigheden en sociale contacten. Het uiteindelijke doel is dat de samenwerking tussen mantelzorger, sociaal netwerk en professional optimaliseren. Vanuit de I&R 9 is er voor de interventie formeel netwerkgesprek gekozen. Het is wenselijk een formeel netwerkgesprek plaats te laten vinden vóór een informeel netwerkgesprek. De bepalende factor voor deze interventie is dat er erg veel professionals worden ingezet ten behoeve van de ondersteuningsvragen van B, en wij ons de vraag van de zin en onzin van het zorgen dienen te stellen. Daarnaast blijkt de broer van B al een tijd uit beeld te zijn bij de hulpverlening en is een volgende gewenste interventie een informeel netwerkgesprek, omdat er geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk blijkt te zijn. Deze interventie is erop gericht om de samenwerking tussen de mantelzorger, zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk te bevorderen en om een afstemming te bewerkstelligen tussen de geleverde ondersteuning. Voorafgaande aan de gekozen interventie is de professional in gesprek gegaan met zorgvrager B om de interventies door te nemen en uit te leggen dat er een formeel netwerkgesprek plaats zal vinden; mogelijk verdwijnen hulpverleners uit zijn netwerk. Zorgvrager B heeft de mogelijkheid gehad om aan te geven of er personen zijn die voor hem van groot belang zijn. ‘Mij maakt het niet uit, ik zeg zo vaak dat ik moe word van elke dag hulpverleners om mij heen en hetzelfde verhaal te doen’. De ontwikkelaars van deze methodiek verwachten dat dit gesprek, waarin de zin en onzin van zorgen zou worden besproken, nog wel eens moeizaam zou kunnen verlopen. We gingen ervan uit dat de professional het moeilijk zou vinden als zijn ondersteuning ter discussie zou komen te staan. Tijdens het formeel netwerkgesprek gebeurde echter het tegenovergestelde. De aanwezige hulpverleners, psychiater, behandelaar, ervaringsdeskundige en persoonlijk begeleider, waren het snel met elkaar eens. Na dit gesprek is afgesproken dat de ervaringsdeskundige, die wekelijks lang kwam, geen ondersteuning meer zou leveren en de behandelaar, die om de week langskwam en de andere week telefonisch contact met zorgvrager B had, nu nog maar één keer per maand langskomt en verder op afroepbasis te consulteren is. De persoonlijk begeleider (van RIBW K/AM) die om de week contact had met de zorgvrager is naar een maandelijks contactmoment gegaan en de woonbegeleiders en woonzorgmedewerkers van RIBW K/AM zijn degenen die de zorgvrager dagelijks bezoeken, ondersteunen en observeren. Vervolgens is er een afspraak gemaakt met de broer van zorgvrager B voor een informele netwerkbijeenkomst, omdat er binnen deze woonvorm niet eerder was kennisgemaakt met de broer van zorgvrager B, ondanks dat de zorgvrager al bijna twee jaar woonachtig is op de locatie. Er werd voor gekozen om een informele netwerkbijeenkomst met alleen de hulpverlener en de broer De Sijn-methode
29
van de zorgvrager plaats te laten vinden. Zodat deze ook de ruimte zou krijgen om zijn eventuele ongenoegen over het ontbreken van contact met de professionals te kunnen bespreken. Zorgvrager B gaf ook zelf duidelijk aan geen behoefte te hebben om aan dit gesprek deel te nemen. ‘Roep maar wanneer het gezellig is.’ Het gesprek met de broer van zorgvrager B verliep goed. Hij gaf aan het jammer te vinden weinig van de hulpverlener te horen. ‘Ik hoor alleen wat van RIBW K/AM wanneer het niet goed gaat met mijn broer.’ Er is afgesproken over twee maanden weer samen te komen, omdat dit een kennismakingsgesprek is geweest. Er is vooral geluisterd door de professional en er is nog niet verder ingegaan op de mogelijke toekomstige rol van de broer van zorgvrager B. Er wordt de komende periode ingezet op het hertellen van het contact tussen de hulpverlening en de broer van zorgvrager B.
5.4
Samenvattende conclusie vanuit de pilot
Terwijl de methodiek constant aan verandering onderhevig is geweest, hebben wij toch een duidelijk beeld gekregen van de kracht van de methodiek en de voorwaarden om de methodiek te laten slagen. De kracht van de Sijn-methodiek is dat het een methode is geworden waarin je enerzijds de zorgvraag-/ -vragen in kaart brengt en anderzijds het netwerk van de zorgvrager. Wanneer er meer inzicht in het netwerk gewenst is, kan dit door middel van een netwerkanalyse naar eigen keuze verder onderzocht worden. Omdat elke wijk zijn eigen voorzieningen heeft, kunnen de interventiekaarten op wijkniveau aangepast worden. Daarmee sluiten de producten die aangeboden worden ook aan op de vraag van de wijk. De voorwaarden voor het slagen van deze methodiek zijn: dat de professional goed op de hoogte is van de kantelvisie en dit ook weet over te brengen op de zorgvrager; dat de professional in staat moet zijn kritisch naar eigen handelen en valkuilen te kijken; dat de professional in staat moet zijn weerstanden te herkennen en die met empathie toch scherp boven tafel moet kunnenkrijgen.
De implementatie van de pilot heeft laten zien dat bij een aantal zorgvragers en mantelzorgers onbekendheid en weerstand was met betrekking tot het inzetten van informele zorg. De informele netwerkbijeenkomsten hebben er in bijgedragen dat hier meer bekendheid en duidelijkheid over is gekomen. Hierdoor is de weerstand afgenomen, wat ook bij de zorgvragers en mantelzorger een omslag in het denken heeft opgeleverd. De methodiek zal uiteindelijk leiden tot kostenbesparing. De methodiek biedt handvatten voor de wijze waarop men van een professioneel (formeel) netwerk naar een gemengd netwerk of informeel netwerk kan komen. De mogelijkheden en interventies leiden tot een informeel netwerkversterking (in de wijk) en zullen zodoende de professionele inzet kunnen doen verminderen.
De Sijn-methode
30
6. Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan die gericht zijn op de centrumgemeente Haarlem. Vanuit de Sijn-methodiek moet een aantal instrumenten nog worden doorontwikkeld, omdat deze nog niet volledig zijn of in onvoldoende mate in de praktijk getoetst zijn. Te denken valt aan:
Uitleg van de domeinen: voor een groot gedeelte zijn de vragen die betrekking hebben op het specifieke levensdomein uitgewerkt, maar een aantal dient nog te worden uitgewerkt. Tevens is het aan te bevelen dat deze voorbeeldvragen wordt getoetst aan de praktijk. Interventie- en risico-inventarisatiekaarten: deze dienen bijgewerkt te worden op wat van toepassing/mogelijk is binnen de specifieke gemeente/wijk en instellingen. De Interventies: informele/formele netwerkbijeenkomsten dienen op grotere schaal toegepast (en getoetst) te worden aan de praktijk.
Het is wenselijk de methodiek verder door te ontwikkelen. Daarvoor doen wij de volgende aanbevelingen
Door de methodiek bij andere organisaties te toetsen kan de daadwerkelijke overdraagbaarheid van deze methodiek valide gemaakt worden. Dan kunnen, waar nodig, nog aanpassingen worden gedaan.
Tenslotte is het zeer gewenst de Sijn-methodiek digitaal te maken en beschikbaar te stellen. Hierdoor zal het gebruik van de methodiek veel gemakkelijker, voor een ieder toegankelijker en efficiënter zijn.
De Sijn-methode
31
Geraadpleegde literatuur
Baars, H. en Uffing, J. en Dekkers, G, Sociale netwerkstrategieën in de sociale psychiatrie, een handleiding voor de geestelijke gezondheidszorg, Houten/Antwerpen, bohn Stafleu van Loghum 1990 Blaauwbroek, H.,Betrokken omgeving, Modelregeling relatie GGZ-instellingen- naast betrokkenen, Hoofddorp, Mebo Print, 2004 Beneken genaamd Kolmer, D,De kunst van het ontmoeten: onderzoek, scholing en praktijk in de familiezorg,2e druk, Delft, Eburon,2007/2009 de Boer, A. en de Klerk, M., Informele zorg in Nederland Een literatuurstudie naar mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg, 2013 de Boer, A. en Kooiker, S, Portretten van mantelzorgers, SCP-publicaties, 2008/21 Borgesius,E. Hulpverleners en familie: partners in zorg, Een handleiding voor hulpverleners in de zorg, assen, Van Gorcum & CompB.V., 1994 Corven, T., van, en Dekkers, M., Familie als bondgenoot, een bundeling van deskundigheid bij ernstige psychische problematiek, zomer 2008 Discussienota, overheveling Begeleiding naar de WMO, Gemeente Zandvoort Handreiking MantelScan, expertisecentrum mantelzorg – Expertisecentrum Mantelzorg Kwekkeboom, R en Jager- Vreugdenhil, M, De praktijk van de WMO, onderzoeksresultaten lectoraten social work, Amsterdam, SWP, 2009 L. Roeloffs en L. Terbrack, Plan van aanpak, Sterk in je netwerk, 2013 Spinder, S., Joanknecht, L. v. Hout, A. Pageé, R. krachten en kansen, Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2007 Steda research, tevredenheid contactpersonen, in opdracht van de RIBW K/AM, maart 2011 Steyart, J en Kwekkeboom, R, Op zoek naar duurzame zorg, Vitale coalities tussen formele en informele zorg, Libertas, 2010 Tonkens, E. van den Broeke, J. en Hoijting, M. Op zoek naar weerkaatst plezier, Pallas Publcations- Amsterdam University Press, 2009 Veld-wiersma, B., Visiedocument WMO/beleidsplan 2007 – 2011/concept, Burger & Bestuur Gemeente Terschelling M. Verhoeven-Denissen, M. Roelofs, E. Duurzaam zorgen, Avans Hogeschool, Lectoraat Vermaatschappelijking in de Zorg, juli 2009 Visser,G., ‘ Mantelzorg verplichten of faciliteren ?’ in: gerōn, jrg. 7/3 Westerlaken, A., Juni 2010, Relatie tussen formele en informele zorg, 5e Nationale Mantelzorglezing, Mezzo Wilken,J.P en Hollander,D, den, Psychosociale Rehabilitatie, een integrale benadering, 5e druk, Amsterdam, SWP, 1999/2007 Wilken,J.P en Hollander,D, den, Werkmap Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen, Copyright Stichting STORM Rehabilitatie 2007 Y. Wittenberg (HvA) M.H. Kwekkeboom (HvA/SCP) A.H. de Boer (SCP), Bijzondere mantelzorg Ervaringen van mantelzorgers van mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek, 2012
De Sijn-methode
32
Internet
Steyaert, J.en Bouwe, I., Dreigende schaarste aan zorg en de Wmo, bezocht 29 april 2013 http://intranet.ribw-kam.nl/Samenvatting analyse fase meerjarenbeleid RIBW K/AM, 20122015, bezocht op 5 mei 2013 http://www.civiq.nl/emc.asp?pageId=2027, gevonden op 10 december 2013 http://www.eigen-kracht.nl/nl, bezocht op 5 mei 2013 http://www.encyco.nl/nol.php, bezocht op 20 december 2013 http://www.eurocarers.org/, bezocht op 9 mei 2013 http://www.expertisecentrummantelzorg.nl http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/smartsite.dws?ch=&id=110318, bezocht op 9 mei 2013 www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site.../Een_ecogram maken.pdf, gevonden op 11 december 2013 http://www.familiealsbondgenoot.nl/?p=Home, bezocht op 4 mei 2013 http://www.invoeringwmo.nl/home, bezocht op 30 april 2013 http://www.kiesbeter.nl/algemeen/begrippen/ http://www.mantelzorg.be/belangrijke-termen-in-de-thuiszorg/, gevonden op 10 december 2013 http://www.mantelzorg.be/belangrijke-termen-in-de-thuiszorg/ http://www.mee.nl/, bezocht op 29 april 2013 http://www.movisie.nl/esi/eigen-kracht-conferentie, bezocht op 11 december 2013 http://www.movisie.nl/esi/natuurlijk-netwerkcoach, bezocht op 27 december 2013 Samenspel tussen formele en informele zorg/movisie http://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Prestatieveld4/Samenspel%20tusse n%20formele%20en%20informele%20zorg.pdf http://www.mezzo.nl/respijtzorg, bezocht op 27 december 2013 http://www.ookzandvoort.nl/ bezocht op 27 december2013 http://www.ouderenpsychiatrie.nl/sjablonen/1/infotype/news/newsitem/view.asp?objectID =550, gevonden op 11 december 2013 http://www.scp.nl/Onderwerpen:23955/J_t_m_O/Maatschappelijke_participatie, gevonden op 20 december 2013 http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/instrumenten.htm http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/lotgenoten.htm, gevonden op 20 december 2013 http://www.ypsilon.org/, bezocht op 29 april 2013 http://www.zelfredzaamheidmatrix.nl/ http://vanbiene.nl/index.php?id=229, bezocht op 27 december 2013
De Sijn-methode
33
Bijlage 1
Domeinkaart
(het in kaart brengen van de ondersteuningsvraag/-vragen en het bepalen van het huidige en gewenste netwerk)
Naam: Geboorte datum: Adres, woonplaats:
34
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Fysieke gezondheid Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Er zijn geen directe of voortdurende medische problemen.
4. Voldoende zelfstandig Erkent behoefte aan hulp voor de (chronische) medische aandoening. Goede behandeltrouw.
3. Beperkt zelfstandig Een (chronische) medische aandoening wordt behandeld maar behandeltrouw is mini- maal. De lichamelijke gezondheidsproblemen leiden tot een lichte beperking in mobiliteit en activiteit.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Een (direct/chronische) medische aandoening die regelmatige behandeling vereist wordt niet behandeld. Matige beperking van (lichamelijke) activiteiten tgv een lichamelijk gezondheidsprobleem.
1. acuut probleem Heeft direct medische aandacht nodig. Een noodgeval/kritieke situatie.
35
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Geestelijke gezondheid Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Symptomen zijn afwezig of zeldzaam. Goed of superieur functioneren in een groot aantal diverse activiteiten. Niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen.
4. Voldoende zelfstandig Minimale symptomen die voorspelbare reactie zijn op stressoren in het leven en/of marginale beperking van functioneren en/of goede behandeltrouw.
3. Beperkt zelfstandig Milde symptomen kunnen aanwezig zijn en/of enkel matige functioneringsmoeilijkheden door geestelijke problemen en/of behandeltrouw is minimaal.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Aanhoudende geestelijke gezondheidsproblemen die het gedrag kunnen beïnvloeden, maar geen gevaar voor zichzelf/anderen. Moeilijkheden in het dagelijks functionering door symptomen en/of geen behandeling.
1. acuut probleem Een gevaar voor zichzelf of anderen en/of terugkerende suïcidaliteit. Ernstige moeilijkheden in het dagelijks leven door geestelijke stoornis
36
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
ADL – vaardigheden Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Geen problemen van deze aard en functioneert goed op alle gebieden.
4. Voldoende zelfstandig Voorziet in alle basis behoeften van het dagelijks leven en alleen ondergeschikte problemen (bijvoorbeeld slordig zijn, gedesorganiseerd).
3. Beperkt zelfstandig Voorziet in de meeste maar niet alle basis behoeften van het dagelijks leven en de zelfzorg is op peil, maar één of meerdere complexe activiteiten worden niet uitgevoerd.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Belangrijk probleem op één of meer gebieden van zelf- zorg (eten, wassen, aankleden, naar toilet gaan) en meerdere complexe activiteiten worden niet uitgevoerd.
1. acuut probleem Ernstige beperkingen op alle of bijna alle gebieden van zelfzorg en complexe activiteiten.
37
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Huisvesting Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting en regulier (huur)contract en/of autonome huisvesting.
4. Voldoende zelfstandig Huishouden heeft veilige, toereiken- de huisvesting en (huur)contract met bepalingen en/of gedeeltelijk autonome huisvesting.
3. Beperkt zelfstandig In veilige, stabiele huisvesting maar slechts marginaal toereikend en/of in onderhuur of niet- autonome huisvesting.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Voor wonen ongeschikte huisvesting en/of huur/hypotheek is niet betaalbaar en/of dreigende huisuitzetting.
1. acuut probleem Dakloos en/of in nachtopvang.
38
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Maatschappelijke participatie Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Actief participerend in de maatschappij.
4. Voldoende zelfstandig Enige maatschappelijke participatie (bijv. adviesgroep, steungroep) maar er zijn hindernissen zoals mobiliteit, discipline, of kinderopvang.
3. Beperkt zelfstandig Nauwelijks participerend in maatschappij en/of gebrek aan vaardigheden om betrokken te raken.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Maatschappelijk geïsoleerd en/of geen sociale vaardigheden en/of gebrek aan motivatie om deel te nemen.
1. acuut probleem Niet van toepassing door crisissituatie en/of in ‘overlevingsmodus’.
39
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Dagbesteding Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
Vast werk en/of volgt opleiding hoger dan startkwalificatie (havo, vwo, of mbo2).
Hoogdrempelige dagbesteding of arbeidstoeleiding of tijdelijk werk en/of volgt opleiding voor start- kwalificatie (havo, vwo, of mbo-2).
Laagdrempelige dagbesteding of arbeidsactivering.
De Sijn-methode
Geen dagbesteding maar geen overlast.
Geen dagbesteding en veroorzaakt overlast.
40
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Gezinsrelaties Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Communicatie tussen leden van het huishouden is consistent open. Leden van het huishouden ondersteunen elkaar.
4. Voldoende zelfstandig Relationele problemen tussen leden van het huishouden zijn niet (meer) aanwezig en/of woont alleen.
3. Beperkt zelfstandig Leden van het huishouden erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Leden van het huishouden gaan niet goed met elkaar om en/of potentieel huiselijk geweld, kindermishandeling of verwaarlozing.
1. acuut probleem Sprake van huiselijk geweld, kindermishandeling of verwaarlozing.
41
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Inkomen Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Inkomsten zijn ruim voldoende, goed financieel beheer. Heeft met inkomen mogelijkheid om te sparen.
4. Voldoende zelfstandig Komt aan basis behoeften tegemoet zonder uitkering. Beheert eventuele schulden zelf en deze verminderen.
3. Beperkt zelfstandig Komt met inkomsten aan basis behoeften tegemoet en/of gepast uitgeven. Eventuele schulden zijn tenminste stabiel en/of bewind voering/inkomensbeheer.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Onvoldoende inkomsten en/of spontaan of ongepast uitgeven. Groeiende schulden.
1. acuut probleem Financiën Geen inkomsten. Hoge, groeiende schulden
42
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Verslaving Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Geen middelengebruik/misbruik in de laatste 30 dagen.
4. Voldoende zelfstandig Cliënt heeft gedurende de laatste 30 dagen gebruikt maar er zijn geen sociale, werk gerelateerde, emotionele of fysieke problemen ten gevolge van het gebruik zichtbaar. Geen aantoonbaar voortdurend of gevaarlijk middelengebruik en/of goede behandeltrouw.
3. Beperkt zelfstandig Gebruik binnen de laatste 30 dagen. Aanwijzingen voor aan middelengebruik gerelateerde sociale, werk gerelateerde, emotionele of fysieke problemen. Gebruik interfereert niet met essentiële activiteiten van het dagelijks leven en/of behandeltrouw is minimaal.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Voldoet aan criteria voor verslaving. Preoccupatie met gebruiken en/of bemachtigen van middelen. Onthoudings- verschijnselen of afkickontwijkend gedrag zichtbaar. Gebruik resulteert in ontwijken of verwaarlozen van essentiële activiteiten van het dagelijks leven.
1. acuut probleem Voldoet aan criteria voor ernstig misbruik/verslaving. Resulterende problemen zijn zo ernstig dat institutionalisering of hospitalisatie noodzakelijk is
43
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Justitie Omschrijving ondersteuningsvraag
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Geen contact met politie. Geen strafblad
4. Voldoende zelfstandig Zelden (minder dan eens per jaar) contact met politie en/of strafblad.
3. Beperkt zelfstandig Incidenteel (eens per jaar) contact met politie en/of voorwaardelijke straf of invrijheidstelling.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Regelmatig (meerdere keren per jaar) contact met politie en/of lopende zaken bij justitie.
1. acuut probleem Zeer regelmatig (maandelijks) contact met politie en/of openstaande zaken bij justitie.
44
Domein
1. Wat is de mate van zelfredzaamheid?
2. Is er een vraag voor ondersteuning? Zo ja, van wie is deze vraag afkomstig?
3. Is er sprake van ondersteuning vanuit het netwerk?
5= volledig zelfstandig 4= voldoende zelfstandig 3= beperkt zelfstandig 2= niet zelfstandig 1 = acuut probleem
4. Door wie wordt de ondersteuning geleverd?
5.Welke ondersteuning wordt er ingezet?
Z= zelfstandig I = informeel netwerk C= collectieve voorziening F= formeel netwerk
6. Hoe wordt de ondersteuning ervaren?
Steunend Neutraal Beperkt
Belemmerend
Sociaal netwerk Omschrijving ondersteuningsvraag
Bij
Omschrijving gewenste doel (SMART)
Benodigde acties
Door wie
wordt het volledig in kaart brengen van het netwerk middels een verdiepende netwerkanalyse geadviseerd.
Eventuele Toelichting
5. volledig zelfstandig Gezond sociaal netwerk en geen foute vrienden.
4. Voldoende zelfstandig Voldoende steun van familie/vrienden en weinig contacten met eventuele foute vrienden.
3. Beperkt zelfstandig Enige steun van familie/vrienden en enige contacten buiten eventuele foute vriendenkring. Duidelijk probleem in maken of onderhouden van ondersteunende relaties.
De Sijn-methode
2. niet zelfstandig Familie/vrienden hebben niet de vaardigheden/mogelijk- heden om te helpen en nauwelijks contacten buiten eventuele foute vrienden- kring. Blijvend, belangrijk probleem als gevolg van actief of passief terugtrekken uit sociale relaties.
1. acuut probleem Gebrek aan noodzakelijke steun van familie/vrienden en geen contacten buiten eventuele foute vriendenkring of ernstig sociaal isolement
45
Wat is het huidig Type netwerk? Is er een ander type netwerk gewenst?
Welk type netwerk is gewenst?
Is een versterking van het type netwerk gewenst?
Interventie
Interventie
Interventies en Risico inventarisatie (I&R)
Omschrijving ondersteuningsvragen (vanuit de domeinen)
Omschrijving gewenste doelen (SMART)
Benodigde acties
Door wie
Interventies vanuit de I&R
Omschrijving van de interventies
Benodigde acties
Door wie
De Sijn-methode
46
Bijlage 2
Netwerkkaart
I&R 7
Gemengd netwerk
Geen netwerk
I&R 3
Eenpersoonsnetwerk I&R 1
I& R 11
I& R 10
I&R 8
Informeel netwerk I&R 2
Formeel netwerk I&R 6
Interventie- en risico-inventarisatie 1 t/m 3 heeft als doel het versterken van het netwerk. Interventie- en risico-inventarisatie 4 t/m 11 heeft als doel het toewerken naar het gewenste netwerk.
De Sijn-methode
47
Bijlage 3
Interventie- en risico-inventarisatiekaarten
De Sijn-methode
48
I&R 1
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de zorg die hij nodig heeft. De balans draagkracht-draaglast is in evenwicht bij de mantelzorger en de mantelzorger is op de hoogte van de mogelijkheden van ondersteuning. Interventie m.b.t. netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Maatschappelijke participatie
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Als er de maatschappelijke participatie beperkt is.
ECO-gram SNS-methode www.ookzandvoort.nl
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
Monitoren
Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel.
Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen. Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Ondersteunen bij de oriëntatie van bijvoorbeeld buurtprojecten, socialmedia training enz.
De Sijn-methode
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Mediant GGZ, POM methode 49
Lotgenotencontact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenotengroepen.
Bij signalering van een behoefte aan lotgenotencontact.
www.ookzandvoort.nl
Risico’s Eenzaamheid bij de zorgvrager door gebrek aan contacten en dat de zorgvrager mogelijk niet de zorg ontvangt die hij nodig heeft. Tevens eenzaamheid en overbelasting van de mantelzorger; men komt door (zware) mantelzorgtaken in de knel met betaalde baan en/of andere taken. Dit blijft onopgemerkt bij professionals, waardoor er geen verbetering komt.
De Sijn-methode
50
I&R 2
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en de centrale mantelzorger en het informele netwerk zijn goed op elkaar afgestemd. Interventie m.b.t. netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Inschakelen van een netwerkcoach
De zorgvrager wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de zorgvrager te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Zorgvrager heeft geen of een beperkt informeel netwerk. Versterking en vergroting van het netwerk is gewenst. Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Bij rol onduidelijkheid en geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk. Bij opbouw van het informele netwerk.
www.tandemmantelzorg.nl
Informatie bron
Verdiepende netwerk analyse Informeel netwerkbijeenkomst
Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning.
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Monitoren
Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking
Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen. Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
De Sijn-methode
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk”
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl 51
Inschakelen van een netwerkcoach
Lotgenoten contact
tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel. De mantelzorger wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de mantelzorgen te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
EDIZ vragenlijst
Mediant GGZ, POM methode Bij Signalen die duiden op een dreigende overbelasting van de centrale mantelzorger,
www.tandemmantelzorg.nl
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
Risico’s Wanneer de centrale mantelzorger door de zwaarte van de zorg steeds meer geïsoleerd raakt van de buitenwereld, verandert het familienetwerk in een eenpersoonsnetwerk. Ongecoördineerde zorg kan leiden tot het wegvallen van sleutel figuren binnen het informele netwerk van de zorgvrager.
De Sijn-methode
52
I&R 3
Doel van de interventie: : De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en de samenwerking tussen het formele en informele netwerk zijn goed op elkaar afgestemd. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Inschakelen van een netwerkcoach
De zorgvrager wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de zorgvrager te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning. Samenwerking tussen mantelzorger , zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk bevorderen en afstemming van de geleverde ondersteuning. Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Zorgvrager heeft geen of een beperkt informeel netwerk. Versterking en vergroting van het netwerk is gewenst. Bij rol onduidelijkheid en geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk. Bij opbouw van het informele netwerk.
www.tandemmantelzorg.nl
Geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk.
“Sterk in je netwerk” www.eigenkrachtconferentie.nl
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk.
ECO-gram SNS-methode
Informeel netwerkbijeenkomst
Informeel /formeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende netwerk analyse
De Sijn-methode
“Sterk in je netwerk”
53
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel. De mantelzorger wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de mantelzorgen te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Inschakelen van een netwerkcoach
Lotgenoten contact
Mediant GGZ, POM methode Bij Signalen die duiden op een dreigende overbelasting van de centrale mantelzorger,
www.tandemmantelzorg.nl
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
Risico’s Mantelzorgers die niet voor zichzelf kunnen opkomen (bijvoorbeeld vraagverlegenheid) kunnen overbelast raken omdat bijvoorbeeld de professional te veel van hen vraagt. Er is een risico aanwezig dat de mantelzorg, met de daar bijkomende coördinatie en afstemming, de centrale mantelzorger te veel tijd kost. Hierdoor komt men in de knel met eventuele betaalde baan en/of andere taken. Geen goede afstemming tussen het informele en formele netwerk kan een negatieve invloed hebben op de motivatie en draagkracht van de zorgontvanger en/of mantelzorger.
De Sijn-methode
54
I&R 4
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft, overbelasting bij de mantelzorger voorkomen of verminderen en samenwerking tussen mantelzorger, zorgvrager en professionals tot stand brengen. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Informeel /formeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk.
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk” www.eigenkrachtconferentie.nl
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel. De mantelzorger wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de mantelzorgen te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
Inschakelen van een netwerkcoach
Lotgenoten contact Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Samenwerking tussen mantelzorger , zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk bevorderen en afstemming van de geleverde ondersteuning.
De Sijn-methode
Mediant GGZ, POM methode Bij Signalen die duiden op een dreigende overbelasting van de centrale mantelzorger,
www.tandemmantelzorg.nl
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
55
Monitoren
Per situatie nader vast te stellen evaluatiemoment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
Risico’s De mantelzorgers hebben veel tijd en energie in de zorg rondom de zorgvrager gestoken. Wanneer de professional geen oog heeft voor de zorggeschiedenis kan de mantelzorger snel het vertrouwen verliezen in hulpverlening, en weer terugvallen in een eenpersoonsnetwerk. Veel verschillende professionals waardoor zorgvrager en naaste(n) weinig plezier ervaren van de professionele zorg.
De Sijn-methode
56
I&R 5
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft, overbelasting bij de mantelzorger voorkomen of verminderen en samenwerking tussen mantelzorger en overige personen uit het sociale netwerk tot stand brengen. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Informeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Bij rol onduidelijkheid en geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk. Bij opbouw van het informele netwerk.
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk”
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
Lotgenoten contact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen. Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact. Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van
www.ookzandvoort.nl
Monitoren
Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning.
De Sijn-methode
Mediant GGZ, POM methode
57
overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
Risico’s Wanneer de centrale mantelzorger door de zwaarte van de zorg ook steeds meer geïsoleerd raakt van de buitenwereld, verandert het familienetwerk in een eenpersoonsnetwerk.
De Sijn-methode
58
I&R 6
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft. De professionele hulp verdwijnt en het informele netwerk is in staat om de zorg rondom de zorgvrager over te nemen. De balans draagkracht-draaglastnis in evenwicht bij de mantelzorger (s) en het sociale netwerk is op de hoogte van de mogelijkheden van ondersteuning. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Informeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Bij rol onduidelijkheid en geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk. Bij opbouw van het informele netwerk.
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk”
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
Lotgenoten contact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning.
De Sijn-methode
Mediant GGZ, POM methode
59
Monitoren
Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
Risico’s Wanneer het informele netwerk niet goed wordt voorbereid op de overnamen van de zorg rondom de zorgvrager kan er snel overbelasting plaats vinden en kan dit netwerk zelfs doorschieten naar een éénpersoonsnetwerk.
De Sijn-methode
60
I&R 7
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en het informele netwerk van de zorgvrager is vergroot. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Maatschappelijke participatie
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Als er de maatschappelijke participatie beperkt is.
ECO-gram SNS-methode www.ookzandvoort.nl
Bij de zorgvrager is niet bekend waar hij ondersteuning kan krijgen m.b.t. zijn/haar domeinvraag.
www.kontext.nl
Informeren/adviseren mogelijkheden voor ondersteuning m.b.t. de domeinvragen
Ondersteunen bij de oriëntatie van bijvoorbeeld buurtprojecten, socialmedia training enz. Informatie en advies geven over de mogelijkheden voor ondersteuning m.b.t. domeinvragen.
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Lotgenoten contact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen. Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact. Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
www.ookzandvoort.nl
Monitoren
Risico’s De zorgvrager heeft moeite met het leggen van sociale contacten, bij een moeilijke start kan de zorgvrager zich ontwikkelen tot een zorgmijder.
De Sijn-methode
61
I&R 8
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en er is een tijdelijke of blijvende overname van zorg. Parallel hieraan wordt er altijd gewerkt aan netwerkversterking c.q. -vergroting. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Maatschappelijke participatie
Ondersteunen bij de oriëntatie van bijvoorbeeld buurtprojecten, social media training enz. Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er de maatschappelijke participatie beperkt is.
www.ookzandvoort.nl
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Bij de zorgvrager is niet bekend waar hij ondersteuning kan krijgen m.b.t. zijn/haar domeinvraag.
ECO-gram SNS-methode www.kontext.nl
Verdiepende netwerk analyse Informeren/adviseren mogelijkheden voor ondersteuning m.b.t. de domeinvragen Advies voor aanvraag van doorverwijzen naar instelling.
Informatie en advies geven over de mogelijkheden voor ondersteuning m.b.t. domeinvragen. Zorgvrager adviseren zijn complexe ondersteuningsvraag/zorgvraag via zijn huisarts bij voor hem/haar passende instelling aan te vragen.
Bij zeer complexe zorgvraag van zorgvrager.
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Lotgenoten contact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen. Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact. Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
www.ookzandvoort.nl
Monitoren
De Sijn-methode
62
Risico’s De zorgvrager heeft moeite met het leggen van contacten en het vragen om hulp. Bij een moeilijke start kan de zorgvrager zich ontwikkelen tot een zorgmijder.
De Sijn-methode
63
I&R 9
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft en de samenwerking tussen mantelzorger, sociaal netwerk, zorgvrager en professionals wordt geoptimaliseerd. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
formeel netwerkbijeenkomst
Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met de disciplines en hulpverleners die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn Het doel van deze bijeenkomst is het bewerkstelligen van een Integrale zorgverlening met als voornaamste doel, rolafstemming tussen de verschillende disciplines en hulpverleners. Wat mogelijk kan leiden tot ontzorging. De zorgvrager wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de zorgvrager te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Het organiseren van een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning. Samenwerking tussen mantelzorger , zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk bevorderen en afstemming van de geleverde ondersteuning.
Bij rol onduidelijkheid en overlap in taken en functies tussen de verschillende disciplines en hulpverleners.
“Sterk in je netwerk”
Zorgontvanger heeft geen of een beperkt informeel netwerk. Versterking en vergroting van het netwerk is gewenst. Bij rol onduidelijkheid en geen duidelijke afstemming binnen het informele netwerk. Bij opbouw van het informele netwerk.
www.tandemmantelzorg.nl
Geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk.
“Sterk in je netwerk” www.eigenkrachtconferentie.nl
Inschakelen van een netwerkcoach
Informeel netwerkbijeenkomst
Informeel /formeel netwerkbijeenkomst
De Sijn-methode
“Sterk in je netwerk”
64
Verdiepende netwerk analyse
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk.
ECO-gram SNS-methode
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel. De mantelzorger wordt in contact gebracht met een netwerkcoach. Met als doel de mantelzorgen te coachen in het versterken c.q. vergroten van zijn/haar netwerk. Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Inschakelen van een netwerkcoach
Lotgenoten contact
Mediant GGZ, POM methode Bij Signalen die duiden op een dreigende overbelasting van de centrale mantelzorger,
www.tandemmantelzorg.nl
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
Risico’s Mantelzorgers die niet voor zichzelf kunnen opkomen (bv vraagverlegenheid) kunnen overbelast raken omdat b.v. de professional te veel van hen vraagt. Er is een risico aanwezig dat de mantelzorg, met de daarbij komende coördinatie en afstemming decentrale mantelzorger te veel tijd kost, hierdoor komt men in de knel met eventuele betaalde baan en/of andere taken. Geen goede afstemming tussen het informele en formele netwerk kan een negatieve invloed hebben op de motivatie en draagkracht van de zorgontvanger en/of mantelzorger.
De Sijn-methode
65
I&R 10
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft. De professionele hulp verdwijnt en het informele netwerk is in staat om de zorg rondom de zorgvrager over te nemen. De balans draagkracht-draaglast is in evenwicht bij de mantelzorger (s) en het netwerk is op de hoogte van de mogelijkheden van ondersteuning . Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Informeel /formeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk.
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk” www.eigenkrachtconferentie.nl
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel. Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact.
www.ookzandvoort.nl
Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
Monitoren
Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren
Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie
Lotgenoten contact
Samenwerking tussen mantelzorger , zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk bevorderen en afstemming van de geleverde ondersteuning.
De Sijn-methode
Mediant GGZ, POM methode
66
knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en het netwerk.
karakter voor dreigende overbelasting te voorkomen.
Risico’s Wanneer het informele netwerk niet goed wordt voorbereid op de overnamen van de zorg rondom de zorgvrager kan er snel overbelasting plaats vinden en kan dit netwerk zelfs doorschieten naar een éénpersoonsnetwerk.
De Sijn-methode
67
I&R 11
Doel van de interventie: De zorgvrager krijgt de ondersteuning die hij nodig heeft, overbelasting bij de mantelzorger(s) voorkomen of verminderen en samenwerking tussen mantelzorger(s), zorgvrager en professionals tot stand brengen. Interventie m.b.t. t netwerkversterking
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron/sociale kaart
Verdiepende netwerk analyse Informeel /formeel netwerkbijeenkomst
Verdiepende analyse van het netwerk maken,
Als er een beperkt inzicht is in het huidige netwerk. Geen duidelijke afstemming tussen het formele en informele netwerk.
ECO-gram SNS-methode “Sterk in je netwerk” www.eigenkrachtconferentie.nl
Interventie t.b.v. draagkracht mantelzorger
Omschrijving van de interventie
Bepalende factoren voor de interventie?
Informatie bron
Preventie overbelasting centrale mantelzorger (s)
Zorgvrager en mantelzorger (s) informatie geven over risico’s en signalen met betrekking tot overbelasting. Dit gesprek heeft een preventief doel.
Risico op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s)
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl EDIZ vragenlijst
Voorlichting en advies aan zorgvrager en mantelzorger
Zorgvrager en mantelzorger informeren over mogelijkheden voor ondersteuning: mantelzorg organisaties , respijtzorg.
De zorgvrager en mantelzorger hebben te weinig informatie over ondersteuning mogelijkheden.
www.tandemmantelzorg.nl www.expertisecentrummantelzorg.nl
Lotgenoten contact
Zorgvrager en mantelzorger (s) in contact brengen met lotgenoten groepen. Per situatie nader vast te stellen evaluatie moment in verband met tijdig signaleren overbelasting mantelzorger (s) en signaleren knelpunten in de zorg voor de zorgvrager en
Bij signalering van een behoefte aan lotgenoten contact. Er zijn nog geen signalen op dreigende overbelasting van centrale mantelzorger (s), preventie karakter voor dreigende
www.ookzandvoort.nl
Monitoren
Samenwerking tussen mantelzorger , zorgvrager en andere leden uit het sociale netwerk bevorderen en afstemming van de geleverde ondersteuning.
De Sijn-methode
Mediant GGZ, POM methode
68
het netwerk.
overbelasting te voorkomen.
Risico’s Mantelzorgers die niet voor zichzelf kunnen opkomen kunnen (bv vraagverlegenheid) overbelast raken omdat de professional te veel van hen vraagt. Er is een risico aanwezig dat het organiseren de centrale mantelzorger te veel tijd kost, hierdoor komt men in de knel met eventuele betaalde baan en/of andere taken. Veel verschillende professionals waardoor zorgvrager en naaste(n) weinig plezier ervaren van de professionele zorg.
De Sijn-methode
69
Bijlage 4
Uitleg van de domeinen
Fysieke gezondheid Zelfredzaamheid met betrekking tot de fysieke gezondheid gaat over de aan- of afwezigheid van een fysieke aandoening en – indien aanwezig – hoe de persoon hiermee omgaat. Onder fysieke aandoeningen worden zowel verwondingen (bijv. ten gevolge van ongeluk), als kortdurende (bijv. griep) en chronische ziekten (bijv. diabetes) verstaan. Enkele vragen die voor de beoordeling van de zelfredzaamheid met betrekking tot de fysieke gezondheid gesteld kunnen worden zijn: ‘Verzorgt de persoon zijn wonden (van pleisters plakken tot eerste hulp)?’en ‘Neemt hij zijn medicatie in als voorgeschreven (ook vernieuwde recepten, controle door behandelaar, behandeltrouw)’. Enkele voorbeeldvragen: Hoe tevreden is de persoon over zijn/haar gezondheid? Wat is er nodig dit te behouden of te bereiken? Wat heeft de persoon hierin zelf al ondernomen? Wat is hierin om welke redenen wel/niet gelukt? Heeft de persoon zijn/haar netwerk ingeschakeld? Wat hebben die gedaan, met welk resultaat? Hoe kwam dit tot stand? Wat zou een professional hierin kunnen betekenen, bij ondersteuning van het netwerk of de persoon zelf?
Geestelijke gezondheid Zelfredzaamheid met betrekking tot geestelijke gezondheid gaat over de aan- of aanwezigheid van geestelijke problemen en, als er sprake is van geestelijke problemen, hoe de persoon daarmee omgaat. De centrale vraag hier is of de persoon last heeft van (symptomen van) een geestelijke stoornis. Denk daarbij aan depressieve-, bipolaire-, psychotische stoornissen, schizofrenie, (posttraumatische) stressstoornis of persoonlijkheidsstoornis. Wanneer de persoon kampt met een geestelijke stoornis is de vraag hoe hij met de problemen omgaat: wordt de persoon behandeld en volgt de persoon de behandeling (is de persoon behandeltrouw). Welke invloed heeft de geestelijke stoornis op het dagelijks functioneren van de persoon? Enkele voorbeeldvragen: Hoe tevreden is de persoon over zijn/haar geestelijke gezondheid? Wat is er nodig dit te behouden of te bereiken? Wat heeft de persoon hierin zelf al in ondernomen? Wat is hierin om welke redenen wel/niet gelukt? Heeft de persoon zijn/haar netwerk ingeschakeld? Wat hebben die gedaan, met welk resultaat? Hoe kwam dit tot stand? Wat zou een professional hierin kunnen betekenen, bij ondersteuning van het netwerk of de persoon zelf? 70
ADL – vaardigheden Zelfredzaamheid met betrekking tot Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL) gaat over de mate waarin de persoon alledaagse activiteiten uitvoert of de uitvoering heeft georganiseerd. Het gaat daarbij om basale taken om voor zichzelf te zorgen (eten, wassen, aankleden, naar het toilet gaan) tot meer complexe taken zoals het organiseren van het huishouden en het zorgen voor anderen (kinderen of anderen waar de persoon voor verantwoordelijk gesteld is). Bij de beoordeling op dit domein worden zelfzorgtaken onder scheiden van meer complexe ADL-taken. Het is dan ook van belang dat de informatie over beide aspecten van de ADL wordt verzamelt. Enkele voorbeeldvragen: Heeft hij hulp nodig bij baden of douchen? Heeft hij hulp nodig bij het aankleden? Heeft hij hulp nodig bij kammen van de haren of scheren? Heeft hij hulp nodig bij het naar de toilet gaan? Maakt hij gebruik van incontinentiemateriaal? Heeft hij hulp nodig bij opstaan uit een stoel? Heeft hij hulp nodig bij het lopen? Heeft hij hulp nodig bij het eten? Heeft hij hulp nodig bij het gebruiken van de telefoon? Heeft hij hulp nodig bij reizen? Heeft hij hulp nodig bij het boodschappen doen? Heeft hij hulp nodig bij het bereiden van een maaltijd? Heeft hij hulp nodig bij huishoudelijk werk? Heeft hij hulp nodig bij het innemen van medicijnen? Heeft hij hulp nodig bij het omgaan met geld?
Huisvesting Zelfredzaamheid met betrekking tot huisvesting gaat over de stabiliteit en kwaliteit van de woonsituatie van de persoon. De vraag of de persoon een veilige, toereikende woning heeft waar hij voor langere tijd kan verblijven, staat hier centraal. Kwaliteit van de huisvesting is hier gedefinieerd als huisvesting die veilig is (denk hierbij aan vochtigheid, luchtkwaliteit, gas- en waterleidingen e.d.) en toereikend is (denk hierbij aan woonoppervlakte in relatie tot gezinsomvang, verwarming en verlichting, inboedel zoals bed, tafels, stoel e.d.). Onder stabiliteit wordt de verwachte duur van het verblijf in de huidige huisvesting verstaan. Het gaat dan om de vraag hoe lang de persoon in de huidige woning kan blijven. Autonomie met betrekking tot huisvesting betreft de onafhankelijkheid van derden om in veilige en stabiele huisvesting te voorzien, denk hierbij aan aspecten als financiën, onderhoud/reparaties, of aanschaf/vervanging van inboedel.
De Sijn-methode
71
Enkele voorbeeldvragen: Hoe woont de persoon of hoe wil de persoon wonen? Wat is er nodig dit te behouden of te bereiken? Wat heeft de persoon hierin zelf al ondernomen? Wat is hierin om welke redenen wel/niet gelukt? Heeft de persoon zijn/haar netwerk ingeschakeld? Wat hebben die gedaan, met welk resultaat? Hoe kwam dit tot stand? Wat zou een professional hierin kunnen betekenen, bij ondersteuning van het netwerk of de persoon zelf?
Maatschappelijke participatie Zelfredzaamheid met betrekking tot maatschappelijke participatie gaat over de mate waarin de persoon deelneemt aan maatschappelijke, gestructureerde activiteiten en organisaties. Het betreft zowel de deelname van de persoon als de aanwezigheid van bevorderende of belemmerende externe factoren (bijv. transport, tijd, kinderopvang e.d.). Deelname aan elke vorm van georganiseerde activiteit zoals een sportclub, een vereniging, (school-)comité, kerk en steun- of adviesgroepen wordt als maatschappelijke participatie beschouwd. Bezoek aan café, coffeeshop of andere uitgaansgelegenheden valt niet onder maatschappelijke participatie. Enkele voorbeeldvragen: Hoe belangrijk vindt u het om sociale activiteiten te doen, bijvoorbeeld: sporten bij een vereniging, religieuze activiteiten, bezoeken van restaurant, bioscoop, hobby verenigingen enz.? Hoe vaak onderneemt u deze activiteit(en)? Heeft u hulp bij het doen van sociale activiteiten? Ervaart u problemen bij het doen van sociale activiteiten? Zo ja, wat kan hier aan ten grondslag liggen? Zijn er sociale activiteiten die u niet onderneemt maar wel zou willen? Zo ja, wat kan hier aan ten grondslag liggen? Hoe tevreden bent u over het wel of niet doen van sociale activiteiten? Heeft u nog wensen en behoeftes ten aanzien van sociale activiteiten?
Dagbesteding Zelfredzaamheid met betrekking tot dagbesteding gaat over het hebben van werk en/of het volgen van een traject dat naar werk leidt (arbeidsactivering, re-integratie of opleiding). Als de persoon geen dagbesteding heeft kan deze overlast veroorzaken, simpelweg omdat de persoon dan geen, of een minder gestructureerde dagindeling kan hebben en zich kan gaan vervelen, rondhangen, ruzie kan zoeken enz. Het gaat hier om de vraag of een persoon een bepaalde vorm (laagdrempelig, hoogdrempelig, tijdelijk- of vast werk) van dagbesteding voor zichzelf heeft georganiseerd. Het volgen van een opleiding om geschoold werk te kunnen doen (startkwalificatie) of een hogere opleiding is ook een vorm van dagbesteding.
De Sijn-methode
72
Enkele voorbeeldvragen: Welke daginvulling heeft de persoon of zou de persoon willen? Wat is er nodig dit te behouden of te bereiken? Wat heeft de persoon hierin zelf al ondernomen? Wat is hierin om welke redenen wel/niet gelukt? Heeft de persoon zijn/haar netwerk ingeschakeld? Wat hebben die gedaan, met welk resultaat? Hoe kwam dit tot stand? Wat zou een professional hierin kunnen betekenen, bij ondersteuning van het netwerk of de persoon zelf?
Gezinsrelaties Zelfredzaamheid met betrekking tot gezinsrelaties gaat over de vraag of de persoon goede relaties onderhoudt met de personen met wie hij een huishouden deelt. Ondersteunen de leden van het huishouden groei en ontwikkeling van de persoon, of hebben leden van het huishouden een negatieve invloed op zijn functioneren? Andersom geldt ook: ondersteunt de persoon de leden van het huishouden in hun groei en ontwikkeling of heeft de persoon juist een negatieve invloed op het functioneren van een of meer leden van het huishouden? De kwaliteit van alle relaties van de persoon met de andere leden van het huishouden worden hierbij beoordeeld. Het is daarbij van belang om zowel verbale als non-verbale aanwijzingen te signaleren. Wanneer geen sprake is van misbruik of verwaarlozing kan een huiselijke omgeving bedreigend zijn door negatieve, (onder)drukkende interpersoonlijke relaties die de persoon belemmeren in zijn groei en ontwikkeling.
Inkomen Zelfredzaamheid met betrekking tot inkomen gaat over drie aspecten van inkomsten en uitgaven: 1. De hoogte van de inkomsten in relatie tot uitgaven. Heeft de persoon voldoende inkomsten om in de basisbehoeften te voorzien, of gaat het geld op aan andere dingen, waardoor niet in de basisbehoefte kan worden voorzien en/of schulden worden opgebouwd. 2. De bron van de inkomsten. Komen de inkomsten voornamelijk uit een (bijstand)uitkering of uit betaalde arbeid. 3. Het beheren en de dynamiek van (eventuele) schulden. Heeft de persoon schulden, en zo ja, verminderen of groeien die schulden. Wie beheert die schulden, doet de persoon dit zelf of worden de schulden beheerd door een derde partij. Enkele voorbeeldvragen: Hoe zijn de financiën van de persoon geregeld? Is de persoon hier tevreden over? Zijn er schulden of problemen? Wat is er nodig om de situatie zo te houden of oplossingen te bereiken? Wat heeft de persoon hierin zelf al ondernomen? Wat is hierin om welke redenen wel/niet gelukt?
De Sijn-methode
73
Heeft de persoon zijn/haar netwerk ingeschakeld? Wat hebben die gedaan, met welk resultaat? Hoe kwam dit tot stand? Wat zou een professional hierin kunnen betekenen, bij ondersteuning van het netwerk of de persoon zelf?
Verslaving Zelfredzaamheid met betrekking tot verslaving gaat over een gokverslaving en drugs- en alcoholgebruik van de persoon en welke invloed dit heeft op het dagelijks functioneren van de persoon. De (huidige DSM-IV) criteria voor verslaving zijn (samengevat): 1. Tolerantie; 2. Onthoudingsverschijnselen; 3. grote hoeveelheden – lange tijd; 4. ‘craving’; 5. veel tijd besteden aan bemachtigen/gebruik/herstel; 6. opgeven van belangrijke sociale/beroepsmatige bezigheden; 7. doorgaan met gebruik ondanks kennis van negatieve fysieke of psychische gevolgen. Een belangrijke vraag met betrekking tot dit domein is of, en zo ja hoeveel, problemen de persoon ten gevolge van alcohol-/drugs-/ gokken ondervindt met sociale, werkgerelateerde of fysieke activiteiten (oftewel: Is de persoon in staat zijn middelengebruik te controleren?). Wanneer de persoon in behandeling is voor zijn verslaving weegt ook de behandeltrouw mee in de beoordeling op dit domein.
Justitie Zelfredzaamheid met betrekking tot justitie gaat over de vraag of de persoon op dit moment, of in het (recente) verleden, in aanraking is gekomen met politie en justitie. Wanneer de persoon op dit moment zaken bij justitie heeft lopen, zou dat mogelijk kunnen interfereren met een eventueel zorg-, huisvesting-, of dagbestedingstraject. Het hebben van een strafblad zou mogelijk invloed kunnen hebben op de arbeidstoeleiding. In veel gevallen zullen eerst justitiële zaken moeten worden gesloten voordat andere trajecten kunnen worden gestart. Justitiële zaken zijn over het algemeen zaken met betrekking tot het strafrecht: 1. De persoon krijgt straf. De persoon moet voor de rechter verschijnen. Met name de huidige onzekerheid over de nabije toekomst maakt dit tot een acuut probleem. 2. De persoon heeft straf. De persoon zit in detentie, heeft een taakstraf, extramurale detentie (elektronisch toezicht), maar ook zgn. OM-transacties (voor bijvoorbeeld rijden zonder rijbewijs, of opgeven van valse identiteitsgegevens) e.d. 3. De persoon heeft geen straf (meer) mits hij zich aan de door de rechter gestelde voorwaarden houdt. 4. De persoon heeft straf gehad. De persoon is gestraft, heeft straf ondergaan maar kan op dit moment eventueel enkele nadelige gevolgen van ondervinden (bijvoorbeeld omdat hij misschien geen Verklaring Omtrent Gedrag kan krijgen). 5. De persoon heeft (al lang) geen straf gehad. De persoon heeft nooit een strafbaar feit gepleegd, heeft zo lang geleden een strafbaar feit gepleegd dat het niet meer op zijn strafblad staat. Of de persoon is niet juridisch vervolgd voor het plegen van een strafbaar feit. Er is geen belemmering om, indien nodig, een Verklaring Omtrent Gedrag te krijgen.
De Sijn-methode
74
Sociaal netwerk Zelfredzaamheid met betrekking tot het sociale netwerk gaat over het aantal en de kwaliteit van relaties met vrienden, familie en kennissen (die geen onderdeel van het huishouden zijn). Een belangrijke vraag binnen dit domein is of de persoon voldoende personen om zich heen heeft verzameld die hem kunnen steunen en begeleiden in zijn groei en ontwikkeling. De kwaliteit van het sociale netwerk is van belang, omdat een persoon een heel omvangrijk netwerk kan hebben, wat enkel bestaat uit personen waar hij, indien nodig, niet op kan rekenen en/of die een negatieve invloed hebben op het gedrag van de persoon (zgn. ‘foute vrienden’, bijvoorbeeld een drugsnetwerk, of vrienden die crimineel actief zijn). Onder het sociale netwerk worden ook niet tot het huishouden behorende personen verstaan (bijvoorbeeld ooms, tantes, opa’s, oma’s, buren, vrienden die niet met die persoon samenwonen). Enkele voorbeeldvragen: Hoe belangrijk vindt u sociale contacten? Heeft u hulp bij het hebben van sociale contacten, bijvoorbeeld partner, familie, vrienden, aanpassingen aan de telefoon, schriftelijk communiceren, bijvoorbeeld tekstherkenningssoftware, braille, schrijfgereedschap etc.? Ervaart u problemen bij het hebben van sociale contacten? Hoe tevreden bent u over het wel of niet hebben van sociale contacten? Heeft u wensen en behoeften ten aanzien van het hebben van sociale contacten?
De Sijn-methode
75
Bijlage 5
Omschrijving van vier Netwerktypen
Eenpersoonsnetwerk Het betreft het zorgnetwerk van één persoon (mantelzorger) die de zorg doet, eventueel aangevuld met een professionele behandelaar. Zowel de zorgvrager als de mantelzorger in eenpersoonsnetwerken willen dat vaak ook graag zo. Eenpersoonsnetwerken waren in een eerdere fase vaak informele of gemengde netwerken. Zo kan een gemengd netwerk bij conflicten met professionals overgaan in een teleurgesteld eenpersoonsnetwerk. Het vertrouwen in de overheid en zorginstellingen is weg. Informele netwerken kunnen overgaan in eenpersoonsnetwerken, wanneer de familie de zorgverantwoordelijkheid bij een enkele mantelzorger legt en steeds minder steun geeft. Dit netwerk is feitelijk geen netwerk maar een solo-taak van één naaste verwant die de gehele zorg doet. Risico’s op overbelasting voor mantelzorgers in eenpersoonsnetwerken zijn groter dan in de andere typen netwerken. Wanneer de zorg in eenpersoonsnetwerken niet te zwaar is, kan de zorg voldoening geven en bijdragen aan de intimiteit in de relatie.
Hoe kijkt men naar de zorg? We kunnen de zorg zelf wel aan. Je praat niet met anderen over zorg. Buren en vrienden val je er niet mee lastig. Een goede vrouw zorgt zelf voor haar man. Je gehoorzaamt je ouders/echtgenoot. Angst voor roddel. Hoe men kijkt wordt mede bepaald door interculturele en ook intraculturele verschillen.
Risico’s Het kan leiden tot eenzaamheid bij de zorgvrager door gebrek aan contacten. Tevens eenzaamheid en overbelasting van de mantelzorger; men komt door (zware) mantelzorgtaken in de knel met een betaalde baan en/of andere taken. Dit blijft onopgemerkt bij professionals, waardoor er geen verbetering komt. Er kan ernstige frustratie en teleurstelling ontstaan als naar het idee van de zorgvrager en mantelzorger professionele zorg door zorgaanbieders en overheid, waar men recht op heeft, steeds opnieuw niet wordt geleverd. De plicht tot mantelzorg ligt bij sommige groepen in de bevolking, vooral bij vrouwen, waardoor de ongelijke positie van vrouwen kan worden vergroot.
De Sijn-methode
76
Informeel netwerk De zorgvrager wordt verzorgd door meerdere veelal vrouwelijke familieleden. Zij worden gesteund door andere familieleden. Soms zijn er professionals betrokken bij de zorg, maar hun hulp is over het algemeen beperkt. Bij informele netwerken is het heersende uitgangspunt: ‘Wij zorgen voor elkaar.’ Eén of enkele vrouwen verlenen veel zorg en zijn dus de centrale mantelzorgers. Zij krijgen steun van andere vrouwen en soms, in beperkte mate, ook wel van mannen uit de familie of van andere betrokkenen in het sociale netwerk van de zorgvrager. Veel informele netwerken ervaren professionele zorg als inferieur aan informele zorg. Alleen als het echt niet meer gaat, is men genoodzaakt de professionele zorg erbij te betrekken. Soms gaat de samenwerking goed, soms niet. Het gaat goed wanneer professionals het belang van de zorg van de familie erkennen en hier ruimte aan bieden. Familie is niet altijd geïnteresseerd in samenwerking. De zorg wordt gedeeld. De zorgvrager voelt zich gesteund door zijn naasten. Men zorgt gezamenlijk in de familie zo lang het kan, maar de zorg is niet oneindig. Wanneer het niet meer haalbaar is, wordt professionele hulp ingeroepen.
Hoe kijkt men naar de zorg? Wij zorgen voor elkaar: intergenerationele beleving (wisselwerking tussen generaties binnen het familieverband). Pas in laatste instantie vraag je om hulp aan professionals.
Risico’s Er kunnen problemen ontstaan wanneer de zorgvrager of mantelzorger geen professionele hulp wil, terwijl dit wel nodig is. De zorgvrager krijgt niet de zorg die hij nodig heeft. Als de centrale mantelzorger door de zwaarte van de zorg ook steeds meer geïsoleerd raakt van de buitenwereld, verandert het familienetwerk in een eenpersoonsnetwerk.
De Sijn-methode
77
Gemengd netwerk Dit is een divers netwerk waarin professionals, mantelzorgers en vrijwilligers samenwerken ten behoeve van de zorgvrager. De zorg is redelijk verdeeld tussen alle betrokkenen en onverwachtheden kunnen soepel opgevangen worden. We zien één centrale persoon die de touwtjes in handen heeft, de zorg overziet en coördineert. Dit is soms de zorgvrager zelf, maar vaker de centrale mantelzorger of een professional. Dankzij deze evenwichtige samenwerking is de zorg rondom de cliënt goed geregeld. Informele zorg (mantelzorgers, vrijwilligers) en formele zorg (professionals) vullen elkaar aan. De centrale (mantel) zorger in dit netwerk heeft een dubbelrol. Soepel en vriendelijk naar vrijwilligers en mantelzorgers en stevig naar instanties. Dit netwerk heeft mensen met een verschillende relatie tot de cliënt (familie, vrienden, vrijwilligers, professionals). Er is een centrale persoon die de zorg coördineert. Het is een stevig netwerk, waarin onverwachtheden soepel opgevangen kunnen worden. Het overbelastingrisico voor mantelzorgers is laag.
Hoe kijkt men naar de zorg? Je hebt recht op zorg. Zorgvrager en zijn/haar naasten zijn de vanzelfsprekende autoriteit over vorm en inhoud van de zorg. Wanneer het nodig is, schakel je professionele hulp in. Als familie ben je niet verplicht te zorgen. Hulp van buren en vrienden is een gift, waar eventueel wederdiensten tegenover gesteld worden.
Risico’s Er is concurrentie tussen mantelzorgers. Mantelzorgers die niet voor zichzelf kunnen opkomen kunnen overbelast raken. Er is een risico aanwezig dat het organiseren de centrale mantelzorger te veel tijd kost, waardoor met in de knel komt met een eventuele betaalde baan en/of andere taken. Er zijn veel verschillende professionals waardoor zorgvrager en naaste(n) weinig plezier ervaren van de professionele zorg.
De Sijn-methode
78
Formeel netwerk Er is geen mantelzorg beschikbaar of deze is niet toereikend. De zorgtaken worden vooral door professionals uitgevoerd, waarbij de taakverdeling onderling afgestemd dient te worden. Professionals verrichten taken die mantelzorgers niet kunnen of willen doen, bijvoorbeeld het wassen van de zorgvrager en andere intieme handelingen. Mantelzorgers zien het vaak als hun specifieke taak om emotionele steun te geven, in plaats van tijd en energie te besteden aan taken die ten koste hiervan kunnen gaan en die een professional ook nog beter kan. Professionals nemen een belangrijke plaats in: de regie ligt bij hen, niet bij de cliënt of de mantelzorgers. Zorgvrager en hun naaste(n) verwachten van professionals dat zij ook samenhang, samenwerking en afstemming regelen. Dit netwerk leunt sterk op professionals. Daar ligt de regie. Mantelzorgers doen aanvullende werkzaamheden. Dit type netwerk ziet men vaak als de zorgvrager is opgenomen in een zorginstelling. Zorgvragers en hun naasten kunnen zich beter richten op het plezier van de relatie. Mantelzorgers hebben ruimte voor emotionele ondersteuning van de zorgvrager en hebben geen zorgen over regelwerk of coördinatie. Er is een laag risico op overbelasting.
Hoe kijkt men naar de zorg? Je hebt recht op professionele zorg. Het is de taak van de overheid om daarin te voorzien. Bepaalde zorg, zoals wassen, schoonmaken en verplegen, moet door professionals worden gegeven, niet door mantelzorger. Specialistische (medische) hulp moeten professionals geven. Wanneer een informeel netwerk is overgegaan in een formeel netwerk kan een gevoel van falen blijven bestaan over het uitbesteden van de zorg. Ook bij deze visie is er sprake van verschillen tussen verschillende groepen in de bevolking.
Risico’s Als niemand de touwtjes in handen neemt, kan dit ten koste gaan van de verzorging van de cliënt. Wanneer professionals het informele netwerk geen ruimte geeft, kunnen miscommunicatie en frustraties ontstaan.
De Sijn-methode
79
Definities BW: Beschermd wonen BZW: Begeleid zelfstandig wonen Domotica: De integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Bij domotica draait het dus niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning. ECO-gram: Met een ECO-gram brengen we de belangrijke sociale contacten van de bewoner in kaart. Het ECO-gram houdt rekening met verschillende leefgebieden. Het is als een röntgenfoto van het sociale netwerk. EDIZ vragenlijst: De vragenlijst "Ervaren Druk door Informele Zorg" (EDIZ) is een 9 items vragenlijst voor het meten van subjectieve belasting bij mantelzorgers. Eigen Kracht-conferentie: De Eigen Kracht-conferentie heeft als doel burgers zeggenschap en regie laten houden over hun eigen leven. Het is een activerings- en besluitvormingsinstrument, waarbij burgers samen met deelnemers uit hun eigen omgeving plannen bedenken om problemen op te lossen. Er bestaan verschillende varianten: voor individuen en families, voor herstel na een incident of misdrijf, voor een wijk of buurt en voor leervragen binnen of buiten de school. Empoweren: Iemand in staat stellen om optimaal gebruik te maken van zijn talenten en capaciteiten. Formele zorg: De zorg verleend door mensen die daar een diploma voor hebben en die daarvoor betaald worden. Wat zij wel en niet mogen doen, staat vast. Formele netwerkbijeenkomst: Een netwerkbijeenkomst van disciplines en hulpverleners die bij de zorg en ondersteuning van de zorgvrager betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bewerkstelligen van een integrale zorgverlening met als voornaamste doel, rolafstemming tussen de verschillende disciplines en hulpverleners. Wat kan mogelijk leiden tot ontzorging. GGZ inGeest: GGZ inGeest biedt psychiatrische zorg op maat aan kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Informele zorg: Informele zorg is die zorg die geleverd wordt door mantelzorgers én vrijwilligers. Het gaat hierbij om activiteiten in aanvulling op zorg die door beroepskrachten zoals verpleegkundigen, huishoudelijke hulp en activiteitenbegeleiders geleverd wordt. Informele netwerkbijeenkomst: Een netwerkbijeenkomst met het informele netwerk die bij de zorg en ondersteuning van de zorgvrager betrokken zijn. Het doel van deze bijeenkomst is het bevorderen en afstemmen van de geleverde en gewenste zorg en ondersteuning. De Sijn-methode
80
Instrumenten: Geheel van procedures en methoden die gebruikt kunnen worden om een doel te bereiken. Kantelgedachte: Houdt in vraaggericht werken in plaats van aanbodgericht, en het denken in voorzieningen om beperkingen te compenseren, er wordt samen gezocht naar oplossingen die het beste passen bij de individuele situatie van de burger. Kontext: Kontext is een organisatie voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening in de regio Zuid Kennemerland. Kontext is er voor iedereen en biedt hulp op veel verschillende vlakken zoals wonen, zorg, werk, financiën en welzijn. Lotgenoten: Mensen die met anderen hetzelfde lot ondervinden, bijvoorbeeld ziekten, ongevallen, geweld. MantelScan: Een instrument voor professionals in zorg en welzijn om samen met zorgvragers en mantelzorgers een (mantel)zorgnetwerk in kaart te brengen, waarbij aandacht is voor de kracht en risico’s van dat netwerk. Maatschappelijke participatie: Dit omvat alle activiteiten buiten de privésfeer en de economie, ofwel het betaalde werk. Er is een onderscheid tussen passieve maatschappelijke participatie, zoals lid zijn van verenigingen en het (financieel) ondersteunen van organisaties, en actieve participatie, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en deelnemen aan politieke acties. Mantelzorg: De zorg die wordt gegeven aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe omgeving. Mantelzorgers zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen professionele zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Methodiek: Geheel van de te volgen methoden. Methode: Een vaste, weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken Netwerkcoach: Dit is een methode om het netwerk van kwetsbare burgers te versterken, waardoor ze beter kunnen participeren in de samenleving. OOK Zandvoort: Het steunpunt is er voor alle inwoners van Zandvoort die door bijvoorbeeld ziekte, beperking of ouderdom steun kunnen gebruiken. Door mensen waar nodig te ondersteunen willen zij er naar streven dat Zandvoort voor iedereen een fijne plek is om te wonen en te leven. Professional: is iemand die een heeft afgerond professionele graad in een of meer beroep . De term beschrijft ook de normen van onderwijs en opleiding die bereiden de leden van de beroepsgroep met de specifieke kennis en vaardigheden die nodig zijn om de rol van dat beroep uit te voeren. Daarnaast hebben de meeste professionals zijn onderworpen aan strenge gedragscodes verankeren De Sijn-methode
81
strenge ethische en morele verplichtingen . Professionele normen van de praktijk en ethiek voor een bepaald gebied worden meestal afgesproken en in stand gehouden door middel van alom erkende beroepsverenigingen. Pluspunt: Pluspunt is een organisatie voor welzijn en maatschappelijke ondersteuning en buitenschoolse opvang in Zandvoort. Pluspunt organiseert activiteiten en diensten voor jong en oud, die gericht zijn op participatie, maatschappelijke activering, informatievoorziening, dienstverlening, ontmoeting, vorming, educatie en onderling contact tussen deelnemers/bezoekers. POM-methode: Preventieve Ondersteuning van Mantelzorgers van ouderen met psychische problemen. De methode is ontwikkeld om overbelasting en verminderd welbevinden bij mantelzorgers van ouderen te voorkomen. Mantelzorgers worden structureel en volgens een vaste methodiek in een vroeg stadium opgespoord en ondersteund. Respijtzorg: Respijtzorg biedt mantelzorgers de mogelijkheid hun zorgtaken even helemaal aan een ander over te laten. De bedoeling is dat de mantelzorger even vrijaf van de zorg heeft. RIBW K/AM: Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Kennemerland/Amstelland en de Meerlanden: is gespecialiseerd in begeleiding en ondersteuning van mensen die door psychiatrische of psychosociale problemen (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Binnen de RIBW wordt begeleiding en ondersteuning aangeboden bij het wonen en participeren in de maatschappij. Het begeleidingsaanbod richt zich op Beschermd wonen (BW), Ambulante begeleiding (BZW), Maatschappelijke opvang (MO) en activering.
Satellietwoning: Beschermd wonen in een woning in de directe nabijheid van de hoofdlocatie van de RIBW. SOFA-model: Om organisaties te ondersteunen bij de samenwerking met mantelzorgers heeft het Expertisecentrum Mantelzorg de Samenspelscan ontwikkeld. Deze scan laat zien hoe het is gesteld met het samenspel tussen mantelzorgers en professionals binnen zorgorganisaties, en geeft inzicht in verbeterpunten. In de Samenspelscan gaat het Expertisecentrum Mantelzorg uit van de rollen uit het SOFA-model. Uitgangspunt is dat een mantelzorger vier rollen kan vervullen: collega, cliënt, naaste en expert. Welke rol het meest prominent is, kan van tijd tot tijd verschillen. Elke rol is gekoppeld aan een werkwoord, waarvan de beginletters het woord SOFA vormen: Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen. Voor meer informatie www.expertisecentrummantelzorg.nl. SNS Methode: Volgens vernieuwde methoden leren professionals en zorgafhankelijke burgers hoe sociale netwerken op te zetten en te onderhouden. Je bouwt met andere dienstverleners en cliënten aan nieuwe infrastructuren. Vrijwilligerswerk in de zorg: Gaat het om vrijwilligers die onbetaald en onverplicht werkzaamheden verrichten in georganiseerd verband voor anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben en met wie ze – bij de start – geen persoonlijke relatie hebben.
De Sijn-methode
82
WIFA-model: Bij samenwerking met vrijwilligers kun je gebruik maken van het WIFA-model: Waarderen, Informeren, Faciliteren en Afstemmen. Voor vrijwilligers is het belangrijk om informatie te krijgen over zaken die betrekking hebben op cliënten en de uitvoering van taken, bijvoorbeeld wanneer een cliënt wordt opgenomen in het ziekenhuis. Het is daarnaast belangrijk om werkzaamheden af te stemmen. Welke zorg verlenen de professionals en wat doet de vrijwilliger? Faciliteer vrijwilligers ook, zodat zij hun taken op een juiste manier uit kunnen voeren. Denk bijvoorbeeld aan instructies voor rolstoelgebruik als de vrijwilliger samen met de cliënt op stap gaat. Waardering van vrijwilligers is een aspect dat continu aan de orde is. Juist voor vrijwilligers is het goed om te weten dat hun werk gewaardeerd wordt. Dat zit hem vaak in kleine dingen, bijvoorbeeld dat er op de werkvloer vanuit de professional aandacht is voor de vrijwilliger. Beschermd Wonen-locatie: RIBW K/AM heeft een groot aantal beschermd wonen-locaties voor verschillende doelgroepen. Op iedere locatie is een team van professionele begeleiders die de bewoners ondersteunen op diverse levensgebieden/-domeinen. Woonzorgmedewerker: De woonzorgmedewerker ondersteunt cliënten op het gebied van persoonlijke verzorging en huishouding, zodat een verzorgde woonomgeving voor de bewoners gewaarborgd is. De woonzorgmedewerker zorg je voor dat de continuïteit en kwaliteit van de zorg gewaarborgd is. Hij geeft persoonlijke (ADL) verzorging en begeleidende ondersteuning aan de zorgvragers en hebt oog voor het welbevinden van de zorgvragers. Zelfredzaamheid: Het vermogen om zich te kunnen redden in de huidige situatie op het gespecificeerde levensdomein. Zelfredzaamheid-matrix (ZRM): gestandaardiseerde matrix waarmee de zelfredzaamheid van een persoon beoordeeld kan worden. Zorgvrager: Is iemand die hulp of zorg nodig heeft, thuis of in een instelling. Voor de term zorgvrager wordt soms ook wel cliënt of bewoner gebruikt.
De Sijn-methode
83