Met de VW T5 California naar Griekenland en Turkije De zomervakantie 2008 De eerste grote trip die we met ons VW busje maakten, was in 2007 naar Tunesië. Dit jaar wilden we de kennismaking met Turkije hernieuwen; we zijn er al eens eerder geweest en drie jaar geleden, toen nog met de caravan, maakten we een reis langs Istanbul, de Zwarte Zee en via Ankara naar Cappadokia. Heel mooi. We hebben nu het volgende plan: de kustroute langs de Egeïsche Zee en de Middellandse Zee tot zover we gaan en zin hebben en vandaar via het binnenland weer over Griekenland terug. Op de vakantiebeurs halen we folders en prijslijsten van de ferry maatschappijen die tussen Ancona en Igoumenitsa (GR) varen. Van Anek, Minoan en Superfast, bleek de laatste de beste aanbieding voor “camping aan boord” te hebben. Door vroeg te boeken konden we kosten besparen en omdat de VW niet zo lang is, waren we goedkoper uit dan indertijd met auto+caravan. Op 28 mei gaan we vroeg vanuit Alexandroupolis in Noord Griekenland verder richting Turkse grens bij Ipsala. Het loopt hier allemaal vlotjes. Uit ervaring van de vorige keer:laat je vrouw in de auto zitten en doe als de Turken, neem zelf je autopapieren en de 2 paspoorten mee langs de verschillende loketten. Dat gaat het snelst en niemand verwacht iets anders. Visum kost € 10,00 pp en gepast betalen in eurootjes AUB. Voor de auto krijg je geen carnet meer zoals vroeger. Alles gaat nu in de computer. Hier kan ook bij de bank geld gewisseld worden. Twee lira is ongeveer een euro, dat kan als richting worden aangenomen. Heb je een hond bij je, negeer die even, laat rustig in de auto zitten! Is wel zo handig en voorkomt ook weer lastige vragen. Via Kesan over de E90 naar Eceabat en dan de bordjes “ferrybot” volgen, zo kom je vanzelf bij het veer dat je over de Dardanellen zet naar Cannakele. Want ons reisdoel is Troje! Op school hebben we over de Trojaanse oorlog moeten leren (Homeros) en hier kreeg met de opgravingen van Heinrich Schliemann in 1870 voor het eerst de archeologie vorm. Heilige grond dus. De eerste nederzetting in Troje gaat terug tot 3000 v. Chr.! Maar eerst een plekje voor de overnachting zoeken. Er is hier geen echte camping, maar op de weg vlak voor de ingang van de site staat een bord: “Troia Pension & Camping”. Daar kunnen in de tuin naast het restaurant een paar campers staan. De eigenaar roept ons al van verre. Prima plek en met douche en wc. Kost Ytl 35,00. Er is een klein dorpje Tevfikiye met boerderijen en een moskee. Leuk om ’s avonds naar toe te wandelen en naar de mensen te kijken en – vergeet niet – zelf ook bekeken te worden. De volgende dag gaan we met de fiets naar Troje. Het “Paard” is van verre al te zien. Er staan geen gebouwen meer, maar alleen nog resten van muren en totaal liggen er 10 steden boven op elkaar. Heel indrukwekkend. We ontmoeten een groep Nieuw Zeelanders die ook hun ogen uitkijken en samen genieten we van de site. Uit een boek dat ik van de bib heb geleend weet ik intussen dat het nog steeds niet wetenschappelijk kan worden bewezen of Troje echt 10 jaar belegerd is geweest ten tijde van koning Menelaos, ca 1250 voor Chr. Als dat wel het geval zou zijn geweest, zou daar toch zeker iets over moeten zijn geschreven in het toen bekende lineair B schrift bij de Grieken of bij de Hettieten. Ook hun tijdgenoten de Egyptenaren reppen er niet over en die schreven toch alles op. Dus…..een mythe? Terug naar de bus en begin van de middag op pad naar Assos. Dat is niet erg ver, in Ayvacik neem je de smalle weg van 17 km naar de kust met een mooie route over vele heuvels. Assos is goed aangegeven. Op de
1
kruising gaat het links naar Behramkale en ga je rechtdoor dan kom je in Assos. Het bestaat uit een paar nauwe straatjes met hotels en restaurants. Er is een kleine haven. We vragen aan iemand of er een camping is en hij gaat ons voor naar “Cakir Camping” waarvan hij “toevallig”….de eigenaar is. Het is niet een echte camping, er is plaats voor drie auto’s onder een dikke boom, naast het restaurant aan het keien strand. Een prachtige plek en nadat er een dikke tak is afgezaagd, kan het dak ook netjes omhoog en staan we op een 5 sterren plekje! De ober brengt een biertje en zorgt de volgende morgen voor vers brood. Uiteraard eten we ’s avonds in het restaurant: red mullets en inktvis. Er ligt een grote vlonder in zee met lounge bedden met zachte kussens en via de zwemtrap kan je heerlijk in zee zwemmen. Later in bed genieten we van de ruisende golven en dromen daarop heerlijk weg. Turkije is een gastvrij land en we voelen ons er heel prettig. De volgende dag ( 30 mei) gaan we te voet op pad om de site boven op de heuvel te bezoeken. Het is een stevige klim, maar de moeite wordt beloond. Vanaf de Apollo tempel heb je een prachtig uitzicht op Lesbos. Het verbaast ons niet dat Aristoteles hier drie jaar is blijven hangen en ook de Heilige Paulus is hier langs geweest. Maar waar kwam die niet? De bijbehorende vesting is 24 eeuwen oud! We hebben met een schoolklas uit Ankara hun Engels geoefend. Ook moesten we met ze op de foto. In het dorp lekkere soep en thee en op de terugweg kregen we een lift en waren we snel weer “thuis”. Later die middag grote opwinding: er kwam dicht onder de kust een dolfijnenfamilie langs gezwommen. Vader, moeder en een baby. Iedereen in rep en roer en wat een mooi gezicht was dat. Eigenlijk achteraf gezien hadden we hier nog wat langer moeten blijven. We zijn doorgereden (225 km) naar Bergama ( in vroeger tijden Pergamom). En vonden aan de ingang van het dorp rechts van de weg het terrein van de Caravan Camping. Er staat een T4 van familie Jansen uit Apeldoorn. Verder zijn we er alleen. Mooie plek op gras, alleen niet al te veel schaduw. In de avond horen we schuin achter de camping luide muziek en het blijkt van een party centrum te komen. Nieuwsgierig als we zijn, gaan we op onderzoek uit. Er wordt een bruiloft voorbereid en als we ons “netjes aankleden”, zijn we uitgenodigd om op bezoek te komen. Dat doen we dan ook. Het gaat er volledig anders aan toe als bij ons. Alle families gaan bij elkaar aan lange tafels zitten en doen dat in volgorde van anciënniteit. Grootmoeder vooraan en de mindere goden sluiten achter aan. Iedereen aan de thee of aan het water. We maken kennis met een paar meiden, waarmee we Engels kunnen praten. Ook wordt er gedanst en iedereen vindt het leuk dat er buitenlanders bij zijn. Er is een bandje en een ceremoniemeester. De dames zien er prachtig uit, de meesten in avondjurken. Het is leuk en het bleef nog lang onrustig!
2
De volgende morgen, eerst lekker een grote pot koffie gezet en toen met de fiets de berg op naar de acropolis van Pergamom, best een hele klim, maar op de laagste versnelling komen we boven. De Turken die ons inhalen, feliciteren ons als we boven zijn. Zelf fietsen ze helemaal niet, er moet altijd een motortje op! Pergamom is gesticht in de 3e eeuw en kwam tot bloei toen Athene in belangrijkheid afnam. Mooie foto’s gemaakt. Er is aan de Koningsweg, iets de heuvel af, ook een heel mooi mozaïek te zien. Toen we weer op de camping waren, stond deze vol met een ANWB groep. De begeleider kwam ons heel bekend voor, hadden we die al niet eens eerder gezien? Hij legde uit dat we hem van het TV programma kunnen kennen, van een caravantoer naar de Krim. Deze groep is overigens OK. Je kent onze allergie tegen “groepen”. Op 2 juni moeten we een grote afstand overbruggen, eerst richting Izmir ( de rondweg is half opgebroken en erg druk) en via de 0-30 richting Aydin. Bij Germencik eraf richting Soke, Milas en naar Bodrum. In Bodrum schrikken we ons rot, wat een toeristen, alles in het Engels, zelfs het verkeer gaat er anders, minder rustig “Turks” zeg maar. Vanaf hier zitten we aan de Middellandse Zeekust. Wij willen hier niet blijven en we denken dat we beter in Marmaris een plekje zullen vinden. Het wordt al later in de middag en als we bij Total tanken, krijgen we een lekkere kop thee. We knappen er van op. In Marmaris kunnen we eerst de camping niet vinden. Het adres dat we van de mensen uit Apeldoorn hadden, kent niemand, maar het toeristenbureau wist er 7 km verderop wel een, richting Adakoy. Camping Pekur. Km 50264. Net een week geleden door twee knapen overgenomen en die zitten er nog een beetje onwennig in. Mooie plek hoor, met schaduw en aan het strand. ‘s Avonds bij hen gegeten, maar dat was niet veel soeps. Bij de buren kan wel je prima eten en dat hebben we de andere avonden gedaan. Er logeert ook een “enigszins” gestreste Belgische, met een Turkse man. Hij probeert in de horeca aan de bak te komen en zij voelt zich hier eigenlijk niet thuis. Een probleem dus, wat ze ons heeft proberen uit te leggen, terwijl ze het hele vakantiehuisje drie keer volledig binnenste buiten heeft gekeerd. Wie zegt dat werken niet afleidend en helend kan zijn? Sms van dochter Annemieke, “dat het heel goed met haar ging”; “zo heel erg goed dat ik moet terugbellen?, vraagt Carla. “Nee, niks aan de hand, gewoon heel goed dus………”. Ja, je weet het soms niet met die dochters. De volgende dag met de fiets naar Marmaris, een leuk klein stadje, haven, kasteel en een klein museum. Verder de bekende winkeltjes en veel mensen, ook uit Nederland. Wij zijn intussen wel weer toe aan een beetje ongerept Turkije, van te veel toeristen worden we zenuwachtig. We nemen op 5 juni de 400 naar Ortaca en Fethiye en koersen aan op Patara dat in de Romeinse tijd de belangrijkste Lycische haven was. Onderweg worden we door de Trafik Polis aangehouden, we hebben 14 km te hard gereden. Jawel. We hebben recht op een bekeuring van Ytl 115,00 met 25% toeristenkorting, dat dan weer ook. Het zijn aardige jongens en Carla zet de hele boel op de
3
foto. Haar netjes, pet af, zonnebril af, de politie is ook ijdel. We kunnen niet meteen afrekenen, maar leggen ze ons uit in hun beste Engels, dat we dat binnen 15 dagen moeten doen bij de PTT. Km 50463. Patara is nu een stil klein dorpje en we vinden Camping Medusa naast de moskee. Klein en brandschoon. Het hoort bij een café waar een heel aardige oude Turkse mevrouw de scepter zwaait. Ze spreekt een paar woorden Frans en uit het familiealbum blijkt dat haar zoon in Frankrijk woont. Heel gastvrij en gezellig onthaal. Het interieur doet een beetje aan denken aan onze stamkroeg thuis. Bij de buren gaan we heerlijk eten. Carla doet de was en we kopen kaarten en postzegels. We fietsen naar het strand en je komt langs een loket waar een kaartje voor de site en het natuurgebied gekocht moet worden. We zeggen dat we studenten zijn en korting willen, maar hij vindt ons te oud. We bekijken de Romeinse triomfboog van 100 na Chr. en de Lycische sarcofagen. De rest bewaren we voor morgen en gaan door naar het strand. Het strand is echt enorm groot: 15 km lang en gemiddeld 500 meter breed. Er broeden zeeschildpadden en hun nesten zijn gemarkeerd. Je kunt goed zien dat de oude haven en de stad geheel zijn verzand. De rivier is er nog wel, maar komt niet meer uit in zee. Er zijn heel weinig mensen. Terug op de camping drinken we thee bij de Turkse oma. Aan het eind van de middag komt een groepje van 9 studenten onder leiding van een Nederlander; Ben Claasz Coockson van de universiteit van Ankara. Ze volgen al lopend het Lycische pad, een soort van “Pieterpad” en doen dan archeologisch onderzoek. Ben vertelt dat van zijn groep er onderweg al een aantal zijn afgehaakt, hij vindt het “watjes” , ze klagen voortdurend en vooral bij de meiden is er voortdurend wat aan de hand. Hijzelf was al 14 jaar in Turkije en had het erg naar zijn zin in Ankara. Bij het avondeten praten we uitvoerig met een familie die sinds april van Muiderberg naar Dalaman was verhuisd. Spannend, dat wel, maar wij hadden de indruk dat ze Nederland nog wel erg mistten en elke landgenoot die aan de horizon verscheen, werd door hen aangeschoten. Naar het buitenland verhuizen is een, je er ook thuisvoelen is wat anders. We hebben ons nog druk gemaakt door vanavond de luifel alvast af te breken. We rekenen Ytl 30,00 af en oma gooit ons de volgende morgen bij het vertrek een bak water na, om ons een goede reis te bezorgen. Leuk gebruik! We pakken de 400 weer op en rijden richting Antalya via Kas en Kumica. De kustroute is adembenemend mooi met prachtige baaien en schitterende vergezichten. In Kumica wijken we
van de route af en kiezen voor de kleine kustweg over Beykonak, Yenice en Cavus. Direct merk je dat de bewegwijzering hier te wensen overlaat en moeten we verschillende keren de weg vragen. Alles komt goed en we vinden de afslag naar het dorp Olympos. In het dal van de rivier die naar zee loopt is het druk en gezellig. Er is een camping, maar de plek is wat krap en zeker niet duur (Ytl 11,00 per dag) en als we wat
4
bedenkelijk kijken, krijgen we ook het ontbijt erbij! Maar we vinden dat het toch te klein is. We rijden het dal weer uit en gaan naar Ciraly. Hemelsbreed 500 meter, maar over de weg is het 14 km. KM 50659. We komen uit op Sahil Pansion Camping, een boerencamping aan het eind van het dorp, waar echt niemand Engels of Duits spreekt. Heel charmant en echt een super mooie plek onder een dikke boom met, jawel uitzicht op het strand. De kippen lopen los en er huppelt een wit konijn. Detail: Trotter kent deze plek niet…..! Er logeren enkel Turken. Vandaag viert onze kleinzoon Milo zijn eerste verjaardag. Omdat het morgen zondag is, weet ik van de boerin met gebarentaal, ik kan heel goed een kip nadoen, drie verse eitjes te krijgen. Omdat het al warm wordt, gaan we vroeg met de fietsen op pad naar de Chimarea. Een paradijselijk plekje dat al in de Griekse mythologie een belangrijke plaats inneemt omdat er door methaangas, dat op verschillende plaatsen uit de berg komt, een soort eeuwig vuur brandt. Je moet er wel 500 meter de berg voor op, maar dan heb je ook wat. We lopen samen op met een Italiaanse die taalles geeft in Izmir en we vertellen haar over het Nederlandse TV programma dat zich afspeelt rond de B&B in Pitichio, ja je moet toch wat te kletsen hebben en ze vond het een leuk verhaal. We maken mooie foto’s en gaan in het dorp onze standaardlunch gebruiken. Linzensoep en een fles Efes bier. Omdat we moe zijn pakken we een ligstoel met parasol op het strand. Het is gratis, zolang je maar wat bij de uitbater bestelt. Het duurt even voor we in de gaten hebben dat er een gezin uit Rusland naast ons ligt. Een zeer mooie dame, geheel volgens de laatste mode opgetut en twee zoontjes die een beetje met pa spelen. Toch klopt er iets niet en we proberen te raden waarom we het sfeertje niet mogen. We komen er niet uit. We lezen en slapen een beetje, we zijn net echte strandtoeristen. Het is vandaag maandag 9 juni en we lopen via het strand naar Olympos, het is een oude Lycische stad, die in 78 v. Chr. Romeins werd. De site is moeilijk bereikbaar en bijna volledig overwoekerd. Hier en daar vind je overblijfselen, het is een soort spoorzoeken om je weg te vinden en heel romantisch. Hier en daar wijst een bordje ons de weg. Het is er nu heel rustig en we kunnen helemaal ons eigen gang gaan. Het heeft volgens ons wel wat van een Inca stad in het Zuid Amerikaanse oerwoud. Terug over het strand komen we onze Italiaanse vriendin weer tegen, gelukkig ziet ze ons niet, want is echt zo dronken als een kanon. Ze wankelt naar de waterkant en het scheelt niet veel of ze kiepert er zo in. Het is een vraag of ze iets te vieren heeft of dat er wat anders aan de hand is. We zullen het nooit weten. Terug op onze stek doen we de was en winnen “we” ’s avonds met 3 - 0 van Italië. We breken 10/6 op en vinden de weg naar Kemer (badplaats in opkomst) en omdat we onze boete nog moeten afrekenen, slaan we af naar het sehir merkezi ( centrum).
5
We vinden de PTT, maar de man aan het loket krijgt ons kenteken niet in zijn PC en verwijst ons naar de Malihe (gemeentehuis?). We krijgen een schetsje mee en gaan het vinden. Met behulp van twee man kunnen we nu betalen en houden we er twee mooie documenten voor de emotiedoos aan over. Dat we het goed doen met voetbal helpt ook, de Turken zijn helemaal voetbalgek. Koste toch 1,5 uur. Weer op pad en naar de drukte van Antalya (wil je niet wezen) en gewoon de 400 volgen we de richting naar Manavgat. Vlak voor Manavgat gaat de zijweg naar Side, 75 km na Antalya. Km 50837. Deze plek is sinds de 7e eeuw voor Chr. bewoond en was de grootste haven van Pamphilie. Later werd het een sterk zeeroversnest. Het is een grote site waar de moderne huizen gewoon in en tegen de oude ruines zijn aangebouwd. Wel heel apart. Vlak voor de ingang vinden we Guelden Camping, 150 m van zee en (ook hier weer) naast een restaurant, dus van de honger komen we niet om. Wel wordt het snoeiheet, zo tegen de 38 graden en toch liggen er mensen op het strand! We gaan meteen op pad en bewonderen het theater, een van de mooiste en grootste van het land met 15.000 zitplaatsen. De binnen- en buitengalerijen zijn nog intact en vanaf de bovenkant heb je een prachtig panorama. De agora en daarachter het gebouw met de standbeelden. Langs de straat liggen de zuilen voor het oprapen en Carla wordt helemaal zenuwachtig van alle scherven en brokken die zo maar op de grond liggen. “Ik word er zo hebberig van” roept ze! Later aan een biertje bij de bus, horen we een zacht getik tegen de voorkant en als ik ga kijken, is er een kip bezig de dooie insecten van de bumper te eten. Ik laat haar, ze vindt het lekker. Als het donker is gaan we nog even naar het centrum en lopen tussen Duitsers, Engelsen en nog veel meer nationaliteiten, het is er druk en er wordt geshopped. We komen in gesprek met een jonge vrouw uit Nederland die hier is om haar vriend te bezoeken die in Side een juwelierswinkel heeft. Als ze begint te vertellen, begrijpen we dat ze erg twijfelt, “moet ik met hem verder, dan is trouwen onvermijdelijk” en moet ze in Side wonen; ze vindt hem wel leuk, maar ziet ook de nadelen. Kortom ze is er nog niet uit en twijfel knaagt. Je krijgt er ook de hele Turkse familie bij en hoe zal het cultuurverschil worden overbrugd? Ze stelt hem aan ons voor, leuke knul, maar ja, wij hoeven niks met hem. We nemen afscheid en wensen ze veel wijsheid en geluk. Op 11 juni pakken we weer in en gaan voorbij Manavgat de hoofdweg op het binnenland in naar Konya, via Seydisehir. We rijden door het kustgebergte en klimmen naar een pashoogte van 1825 meter. Tijd voor een stop en Carla koopt een echteTurkse broek en bijpassend jack. Als we terug bij de auto zijn, heeft iemand hem netjes gewassen. Aardige mensen, die Turken. Richting Konya verandert het weer, het begint zachtjes te miezeren, wel een verademing na al die warmte. De stad zelf heeft ons niet veel te bieden en we rijden er dwars doorheen en vinden de 300 richting Aksaray. We willen naar Sultanhani. De weg voert over een hoogvlakte, die bijna niet begroeid is. Het lijkt soms wel woestijnachtig. Nauwelijks dorpjes en meestal in de verte glazige heuvels. Je kunt heel ver kijken. De weg is kaarsrecht. Deze maakte vroeger deel uit van de karavaanroute als onderdeel van de zijderoute en er was om de 40 km een halteplaats. De temperatuur is 14 graden, dat is andere koek. In Manavgat heb ik nog wel even de bandenspanning die ik gisteren had ingesteld, gecheckt en veranderd. Ik kwam erachter dat ik ze de dag ervoor op 33 PSI had gezet, wat 33 bar had moeten zijn. Rijdt een stuk beter. We komen in Sultanhani aan, het is een groot dorp rondom de best bewaard gebleven Seldjoekse karavanserai, gebouwd in 1229 en prachtig gerestaureerd. Het ligt te midden van de droge vlakte en daar waar een beetje water is, wordt een kleine akker bebouwd. KM 51181. Camping Kervansaray tegen over de han is dicht, dus naar Kervan Pansion Camping, 500 meter verderop. Zoals vaker: we zijn er alleen en zoeken een mooie plek uit. We staan op gras onder een paar bomen, meer moet dat niet zijn. De camping is voorzien van een manshoge muur. De eigenaar
6
verhuurt kamers en mevrouw kookt, dus voor het eten is gezorgd. We gaan er even met de fiets op uit en maken een kleine verkenningstocht door het boerendorp, waar ze een specialiteit hebben: tapijtreparatie. We vullen onze koelkast aan bij de lokale kruidenier, die voor ons bier een van de jongens op de fiets naar een collega-winkelier stuurt. Later bij het avondeten spreken we een echtpaar uit Gent, die ons een bijzonder aangrijpend verhaal vertelt. Zij kennen de eigenaar al lang, omdat die buiten het seizoen een tapijthandel heeft en o.a. naar België exporteert en daarvoor een verzendadres nodig heeft. De oudste zoon van de Turkse familie kwam ook regelmatig in België en was intussen getrouwd en er waren twee kinderen. Hij wilde graag een kapsalon beginnen en om een lang verhaal kort te maken, de Belgische familie is bereid hem daarvoor geld te lenen. Helaas lopen de plannen anders, want de Turkse jongen verruilt zijn vrouw voor een Franse dame en vertrekt naar Frankrijk. Het kapsalonplan gaat niet door! Met andere woorden, hij is er met het geld vandoor en van terugbetaling is nog geen sprake. De beide kinderen zijn bij opa en oma gestald. Nu wil het geval dat de Belgische dochter graag een huis wil kopen en dus aanspraak maakt bij haar vader op een mogelijke lening. Maar daar is het geld even op. Het Belgische echtpaar is nu hier om te kijken of er een terugbetalingsregeling tot stand kan komen. Zo te zien aan de stress, zit dat er nog niet in en betrokkenen komen er nu niet uit, gezien de hoeveelheid drank die beide heren tot zich nemen. Zoonlief is in geen velden of wegen te bekennen. We maken de volgende dag een mooie fietstocht rondom het dorp en overal kan je echt ver om je heen kijken, de oudere boerderijen zijn van leem opgetrokken en met rieten daken gedekt. Ziet er pittoresk uit, lang niet iedereen heeft stromend water, maar wel een put in de tuin. We bellen met Ahmed van Camping Panorama (onze volgende bestemming) in Goereme en we verheugen ons op het weerzien met hem. De 13e rijden we de 300 naar Nevsehir en vandaar naar Goereme in Cappadokia. Km 51313. Ook dit is weer een prachtige rit door groene glooiende heuvels. We stoppen even in Aksaray en zijn dan zo rond het middaguur op de camping. Ruimte genoeg en we kiezen de plek met het mooiste uitzicht. Er is sinds drie jaar geleden hier niet veel veranderd, wel zijn de bomen en struiken zichtbaar gegroeid, wat het geheel een groener aanzien geeft. Ahmed heeft een goed seizoen vertelde hij en hij had nog groepsreserveringen voor later dit jaar. Ahmed is vorige maand getrouwd met een meisje uit Kirikkale. Hij is apetrots en laat ons hun staatsiefoto zien. Zij is 19, hij is 28. Ahmed vertelde hoe de ontmoetingen eerst met de familie over en weer en dan met het meisje gingen. Het wordt door de families geregeld, maar als het tussen de aanstaanden niet klikt, gaat het feest toch niet door. Bij Ahmed en zijn geliefde klikte het. “We wonen nog niet samen, maar ik ga haar a.s. dinsdag ophalen”. Jammer dat we er dan niet bij kunnen zijn. We hadden dat wel graag eens willen meemaken. Omdat we het hier goed kennen, nemen we de tijd om lekker te lezen en te zwemmen. We hoeven even lekker niks. Ahmed brengt ’s morgens brood en als hij de kans krijgt en zijn planten sproeit, neemt hij onze hond Pepper mee onder het motto: ”Pepper…. douche”, omdat het aardig warm is, vindt ze dat heerlijk. Eten doen we in het dorp bij Kale Terasse en Nederland wint van Frankrijk met 4-1. Dikke lol. Het schooljaar wordt feestelijk afgesloten met een feestje in de locale aula en iedereen is op zijn paasbest. We lopen naar binnen om een kijkje te nemen en moeten gaan zitten. Krijgen een bordje met allerlei mierzoete lekkernijen en wachten de gebeurtenissen af. Niet dat er veel meer gebeurt dan dat kinderen en moeders wat gespannen heen en weer kuieren en de brutaalsten alvast op het podium de PC en de geluidsinstallatie testen. Er zal straks wel opgetreden moeten worden. We wachten het toch maar niet af.
7
De volgende dag maken we een mooie wandeling door de Pigeon Valley en genieten van de bizarre vormen van de rotsformaties en de kleurenpracht. Via een halfdroge rivierbedding komen we achter in het dorp weer uit. De 16e staan we vroeg op om naar het Open Air Museum te gaan. Een verzameling rotskerken met fresco’s en muurschilderingen uit het begin van het christendom. Tussen 736 en 843 is hier een Beeldenstorm geweest, waardoor sommige afbeeldingen werden beschadigd. Maar los daarvan is het zeer indrukwekkend en na al die eeuwen nog heel kleurrijk. Er mag niet worden geflitst, maar je hebt altijd mensen die het UIT knopje niet kunnen vinden. Zeer veel internationale bezoekers van over de hele wereld. Als we teruglopen de berg op naar de camping komt ons een fietser achterop. We komen in gesprek, het blijkt een Amerikaan, die in zijn eentje een lange tocht maakt. Vorige week was hij 18 jaar getrouwd en belde naar zijn vrouw in Hamburg. Die hem even te verstaan geeft, dat ze een nieuwe relatie heeft en dat hij niet meer welkom is. Het huis wordt verkocht en zijn spullen stonden al klaar. Dat kwam hard aan. Hij wist het even niet meer en was maar hier blijven hangen om bij zinnen te komen. Zijn eerste huwelijk was in Zimbabwe geweest en met een lokale vrouw had hij ook een kind. Als blanke boer was hij door het regime indertijd het land uitgekickt en alles kwijtgeraakt. Het was nogal een heftig verhaal en hij hield even in om te vragen wat wij aan het doen waren om vervolgens weer helemaal los te gaan. Het is ongelooflijk hoe sommige mensen in situaties verzeild raken en daarover aan wild vreemden dan zo open verslag doen. Intussen kenden we van een aantal mensen tijdens deze trip nogal intieme verhalen. We hebben in het dorp souvenirs gekocht, Ahmed’s moeder heeft voor ons gekookt en we hebben voor 4 dagen afgerekend. Omdat het ’s nachts lekker afkoelt op deze hoogte van 1200 meter, slapen we hier heerlijk. Extra uitgerust gaan we de volgende dag de 17e op pad, want we moeten onderhand weer richting Griekenland. Maar eerst bewonderen we in alle vroegte een vloot van wel 20 ballonnen die dicht bijeen over en door het dal zweven. Eentje landt er vlak achter Panorama. Een mooi spektakel. Ahmed wil weten “waar we naar toe willen” en belt even met de camping, ja die is open. Omdat relaties en netwerken alles is in Turkije, krijgen we een stapeltje visitekaartjes van hem mee, om daar op de volgende camping achter te laten. Via Kirsehir en Kirikkale rijden we over de rondweg langs Ankara. Omdat er tussen Ankara en Istanbul maar een camping is, rijden we naar Akyarma. Via de rondweg is het goed aangegeven. Aan de 750 en op 30 km voor Gerede vinden we camping Yayla rechts van de weg en net over de pas op 1464 meter hoogte. KM 51712. Het ziet er uit alsof we in Oostenrijk zijn. Dennenbomen, blokhut, bergen en veel water. We staan op hoog gras en de plaatselijke klusjesman (uit Rusland….!) komt met een lang snoer aan. Ook hier de bekende gastvrijheid. We drinken een biertje in de blokhut en regelen dat we er ’s avonds kunnen eten. Er is nog een jong Turks stel dat in een van de zomerhuisjes woont en van elkaar en van de koelte op deze hoogte geniet. Als we de volgende morgen wakker worden is het 11 graden! We eten binnen en met lange broek en trui pakken we de bus weer in. Da’s even wennen. We rijden om 07:30 en hebben snel de autoweg naar Istanbul te pakken. Het wordt druk en heel druk als we bij de stad komen. In file gaat het over de hangbrug over de Bosporus, dan zijn we weer terug in Europa. In Kesan treffen we voorbereidingen voor de grensovergang. Niet dat we voor de
8
Turkse douane wat te vrezen hebben, maar hun Griekse collega’s kunnen heel lastig zijn als ze zien dat er een hond bij is. Maar het valt allemaal heel erg mee en in een half uurtje is het gepiept en rijden we richting Alexandroupolis. We komen op de inmiddels bekende stadscamping om 17:00 uur aan. Er is een NKC groep, dus de dames van het kantoor doen een beetje moeilijk over waar we willen staan. We krijgen toch onze zin en staan weer heerlijk aan het strand onder de rietmatten. Er zijn veel Grieken bijgekomen. Zij bouwen aan hun caravans grote voortenten met koelkasten buiten en staan er dan het hele seizoen. Even lekker luieren! Wat een mooie vakantie hebben we gehad, wat een verhalen hebben we gehoord en wat een mooie sites hebben we gezien, 8200 heerlijke kilometers gereden in vijf en een halve week en volop genoten van het land en van ons “busje”.
Carla & Huub
[email protected]
9