Met pensioen gaan Uitgave juli 2015
Disclaimer De in deze brochure verstrekte informatie van Stichting Pensioenfonds DSM Nederland, gevestigd te Heerlen (het “pensioenfonds”) is van algemene aard, uitsluitend indicatief en aan wijzigingen onderhevig. De vermelde gegevens zijn uitsluitend bedoeld om deelnemers algemene informatie te verstrekken. De gegeven informatie wordt verondersteld betrouwbaar te zijn, echter het gebruik van de informatie geschiedt geheel voor risico van de gebruiker. Noch de uitvoerder (zijnde DSM Pension Services B.V.), noch het pensioenfonds aanvaardt enige aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden of onvolkomenheden in de informatie, of voor schade ontstaan in verband met het gebruiken, het afgaan op of verspreiden van de informatie. Rechten kunnen uitsluitend worden ontleend aan het voor de deelnemer geldende pensioenreglement.
1)
Voor DSM kan ook gelezen worden een andere gelieerde onderneming zoals opgenomen in bijlage 1 van het pensioenreglement van PDN.
2
Met pensioen gaan Pensioen in zicht! Nog even en je gaat genieten van je pensioen. Een lang leven van werken ligt achter je. Een ander levensritme komt eraan. Eindelijk is er tijd voor al die zaken waarvoor zo lang geen of veel te weinig tijd was. Niet alleen je dagelijkse leven gaat veranderen. Ook je financiën zijn niet meer hetzelfde. Die zijn straks anders opgebouwd. In plaats van loon komt er AOW en pensioen. Voordat het zover is, moet je waarschijnlijk nog een paar belangrijke keuzes maken. (Als je eerder dan je pensioendatum gestopt bent met werken, heb je een aantal van die keuzes al eerder gemaakt.)
Op die formulieren maak je naar gelang je situatie keuzes over bijvoorbeeld het wel of niet uitruilen van het partnerpensioen of het variëren met de hoogte van je pensioen (eerst meer, later minder of andersom). Dat laatste kan alleen als je aansluitend aan je dienstverband met DSM1) met pensioen gaat. Daarna ontvang je enkele maanden (circa drie maanden) voor je pensionering onze 'toekenningsbrief'. In die brief staat een indicatie van wat je netto aan pensioen gaat ontvangen. In de brief tref je ook een overzicht aan van je pensioensituatie, voorzover PDN die kan overzien. Als je bij andere pensioenfondsen ook nog pensioen hebt opgebouwd en dat pensioen niet hebt overgedragen aan PDN, dan is dat pensioen niet in ons overzicht verwerkt.
In deze brochure lees je over de keuzes die je kunt maken als je met pensioen gaat en ook alles wat je moet weten rond je maandelijkse pensioenuitkering. Naast je pensioen ontvang je, vanaf de wettelijke AOW-leeftijd van de Sociale verzekeringsbank je AOW. Ook verandert er met je pensionering het een en ander rond belastingen en zorgverzekering. Ook daarover informeren we je in deze brochure, althans op hoofdlijnen.
De eerste pensioenuitkering kun je verwachten aan het einde van de maand, waarin je met pensioen gaat. Anders dan je wellicht gewend bent, ontvang je naast de maandelijkse pensioenuitkering geen vakantietoeslag en geen eindejaarsuitkering meer. Die uitkeringen zijn al opgenomen in de berekening van de maandelijkse uitkering.
Enkele maanden (circa zes maanden) voordat je met pensioen gaat, ontvang je van PDN een aanvraagformulier voor het ouderdomspensioen. Tevens ontvang je keuzeformulieren om in te vullen.
3
Voor gepensioneerden in het buitenland kunnen we het pensioen overmaken op een buitenlandse rekening.
Toeslagen (indexatie) Als je gepensioneerd bent, wordt je pensioen zoveel mogelijk aangepast aan de ontwikkeling van de prijzen. Daardoor blijft de koopkracht van het pensioen op peil. Deze toeslagverlening, ook wel 'indexatie' genoemd, is voorwaardelijk. Dat betekent dat het bestuur van PDN ieder jaar opnieuw besluit of er wel of niet een toeslag op de pensioenen komt en ook hoe hoog die is. Bepalend daarvoor is de financiële toestand van het fonds. Als het bestuur in een jaar geen toeslag geeft, bestaat de mogelijkheid dat je in de jaren daarna 'inhaaltoeslagen' ontvangt. Ook dat is afhankelijk van de financiële positie van het fonds. Bij het berekenen van de toeslag houdt het fonds rekening met het zogenoemde CBS-prijsindexcijfer 'CPI alle huishoudens, afgeleid'.
Dit gebeurt in euro's. PDN brengt daarvoor geen kosten in rekening. Binnen Europa brengen ook de banken hiervoor geen kosten in rekening. Bij banken buiten Europa kan dat anders geregeld zijn. De betaaldata van de PDN pensioenen zijn in iedere maand uiterlijk op de 27ste.
Wijzigingen doorgeven Ook als je gepensioneerd bent, kan het zijn dat je soms contact moet opnemen met je pensioenfonds. Als bijvoorbeeld je IBAN (banknummer) wijzigt, willen we dat natuurlijk graag weten. Als je in het buitenland woont, is het zelfs vaker nodig dat je iets aan ons meldt. Verhuis je in het buitenland naar een ander adres, dan horen wij dat graag. En zo zijn er meer zaken. Komt er een einde aan je huwelijk, je geregistreerd partnerschap of je notarieel samenlevingscontract dan moeten we dat weten. En natuurlijk is het ook van belang dat we te weten komen dat jij of je partner overleden is. Dat moet gemeld worden. Als je in het buitenland woont, moet je ook jaarlijks of op andere momenten een formulier (een zogenoemde attestatie de vita) (laten) invullen waaruit blijkt dat jij of je partner nog in leven zijn. Je krijgt hiervan automatisch bericht van PDN.
Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is het pensioen dat je ontvangt vanaf je pensionering zolang je leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen is afhankelijk van vier factoren. 1. Het aantal deelnemingsjaren 2. Het opbouwpercentage 3. De pensioengrondslag 4. De door jezelf gemaakte keuzes
Rekenvoorbeeld bij een franchise van 13.500 euro Pieter is 25 jaar. Hij verdient nu 28.000 euro bruto per jaar. Verminder je dit bedrag met de franchise, bijvoorbeeld 13.500 euro, dan blijft 14.500 euro over. Deze 14.500 euro is de pensioengrondslag. Over dit bedrag bouwt Pieter in een jaar 1,875 procent pensioen op. Dat is 272 euro bruto per jaar. Stel dat Pieter maar 1 jaar in dienst zou zijn, dan zou hij vanaf zijn pensioendatum ieder jaar 272 euro aan pensioen ontvangen van PDN. Stel dat Pieter 40 jaar bij DSM1) werkt en steeds hetzelfde salaris zou blijven verdienen, dan bouwt hij 40 x 272 euro aan pensioen op. Pieter krijgt dan vanaf zijn pensioendatum elk jaar in ieder geval 10.880 euro (bruto) uitgekeerd, daarnaast ontvangt hij nog AOW. 4
De deelnemingsjaren
Variëren met de hoogte van je pensioen (hoog/laag)
Een pensioenjaar is gelijk aan een kalenderjaar. Iemand die 40 jaar fulltime in dienst is bij DSM1) heeft normaliter 40 jaar pensioen opgebouwd
Je kunt de hoogte van je ouderdomspensioen laten variëren. Wil je de eerste jaren na pensionering een grote reis maken? Of heb je dan nog bepaalde financiële verplichtingen, bijvoorbeeld de aflossing van je hypotheek? In die gevallen kun je kiezen voor een hoger ouderdomspensioen in de periode vlak na pensionering in ruil voor een lagere uitkering in de periode daarna. Andersom kan uiteraard ook.
Opbouwpercentage Dit percentage geeft aan hoeveel pensioen je in één pensioenjaar opbouwt. Bij PDN is dat percentage 1,875 procent. In het verleden golden andere percentages. Het loon waarover je pensioen opbouwt, heet 'pensioengrondslag'.
Pensioengrondslag
Uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen
Bij de pensioengrondslag gaat het om het vaste brutosalaris tot maximaal € 100.000, verminderd met de franchise. De franchise heeft te maken met de AOW. Omdat je van de overheid AOW ontvangt, wordt niet over het hele salaris pensioen opgebouwd.
Als je met pensioen gaat, heb je geld gespaard of pensioenrechten opgebouwd voor zowel ouderdomspensioen als partnerpensioen. Je kunt ervoor kiezen al het geld en die rechten aan te wenden voor ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld als je geen partner (meer) hebt. Misschien heeft je partner zelf wel een goed pensioen opgebouwd. Heeft je partner daarentegen zelf geen (goed) pensioen opgebouwd, dan is het meestal verstandig om het partnerpensioen te laten bestaan. Heb je een partner en wil je het partnerpensioen toch uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen, dan moet je partner daar ook mee instemmen. Die krijgt dan immers na jouw overlijden geen pensioen meer van PDN. Wie het hele partnerpensioen uitruilt voor een hoger ouderdomspensioen ontvangt ongeveer 17,24 procent meer ouderdomspensioen. Over de uitruil van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen kun je meer lezen in de brochure ‘Uitruil partnerpensioen’ op de website van PDN.
Keuzes Let wel: De hierna genoemde keuzes zijn meestal niet van toepassing voor gewezen deelnemers (slapers), waarvoor nog een pensioenreglement van vóór 1 januari 2006 geldt. Eerder met pensioen Er zijn mogelijkheden om eerder dan op je pensioendatum met pensioen te gaan. Je kunt het pensioen vervroegen. Dat betekent dan wel dat het ouderdomspensioen lager uitvalt. Mensen die via VPS (Vrijwillig PensioenSparen) geld hebben gespaard, kunnen dat gebruiken om hun ouderdomspensioen te verhogen en daarmee hun pensioendatum te vervroegen. Over eerder met pensioen gaan kun je meer lezen in de brochure ‘Eerder met pensioen’ op de website van PDN.
Deeltijdpensioen
Later met pensioen
Je kunt ervoor kiezen om met deeltijdpensioen te gaan. Je gaat dan in de jaren voor je pensionering minder dagen per week werken. Als je met deeltijdpensioen wilt gaan, overleg je dat eerst met je werkgever.
Indien je inkomsten uit arbeid hebt, is het mogelijk je pensioen later dan je pensioendatum in te laten gaan. Later dan op je 67-jarige leeftijd is niet mogelijk. 5
Doe dat minstens een half jaar voor het tijdstip dat je minder wilt gaan werken. Gaat DSM1) akkoord, dan wordt het verzoek doorgestuurd naar PDN. Bij deeltijdpensioen bouw je minder pensioenrechten op. Enerzijds is er sprake van een pensioenuitkering en anderzijds werk je nog gedeeltelijk. Voor het gedeelte dat je werkt, bouw je nog pensioen op. Voor het andere deel niet. Dat betekent dus een lager ouderdomspensioen dan bij volledig werken. Maar heb je veel geld gespaard in je pensioenpot, bijvoorbeeld door Vrijwillig PensioenSparen of vanwege een prepensioneringsregeling, dan kan het toch interessant zijn.
Zijn beide ouders overleden, dan is het wezenpensioen 28 procent per kind. Kinderen ontvangen wezenpensioen zolang ze jonger zijn dan 18 jaar. Studerende kinderen kunnen wezenpensioen ontvangen tot uiterlijk 27 jaar. Als bij je overlijden je partner jonger is dan de pensioenleeftijd, bestaat er ook recht op een tijdelijk en aanvullend partnerpensioen. Over partnerpensioen kun je meer lezen in de brochure ‘Partner– en Wezenpensioen’ op de website van PDN.
AOW De Algemene Ouderdomswet (AOW) regelt in Nederland het verplichte, collectieve ouderdomspensioen dat als algemene basis dient voor Nederlandse ouderdomspensioenen. Verzekerd voor de AOW zijn ingezetenen van Nederland en niet-ingezetenen van Nederland die bepaalde inkomsten in Nederland genieten. De AOW-uitkering gaat in op de dag dat de betrokkene de AOW-leeftijd bereikt. De van toepassing zijnde AOW-leeftijd is, afhankelijk van de geboortemaand. Vanaf 2013 verschuift de ingangsdatum van de AOW-uitkering. In onderstaande tabel zie je wanneer je AOW-uitkering ingaat. Vanaf 1 juli 2015 bedraagt een volledige AOW-uitkering 742,04 euro bruto per maand. Als je samenwoont met een partner die ook AOW ontvangt, ontvang je samen 1.484,08 euro. Als alleenstaande ontvang je 1.088,21 euro bruto per maand. Die bedragen zijn exclusief vakantiegeld en de tijdelijke inkomensondersteuning AOW ad 25,35 euro per maand. Bovendien is uitgegaan van een volledige AOW opbouw.
Berekenen van het pensioen Bij het berekenen van je pensioenuitkering wordt uitgegaan van je pensioenopbouw. Die pensioenopbouw bestaat met ingang van 1 januari 2012 uit drie delen. Het deel dat opgebouwd is vóór 2012 en dat uitgaat van de pensioenrekenleeftijd van 65 jaar, een deel dat is opgebouwd vanaf 2012 en dat rekening houdt met de pensioenrekenleeftijd van 66 jaar en een deel dat rekening houdt met de leeftijd van 67 jaar. Bij het berekenen van de pensioenuitkering wordt uitgegaan van de werkelijke (door jou gekozen) pensioendatum. Dit betekent dat de drie delen van de pensioenopbouw (met verschillende pensioenrekenleeftijden) worden omgerekend tot één uitkeringsbedrag op de werkelijke pensioendatum.
Partnerpensioen Als je gepensioneerd bent en je overlijdt, dan is er partnerpensioen voor je partner en wezenpensioen voor je kind(eren). Het partnerpensioen heette vroeger nabestaandenpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70 procent van je ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is 14 procent van het ouderdomspensioen. 6
De AOW opbouw is volledig als je 50 jaar voorafgaand aan je AOW-leeftijd steeds in Nederland hebt gewoond en/of gewerkt. De ingangsdatum van de AOW-uitkering is afhankelijk van je geboortedatum en leeftijd in onderstaande tabel. Stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd Je krijgt AOW in:
Je bent geboren: na en voor
30 november 1948
na en voor
31 oktober 1949
na en voor
30 september 1950
na en voor
31 juli 1951
na en voor
31 mei 1952
na en voor
31 maart 1953
na en voor
31 december 1953
na en voor
30 september 1954
na en voor
30 juni 1955
na en voor
31 maart 1956
1 november 1949 1 oktober 1950 1 augustus 1951 1 juni 1952 1 april 1953 1 januari 1954 1 oktober 1954 1 juli 1955 1 april 1956 1 januari 1957
Je leeftijd als je AOW-uitkering ingaat:
2014
65 + 2 maanden
2015
65 + 3 maanden
2016
65 + 5 maanden
2017
65 + 7 maanden
2018
65 + 9 maanden
2019
66
2020
66 + 3 maanden
2021
66 + 6 maanden
2022
66 + 9 maanden
2023
67
na 31 december 1956 2024 nog niet bekend* * De regering beslist later of de AOW-leeftijd verder omhoog gaat voor mensen die na 1956 geboren zijn.
Een voorbeeld: Als je na 31 oktober 1949, maar voor 1 oktober 1950 bent geboren, krijg je drie maanden na je 65ste de AOW-uitkering.
7
Vakantiegeld Als je gepensioneerd bent, krijg je geen vakantiegeld meer apart uitbetaald. Je vakantiegeld is verrekend in je maandelijkse uitkering. Kreeg je vroeger in november nog een extra maand betaald, dan is dit ook in je maandelijkse pensioenuitkering verwerkt. Zorgverzekering Ook de betaling van de premies zorgverzekering ziet er anders uit. Je betaalt twee soorten premies voor de Zorgverzekeringswet. Het gaat dan om de zogenoemde inkomensafhankelijke bijdrage en om de “nominale” premie. Door beëindiging van je dienstverband bij DSM1) wordt de collectieve zorgverzekering van jou (en je meeverzekerde gezinsleden) beëindigd. Na beëindiging van het DSM1) dienstverband wegens (pre)pensionering kun je toch gebruik (blijven) maken van de collectieve zorgverzekering van DSM1). Dit geldt ook voor de nabestaanden die van Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) een pensioen ontvangen.
Enkele maanden voor het bereiken van je AOW-leeftijd stuurt de SVB je een formulier voor het aanvragen van de AOW. Meer informatie over AOW vind je op www.svb.nl. Daar zijn ook de betaaldata van de AOW te vinden.
Laat je niet verrassen als je met pensioen gaat !
Als je gebruik wilt blijven maken van de collectieve zorgverzekering van DSM1), moet je dit zelf aan Zilveren Kruis Achmea doorgeven. Dit kan telefonisch of via internet. Het collectiviteitsnummer dat je in dat geval moet opgeven is 207 000 895. Wanneer je al een uitkering van PDN ontvangt (bijv. een prepensioenuitkering) als je met pensioen gaat, hoef je geen wijziging aan Zilveren Kruis Achmea door te geven.
Als je met pensioen gaat, moet je een aantal zaken goed in de gaten houden, om niet onaangenaam verrast te worden. Nu je pensioen ontvangt, betekent dit, dat je enkele “extraatjes” die je voor je pensionering kreeg, niet meer ontvangt of dat die al in je pensioen zijn verwerkt. Sommige zaken zijn nu anders geregeld. Waar moet je dan aan denken? Toeslagen Als je gepensioneerd bent, ontvang je jaarlijks (als de financiële situatie van het fonds dat toelaat) een toeslag op je pensioen om de prijsstijgingen (inflatie) te compenseren. Je pensioen wordt daardoor hoger. Toen je nog niet gepensioneerd was, kreeg je (als de financiële situatie van het fonds dat toeliet) een toeslag op je pensioenopbouw vanwege de algemene CAO-stijging van de lonen.
Ook als ge(pre)pensioneerde of nabestaande krijg je korting op de premie voor het basispakket. Voor de aanvullende verzekeringen en de klassendekking betaal je een andere premie.
8
Uitgebreidere informatie over de zorgverzekering kun je inwinnen bij Zilveren Kruis Achmea. Behalve de nominale premie betaal je ook de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering.
Pensioenfonds en Sociale Verzekeringsbank weten echter niet van elkaar wie, hoeveel, inhoudt. Daardoor kan het gebeuren dat er te weinig belasting wordt ingehouden. Heb je daardoor te weinig belasting betaalt, dan ontvang je van de Belastingdienst een naheffing over de te weinig betaalde belasting. Bij een hoog pensioen kan dat aardig in de papieren lopen. Hierna is uitgelegd hoe een naheffing van inkomstenbelasting kan ontstaan en hoe je een naheffing (deels) kunt voorkomen.
De inkomensafhankelijke bijdrage is 4,85% (stand 2015) over je pensioen tot en met een maximum van 51.974 euro (stand 2015). De bijdrage bedraagt in 2015 maximaal 2.520,74 euro per jaar. Deze premie wordt maandelijks op je uitkering ingehouden.
Naheffing van inkomstenbelasting, hoe kan dat?
Als je pensioen en AOW per jaar samen hoger zijn dan 51.974 euro (stand 2015) kan het zijn dat je teveel inkomensafhankelijke bijdrage betaalt. Dat komt, omdat twee verschillende instanties de bijdragen berekenen over je AOW en je pensioenuitkering. Betaal je daardoor te veel, dan ontvang je het teveel betaalde later weer terug via de Belastingdienst.
Regelmatig wordt onze Pension Desk gebeld door pensioengerechtigden met een vraag over de naheffing van de inkomstenbelasting. Hoe kan dat: ‘Er wordt toch maandelijks loonheffing op de uitkering ingehouden?’ is de meest gehoorde reactie van de bellers. Hierna leggen we uit hoe het kan dat ondanks de inhouding via de loonbelasting toch een naheffing inkomstenbelasting kan ontstaan.
Voor vragen over de collectieve zorgverzekering en premie-inhouding kun je terecht bij Zilveren Kruis Achmea (tel. 071-7510051).
Bij de uitleg spelen vier begrippen een belangrijke rol; loonheffing, loonheffingskorting, aangifte inkomstenbelasting en progressief belastingstelsel. Hierna worden deze begrippen kort uitgelegd.
Belastingen Het pensioenfonds houdt belasting in op je pensioen. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) houdt eveneens belasting in op je AOW. 9
Loonheffing Dit is de maandelijkse belasting die wordt ingehouden op je salaris of uitkering.
De loonheffing houdt geen rekening met persoonlijke omstandigheden, de inkomstenbelasting wel. Bij de aangifte inkomstenbelasting moet je opgeven wat je in totaal aan inkomsten hebt ontvangen in een bepaald jaar.
Loonheffingskorting Dit is de korting op de te betalen loonheffing (het gedeelte van je inkomen waarover je geen belasting betaalt).
Minimaal twee inkomstenbronnen Als gepensioneerde of nabestaande heb je bijna altijd twee of meer uitkeringen: je krijgt een uitkering van de overheid en daarnaast een pensioen van PDN (en mogelijk andere fondsen). Bij de vaststelling van de maandelijkse loonbelasting wordt geen rekening gehouden met het gegeven dat je meerdere inkomsten geniet. Iedere uitkeringsinstantie, dus ook PDN, stelt zelfstandig op basis van de belastingtabellen de loonheffing vast. Vanwege het progressieve karakter van het belastingstelsel kan op die manier een situatie ontstaan dat je op jaarbasis te weinig loonheffing hebt afgedragen. Ter verduidelijking staat hieronder een voorbeeld waarbij sprake is van een naheffing.
Aangifte inkomstenbelasting Dit is de controle op de in totaal ingehouden loonheffing. Progressief belastingstelsel Naarmate je inkomsten hoger zijn, stijgt het belastingpercentage. In de tabel hieronder staan de belastingpercentages 2015 die bij de verschillende schijven horen. Wanneer je ervoor kiest om je pensioen van PDN vóór je AOW-leeftijd te laten ingaan, heb je tot je AOW-leeftijd te maken met een hoger belastingtarief dan vanaf je AOW-leeftijd.
Schijf
Inkomsten
1
€ 0 tot € 19.823
2
Belastingtarief tot de AOWleeftijd
Belastingtarief vanaf de AOWleeftijd
36,50%
18,60%
€ 19.823 - € 33.858*
42%
24,1%
3
€ 33.858* - € 57.585
42%
42%
4
Vanaf € 57.585
52%
52%
* voor geboortjejaar 1945 of eerder € 33.590
10
Voorbeeld: Je krijgt een AOW-uitkering van € 1.000 bruto per maand. Daarnaast krijg je een pensioenuitkering van PDN van eveneens € 1.000. Op deze uitkeringen wordt door de uitkeringsinstanties afzonderlijk loonheffing ingehouden volgens de belastingtabel. In beide gevallen is de loonheffing gebaseerd op de 1e schijf in 2015. Dus: AOW: 18,60% van € 1.000 = € 186,00 PDN-pensioen: 18,60% van € 1.000 = € 186,00 Per jaar is dat totaal: € 186,00 + € 186,00 = € 372 x 12 maanden = € 4.464 Beide uitkeringen worden bij de aangifte van de inkomstenbelasting bij elkaar opgeteld. Samen zijn ze (€ 1.000 + € 1.000 =) € 2.000. Per jaar is dat € 24.000. Uit de tabel met de belastingschijven kun je aflezen dat in dat geval de inkomsten vanaf € 19.823 in de 2e schijf belast moeten worden. Dat betekent tegen een percentage van 24,1%. Dus: 18,60% over de inkomsten tot € 19.823 = € 3.687 24,1% over de inkomsten vanaf 19.823 tot € 24.000 (€ 4.177) = € 1.006 € 1.006 + € 3.687 = € 4.693. Via de loonheffing is ingehouden € 4.464. Er zal dus een naheffing via de inkomstenbelasting (moeten) plaatsvinden van € 4.693 - € 4.464 = € 229. Naheffing voorkomen? Hoe kun je voorkomen dat je met een naheffing wordt geconfronteerd? Als de naheffing hoger of bijna gelijk is aan de algemene loonheffingskorting per jaar voor iemand vanaf de AOW-leeftijd (in 2015 € 1.123), dan kun je overwegen om de toepassing van de loonheffingskorting te laten vervallen. In de meeste gevallen wordt de loonheffingskorting door de uitkeringsinstantie van de overheid toegepast. Je moet in dat geval de SVB verzoeken de algemene heffingskorting niet toe te passen. Je kunt er ook voor kiezen om door PDN maandelijks meer loonheffing te laten inhouden. Je kunt daarvoor een schriftelijk verzoek sturen aan PDN, Postbus 6500, 6401 JH Heerlen of via e-mail
[email protected]. PDN kan niet het bedrag berekenen waarmee de loonheffing aangepast moet worden. De hoogte van de aanpassing dien je zelf (mogelijk met hulp van je financieel adviseur) te berekenen en schriftelijk door te geven aan PDN. Heb je na het lezen van deze brochure nog vragen, dan kunt je voor meer informatie terecht bij de Pension Desk van PDN (telefoon: 045 5788100 of e-mail
[email protected]).
11