Woonvisie Enschede 2025:
Stad in Beweging
INLEIDING In mei 2011 heeft de gemeenteraad in een interactief proces kaders voor de Woonvisie 2025 gegeven aan het college van B&W. Deze kaders waren voor het college de handleiding om daarna met de Enschedese woningcorporaties, vertegenwoordigers van makelaars, banken, wijkraden en kennisinstellingen aan de slag te gaan om de Woonvisie uit te werken. In ateliers zijn vertegenwoordigers van bewoners, diverse Enschedese bedrijven en kennisinstituten bijeengekomen om de opgaven voor de toekomst te benoemen. Thema’s als ’toekomstige woonwensen van huishoudens’, ‘betaalbaarheid’ en ‘toenemende vraag naar zorg’, ‘duurzaamheid’ en ‘aantrekkelijkheid van Enschede als Woonstad’ kwamen hierbij aan bod. Deze Woonvisie geeft antwoord op de vraag hoe gemeente, ontwikkelaars en al die partijen die actief zijn op de woningmarkt, ook op de langere termijn kunnen inspelen op ontwikkelingen in de markt. De wereld verandert snel en daarom biedt de Woonvisie ruimte waar het kan en kaders waar het moet. Met dit document in handen leggen we de basis voor uitvoeringsafspraken die we in de loop van 2012 met diverse partners uit de stad zullen gaan maken. Ik ben er van overtuigd dat wij met deze visie prettig en gezond wonen, waardevastheid van het woningbezit en financierbaarheid van het wonen en de woonomgeving in Enschede bevorderen. Met vriendelijke groet, Jeroen Hatenboer Portefeuillehouder Talent- en Stedelijke Ontwikkeling
2
ENSCHEDESE VISIE
Meer vanaf pagina 10
1. Iedere woning moet ‘raak’ zijn om te zorgen dat de stad vitaal blijft en om te voorkomen dat er leegstand optreedt
2. In de regio moet een goed aanbod van verschillende woonmilieus te vinden zijn
3. Woongebieden moeten levensloopgeschikt zijn
4. Enschede groeit als aantrekkelijke woonstad voor studenten
5. De woningvoorraad moet toekomstgeschikt zijn
6. De energiegerelateerde component van de woonlasten blijft beheersbaar
7. Investeren in de openbare ruimte en architectuur als kwaliteitsimpuls
3
LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN
Meer vanaf pagina 14
1. Economische teruggang heeft drastische gevolgen voor de woningmarkt
2. EU-regels voor corporaties over inkomensgrens huurders 3. Afname van de bevolkingsgroei 4. De moderne consument vraagt om meer kwaliteit en houdt daarbij tegelijkertijd zijn portemonnee in de gaten 5. Stijgende kosten van energie
6. Vergrijzing en langere levensverwachting leiden tot kostenstijging in de zorg
7. Scheiden van Wonen en Zorg
8. Profiel van de zorgvrager verandert
9. Kostenbeheersing door stelselwijzigingen en bezuinigingen in het werkgebied wonen-zorg
4
ENSCHEDEES SPEELVELD
Meer vanaf pagina 17
1. De huisvestingsvraag als gevolg van de bevolkingsontwikkeling en -samenstelling is leidraad voor de woningbouwprognose 2. De regio (gemeenten en verenigde corporaties) stemt het woningaanbod af op de vraag, Enschede neemt het voortouw 3.
4. De woonwensen van consumenten worden vast onderdeel van gebiedsontwikkelingen 5. We realiseren wooneenheden voor studenten bij voorkeur in het ’15-minuten-gebied’ 6. De bestaande woningvoorraad moet verduurzaamd worden: woonconsumenten hebben recht op een gezond binnenklimaat van de woning, comfort en betaalbare woonlasten 7. Corporaties verkopen alleen woningen die toekomstgeschikt zijn 8. WMO-kosten beheersbaar houden 9. Nieuwe allianties wonen-zorg-welzijn vragen om rolwijzigingen partners 10. Markt en gemeente moeten elkaar vinden om met minder geld de gevraagde kwaliteit te leveren 11. Middelen bundelen en daar inzetten waar het effect het grootst is
5
UITGANGSPUNTEN VOOR DE OP TE STELLEN UITVOERINGSAGENDA (I VAN III)
Meer vanaf pagina 22
Thema ‘Groei: Ambitieus en Realistisch’ Enschede neemt in Netwerkstad Twente verband een voortrekkersrol in de regionale afstemming op het gebied van wonen vanuit een eigen krachtige visie op de ontwikkeling van wonen en betrekt de provincie Overijssel om hierin een regierol te vervullen De feitelijke groei van de stad is bepalend voor de programmering De gemeente ondersteunt het initiatief voor de gezamenlijke regionale Woonvisie voor Twente van de Twentse corporaties, verenigd in WOON Corporaties en gemeente maken afspraken over dat deel van de woningvoorraad dat niet verkocht wordt (niet toekomstgeschikt). Alle andere woningen komen in beginsel in aanmerking voor verkoop Gemeente en corporaties komen een systematiek overeen om te monitoren dat er geen marktverstoring plaatsvindt in het goedkope woningen segement Bij het realiseren van studentenhuisvesting wordt rekening gehouden met het aandeel studenten dat voorkeur heeft voor het voorkeursgebied Centrum tot en met de Campus (15 minuten fietsafstand tot centrum en onderwijsinstelling) Studentenhuisvesting is bij voorkeur kleinschalig en wordt bij voorkeur gerealiseerd in bestaande bouw
Thema: Consument voorop Bewoners komen met de initiatiefnemer overeen hoe zij passend participeren t.b.v. gebiedsontwikkeling Marktpartijen en gemeente stimuleren bewoners bij het invullen van de eigen verantwoordelijkheid voor woning en woonomgeving Marktpartijen en gemeente zorgen voor een integraal klantgericht en transparant aanbod van woonmogelijkheden (www.enschede.nl/wonen)
6
UITGANGSPUNTEN VOOR DE OP TE STELLEN UITVOERINGSAGENDA (II VAN III)
Meer vanaf pagina 22
Partners en gemeente bedenken hoe vernieuwend opdrachtgeverschap kan worden gefaciliteerd
Vanuit haar regierol richt de gemeente zich hoofdzakelijk op de kwaliteit van de bestaande voorraad en de toevoegingen met oog voor differentiatie, veiligheid en leefbaarheid
In beginsel moet wooncarrière kunnen worden gemaakt in het eigen woongebied De gemeente is primair verantwoordelijk voor de openbare ruimte, initiatiefnemers betalen mee vanwege de voordelen van de toegevoegde waarde Gemeente en marktpartijen zoeken naar financieringsconstructies voor ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte De gemeente levert een passende bijdrage aan een geschikte woonomgeving vanuit het RO beleid
Thema: Zorg en Wonen Bewoners en corporaties anticiperen op de komende levensfase: vooraf worden de gevolgen voor het wonen vanwege toekomstige zorgvragen in beeld gebracht De gemeente stimuleert via de WMO de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers, waardoor de WMO kosten beheersbaar kunnen blijven In beginsel hoeven bewoners die dat niet willen, niet uit hun wijk te verhuizen als hun zorgvraag wijzigt Wonen-zorg-welzijn organisaties spelen samenhangend in op de veranderende samenstelling van de Enschedese bevolking waardoor iedereen in beginsel een passende woning in de gewenste woonomgeving kan vinden 7
UITGANGSPUNTEN VOOR DE OP TE STELLEN UITVOERINGSAGENDA (III VAN III)
Meer vanaf pagina 22
Iedere nieuwe woning wordt levensloopgeschikt gebouwd Corporaties zijn pro-actief in het voldoende levensloopgeschikt maken van hun aanbod Corporaties brengen op aanvraag en tegen betaling voorzieningen aan in de woning om het zo lang mogelijk zelfstandig wonen te faciliteren Corporaties en zorginstellingen labelen woningen naar mate van zorggeschiktheid. Het aanbod wordt ingericht conform de labeling, het aanbod met labeling wordt inzichtelijk gemaakt voor de klant Elke inwoner kan tegen marktconform tarief gebruik maken van interactieve digitale (zorg-)diensten Het onderscheid tussen zorg en welzijn vervaagt, welzijnsorganisaties voeren een prominent beleid gericht op zorgpreventie De gemeente en corporaties verkennen scenario’s voor het scheiden van wonen en zorg
Thema Duurzaam Wonen
Inwoners (huurders en eigenaren) krijgen de mogelijkheid om, tegen betaling, de energiecomponent van de woonlast beheersbaar te houden Gemeente, marktpartijen en corporaties onderzoeken en stimuleren de mogelijkheden voor decentrale energie opwekking in Enschede
Vanaf 2015 streven we naar alleen nog energieneutrale nieuwbouw Woningvoorraad: De MIO Duurzaam Wonen en Werkgelegenheid wordt ingezet om vragers aan aanbieders op het gebied van duurzaamheid te koppelen Voor woningeigenaren met onvoldoende financiële draagkracht voor noodzakelijke ingrepen aan de woning, wordt een financieel instrumentarium door marktpartijen en financiers ontwikkeld De gemeente geeft het goede voorbeeld met het verduurzamen van haar eigen gebouwen 8
MONITORING, VERWACHTINGEN & REALISME In de Woonvisie klinkt het bewustzijn door dat er beperkingen zijn aan de maakbaarheid van de woningmarkt. Waar de Woonvisie 2005-2015 nog sterk gebasseerd was op de veronderstelling dat de economische groei door zou zetten en dat sturing op inwonersgroepen uitvoerbaar en haalbaar was, ligt dat nu anders. De Woonvisie 2025 zet daarom in op realisme en flexibiliteit met strakke kaders waar het moet en ruime kaders waar het kan.
Flexibele koers
o o o o
In de dynamiek van de huidige woningmarkt is het niet verstandig om de koers tot 2025 compleet vast te leggen in een ‘blauwdruk’. Daarom beantwoorden gemeente en partners in een tweejaarlijkse cyclus de vraag of de ingezette koers nog voldoet aan de dan geldende dynamiek. Daarvoor is het van essentieel belang om goed in beeld te hebben hoe vraag & aanbod zich ontwikkelen en of de aangeboden producten nog aansluiten bij de wensen van de consument. Gemeente en partners ontwikkelen hiervoor een adequaat monitoringssysteem.
Realisme in de uitvoering Doordat budgetten beperkter zijn dan voorheen, moeten we voorzichtig zijn in het stapelen van ambities. Elke euro kan maar één keer worden uitgegeven. Door met elkaar af te stemmen over de in te zetten koers en geplande investeringen, zetten we in op krachtenbundeling. Zo worden de euro’s die er zijn zo efficiënt mogelijk ingezet om optimaal multipliereffecten te verzilveren.
9
ENSCHEDESE VISIE - VERDIEPT Inleiding Waar de Woonvisie 2005 – 2015 nog uitging van optimistische groeiscenario’s, ervaren wij op dit moment een ontspannen woningmarkt waarin de dynamiek als gevolg van de economische omstandigheden ontbreekt. Deze conjuncturele trendbreuk ten opzichte van het groeidenken, heeft zowel de vragers op de woningmarkt als de aanbieders aan het denken en handelen gezet. De ‘oude‘ tijden van ongebreidelde groei manifesteren zich niet meer. De woonconsument is kritisch en wil voortaan kunnen kiezen of hij/zij nu een nieuwe woning wil of de huidige woning wil aanpassen vanwege comfort, energieverbruik of voorzieningen voor zorg. Deze Woonvisie stuurt vooral op de kwaliteit van de voorraad. Woonwensen zijn leidend geworden voor de verdienmodellen van marktpartijen. Uitgangspunten daarbij zijn: de zelfstandige woonconsument, meer markt en minder overheid (loslaten). Daarom is deze Woonvisie sterk gericht op procesafspraken. Vanwege de gevolgen voor de woonlasten heeft duurzaamheid op verzoek van de Raad een prominente plek gekregen in de Woonvisie. De verwachting is dat het herstel nog jaren zal gaan duren. Dit resulteert in terughoudendheid met netto toevoegingen om waardeval te voorkomen. Corporaties concentreren zich vooral op de kwaliteit van bestaand bezit en niet op uitbreiding. 1. Iedere woning moet ‘raak’ zijn Om flexibel in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden programmeren we periodiek op basis van het monitoren van de vraagontwikkeling. Daarbij is de feitelijke groei van de stad bepalend voor de programmering. Voor de periode 2011-2030 wordt Primos 2010 gehanteerd. Het uitgangspunt voor de woningbouwbehoefte is in onderling overleg met marktpartijen geprognosticeerd. Gezien de economische situatie anno 2011 gaan wij de eerste jaren uit van de gevolgen van een daling van de huishoudensinkomens op basis van Primos (-1%/jaar). Geprognotiseerd is dat er bruto gemiddeld 190 koopwoningen per jaar worden toegevoegd. Dit komt overeen met 1.500 woningen van 2012 2020. Corporaties voorzien geen grote uitbreidingen van huurwoningen in het sociale huursegment: concentratie op bestaand bezit, zoals aanpassen bestaand bezit, herstructurering, verkoop. Afhankelijk van de marktontwikkelingen zullen meer of minder huurwoningen in het sociale segment worden gebouwd. Opgaven worden meegenomen in de monitor en programmeringscyclus met de corporaties. Wij verwachten dat de netto woningbouwopgave tot 2030 ligt in de bandbreedte tussen de 3.730 en 4.860 woningen, ervan uitgaande dat na verloop van tijd licht herstel van de huishoudensinkomens zal optreden (0 tot 1%/jaar). De uitdaging op het gebied van wonen ligt met name in het faciliteren van passende huisvesting voor de autonome bevolkingsgroei en huishoudens, alsmede het faciliteren van de te huisvesten mensen als gevolg van de economische ambitie van Enschede (5e Kennisregio van Europa en faciliteren van innovatieve bedrijven). In de stad is behoefte gedifferentieerde woonmilieus, zowel centrumstedelijke- als groene woonmilieus. De uitdaging ligt er in om, in een tijd van krimpende (netto) woningtoevoegingen in de stad, op de goede plekken de juiste toevoegingen aan de woningvoorraad te kunnen doen. Iedere woning moet dus ‘raak’ zijn.
10
2. Goed aanbod van woonmilieus in de regio In een tijd van afnemende economische en demografische groei is het belangrijk dat de Twentse gemeenten in de regio de handen ineen slaan om hun krachtige regiopositie verder uit te bouwen. Regionale concurrentie moeten we voorkomen, die werkt op de lange termijn juist averechts. De regio Twente is een bijzondere, aantrekkelijke en complete regio met haar steden, met alle voorzieningen, en het omliggende platteland, met veel natuurlijke waarden. Er is een grote diversiteit aan woon- en werkmilieus in Twente, met name in en rond het stedelijk netwerk. Voor kenniswerkers is de kwaliteit van leven een cruciale factor, net als de internationale bereikbaarheid. Kennisintensieve bedrijven vinden in Twente dan ook een aantrekkelijk vestigingsmilieu. Een goed woonklimaat met gedifferentieerd aanbod aan woningen in diverse woonmilieus, voor de werknemers van kennisintensieve bedrijven, is een van de essentiële vestigingsvoorwaarden. Dit betreft niet alleen hoogwaardige binnenstedelijke woonmilieus maar ook groene woonmilieus. In de komende jaren zal de beroepsbevolking in Twente vergrijzen en krimpen en naar verwachting is de uitstroom van arbeidskrachten groter dan de instroom. Om de beroepsbevolking op peil te houden is meer instroom van arbeidskrachten nodig. Ook voor deze doelgroep is een goed woon- en leefklimaat essentieel. De Enschedese ambitie om nieuwe (innovatieve) bedrijven aan te trekken kan de vraag naar woningen beïnvloeden. Monitoring moet inspelen op het anticiperend ontwikkelen van woningen voor deze woonconsumenten. 3. Levensloopgeschikte woongebieden Door de veelheid aan ontwikkelingen is het belangrijk om woongebieden zoveel mogelijk levensloopgeschikt te maken. Een levensloopgeschikt woongebied is een gedifferentieerd woongebied waar bewoners de mogelijkheid hebben, naar gelang hun levensfase of zorgbehoefte, wooncarrière te maken. Alle woongebieden zijn daarmee ingericht op de levering van zorgdiensten en het bieden van mogelijkheden om anderen te ontmoeten. Dit is per gebied altijd maatwerk. De voorzieningen en diensten in het woongebied sluiten aan bij de behoeften van de mensen die er wonen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: De burger is primair zelf verantwoordelijk voor zijn woning en woonomgeving Corporaties zijn pro-actief in het voldoende levensloopgeschikt maken van hun aanbod De gemeente stimuleert via de WMO de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers en werkt vanuit het RO beleid aan een geschikte woonomgeving 4. Enschede groeit als aantrekkelijke woonstad voor studenten Voor Enschede zijn studenten een belangrijk onderdeel van de motor van de stad. Zij voeden de kenniseconomie, zorgen voor levendigheid en houden de stad relatief jong. Enschede wil daarom ook voor studenten goede condities scheppen om hier te komen en te blijven wonen
11
5. Toekomstgeschikte woningvoorraad We streven naar een woningvoorraad die geschikt is voor de toekomst. Een toekomstgeschikte woning is een woning die zodanig goed aansluit bij de ontwikkelende wensen van de woonconsument, dat deze haar waarde behoudt of vergroot in een veranderende markt. Vanwege de ruime bestaande voorraad in de stad, wordt kwaliteit van bestaande woningen nog belangrijker. Woningen die niet toekomstgeschikt zijn of die niet met een verantwoorde investering geschikt gemaakt kunnen worden, worden gesloopt. In geval van sloop van corporatiewoningen zal niet per definitie voor iedere gesloopte woning een nieuwe huurwoning worden terug gebouwd. Afhankelijk van de kenmerken van het gebied waarin sloop plaatsvindt, is meer differentiatie naar eigendom en prijs noodzakelijk. De initiatiefnemer tot sloop heeft het recht om terug te bouwen. Gemeente en corporaties maken afspraken over de plek van wederbouw in de stad en de maximale termijn waarbinnen realisatie plaatsvindt. Na Velve-Lindenhof, Boswinkel en Bijvank zullen de corporaties geen grootschalige herstructureringsgebieden meer ontwikkelen, maar zal op kleinere schaal gesloopt en herontwikkeld worden. Particuliere eigenaren worden, onder andere via de door de gemeente gefaciliteerde Maatschappelijke Investeringsopgave (MIO) Duurzame Woningen en Werkgelegenheid, uitgedaagd om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen om de woning op peil te brengen en te houden. De ambitie van de MIO Duurzame Woningen en Werkgelegenheid, is om circa 40.000 woningen (particulier- en corporatiebezit) te verduurzamen om de CO2 uitstoot rond 2020 met 30% te verminderen. Het corporatiebezit wordt hierbij gebruikt als hefboom om het particuliere bezit mee te krijgen. 6. Beheersbare energiecomponent woonlasten De prijzen van elektriciteit en gas zijn het afgelopen decennium verdubbeld. Verwacht wordt dat prijs van fossiele brandstoffen in de toekomst blijft stijgen. Zonder maatregelen leidt deze ontwikkeling voor de gemiddelde woonconsument tot een stijging van de woonlasten en een daling van het besteedbaar inkomen. Om die reden zet de Woonvisie onder andere via de MIO Duurzame Woningen en Werkgelegenheid in op het beheersbaar houden van de energiecomponent van de woonlasten. De daarbij behorende strategie is geënt op de trias energetica. Kort gezegd komt die er op neer, dat op woningniveau eerst moet worden bekeken op welke manier er energie kan worden bespaard. De vervolgstap bestaat uit het zoveel mogelijk opwekken en gebruiken van duurzame energie. Blijft er dan nog een energievraag over, dan zal daarmee op een zo efficiënt mogelijke manier moeten worden omgesprongen. Gemeente, marktpartijen en corporaties onderzoeken en stimuleren de mogelijkheden voor decentrale energie opwekking in Enschede.
12
In de Woonvisie wordt er vanuit gegaan dat de hiervoor beschreven aanpak niet alleen leidt tot goede resultaten op het gebied van energiebesparing en het gebruik van duurzame energie, maar daarmee ook ten aanzien van de reductie van de uitstoot van CO2. 7. Investeren in de openbare ruimte en architectuur als kwaliteitsimpuls Voor het woongenot is ook de openbare ruimte rond de woning van belang. De investering in de openbare ruimte vormt, samen met architectuur, een kwaliteitsfactor voor het woongenot en kan investeringen van derden in het eigen bezit stimuleren. Investeringen in de openbare ruimte en architectuur leiden tot een beter woonproduct waardoor zowel het rendement van de ontwikkelaar kan verbeteren als de waarde van het totale gebied. Door de veranderde economische situatie zijn er minder financieringsmogelijkheden voor investeringen in de openbare ruimte beschikbaar. Het is daarom noodzakelijk dat de stakeholders samen op zoek gaan naar creatieve oplossingen. De gemeente richt haar ambities in ieder geval op díe locaties die het meeste bijdragen aan de doelstelling Enschede, stad van het Oosten (Toekomstvisie).
13
LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN - VERDIEPT Inleiding Wonen in Enschede staat niet op zichzelf. Er zijn grote maatschappelijke veranderingen gaande die van invloed zijn op de eisen die aan wonen worden gesteld. Daarnaast verandert de rolverdeling tussen de verschillende partners. 1. Economische teruggang heeft drastische gevolgen voor de woningmarkt Een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de woningmarkt, is de economische crisis die in 2008 losbrak en nog steeds voortduurt. De huizenprijzen zijn gedaald en woningen staan langer te koop. Het aantal verhuizingen is verminderd, hypotheekverstrekkers zijn voorzichtiger en huiseigenaren kopen minder vaak een nieuwe woning voordat hun oude verkocht is. Ontwikkelaars heroriënteren zich op hun toekomst. Succesvolle woonproducten zijn plotseling niet meer in trek bij de kritische consument die het in deze markt, met meer aanbod dan vraag, voor het zeggen heeft. Het kabinet investeert in de duurzame economie om de crisis te bestrijden. Daarbij wordt onder andere ingezet op behoud van banen in de bouw, energiebesparing van woningen en het vlottrekken van de woningmarkt, evenals uitbreiding van mogelijkheden voor duurzame energie. De economische crisis heeft niet alleen gevolgen voor de vastgoedwereld, maar ook voor lokale overheden. De ontwikkelingen in de vastgoedmarkt zijn van invloed op de financiële positie van bijvoorbeeld het gemeentelijk grondbedrijf. Rollen, taken en verantwoordelijkheden in het stedelijke ontwikkelproces worden onder de loep genomen. De uitdaging om met minder middelen toch voldoende te doen, dwingt partijen tot creativiteit in proces, inhoud en geld. In het verlengde hiervan hebben gemeenten keuzes gemaakt in de regulering van het aanbod van woningen. 2. EU-regels voor corporatiesover inkomensgrens huurders Ook voor corporaties zijn de tijden veranderd. Zij worden geconfronteerd met een nieuwe EU-regel (2010) die hen beperkt in het verhuren van woningen aan mensen met een inkomen boven de 33.614,-. Dat stelt een limiet aan hun vrijheid, zij moeten zich vooral richten op de ‘doelgroep’ die in aanmerking komt voor sociale huur.
14
3. Afname van de bevolkingsgroei Nederland bereidt zich voor op een afnemende groei en een veranderende samenstelling van haar bevolking; in sommige delen van het land is al sprake van krimp, in de steden zal dit effect pas later merkbaar zijn. 4. De moderne consument De behoefte van de consument aan keuzevrijheid vertaalt zich voor Enschede in toenemende belangstelling voor (collectief) particulier opdrachtgeversschap en andere vormen van consumenteninvloed in de bouw. Tegelijkertijd zien we de belangstelling voor grootschalige uitbreidingsprojecten afnemen. De woningen díe nog worden bijgebouwd, moeten ‘raak’ zijn: alleen woningbouwprojecten die veel keuzeopties bieden en goed getimed zijn hebben slaagkans. Daarbij moet maximaal ingespeeld worden op de (steeds veranderende) behoefte van de woonconsument. 5. Stijgende kosten van energie Niet alleen gemeenten, maar ook bedrijven en bewoners van de stad voelen de crisis in hun portemonnee. Hun koopkracht vermindert, tegelijkertijd stijgen de energieprijzen omdat fossiele brandstoffen steeds duurder worden. Consumenten voelen de noodzaak om kritischer te kijken naar het energieverbruik van hun huishouden. Woonconsumenten hebben recht op gezonde leefomstandigheden, daarom is een gezond binnenklimaat belangrijk. Behalve energiebesparing komen er steeds meer mogelijkheden om op andere manieren energie op te wekken. Bijvoorbeeld energie die wordt opgewekt door water, wind of zon. Door technologische ontwikkelingen vervaagt de scheiding tussen energieconsumenten en energieproducenten. Tegenwoordig kunnen consumenten ook energie opwekken en (terug)leveren aan het net, zij zijn dan prosument. 6. Vergrijzing en toenemende levensverwachting leiden tot kostenstijging in de zorg Door verbeterde gezondheidszorg en verbeterde levensomstandigheden leven mensen langer. Dat heeft als gevolg dat er relatief meer ouderen zijn. Daarnaast zorgt de naoorlogse geboortegolf (babyboom) voor verdere versterking van de vergrijzing. Vanwege deze ontwikkelingen is er de komende jaren sprake van een enorme kostenstijging voor zorg in Nederland.
15
Volgens de definitie van vergrijzing is Enschede een relatief jonge stad. Gemiddeld is de sociaal-economische situatie in Enschede echter lager dan die van de rest van Nederland. Over het algemeen leven mensen in die omstandigheden minder gezond, waardoor zij ‘jonger oud’ zijn. Hierdoor is de vergrijzing toch met landelijk niveau te vergelijken. 7. Scheiden van Wonen en Zorg Het Rijk legt meer risico’s bij de zorginstellingen door vanaf 2012 een vaste vergoeding voor de kosten van huisvesting op te leggen en vanaf 2014 het scheiden van wonen en zorg door te voeren. Hierdoor zal op afzienbare termijn de huisvestingsvergoeding helemaal vervallen en zullen bewoners huur gaan betalen. De scheiding van wonen en zorg heeft tot gevolg dat meer mensen er voor zullen kiezen om in hun eigen huis te blijven wonen. Daarnaast maken technologische ontwikkelingen steeds meer onderzoek en ondersteuning in de eigen omgeving van de zorgontvanger mogelijk en wordt het verder delegeren van zorg mogelijk, bijvoorbeeld van ziekenhuis naar huisarts, of van huisarts naar patient. 8. Profiel van de zorgvrager verandert De zorgvragers van straks hebben andere kenmerken dan in het verleden. Ze hebben vaker een eigen huis, zijn hoger opgeleid, wonen vaker alleen en zijn gewend aan moderne technologie (computers, smartphones en internet). Er komt een generatie senioren aan met digitale kennis die makkelijker gebruik kunnen maken van domotica (bijvoorbeeld t.b.v. beveiliging en alarmering, telediensten, zorg op afstand). 9. Kostenbeheersing door stelselwijzigingen en bezuinigingen Om de zorg betaalbaar te houden, volgen bezuinigingen en stelselwijzigingen. Steeds meer taken worden door het Rijk ondergebracht bij gemeenten, waardoor het financiële risico voor gemeenten stijgt. De overheid verwacht van zorgvragers meer eigen verantwoordelijkheid voor het organiseren en vinden van oplossingen voor hun zorgvraag. Door de toenemende zorgvraag dreigt een tekort aan arbeidskrachten in de gezondheidszorg.
16
ENSCHEDEES SPEELVELD
- VERDIEPT
Inleiding De bevolking van Enschede neemt in de periode 2010-2030 toe tot ruim 164.000 inwoners. Na 2030 neemt het aantal inwoners nog zeer beperkt toe en na 2037 neemt de bevolking zelfs licht af (krimp). Dit, in combinatie met de huidige verminderde economische groei, maakt dat de stad zich goed moet oriënteren op de locaties waar nieuwe ontwikkeling moeten gaan plaatsvinden. Iedere ontwikkeling moet immers ‘raak’ zijn om te voorkomen dat er leegstand in de stad optreedt. Enschede, Stad van Nu, maakt werk van haar ambitie als bruisende hoofdstad van het Oosten. Het centrum van de stad is daarin de motor die de aandrijvende energie genereert. Het is voor Enschede van groot belang dat het centrum ook in de toekomst deze kracht behoudt. Bijna 70% van de woningen die in Enschede staan is gebouwd voor 1980. Een groot deel van deze woningen voldoet qua wooncomfort of energietechnisch niet meer. De kritische en mondige consument vraagt om kwaliteit en is zich steeds meer bewust van de stijgende energielasten. Om de woningvoorraad aantrekkelijk en toekomstgeschikt te houden, ligt er een flinke uitdaging in het verduurzamen van deze woningen en in het stimuleren van zowel eigenaren als huurders om hierin te willen investeren. Voor de steden betekenen de ontwikkelingen op de financiële markt dat de woningbouw zorgvuldiger dan voorheen geprogrammeerd moet worden, vanuit duidelijke keuzes rond prioriteiten in de stad. Langzaam komen de nieuwe kaders tot stand en wordt inhoud gegeven aan deze heroriëntatie, samen met de ontwikkelpartijen in de stad. Hierbij spelen vragen als: ‘in hoeverre kunnen we nog spreken van programmering vanuit de overheid?’ of ‘moet Voor meer achtergrondinformatie over particuliere opdrachtgevers juist meer ruimte geboden worden?’ Dit alles speelt tegen de de stand van zaken rond het wonen in achtergrond van een zich sterk op economische ontwikkeling richtend Rijksbeleid en Enschede verwijzen wij u naar het boekeen verschuiving van Rijkstaken naar lagere overheden. je “ Wonen in Enschede, feiten, cijfers en trends” dat in bijlage 2 is opgenoOp dit moment staan er in Enschede 67.600 woningen; hiervan is de helft koop- en de men. helft huurwoning. Van alle woningen in Enschede is 41% in het bezit van de corporaties. 1. Huisvestingsvraag als leidraad voor prognose De Enschede Structuurvisie (2011) richt zich op binnenstedelijke ontwikkeling:; na het afronden van de wijken Eschmarke, ’t Vaneker en Het Brunink volgen er geen grootschalige uitbreidingslocaties meer. Als gevolg van de stagnerende woningmarkt heeft Enschede in 2010 de woningbouwprioritering voor 2010-2015 vastgesteld (zie bijlage 1). Deze wordt periodiek geactualiseerd. Met deze prioritering willen we er voor zorgen dat er niet nóg meer aanbod op de markt komt, terwijl de vraag achterblijft. Zo voorkomen
17
we dat woningen (verder) in waarde dalen. De woningbouwprognose wordt, in overleg met partners, periodiek bijgesteld op basis van de actuele woningbehoefte. 2. Regio stemt woningaanbod af op de vraag, Enschede neemt het voortouw Als gevolg van een forse woningbouwproductie in Twente in de achterliggende jaren, een flinke voorraad aan plannen en een afnemende vraag dreigt er scheefgroei tussen vraag en aanbod in de woningmarkt. Dit komt onder andere door gewijzigde marktomstandigheden en een naderende bevolkingskrimp op het platteland. Een regionale visie op oplossingsrichtingen is daarom van groot belang. Enschede spant zich in om vanuit een krachtige eigen visie op de ontwikkeling van de woningbehoefte (kwalitatief en kwantitatief) en het toekomstperspectief van de stad een voortrekkersrol te vervullen om de regionale afstemming verder te bevorderen. 3. Vanuit het hart naar buiten
Om het centrum van de stad vitaal te houden werken we bij de prioritering van bouwprojecten naar gebieden van binnen naar buiten: het centrum (inclusief Spoorzone en Stadsweide) heeft de voorkeur. Woonmilieus die qua karakter en woonwensen goed passen bij het centrum (inclusief Spoorzone en Stadsweide), worden met voorrang in dit gebied gerealiseerd. Voor de woonmilieus die minder goed in het centrum passen geldt dat we eerst in de ring om het centrum zoeken en pas daarna naar de buitenwijken opschuiven. 4. Wensen consument onderdeel gebiedsontwikkelingen Omdat de consument steeds beter weet wat hij wil en ook kritischer is ten opzichte van het woningaanbod, is het logisch om hem een grotere rol te geven in de ontwikkeling van woningen. De woonwensen van de consument worden dan ook een vast onderdeel van gebiedsvisies: zowel consumenten als stakeholders worden op passende wijze betrokken bij de visie. De initiatiefnemer en de gemeente zijn goed op de hoogte van de wensen van de consument en de daarbij behorende product-marktcombinaties. Consumenten krijgen de mogelijkheid om te participeren. De initiatiefnemer organiseert de participatie zó dat de consument daadwerkelijk invloed kan uitoefenen op de totstandkoming en de vormgeving van het product. Met het instrument wijkbudgetten krijgen bewoners meer invloed op hun leefomgeving, ze kunnen het geld onder andere inzetten voor het schoon en heel houden van de openbare ruimte.
18
5. Wooneenheden voor studenten Over het algemeen is er voldoende aanbod van studentenhuisvesting in de stad. Onderzoek heeft uitgewezen dat een substantieel deel van de studenten bij voorkeur op circa 15 minuten fietsen van het stadscentrum en onderwijsinstellingen wil wonen. In totaal is er voor studenten de komende 10 jaar behoefte aan 400 extra wooneenheden, waarvan 50% van tijdelijke aard. Verder bestaat de behoefte voor 50% uit wooneenheden voor buitenlandse studenten. Tenslotte weten we dat 50% van de totale behoefte uit zelfstandige eenheden bestaat. Uitgangspunt is deze behoefte zoveel mogelijk te realiseren naar de wensen van de student. Nieuwe wooneenheden worden daarom bij voorkeur in het “15-minuten-gebied” gerealiseerd: het gebied tussen de UT en de binnenstad en het binnensingelgebied met een zone daaromheen. Het moet mogelijk blijven om in de stad studenten/jongeren te huisvesten voor wie de fietsafstand tot centrum en onderwijsinstelling niet leidend is. In sommige gebieden treedt een overconcentratie van studenten- en jongerenwoningen op, waardoor de woonomgeving onder druk kan komen te staan. Het is daarom belangrijk dat verder versnipperde huisvesting voor studenten in deze wijken wordt voorkomen. In de Uitvoeringsagenda maken we afspraken over de voorwaarden waaronder de studenten in de wijken kunnen worden ondergebracht. 6. Bestaande woningvoorraad verduurzamen Bewoners wordt uitgedaagd om werk te maken van duurzaamheid in bestaande woningen. Bijna 70% van de woningen in Enschede is van voor 19801. In die periode was minder aandacht voor duurzaamheid dan anno 2011. Het gevolg hiervan is dat veel van deze woningen ‘energie lekken’. De bewoners van deze woningen hebben daardoor een veel hogere energierekening dan strikt noodzakelijk is. Dit geldt voor zowel koop- als huurwoningen. 7. Corporaties verkopen alleen toekomstgeschikte woningen In het verleden heeft verkoop van corporatiebezit geleid tot waardeontwikkeling, verbetering van en investering in woningen. Verbetering van de kwaliteit van de woningvoorraad blijft als in1
Enschede wijkt hierin niet af van landelijke gemiddelden, sterker: de procentuele aantallen zijn iets lager dan gemiddeld.
19
strument waardevol en levert tegelijk nieuwe financiële slagkracht voor corporaties op. Verkoop van corporatiebezit kan ook andere effecten hebben: Verkoop van corporatiewoningen leidt tot een vergroot aanbod op de koopmarkt: goede monitoring van de effecten op de gehele koopvoorraad is een aandachtspunt Wanneer er woningen die onvoldoende toekomstgeschikt zijn, worden verkocht in een wijk met overwegend sociale huurwoningen, kunnen ze op langere termijn herstructureringsbehoeftes belemmeren. Het wordt namelijk, door de vele belangen, complexer om zowel corporaties als individuele woningeigenaren te activeren voor herstructurering. Er worden alleen toekomstgeschikte woningen verkocht. Een toekomstgeschikte woning is een woning die zodanig goed aansluit bij de ontwikkelende wensen van de woonconsument, dat deze haar waarde behoudt of vergroot in een veranderende markt. Bij verkoop van corporatiebezit wordt leegstand van woningen in het goedkope koopsegment voorkomen. Gemeente en corporaties ontwerpen met stakeholders een monitoringssysteem waarbij de corporaties huurwoningen kunnen verkopen terwijl de markt in het goedkope woningsegment in balans blijft. 8. WMO-kosten beheersbaar houden De gemeente loopt het risico op forse kostenstijgingen door de gelijktijdige groei van het aantal WMO-zorgtaken en de vraag hiernaar. De gemeente biedt een vangnet voor de zwaksten in de samenleving. De burger is primair zelf verantwoordelijk voor zijn welzijn en dient op iedere levensfase, ook die waarin meer zorg nodig is, te anticiperen. Op deze manier worden de kosten voor de aanpassingen van woningen beheersbaar en kan iedere burger wonen in een geschikte woning. 9. Nieuwe allianties wonen-zorg-welzijn Het scheiden van wonen en zorg is een ontwikkeling die snel gaat en die voor nieuwe allianties in het werkveld wonen-zorg-welzijn zal zorgen. Niet zorginstellingen maar de cliënt zelf zal huurder zijn van een woning. De gemeente gaat met woningbouwcorporaties en zorgaanbieders scenario’s verkennen. Het onderscheid tussen zorg en welzijn zal vervagen. Dit zal consequenties hebben voor de ontwikkeling van woningen voor mensen met een zorgvraag. De woning zal naar verwachting meer afgestemd worden op vraag van de burger dan op de vraag van de zorgaanbieder.
de
10. Markt en gemeente moeten elkaar vinden De moderne consument vraagt om meer kwaliteit (comfort, financierbaarheid en energiezuinig) in een periode waarin minder geld beschikbaar is.
20
11. Middelen bundelen en daar inzetten waar het effect het grootst is Om met geringe investeringsmogelijkheden van gemeente en markt, toch een impuls te kunnen geven aan de openbare ruimte en architectuur worden beschikbare middelen zoveel mogelijk gebundeld ingezet (bijvoorbeeld via value capturing) op díe plekken waar het effect voor de omgeving het grootst is.
21
UITGANGSPUNTEN UITVOERINGSAGENDA Om onze doelen te bereiken maken we in 2012 in de Uitvoeringsagenda met partners afspraken over de uitvoering van de uitgangspunten. De gemeente organiseert en ziet toe op handhaving van de uitgangspunten in de Uitvoeringsagenda. De volgende items zullen worden uitgewerkt in de Uitvoeringsagenda: Thema: Groei: Ambitieus & Realistisch Enschede neemt vanuit haar rol in het stedelijk netwerk een voortrekkersrol in de regionale afstemming op het gebied van wonen gebaseerd op een eigen krachtige visie op de ontwikkeling van wonen. De gemeente organiseert dat in Netwerkstadverband afstemming wordt gezocht over de regionale woningmarkt en betrekt de provincie Overijssel om hierin een regierol te vervullen. Woningbouwprognoses, -programmering en monitoring: de feitelijke groei van de stad is bepalend De behoefte aan o.a. centrumstedelijke en groene woonmilieus zal worden meegenomen in de monitoring en programmering. Vooralsnog wordt als startpunt voor de Uitvoeringsagenda uitgegaan van een verhouding van 50%-50% op basis van de huidige ervaringen van de monitoring van de vraag. Gemeente stimuleert en verbindt: Corporaties en gemeente zullen in het kader van het uitvoeringsprogramma in beeld brengen welke delen van de woningvoorraad naar verwachting op termijn niet voldoende toekomstgeschikt zullen zijn Gemeente, marktpartijen en financieringsinstanties ontwikkelen samen instrumenten zodat een vangnet ontstaat waarmee kwaliteitsverlies van de voorraad wordt voorkomen Corporaties en gemeente maken afspraken over dat deel van de voorraad dat niet wordt verkocht. Alleen toekomstbestendige woningen komen in aanmerking voor verkoop. De corporaties bepalen zelf of zij hiertoe overgaan. Tevens zijn wij in afwachting van het Rijksbeleid op dit onderwerp.
De gemeente ondersteunt het initiatief voor de gezamenlijke regionale Woonvisie voor Twente van de Twentse corporaties, verenigd in WOON. De gezamenlijke Woonvisie wordt een hoeksteen in de integrale visie op het regionale wonen en wordt betrokken bij de programmering en monitoring. Enschede wil voor studenten goede condities scheppen om hier te komen en te blijven wonen. Dat doen wij op de volgende manier: Gemeente en studentenpartners monitoren de vraag naar studenten-/jongerenwoningen Doet zich een feitelijk tekort voor dan zullen de partijen zich inspannen dit op te lossen Dit bij voorkeur in de beschreven ’15 minuten zone’ en bij voorkeur kleinschalig en bij voorkeur in bestaande bouw. We maken afspraken over de omstandigheden waaronder nieuwbouw kan worden gerealiseerd.
22
In de Uitvoeringsagenda maken we afspraken over de voorwaarden waaronder de studenten in de wijken kunnen worden ondergebracht. Thema: Consument voorop De bewoners van de stad zijn zich bewust van de eigen verantwoordelijkheid voor woning en woonomgeving en stellen zich actief op. Marktpartijen en gemeente verkennen nieuwe vormen gebruikmakend van bestaande structuren om bijvoorbeeld buurt(vrijwilligers-)werk, mantelzorg, het werken met wijkbudgetten verder te optimaliseren. Bewoners komen met de initiatiefnemer overeen hoe zij passend participeren t.b.v. gebiedsontwikkeling. De gemeente is primair verantwoordelijk voor de openbare ruimte, initiatiefnemers betalen mee vanwege de voordelen van de toegevoegde waarde. De gemeente streeft daarnaast naar het leveren van een passende bijdrage aan een geschikte woonomgeving vanuit het RO beleid. De gemeente loopt voorop: ze houdt de vraag in de gaten, maakt hier beleid op en geeft ruimte voor nieuwe trends. De aansluiting tussen de vraag van de consument en het aanbod op de markt zal verder worden gemonitord. Vanuit haar regierol richt de gemeente zich hoofdzakelijk op de kwaliteit van de bestaande voorraad en de toevoegingen met oog voor differentiatie, veiligheid en leefbaarheid. Voor specifieke gebieden toont de initiatiefnemer aan dat hij extra inspanning heeft geleverd op: De mate waarin de consument invloed heeft op de woning De wijze waarop de initiatiefnemer (mede) investeert in de kwaliteit van de openbare ruimte. In deze gebieden wordt een hoge kwaliteit nagestreefd. Partners en gemeente gaan samen op zoek naar vernieuwend opdrachtgeverschap. Initiatieven die de verschillende woonconsumenten bedienen met de door hen gewenste vormen van particulier opdrachtgeversschap genieten de voorkeur. Woonconsumenten met gelijksoortige woonwensen moeten elkaar gemakkelijk kunnen vinden en gezamenlijk een locatie kunnen ontwikkelen. De Enschedese woningmarkt wordt transparant. De woonconsument kan zijn woonwensen gemakkelijk vergelijken met het beschikbare aanbod door een transparante presentatie van de nieuwbouwmogelijkheden, in het gehele spectrum van zelfbouw tot huur. Marktpartijen zorgen voor een klantgericht, integraal en transparant aanbod van woonmogelijkheden. Voor het Enschedese woningaanbod (nieuw en bestaand) wordt 1 portal (www.enschede.nl/wonen) ontwikkeld om zo een meer transparante markt te creëren. In beginsel moeten bewoners die dat nastreven wooncarriere kunnen maken in het eigen woongebied. Gemeente en marktpartijen zoeken naar financieringsconstructies voor ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte.
23
Thema: Zorg & Wonen Zorgvoorzieningen worden aangebracht aan woningen volgens het principe: de bewoner toont initiatief als gevolg van anticipatie op de gevolgen van het ouder worden. Bewoners en corporaties anticiperen op de gevolgen voor het wonen vanwege toekomstige zorgvragen. De gemeente bespreekt pro-actief de woonsituatie en betrekt daar ook de bewustwording van de gevolgen van het ouder worden in. Corporaties zijn pro-actief in het voldoende levensloopgeschikt maken van hun woningaanbod. Corporaties brengen op aanvraag voorzieningen aan in de woning om het zo lang mogelijk zelfstandig wonen te faciliteren. De huurder betaalt mee aan de te realiseren voorzieningen aan de woning. Elke inwoner kan tegen marktconform tarief gebruik maken van interactieve digitale (zorg-)diensten. Organisaties op het speelveld wonen-zorg-welzijn spelen in op de veranderende zorgbehoefte als gevolg van de veranderende samenstelling van de Enschedese bevolking, met name door de vergrijzing. Daartoe maken zij analyses van de markt, programmeren waar mogelijk in win-win termen en monitoren de vraagontwikkeling om een passend aanbod te creëren. De gemeente en corporaties monitoren de vraagbehoefte en het aanbod in relatie tot de totale woonmarkt. Ook zullen zij vanwege het scheiden van wonen en zorg vanuit de nieuwe rollen en verantwoordelijkheden een goed werkend systeem van huisvesting ontwerpen waar zorgservicepaketten aan kunnen worden gekoppeld. Daardoor kan in beginsel iedereen die behoefte heeft aan een passende woning in de gewenste omgeving bediend worden. Welzijns- en zorginstellingen richten zich vooral op zorgpreventie. Zij doen dit via bewustwording en anticipatie, een wijkondersteunende structuur en het benutten van technologie in de zorg. De gemeente stimuleert de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers. Gemeente en organisaties spannen zich in om de zorgkosten beheersbaar te houden. Er zal een groter besef moeten komen van de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid. Hier speelt ook tijdige anticipatie op de te voorziene gevolgen van de komende levensfase waarin meer behoefte aan zorg ontstaat. Iedere nieuwe woning wordt levensloopgeschikt gebouwd, is bezoekbaar en aanpasbaar indien nodig. In beginsel hoeven bewoners die dat niet willen (bijvoorbeeld vanwege de sociale hechting, of mantelzorgers in de buurt) niet uit hun wijk te verhuizen vanwege een veranderde zorgvraag. Voor het herhuisvesten van specifieke groepen binnen de wijk worden met de corporaties afspraken gemaakt die recht doen aan de behoefte van de bewoners. De corporaties zijn bereid maatwerk te leveren, daar waar blijkt dat het lotingssysteem niet voldoet. Corporaties faciliteren gepaste voorzieningen, maatregelen en taken als gevolg van de wensen van de bewoners voor een leefbare wijk. Corporaties en zorginstellingen labelen woningen naar mate van zorggeschiktheid. Monitoring van het aanbod wordt ingericht conform de labeling, het aanbod met labeling wordt inzichtelijk gemaakt voor de klant.
Thema: Duurzaam Wonen
24
Woonconsumenten hebben recht op een gezond binnenklimaat van de woning, comfort en betaalbare woonlasten. Bewoners tonen hierin zelf initiatief. Alle inwoners krijgen de mogelijkheid om tegen betaling de energiecomponent van de woonlast beheersbaar te houden, elke inwoner (huurders en eigenaren) kan in principe tegen een vergoeding zijn woning laten verduurzamen om de energielast te beheersen. Via de Maatschappelijke investeringsopgave (MIO) Duurzame Woningen en Werkgelegenheid wordt inhoud gegeven aan het verduurzamen van de Enschedese woningvoorraad. De MIO Duurzame Woningen en Werkgelegenheid koppelt voor de bestaande woningvoorraad vragers aan aanbieders op het gebied van duurzaamheid. Een fasegewijze aanpak loopt parallel met de individuele verduurzamingsvraag waarbij de bewoner bepaalt of en op welk moment er wordt ingestapt. Particuliere eigenaren worden betrokken om mee te doen aan de verduurzaming van hun woning via de MIO. De kern van de verduurzaming van het particulier bezit: bewoner toont initiatief, marktpartijen faciliteren, bewoner betaalt voor duurzame investering en profiteert van de besparing. De verduurzamingsslag van corporatiebezit verloopt volgens het principe: bewoner toont initiatief, betaalt voor duurzame investering en profiteert van de besparing. Corporaties maken inzichtelijk voor welke woningen geen grote investeringen worden gedaan vanwege de beperkte rest-levensduur van de woning. De corporatie geeft in deze gevallen de mogelijkheden aan voor gematigd huurbeleid. Om energiebesparingsmaatregelen aantrekkelijk te maken voor een zo groot mogelijke doelgroep, is de ontwikkeling van een financieel instrumentarium (binnen bestaande wet- en regelgeving) door marktpartijen en financiers noodzakelijk (onderdeel van de MIO). Nieuwbouw: vooruitlopend op de aanpassing van het Bouwbesluit in 2020 streven we ernaar om vanaf 2015 energieneutraal te bouwen, volgens het principe: niet meer dan anders. Voor de gemeente is een rol weggelegd bij het organiseren van het betaalbaar houden van het wonen in Enschede. Die rol bestaat uit het verstrekken van informatie (over maatregelen en gedrag), het stimuleren van energiebesparing en de opwekking van duurzame energie, door het bundelen en bij elkaar brengen van vragers en aanbieders van energetische maatregelen en door het faciliteren van initiatieven. Hierbij is belangrijk dat de gemeente voorbeeldgedrag vertoont. De gemeente treft energetische maatregelen in de eigen gebouwen.
25
ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Bewoners: Zijn zelf verantwoordelijk voor hun woningen en de woonomgeving Tonen initiatief in het aanpassen van de woning ter voorbereiding op het ouder worden Maken hun woonwensen kenbaar aan de markt Tonen initiatief, betalen voor duurzame investering in hun (huur)woning en profiteren van de besparing Corporaties: Werken samen met de gemeente aan de bewustwording van de bewoners over de eigen verantwoordelijkheid voor woning en woonomgeving Voeren op verzoek van hun huurders energiebesparende maatregelen door in de huurwoning van de aanvrager. Hierbij wordt maatwerk geleverd met als uitgangspunt; beheersing van de energielasten, wooncomfort en gezondheid Bieden particuliere eigenaren de mogelijkheid om ‘mee te liften’ op verduurzamingsacties en benutten de schaalvoordelen vanuit de MIO zo optimaal Zijn pro-actief in het levensloopgeschikt van hun woningbezit door het aanbieden en voorfinancieren van oppluspakketten voor bestaande woningen (wordt verrekend in de huur) Zoeken (met name oudere) huurders op om hun (toekomstige) woonsituatie te bespreken Labelen de zorggeschiktheid van woningen, geven inzicht in hun aanbod van woningen door het toepassen van deze labeling en monitoren het bestaande aanbod aan de hand van deze labeling Iedere nieuwe woning is levensloopgeschikt Faciliteren de toegankelijkheid van woningen voor digitale toepassingen door voorbereidingen aan te brengen Gaan de behoefte na van het mixen van doelgroepen in woongemeenschappen Bieden maatwerk voor woningtoewijzing als dit nodig blijkt om een zorgvrager of mantelzorger aan een geschikte woning te helpen Projectontwikkelaars: Realiseren bouwprojecten en ontwikkelen woonconcepten die toekomst- en levensloopgeschikt zijn Initiatiefnemers (inclusief corporaties en projectontwikkelaars): Tonen aan dat het initiatief waarde toevoegd aan het gebied en haar bewoners Tonen aan dat het initiatief aansluit bij de vraag van de consument Staan open voor nieuwe manieren van samenwerken en financieren in/van de openbare ruimte
26
Wijzen gelijkgestemden en individuele woonconsumenten de weg naar verschillende soorten maatwerk in woningbouwproducten. Hierbij houdt de initiatiefnemer er rekening mee dat sommige consumenten hun (droom)huis zelfstandig willen ontwerpen en bouwen en anderen behoefte hebben aan meer begeleiding en een overzichtelijk (kant-en-klaar) keuzepakket Kijken over het bouwhek; ontwikkelaars en renoveerders spannen zich in voor maatwerk en omgevingsonderhoud, ook nadat de bouw gerealiseerd is Realiseren vanaf 2015 energieneutrale nieuwbouwprojecten volgens het uitgangspunt: niet meer dan anders Ontwikkelen woonconcepten met lage energielasten Geven uitleg over het gebruik en de toepassing van nieuwe installaties, zodat de bewoner daar goed mee uit de voeten kan Gemeente: Is van uit het ruimtelijke ordeningsbeleid de eerstverantwoordelijke voor de woonomgeving Werkt samen met woningbouwcorporaties aan de bewustwording van de bewoners over de eigen verantwoordelijkheid voor woning en woonomgeving Heeft een initiatiefrol als het om analyse van woongebieden gaat. Doel is: witte vlekken of problemen signaleren en agenderen in overleg met de partners Stuurt in haar nieuwe rol hoofdzakelijk op de kwaliteit van de bestaande voorraad en de toevoegingen Stuurt met partners zorgvuldig op de stedelijke woningbouwprioritering Past periodiek haar woningbouw- en kavelprogramma aan op de ontwikkelingen in de markt Stelt concrete maatregelen voor om te komen tot meer transparantie in vraag en aanbod op de markt Monitort of de vraag van de consument voldoende wordt beantwoord door het aanbod van de markt Is medeorganisator van het betaalbaar houden van het wonen in Enschede. Die rol bestaat uit het verstrekken van informatie (over maatregelen en gedrag), uit het stimuleren van energiebesparing en de opwekking van duurzame energie, door het bundelen en bij elkaar brengen van vragers en aanbieders van energetische maatregelen en door het faciliteren van initiatieven. Treft energetische maatregelen in de eigen gebouwen Stimuleert ontwikkelaars van nieuwe woningen om vanaf 2015 energieneutraal te bouwen Is betrokken bij wonen en zorg vanuit haar WMO zorgtaken voor woningaanpassing, scheiden van wonen en zorg en frontlijnsturing Stimuleert via de WMO de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de bewoners Geeft positieve voorbeelden en is duidelijk wat de gemeente wel en niet doet Werkt verder aan de beperking van de te vergoeden kosten van woningaanpassing Maakt met zorgverzekeraars afspraken over (preventieve) aanpak en leefstijlinterventie Organiseert en ziet toe op handhaving van de uitgangspunten in de uitvoeringsagenda
27
Makelaars: Nemen de labeling van woningen, conform het model van de woningwoningbouwcorporaties, over in het aanbod van koopwoningen Werken samen met de gemeente aan de bewustwording van de bewoners over de eigen verantwoordelijkheid voor woning en woonomgeving Banken: Bieden particuliere woningbezitters aantrekkelijke financieringsconstructies waarmee zij de aanpassing aan hun woning kunnen betalen. Binnen bestaande wet- en regelgeving Aanbieders van zorg: Bieden cliënten die geen regie hebben op hun eigen leven, een veilige plek. Dit doen zij door het realiseren van voorzieningen voor zorg en ontmoeting. Uitgangspunt hierbij is integraliteit en benutten van kansen. Hierbij maken zij gebruik van technologieën ten behoeve van de zorgvrager Aanbieders van welzijn: Realiseren diensten voor ontmoeting in de wijk; in samenwerking met partners, met name gericht op zorgpreventie Zorgverzekeraars: Maken met gemeente afspraken over (preventieve) aanpak en leefstijlinterventie Plannen en realiseren 1e lijns zorgvoorzieningen in de wijk Kennisinstellingen: Leveren kennis over technologische ontwikkelingen, innovatie, processen en instrumenten die bijdrage aan de levensloopgeschiktheid van de woningvoorraad
28
Begrippenlijst Alliantie
Bondgenootschap vanwege een gemeenschappelijk voordeel
Babyboom
Geboortegolf: in de 20 jaar na de 2e wereldoorlog werden meer kinderen geboren dan ervoor en erna. Deze ’kinderen’ bereiken binnen een aantal jaren de pensioengerechtigde leeftijd
Bestaande voorraad
Bestaande woningvoorraad in Enschede
Conjunctuur
De verandering van het groeipercentage van de economie.
Domotica
Gebruik of toepassen van slimme automatiseringtechnologie in de dagelijkse woonomgeving met als doel mensen al dan niet met een beperking zelfstandig(er) kunnen wonen
Fossiele brandstoffen
Denk aan aardgas, aardolie, steenkool
Krimp
Afname van de bevolkingsgroei
Levensloopgeschikte woning
Een woning die voor meerdere doelgroepen, al dan niet met beperkingen, met verschillende zorgbehoeften door middel van voorzieningen geschikt is of eenvoudig geschikt is te maken, waardoor bewoners langer zelfstandig in hun woning kunnen blijven wonen
Levensloopgeschikte woongebieden
Gedifferentieerd woongebied waar bewoners de mogelijkheid hebben, naar gelang hun levensfase of zorgbehoefte, wooncarrière te maken
M.I.O.
Maatschappelijke Investeringsopgave
Monitoren
Controleren van de gemaakte afspraken of volgen van de ontwikkelingen.
Multiplier effecten
Sneeuwbaleffect. Een investering leidt tot extra consumptie, werkgelegenheid of waarde (impuls aan de economie)
Netwerkstad Twente
Het stedelijk gebied in Twente: Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal.
29
Niet meer dan anders (NMDA)
‘Niet meer dan anders’. Het tarief dat wordt gevraagd voor, of de kosten van (in de ‘prosument’ situatie) de alternatief opgewekte energie, bedraagt gemiddeld niet meer dan een vergelijkbare situatie met een traditionele aardgas gestookte HR ketel.
Openbare ruimte
Voor iedereen toegankelijke ruimte in de woonomgeving.
Particulier opdrachtgeverschap
Vormen van woningbouwontwikkeling waarbij de kopers zelf hun grondkavel kopen (pachten) en een architect kiezen om zo met maximale invloed hun woning te realiseren.
Partners
Denk onder meer aan gemeente, corporaties, banken en andere financiële instellingen, projectontwikkelaars, zorginstellingen.
Prosument
Een consument die zelf energie opwekt en (terug)levert aan het elektriciteitsnet.
Stakeholder
Belanghebbende of organisatie die invloed ondervindt of kan uitoefenen
R.O.
Ruimtelijke Ordening
Toekomstgeschikte woning
Een woning die zodanig goed aansluit bij de ontwikkelende wensen van de woonconsument, dat deze haar waarde behoudt of vergroot in een veranderende markt.
Value capturing
De toekomstige baten van een project ‘gevangen’ worden om de huidige tekorten te kunnen dekken.
Waardeval
Afname van de waarde van woningen
Woonmilieu
Het geheel van de woning, de woonomgeving en de beleving van deze omgeving.
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
30
Bijlage 1 Prioriteringsvoorstel College van B&W d.d. 5 oktober 2010
Totaaloverzicht woningbouw per stadsdeel Centrum Noord Periode 2010-2014 Harde plannen 2010-2014 153 395 Overige plannen 2010-2014 388 106 Totaal Periode 2010-2014 541 501 Sloop 2010-2014 42 32
Periode 2015-2029 (indicatieve aantallen)
1.696
678
Oost
West
Zuid
Totaal
478 664 1.142 282
116 197 313 329
64 460 524 597
1.206 1.815 3.021 1.282
2.103
874
273
5.624
Toelichting begrippen: Harde plannen 2010-2014: o Woningen die in 2010 in aanbouw zijn genomen o of woningen met bouwvergunning die nog niet in aanbouw zijn maar waarvan de start bouw naar verwachting plaatsvindt in de periode 2010-2014; o of particuliere kavels die op dit moment in verkoop zijn en die naar verwachting in de periode 2010-2014 verkocht worden. De start verkoopdatum kan voor 2010 gelegen zijn. Overige plannen 2010-2014: o Plannen waarvan start bouw naar verwachting plaatsvindt in de periode 2010-2014; o of particuliere kavels die naar verwachting in de periode 2010-2014 verkocht worden. Plannen periode 2015-2029: o Plannen waarvan de start bouw naar verwachting plaats zal vinden in de periode 2015-2029; o of particuliere kavels die naar verwachting in de periode 2015-2029 verkocht worden; o Nadere programmering en prioritering dient nog plaats te vinden. De aantallen/woningtypen zijn daarom indicatief. o Een deel van de plannen betreft zogenoemde toekomstprojecten: gronden in gemeentebezit die mogelijk in de toekomst voor woningbouwontwikkeling in beeld zijn. Nadere programmering en prioritering dient nog plaats te vinden. De aantallen/woningtypen zijn daarom indicatief. N.B. 1. Woningen die voor 2010 in aanbouw zijn genomen maar in 2010 worden opgeleverd zijn buiten het prioriteringsmodel gehouden. In totaal betreft dit bijna 250 woningen (zie bijlage 1). 2. Een aantal plannen is doorgeschoven naar de categorie 2015-2029 i.v.m. de verwachting dat er te weinig marktvraag voor bestaat in de periode 2010-2014. De ontwikkelende partij heeft daarbij soms wel de mogelijkheid om deze plannen te ontwikkelen binnen de kaders van het vigerende bestemmingsplan. De sturing vanuit de gemeente is hierop daarom gering. Het betreft in totaal ca.225 woningen.
Stadsdeel Centrum Periode 2010-2014 Harde plannen 2010-2014 1. Boddenkamp Hengelosestraat Elzendael 2. Horstlanden veldkamp - In de Groene Bogen 3. Laares (deel) 4. Lipperkerkstraat divers 5. Willem Wilminkplein
App 16
Subtotaal Overige plannen 2010-2014 6. Boddenkamp gem/part (deel) 7. Hardick & Seckel (deel) 8. Horstlanden veldkamp - Haaksbergerstraat / Blekerstraat 9. Laares (deel) 10. Lipperkerkstraat 11. Spoorzone Middengebied - ten noorden Molenstraat 12. Tattersall 13. Wonen boven Winkels - diverse projecten en Schouwburg 14. Zuiderval - Hofkwartier - herontwikkeling patiowoningen
12
28
Kavels
Totaal 16 35 60 14 28 153
45
75 23 15 145 7 49 7 47 20 388 541
35 12 3 50
30 23 3 145 7 21 7
47 Subtotaal Totaal
Periode 2015-2029 nader te prioriteren (indicatieve aantallen) Doorgeschoven/gefaseerd: 1. Boddenkamp Ambachtsschool 2. Boddenkamp (gem/part) 3. Boddenkamp Aldi 4. Gronausevoetpad 5. Horstlanden Veldkamp – Blekerstraat 6. Klokkenplas 7. Ledeboer 8. Lipperkerkstraat/Wilhelminastraat 9. Spoorzone Middengebied (deel) 10. Zuiderval Hofkwartier app 11. Zuiderval - Janninkkwartier 1e fase 12. Zuiderval Janninkskwartier (vervolg) 13. Zuiderval Zuiderspoorstraat Reeds gepland in periode 2015-2029 14. Hardick & Seckel (deel) 15. Laares fase 6 16. Locatie Huiskes Kokkeler 17. Perikweg NRO 18. Polaroid 19. Wonen boven Winkels - diverse projecten Toekomstprojecten nog nader te programmeren 20. Locatie SLO Totaal periode 2015-2029
48 11 28 103
GGB
117 220
App 65 75 25
20 226 276
45 45
GGB
Kavels
15 25 12 40
75
15 100 10 40 75 125 65
100 13 230 40 75 275 65
13 220
150
22 20
22 20 400 40 Pm 20
400 40 pm 20 64 1.079
557
Totaal 65 165 50 12 40
75
64 1.696
Stadsdeel Noord Periode 2010-2014 App Harde plannen 2010-2014 1. Kleijne Vaert 2. Roombeek - Deurningerstraat Oost divers 3. Roombeek - Deurningerstraat west Walhofstraat/ Kottendijk 4. Roombeek - Op de Brouwerij 5. Roombeek - Tetem I Lofts 6. Roombeek – Diverse kavels 7. Twekkelerveld – Voermanstraat 8. Vaneker (deel) Subtotaal Overige plannen 2010-2014 9. van Hogendorpstraat 12 10. Landgoed Welna 11. Roombeek – Divers 12. Terrein ZALO Oude Deventerweg 13. Twekkelerveld – Voermanstraat 14. Twekkelerveld – Toekomststraat –Sanders 15. Vaneker (deel)
60 81 12 40 24
GGB
Kavels
3 50 50 60
217
63
15 115
5 2 2
26 18 18 20 Subtotaal Totaal
Periode 2015 – 2029 nader te prioriteren (indicatieve aantallen) Doorgeschoven/gefaseerd: 1. Demmerskamp 2. Deurningerstraat/ hoek Walhofstraat 3. Emosterrein 4. Mekkelholt 5. ROC-locatie Hengelosestraat 6. Roombeek Tetem III en IV 7. Roombeek divers 8. Twekkelerveld Planetenbuurt 9. Vaneker 10. Vliegveld divers Totaal periode 2015-2029
64 281
20 83
15 22 137
9 24 8 nnb 200 35
nnb 50 7 53
55 314
119
164 73 245
Totaal 60 84 12 90 24 50 60 15 395
5 2 28 18 18 20 15 106 501
9 24 8 Nnb 50 200 42 53 219 73 678
Stadsdeel Oost Periode 2010-2014 App Harde plannen 2010-2014 1. Velve – Groen 2. Eschmarke Eilermarke – De Uitkijk 3. Eschmarke Eilermarke – De Vlindertuin 4. Glanerbrug Schipholtstraat 5. Diekman Wonen Fase II 6. Daalweg 7. Stokhorst - Winkelcentrum
15 15 5
Overige plannen 2010-2014 8. Diekman - J.J. van Deinselaan 9. Eschmarke – Deelplan 15 10. Eschmarke – Leuriks-Oost 11. Eschmarke – kavels divers 12. Eschmarke – Oikos 13. Glanerbrug – Ouverturestraat 14. Velve – Lage Bothof fase II (de Posten) 15. Velve – Lage Bothof fase III 16. Velve – Leeghwaterstraat/Snelliusstraat 17. Divers
106 146
369
15
77 165 28 1 5 15
77 44
50 140
Subtotaal Totaal
267 413
Periode 2015 -2029 nader te prioriteren (indicatieve aantallen) Doorgeschoven/gefaseerd 1. Eschmarke – Eschmarkerveld 2. Kotkampweg – ROC-locatie
51 8 273 642
3 124 139
896 40
60 13
380 47 90
10
250 55
1.578
212 101 24 15 15 5 106 530 77 165 105 45 5 15 50 140 51 11 664 1.194
50 60 250 448 47 90
38 27 92
38 37 92 55
462
2.103
55 63
Totaal
896 40
50
Toekomstprojecten nog nader te programmeren 9. Glanerbrug – Bultserve toekomstproject 10. Glanerbrug – Maiskavel toekomstproject 11. Diekman – Oost toekomstproject 12. Leuriks-3 toekomstproject Totaal periode 2015-2029
Kavels
212 101 24
Subtotaal
Reeds gepland in periode 2015-2029 3. Bruggerbosch 4. Dolphia 5. Eschmarke – Boswonen-noord 6. Eschmarke – Divers (incl. deelplan 16) 7. Velve - Lage Bothof fase IV 8. Velve – Lipperkerkstraat buiten singel
GGB
Stadsdeel West Periode 2010-2014 App Harde plannen 2010-2014 1. Stadsveld Fase III Subtotaal Overige plannen 2010-2014 2. Stadsveld Akkerstraat 3. Zuiderval - Kotmanpark 4. Boekelo – Bleekerij 5. Boekelo – Smeltterrein 6. Rosinkweg 7. Westerval
Kavels
Totaal
20
20 116
4 9 4 17 37
77 11 92 4 9 4 196 313
96 196
77 11 92
Subtotaal Totaal
Periode 2015 -2029 nader te prioriteren (indicatieve aantallen) Doorgeschoven/gefaseerd 1. Boswinkel deel 2. Boswinkel Winkelcentrum 3. Cromhoffsparkgebied / Louwers Beckersterrein 4. Europalaan locatie Smudde 5. De Kwinkel Boekelo 6. Stadsveld divers Reeds gepland in periode 2015-2029 7. Stadsveld divers (o.a. Oogstplein/ Th. De Keijzerstraat) 8. Boswinkel deel Totaal periode 2015-2029
GGB
77 173
30
102 103
68
162 30 70 30 40 26
192 30 70 30 40 96
60 150 pm 308
58 150 pm 566
118 300 876
Stadsdeel Zuid Periode 2010-2014 Harde plannen 2010-2014 1. Brunink (deel) 2. Geessinkweg 3. Stroinkslanden Horsterhof 4. Wesselerbrink - De Kiepe
App
Subtotaal Overige plannen 2010-2014 5. Brunink Veld 3 en 4 6. Wesselerbrink – Beekwoude 7. Wesselerbrink – Bijvank 8. Wesselerbrink – Ramelerbrink 9. Divers kavels
8 62
Periode 2015 -2029 nader te prioriteren (indicatieve aantallen) Doorgeschoven/gefaseerd 1. Brunink appartementen 2. Stroinkslanden Hanenberglanden 3. Stroinkslanden Ringwoningen 4. Stroinkslanden Stroink-Knalhutteweg 5. Wesselerbrink Centrumgebied
Totaal periode 2015-2029
14 14
Kavels 33 12 5 50
72
Subtotaal Totaal
Toekomstprojecten 6. Buurserstraat toekomstproject 7. Stroinkslanden- WC- deel vijver toekomstproject
GGB
70 84
86 228
314 314
10
4 76 126
Totaal 33 12 5 14 64
72 86 236 62 4 460 524
40
10 50 50 69 40
24 30
24 30
50 50 69
104
169
273