zeilvakanties
Eerder dit jaar zeilde Cees van Dijk een weekje op een traditionele Turkse gulet. Aangenaam verrast was hij door de opmerkelijke zeileigenschappen van het houten schip. Minstens zo indrukwekend vond hij het vaargebied tussen de Griekse eilanden voor de kust van Turkije.
Laveren tussen Turkije en Griekenland
Met de Borina I, een houten Turkse gulet, voeren we over de Egeïsche Zee.
74
ZEILEN 12 – 2006
de egeïsche zee foto’s en tekst cees van dijk In zijn smetteloos witte uniform heet ‘kaptan Levent’ ons welkom aan boord van zijn Borina I. Hoogglans gelakt mahonie glimt ons tegemoet. Op de vloer liggen Turkse tapijten. Of we niet met onze schoenen door het schip willen lopen, vraagt Levent beleefd. We zouden niet durven. Op het houten schip, een traditionele Turkse gulet, is ruimte voor zestien passagiers die de beschikking hebben over acht hutten met eigen toilet en douche. Naast de kapitein zijn er drie bemanningsleden op de Borina I die ons de komende zes dagen in de watten zullen leggen. Zodra we onze bagage hebben weggeborgen in de van een eigen toilet en douche voorziene hut, worden we verwacht op het achterdek voor een uitleg over de veiligheidsregels en het programma van vandaag en morgen. “Gaan we ook nog zeilen?” vraag ik voorzichtig. Er staat een stijve bries en het lijkt me enerverend met dit robuuste schip door het diepblauwe water te stuiven. “Of course,” verzekert de kapitein en vrijwel direct begint de bemanning de Borina I zeilkaar te maken. Zodra we ons geïnstalleerd hebben, krijgen we een uitgebreide briefing. De bemanning heeft lol in het zeilen.
Lol in zeilen
Na een verbeten blik aan de schovlucht van vier uur zijn ten trekken en aan de vallen we in de loop van de ochsjorren. Aan deze jaarlijkse tend aangekomen op het zeilwedstrijd voor traditiovliegveld van het Turkse nele schepen doen tientallen Als een van de weinige charterBodrum, een uurtje hier gulets mee. Voor de kapibedrijven in Turkije heeft Tusvandaan. Vijf uur nadat we teins en bemanningen is het sock een eigen vloot van negen Schiphol onder een dicht een erezaak om vooraan in schepen met eigen bemanningen wolkendek zagen vervahet veld te eindigen. die in vaste dienst zijn. Ook biedt gen, laveren we de baai “Zover gaan we nu niet,” beTussock opleidingen voor het van Gümüsluk uit. Hoewel nadrukt Levent, terwijl spijt personeel. In de wintermaanden de zon volop schijnt is de doorklinkt in zijn stem. “Er zorgt de bemanning op de eiwind nog fris. Maar wie zijn gasten aan boord die nog gen werf van het bedrijf voor het stoort zich daaraan? In Nenooit op een zeilboot hebben onderhoud van de traditionele derland trekken uitdiepengezeten en die moeten het houten gulets. In Turkije loopt de depressies in slagorde ook naar hun zin hebben,” het seizoen van april tot en met voorbij. Hier wacht ons een zegt hij, doelend op de twee oktober Zie ook www.tussockzonovergoten week. meisjes op het voordek die in cruising.com. Met voldoening stel ik vast Nederland werken voor een dat de vierkoppige bemanlifestyle magazine en nog ning net zoveel lol heeft in het zeilen als ik. niet erg enthousiast kunnen worden voor een Voortdurend zijn ze bezig het uiterste uit het uren durende tocht over zee. schip te halen. Dit is nog niks volgens Levent. “Als we in een wedstrijd zitten dan gaat het er Grenscontrole Aan het begin van de midpas ruig aan toe.” Op zijn computer staan foto’s dag maken we vast in de haven van Kos. Dit is van de laatste editie van de Bodrum Cup die zijn Grieks grondgebied en we zullen wat tijd aan verhaal bevestigen. Gangboorden die onder de grensformaliteiten moeten besteden. Dat water verdwijnen, bemanningen die met een kan wel even duren, want het is zondag en het
Eigen vloot
ZEILEN 12 – 2006
75
zeilvakanties zeilvakanties
In een baai bij Mercincik gaan we voor anker.
kantoor kampt met een beperkte bezetting. Een vertegenwoordiger van het charterbedrijf komt aan boord en neemt onze paspoorten mee naar de immigratiedienst. Vervolgens gaan we in optocht naar het kantoor van de grenspolitie waar een jonge Griekse agent zich over de documenten buigt. Eén voor één moet we voor het loket ons gezicht inleveren en worden we beoordeeld door de ambtenaar. Als ik aan de beurt ben, ontstaat er enige opschudding. Ik zet mijn pet af en haal de zonnebril van mijn neus. “Have you been here before?” vraagt hij met een dwingende blik in zijn ogen. Naar waarheid ontken ik dat. Nerveus gegiechel klinkt in ons groepje en ik voel mij ongemakkelijk. Ik wil naar buiten, de zon in, het eiland verkennen. Opnieuw bekijkt de agent mijn paspoort, last een dramatische stilte in, bladert nog eens door de visa en stempels om te besluiten met: “Allright, that’s it.” We kunnen gaan.
Roep van de disco
Wie verwacht in Kosstad het authentieke Griekse leven te vinden, komt bedrogen uit. Dit is een toeristenoord zoals er tientallen, zo niet honderden over de gehele wereld zijn. Zelfs een Hollandse patatkraam ontbreekt niet. De overblijfselen uit de Griekse oudheid zijn niet indrukwekkend en het kasteel van de kruisvaarders is ook al niet bijzonder. Met een licht gevoel van teleurstelling wandelen we terug naar de Borina I waar ons een indrukwekkende maaltijd wacht. Even later komt kapitein Levent met kaart en passer de kuip in. “Wat zijn
76
de plannen?” vraagt hij in het algemeen. Zoals te verwachten, leidt deze vraag tot discussie. De zeilers onder ons willen maar één ding: zeilen. Sommige opvarenden zien echter meer in een wilde nacht op Kos. Nu gebeurt waar ik al een beetje bang voor was. Prachtig weer, schitterende wind, heerlijk schip, maar de roep van de disco is luider dan die van de zee. Gelukkig viert de democratie hoogtij, want als de stemmen worden geteld, blijkt een kleine meerderheid voor vertrekken. Helaas is het dan volgens de kapitein al te laat geworden om nog onder zeil te gaan, want dan komen we pas om tien uur vanavond op onze volgende bestemming aan. “Nou en,” zeg ik fluisterend, tegen niemand in het bijzonder, “hebben we in ieder geval lekker gezeild. En wat is er mooier dan bij een ondergaande zon tussen Griekse eilanden door te varen?” Ondanks mijn warme pleidooi vind ik weinig gehoor voor mijn plan. Dus gaat straks de motor aan om in twee uur in één rechte lijn naar het Turkse schiereiland Mercincik te stomen.
Tien knoop Om vier uur gooien we los. Twee uur later naderen we de Turkse kust. Als de kapitein aangeeft dat we toch nog even een stukje gaan zeilen, komt zijn bemanning spontaan in actie. Binnen een paar minuten liggen we onder zeil en stuiven we met tien knopen langs de grijsbruine rotsen. De Borina I helt en het gangboord dreigt in het water te komen. Dit is spektakel. Dit maakt mijn hele dag weer goed. Ik had niet verZEILEN 12 – 2006
wacht dat het brede schip zo’n snelheid zou ontwikkelen. Schoten worden aangehaald, lieren ratelen. De bemanning heeft er opnieuw zichtbaar lol in alles uit het schip te halen. Er heerst een opwinding die ik op charterschepen zelden ben tegengekomen. Mijn lichte frustratie van afgelopen middag is acuut verdwenen.”Ten point four knots,” roept Levent enthousiast. “In the regattas I go faster, but now I did not watch the sails,” voegt hij er verontschuldigend aan toe. Ik vind het prima. Zout water sproeit over het dek, terwijl de langzaam zakkende zon de bergen in een warme gloed zet. “Is die niet geweldig?’ vraag ik meer in het algemeen. De twee meisjes werpen me een glimlach toe. Mijn enthousiasme werkt blijkbaar aanstekelijk. Ze vinden het zowaar ook leuk, dit spel met de elementen.
Ontdekkingsreiziger
Als we in de schaduw van de kust varen, laat de kapitein de zeilen zakken en schuift het schip op de motor statig een kleine baai in. Ratelend zoekt het anker zijn weg door het diepblauwe water. Met een lijn zet de bemanning het achterschip vast aan een rotsblok. Stilte. In de bijboot ga ik aan land en ik voel me als een ontdekkingsreiziger die voor het eerst een onbekende kust verkend. Elk moment verwacht ik vertegenwoordigers van een lokale stam te ontmoeten die mij gevangen nemen, terug het water in jagen of handel willen drijven. Als kind droomde ik hier van. Nu is het bijna werkelijkheid. ’s Avonds leggen we een kampvuur aan. Eigenlijk vinden de autoriteiten dat
de egeïsche zee
niet goed, want maandenlange droogte heeft het gevaar voor bosbranden tastbaar gemaakt. Met een brandblusser onder handbereik roosteren we een paar kippen en filosoferen we over de toekomst van Europa, ons realiserend dat we nu in het Aziatische deel van Turkije zijn. In Griekenland mogen we alleen in de havens liggen. Met een Turks schip ankeren in een Griekse baai is uit den boze.
Aan de soumada Bij het krieken van de dag
gaan we richting Nisiros, een klein Grieks eiland waar de negenhonderd bewoners hun eigen karakter en dat van het eiland hebben behouden. In de zomermaanden brengen veerboten hier scheepsladingen toeristen naar toe, maar in het voorjaar heerst er nog een weldadige rust. Op een miniterras drinken we een glas soumada, een naar amandel smakende witte drank, in combinatie met een kopje pittige koffie. Voordat we het sfeervolle eiland verlaten, waar volgens onze Belgische gids de corruptie hoogtij viert, eten we in een van de talrijke restaurantjes inktvis en pitties. Voor de archeologische opgravingen hebben we helaas geen tijd, want de kapitein wil om twee uur weg. De wind is gunstig en de mannen willen zeilen. Ik ook.
Stampend en slingerend
Tegen de schemering laten we het anker vallen in een nauwelijks beschutte baai op het eilandje Tiles. ’s Avonds vloeit de wijn rijkelijk en de consumptie houdt gelijke tred met het toenemen van de wind. Er staat uiteindelijk een dikke vijf en die blaast recht de baai in. We liggen opeens aan
Geen druppel regen Simi telde tot in de twintigste eeuw ruim 30.000 inwoners. Nu wonen er nog maar drieduizend mensen. Zeven maanden per jaar valt er geen druppel regen, daarom heeft elk huis zijn eigen watersysteem. Veel groen is er niet, want de tienduizend geiten vreten alles kaal. Alleen in de hoger gelegen gebieden groeien wat cipressen en een enkele pijnboom. Een van de bezienswaardigheden is het klooster in Panornitis aan de oevers van een natuurlijke haven. Visserij is naast toerisme een belangrijke bron van inkomsten op Simi.
lagerwal en het schip begint flink aan de ankerketting te trekken. In het pikkedonker gaan we aan de slag met extra trossen die we vastmaken aan de rotsen. Even lijkt kapitein Levent te overwegen ankerop te gaan en een andere ligplaats te zoeken, maar hij besluit te blijven. Van slapen zal voor hem niet veel komen; hij blijft in de kuip. De hele nacht worden we met tussenpozen opgeschrikt door een dreunende knal die het schip doet trillen als de ankerketting met een schok onder spanning komt. Tijdens het ontbijt liggen we nog flink te rollen en het achterschip blijkt slechts enkele meters van het kiezelstrand verwijderd. Kapitein Levent wil snel weg en daar hebben we geen bezwaar
tegen. De deining staat ver door in de baai en dat maakt deze ligplaats verre van comfortabel. Hevig stampend en slingerend stomen we de baai uit. Zodra we voldoende ruimte hebben, hijsen we de zeilen en onder vol tuig lopen we aan de wind al snel tien knopen. Een uurtje of vijf is het naar de baai op Simi waar we zullen ankeren om een hapje te eten. Of dat niet te lang is, vraagt Levent bezorgd. Natuurlijk niet! Dit kan ons niet lang genoeg duren.
Het eiland Simi
In de loop van de dag neemt de wind verder toe tot een kleine zes, het vaste patroon in dit deel van de Egeïsche Zee. ’s Morgens weinig wind, in de middag waaien de
Tussen de oudheden op Knidos ligt de Borina tevreden achter het anker.
ZEILEN 12 – 2006
77
zeilvakanties
klooster Panormitis. Er zijn slechts drie monniken, want het grootste deel van het klooster wordt nu verhuurd aan toeristen.
Pittig stuk aan de wind Als de drommen
Kos is een toeristisch bolwerk dat we snel achter ons laten. In een baai bij Mercincik gaan we voor anker.
toeristen die een uur eerder met de veerboot arriveerden, weer zijn vertrokken, heerst er plotseling een naargeestige stilte rond het klooster. Slechts een zoemende vlieg verstoort de stilte. Ik dreig er een beetje depressief van te worden en ben blij als we even laten in het bootje stappen dat ons weer naar de Borina I brengt. Kapitein Levent rolt de kaart uit en meldt dat een pittig stuk zullen gaan zeilen richting Knidos. Het wordt kruisen, verwacht hij en we verheugen ons op een flinke tocht aan de wind. Dan blijkt dat het anker zich muurvast heeft gevreten in de rotsachtige bodem van de baai. Ook na diverse pogingen komen we niet los. De ketting straat strak als een snaar en de elektrische ankerlier hapert. Zijn we veroordeeld tot een langdurig verblijf in deze windstille en steeds heter wordende baai? Gespannen blikken in de diepte bieden geen uitsluitsel over de oplossing van dit probleem. Plotseling horen we een plons en zien we de kapitein compleet met snorken en duikbril het frisse water in duiken. Hevige discussies in het Turks volgen. Zien we een lichte paniek in de ogen van de bemanningsleden? Vriendelijk worden we naar het achterdek gedirigeerd, want de ankerketting staat op breken. Zwarte rookpluimen ontsnappen uit de uitlaat als de kapitein even later de motor op volle kracht zet en over het anker vaart. Ineens zijn we los en kunnen we koers zetten naar een baai op het Turkse schiereiland waar we de nacht zullen doorbrengen.
Bloeiende handelshaven
plooien uit je broek en ’s avonds wordt het weer heerlijk zwoel. Als we ten anker willen komen, worden we bijna de baai uitgeblazen. Een Duits jacht slaagt er pas na herhaaldelijke pogingen in met het anker grip op de meters diepe bodem te krijgen. Zodra de zon achter de kale bergen is verdwenen, meren we af in de verrassende haven van het eiland. Typisch Griekse huizen liggen ogenschijnlijk ongeordend tegen de steile hellingen geplakt. Dit keer niet het zo kenmerkende wit en blauw, maar pasteltinten die warm kleuren in de avondzon. Later op de avond willen we het nachtleven van Simi verkennen, maar dat is nog niet op gang gekomen en de talloze terrasjes stralen een lichte troosteloosheid uit. Simi-harbour baadt in de zon als we per bus naar de andere kant van het eiland gaan waar volgens plan de Borina I op ons wacht. Binnen enkele minuten rijden we op een smal weggetje en zitten we een paar honderd meter boven de zeespiegel. In de diepte zien we de haven waar de eerste veerboten met dagjesmensen arriveren. Aan de andere kant van het eiland ligt het
78
Knidos, onze volgende bestemming, was ooit een bloeiende handelshaven. Tegenwoordig zijn er nog slechts ruïnes van de ruim twintig eeuwen oude stad. En een paar Turkse soldaten die hooggelegen uitkijktorens wachten op de Griekse vijand die niet komt. Met de bijboot gaan we aan land. Op zoek naar het beeld van Aphrodite, de godin van de liefde. Helaas, ook nu blijft de beroemde creatie
Het is een genoegen om met dit robuuste schip door het blauwe water te varen.
Nisiros Weinig toeristen doen Nisiros aan. Zandstranden zijn er niet en van een toeristische infrastructuur is geen sprake. Dit is een eiland voor individualisten, ‘yachties’ en verloren zielen. Centrum van het eiland is de vulkaan. Natuurlijke waterbronnen ontbreken. In de zomermaanden telt de lokale bevolking negenhonderd zielen in de wintermaanden loopt dat aantal terug tot minder dan zevenhonderd. Voor vakantiegangers zijn er nauwelijks faciliteiten en dat kan voor degenen die met hun eigen boot het eiland willen aandoen een extra reden zijn de kleine jachthaven van Nisiros aan te lopen. ZEILEN 12 – 2006
de egeïsche zee foto’s teus van ruiswijk en johan haverdings - tekst johan haverdings
van Praxiteles onvindbaar en zullen we het moeten doen met de kopieën in het Louvre en in het museum van het Vaticaan. Tussen de oudheden zie ik de Borina I tevreden achter het anker in de baai liggen. In gedachten ga ik terug in de tijd. Ik zie vijfduizend toeschouwers in het theater en vraag me af hoe de bouwvakkers er destijds in slaagden de enorme brokken steen te ordenen tot een degelijk en fraai vormgegeven bouwwerk. Geschreeuw vanaf een Duits jacht dat de baai binnenvaart, rukt me wreed uit mijn overpeinzingen. Met de akoestiek van dit theater is in ieder geval niks mis.
Toeristisch bolwerk Twee uur later maken
we vast in Bodrum, een toeristisch bolwerk aan de Turkse kust. Dit is ook de thuishaven van de talloze grote en kleine gulets die er stuk voor stuk opvallend goed onderhouden uitzien. Aan een bezoek van een uit de vijftiende eeuw da-
terend kruisvaarderskasteel komen we niet toe. Wel neem ik een kijkje op een scheepswerf waar vaklieden de gulets bouwen. “Vergt dat hout niet ontzettend veel onderhoud,” vraag ik de werfbaas. Hij bevestigt dat, maar voegt er direct aan toe dat een houten schip overal op de wereld waar bomen groeien is te repareren. “Elke timmerman ziet wel kans een paar planken op maat te zagen,” meent hij. Als de meeste passagiers hun kooi al hebben opgezocht, barst er een oorverdovend lawaai los. Met een ongelimiteerd aantal decibels tracht de lokale discotheek de jeugd te amuseren. Pas als de imam om vijf uur oproept voor het ochtendgebed, wordt het stil. We proberen nog een paar uur slaap te pakken, voordat we via Turkutreis teruggaan naar Nederland. Film! Van zijn reis maakte Cees een korte filmimpressie. Te zien is op www.zeilen.com. ZEILEN 12 – 2006
Gümüsluk
turkije
Bodrum
Kos(Gr.)
Cnidos Nisiros Simi
Egeïsche Zee
Tilos
79