Watersporten
Met dank aan Chris Dtevens voor de adviezen
2
Toerisme Vlaanderen - Dienst Kwaliteitsbeheer i.s.m. CEPS Foto’s: Ronny Margodt Auteurs Ronny Margodt Affinion International Travel Projectcoördinatie Katrien Van Ginderachter en Lies Boonen Toerisme Vlaanderen Vormgeving Steven Derthoo, Toerisme Vlaanderen Adviseurs Ignace Bruclair, BTN Verantwoordelijk uitgever Peter De Wilde, Toerisme Vlaanderen Grasmarkt 61, 1000 Brussel
Copyright Toerisme Vlaanderen 2012
Watersporten - Reizen met veel watermogelijkheden Bijscholingsmodule Reisleiders Toerisme Vlaanderen Samenstelling - Ronny Margodt
Deze syllabus werd samengesteld door…
Ronny Margodt Binnen de reiswereld bekend als zaakvoerder van Affinion International Travel, bestuurslid ABTO (Belgische Touroperators), Arbiter Geschillencommissie Reizen. Zijn specialisatie ‘watersporten en reizen’ vindt een oorzaak in een 40 jaar passie voor de zee, het zwemmen en het diepzeeduiken. Binnen deze specialiteit is hij: - 3* Duikinstructeur CMAS (Wereldfederatie voor Duikers) - Lid Raad van Bestuur en verantwoordelijke PR van NELOS (Nederlandstalige Liga voor Onderwateronderzoek en Sport) - Docent Hulpverlener Duiker voor de Belgische Duikfederatie - Voorzitter Ereraad NELOS (Sportrechtbank) - Geassimileerd Trainer A Bloso - Voorzitter Audiovisuele Commissie BEFOS (Belgische Duikfederatie) en NELOS.
Inhoud INLEIDING ………………………………..………………………………………………………………
6
DEEL 1 - Leven op Zee/Water: Zeeziekte - Landziekte ……
8
………………………………….
Als reisleider geconfronteerd worden met enkele zeezieken is geen pleziertje, in dit hoofdstuk krijg je tips waardoor je jouw ‘klanten’ beter kunt adviseren.
DEEL 2 - Leven op Zee/Water: Overleven bij schipbreuk ……………………….………………
11
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar toch kun je als reisleider geconfronteerd worden met een zinkend cruisevaartuig, een overzetboot of een pleziervaartuig. Heb je de veiligheidvoorzieningen aan boord gecontroleerd alvorens het vaartuig vertrokken is? Wat kun je doen als het noodlot toeslaat?
DEEL 3 - Maak jezelf zichtbaar en beveilig jezelf ………………………………………………….
13
Watersporten worden beoefend op het einde van een rondreisvakantie of maken gewoon deel uit van een begeleide reis. Als reisleider is het jouw plicht om jouw klanten te informeren over de veiligheidvoorschriften…
DEEL 4 - Zwemmen ……………………………………………………………………………………..
14
Zwemmen is een belangrijk onderdeel van het vakantieplezier, een frisse duik in het zwembad, lekker afkoelen in een meer of gewoon dolle pret hebben in de zee horen er meestal bij. Als reisleider moet je steeds aandacht hebben voor je medereizigers en moet je in staat zijn gevaarlijke situaties te analyseren en te voorkomen. Als het ongeluk toch toeslaat dien je een notie te hebben van de handelingen die jij kunt ondernemen om hulp te bieden. In dit hoofdstuk behandelen we onderkoeling, hitteslag en verdrinking.
DEEL 5 - Snorkelen en vrije duik ……………………………………………………………………… 18 Tropische zeeën zijn een schatkamer van leven en bieden een kleurrijk spektakel die jouw klanten bijzonder zullen waarderen. Een snorkeluitstap dient goed begeleid en georganiseerd te zijn, jouw klanten stellen zich bloot aan een omgeving van druk. Nieuwe ongekende gevaren liggen op de loer, ben jij als reisleider op de hoogte, bewust van mogelijke ongevallen en weet je wat je ermee kunt doen?
DEEL 6 - Duiken met ademtoestellen ………………………………………………………………..
26
Diepzeeduiken is een vrij populaire sport die in nagenoeg alle tropische oorden aangeboden wordt. Klanten krijgen ongetwijfeld aanbiedingen om initiaties te gaan volgen en zelfs een ‘echte’ duik te doen. De commerciële aanpak van een aantal initiatiefnemers brengt veelal roekeloze en onverantwoorde handelingen met zich mee waar jouw klanten het slachtoffer van kunnen worden. In dit hoofdstuk proberen we je wegwijs te maken in de gevaren die een bezoek van het ’zesde continent’ met zich meebrengt.
DEEL 7 - Vaarsporten …………………………………………………………….……………………..
31
Vaarsporten is de verzamelnaam voor alle watersporten waarbij van hulpmiddelen gebruik gemaakt wordt om zich drijvend te houden en om zich op het water voort te bewegen. Reisleiders/begeleiders kunnen regelmatig te maken krijgen met dergelijke activiteiten, daarom geven we in dit hoofdstuk een overzicht van de specifieke vereisten en gevaren van de verschillende vaarsporten.
DEEL 8 - Besluiten …………………………………………………………….………………………..
40
5
Inleiding
Al vanaf de oudheid spelen de zeeën, meren en rivieren een belangrijke rol voor de mensheid. Ze zijn een belangrijke bron van voedsel en de ontwikkeling van scheepsbouwtechnieken maakte het voor de mens mogelijk grote hoeveelheden massa over grote afstanden te vervoeren. Zeeën, meren en rivieren werden transportaders in de handel en kregen een militair belang. Het zachte klimaat dat de golfstroom Europa geeft, is zonder twijfel een kritische factor geweest in het ontwikkelen van de Europese beschaving en dankzij de zee is de Europese beschaving sinds de renaissance weer over de rest van de wereld uitgedijd. Later kregen de zeeën, meren en rivieren een functie in het wereldwijde personenvervoer en tegenwoordig hebben ze vooral een belang in het goederenvervoer. Ze vormen een vitale levensader van onze welvaart. Eigenlijk is het gek dat onze planeet ‘Aarde’ heet en niet ‘Water’. Er is immers veel meer water dan land op onze planeet. Het leven op aarde is ontstaan in zee. Sommige stoffen in zee kunnen door elektrische schokken van bijvoorbeeld bliksem samensmelten tot nieuwe stoffen, de aminozuren. Deze stoffen zijn de bouwstenen van het leven op aarde. Ze komen in alle planten en dieren voor. Op die manier zijn wellicht in de loop van miljoenen jaren de eerste bacteriën en eencelligen ontstaan waaruit ‘hogere’ levensvormen zoals planten, schaal– en schelpdieren, vissen en reptielen ontstonden. We zijn er ons niet vaak van bewust, maar de zee, meren en rivieren hebben al eeuwenlang een belangrijke invloed gehad op de cultuur van vele volkeren. De zee, meren en rivieren komen voor in tal van kunstwerken, geschiedenisboeken, liederen, films, enzovoort. Bovendien gaat de mens steeds vaker de zee, meren en rivieren opzoeken voor ontspanning. Watersporten, cruises, diepzeeduiken, pootje baden, whale watching,…. Het zijn allemaal vormen van recreatie die mogelijk gemaakt worden door de zee, meren of rivieren. Kusttoerisme, al dan niet samengaand met ecotoerisme, is de snelst groeiende sector in de globale toerismeindustrie (*) en speelt een zeer belangrijke rol in de economie van vele landen. De waarde van het toerisme door de aanwezigheid van koraalriffen wordt bijvoorbeeld geschat op een jaarlijkse bijdrage van 30 miljard dollar aan de globale economie. In economische termen is de bescherming van deze ecosystemen dan ook heel belangrijk. (*)
6
(*) SEA FIRST FUNDATION — Marine and Coastal Ecosystems and Human Well-being / UNEP (United Nations Environment Program)
In het vorig deel van de cursus water en watersporten maakte je kennis met de impact die water (zee, meer, rivieren) kan hebben op de mens. Onze levenssfeer is lucht - aarde luchtdruk. Als we ons in een ander levenssfeer begeven, moeten we ons aanpassen en technieken ontwikkelen die ons toelaten in deze andere levenssfeer te overleven. We moeten in een watermilieu bijvoorbeeld leren zwemmen, we moeten luchtvoorraden meenemen als we onder het water willen leven. Om te blijven drijven moest de mens toestellen en technieken ontwikkelen zoals vaartuigen. De levenssfeer ‘water’ herbergt ook een andere biotoop, levensvormen die mogelijk schade aan het menselijk lichaam kunnen aanbrengen. Geografie en klimaat kunnen een invloed hebben op deze levenssfeer en op hun beurt een gevaar betekenen voor de mens die het watermilieu niet als natuurlijke levenssfeer heeft. We maakten in het eerste deel van de bijscholing kennis met de gevolgen die voort kunnen vloeien uit de aanwezigheid in dit watermilieu. In dit tweede deel willen we reisleiders/begeleiders een beter inzicht geven in de gevaren die voort kunnen vloeien uit de recreatieve activiteiten die plaatsvinden in en op zeeën, meren en rivieren. Men kan zich niet zomaar een persluchtcilinder op de rug sjorren en de mystieke dieptes van de zee opzoeken, men kan niet zomaar een windsurfplank gebruiken zonder zich bewust te zijn van de specifieke vereisten om deze recreatieve bezigheden op een veilige manier te beoefenen. In volgende hoofdstukken maak je niet enkel kennis met de gevaren die verbonden zijn aan de respectievelijke activiteiten, we geven je eveneens basiskennis die je moet toelaten gevaarlijke situaties te herkennen en adequate beslissingen te nemen.
7
Deel 1
Zeeziekte - Landziekte
1.1. Inleiding Zeeziekte is een bewegingsziekte en is ook gekend als ‘Reisziekte’, ‘Kinetose’, ‘Wagenziekte’. Wie het overkomt, heeft slechts één wens: stilletjes te mogen sterven, men voelt zich immers doodziek…. Als reisleider moet je dikwijls uitstapjes met een boot begeleiden, het is belangrijk de symptomen te herkennen, adequaat (preventief) advies te geven en een uitstekende hulp te kunnen bieden. En nu maar hopen dat de hulpverlener zelf niet zeeziek is….
1.2. Kinetose is een evenwichtsstoornis en geen ziekte Zee"ziekte" is, evenals wagen-, lucht- en ruimte"ziekte" een bewegings"ziekte". Voor het optreden van de "ziekte" is beweging dus noodzakelijk. Bewegingsziekte" wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de verschijnselen : duizeligheid, misselijkheid, braken, bleke gelaatskleur, zweten, beklemming tot angst. Daarnaast treden ook nevenverschijnselen op: hoofdpijn, geeuwen en slaperigheid, zuchten en hyperventilatie en vaak verlies van interesse in de omgeving..
Bewegings"ziekte" De slaperigheid, de afnemende werklust en de futloosheid maken de inzetbaarheid van de patiënt beperkt. Het mechanisme dat bij het ontstaan van deze verschijnselen een rol speelt is nog duister. Bij het tot stand komen van bewegingsziekte spelen drie factoren een rol: de sterkte van de prikkel, de duur van de prikkel, de individuele gevoeligheid van de patiënt. Tot ongeveer 1960 werd aangenomen dat bewegingsziekte werd veroorzaakt door overprikkeling van het evenwichtsorgaan. Thans opteert men eerder voor de zogenaamde "zintuig - conflict - theorie". Registreren deze waarnemende organen niet hetzelfde, dan treedt het "conflict" op. Zo wordt men in de kajuit eerder zeeziek dan aan dek en wordt men lezend in de auto sneller wagenziek dan wanneer men met de bestuurder meekijkt.
Het evenwichtsmechanisme Positie en beweging van het menselijk lichaam worden waargenomen door:
het labyrinth (in de oren), de 3 halfcirkelvormige kanalen, dat de houding van het hoofd aangeeft in de ruimte de visus (de ogen) de proprioreceptoren (locomotorisch stelsel - kleine gevoelige zenuwuiteinden, gelegen in de gewrichten, spieren en pezen, die de ruimtelijke ordening aangeven). De hersenen centraliseren de informatie die zij ontvangen van deze 3 bronnen. Wat de ogen waarnemen moet dus kloppen met wat het labyrinth en het locomotorisch stelsel gewaarworden.
8
Stoornis van het evenwicht Een stoornis in de bovenvermelde coördinatie brengt een verwarring van de integratiecentra met zich mee. Voorbeeld 1: Op een schip blijven het labyrinth en de proprireceptoren (diepe spierzin) alles registreren. Voor de ogen gebeurt er evenwel niets. Passagier en transportmiddel zijn immers samen in beweging. Er is dus een dyscoördinatie. Dit is één theorie. Anderen beweren dat het de ongewone bewegingen en de aanhoudende houdingsveranderingen zijn die het labyrinth overdadig prikkelen. Voorbeeld 2: Het bekijken van filmbeelden, opgenomen door een bewegende camera vanuit de cockpit van een vliegtuig .... Het oog dat zich vereenzelvigt met de camera, signaleert de beweging. Labyrinth en spierzin registreren niets. Bewegingsziekte zonder te bewegen. Belangrijk te weten is dat er een zekere gewenning kan optreden. Na drie dagen verdwijnen de ongemakken. De symptomen zullen opnieuw optreden als men voet aan wal zet : dit is landziekte.
Symptomen van kinetose Door de gebrekkige coördinatie worden de grote levenscentra verstoord. Moeheid, slaperigheid (geeuwen) treden op. Men gaat plat liggen en sluit de ogen. Er is een afname van het conflict door proprioreceptoren en ogen uit te schakelen. Het labyrinth zal evenwel verder vertigo induceren met als gevolg nausea, braken, zweten, bleekheid, koude rillingen Later ontstaat er een lage bloeddruk en hoofdpijn treedt op. Kortom, men is doodziek.
9
Voorkomen is beter dan behandelen Het behandelen en voorkomen van bewegingsziekte bestaat uit: houding- en gedragsvoorschriften, innemen van medicijnen, gewenning.
Wat betreft de houding- en gedragsvoorschriften kunnen de volgende adviezen gegeven worden om de kans op het optreden van zeeziekte te verkleinen: Slaap voldoende vooraf Eet geen vet voedsel de dag voordien blijf aan boord zo mogelijk aan dek op een plaats met de minste beweging en kijk zo
10
mogelijk in de vaarrichting (midden van het schip), zorg voor voldoende warme kleding, vermijd een lege of een over gevulde maag, Zorg voor een goede hydratatie voor en tijdens de boottocht Probeer te ontspannen Eet kleine hoeveelheden energierijk voedsel, geen zware vette maaltijden. Eet havermout, toast of gebakken brood. Sommige experts menen dat dit soort licht voedsel in de maag misselijkheid kan voorkomen. gebruik geen alcohol, rook niet, ga niet bij de ontluchting van de machinekamer staan (de lucht van dieselolie en uitlaatgassen maakt je misselijk), ga zo nodig en zo mogelijk liggen met gesloten ogen bij opkomen van de ongemakken, zeker wanneer je je in het schip bevindt. zorg ervoor tijdig voor een duik gekleed te zijn, zodat je als het schip op de duikstek voor anker gaat, snel het water in kan. vaak is het aangenamer in het water op jouw buddy te wachten dan op een in ruw water voor anker liggend schip (tip voor duikers, snorkelaars).
Behandeling Wat betreft de behandeling met medicatie kan het volgende opgemerkt worden:
Voorkomen is beter dan genezen Wie gemakkelijk zeeziek is, doet er verstandig aan minimaal 1 uur voor het vertrek een middel tegen zeeziekte in te nemen. Het gaat hier voornamelijk om medicatie die: maagspasmen verminderen (anti-emetica type Motilium suppo), de bloed- en zuurstof toevoer naar het labyrinth in het oor verhogen, een verdovend effect hebben. (Touristil: 1 à 2 comp. 30 tot 60 min voor de reis, verder 1 co om de 6 uren, Agyrax, Dramamine, Paranausine, Postafene, Primperan, R-Calm+B6, Vagomine, Vogalene . . . ). In sommige landen is het transdermale therapeutische systeem (Scopoderm TTS) nog te verkrijgen. De werkzame stof komt hierbij gelijkmatig en nauwkeurig gecontroleerd door de intacte huid heen in de bloedbaan. De scopoderm TTS (Ciba-Geigy) pleister heeft een oppervlak van 2,5 cm en bevat 1,5 mg scopolamine. Om een optimaal effect te bereiken dient deze pleister uiterlijk 6 uur voor de aanvang van de reis op een onbehaarde droge plek achter het oor te worden vastgekleefd. De pleister kan gedurende drie dagen werkzaam blijven, maar mag eerder verwijderd worden als de reis van korte duur is. Wil men langer dan drie dagen een beschermend effect hebben, dan moet men de pleister na drie dagen verwijderen en een nieuwe achter het ander oor aanbrengen. Na ieder contact met de pleister moeten de handen goed gewassen worden om te verhinderen dat de werkzame stof in contact komt met de ogen. Gebeurt dit wel, dan treden tijdelijk wazig zien en pupilverwijding op. Voor een goed gebruik leest men nauwkeurig de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Bijwerkingen zijn een droge mond, verwardheid, visusstoornissen door pupilafwijking en hallucinatie). Dit is uiteraard niet te onderschatten en bij duikers af te raden. Anti-Zeeziektebandjes Veel mensen hechten geloof aan het gebruik van anti-zeeziekte bandjes. Deze zouden door de mediane zenuw te stimuleren zeeziekte weten te voorkomen. Dit effect is vergelijkbaar met acupunctuur. Er is echter geen enkel wetenschappelijke publicatie bekend die dit effect bevestigt. Waarschijnlijk zit het effect van deze bandjes tussen de oren. Gember Eet gember ongeveer 12 tot 24 uur voor uw reis. Dit kan via menging in de maaltijden of door het drinken van gember thee. Sommige boeken raden aan om gemberpoeder te gebruiken omdat het effect daarvan sterker zou zijn.
Is men echter eenmaal zeeziek…. Met misselijkheid en braken, lukt het vaak niet meer om alsnog medicatie in te nemen. De gelegenheid om een zetpil te plaatsen is er meestal niet en ook een injectie kan niet overal verkregen worden. Er is niet echt een behandeling gezien het nemen van medicatie eenmaal het fenomeen zich voordoet weinig zin heeft. Probeer zoveel mogelijk preventiemaatregelen te onderhouden Laat de zieke neerliggen (midscheeps), afleiding help meestal ook Laat de patiënt water drinken en geef hem kleine hoeveelheden voedsel (toast, koekje, …) Let op dat patiënt niet overboord slaat. Zeezieke mensen hebben een neiging om bij het braken ver over boord te hangen Hou de patiënt warm (ze gaan dikwijls rillen)
Deel 2 Overleven bij schipbreuk 2.1. Inleiding Om te overleven in buitengewone omstandigheden moet men snel denken, vindingrijk zijn en voornamelijk rustig blijven. Als reisleider kun je (hopelijk nooit) geconfronteerd worden met een schipbreuk, het is jouw taak om controle te blijven houden en nuttige tips te geven aan jouw klanten. Zij zullen jou als leider zien en je zult deze positie blijven handhaven zolang je leiderschap, kalmte en kennis blijft uitstralen. Er zijn vrij veel werken die ‘Survival’ behandelen, wij beperken ons tot enkele tips die rechtstreeks te maken hebben met het gedwongen verblijf in het water: Blijf rustig en straal vertrouwen uit! Hou controle over je groep! Hou je groep zoveel mogelijk bijeen!
2.2. Reddingsmiddelen Elk vaartuig, dat de wettelijke voorschriften respecteert, heeft voldoende reddingsmiddelen (reddingsvesten, vlotten en reddingsboten) beschikbaar voor alle opvarenden. Telkens men aan boord van een vaartuig gaat, zou men er zich van moeten vergewissen waar deze reddingsmiddelen zich bevinden. Een reddingsvest is zelfs voor de meest ervaren zwemmer een noodzaak, zij zal de zwemmer uiteraard hinderen bij het zwemmen, maar zal bij uitputting voor het nodige drijfvermogen zorgen. Daarbij zijn de meeste reddingsvesten met een fluitje, een radiosignaal of een lichtsignaal uitgerust waarmee je de aandacht van mogelijke redders kunt trekken. Laat kinderen bij spelevaren altijd een reddingsvest aanhouden! Draag een reddingsvest bij aanwezigheid op kleinere vaartuigen en ruwe zee!
2.3. Beoordeling van de situatie Handel nooit overhaast, beoordeel rustig de situatie. Als land in zicht is, kun je overwegen om er met de groep naartoe te zwemmen. Doe dit traag om energie te sparen en om kramp te voorkomen. Weet dat het schatten van afstanden recht vooruit zeer = Visuele afstand moeilijk en bedrieglijk is, gebruik daarom het regeltje van de gelijkbenige driehoek (zie schets : strek een arm recht naar de kust, strek de andere arm in een hoek van 45° en bekijk de afstand tussen de vingertoppen die de kustlijn Afstand te raken… zo kun je de afstand makkelijker inschatten). schatten Als je oordeelt dat de afstand te ver is, hou de groep dan 45° gewoon samen en zoek drijvende voorwerpen. Als er geen land in zicht is, zoek dan zoveel mogelijk drijvende voorwerpen (een vlot en reddingsboot is dan een waar geschenk) en blijf op de plaats waar de schipbreuk plaatsvond. 12
2.4. Hulpmiddelen om je drijvend te houden Niet iedereen heeft het geluk om drijvende voorwerpen te vinden en/of een reddingsvest beschikbaar te hebben. In dit geval is het belangrijk om geen kledingstukken noch schoenen weg te gooien. Zij kunnen u drijvend houden en langere overlevingskans bewerkstelligen. Kledij kan makkelijk lucht bellen vasthouden en je extra drijfvermogen verschaffen. De lucht zal uiteraard ontsnappen, maar door regelmatig lucht bij te vullen kun je een goed drijvend hulpmiddel vervaardigen. Oliejas, jas, hemd : trek de jas uit, knoop de mouwen dicht, doe de jas omgekeerd terug aan, en knoop deze dicht achteraan de hals. Leg je op de rug en neem de twee onderhoeken van de jas vast, door deze uit het water te slaan zal lucht zich in de mauwen opstapelen en voor extra drijfvermogen zorgen. Broek: trek de broek uit, knoop de pijpen dicht en sluit de rits. Probeer op de rug te liggen en sla de broek zodanig op het water dat de lucht zich in de pijpen verzamelt… je hebt zo een uitstekend drijfmiddel. Schoenen en botten: trek ze uit en schep er lucht mee, als je ze omgekeerd onder de oksel plaatst krijg je zo eveneens een extra drijfmiddel.
2.5. Onderkoeling … de grote vijand Trek geen kledij uit tenzij het is om je drijfvermogen te vergroten, kledij verhindert de warmtetransmissie naar het water (dat op zich veel groter is dan in lucht). Doe geen nodeloze bewegingen en blijf zo dicht mogelijk bij elkaar. Indien er te weinig plaats is op een drijvend voorwerp, regel dan een beurtrol waarbij ieder om beurt een tijdje uit het water verblijft.
13
Deel 3 Maak jezelf zichtbaar en beveilig jezelf! 4.1. Inleiding Bij het uitvoeren van elke vorm van watersport loopt de watersporter risico’s. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van snelheid, wind, golven, hoge sprongen, materiaal en type watersportactiviteit. Ook worden veel gevaarlijke situaties veroorzaakt door andere watersporters. Elke vorm van watersport vereist een degelijke opleiding waarbij naast de technische opleiding eveneens de veiligheidsregels behandeld worden. Elke watersportrecreant moet zich bewust zijn van de gevaren die kunnen ontstaan bij het beoefenen van de discipline en van de veiligheidsmaatregelen die vereist zijn voor het beoefenen van een specifieke watersport. Men moet zich bewust zijn van de mogelijke gevaren die het beoefenen van de sport kan opleveren voor derden en men moet in staat zijn de eerste hulp te bieden indien toch iets verkeerd loopt. Jaarlijks verdwijnen honderden mensen op zee, meestal hadden ze niet het vereiste veiligheidmateriaal bij zich, vonden ze het niet nodig om reddingsvesten te dragen of respecteerden ze de lokale veiligheidsvoorschriften niet. Reddingsdiensten ervaren telkens opnieuw dat mensen zichzelf niet kenbaar maken en geen veiligheidmaatregelen respecteren. Het is jouw taak als reisleider om je klanten die specifieke watersporten gaan beoefenen op deze regels te wijzen! Voor diverse watersporten zijn diploma’s vereist. Zo kan men geen duikuitrusting huren of inschrijven voor een duikuitstap als men niet over de nodige brevetten beschikt. Indien men met een vaartuig de zee op wil moet men over een certificaat voor het besturen van een pleziervaartuig beschikken. (In België uitgereikt door de Federale overheid voor Mobiliteit en Vervoer. Beschikt men niet over de noodzakelijke brevetten of vergunningen dan riskeert men naast een boete ook aansprakelijk gesteld te worden indien een ongeval zich voordoet.
4.2. Veiligheid aan wal Bij het verlaten van een haven neemt de schipper contact op met de havenautoriteiten en geeft hij een planning van zijn tocht door… Dit principe moet gevolgd worden voor elke watersport. Je gaat niet op kajakuitstap zonder iemand te verwittigen waar je naartoe gaat en wanneer je op welke bestemming zult aankomen. Alleen gaan surfen is misschien wel toepasselijk maar vertrekken en met de activiteit starten zonder dat iemand op de hoogte is, is roekeloos. Duikers zorgen voor een veiligheid aan de wal of aan boord, iemand die weet hoe diep, hoe lang de duikploeg weg zal zijn. Vrije duikers zorgen voor een oppervlakte beveiliging en verwittigen iemand aan wal waar ze de activiteit zullen uitvoeren en wanneer ze terug denken te zijn. In principe kan deze manier van werken van toepassing zijn voor alle watersporten zelfs een weekbeurt in zee plan je niet zonder dat iemand hiervan afweet. Vergeet ook niet om je af te melden bij diegene die de veiligheid aan de wal verzekerde na het einde van je watersportactiviteit.
4.3. Maak je zichtbaar Bij het beoefenen van een watersport is het belangrijk dat men de visibiliteit van de sportbeoefenaar maximaal houdt. Fluorescerende reddingsvesten, fel gekleurde zwembroeken, fel gekleurde vaartuigen, … kunnen eventuele redders bijzonder behulpzaam zijn bij opsporingsacties. Signalisatielampjes zijn in noodsituaties eveneens belangrijk.
14
Deel 4 WATERSPORTEN Zwemmen 4.1. Inleiding Zwemmen is voor veel reizigers één van de belangrijkste tijdsbestedingen. Een duik in een koele zee, meer of het zwembad kan verfrissend zijn, maar houdt toch enkele gevaren in. Het feit dat men moet kunnen zwemmen voor plaatsen waar men niet kan staan, lijkt logisch, maar toch moeten we erop wijzen dat jaarlijks mensen verdrinken in water van nauwelijks 1 m diepte. Men onderschat de kracht van golfslag en stroming in zee waarbij diegenen die niet kunnen zwemmen onderuit gehaald worden en niet over de juiste techniek beschikken om terug rechtop te staan. Kinderen zijn speels en soms erg roekeloos, door de helderheid van het water in het zwembad maken ze makkelijk inschattingsfouten en komen ze in dieper water terecht. Mensen die kunnen zwemmen zijn ook niet zonder gevaar. Uitputting, onderkoeling en overschatting zijn heel dikwijls de oorzaak van een treurig vakantie-einde. Reisleiders en begeleiders moeten deze gevaren kunnen inschatten en hun klanten beschermen tegen deze gevaren. Ze moeten indien het noodlot toch toeslaat adequaat hulp kunnen bieden. In vele gevallen kan men terugvallen op de basisregels die in de lessen algemene hulpverlening aangeleerd werden. De voornaamste gevaren voor zwemmers werden in de basiscursus opgenomen we beperken ons hier tot een korte herhaling.
4.2. Onderkoeling - Hypothermie Oorzaak Langdurig verblijf in water (warmtegeleiding) - korter verblijf in koud water waarbij de kerntemperatuur onder de 37°C daalt
Symptomen Koude gevoel, bibberen, hypothermie (onhandigheid—verward), stijfheid, neervallen, bewustzijnverlies, ademhalingsstoornissen, hartritmestoornissen, hartstilstand, dood.
Voorkomen is beter dan behandelen Draag in kouder water beschermende kledij (neopreen pakjes) Let op voor afdrijven (stroming). Dit kan verlengd verblijf in het water
noodzakelijk maken Bij schipbreuk is het belangrijk niet te veel kledij te verwijderen, veel
kledingstukken kunnen als drijfmiddel gebruikt worden, maar ze kunnen ook voor een thermische laag rond het lichaam zorgen. Let op voor het zwemmen in felle zon, dit kan een vals gevoel van warmte geven. Ga nooit alleen zwemmen (of verwittig minstens iemand dat je gaat zwemmen).
15
Behandeling
Voorkom verdere afkoeling, hou het slachtoffer warm. Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol Verwittig de hulpdiensten Laat het slachtoffer zo het bewust is een warme, energierijke drank opdrinken. Alcohol is tegenaangewezen. Zo geen warme drank aanwezig is, laat het slachtoffer dan water op kamertemperatuur drinken. Transport naar het ziekenhuis is noodzakelijk
4.3. Hitteslag / Zonneslag bij het zwemmen Oorzaak Water heeft een vervelende eigenschap: het versterkt het schadelijke effect van uv-stralen op de huid. Op het water (meer, zwembad of zee) is de ultravioletstraling ook feller door de weerkaatsing op het water. Het langdurig zwemmen in de felle zon kan bijgevolg ernstige verbranding voor gevolg hebben, temeer omdat de patiënt het effect van de verbranding slechts laattijdig merkt door de afkoeling.
Symptomen Lichte verbranding geeft een rode pijnlijke huid. Bij ernstige verbranding krijgt de patiënt koorts en rillingen, misselijkheid, hoofdpijn en in zeer ernstige gevallen hartritmestoornissen.
Voorkomen is beter dan behandelen Niets is zo verfrissend als een plons in het water tijdens een hete zo-
merdag! Laat ze gerust genieten van een frisse duik, maar neem toch je voorzorgen. Zo is het belangrijk dat men ook in het water ingesmeerd is met een zonnebrandmiddel. Heel wat merken bieden waterproof zonneproducten aan. Toch kan je niet vermijden dat het effect ervan gedeeltelijk verloren gaat. Het water spoelt een groot deel van het product af. De enige optie is dus opnieuw insmeren. Het is verstandig om kinderen goed af te drogen na het zwemmen. Trek ze meteen ook een droog T-shirt aan, want natte kleren (zoals zwemkledij) laten uv-stralen makkelijker door dan droge.
Behandeling Voorkom afkoeling-, en behandel de verbrande huid. Behandel het slachtoffer voor de brandverwondingen (zie opleiding al-
gemene hulpverlening), maar verlies niet uit het oog dat niettegenstaande dit verbrandingsverschijnsel toch hypothermie kan ontstaan. Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol
16
4.4. Verdrinking Oorzaak Primaire verdrinking: na uitputting Secundaire verdrinking: reflexen van neus keel en strottenhoofd; hypoxie, hypercapnie, ziektes, allergie, spijsvertering, koude Uitgestelde verdrinking: na verdrinking in zeewater
Symptomen Bewustloosheid, ademhalingsstilstand, hartstilstand. Bloederig schuim bij zeewaterverdrinking.
Voorkomen is beter dan behandelen Overschatting is de grootste vijand … Uitputting leidt ongetwijfeld
tot bijna-verdrinking. (Zelfs uitstekende zwemmers ontmoeten hun limieten. Ga nooit alleen zwemmen. Verwittig minstens iemand dat je gaat zwemmen en vraag hen een oogje in het zeil te houden. Informeer je steeds naar gevaarlijke stromingen en golfslag. Volg de richtlijnen van redders onvoorwaardelijk op. Oefening baart kunst Draag gepaste reddingsmateriaal als de bootbemanning je dit oplegt! Ga niet zwemmen in onbewaakte zones
Behandeling Ontrek het slachtoffer zo snel mogelijk aan de situatie (redden). Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol
en zet reanimatie verder tot het medisch team arriveert! Zelfs na een succesvolle reanimatie moet het slachtoffer naar een
reanimatiecentrum want het water in de longen kan de alveolaire wand beschadigd hebben (= vlies van de longblaasjes / surfactant) waardoor zich een oedeem in de alveolaire ruimte kan vormen waardoor een uitgestelde verdrinking kan ontstaan (verdrinking door verstikking in eigen plasma). Een uitgestelde verdrinking kan pulmonaire infecties veroorzaken of een pneumothorax in de hand werken (klaplong) . Leg patiënten met een klaplong op de zij met de pijnlijke, niet functionerende long onderaan.
17
Deel 5 WATERSPORTEN Snorkelen en Vrije Duik 5.1. Inleiding De onderwaterwereld heeft een enorme aantrekkingkracht op de mens. De alom heersende stilte, de prachtige kleuren van de koraalriffen, de ontmoeting met wonderlijke dieren zoals dolfijnen, … maar ook de kick om dieper, langer onder water te blijven zijn mogelijke reden om het snorkelen en de Vrije duik (of Apneuduik) te beoefenen. De ontwikkeling van het toerisme opent deuren voor velen. Koraalriffen zijn reeds te bewonderen op nauwelijks 4 uur vliegen vanuit Brussel en de lokale bevolking en slimme geëmigreerde zakenlui maakten gretig gebruik van deze nieuwe interesse om er allerhande handeltjes voor op te zetten. Op menig exotisch strand worden je snorkeluitstappen aangeboden tegen (al dan niet kleine vergoedingen). Belangstellenden krijgen dan duikmasker, zwemvliezen, snorkel of tuba en in sommige gevallen ook een gordel met lood aangeboden. Deze laatste laat de snorkelaar toe met gevulde longen een afdaling in het blauwe diep te doen. Sportievelingen die de verkenning van het zesde continent aan hun activiteiten toevoegen, beseffen niet altijd dat dit niet zonder gevaar is. Veel gedreven zakenlui verkopen dan ook uitstapjes zonder hun klanten op de gevaren te wijzen. Als reisleider - reisbegeleider is het jouw taak om deze lacunes aan te vullen, jouw klanten te beschermen door hen op bepaalde gevaren te wijzen en door adequate hulp te kunnen bieden indien het noodlot toch toeslaat. We beperken ons in verdere behandeling tot de typische gevaren van het Snorkelen—Vrij duiken (zonder apparaten met ademmengsels of lucht). Uiteraard stellen de beoefenaars zich eveneens bloot aan de gevaren die in het deel ’Zwemmen’ werden toegelicht.
Typische gevaren Syncope Syncopaal rendez-vous op 7m Longsqueeze Duikbrilsqueeze Barotrauma oren Sinus Squeeze Tand Squeeze
18
5.2. Syncope (zwembad black-out) Wanneer een beoefenaar van Vrije duik zonder voorafgaande hyperventilatie (diverse diepe in- en uitademingen) een afstand onder water zwemt, zal op zeker ogenblik het CO2-gehalte in het bloed zo hoog worden dat we moeten ademen en een eind stellen aan de apneu. Dit gebeurt gewoonlijk enige tijd voor de zuurstof, ten gevolge van de zweminspanningen, beneden het voor de stofwisseling noodzakelijk peil zakt. Wanneer men vooraf hyperventileert (het gehalte CO2 in het bloed laat dalen door diverse diepe in- en uitademingen), om daarna een zo groot mogelijke afstand te zwemmen of gewoon het onderwaterleven langer te bekijken, kan de hoeveelheid zuurstof tijdens deze actie beneden het minimumpeil zakken, nog voor de drang tot ademhalen optreedt, vermits het CO2-gehalte nog onder de kritische drempel ligt. De hersencellen krijgen dan te weinig zuurstof. De CO2-vermindering in het bloed geeft ook een vasoconstrictie van de hersenbloedvaten. Dit draagt bij tot zuurstoftekort dat optreedt in de hersenen. Zonder waarschuwing wordt het bewustzijn plotseling verloren met grote kans op verdrinking. Dit verschijnsel wordt ook wel Zwembad black-out genoemd.
De symptomen zijn : IJl gevoel in het hoofd Prikkelingen in de vingers en om de mond Duizeligheid Wazig zicht en oorsuizingen Geleidelijk toenemende krampen in de handen Hoofdpijn Flauwte Syncope
Voorkomen is beter dan behandelen Overschatting is de grootste vijand … . (Zelfs uitstekende vrije duikers hebben hun limieten.) Ga nooit alleen vrij duiken en werk afwisselend (de een kijkt aan oppervlakte terwijl tweede
duikt)
Behandeling Het verschijnsel op zich houdt minder gevaar in, de gevolgen (verdrinking) leveren meer pro-
blemen op . Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol 19
5.3. Syncopaal rendez-vous op 7m Dieper, langer, beter,… dit is een natuurlijke drang van een mens om zichzelf te overtreffen. Reeds vanaf een diepte van 5 meter beginnen de kleuren onder water te verdwijnen maar toch zijn er veel mensen die het wat dieper willen wagen op jacht naar een extreme ontmoeting of gewoon voor de kick. De syncopale afspraak op 7 meter is een speciale vorm van bewustzijnverlies, welke voornamelijk voorkomt tijdens de opstijgfase van een diepe vrije duik en wel in een zone gelegen tussen de 10m en de oppervlakte. Verscheidene factoren spelen hierbij een rol: tijdens het stijgen vermindert de hydrostatische druk (de druk veroorzaakt door het gewicht van de waterkolom boven de duiker) op de samendrukbare lichaamsdelen. Hierdoor kan meer bloed terug naar de periferie stromen en daalt het debiet van de bloedcirculatie in bvb. de hersenen. tijdens de opstijging daalt de pp O2 (de partial pressure van zuurstof) in de longblaasjes proportioneel met de daling van de omgevingsdruk (waterdruk = 1 bar per 10m). door voorafgaande hyperventilatie blijft de pp CO2 (druk van de CO2) onder het peil dat aanzet tot ademen. tijdens de opstijging wordt het hoofd naar achteren gestrekt, en dit gecombineerd met een te vast kap van het duikpak, veroorzaakt een prikkeling van de sinus caroticus (halsslagader). Gevolg is een vertraging van de hartslag. Tijdens de apneu zorgt de duikreflex sowieso al voor een tragere hartslag (fenomeen dat opmerkelijk is bij zeezoogdieren). Op het einde van de diepe vrije duik, bij het einde van de opstijging, werken al deze factoren samen. De pp O2 (zuurstofdruk) zakt onder de 0,10 bar (normaal is deze 0,21 bar), de bloeddruk daalt, het hartritme is traag en dit alles kan dan tot bewustzijnverlies leiden door zuurstoftekort in de hersenen.
Voorkomen is beter dan behandelen Overschatting is de grootste vijand … . (Zelfs uitstekende vrije duikers hebben hun limieten.) Ga nooit alleen vrij duiken en werk afwisselend (de een kijkt aan oppervlakte terwijl tweede
duikt) Overdrijf niet met hyperventileren en neem regelmatig een rustpauze Als apneeduiken naar grote diepte gepland zijn, zorgt men best voor een beveiliging door
duikers met duikapparatuur.
Behandeling Haal het slachtoffer zo snel mogelijk uit het water, liefst voordat er onder water geademd
werd . Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol Dien zuurstof toe Ook wanneer het slachtoffer goed bij bewustzijn is, is transport naar het ziekenhuis noodza20
kelijk, gezien het risico van een uitgestelde verdrinking.
5.4. Longsqueeze De totale hoeveelheid lucht die een volwassen, mannelijk individu na een maximale diepe inademing in beide longen samen kan bevatten (de vitale capaciteit) bedraagt 6 liter. Doordat de wanden van de borstkas beperkt samendrukbaar zijn, zal de lucht in de longen tijdens de afdaling door de omgevingsdruk (waterdruk) samengeperst worden en bij het opstijgen weer tot het oorspronkelijke volume van 6 liter uitzetten. Op 30m diepte (4 bar druk) is het totale longvolume 1/4 van de 6 liter of nog slechts 1,5 liter (wet Boyle & Mariotte). De borstkas is op deze diepte samengedrukt tot de maximale uitademingtoestand Bij verdere afdaling zal een onderdruk gecreëerd worden en wordt vocht in de longblaasjes geperst (Longsqueeze).
Voorkomen is beter dan behandelen Overschatting is de grootste vijand … . (Zelfs uitstekende vrije duikers hebben hun limie-
ten.) Ga nooit alleen vrij duiken en werk afwisselend (de een kijkt aan oppervlakte terwijl tweede
duikt) Overdrijf niet met hyperventileren en neem regelmatig een rustpauze Beperk de diepte bij het vrij duiken
Behandeling Haal het slachtoffer zo snel mogelijk uit het water, liefst voordat er onder water geademd
werd . Controleer de vitale parameters, handel volgens het CPR protocol Dien zuurstof toe Ook wanneer het slachtoffer goed bij bewustzijn is, is transport naar het ziekenhuis nood-
zakelijk, gezien het risico van een uitgestelde verdrinking. De squeeze kan ernstige beschadigingen van de longalveolen voor gevolg hebben met behandelingsnoodzaak in zuurstoftenten. 21
5.5. Duikbrilsqueeze Tijdens het dalen wordt het duikmasker meer en meer op het gezicht gedrukt door de toenemende druk van het omgevende water. Wanneer het masker maximaal tegen het gezicht gedrukt is én we toch dieper dalen, krijgen we een onderdruk in het masker. Het is nu alsof het gezicht naar het glas van het masker wordt gezogen (handhaving wet Boyle & Mariotte). Bij het stijgen zal de omgevende druk afnemen, maar een hoeveelheid lucht kan uit het masker geperst zijn bij de afdaling. Het masker zal dan als een zuignap functioneren. Door de onderdruk zwellen de slijmvliezen in de neusholte en gaan de bloedvaten in de huid van het gezicht opzwellen. Deze kunnen barsten met bloeduitstortingen in de huid als gevolg. Vooral de bloedvaten van de oogbol zwellen en barsten gemakkelijk. Het resultaat is een duikbrilsqueeze (Squeeze=uitpersen). De symptomen zij bloeddoorlopen ogen, opgezette paarse huid rondom de ogen, neusbloedingen.
DRUK STIJGT
Voorkomen is beter dan behandelen Tijdens het duiken moet de duiker wat lucht door de neus in het masker blazen (dus steeds
duikmasker met neus gebruiken!).
Behandeling Behandel de huid met verzachtende crème. Verzachtende oogdruppels Bij gezichtsstoornissen onmiddellijk arts raadplegen 22
5.6. Barotrauma van de oren Tijdens het afdalen zal de omgevingsdruk stijgen. Aan oppervlakte is de atmosferische druk 1 bar, op 10 meter diepte komt hier een extra druk bij van 1 bar door de druk veroorzaakt door het gewicht van het water. Daar hebben we bijgevolg reeds een druk van 2 bar). Deze druk zal een invloed hebben op alle lichaamsdelen waar gassen in aanwezig zijn (lucht). Het middenoor is een dergelijke ruimte. Het middenoor is afgesloten van de buitenlucht door het trommelvlies en staat in verbinding met een normaal gesloten buis van Eustachius met de keelholte. Elke drukwijziging zal bijgevolg een vervorming van het beweeglijke trommelvlies met zich meebrengen (ref. gevoel in vliegtuigkabine). Indien de vervorming van het trommelvlies te erg wordt, kan dit pijn en zelfs scheuring veroorzaken.
Normale omstandigheid
Duiken = waterdruk Tegendruk noodzakelijk
Gevaar: trommelvliesscheur
Tijdens het dalen moet de duiker de oren regelmatig ‘klaren’ of ‘equilibreren’: om de vervorming van het trommelvlies tegen te gaan moet de buis van Eustachius regelmatig geopend worden om te zorgen dat er drukevenwicht tussen de middenoorholte en de keelholte (= omgevingsdruk) gecreëerd wordt. Dit kan gebeuren door kauw– of geeuwbewegingen, of door een stootsgewijze uitademing met gesloten mond en neus. De druk in de neus-keelholte wordt op deze manier verhoogd, zodat de buis van Eustachius zich kort opent, waardoor lucht in de middenoorholte kan binnenstromen. Deze techniek wordt ‘valsalvabeweging’ genoemd en moet zachtjes uitgevoerd worden. Tijdens het dalen klaar je de oren best zo snel mogelijk, wacht niet tot de druk op de oren onaangenaam wordt. Wanneer tijdens het dalen het klaren niet lucht, stop dan onmiddellijk met de afdaling! Vanaf 5 meter diepte kan het trommelvlies scheuren als er geen evenwicht hersteld wordt.
Symptomen Hevige pijn, alternobaar vertigo (duizeligheid als oren niet gelijktijdig geklaard raken), bloedingen in het trommelvlies, opzwellen slijmvlies en bloed in de middenoorholte. Bij scheuring kunnen doofheid, evenwichtsstoornissen, oorsuizing en oorfluiten optreden. Kleine barotraumata die zich dikwijls herhalen, veroorzaken een verspreide vernietiging van de gehoorcellen met atypische doofheid als gevolg.
23
Voorkomen is beter dan behandelen Pas de Valsalva beweging toe zodra je start met de afdaling. Voer de Valsalva beweging NOOIT uit bij het stijgen. De buis van Eustachius opent zich spon-
taan als de druk in het middenoor hoger is dan de omgevingsdruk. Door de beweging uit te voeren, verhinder je het ontsnappen van de lucht en blaas je nog extra lucht in het middenoor waardoor een omgekeerde scheur kan ontstaan. Zorg ervoor dat de buitenste gehoorsgang niet afgesloten wordt (bvb. oordopjes - oorproppen verwijderen) Het stuk afgesloten gehoorsgang bevat lucht onder 1 bar, het dopje wordt bij verhoogde omgevingsdruk verder in de gehoorsgang geperst. Ga niet duiken met verkoudheden, griep, hooikoorts of keelontsteking. Door de ziekte kan de buis van Eustachius niet of nauwelijks geopend worden zodat de Valsalva beweging niet behoorlijk kan uitgevoerd worden. Gebruik van neusdruppels om de buis van Eustachius toch geopend te krijgen is gevaarlijk. Tijdens het duik kan het effect verloren gaan.
Behandeling Beëindig de duik, in principe moeten de eerste symptomen verdwijnen aan de oppervlakte. Bij pijn boven water: controle bij Neus-,Keel– en Oorarts. Bij trommelvliesscheur: getroffen oor afdekken met steriel gaas en NKO-arts raadplegen.
5.7. Sinus squeeze Vooral de luchtholtes van de voorhoofdssinus (Frontaal) en de bovenkaaksinus (Maxillary) zijn gevoelig voor barotraumata. Bij verkoudheid of sinusitis zijn de slijmvliezen gezwollen en worden de kleine verbindingen met de neusholte sterk vernauwd. Hierdoor kan er tijdens het dalen geen lucht van de neus naar deze holtes toestromen en zal daar een onderdruk ontstaan. De weke delen van de sinuswanden zullen zwellen, kunnen de doorgang volledig afsluiten en zullen bij het stijgen een nog ergere onderdruk veroorzaken. Symptomen: Druk en pijngevoel boven de neus tot stekende pijn in het voorhoofd. Vrijkomen van bloed bij snuiten neus. Vaak ontstaat ook een pijn dat op tandpijn lijkt bij barotraumata van de Maxillaire sinus.
24
Behandeling Stop de afdaling bij de minste pijn. Indien deze problemen zich frequent voordoen, raadpleeg een NKO-arts (vervormingen
van de sinusdoorgangen kunnen permanent problemen veroorzaken. Indien de pijn zich na de duik blijft manifesteren: dien pijnstiller toe en breng het slachtoffer naar een NKO-specialist of een ziekenhuis.
Voorkomen is beter dan behandelen Ga nooit duiken met verkoudheden, sinusitis of hooikoortsaanvallen.
5.8. Tand squeeze Onder tandvullingen en kronen en in carieuze of rotte tanden kunnen kleine luchthoudende holten voorkomen. Zij staan door uiterst dunne kanaaltjes of fissuurtjes in verbinding met de mondholte. Vooral bij snelle afdaling zal de lucht in de mondholte niet snel genoeg door de kanaaltjes naar de tandholte kunnen gaan. Er ontstaat een onderdruk in de tandholte, welke gepaard gaat met tandpijn, weefselvocht kan in de holte binnendringen en een implosie van de tand is mogelijk. Bij het opstijgen zal de lucht in de holte uitzetten, maar kan door de engte van het kanaal niet snel genoeg ontsnappen. Gevolg is dat de uitzettende lucht de carieuze tand kan doen springen.
Voorkomen is beter dan behandelen Tanden regelmatig laten verzorgen.
Behandeling Stop de afdaling bij de minste pijn. Bij beschadiging van de tand: raadpleeg tandarts
25
Deel 6 WATERSPORTEN Duiken met ademtoestellen 6.1. Inleiding De prachtige natuur onderwater, de stilte, de gewichtloosheid hebben een enorme aantrekkingskracht op de mens. Het vrije duiken vergt inspanningen om telkens opnieuw de luchtvoorraad te vervangen aan de oppervlakte…. een ernstige belemmering in de complete belevenis. De mens is er dus steeds op uit geweest om langer onder water te verblijven en zodoende beter in de gelegenheid te zijn om het ‘zesde continent’ te bezoeken. Reeds in de oudheid werden toestellen ontwikkeld om lang onder water te kunnen blijven. Na de tweede wereldoorlog werd, onder andere onder impuls van de beroemde Franse marineduiker Cousteau, apparatuur ontwikkeld die de mens toeliet een luchtvoorraad mee te nemen onderwater en zodoende een vrij lange tijd onderwater te verblijven. Onze longen kunnen enkel naar behoren functioneren als ingeademde lucht een gelijke druk heeft als de omgevingsdruk. Dit betekent dat een apparaat moest ontwikkeld worden die ervoor zorgt dat de lucht die de duiker inademt steeds gelijk is aan de op dat ogenblik aanwezige omgevingsdruk. Dergelijk apparaat noemt een ontspanner. Verder moest de duiker zich beschermen tegen de afkoeling en werden geleidelijk aan diverse extra hulpmiddelen onder water meegenomen. Om met een neopreen duikpak onder water te kunnen afdalen moet extra gewicht (loodblokken) meegenomen worden. Op diepte wordt het neopreen pak echter samengeperst door de omgevingsdruk, hierdoor verliest de duiker opwaartse kracht (wet van Archimedes) en wordt hij te zwaar. Daarom draagt een duiker een trim en reddingsvest die hem op gelijk welk ogenblik van de duik zwevend moeten houden. Duikers nemen dus duikflessen mee onder water waarin lucht wordt samengeperst. Recentelijk wordt de lucht in de flessen vervangen door een soort verrijkte lucht (lucht met iets meer zuurstof), dit mengsel noemt men NITROX. De voorraad lucht in de duikflessen is uiteraard niet ongelimiteerd, duikers moeten bijgevolg al dan niet met behulp van onderwater computers is staat zijn om hun luchtverbruik en de luchtvoorraad te berekenen. Alle gevaren van het Vrije Duiken met betrekking tot drukgevoeligheid (Barotrauma van Oren, sinussen, tanden, masker, …) blijven uiteraard bestaan maar het inademen van lucht onder een verhoogde druk brengt daarnaast extra gevaren met zich mee.
CMAS Wereldfederatie
Belgische Duikfederatie Vlaamse Liga Duikfederatie
PADI
NAUI
SSI
BSAC (UK)
Dit alles maakt duidelijk dat een toerist zich niet zomaar apparatuur kan aanschaffen. Een degelijke opleiding is aangewezen. Hiervoor zijn duikscholen beschikbaar met lesgevers en instructeurs die de aspirant duiker de nodige technieken en kennis zullen aanleren opdat ze op een veilige manier zouden kunnen duiken. Degelijke opleidingen worden verzorgd onder CMAS werking (in Vlaanderen wordt Nederlandstalige opleiding verzorgd in ruim 160 NELOS duikscholen), volgens PADI, NAUI, BSAC en SSI opleidingsnormen. 26
Wijs je klanten als reisleider op de gevaren om snelcursussen te volgen bij dubieuze dienstverleners die hun klanten meestal snel in de problemen brengen. Vraag hun licentie. Elke rechtmatige duikinstructeur heeft een instructeurlicentie bij een van bovenvermelde wereldorganisaties…. Alle andere brevetkaartjes etc.. zijn nep of genieten geen enkele internationale erkenning en zijn bijgevolg een gevaar voor jouw klanten. In het verdere hoofdstuk beperken we ons tot enkele typische ongevallen die ’autonome duikers’ (duikers met persluchtflessen) voor kunnen hebben en wat jij als reisleider kan doen.
Dit is het resultaat van het rekken en scheuren van de longen door expanderende gassen. Een drukverschil van 0,13 bar is al voldoende. Normaal wordt de druk vereffend door uit te ademen. Een duiker met een longvolume van 6 liter ademt op een diepte van 10 meter 6 liter in. Tijdens het opkomen moet hij 6 liter uitademen. Hij heeft dan aan de oppervlakte 6 liter lucht in de longen over. Longoverdruk is, naast de decompressieziekte, de gevaarlijkste en meest levensbedreigende aandoening welke een duiker kan krijgen.
Druk in BAR
6.2. Longoverdruk
Oorzaak: Niet of onvoldoende uitademen tijdens het opstijgen ten gevolge van: angst of paniek tijdens het duiken, waardoor onvoldoende of niet wordt uitgeademd tijdens het opstijgen. storing in de duikapparatuur (ademautomaat) (gebeurt zelden) slechte opleiding Ziektes van de luchtwegen (longontsteking enz…)waardoor de luchtwegen geheel of gedeeltelijk geblokkeerd raken met als gevolg dat onvoldoende lucht kan ontsnappen. Ziektebeeld: Dit is een zeer acuut ongeval dat onmiddellijk na de opstijging symptomen veroorzaakt. De eerste hulp en evacuatie naar een reanimatiecentrum zullen door de begeleidende duikinstructeur verzorgd worden. Longbeschadiging, pneumothorax of klaplong, mediastinaal emfyseem, luchtembolie. Symptomen: Aan de oppervlakte heeft de duiker een snelle, ondiepe en pijnlijke ademhaling Borstkas beweegt niet symmetrisch tijdens ademen (klaplong) Gevoel van druk in de borst Hoesten, hese stem Bij luchtembolie kunnen verlammingsverschijnselen optreden Shock en dood
0m - 1 Bar
10m - 2 Bar
Volume in liter
Vol. 24 liter
Vol. 12 liter
20m - 3 Bar
Vol. 8 liter
30m - 4 Bar
Vol. 6 liter
27
Voorkomen is beter dan behandelen Verschillende aandoeningen van de longen en luchtwegen vormen een contra-indicatie om
te duiken. (Ventiellong, astma, …) Wees steeds bewust van de noodzaak om uit te ademen (adem niet ophouden) tijdens het stijgen. Gebruik steeds trim & reddingsvest gecontroleerd (voorkomt paniekstijging). Adem de laatste meter continu uit. Duik samen met een ervaren duikinstructeur tot je zelf voldoende ervaring hebt. Houd een duiker die in paniek stijgt tegen. (trimvest helpen controleren)
Behandeling Het slachtoffer moet zo snel mogelijk naar een reanimatiecentrum gevoerd worden onder
toediening van 100% O2 bij 1 atm. Tijdens het vervoer moet het slachtoffer (indien bij bewustzijn) in een comfortabele V-
houding geplaatst worden, bewusteloze patiënten legt men in stabiele zijde lig. Bestrijding van shock (zie opleiding EHBO) Patiënt niet laten drinken en geen pijnstillers geven!
6.3. Decompressieongeval Een duiker ademt tijdens de duik lucht in onder druk. Lucht bestaat uit ongeveer 21% zuurstof die we nodig hebben in onze stofwisseling en uit 79% stikstof, een inert gas dat we in atmosferische omstandigheden gewoon terug uitademen. Onder invloed van de druk zal het inerte gas opgelost worden in ons bloed en in onze weefsels (Wet van Henry). Hoe langer de duiker onder water verblijft, hoe meer stikstof er in zijn lichaam opgelost wordt. Hoe dieper hij duikt, hoe groter de stikstofdruk in zijn lichaam wordt. Het probleem is nu dat de duiker dit gas gecontroleerd uit zijn lichaam moet laten ontsnappen. Daarom moet hij langzaam volgens de instructies van zijn computer (of tabellen) opstijgen en in functie van de duik die hij uitgevoerd heeft een aantal haltes maken (stops) op 12 - 9 - 6 - 3 meter diepte (of op 10m - 5m diepte) alvorens naar de oppervlakte op te stijgen. De maximale opstijgsnelheid is 10m per minuut. Een duiker die dit niet respecteert, veroorzaakt in zijn lichaam een effect als het openen van een fles spuitwater… stikstofbelletjes komen vrij en kunnen verstoppingen in de bloedbanen veroorzaken. Het opnemen en afgeven van stikstof wordt beïnvloed door een aantal factoren zoals de aanwezigheid van CO2 (veel CO2 = groter gevaar), lage temperatuur (lagere temperatuur = groter gevaar), inspanningen (meer inspanning = groter gevaar), …. Na een duik blijft er nog een hoeveelheid reststikstof in het lichaam achter dat automatisch uit het lichaam zal verwijderd worden. Het kan tot 24 uur duren alvorens alle overtollige stikstof verwijderd is. Daarmee moeten duikers rekening houden als ze een volgende duik willen doen of als ze het vliegtuig willen nemen op het einde van de vakantie. (In regel moeten ze 24u wachten alvorens te vliegen. 28
Indien een duiker de opstijgregels niet respecteert, krijgt hij een decompressieongeval, ook wel caissonziekte genoemd. De symptomen kunnen bij zeer ernstige overtreding van de regels vrij snel na de duik optreden, maar kunnen zich in minder ernstige overtredingen zelfs pas na enkele uren manifesteren. Hou als reisleider klanten die een duik uitgevoerd hebben steeds goed in het oog en neem actie zodra je één van volgende symptomen bemerkt:
Symptomen Abnormale vermoeidheid, huidsymptomen (schapen en vlooien effect), gewrichts- en spierpijnen, zenuwsymptomen (68%) zoals verlammingen en gevoelsstoornissen, ademhalingsstoornissen, shock en circulatiesymptomen.
Voorkomen is beter dan behandelen Duiken kan enkel na een degelijke opleiding waarbij het gebruik van de apparatuur
(computer) ter voorkoming van het decompressieongeval aangeleerd wordt. Respecteer de maximale opstijgsnelheid en de noodzakelijke decompressie stops. Tegen indicaties om te duiken: vermoeidheid, zware inspanningen tijdens en na de duik,
koude, vliegtuigreis binnen de 24u. Dehydratatie werkt het ontstaan van het decompressieongeval eveneens in de hand. De dehydratatie gaat tijdens de duik verder. Voor de duik moeten duikers water drinken!
Behandeling Het slachtoffer moet zo snel mogelijk naar een ziekenhuis met caisson gevoerd worden
onder toediening van 100% normobare zuurstof. In een herdrukkingkamer zal het slachtoffer met hyperbare zuurstof behandeld worden. De verhoogde druk en de zuurstof maken de belletjes kleiner en bevordert de evacuatie van de stikstof (belletjes) Blijf de vitale functies controleren en pas de Reanimatietechnieken toe waar nodig.
29
6.4. Gasintoxicaties Een duiker ademt tijdens zijn duik gassen in onder druk, maar ook de uitademgassen staan onder verhoogde druk. Een duiker is voor elk gas bestand tegen een bepaalde maximale druk. Als de druk van deze gassen te hoog wordt, spreekt men van een gasintoxicatie. Als een gasdruk voor bepaalde gassen te laag is, is er eveneens sprake van een gasintoxicatie. Duikers gebruiken een gasmengsel (meestal lucht) dat eveneens een mengsel is van zuurstof en stikstof. Volgens de wet van Dalton zal elk gas afzonderlijk aansprakelijk zijn voor de gasdruk in het mengsel. Dit betekent dat in lucht zuurstof voor 21% aansprakelijk is voor de luchtdruk en stikstof voor nagenoeg 79%. Stikstofnarcose
Een toenemende partiële druk van stikstof bij toenemende diepte zal uiteindelijk ons zenuwstelsel beïnvloeden. Vanaf een diepte van 30 à 40 m kan stikstofnarcose optreden (bij geoefende duikers is dit 50 à 60m). Dit fenomeen wordt ook ‘Dieptedronkenschap’ genoemd. De duiker krijgt een euforische stemming, verliest concentratie en krijgt overdreven zelfzekerheid. De symptomen verergeren als men nog dieper gaat en verdwijnen als men minder diep duikt. Het gevaar is een ongecontroleerd gedrag met andere ongevallen voor gevolg of bewusteloosheid op diepte. Zuurstofvergifting (Hyperoxie)
Een te hoge zuurstofdruk in het lichaam heeft als gevolg dat het centraal zenuwstelsel aangetast wordt. De maximale zuurstofdruk is 1,4 bar (bij een duik met lucht 21% komt dit overeen met een diepte groter dan 56 meter). Om het gevaar op een decompressieongeval te verkleinen, gebruiken veel duikers NITROX. Dit is een mengsel waarin iets meer zuurstof aanwezig is bvb. NITROX 32 bevat 32% zuurstof en 68% stikstof. De grotere concentratie aan zuurstof zal er toe leiden dat er met dit gas minder diep mag gedoken worden, namelijk maximaal 33 meter. Een duiker die deze limieten niet respecteert zal symptomen van zuurstof-vergiftiging krijgen: spiersamentrekkingen, nausea (misselijkheid), ademhalingsmoeilijkheden, psychische stoornissen, duizeligheid, visuele stoornissen, oorsuizing, stuipen (convulsies). De symptomen verdwijnen als men minder diep gaat duiken. .
Hypoxie (te weinig zuurstof)
Als er te weinig zuurstof in de ademlucht zit, spreken we van hypoxie. De oorzaken kunnen zijn: lege duikfles, longoverdruk enz…Vanaf een ppO2 van 0,16 bar treden symptomen op: verkleuring aangezicht, lippen, slijmvliezen (Cyanose). Onder de 0,10 bar treedt bewusteloosheid op met mogelijke verdrinking als gevolg. Hypercapnie
Koolstofdioxide is een afvalproduct van onze stofwisseling en vormt een voorname factor in de regulatie van onze ademhaling. Een teveel aan CO2 in ons lichaam noemt men hypercapnie. Oorzaken kunnen zijn: te nauwe of lange snorkel, slechte filters bij vullen duikflessen, snel oppervlakkig ademen, hijgen, buiten adem raken. Gevolg: hoofdpijn, hijgen, ….bewusteloosheid met mogelijke verdrinking Gevaar CO-vergiftiging
Koolstofmonoxide is een reuk- en kleurloos gas en komt voor in aardgas, uitlaatgassen van kachels en verbrandingsmotoren en in sigarettenrook. CO heeft de beruchte eigenschap zich tot 300 keer beter op de hemoglobine te binden dan zuurstof. Op deze manier kan de stofwisseling niet verder normaal verlopen. Oorzaken bij het duiken: slecht functionerende compressoren (vervuilde filters etc….) 30
Deel 7 VAARSPORTEN 7.1. Inleiding Jaarlijks verdwijnen honderden mensen op zee. Meestal hadden ze niet het vereiste veiligheidmateriaal bij zich, vonden ze het niet nodig om reddingsvesten te dragen of respecteerden ze de lokale veiligheidsvoorschriften niet. Reddingsdiensten ervaren telkens opnieuw dat mensen zichzelf niet kenbaar maken en geen veiligheidmaatregelen respecteren. Het is jouw taak als reisleider om je klanten die specifieke watersporten gaan beoefenen op deze regels te wijzen! Hieronder volgen enkele veiligheidtips voor specifieke vaarsporten:
Noodoproepen Hulpdiensten kunnen op zee of aan de kust opgeroepen worden via een marifoon, maar tegenwoordig hebben GSM toestellen dikwijls een bereik tot 3 à 6 km buiten de kust. Wie op zee gaat, moet zich bewust zijn van lokale reglementen inzake het verlaten van havens (verplicht aankondigen) en stranden (verbod om bepaalde vaarsporten te doen—tijdelijk, periodiek of permanent). Moet men toch hulp inroepen kan dit via GSM : Het Europese Noodnummer is 112 Het Noodnummer in Noord Amerika is 911 Informeer u over deze nummers alvorens met vaarsporten te starten. Via de Marifoon wordt kanaal 16 gebruikt via de VHF radio band. Dit kanaal wordt uitsluitend gebruikt om noodberichten uit te sturen. Misbruik van dit kanaal is een strafbaar feit. Volgende signalen kunnen uitgestuurd worden: Een “Mayday” - bericht (Noodverkeer) (Gebruikt bij noodgeval, aankondiging cycloon, man overboord, ernstig nakend gevaar met bedreiging voor opvarenden, hulp inroepen van andere vaartuigen en reddingsdiensten) Een “Pan-Pan” - bericht (Spoedverkeer) (Gebruikt als de veiligheid van een schip of een persoon in gevaar is - bvb. Schroef van boot kwijt, sleepboot nodig) Een “Securité” - bericht (Veiligheidsverkeer) (Gebruikt om berichten te versturen met betrekking tot de veilige navigatie - bvb. Niet-aangekondigde storm, losgeslagen betonning, …) Techniek voor het uitsturen van een dergelijk bericht: 3x “Oproep” - Naam vaartuig - positie van het vaartuig - Aard van de noodsituatie - (Aantal slachtoffers) (Welke hulp je wenst)
7.2. Zeilen Typische gevaren
Zelfoverschatting Gebrekkige kennis van het vaartuig Gebrekkige kennis van navigatietechnieken Vertrekken zonder veiligheid-check (geen noodsignalisatie, …) Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van het scheepvaartreglement Het niet checken van weersaankondigingen voor vertrek
Voorzorgen
Draag altijd een reddingsvest Goed zeemanschap is de grondregel Ga nooit zeilen zonder een deftige opleiding gevolgd te hebben Gebruik in koudere streken wind en waterdichte kledij Volg de richtlijnen van lokale zeilcentra en instructeurs Draag liefst opvallende kleurrijke kledij Luister naar de weersvoorspelling en neem dan de juiste beslissing 31
7.3. Windsurfen Typische gevaren
Zelfoverschatting Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Het niet checken van weersaankondigingen Windsurfen met veel te sterke wind en/of stroming. Ga niet surfen bij windkracht groter dan 8 Windsurfen in scheepvaartroutes of haven ingangen Te ver uit de kust varen Geen rekening houden met windrichting
Voorzorgen
Goed zeemanschap is de grondregel Denk altijd aan uw snelheid en houd voldoende afstand Ken de uitwijkregels en reageer tijdig Besteed in alle omstandigheden aandacht aan uw eigen zichtbaarheid Luister naar de weersvoorspelling en neem dan de juiste beslissing Als je geen neopreen kledij draagt, draag dan een reddingsvest Ga nooit alleen surfen of verwittig iemand aan wal waar en wanneer je surft Zorg ervoor dat je materiaal in orde is. Geen scheuren in mast of giek, touwen niet half versleten? …. Als je afdrijft: neem tijdig de beslissing om terug te lopen of te zwemmen
7.4. Kajak Typische gevaren
Zelfoverschatting - geen opleiding genoten Het niet dragen van reddingsvesten Het niet checken van weersaankondigingen Te ver uit de kust varen Geen rekening houden met windrichting/stroming Slecht onderhouden materiaal (lekken) Onderkoeling
Voorzorgen 32
Leer eerst hoe je uit een omgeslagen kajak kunt komen Zorg dat je voldoende peddeltechniek bezit Vermijd alleen te peddelen Weet dat het weer kan omslaan Vaar niet te ver van de kustlijn Vermijd peddelen over scheepsroutes Draag altijd een zwemvest
7.5. Rafting Typische gevaren
Zelfoverschatting Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Het niet checken van weersaankondigingen en timing openen sluizen van stuwdammen Raften in rivieren die men niet grondig kent zonder gids Niet getraind zijn in technieken ‘over boord / aan boord’ Niet dragen helm
Voorzorgen
Volg de instructies van de bootverantwoordelijke Draag uw helm Draag uw reddingsvest Leer in kalm water hoe terug aan boord te klimmen en hoe je te houden als je overboord valt Draag bij voorkeur neopreen beschermende kledij of waterdichte pakken Als ervaren rafter: neem info over openen sluizen stuwdam-
7.6. Waterskiën Typische gevaren
Zelfoverschatting Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Te dicht bij elkaar waterskiën Waterskivaartuig slechts door skipper bemand Geen controle materiaal voor aanvang (touwen) Niet dragen antislip handschoenen
Voorzorgen Let op de tijden waarop waterski toegelaten is (sommige streken
en gebieden hanteren uurregelingen) Dikwijls geldt er een regel voor de start-up en het ophalen waarbij een minimum afstand uit de kust moet gerespecteerd worden. Draag uw reddingsvest Bestuurders van de vaartuigen moeten bijgestaan worden door een persoon die goed kan zwemmen en fungeert als skiërobservator De afstand tussen het vaartuig en de skiër mag nooit minder zijn dan 12 meter Alle vaartuigen die gebruikt worden voor het waterskiën moeten uitgerust zijn met een achteruitversnelling, een neutrale versnelling en een reddingsboei voor de getrokken skiër 33
7.7. Golfsurfen Typische gevaren
Zelfoverschatting Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Geen of gebrekkige kennis lokale stroming en onderstroom Surfen zonder drijvertje en leash (enkel verbindingsband) Gebrekkige kennis kustlijn en formatie (aanwezigheid rotsen)
Voorzorgen Verken het gebied waar je gaat surfen, weet waar de rotsen lig-
gen, weet hoe de stroming werkt Peddel niet te ver van de kust, als je het board verliest,zal je te-
rug moeten zwemmen Ga niet surfen bij golfhoogtes waar je niet op bent voorbereid Ga niet alleen surfen Blijf bij de andere surfers uit de buurt Verlaat ruim voor zonsondergang het water Koop goed materiaal, zoals een sterke leash, zodat je het drijvertje niet verliest Keer je rug niet naar de oceaan, het kan gebeuren dat een hoge golf zich op je rug stort. Let op als je bij hoge branding op de waterlijn loopt
7.8. Tubing Typische gevaren
Ongeoorloofd wild gedrag Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Te dicht tegen elkaar tuben Aandrijfvaartuig zonder co-bemanning (observatie—spotter) Tuben in zwemmerzone Slechte staat materiaal
Voorzorgen Draag een reddingsvest Lees de voorschriften van het materiaal goed (max gewicht ..) Ken uw bootbestuurder goed en maak duidelijke afspraken over
scherpe bochten, golven,…. Gebruik een ‘spotter’, die uitkijkt naar andere tubing sporters en
naar deelnemers die in het water vallen Respecteer de lokale reglementeringen (uren, oppikken,…) Gebruik uitsluitend touwen die in perfecte staat zijn en hou de
touw gespannen alvorens te starten De boot moet snelheid minderen als hij het boegwater van ande34
re vaartuigen kruist, dit om rugletsels te voorkomen
7.9. Bananaboot Typische gevaren
Ongeoorloofd wild gedrag Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van restricties en lokale reglementen Te dicht bij andere vaartuigen aankomen Aandrijfvaartuig zonder co-bemanning (observatie—spotter) Banaboot in zwemmerszone starten of eindigen Slechte staat materiaal
Voorzorgen
Draag een reddingsvest Lees de voorschriften van het materiaal goed (max gewicht …) Volg de instructies van de bootbestuurder op De bootbestuurders moeten de lokale richtlijnen voor het vaarwater respecteren Grijp nooit naar de trekkoord! De trekkoord moet regelmatig nagezien worden De bestuurder van het vaartuig moet bijgestaan worden door een spotter Het vaartuig moet over een reddingsmiddel beschikken om personen die van de drijver vallen te recupereren
7.10. Roeien Typische gevaren Ongeoorloofd wild gedrag Gebruik van competitieboten zonder opleiding Kinderen en personen die niet goed kunnen zwemmen, die geen
reddingsvest dragen Roeien op meren of rivieren die men niet kent (stromingen enz..) Roeien op druk bevaren waterlopen (kanalen) Onderkoeling Afdrijven Gebruik slecht onderhouden materiaal (lekken,…)
Voorzorgen
Een reddingsvest is verplicht voor de jeugd en bij opleiding Goed kunnen zwemmen voor volwassenen is een must Volg de richtlijnen van uw instructeur bij het in en uitstappen Volg de vaarregels van de kanalen—rivieren waarop u vaart Draag in koude wateren beschermende kledij Volg eerst lessen alvorens in een competitieboot te stappen (evenwicht en techniek)
35
7.11 Kano Typische gevaren
Zelfoverschatting Ongeoorloofd wild gedrag Het niet dragen van reddingsvesten Het niet respecteren van het restricties en lokale reglementen Slechte staat materiaal Slechte voorbereiding (kennis waterwegen…)
Voorzorgen
Kanoën is een teamsport, vaar dus nooit alleen De ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Pas de kanoactiviteit aan, aan de omstandigheden en de groep van dat moment Zorg voor goed op de situatie en activiteit aangepast materiaal Controleer jezelf en je medevaarders gedurende de gehele activiteit. Blijf als groep bij elkaar Ga er vanuit dat andere schepen je niet zien Wees voor zonsondergang van het water af Draag een reddingsvest
7.12 Kitesurfen Typische gevaren
Het is verboden om te kitesurfen binnen een straal van drie kilo-
meter van normaal vliegveld en vijf kilometer van een militair vliegveld Wees op de hoogte van de plaatselijke regels en beleid omtrent kiteboarden - ga nooit het water op zonder ervan op de hoogte te zijn Afstand is je beste vriend. Zorg voor een ruime plaats zonder directe objecten achter de kite Gebruik nooit scherpe lijnen van 'kevlar'
Voorzorgen
Kiteboard met een goed en betrouwbaar veiligheidssysteem.
36
De kite moet je ten alle tijden kunnen loskoppelen zonder dat hij schade aan derden en / of objecten aanbrengt. Houd minstens 60 meter afstand van gevaarlijke objecten. Neem voldoende lessen bij een erkende kitesurfschool Kitesurf niet in de buurt van hoogspanningsmasten Zorg dat je geen gevaar bent voor andere mensen of sporters. Houd afstand en wees duidelijk. Start en land de kite altijd aan de rand van de wind, nooit in het midden van de wind en controleer je uitrusting voordat je je kite oplaat Maak altijd duidelijk dat je wilt gaan starten of landen Zorg er altijd voor dat de kite niet vanzelf weg kan vliegen Op het water gelden de normale voorrangsregels Voorkom het kiten in harde wind, of ben je bewust van de risico's Probeer je kite, niet ingehaakt, op te laten en oefen dit Laat je kite, indien mogelijk, altijd met een ervaren helper op Houd je kite laag, voorkom sleuren van de kite en vaar zo snel als mogelijk weg van de kant Voorkom gezeur en ongelukken door je ogen open te houden
7.13 Wakeboarden Typische gevaren
Zelfoverschatting en wild gedrag Slechte controle materiaal Geen veiligheidspotter aan boord van de aandrijfboot Wakeboarden in druk bevaren waterwegen en of haveningangen Gebrekkige technische kennis
Voorzorgen
Draag altijd een goed zwemvest Draag isolerende kleding of een wetsuit Controleer de uitrusting voor het skiën, bijv. op scherpe kanten en losse schroeven Skiër geeft het signaal wanneer hij klaar is om te starten Ski nooit langer of sneller dan eigen kunnen Blijf ver weg van tonnen, andere boten of zwemmers Neem les bij een gerenommeerde waterskischool of -club De stuurman moet rekening houden met de ervaring van de wakeboarder Verken de vaarweg en blijf minstens 100m uit de kant Let op voor zwemmers en andere boten en hou rekening dat zeilboten voorrang hebben
7.14 Waterscooter of Jet ski Typische gevaren
Wild en ongecontroleerd gedrag - zelfoverschatting Niet respecteren van lokale en internationale regels met betrek-
king tot de scheepvaart
Zwemmers en baders in gevaar brengen Te dicht tegen andere scooters of jet skiërs varen (het vaartruig
heeft geen remmen … Minstens 50m afstand houden
Geen PFD dragen (Personlijke flotation device) zoals reddings-
vest…
Jet ski of scooter onbewaakt achterlaten
Voorzorgen
Altijd zwemvest en/of wetsuit dragen Helm dragen Je draagt best schoeisel Controleer de plaatselijke weersomstandigheden Volg een pre-vertrek checklist en respecteer de regels voor het bijtanken Vermijd alcohol als je een jet ski of scooter bestuurd. De effecten van alcohol worden verergerd door extreme effecten zoals zon en wind Volg een cursus over de technieken en de veiligheidvoorschriften Laat waardevolle spullen aan wal Breng jezelf noch anderen in gevaar Je maximum snelheid staat rechtevenredig met ervaring Blijf zeer aandachtig bij het beëindigen van de vaart (kust!) 37
7.15 Parasailing Typische gevaren Ga enkel parasailen met aanbieders die een veiligheidscertifi
caat kunnen voorleggen Het niet opvolgen van de instructies van de skipper Geen veiligheid - reddingsvest aanhebben Borgriemen of -staven gebruiken die niet snel afkoppelbaar zijn Geen rekening houden met plotse weersveranderingen
Voorzorgen Check eventjes of de organisatie het OSAG (Operating Stan-
dards and Guidelines) van de PAPO (Professional Association of Parasail Operators) respecteert en/of erkent De trekkoord moet minstens 2 duim (5,08 cm)zijn en moet om de 7 dagen of na elke 400 vluchten volledig geïnspecteerd worden De lengte van het trektouw moet aangepast worden aan de windsnelheid. Hoe harder de wind, hoe langer het trektouw In principe moet men het gewicht van de passagiers kennen om het al dan niet aanvaarden van de klant te bepalen Het veiligheidsharnas moet goed passen en vastgemaakt zijn
7.16. Paddle Surfen of board Typische gevaren
Zelfoverschatting Geen rekening houden met wisselende weersomstandigheden Ver op zee gaan zonder PFD (reddingsvest of wetsuit) Afdrijven na paddle verlies Het niet beveiligen met borgkoord van paddle board
Voorzorgen
38
Zorg er steeds voor dat je board beveiligd is met een leash (veiligheidkoord) Check de stroming en informeer je over de weersverwachtingen Ga niet alleen paddle surfen of boarden Als je in golven terecht komt hou afstand Opgelet voor zwemmers in de branding! Draag een reddingsvest of een drijvend pak Check de paddle op barsten voor het vertrek Check de board op scheuren voor het vertrek Let op met de paddle in de branding. Je gebruikt de paddle als roer en kunt hier makkelijk zwemmers mee kwetsen. Informeer je steeds over de kustformatie. Aanwezige rotsen die niet zichtbaar zijn in de branding kunnen het materiaal beschadigen en de surfers kwetsen Let op voor zonneslag
7.17. Hoogzeevissen Typische gevaren
Huren van vaartuig zonder voldoende ervaring Niet respecteren van de richtlijnen van de kapitein Kwetsuren bij het binnenhalen van de vangst Vissen in wateren waar dit niet toegelaten is Vissen in op zeekaart aangeduide scheepvaartroutes Onvoldoende info over de Meteo
Voorzorgen Huur enkel een vaartuig als je hiertoe de nodige opleiding geno-
ten hebt en over een vaarvergunning beschikt Check de meteo voor het gebied dat je bezoekt en dit voor min
stens 48 u meer dan de geplande uitstap Check of het vaartuig over voldoende en adequaat veiligheidmateriaal beschikt (reddingsvesten, reddingsvlot, vuurpijlen) Vraag altijd informatie over de bediening van de radio Check of er voldoende brandstof aan boord is om 2 x de geplande vaart uit te voeren Kruis drukke vaarroutes loodrecht en plaats een uitkijk als je dit doet Als je op zee overnacht met het vaartuig over de gepaste belichting beschikken Let op voor rondslingerende vishaken … Orde is de maatstaf!
7.18. Paddle boot Typische gevaren
Zelfoverschatting Geen rekening houden met mogelijk scheepvaartverkeer Geen reddingsvest dragen als je niet goed kunt zwemmen Stroming, golfslag, deining Snel veranderende weersomstandigheden Zonneslag
Voorzorgen Ga nooit alleen op zee/een meer/… Kinderen dragen altijd een reddingsvest. Volwassenen die niet
goed kunnen zwemmen ook. Let op de wind en eventuele stroming die het terugkeren kunnen
belemmeren. Vertrek nooit met een paddle boot als je twijfels hebt over de degelijkheid. Vaar bij sterke winden nooit uit Zorg ervoor dat je altijd in de nabijheid van de wal blijft (100 — 200m) Let op voor zonneslag Opgelet voor wild en onveilig gedrag 39
Deel 8 BESLUITEN Reizigers brengen meestal veel tijd door op en in het water. In de basiscursus leerden we de gevaren van een verblijf in en op een ander milieu kennen. De gevaren van de biotoop water, zoals gevaarlijke diersoorten. De impact van weer, wind, getijden op het milieu waar je klanten - medereizigers kennis mee kunnen maken, werd toegelicht en enkele basis begrippen van reddend zwemmen werden nader beschreven en geoefend. Gedurende een reis zal 95% van je reizigers zich op een of andere manier op, in of onder water bevinden. Dit kan gebeuren bij een overtocht met vaartuigen, spelevaren en een bezoek met een rivierboot, een snorkel of duikuitstap of simpelweg het beoefenen van vaarsporten op de reisbestemming. Richtlijnen van lokale dienstverleners worden niet altijd begrepen, mensen hebben de neiging om zelfoverschattend te zijn. Zo tref je regelmatig klanten die denken dat zij echt geen zwemvest nodig hebben. Deze gevorderden cursus moet jou in staat stellen om een notie te hebben van de verschillende gevaren waaraan je klanten zich bloot stellen. Zo zal het je geen moeite vergen om jouw klanten-medereizigers ervan te overtuigen dat ze beperkt zijn in hun zwemcapaciteit als ze uren in het water moeten liggen en daarbij last hebben van onderkoeling…. Geef als reisleider steeds het goede voorbeeld. Het is zinloos om klanten proberen te overtuigen bepaalde veiligheidsregels te respecteren als je zelf niet beried bent ze toe te passen. Onthoud steeds volgende gezegde: “Het is geen schande om zwak te zijn, het is wel een schande om het te negeren”.
40
Literatuur Theorie Sportduiken - Uitgegeven door vzw NELOS (2012) Behandeling decompressieongevallen - Ronny Margodt (1991) Geef uw duiken een andere dimensie - Ronny Margodt ISBN 9080918415 (2004) Cursus navigatie en Zeemanschap - Ronny Margodt (2006) De Zeilsport - H.C.A. Kampen (p.n. van kampen) ABC voor de watersport - J. Brongers (Luitingh Laren 1971) Algemene Watersportgids voor Nederland en België - Bob Klink (A.J.G. Strengholt Naarden 1972)
41
Versie 1—2013