Mandersloot Jacob Lambertsz komt van de Haer onder Leusden. Er zijn twee boerderijen: De Haer in Leusbroek en De Bruine Haer ten noorden van het Heetveld bij Bavoort. De Bruine Haer komt het meest in aanmerking omdat er anders wel Leusbroek i.p.v. Leusden had gestaan. De achternaam Mandersloot komt van de gelijknamige boerderij onder Maarn waar Jacob Lambertsz gaat wonen. In december 1743 worden twee hofsteden en landerijen door de erfgenamen van Jacob Lambertse Mandersloot en Jannitje Zaren verkocht. Verkocht werden een “Hofstede, bestaande in een Huis, Berg en Schuer met zijn aenhorige Bouw, weij en Heijlanden, te zamen groot ontrend seventig mergen, edog zoo groot en kleijn die staende en gelegen zijn tot Maren onder den gerechte van Leusen, agter Ligtenberg, ontrend Woudenberg, genaemt Manderslooth”……. “en nog een Huis en Erf Berg en Schuer nevens ontrend dertig mergen bouw, weij en heijlanden gelegen gelegen mede tot Maren” (Not. Albertus van Broek ; 02-121743). In 1774 staat onder Maarn: hofstede achter Lichtenberg bij Woudenberg genaamd Mandersloot. In 1847 wordt de boerderij omschreven als “de bouwmanshofstede Mandersloot met huismanswoning, bakhuis, twee korenbergen, wagenschuur, drie schapenhokken, hof, boomgaard en land onder Maarn, sectie A 288,292-307bis,369-376, 389-397,404,529-554,562565, o: mr. Jacob van Hall, w: baron van Lijnden van Sandenburg met de hofstede Eijkelenburg, z: de erven Hendrik van de Weerd, n: baron van Lijnden van Sandenburg met de hofstede de Berk, groot 66 bunder, 37 roeden, 76 ellen” (Not. Scherpenzeel 4130, nr. 20; 19-04-1847). Met dank voor de aanvullingen door Corien Radstok en Herman Postema. I Lambert NN, tr. NN Uit dit huw.: 1. Claes Lambertsz, volgt IIa 2. Jacob Lambertsz, volgt IIb IIa Claes Lambertsz In 1713 koopt Claes Lammertsz van Gerrit Jansz de boerderij Het Eind met ca. 15 morgen land, in Leusbroek (Dorpsgerecht Leusden 1052; 10-11-1713). 1716 Claas Lambertsz bruiker van 11 morgen land van Bijlers fundatie aan het eind van Leusbroek, tegen Voskuilen aan. (Oudschildgeld Leusbroek nr. 132/134). 1716 en 1736 Claas Lambertsz bruiker van twee delen land van de boerderij 't End, zo genoemd omdat hij aan het eind van Leusbroek ligt, tegen Voskuilen aan. (Oudschildgeld Leusbroek nr. 125, 126). In 1724 Wij Hendrik Cornelis Graeffe schout, Hendrik Janszse, Claes Lambert Baernisse (?) van Leusden certificeren bij desen dat wij ingevolge van Authorisatie van hove provinciaell van Utrecht en dato den 28 ste Meert 1724 ten overstaen van Willem van Geijtenbeek geadmitteerd chirurgijn hebben beschout het doode lichaem genaemt Theunis Reijers bouwknecht van Evert Boersse huysman in Leusderbroek zijnde out omtrent 24 jaer leggend dat vooronin een sloot op het land van huijze van gemelde Evert Boersse, zijnde verdronken op den 28 ste Meert deses jaers en hebben wij het voorn. doode lichaem, gaef, glad en ongeschonden bevonden het water uyt de neus ende mond lopende. Actum Leusden, de 29 Meert 1724, onderstond in kennisse voornoemd en get. A.van Geytenbeek Secr.1724. (Dorpsgerecht Leusden 1053; 29-03-1724). In 1729 en 1732 genoemd als buurmeester van Leusderbroek (Dorpsgerecht Leusden 1053; 23-7-1729; 4-1-1732).
IIb Jacob Lambertsz, ov. Maarn ca. 1732, van de Haer onder Leusden, otr. Leusden (gerecht) 2201-1682 Jantje Saaren, won. Woudenberg, ov. voor 1743, dr. van Saar Adriaensz (Ravesloot) en Dirckje Gerrits de Cruijf In 1694 koopt Jacob Lambertsz land in Maarn (Dorpsgerecht 1052; 07-09-1694). In 1696, 1716 is Jacob Lambertsen eigenaar en bruiker van diverse percelen onder Maarn (Oudschildgeld Maarn nr. 1, 3, 9, 12, 15 en 19). In 1710 koopt Claas Lambertsz een halve hofstede achter het huis Lichtenberg, genaamd Mandersloot, bruiker broer Jacob Lambertsz (Dorpsgerecht 1052; 15-04-1710). In 1716 in Jacob Lambertsz bruiker van 1 ¼ morgen land op Slappendel onder Woudenberg (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 32c). Van 1698-1718 worden Jacob Lambertsen en van 1719-1720 zijn weduwe genoemd in het register op het familiegeld Eemland onder Maarn. In 1708 koopt Jacob Lambertsz een huis in Maarn (Dorpsgerecht 1052; 08-03-1708). Cornelis Petersen, getrouwd met Zaartje Jacobs, won. Leusbroek verklaart dat hij zich namens zijn overleden schoonvader Jacob Lambertsen borg stelt voor het huurcontract dat Jacob Lambertsen (Mandersloot) had met Anthony van Goudoever. Eventuele huurschulden zullen van zijn erfdeel worden afgetrokken. Huurcontract voor notaris Hendrik van Zevender te Amersfoort d.d. 27-11-1716. Jacob Lambertsen was getrouwd met Jannitje Zaren. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 20, 20vo; 03-05-1719). Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsen, won. onder Maarn verhuurt opnieuw aan Theunis Cornelisz een huis, hof en hofstede met ca. 16 morgen land te Maarn met twee morgen land onder Woudenberg. Voor zes jaar, van 1724-1730, voor 80 gulden per jaar. Getuigen: Jan Hendriksen, op Oevelaar en Geurt Smees, smid. Gemachtigde: Mees Aartsz van Borre. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 90, 90vo; 12-111724). Hendrik Bruus, Jan Lockhorst, Willem Hendriksen van Apeldoorn en Theunis Cornelisz, allen won. Maarn stellen zich tot borg voor Jan Thijsz, won. Maarn en die is weer borg t.b.v. Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsen. Genoemd: Een huis, hof en hofstede te Maarn. Getuigen: Willem Lagerweij, secretaris van Maarn en Maarsbergen en Hendrik Petersen (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 117, 117vo; 21-01-1727). In 1732 wordt er boedelscheiding gemaakt van de nal. schap van Jacob Lambertsen, ov. Maarn, door zijn echtgenote Jannitje Saaren. (Not. Amersfoort, AT036a002; 17-10-1732). Boedelscheiding tussen Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsz Mandersloot; Lambert Jacobsz Mandersloot; Aart Jacobsz Mandersloot; Gerrit Jacobsz Mandersloot; Theunis Bosch, getrouwd met Lijsje Jacobs Mandersloot; Erris Jansz, getrouwd met Merritje Jacobs Mandersloot; Gerrit Andriessen Woudenbergh, getrouwd met Hendrikje Jacobs Mandersloot; Hendrik Jansz Apeldoorn, getrouwd met Zaartje Jacobs Mandersloot; Anthonij van Renes, getrouwd met Willempje Jacobs Mandersloot, allen erfgenamen van Jacob Lambertsz Mandersloot. Lambert Jacobsz Mandersloot krijgt 394 gulden. Aart Jacobsz Mandersloot krijgt 200 gulden. Gerrit Jacobsz Mandersloot krijgt 200 gulden. Theunis Bosch krijgt 280 gulden. Erris Jansz krijgt 266 gulden. Gerrit Andriessen Woudenbergh krijgt 100 gulden. Hendrik Jansz Apeldoorn krijgt 1000 gulden. Anthonij van Renes krijgt 500 gulden. Getuigen: Willem van Geijtenbeek, mr. chirurgijn en Jan Jacobsz van de Haer. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 377-379; 20-01-1733). Gerrit Saaren van Kleijnvelt, van Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Manderssloot, van Maria Saaren weduwe van Dirk Aelten van de Wetering, van Aeltje Henriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn ende van Jan Hendriksen van de Wetering ende Neeltje Everts, echteluijden ieder voor eensevende part, van Jan Arissen van Ravenssloot ende Jannitje Frans echteluijden, van Saar Arissen van Ravenssloot ende Theuntje Dirks echteluijden, van Gerrit Arissen van Ravenssloot, van Jan Jacobs van de Haar ende Rijkje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Cornelis Hendriks Bosch ende Willemijntje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Theunis Jacobs van de Haar ende Dirkje Aris van Ravenssloot echteluijden, van Marritje Aris van Ravenssloot ende van Ariaantje Aris van Ravenssloot, tesamen nagelaten kinderen van Arien Saaren van Ravenssloot mede voor eensevende part, ende eijndelijk van Jacob Aelten van Putten ende Heijltje Henriks echteluijden, van Saar Aelten van Putten ende Neeltje Theunis echteluijden, van Cornelis Willemsen ende Marritje Aelten van Putten echteluijden, van Aletta Aelten van Putten ende Maijtje Aelten van Putten meerderjarige dogters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren door Aelt Jacobsen van Putten bij haar in echte verwekt voor laatste sevende part, alle tesamen erfgenamen van haaren broeder ende oom Zaar Hendriks van de Wetering in sijn leven gewoond hebbende in de Swarten Arent buijten de Slijkpoort.
Kopers: Aleijda van Speuijenburg, weduwe van Anthonij Hoogland, van twee vakken tabaxland. groot omtrent seven vierel mergen, edog voetstoots ende soo groot ende kleijn deselve gelegen zijn buijten de Slijkpoort ende Utrechtsepoort, tussen de twee straaten over de herberge den Swarten Arent procuratie bij coopconditie op 1734-12-07 (GAA, transportregisters 436-34, fol. 252vo; 27-02-1736). Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsz, mede namens haar kinderen, verhuurt aan Jacobus Jansz, won. Veltdorp onder Leusden, een huis, hof en hofstede, berg, schuur, schaaphok en ca. 16 morgen land onder Maarn. Laatst gebruikt door Lambert Jacobsz Mandersloot. Voor zes jaar, van 1734-1740. Het eerste jaar voor het bedrag dat aan belastingen moet worden betaald, de vijf volgende jaren voor 50 gulden. Getuigen: Hendrik Derksz Vermeulen en Hendrik Melisen van Otterloo, schepen van Woudenberg. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 357-358vo; 13-12-1733). In 1735 Gerrit Saaren van Kleijnvelt, Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Mandersloot, Maria Saaren weduwe van Dirk Aelten van de Wetering, Aeltje Henriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn ende Jan Hendriksen van de Wetering, mitsgaders Jan Arissen van Ravenhorst voor sijn selve ende sig sterk makende voor sijne broeders en susters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren, door Aalt Jacobsen van Putten bij haar in echte verwekt, tesamen erfgenaamen ab intestato van haaren broeder ende oom Zaar Hendriksen van de Wetering, verkopen aan Jacob van Beek x Anna van de Pol tweevijfde portien in de herberge genaamt De Swarten Arend met sijne schuijren ende omtrent een dammaat off halff mergen tabaxland. (GA Amersfoort, transporten 436-34, fol. 213vo;10-01-1735). Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsz verhuurt opnieuw aan Anthonij van Renes een huis, hof en hofstede, berg, schuur, schaaphok en land onder Maarn, nog ca. 4 morgen land onder Maarn, eerder gebruikt door Hendrik Bruus (Breunissen) en nog ca. twee morgen in Cleijn Ringelpoel onder Woudenberg, eerder gebruikt door Willem Cornelisz op Eijkelenburg. Voor zes jaar, van 1739-1745. Voor 60 gulden per jaar. Getuigen: Geurt Smees, smid en Fredrik van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 323, 323vo, 324; 16-10-1738). Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsz Manderslooth verhuurt aan Hendrik Breunissen een huis, hof en hofstede, bergen, schuur, schaaphok, varkenshok en land en veen- en plaglanden, genaamd Manderslooth, onder Maarn en nog 3 1/2 morgen land onder Woudenberg, nu gebruikt door Cors en Jannitje Errisen, en ca. 2 1/2 morgen land op de Wetering, naast het huis van Cornelis Vranken onder Woudenberg. Voor zes jaar, van 1739-1745. Het eerste jaar voor 60 gulden, de andere jaren voor 130 gulden. De huurders moeten alles zo snel mogelijk opknappen en een nieuw rieten dak leggen. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Hendrik Willemsen. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 309-311; 02-02-1739). Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsen Mandersloot machtigt Hendrik Lagerweij, procureur voor het Hof van Utrecht. Gedaan te Maarsbergen. Getuigen Willem Lagerweij, secretaris en Jan Evertsen Koijman, buurmeester van Maarn. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 325; 30-04-1739). Lammert Jacobsen Mandersloot; Gerrit Jacobsen Mandersloot; Aart Jacobsen Mandersloot; Theunis Jansen Bosch, getrouwd met Lijsje Jacobsen Mandersloot; Hendrik Jansen Apeldoorn, getrouwd met Zaartje Jacobsen Mandersloot; Anthonij van Renes, getrouwd met Willempje Jacobs Mandersloot; Gerrit Andriessen Woudenbergh, getrouwd met Hendrikje Jacobsen Mandersloot; Gerrit Errissen, voor zichzelf en namens zijn broers en zusters; allen erfgenamen van Jacob Lambertsen en Jannitje Zaaren. Zij verhuren opnieuw aan Cornelis Jansen een huis, hof en hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 16 morgen land onder Maarn. Voor vijf jaar, van 1740-1745. Voor 98 gulden per jaar. Getuigen: Jacob Blotenburgh en Hendrik van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 427-429; 18-04-1740). In 1743 verkopen de erven Jacob Lambertsz Mandersloot en Jannitje Zaren aan Egar Tamminga de hofstede Mandersloot met 70 morgen land, naast Lichtenberg te Maarn; 6 morgen te Woudenberg, genaamd Klein Ringelpoel (Oudschildgeld Woudenberg 98f); 33 morgen 460 roeden land; een huis met 30 morgen te Maarn; een huis met 50 morgen te Maarn, 1,5 morgen land, het Zegertje, te Maarn; 5 morgen weiland op de Maarnse Meent. (HUA, Notarieel UT203a001, nr. 87-1 en 87-2; 02-12-1743). In 1744 vindt er boedelscheiding plaats van de nal. schap van Jacob Lambertsen en Jannitje Saaren. 2,5 morgen bouwland te Woudenberg op de Wetering gaat naar zoon Aart. Hierin staan alle erfgenamen genoemd. (Oudschildgeld Woudenberg 90b) (HUA, Notarieel UT203a002, nr. 29; 25-06-1744). In 1744 vindt er een boedelscheiding van de nal. schap van Jacob Lambertsz en Jantje Saaren. Erfgenamen: Lambert Jacobse Mandersloot, zoon, won. Driebergen, Aart Jacobse Manderslooth, zoon, won. Darthuizen, Gerrit Jacobse Manderslooth, zoon, won. Scherpenzeel, Teunis Bosch wedr. Lysje Jacobse Manderslooth, dochter, won. Woudenberg, de onmondige kinderen van Lysje Jacobse Manderslooth: Evert en Willemeyntje Teuniss Bosch, Gerrit Andriesse Woudenbergh x Hendrikje Jacobze Manderslooth, dochter, won. Nederlangbroek, Sara Jacobs Manderslooth, dochter, eerder wed. Cornelis Pieterse van Beek, laatst wed. Hendrik Janse van Appeldoorn, won. Woudenberg, de onmondige kinderen van Sara Jacobs Manderslooth: Jacobje Cornelis van Beek, Jannigje Hendriks van
Appeldoorn, Cornelia Hendriks van Appeldoorn, Anthony van Renes x Willemina Jacobs Manderslooth, dochter, won. Maarn, de erven Merrigje Jacobs Manderslooth, dochter, in leven gehuwd met Erris Janse van Ekeris: Maria Arrisse van Eekeris, dochter, won. Utrecht, Dirkje Arrisse van Ekeris, dochter, won. Woudenberg, Jan Jacobse x Jannigje Errisse van Eekeris, dochter, won. Leusderbroek, Gerrit Erisse van Eekeris, zoon, won. Geerestein, Cors Arrisse van Eekeris, zoon, won. De Bilt, de onmondige kinderen van Merrigje Jacobs Manderslooth: Jacob, Arien, Merritje, Evertje en Sara Errisse van Ekeris. Aart Jacobse Manderslooth erft 2 1/2 mergen bouwland op de Wetering onder Woudenberg (HUA, UT203a002, nr. 29; 25-06-1744).
Uit dit huw.: 1. Merrigje Jacobs Mandersloot, ov. voor 1744, tr. Woudenberg 14-11-1706 Erris Jansen van Ekeris, wed. Marij Everts, zn. van Jan Arrisz en Merritje Aris 2. Lijsbet Jacobs Mandersloot, ov. voor 1743, tr. Woudenberg 31-01-1717 Teunis Jansz Bosch, begr. Woudenberg 02-01-1773, zn. van Jan Gijsbertsen Bosch en Heijltgen Hendricks 3. Saartje Jacobs Mandersloot, ged. Woudenberg 31-07-1692, get. Maria Aelten, won. Maarn, tr. (1) Woudenberg 15-04-1714 Cornelis Petersz van Beek, van Leusbroek, tr. (2) Hendrik Jansz van Apeldoorn, ged. Woudenberg 10-04-1701, ov. voor 02-12-1743, zn. van Jan Willemsz van Apeldoorn en Hendrikje Hendriks Cornelis Petersen, getrouwd met Zaartje Jacobs, won. Leusbroek verklaart dat hij zich namens zijn overleden schoonvader Jacob Lambertsen borg stelt voor het huurcontract dat Jacob Lambertsen (Mandersloot) had met Anthony van Goudoever. Eventuele huurschulden zullen van zijn erfdeel worden afgetrokken. Huurcontract voor notaris Hendrik van Zevender te Amersfoort d.d. 27-11-1716. Jacob Lambertsen was getrouwd met Jannitje Zaren. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 20, 20vo; 03-05-1719).
4. Lambert Jacobsz Mandersloot/Hamersveld, won. Maarn en Driebergen, tr. Driebergen 0911-1727 Grietje Jans van Leersum, won. Driebergen, ged. Doorn 08-11-1705, dr. van Jan Aartsz van Leersum en Teunisje Gijsberts Vlastuijn Jannitje Zaren, wed. Jacob Lambertsz, mede namens haar kinderen, verhuurt aan Jacobus Jansz, won. Veltdorp onder Leusden, een huis, hof en hofstede, berg, schuur, schaaphok en ca. 16 morgen land onder Maarn. Laatst gebruikt door Lambert Jacobsz Mandersloot. Voor zes jaar, van 1734-1740. Het eerste jaar voor het bedrag dat aan belastingen moet worden betaald, de vijf volgende jaren voor 50 gulden. Getuigen: Hendrik Derksz Vermeulen en Hendrik Melisen van Otterloo, schepen van Woudenberg. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 357-358vo; 13-12-1733). In 1744 huurt Lambert Jacobsz Mandersloot het erf Bosgervelt met 8 morgen onder Driebergen van Gosuina de Pauw, wed. Francois Pelt (Not. Utrecht UT203a002, nr. 15; 17-04-1744).
5. Aert Jacobsz Mandersloot, ged. Woudenberg 27-01-1695, get. Jantje Aerts, won. Maarsbergen, tr. Woudenberg (att. van Neerlangbroek) 18-02-1720 Sara Bos, won. Neerlangbroek, ov. voor 1763, dr. van Georgius Bosch en Cornelia van Stam Aart Jacobs en Gerrit Jacobs hebben op 30-08-1716 gevochten met Gerrit en Paulus Jansz Bosch bij de herberg van Maarn. Boete 200 gl (Hof van Utrecht 116-1; 14-11-1716). In 1720 verkoopt Johanna Bos, voor zichzelf en als moeder van haar onmundige kinderen, x Paulus van Wijck, Hendricus Bos mej. Jm., Aert Jacobsz van Manderslooth x Sara Bos, erfgenamen van Georgius Bos en Cornelia van Stammen aan Frederik Wilhelm van Diest, baron van ´t Hamb en Domproost te Utrecht, de zogenaamde Schilden met het huis, achter de kerk, groot drie morgen. Broer Johannis Bos en Dina Boszijn absent (Dorpsgerecht Doorn 531; 19-06-1720). Open rechtdag. Geurt Woutersz Smees als diaken van Woudenberg en als cessie van actie hebbende van Jan Hendricksz te Woudenberg, contra Aert Jacobsz van Mandersloot. Geurt zegt dat Jan in 1715 aan zijn neef Aert Jacobsz van Mandersloot heeft geleend 21 gulden. Deze heeft hij op 21-7-1720 aan de diaconie van Woudenberg gegeven. Aert moet betalen maar komt niet opdagen. Voortgezet op 28-101720. Hij bekent wel enig geld van zijn oom te hebben geleend maar dat al te hebben terug betaald. (Dorpsgerechten Overlangbroek 1676; 25-07-1720). In 1724 is Aart Jacobsz Mandersloot bruiker van 12 morgen te Goijwaarts waar de kinderen van Georgius Bosch eigenaar van zijn. (HUA, Dom 3894). In 1732 huurt Aart Jacobsze van Mandersloot, won. Overlangbroek van Wilhelm van Schaik, advocaat aan het Hof van Utrecht 40 morgen land aan de Goyerwetering en 12 morgen land in Darthuizen, genaamd het Gat van de Berg (Not. Utrecht UT180a002, nr. 112; 29-11-1732). 25- 6-1744 krijgt Aart Jacobsz Mandersloot bij de boedelscheiding 2,5 morgen bouwland te Woudenberg op de Wetering..
In 1745 doet Aart Jacobsz Mandersloot een koe in het voer bij Arris Cobusse. Hij heeft de koe gisteren gekocht bij pander Eldik. (Dorpsgerecht Darthuizen 514; 06-08-1745). In 1746 wordt Broekhuizen geëstimeerd: o.a. de hofstede met 20 morgen waar Aart Jacobussen Mandersloot op woont op 1425 gulden. (Dorpsgerecht Darthuizen 514; 04-03-1746). In 1750 koopt Sara Bosch, huisvrouw van Aart Jacobsz van Mandersloot, vier morgen land te Darthuizen van Johan Lambertus van Romond, speciale gemachtigde van de vice-domdeken en cappittulaire ten Dom, strekkende van de Goijerwetering tot aen't land van Wulfert Jansen van Ginkel (Dorpsgerecht Darthuizen 514; 19-05-1750). In 1753 laat de wed. van de vroedschap Ram een bijstede aantekenen op haar hofstede die door Aart Jacobsz Mandersloot in gebruik is (Dorpsgerecht Darthuizen 514;18- 7-1753). In 1754 laat hij twee bijsteden aantekenen (Dorpsgerecht Darthuizen 514; 2- 7-1754). In 1762 vindt er boedelscheiding plaats van de nal. schap van Sara Bosch, wed. Aart Jacobsz Mandersloot. Kinderen zijn Jacob en Jannetje. Ouders woonden te Darthuizen op de hofstede de Sandweg. 4 morgen land te Darthuizen gaat naar Jacob en 2,5 morgen te Woudenberg gaat naar Jannetje. Assistent is oom Hendrik Bos (RAU,UT237a002, nr. 180; 11- 2-1762). In 1762 vindt er boedelscheiding plaats van de nal. schap van Sara Bosch, wed. Aart Jacobsz Mandersloot. Kinderen: Jacob Mandersloot en Geurt Elberts van Woudenberg x Jannetje Mandersloot te Darthuizen. De helft van 25 morgen land in Overlangbroek gaat naar Jacob. De andere helft naar Jannetje. Indien mocht blijken dat het perceel leengoed is, zal het gehele perceel toevallen aan Jacob Mandersloot (RAU, UT237a002, nr. 211; 06-05-1762).
6. Gerrit Jacobsz Mandersloot, ged. Woudenberg 02-05-1697, get. Jantje Aerts, volgt III 7. Willemijntje Jacobs Mandersloot, geb. Maarn, ged. Woudenberg 28-04-1700, get. Maria Aelten, otr. (1) Doorn 18-10-1725 Toon/Antoni van Renes, ged. Scherpenzeel 31-12-1699, zn. van Jantje Teunissen Renes, won. Maarsbergen, tr. (2) Woudenberg 11-07-1751 Willem Jansz Geseker, won. Woudenberg, begr. Woudenberg 12-11-1778 Opt versoeck van Willemijn Jacobs mandersloot wede van Antony Renes hebben schout en Geregte wel van Woudenbergh wel willen consenteren dat de voornoemde Willemijntje Jacobs Mandersloot onder den Geregte van Maasbergen off elders gaat wonen nevens haare vier kinderen met Namen Dirkje oudt sestien Jaren Jan veertien Jaaren Evertje twaalff Jaren, en Theunis Antonisse renes oud thien Jaren, met belofte indien deselve tot Armoede mogte komen te vervallen (Dat Godt genadelijk verhoede off anders genegentheyd hadden weder om in onsen Geregte te komen wij deselve ten allen tyden wederom in onsen Geregte te sullen Innemen en soo veel doenlijk alimentatie besorgen actum den 8e Mey 1752 (RHC ZOU, arch.nr. 164, inv.nr. 46).
8. Evert Jacobsz Mandersloot, ged. Woudenberg 20-05-1703, get. Aeltje Hendriks, ov. voor 1744 9. Hendrikje Jacobs Mandersloot, tr. Gerrit Andriessen Woudenbergh, won. Nederlangbroek (1744) III Gerrit Jacobsz Mandersloot, geb. Maarn onder Doorn, ged. Woudenberg 02-05-1697, daghuurder, tr. Scherpenzeel 01-04-1731 Evertje Fransen, dr. van NN en Catharina Fransen Aart Jacobs en Gerrit Jacobs hebben op 30-08-1716 gevochten met Gerrit en Paulus Jansz Bosch bij de herberg van Maarn. Boete 200 gl (Hof van Utrecht 116-1; 14-11-1716). In 1740 lenen Gerrit Jacopsen van Mandersloot x Evertjen Frans f 300,= van Hendrik van Halteren, koopman te Amersfoort. Onderpand: hun huis aan het westeinde. Hij woont er vanaf 1737. (Recht. Arch. Scherpenzeel 5; 17-10-1740). Inwoners Scherpenzeel 1749: Gerrit Jacobse, daghuurder, getrouwd, onvermogend, 1 huis, 3 kinderen tot 10 jaar, 1 kind van 10-15 jaar, 3 volwassenen, waaronder 1 moeder.
Uit dit huw.: 1. Jacob Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 10-01-1732 Er is een Jacob Gerrits Mandersloot begraven in Wijk bij Duurstede in 1807.
2. Katrijntje/Catharina Mandersloot, ged. Woudenberg 23-05-1734, get. Saartje Jacobs, ov. Woudenberg 29-05-1816, tr. Woudenberg (att. van Scherpenzeel) 04-01-1767 Cornelis Hendriksz Pothoven/Schuur, ged. Scherpenzeel 09-07-1730, zn. van Hendrik Teunissen en Huibertje Reijers
3. Jantje Gerrits van Mandersloot, ged. Scherpenzeel 26-02-1736, ov. Woudenberg, begr. Scherpenzeel 04-10-1809, tr. Scherpenzeel 14-10-1759 Hermen Geurtsz Gaasbeek, ged. Bunschoten 29-08-1734, zn. van Geurt Hendriksz Gaasbeek en Jantje Jans Jonker 4. Jacob Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 01-12-1737, volgt IVa 5. Dirkje Gerrits Mandersloot, ged. Scherpenzeel 28-08-1740, ov. Scherpenzeel 25-04-1809, tr. Woudenberg 13-03-1768 Jan Aartsz van Hardeveld, ged. Scherpenzeel 31-08-1738, ov. Scherpenzeel 08-06-1809, zn. van Aart Louwen van Hardeveld en Gijsbertje Jans van Lambalgen 6. Marijtje Gerrits Mandersloot, ged. Scherpenzeel 01-07-1742 Bij haar doop heet haar moeder Evertje Brants.
7. Evert Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 30-08-1744, volgt IVb Bij zijn doop heet zijn moeder Evertje Brants.
8. Saar Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 24-07-1746, begr. Doorn 17-06-1788, tr. Doorn 12-10-1766 Adriana de Lange, ged. Doorn 12-07-1733, begr. Doorn 27-03-1800, dr. van Andries Tijmensen de Lange en Jannigje Breunissen van Ruijtenbeek Bij zijn doop heet zijn moeder Evertje Gerrits. In 1767 heeft hij als eiser een rechtszaak in Doorn tegen Martinus Lamore luidende als volgt: Den Eijscher in judico present seijde van den ged gehuurt te hebben sekere kamer staande in desen Dorpe Doorn Dat den gedaagd heeft kunnen goetvinden na dat hij Eijsche Reets Enige tijt de voorn kamer gehuurt en ook Enig toe Bedongen werk gedaan hadde hem de huur te laten ontseggen, welk hij Eijscher Egter niet hadde kunnen ofte willen aannemen. Versoekende dat gedaegde door den gerechte mag worden gecondemneert hem de gehuurde kamer Ter Behoorlijken tijt volgens accoort te Leveren alles Cum Esperssis ofte anders. De gedaagde in judico present sijnde seijde niet te kunnen ontkennen de kamer aenden Eijscher verhuurt te hebben, maar hadde van agter om redenen daar van berouw gehadt en uijt Dien hoofde den Eijscher de huur weder laten opzeggen. T Gerecht partijen gehoort hebben Consenteeren den Eijscher sijn versoek Condemnerende den gedaagde ter Behoorlijker tijt de kamer aan den Eijscher te Leveren. (Recht. Arch. Doorn, maart 1767). Op 06-01-1777 wordt een kind van Saar Mandersloot te Doorn begraven. In 1779 loopt Saar Gerritsz Mandersloot de nachtwacht in Doorn. In 1784 is Saar Gerritsz Mandersloot onbekwaam om het land te verdedigen. In 1795 komt de wed. Mandersloot voor op een lijst van inwoners van Doorn.
Uit dit huw.: 1. Gerrit Mandersloot, ged. Doorn 18-10-1767 2. Andries Mandersloot, ged. Doorn 27-08-1769 3. Evertje Mandersloot, ged. Doorn 07-07-1771 9. Gerrit Mandersloot, ged. Scherpenzeel 16-11-1749, volgt IVc 10. Maria Gerrits Mandersloot, ged. Scherpenzeel 16-11-1749 IVa Jacob Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 01-12-1737, daghuurder, ov. Woudenberg 0603-1814, tr. (1) Woudenberg 14-10-1759 Luitje Jans van Dijk, ged. Scherpenzeel 14-03-1734, in de Knaapstraat, dr. van Jan Maassen Achterberg en Geertruijda Everts van Laar, tr. (2) Woudenberg 25-10-1795 Johanna/Hanna Gijsberts van Apeldoorn, wed. Dirk van Soest, won. Doorn, ged. Scherpenzeel 21-04-1743, dr. van Gijsbert Jansen Apeldoorn en Hendrikje Wulferts Overeem Peeter Kok en zijn vrouw, won. Groot Moorst lenen 700 gulden van Jacob Mandersloot, won. op de Wetering. Onderpand: de boerderij Groot Moorst. (Dorpsgerecht Woudenberg 2349, blz. 111, 112; 0606-1804).
Uit het 1e huw.: 1. Gerrigje Mandersloot, ged. Woudenberg 25-12-1759, get. Jantje Gerrits Mandersloot 2. Gerrit Mandersloot, ged. Woudenberg 26-11-1761, get. Catrijntje Gerrits Mandersloot, volgt IVa
3. Geertruij Mandersloot, ged. Woudenberg 06-10-1764, get. Jantje Jans van Dijk, ov. Woudenberg 30-12-1837, tr. Vleuten 07-09-1788 Corstiaan van der Velden, geb. Harmelen 1753, ov. Woudenberg 14-01-1831, zn. van Gabriël van der Velden en Neeltje Boele 4. Evertje Mandersloot, ged. Woudenberg 22-01-1769, get. Evertje Tijssen van Tiel, ov. Woudenberg 10-03-1842, tr. (1) Woudenberg 16-10-1796 Willem Buurman, won. Darthuizen, ged. Ede 21-12-1755, begr. Renswoude 24-01-1811, zn. van Dirk Willemsen Buurman en Willemijntje Jans, tr. (2) Renswoude 11-05-1815 Klaas Woutersen van Wilgenburg, geb. Nijkerk 1765, bakker, ov. Nijkerk 31-10-1821, zn. van Hendrik Woutersen van Wilgenburg en Aaltje Jans Nootelaar 5. Jannigje Mandersloot, ged. Woudenberg 21-04-1776, get. Jannigje Mandersloot, ov. Veur 28-08-1841, tr. Woudenberg 05-05-1799 Jacob van Odijk, geb./ged. Scherpenzeel 20/28-031773, dagloner, zn. van Teunis Jacobsz van Ooik en Jacobje Rijksdr van Geitenbeek IVa Gerrit Mandersloot, ged. Woudenberg 26-11-1761, begr. Woudenberg 17-03-1808, ongehuwd Gerrit Mandersloot heeft een niet erkend kind bij Maria Christoffels. Dit kind noemt zich Peter Mandersloot
Kind: Peter Mandersloot, geb./ged. Woudenberg 13-05/16-06-1793, volgt V V Peter Mandersloot, geb./ged. Woudenberg 13-05/16-06-1793, wolkammer, ov. Renswoude 05-05-1828, tr. Renswoude 03-05-1820 Errisje Teunissen, geb. Amersfoort 1795, ov. Renswoude 15-10-1851, dr. van Hendrik Teunissen en Merritje Jansen. Errisje Teunissen, tr. (2) Renswoude 23-05-1829 Arie Brand, geb./ged. Scherpenzeel27-02/24-03-1805, ov. Ede 22-01-1881, zn. van Pieter Brand en Jantje Krauwel Uit dit huw.: 1. Johannis Mandersloot, geb. Renswoude 14-10-1820, tuinwerker, arbeider, ov. Renswoude 14-11-1891, tr. Ede 20-01-1866 Wijmpje Blaak, geb. Otterlo (Ede) 27-12-1836, ov. Renswoude 18-09-1918, dr. van Aart Hendrikse Blaak en Evertje van Dijk Uit dit huw.: 1. Arrisje Mandersloot, geb. Renswoude 18-12-1868, ov. Renswoude 13-02-1942, ongehuwd 2. Evert Mandersloot, geb. Renswoude 14-01-1872, ov. Zeist 31-05-1955 2. Maria Mandersloot, geb. Renswoude 23-02-1823, ov. Ede 12-06-1893, tr. Renswoude 0305-1851 Hendrik van der Meer, geb. Zoelen 20-03-1816, herenknecht, tolgaarder, ov. Ede 1412-1881, zn. van Antonie van der Meer en Heeske van Zandwijk 3. Marritje Mandersloot, geb. Renswoude 13-03-1825, ov. Renswoude 26-10-1897, tr. Renswoude 18-03-1848 Dirk van Dokervoort/van Wagensveld, geb. Woudenberg 07-06-1818 (erkend bij huw.), ov. Renswoude 09-04-1854, boerenknecht, zn. van Teunis van Wagensveld en Hendrikje van Donkervoort 4. Hendrik Mandersloot, geb. Renswoude 25-04-1828, ov. Renswoude 25-04-1828 IVb Evert Gerritsz Mandersloot, ged. Scherpenzeel 30-08-1744, daghuurder, ov. Scherpenzeel 2409-1830, tr. Doorn (att. van Woudenberg) 07-06-1772 Jannetje Everts van Rhenen, geb. De Bilt 26-01-1749, ov. Woudenberg 25-07-1811, begr. Scherpenzeel 29-07-1811, dr. van Evert Cornelisz van Rhenen en Dirkje Aarts van Vulpenhorst Uit dit huw.: 1. Evertje Mandersloot, ged. Doorn 06-12-1772, ov. Scherpenzeel 21-07-1833, tr. Gerrit Renes, ged. Scherpenzeel 06-09-1761, aan den Holevoet in ’t Sticht, timmerman, ov. Woudenberg 20-01-1838, zn. van Willem Anthonisz Renes en Dirkje Geurts Theesseling
2. Gerrit Mandersloot, ged. Doorn 05-02-1775 3. Dirk Mandersloot, geb. 02-11-1778, in de Knaapstraat, ged. Woudenberg 08-11-1778, get. Dirkje Everts van Rhenen en ged. Scherpenzeel 15-11-1778, get. Dirkje hv Jan Aartsen van Hardeveld, begr. De Bilt 20-06-1810, tr. Utrecht 26-01-1802 Maria Cecilia Vlek, geb. 1780, ov. Bunnik 26-04-1842, dr. van Willem Vlek en Lijsje Driehuizen 4. Evert Mandersloot, ged. Woudenberg 15-10-1780, won. Maarsbergen, ov. Amersfoort 2709-1846, tr. Woudenberg 19-04-1810 Gerritje van IJzendijk, wed. Anthonie Lagerweij, ged. Overlangbroek 03-03-1771, ov. Woudenberg 02-04-1817, dr. van Jan IJzendijk en Adriana/Jaantje van Wilden/van de Heiligenberg Ondertrouw van Evert Mandersloot, j.m., geb. Woudenberg, en Gerrigje Eijsendijk wed Anthonie Lagerweij, geb. Overlangbroek. Zij trouwen 19 grasmaand 1810. (Dorpsgerecht Maarn en Maarsbergen 1420, 1421; 31-03-1810). Evert Evertse van Mandersloot, j.m. en Gerritje Eijsendijk, wed Anthoni Lagerweij, beide won. Maarsbergen, maken huwelijkse voorwaarden. (Dorpsgerecht Maarn en Maarsbergen 1418; 14-041810).
Uit dit huw. o.a.: 1. Evert Mandersloot, ged. Maarn 11-08-1811, daghuurder, ov. Amersfoort 24-091855, tr. Leusden 13-11-1845 Maria van der Heijde, geb. Woudenberg 20-06-1816, ov. Amersfoort 24-02-1887, dr. van Dirk van der Heijde en Willemijntje van Geijtenbeek 5. Marritje Mandersloot, geb./ged. Woudenberg 18-05/11-06-1786, ov. Woudenberg 30-081809, begr. Scherpenzeel 02-09-1809 IVc Gerrit Mandersloot, ged. Scherpenzeel 16-11-1749, klepperman, dagwerker, ov. Scherpenzeel 01-11-1823, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel 07-04-1797) Grietje van de Beek, ged. Woudenberg 14-09-1766, ov. Scherpenzeel 18-04-1822, dr. van Cornelis Jacobsz van de Beek en Jantje Cornelissen uijt de Berk Gerrit Manderslooth won Woudenberg heeft 18-02-1781 gevochten met Geurt Harmensz ten huize van Cornelis Knoppert, hospes in de herberg de Kaetsbaan onder Woudenberg. Met messen. Geurt in het gezicht gesneden. Boete 50 gl (Hof van Utrecht 116-2; 16-03-1781). In 1799 komt Grietje Kornelisse van de Beek met attestatie van Woudenberg (Herv. Gem. Scherpenzeel 167; Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 93; 1799). Van 1800-1810 woont Gerrit Mandersloot in het Mussennest in Scherpenzeel.
Uit dit huw.: 1. Evertje Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 23-10/12-11-1797, dienstmeid, spinster, ov. Scherpenzeel 22-03-1871, tr. Gradus Koertens Lidm. Scherpenzeel 15-04-1855: Evertje Mandersloot.
Kinderen: 1. Grietje Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 13-11-1818/17-01-1819, ov. Scherpenzeel 20-10-1886, tr. Scherpenzeel 07-07-1843 Gerrit van Binsbergen, geb. Gelders Veenendaal (Ede) 07-01-1821, boerenknecht, arbeider, ov. Renswoude 26-121890, zn. van Maas van Binsbergen en Jannigje Vonk 2. Cornelis Mandersloot, geb. Scherpenzeel 24-12-1821, ov. Scherpenzeel 13-07-1822 3. Geertje Mandersloot, geb. Scherpenzeel 25-05/04-07-1824, ov. Scherpenzeel 08-031876, tr. Scherpenzeel 08-10-1847 met haar oom Gijsbert Hoefakker, wed. Cornelia Mandersloot, ged. Lunteren 14-06-1814, arbeider, boerenknecht, ov. Scherpenzeel 0901-1892, zn. van Gerrit Hendriksen Hoefakker en Willempje Gijsbertsen Harskamp Lidm. Scherpenzeel 29-03-1857: Geertje Mandersloot.
Kind: Gijsbert Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 28-05/15-06-1845, ov. Woudenberg 20-04-1852
4. Everdina Mandersloot, geb. Scherpenzeel 15-12-1835/17-01-1836, ov. Scherpenzeel 19-02-1837 2. Jantje Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 04/10-03-1799, tr. Amersfoort 29-05-1822 Willem Otte, ged. Amersfoort 16-02-1801, wever, ov. Amersfoort 31-07-1866, zn. van Johannes Otte en Wijmpje van Kempen 3. Cornelis Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 19-09/09-10-1803, ov. Scherpenzeel 19-031806 4. Cornelia Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 16/25-05-1806, ov. Scherpenzeel 29-101845, tr. Ede 11-11-1837 Gijsbert Hoefakker, ged. Lunteren 14-06-1814, arbeider, boerenknecht, ov. Scherpenzeel 09-01-1892, zn. van Gerrit Hendriksen Hoefakker en Willempje Gijsbertsen Harskamp. Gijsbert Hoefakker, tr. (2) Scherpenzeel 08-10-1847 met zijn nicht (oomzegger) Geertje Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 25-05/04-07-1824, ov. Scherpenzeel 08-03-1876, dr. van Evertje Mandersloot 5. Gerritje Mandersloot, geb./ged. Scherpenzeel 28-05/17-06-1810, ov. Amersfoort 27-011861, tr. Amersfoort 06-11-1844 Leendert Scheepmaker, geb. Kortenhoef 01-12-1817, tuinier, venter, ov. Amersfoort 05-03-1856, zn. van Geertruij Scheepmaker
Samengesteld door: Henk van Woudenberg, oktober 2010