WERKGEBIED ZUIDWEST Bezoekadres
Postadres
Telefeen Telefax Internet
Wilhelmina van Pruisenweg 52 Den Haag Postbus 90700 2509 LS Den Haag (070)304 15 00 (070) 304 15 00 www.igz.nl
STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
Nederlandse Vereniging voor iVledische Oncologie T.a.v. de heer dr.ir. J.J.M, van der Hoeven, Voorzitter Postbus 441 5201 AK DEN BOSCH
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
Den Haag,
09-207424/pr4/LM/dvr
L.W. Meinders
(070) 304 15 41
25 november 2009
Onderwerp
Bijlage(n)
Uw brief
Uw kenmerk
Reactie op opmerkingen
1
6 november 2009
brflGZckg061109
verslag gesprek 31 augustus 2009
Geachte heer Van der Hoeven, Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief waarin u reageert op het verslag van het gesprek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft gevoerd met de leden van de stichting Samenwerkende Oncologische Specialismen (SONCOS) op 31 augustus 2009. U heeft in uw brief een aantal voorstellen gedaan ten aanzien van de tekst die is opgenomen in het verslag van het gesprek. Puntsgewijs zal ik op de door u voorgestelde wijzigingen ingaan. Voor de IGZ blijft het uitgangspunt dat afspraken over de oplossingsrichtingen alleen gemaakt kunnen worden tussen alle veldpartijen die bij de oncologische zorg betrokken zijn. De IGZ waardeert het dat door het SONCOS de verantwoordelijkheid wordt genomen om als voortrekker op te treden bij het verder verbeteren van de oncologische zorg. De IGZ heeft in het gesprek aangegeven dat afspraken alleen gemaakt kunnen worden tussen veldpartijen onderling. De IGZ begrijpt dat het SONCOS houvast nodig heeft bij het opstellen van oplossingsrichtingen bij het verder verbeteren van de oncologische zorg maar het SONCOS vertegenwoordigd daarbij een deel van het veld. Het blijft van belang dat standaarden worden opgesteld in overleg en consensus met andere betrokken veldpartijen waarin ook patiënten nadrukkelijk een stem moeten hebben. De IGZ kan zich wat punt 1 betreft erin vinden om bij de aanleiding voor het gesprek het uitgangspunt van SONCOS toe te voegen zoals verwoord in de brief van 2 juni 2009. Voor de IGZ blijft het uitgangspunt voor het verlenen van verantwoorde zorg, dat er per behandelfase één eindverantwoordelijk hoofdbehandelaar moet zijn. De optimale behandeling van een oncologische patiënt wordt gekenmerkt door een combinatie van behandelingen die alleen mogelijk is door een goede coördinatie en afstemming van de zorg. Daarvoor is het belangrijk dat er één eindverantwoordelijke is aangewezen binnen het team dat zorgdraagt voor de behandeling van de patiënt en dat dit vermeld staat in het patiëntendossier. De IGZ beschouwt dit als een van de essentiële voorwaarden om ketenzorg te kunnen verlenen. De IGZ wil dit uitgangspunt anders dan door u onder punt 2 is voorgesteld dan ook niet Voor gerechtvaardigd vertrouwen in verantwoorde zorg
Werkgebied zuidwest Ons kenmerk: 09-207424/pr4/LM/dvr Blad: 2
STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
loslaten. Ik wil u in dit kader graag nog attenderen op de "Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg" die in januari 2010 door de KNMG aan de IGZ zal worden aangeboden. Onder punt 3 wordt door u genoemd dat data ook in de decursus van één van de zorgverleners kan worden bijgehouden. De IGZ kan zioh deze oplossing voorstellen als deze zorgverlener ook de verantwoordelijkheid heeft om in het behandeltraject als inhoudelijk regisseur op te treden. De IGZ denkt door deze aanpassing dit punt positiever te hebben geformuleerd. Bijgaand stuur ik u het aangepaste verslag toe. Ik ga ervan uit dat het verslag voldoende basis biedt om in gesprek met de andere betrokken partijen te komen tot een praktische invulling van de aanbevelingen van het IG^^pport.
Met vriendelijke groet, mede name;J(s,^hr. W.
.CM. Schellekens, hoofdinspecteur curatieve zorg.
Staatstoezicht op de Volksgezondheid Inspectie voor de Gezondheidszorg
Verslag Van het overleg tussen
Nederlandse Vereniging voor Medisch Oncologie (NVMO) Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO), Oncologische chirurgen Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
Datum:
31 augustus 2009
Aanwezig namens de verenigingen:
o o o o o
C. Koning, NVRO R. Tollenaar, voorzitter NPK, ex-voorzitter NvCO Klinkenbijl, voorzitter NVCO J.J.M, van der Hoeven, voorzitter NVMO
Aanwezig namens de inspectie:
o o o
W. Schellekens, Hl, IGZ L. Meinders, IGZ J.M.J. van den Berg, IGZ
Aanleiding:
Het gesprek wordt gehouden op verzoek van drie samenwerkende verenigingen van specialisten op oncologisch gebied met als doel van de verenigingen om te komen tot realiseerbare doelstellingen. Zij hebben op 2 juni 2009 aan de IGZ een brief gestuurd (bijlage) met hun mening over de invulling van de maatregelen uit het rapport.
Doelstelling:
Verduidelijken maatregelen gepubliceerd in het rapport "Zorgketen voor kankerpatiënten moet verbeteren", maart 2009.
De volgende punten komen aan de orde: 1) context 2) tijdspad 3) aanspreekpunt 4) regisseur 5) dossiervoering en behandelplan 6) rol VIKC 7) regionale coördinatie 8) psychosociale zorg
1) Context Uitgangspunt voor de IGZ is dat het veld (patiëntenverenigingen, verenigingen van zorgverleners/ specialisten, ziekenhuiskoepels, organisaties van zorgverzekeraars) normen vaststelt voor verantwoorde zorg. De IGZ gebruikt vervolgens deze normen als toetsingskader en als basis voor haar
'fl'ji 1.
Pagina 1
Staatstoezicht op de Volksgezondheid Inspectie voor de Gezondheidszorg
handhavingskader. Uitzondering is de situatie waarbij normen - ondanks aandrang bij het veld deze te maken - ontbreken, dan kan de IGZ besiuiten om zeif criteria voor verantwoorde zorg vast te stellen, indien dit vanuit patiëntenbelang noodzakelijk is. Voor de IGZ staat het belang van de patiënt daarin centraal. De IGZ kan binnen een overleg met een klein deel van het veld alleen uitspraken doen over mogelijke interpretatie van de eerder gedefinieerde normen. Afspraken hierover kunnen alleen gemaakt worden tussen veldpartijen. De IGZ heeft in haar rapport - gebruik makend van de bestaande veldnormen en uitgaande van het belang van de patiënt - vooral benadrukt wat er door veldpartijen en met name door ziekenhuizen intern moet worden geregeld. Nadrukkelijk geeft de IGZ niet aan hoe dit op locaal niveau moet worden ingevuld. Bij haar follow-up zal de IGZ vooral nagaan dat e.e.a. goed geregeld is en is zij uiteraard zeer benieuwd naar de wijze waarop dat is bereikt. Dit laatste kan immers dienen als voorbeeld voor andere ziekenhuizen.
2) Tijdspad De IGZ zal in 2011 een handhavingsprogramma uitvoeren binnen het oncologisch proces. In 2009 en vooral in 2010 zullen de activiteiten van de ziekenhuizen binnen het plan van aanpak aandacht krijgen in de gesprekken die de accounthouders jaarlijks hebben met de raden van bestuur van de instellingen. 3) Aanspreekpunt De noodzaak hiervoor wordt door alle partijen onderschreven. De drie verenigingen stellen zich voor dit te doen door het instellen van een centraal contactpunt, dat patiënten verwijst naar relevante zorgverleners. Volgens de IGZ zou dit mogelijk binnen de gevraagde maatregelen kunnen vallen. De beoordeling over de invulling hiervan zal moeten geschieden in overleg met de betrokken patiëntenverenigingen. 4) Regisseur De drie verenigingen zijn van mening dat de beste invulling van de regiefunctie is om deze neer te leggen bij het multidisciplinair overleg. De individuele zorgverleners zijn verantwoordelijk voor hun eigen deel van de keten, maar maken bindende afspraken binnen het overleg. Afwijkingen van deze afspraken worden gemeld aan het MDO. De verenigingen zijn van mening dat specialisten hoofdbehandelaar blijven binnen het deel van de diagnostiek/behandeling waar zij verantwoordelijk voor zijn/die zij uitvoeren, ook als twee specialisten gelijktijdig één probleem bij één patiënt behandelen (voorbeeld cytostatica en radiotherapie). De IGZ is van mening dat het dan essentieel is om één eindverantwoordelijke hoofdbehandelaar te hebben. Volgens de IGZ is het mogelijk om het MDO zo in richten dat het de inhoudelijke regiefunctie uit kan voeren. Behandelplan en relevante verslaglegging moet dan zeer goed bijgehouden worden en bereikbaar zijn voor alle betrokkenen. De IGZ vind ook dat belangrijke wijzigingen van het behandelplan vooraf aan het MDO gemeld moeten worden, voor zover er geen spoedeisend karakter is (dan is achteraf melden voldoende). Dit zou ook aan een aangewezen coördinator/regisseur voor het behandeltraject gemeld kunnen worden. De drie verenigingen vinden dat deze verplichting te ver gaat. Ook bij dit onderwerp is het van belang hoe de normen van de andere partijen zich ontwikkelen, hierbij zijn met name de normen van de patiënt wiens zorg gecoördineerd moet worden belangrijk. 5) Dossiervoering en behandelplan De drie betrokken verenigingen zijn bang dat deze maatregel ertoe leidt dat in de centrale status altijd alle gegevens aanwezig moeten zijn van alle betrokken specialisten en andere hulpverleners. De IGZ kan zich die angst voorstellen en vindt dat een vorm van verslaglegging die recht doet aan de hoofdzaken kan volstaan, waarbij vooral aandacht besteed wordt aan de voor de geïntegreerde behandeling essentiële informatie die gecommuniceerd moet worden tussen behandelaars. Alle deelnemers aan het overleg zijn van mening dat er een continu geactualiseerd behandelplan dient te zijn. Genoemd wordt dat dat ook in de decursus van één van de zorgverleners kan worden
'<-;3ii..
Pagina 2
Staatstoezicht op de Volksgezondheid Inspectie voor de Gezondheidszorg
bijgehouden. De IGZ kan zich deze oplossing voorsteiien ais deze zorgveriener ook de verantwoordeiijkheid heeft om in het behandeitraject ais inhoudeiijk regisseur op te treden. 6) Rol VIKC Een deei van de behandeiing van patiënten wordt in verschiiiende kiinieken uitgevoerd. De verenigingen zijn bezorgd over een dominante roi van de iKC's in de organisatie van de oncoiogische zorg. Vooropgesteid moet worden dat de IGZ geen mening kan hebben over de positie die een iKC in het zorgveid inneemt. Op dit moment wordt de positie van de IKC's geëvaiueerd. in dat kader kan de IGZ zich voorsteiien dat betrokken partijen uitgaan van de functies waaraan op dit moment behoefte bestaat binnen de oncoiogische zorg en niet automatisch aanneemt dat historische functies moeten biijven bestaan (zero base). 7) Regionale coördinatie De IGZ steit dat het belangrijk is dat aan de zorg die over verschiiiende insteiiingen wordt geleverd onder de regie vait. Anders gezegd de zorg voor een patiënt die geheei binnen één insteiiing wordt uitgevoerd moet aan dezelfde normen (t.a.v. het bovenstaande) voidoen ais de zorg die over verschiiiende instellingen is verdeeld. De punten die in het overieg aan de orde zijn gekomen gelden uiteraard ook voor deze zorgketen. 8) Psychosociale zorg: De drie betrokken verenigingen melden dat het onmogelijk is om de ook door hen gewenste psychosociaie ondersteuning te waarborgen. Op dit moment is er onvoldoende capaciteit beschikbaar in de betrokken ziekenhuizen. De IGZ deelt de wens dat hier capaciteit voor beschikbaar komt.
PaCjina 3