het magazine van verslavingszorg noord nederland jaargang 2, nr. 1 2012
‘morgen stoppen we…’ Het verhaal van een omslag
‘Trots op wat wij samen ontwikkeld hebben’
De directeur van de gevangenis in Ter Apel over VNN
COVERSTORY
Met creatieve therapie weer leren beleven in plaats van overleven verder in dit nummer: Herstelondersteunende zorg, Trots op opa, Woontraining Franeker, Verslaving en voeding, VNN-nieuws
Rob Jaspers, Raad van Bestuur
COLOFON Omslag is een magazine voor cliënten, medewerkers en
Familie ziekte
relaties van Verslavingszorg Noord Nederland en wordt gemaakt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie. Omslag verschijnt vier keer per jaar. REDACTIE Corine de Jong, Eveline Molenaar (hoofdredacteur), Hadewig Bijsterveld, Joep de Bree, Lianne Zijlstra
Kinderen van verslaafde ouders hebben tien keer meer kans om verslaafd te
(eindredacteur), Sipke van der Ploeg en
raken dan hun leeftijdgenoten. Verslaving die voor hen het perspectief op een
Sjoerd Veenstra.
autonoom leven ernstig beperkt. Daarmee staan deze kinderen op grote achterstand van hun leeftijdgenoten. Dit gegeven op zich zou al voldoende moeten zijn om transgenerationele verslaving te willen doorbreken, omdat elk kind een veilige en stabiele gezinsomgeving verdient.
Aan dit nummer werkten mee Anke Kornet, Bouke Spijkerman, Corrie Muis, Jos Oude Bos, Jelly Gras, Julita Spijkerman, Koos Winter, Lisette, Margriet, Margriet van der Veen,
In gezinskliniek De Lage Kamp worden verslaafde ouders behandeld samen
Petra Jonkman, Peter Luttikhuizen, Piet van Houten,
met hun kinderen. Dit intensieve behandelprogramma werpt zijn vruchten af:
Rob Jaspers en Saffira Rijkee.
circa zestig procent van de ouders is in staat om een normaal gezinsleven op te bouwen en daarmee de transgenerationele verslaving te doorbreken. Bovendien ervaart driekwart van de ouders een positief effect op het gezinsleven.
Fotografie Nieska Kajuiter Robert van der Molen Vormgeving
Bovenstaande woorden vormden de kern van het artikel “Mam, doe mij ook
Haagsblauw, Den Haag
een glaasje”, dat in januari gepubliceerd is in de bijlage “Het Brein” van NRC Handelsblad. De resultaten die VNN behaalt met het doorbreken van
Druk
transgenerationele verslaving zijn bemoedigend. Niet alleen binnen De Lage
Koninklijke Van Gorcum BV, Assen
Kamp, maar zeker ook op veel andere plekken binnen onze organisatie. Voor 2012 vormt transgenerationele verslaving HET speerpunt van VNN. Dit houdt onder meer in dat we nog meer aandacht gaan besteden aan de kinderen
Oplage 3250 exemplaren
van verslaafde ouders, om te zorgen dat zij niet verslaafd raken. Ook zullen
Redactieadres
we nieuwe cliënten niet alleen vragen naar hun kinderen en de eventuele
Verslavingszorg Noord Nederland
verslavingsproblemen die zij hebben, maar ook naar hun ouders en
Afdeling Communicatie
grootouders. Vaak lopen problemen met alcohol en/of drugs immers al jaren
Postbus 8003
als een rode draad door een familie. Bovendien zijn we gestart met een onderzoek naar de kinderen van De Lage Kamp: hoe gaat het jaren later met hen en kampen zij net als hun ouder(s) met verslavingsproblemen? Tot slot wijs ik u graag op een bijzonder verhaal in dit blad: dat van de zevenjarige Julita, de kleindochter van de voorzitter van onze Cliëntenraad. Julita en haar broertje Nick denken dat opa een soort toverdokter is, die mensen ‘beter maakt als ze te veel roken of te veel eten. Of als ze te veel medicijnen slikken, of te veel drinken’. Prachtig, toch?
02
omslag nr.1 2012
9702 KA Groningen 050 - 364 89 86
[email protected] www.vnn.nl Abonnee worden? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Publiceren onder pseudoniem is mogelijk, de echte namen zijn bekend bij de redactie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, in fotokopie of anderszins, zonder voorafgaande toestemming. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
INHOUDsopgave
6
Verslaafd aan een middel waar ze vroeger olifanten mee platspoten
8
Drie jaar lang was de belangrijkste zorg van Lisette (24) of ze genoeg flesjes GHB bij zich had en of ze het ongezien kon innemen.
Verslaving en vitaminegebrek
12
Psychiater Peter Luttikhuizen over het belang van goede voeding en voldoende vitaminen. Zijn cliënt Margriet heeft ervaring met de combinatie van verslaving, depressie en vitaminetekort.
Opa is een toverdokter De kleindochter van Bouke Spijkerman van de Cliëntenraad vindt het soms jammer dat opa het zo druk heeft, maar ze is vooral trots op hem.
10
14 ‘Veel rek in het elastiek van de VNN’er’ Piet van Houten van de gevangenis in Ter Apel is blij met ketenpartner VNN.
18 Creatieve therapie Creatief therapeut Corrie Muis legt uit waarom creatieve therapie zo geschikt is voor mensen met een verslaving.
Van “In Nij Begjin” naar “Woontraining Franeker”
Woonbegeleider Margriet van der Veen over een nieuwe doelgroep op een vertrouwde locatie.
omslag nr.1 2012
03
NIEUWS Herschikking Raad van Bestuur Jitske Teeuwisse, lid van de Raad van Bestuur, vertrekt bij VNN. Dit is een uitvloeisel van het besluit van de Raad van Bestuur om tot op het hoogste bestuursniveau te kiezen voor integraal management, waarbij VNN van twee bestuurders naar één bestuurder gaat. Vanaf 1 maart 2012 is Rob Jaspers verder gegaan als integraal bestuurder. De portefeuille van Jitske Teeuwisse is overgedragen aan Rob Jaspers, het nieuwe managementteam en de staf. Jitske verlaat VNN officieel per 1 april 2012. ‘Ik neem nu een periode om mij te oriënteren op nieuwe activiteiten. Mijn inzet zal wederom gericht zijn op het versterken van de mogelijkheden van mensen, zodat zij en hun naasten perspectief op een ander leven krijgen’, aldus Jitske Teeuwisse.
Resultaten lezersonderzoek Omslag Bij de vorige editie van Omslag zat een kaartje met daarop de uitnodiging deel te nemen aan een lezersonderzoek. Een kleine zestig mensen hebben hier gebruik van gemaakt, hoofdzakelijk medewerkers van VNN. De meeste lezers zijn het erover eens dat Omslag interessante informatie bevat, dat de artikelen makkelijk te lezen zijn en dat de verhouding tekst/fotografie goed is. De meeste respondenten (45%) geven Omslag het rapportcijfer 7, 35% geeft het blad zelfs een 8. Bijna de helft van de respondenten geeft aan dat er thuis één of meer personen zijn die Omslag ook lezen. Opmerkingen Ruim 50% van de respondenten heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid opmerkingen achter te laten. Deze betreffen vooral de verzending van het blad naar huisadressen van medewerkers, zeker gezien de bezuinigingen bij VNN, de geur van het blad en de kritiek dat er weinig
04
omslag nr.1 2012
vakinhoudelijke informatie in staat en de toon niet kritisch genoeg is. Waardering is er voor de professionaliteit die Omslag uitstraalt, de persoonlijke verhalen van cliënten en de fotografie. Acties De redactie heeft de mogelijkheid onderzocht om Omslag naar de werklocaties van medewerkers te sturen. Dit blijkt echter duurder te zijn dan het versturen naar huisadressen. Bovendien biedt deze manier van verzending geen enkele garantie dat medewerkers het blad ook echt onder ogen krijgen en vervalt het voordeel van gezinsleden die meelezen. Wel zullen medewerkers die op één adres wonen voortaan maar één exemplaar toegezonden krijgen en zal het blad een dag langer blijven liggen alvorens de drukker het verstuurt, waardoor het papier minder sterk ruikt. In een rondetafelgesprek met diverse medewerkers zijn de inhoud en de toon van Omslag besproken.
Veranderingen in Omslag Met ingang van dit nummer zijn er enkele veranderingen doorgevoerd in Omslag. Zo telt het blad voortaan 20 pagina’s in plaats van 24 en zijn enkele vaste onderdelen vervallen, waaronder de columns van Karin Boer en de Cliëntenraad en de rubriek “De werkdag van”. Het gedicht op de achterkant van Omslag is vervangen door een kunstwerk van een cliënt. De Cliëntenraad zal voortaan haar reactie geven op een bepaalde therapievorm, die beschreven wordt in het hoofdartikel. De ruimte op de eerste pagina die voorheen ingevuld werd door hoofdredacteur Eveline Molenaar, zal per editie door iemand anders ingevuld worden. De aftrap wordt verricht door Rob Jaspers. Nieuw is ook dat een ketenpartner van VNN vertelt over de samenwerking van zijn of haar organisatie met VNN. Tot slot zal de vormgeving van Omslag voortaan verzorgd worden door Haagsblauw (www.haagsblauw.nl).
Nieuwe managers VNN bekend De kabinetsbezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg hebben behalve voor cliënten, ook consequenties voor de medewerkers en het management van VNN. In de zomer van 2011 zijn binnen VNN maatregelen afgekondigd om de bezuinigingen het hoofd te kunnen bieden. Eén van de maatregelen is de wijziging in de aansturing van de organisatie. Besloten is zowel een managementlaag te laten vervallen, alsmede de aansturing middels duaal management.
Naamsbekendheid VNN flink gestegen In 2011 was de naam “Verslavingszorg Noord Nederland” (VNN) bekend bij 61% van de respondenten uit Noord-Nederland, in 2008 lag dit percentage op slechts 35%. Landelijk gezien ligt het percentage mensen dat VNN kent op bijna 19% (dit was in 2008 7,6%). Dit blijkt uit een zogenaamd telepanel-onderzoek, uitgevoerd door middel van een steekproef onder circa 2500 Nederlandse huishoudens. Door de huishoudens in de drie noordelijke provincies apart te analyseren, wordt duidelijk wat de burgers in Noord-Nederland van VNN vinden. VNN wordt gezien als “goed dat het er is”, “professioneel” en “zinvol”. Minder positief scoort VNN op het begrip “korte wachtlijsten”, hetgeen vergelijkbaar is met verslavingszorginstellingen in de rest van Nederland.
Per 1 maart 2012 zijn de volgende mensen benoemd: Divisie: Manager: Jeugd Sita Reinsma Volwassenen Friesland Lammie Lamberts Volwassenen Groningen Anton Appelo Volwassenen Drenthe Gerda van Vredendaal* Forensische Zorg Koop Hoekstra 1e lijn Fred van Dorp Staf: Manager: Manager Zorg Ingrid Willems Bedrijfsvoering Jan van der Heide Human Resources (HR) Leo Sparreboom Bestuursondersteuning Margreet van der Meer Communicatie Eveline Molenaar Rob Jaspers (foto) vormt de eenkoppige Raad van Bestuur.
Landelijk gezien is de naam “Jellinek” verreweg het meest bekend (circa 82%). Bijna 19% van de Nederlandse bevolking kent in 2011 VNN, 13% kent Novadic-Kentron, 12% kent De Hoop en 9% Brijder Verslavingszorg.
* Gerda van Vredendaal heeft zich vanwege familie-omstandigheden teruggetrokken. De Raad van Bestuur beraadt zich op de hiermee ontstane situatie.
omslag nr.1 2012
05
MIJN OMSLAG
‘Hoe vaak we niet tegen elkaar hebben gezegd:
morgen stoppen we’ Verslaafd aan een middel waar ze vroeger olifanten mee plat spoten. Drie jaar lang was het Lisette (24) haar belangrijkste zorg of ze genoeg flesjes GHB bij zich had en of ze het ongezien kon innemen. Pas toen haar vriend in een coma raakte ging bij haar de knop om. tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen
06
nr.1 2012
‘Vijf jaar geleden gebruikte ik voor het eerst GHB. Vrienden gebruikten het op een feestje en zeiden dat ik het eens moest proberen. Het was hartstikke lekker, goedkoop en niet verslavend zeiden ze. Ik ben altijd al heel nieuwsgierig geweest. Sinds mijn dertiende gebruikte ik al wiet en vanaf mijn achttiende alle andere soorten harddrugs, behalve heroïne. Ik vond het wel eng om GHB te gebruiken, maar de nieuwsgierigheid overheerste.’ GHB kostte 15 cent per drankje als je het per liter kocht. Eerst namen Lisette en haar vriend alleen op feestjes eens wat. ‘Maar al heel snel hadden we gewoon een liter in de koelkast staan. En dan wordt het weekend al gauw doordeweeks.’ Lisette werd gelukkig van GHB. ‘Ik woog vijf jaar geleden bijna 150 kilo. Vlak voordat ik GHB ging gebruiken was ik heel veel afgevallen, maar in mijn hoofd zat nog steeds dat ik dik, lelijk en niet de moeite waard was. En dat namen die drugs weg. Ik voelde me zelfverzekerd, had het idee dat mensen mij aardig vonden. Het gevoel van saamhorigheid met andere gebruikers was heel groot. Ik werd er los van, ik voelde me gelukkig. De wereld zag
Lisette zat acht maanden intern in een kliniek in Zutphen, op de vrouwenafdeling. GHB was dan niet duur, cocaïne is dat wel, en om haar cocaïnegebruik te bekostigen werkte Lisette een tijd in de prostitutie. Een plek op de vrouwenafdeling vond ze daarom prettiger. In de weekenden ging ze naar huis, haar vriend was toen ook clean, maar wel ziek. In 2010 lag hij nog een keer vijf dagen in coma en sindsdien lag hij gemiddeld één keer per maand in het ziekenhuis. Lisette verzorgde hem tot het eind aan toe. Afgelopen september overleed hij aan de gevolgen van COPD. Het is nu vijf maanden geleden dat haar vriend overleed en Lisette heeft het er moeilijk mee. ‘Maar het klinkt misschien raar; voor mijn drugsgebruik is het gemakkelijker. Ik heb nu niemand meer in mijn omgeving die iets met drugs te maken heeft. Ik mis mijn vriend heel erg maar hij had geen leven meer. Hij had het zo benauwd, dat wens je niemand toe. Hij wou zelf ook niet meer. Hij kon niet meer zelf naar de wc, niet meer eten. Het was egoïstisch geweest om hem bij me te willen houden.’ Trek heeft ze niet meer, daar krijgt ze een medicijn tegen.
‘Het was hartstikke lekker, goedkoop en niet verslavend zeiden ze’ er mooi uit. Ik maakte me in het begin ook niet zoveel zorgen, het was gewoon lekker. Ik ging nog naar school, maar op een gegeven moment begonnen we op donderdag al te gebruiken en dan nam ik maandags maar wat GHB mee, om het af te bouwen. Het duurde niet zo heel lang of we waren eigenlijk al verslaafd.’ De twee jaar daarna was Lisette de hele dag met één ding bezig: hoeveel uren ben ik weg en hoeveel GHB moet ik dus in mijn reisflesjes meenemen. Het duurde twee jaar voor ze aan zichzelf toegaf dat ze een probleem had. Inmiddels was ze al gestopt met haar studie SPW. ‘Mijn vriend vond nog steeds dat we er samen wel af konden komen, maar dat lukte gewoon niet. Hoe vaak we niet tegen elkaar hebben gezegd: morgen stoppen we… Maar elke dag werd het weer morgen.’ Eind 2009 ging bij Lisette de knop om. Haar vriend had COPD en door de GHB was dat heel snel verslechterd. In het ziekenhuis raakte hij in een coma van een week en zo kwam hij van zijn verslaving af. ‘Dat was het punt waarop ik dacht: dit kan gewoon niet meer. Toen heb ik het ook aan mijn moeder verteld en aan mijn vrienden. Ik was verslaafd.’
Ook volgt ze een structurerende deeltijdbehandeling: een paar dagdelen per week sporten, knutselen, wandelen en onder de mensen zijn. Onlangs werd geconstateerd dat ze borderline heeft. Dat verklaart voor haarzelf waarom ze zo impulsief is, snel is uitgekeken op bijvoorbeeld opleidingen en zo gemakkelijk drugs uitprobeert. Ze was van plan in september een nieuwe opleiding te beginnen, maar wacht hier misschien nog mee. Na trajectbegeleiding wil ze straks in ieder geval vrijwilligerswerk gaan doen, liefst met ouderen of kinderen. Lisette is nu 24 en clean. In principe kan ze alle kanten nog op, voelt dat ook zo? ‘Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Ik heb net het stickertje borderline gekregen en daar moet ik mijn leven naar gaan inrichten. Er schijnt wel een goede behandelmethode voor te zijn, dat is fijn. Ik ben in elk geval blij dat ik al op jonge leeftijd in behandeling ben gegaan voor mijn verslaving. Als je al vijfenveertig bent is dat toch anders. Ik ben nu nog jong genoeg om wat met mijn leven te doen.’
omslag nr.1 2012
07
Opa is een toverdokter Julita (7) vindt het soms jammer dat haar opa het zo druk heeft met zijn werk, maar ze is vooral trots op hem. ‘Hij maakt mensen beter als ze te veel roken of te veel eten. Of als ze te veel medicijnen slikken, of te veel drinken.’ tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen
Opa is Bouke Spijkerman, voorzitter van de Cliëntenraad van VNN. Bouke en zijn vrouw passen een vaste dag in de week op Julita en haar jongere broertje Nick. Bouke: ‘En dan is opa er weer niet, of hij is de hele tijd aan het bellen… Opa heeft het nog drukker dan toen hij een betaalde baan had. Wat doe je dan allemaal, wordt er dan gevraagd. En waarom ben je zo vaak weg?’ Bouke zit al sinds 2002 in de Cliëntenraad, de laatste drie jaar als voorzitter. Voorwaarde voor leden is dat ze zelf een verslavingsachtergrond hebben. Die heeft Bouke: hij dronk jarenlang te veel alcohol. Hij werkte in een commerciële wereld, had een goede baan. Niemand wist dat hij een probleem had en zelf vond hij dat al helemaal niet. Tot zijn vrouw en kinderen hem wakker schudden met de mededeling: zo raak je alles kwijt. ‘Het voordeel als je zelf ex-verslaafd bent is dat je cliënten kunt vertellen dat ze wel degelijk een probleem hebben. Als je durft te vertellen wat je hebt doorgemaakt en wat je desondanks nu betekent in de maatschappij, maakt dat veel indruk.’
08
omslag nr.1 2012
Voor Julita maakt het allemaal niets uit. Opa is opa. Opa van de grapjes. Opa om muziek mee te maken, om verhalen van te horen, om spelletjes mee te doen. Om met z’n allen staand mee op de keukenstoelen te eten. En om na het eten mee op de pannen te slaan. Elk een pan en een pollepel en trommelen maar. Opa is zelfs Sinterklaas. Julita ontdekte dat toen ze foto’s bekeek van een Sinterklaasviering op de school waar haar moeder als juf werkt. ‘Dat is opa!’, zei ze. ‘Hij heeft dezelfde bril en neus en dezelfde pukkel!’ Een verklaring was al snel gevonden. ‘Alleen de liefste opa’s kunnen hulpSinterklaas worden en dat ben jij.’ Bouke: ‘Afgelopen weekend waren ze bij ons en ik was boven steeds aan het bellen. Heel stiekem ging de deur open en werd er een briefje neergelegd. “Mijn lieve opa”, stond er. “Kom je straks naar beneden?” Dat doet je wel wat hoor. Aan de ene kant willen ze graag je aandacht, aan de andere kant vinden ze het mooi wat je doet. Ze schrijven nog net niet: ga maar door hoor.’
Julita en Nick denken dat opa een soort toverdokter is, vertelt moeder Aleksandra. Nick vertelde laatst wat opa precies doet. ‘Als er een Gert belt, gaat opa naar die Gert toe omdat hij te veel achter de computer zit. Opa zet dan een radiootje in zijn oor dat steeds zegt: niet te veel achter de computer zitten!’ De rol van de Cliëntenraad binnen VNN vindt Bouke erg belangrijk. ‘Het is een medezeggenschapsorgaan dat freewheelt door de hele organisatie. Pas nog schoof ik bijvoorbeeld aan bij de klikgesprekken voor een nieuwe manager: het is belang rijk dat cliënten bij zulke gesprekken vertegenwoordigd zijn.’ En Nick en Julita snappen best dat opa, nu VNN midden in een reorganisatie zit, zelfs afgelopen zondag nog aan het werk was. ‘Soms is het wel vervelend, maar opa heeft wel belangrijk werk.’ Opa doet echter ter plekke een belofte. ‘De volgende keer ga ik niks met VNN doen, dan ben ik het hele weekend voor jullie!’
Deskundigheid die niet uit een boek komt De cliëntenbeweging in de Nederlandse verslavingszorg heeft zich de afgelopen jaren hard gemaakt voor herstelondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid. In 2009 heeft dit, onder leiding van Kennisnetwerk Het Zwarte Gat, geresulteerd in het Handvest van Maastricht. Dit convenant is ondertekend door de Raden van Bestuur van de vijftien instellingen in de verslavingszorg, hun cliëntenraden en het netwerk directeuren verslavingszorg. In het handvest zijn de volgende afspraken vastgelegd: 1. Herstel wordt het leidend principe in de verslavingszorg. 2. Ervaringsdeskundigheid wordt, naast wetenschappelijke en professionele kennis, de derde kennisbron. 3. Iedere instelling richt “proeftuinen” in waarin met herstelondersteunende zorg geëxperimenteerd kan worden. VNN maakt werk van het Handvest van Maastricht. Dat VNN in 2011 begonnen is zich te bekwamen in Oplossingsgericht Werken, is daar een concreet voorbeeld van. Wat is herstelondersteunende zorg? Herstelondersteunende zorg begint met de vraag hoe mensen, ondanks hun beperkingen, de regie van hun eigen leven weer kunnen oppakken en hun maatschappelijke rollen (weer) kunnen vervullen. Het verwezen lijken van eigen kracht gebeurt door het creëren van hoop, “heel worden”, empowerment, verbinding en zingeving. Dit innerlijke veranderingsproces vindt plaats met behulp van ervaringsdeskundige en professionele support. Behalve aan deze “innerlijke voorwaarden” wordt in het herstelproces ook aan externe voorwaarden gewerkt: het realiseren van omstandigheden die herstel bevorderen. Samen met professionals worden de praktische voorwaarden en de structuur georganiseerd die nodig zijn voor wonen, werken en zingeving. Deze twee uitgangspunten, het vormgeven en uitbreiden van interne en externe voorwaarden, vormen het fundament van herstel. Herstel gaat uit van kracht, niet van zwakte, van weerbaarheid en niet van kwetsbaarheid, van de oplossing en niet van het probleem.
Jos Oude Bos Beleidsmedewerker cliëntgestuurde zorgprojecten Voorzitter Kennisnetwerk Het Zwarte Gat
Wat is ervaringsdeskundigheid? Ervaringsdeskundigheid is deskundigheid die niet uit boeken komt, maar is opgedaan door de verwerking van ervaringen. Een ervaringsdeskundige heeft geleerd verslavingsproblemen te hanteren en gebruikt deze deskundigheid om anderen hulp en steun te bieden. Ervaringsdeskundigen kunnen helpen de zorg beter te laten aansluiten op de behoeften van cliënten. Ook bij lotgenotencontacten kan een ervaringsdeskundige goede ondersteuning bieden. In veel Engelstalige landen is al langer ervaring opgedaan met de inzet van ervaringsdeskundigen in combinatie met professionele hulpverlening. Daar is het een waardevolle aanvulling gebleken op de vaak kortdurende therapie. Ervaringsdeskundigen hebben functies als herstelcoach of persoonlijk herstelbegeleider. In Nieuw-Zeeland zijn de competenties die van ervaringsdeskundigen worden gevraagd, beschreven en getoetst. Zestien competenties voor de inzet van ervaringsdeskundigen zijn nu vertaald naar de Nederlandse situatie. Met die competenties kunnen ook in Nederland functies worden ontwikkeld die herstel bevorderen en uitbouwen. Zo kunnen ervaringsdeskundigen een belangrijke rol spelen in de omslag in het leven van cliënten.
omslag nr.1 2012
09
COVERSTORY
Beleven
in plaats van overleven
Door te kleien, tekenen of schilderen kun je dat wat je onbewust bezighoudt, bewust maken. Voor mensen met een verslaving, die vaak het contact met hun gevoelswereld volledig kwijt zijn, is creatieve therapie een uitkomst. tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen
Minder uren Inmiddels is duidelijk geworden dat VNN door de
Het is geen bezigheidstherapie, benadrukt creatief therapeut Corrie Muis. Creatieve therapie is een behandelvorm die wordt ingezet bij psychosociale problemen en psychiatrische problemen. ‘Creatieve therapie wordt geschaard onder de non-verbale therapieën, maar er wordt wel degelijk gesproken over wat je doet, en hoe je dat doet. Beeldend werken doet een appèl op andere mogelijkheden om je te uiten dan gesprekstherapie.’ Ideaal voor moeilijke praters dus. Bang zijn dat je niet goed genoeg kunt tekenen is nergens voor nodig. Doordat je actief iets doet, maak je in het nu iets mee; je doet een ervaring op. ‘Het gaat om die ervaring. Die brengt je in contact met jezelf en met je gevoelens.’
bezuinigingen genoodzaakt is minder uren beschikbaar te stellen voor creatieve therapie. De details waren bij het ter perse gaan van deze Omslag nog niet bekend (red.).
10
Overleven Creatieve therapie is erg geschikt voor mensen met een verslaving. Corrie: ‘Verslaafde mensen zijn vaak helemaal niet bezig hun gevoel te voelen, maar juist weg te stoppen. Of ze zijn alleen maar op zoek naar bepaalde
omslag nr.1 2012
gevoelens. Ze zijn veelal aan het overleven, niet aan het beleven. Dat is natuurlijk niet zonder oorzaak. Er waren moeilijke of heftige ervaringen in hun leven, of ze hebben nooit geleerd hoe je met gevoelens omgaat. En dat heeft meestal een directe link met hun verslaving. Beeldend werken brengt je met jezelf in aanraking. Je bent even op jezelf teruggeworpen: je bent iets aan het maken en voert een soort gesprek met jezelf. Op papier of in klei. Doordat je er daarna naar kijkt en erover spreekt maak je het onbewuste bewust’. Autonomie Door iets te schilderen of te boetseren en je werk daarna te bespreken, kom je gedoseerd, op je eigen tempo in aanraking met datgene waarin je vastloopt. Naast ontdekken wat ze voelen, komen cliënten er door creatieve therapie ook vaak achter wat het verband is met hun verslaving. ‘Dan blijkt bijvoorbeeld dat iemand zich niet gezien heeft gevoeld als kind, dat hij verwaarloosd is.’ Een belangrijk verschil tussen praten over je gevoel en je gevoel ervaren in het uitbeelden, is het gevoel van autonomie dat cliënten hebben, omdat zij zelf iets doen en zij zelf bepalen waar het over gaat. Eindelijk zijn zij weer eens aan zet. ‘Daarnaast krijg je een heel ander beeld van je mogelijkheden, omdat je heel andere dingen doet dan je jaren gewend bent geweest.’
Zelfbeeld Met creatieve therapie kun je heel ver de diepte in gaan: met beelden kunnen mensen terechtkomen bij hele vroege ervaringen, nog van voor ze konden spreken. Corrie werkt met haar VNN-cliënten echter een stuk concreter, ze maakt zichtbaar wat er nu speelt. ‘Het zelfbeeld is vaak onderwerp van gesprek. Mensen met een verslaving ontwikkelen dikwijls persoonlijkheidsproblematiek. Aan de manier waarop mensen werken, kun je ontdekken welke aannames ze over zichzelf hebben. Iemand neemt bijvoorbeeld heel weinig ruimte in, of juist veel. Over het algemeen merk ik dat mensen verrast zijn over deze manier van therapie. Omdat ze ervaren wat er in hen omgaat en het letterlijk voor zich zien, kunnen ze er niet omheen. Dat is wel eens confronterend, maar ook verhelderend en mooi. Je kunt even afstand nemen van je werk of je kunt het eens in de ogen kijken. Maar ook het laten meekijken door een ander, het gezien worden is een belangrijk onderdeel. Tenslotte is er het resultaat, een werkstuk dat blijvend is Het kan een symbool worden voor de ontwikkeling die je doormaakt. Aannames helder krijgen wil nog niet zeggen dat ze voor jezelf, hoe irreëel dan ook, niet meer waar zijn. Wanneer je als kind al de boodschap hebt gekregen dat je niets waard bent, is het hard werken om zo’n aanname bij jezelf
‘Beeldtaal is gewoon taal’ te herkennen en te bestrijden. ‘Dat doe je niet even in een paar weken. Maar je kunt er prima aan werken met creatieve therapie, door je te uiten en te oefenen in het werken met andere beelden en ander gedrag: zo wordt het concreet en zichtbaar.’ Geen abracadabra Corrie vindt haar werk als creatief therapeut erg mooi. ‘Ik vind het nog steeds heel pakkend wat er allemaal gebeurt. Mensen zijn eerst vaak bang dat ze moeten presteren, iets moois moeten maken, en ook voor wat ik misschien allemaal zie in hun werk. Maar het is geen röntgenfoto. We kijken samen naar wat je gemaakt hebt en dan ontstaat er een gesprek over.’ Het is ook geen abracadabra wat ze doet. ‘Beeldtaal is gewoon taal. Heeft iemand het hele papier gebruikt, heeft hij een forse streek, werkt hij heel precies of heel losjes? Is er veel kleur gebruikt, wat voor sfeer heeft het? Het is gewoon gedrag waar je naar kijkt. En dat gedrag komt overeen met hoe je je in het gewone leven gedraagt: wat hier gebeurt, gebeurt vaak in je leven precies zo. En dan is het maar net wat het doel is van de cliënt, wat hij wil leren. Daar kun je creatieve therapie heel goed voor inzetten.’
De Cliëntenraad over creatieve therapie ‘Wij zijn van mening dat creatieve therapie, als non-verbale therapie, niet alleen een uitkomst is voor mensen die niet makkelijk over hun gevoelens praten, maar ook een gewaardeerde afwisseling in de behandeling. Deze mening is gebaseerd op de contacten met cliënten tijdens de locatiebezoeken en op de eigen ervaringen van de cliëntenraadsleden. Hieronder leest u enkele reacties van cliënten die wij opgetekend hebben.’
‘Wat ik heb ondervonden was dat je even je zinnen kon verzetten met iets totaal anders. Er bestaan geen grenzen, je kan overal zijn, over heengaan in je fantasie. Ook het binnenste van jezelf kan er zonder grens of belemmering getoond worden, aan de buitenwereld, geen vooroordeel houdt je tegen. Dus werkt het bij mij louterend.’ ‘Voor mij was het doorkomen van deze uren altijd een beproeving. Netjes schrijven, tekenen, schilderen zijn voor mij altijd een ramp geweest. Grote inspanning met voor mijn gevoel altijd slecht resultaat (ook al zegt iemand duizend keer dat de uitkomst er niet toe doet).’ ‘Bij mij werkt creatieve therapie. Het is een moment van bezinning en op een andere wijze naar problemen kijken. Ik zou daar wel wat meer over kunnen vertellen.’ ‘Creatieve therapie was binnen mijn opname niet nummer één. Dit kwam ook omdat het ‘s avonds gegeven werd in een ruimte die bepaald niet inspirerend was. Wat mij iedere keer opviel was dat de mensen die vooraf tegengas gaven, zeer bevlogen bezig waren met tekenen, schilderen en kleien. Hoofd en gedachten zijn dan blijkbaar los van waarvoor je daar bent.
Ik kijk nog naar een uiltje dat ik daar heb gekleid en beschilderd en kan de gevoelens van toen zo weer oproepen. Gewoon goed!’ ‘Door middel van creatieve therapie kan degene iets kenbaar maken wat hij wil delen met anderen, juist wanneer hij niet bij machte is dit op een andere manier te uiten. Zo heeft hij toch het gevoel dat hij wordt gehoord of gezien. Het is dus tevens een communicatiemiddel.’ ‘Er is nooit gekeken of dit wel zinvol voor mij was. Misschien was het voor mij wel zinvol geweest, wanneer ik in deze tijd aan een oude auto had kunnen knutselen.’ Tot slot een reactie van een van de leden van de Cliëntenraad: ‘Op de locatie, waar ik in mijn functie van CR-lid laatst was, werd de creatief therapeut erg gewaardeerd. De cliënten die ik daar sprak, vonden het erg jammer dat de creatieve therapie drie weken niet doorging wegens vakantie. Er was ook geen vervanging voor en dat vonden zij helemaal niets. Dus, wat de cliënten betreft, moet dit door blijven gaan.’
Namens de Cliëntenraad, Jelly Gras, ambtelijk ondersteuner
omslag nr.1 2012
11
Psychiater Peter Luttikhuizen vindt het een vreemde tegenstelling: in de leerboeken over psychiatrie staat dat je eerst lichamelijke aandoeningen moet uitsluiten, alvorens tot behandeling van de psyche over te gaan, maar in de praktijk gebeurt het nauwelijks. Een tekort aan vitamine B12 bijvoorbeeld kan vergeetachtigheid tot gevolg hebben en uiteindelijk zelfs leiden tot een psychose. ‘En dat terwijl een simpel bloedonderzoek vaak volstaat om een vitaminetekort vast te stellen.’ tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
‘Vaak zijn mensen verrassend geïnteresseerd in hun eigen gezondheid’ Peter Luttikhuizen werkt als psychiater bij de polikliniek van VNN in Groningen en bij BinG, een samenwerkingsverband tussen VNN en GGZ-instelling Lentis op het gebied van dubbele diagnose-behandeling. Zijn cliënten bij de polikliniek omschrijft hij als in het algemeen zelfredzame mensen, die naast een alcohol en/of drugsverslaving vaak lijden aan angststoornissen en depressies. Bij BinG ziet hij veel “hardcore-gebruikers”: mensen die al talloze behandelingen achter de rug hebben en vaak dakloos zijn. Onder hen komen veel ernstige verslavings- en psychiatrische problemen voor. Problemen met opname voedingsstoffen ‘Wat de meeste drugsgebruikers gemeen hebben, is dat voeding voor hen oninteressant geworden is. Hongergevoelens zijn er nauwelijks meer, die worden onderdrukt door de drugs of aangezien voor een lichamelijke behoefte aan drugs.
12
omslag nr.1 2012
Alcoholisten eten doorgaans beter, maar alcoholgebruik remt de opname van voedingsstoffen.’ Tekort aan vitamine B en D Het is een bekend gegeven dat alcoho listen nogal eens een vitaminetekort hebben, met name aan vitamine B. Waar wordt dit door veroorzaakt? ‘Mensen die veel drinken, eten vaak voedingsmiddelen waar weinig vitaminen inzitten, zoals fast food. Bovendien wordt de opname van voedingsstoffen bemoeilijkt door de maag- en darmschade die alcoholisten vaak hebben. Overigens zie je ook bij veel cocaïnegebruikers problemen met de opname van voedingsstoffen.’ In een recente richtlijn wordt alcohol verslaafden geadviseerd vitamine B1 en vitamine B-complex te gebruiken. Deze zijn in tabletvorm verkrijgbaar bij apotheek en drogist, maar worden helaas niet ver-
goed door de zorgverzekeraar. ‘Overigens gaan er weleens geluiden op om vitamine B1 aan bier toe te voegen, maar tot op heden is dat er niet van gekomen.’ Een tekort aan vitamine B kan ook een oorzaak zijn van de gebitsproblemen die veel drugsverslaafden hebben. ‘In het algemeen gaat bij mensen die verslaafd zijn aan drugs, de gezondheid van het tandvlees achteruit’, vertelt Peter Luttik huizen. ‘Daarnaast tasten de zuren in drugs het gebit aan en remmen drugs de speekselproductie.’ Naast een tekort aan vitamine B hebben veel alcohol- en drugsverslaafden een gebrek aan vitamine D. Een vitamine die je via voeding binnen kunt krijgen, maar die ook door zonlicht wordt aangemaakt. ‘Veel verslaafden leven ’s avonds en ’s nachts en komen overdag dus weinig buiten, in de zon zitten brengen ze moeilijk op. Als je dan ook nog matig eet en
‘Alles aan mij wat niet goed functioneert, heb ik nu aangepakt’ Margriet (51) kampt al jaren met zowel een alcoholverslaving als een depressie. Kort geleden werd bij haar een ernstig tekort aan biotine (vitamine B) vastgesteld, evenals een tekort aan vitamine D. Hierdoor heeft ze een verlaagde weerstand, met als gevolg onder andere een longontsteking en een maag-/ darmontsteking.
weinig zuivelproducten gebruikt, loop je grote kans op een gebrek aan vitamine D.’ Zoetigheid Van drugsverslaafden wordt vaak gezegd dat ze veel behoefte hebben aan zoetigheid. ‘Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat drugsgebruik het dopamine-systeem* en het serotonine-systeem** overbelast, zodat na gebruik de hoeveelheid serotonine afneemt en dat de gebruiker dit -onbewust- probeert aan te vullen met koolhydraten, als bouwstenen van serotonine’, zegt Peter Luttikhuizen. Boter op je brood Is er iets wat een verslaafde zelf zou kunnen doen om een vitaminetekort te voorkomen? ‘Heel simpel, om te beginnen is boter op je brood smeren al een goede zaak. Ook het in de gaten houden van je vitamine B- en D-gehalte kan nooit kwaad.’ Baclofen, wondermiddel of niet? Vanzelfsprekend volgt Peter Luttikhuizen de ontwikkelingen op zijn vakgebied op de voet. Zo was hij een van de eerste psychiaters binnen VNN die het middel baclofen voorschreef, een middel waar veel verslaafden hun hoop op gevestigd hebben, omdat het de zucht naar alcohol zou verminderen. Het middel, van oor-
sprong een spierverslapper, is echter niet onomstreden, omdat de effecten van het gebruik op lange termijn nog niet goed onderzocht zijn. Ook onderzoeken naar de werking van de verschillende vitaminen interesseren hem. ‘Zo is duidelijk geworden dat een gebrek aan vitamine B12 een rol speelt bij angst en depressie en blijkt vitamine B3 niet alleen cholesterolverlagend te werken, maar ook als slaapmiddel gebruikt te kunnen worden. Dat vind ik boeiende zaken.’ Peter Luttikhuizen wil tot slot nog graag kwijt dat hij het jammer vindt als cliënten en behandelaars tijd verliezen met een aandoening die een psychische oorzaak lijkt te hebben, terwijl later blijkt dat die (al dan niet deels) veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld een gebrek aan vitamine B12. ‘En als een vitaminetekort duidelijk blijkt uit bloedonderzoek, zul je zien dat je cliënten echt wel geïnteresseerd zijn in hun eigen gezondheid, in tegenstelling tot wat je misschien gedacht had, gezien hun alcohol- of drugsgebruik.’ * Het dopamine-systeem is stimulerend en speelt een grote rol bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn. ** Het serotonine-systeem werkt als regulator van het dopamine-systeem en heeft invloed op stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust.
‘In feite eet ik al jaren slecht. De alcohol in combinatie met mijn depressie zorgt ervoor dat ik nauwelijks honger voel. Ik ben al vroeg begonnen met drinken, vanwege mijn ellendige jeugd. Ook het zwaarmoedige zat er vroeg in; dat was ik als kind al.’ ‘Begin januari heb ik gehoord dat ik een tekort heb aan biotine en vitamine D. Om de tekorten aan te vullen, slik ik capsules. Het effect merk ik nu nog niet, omdat ik nog maar kort geleden begonnen ben met het slikken. Ik heb vaak huidproblemen, dat kan te maken hebben met het biotine-tekort.’ ‘Voor mijn depressie ben ik heel goed behandeld in het UMCG, maar met mijn verslaving konden ze daar niet zoveel. Bij VNN en in het bijzonder bij mijn behandelaars Wiendelt en Peter, ben ik goed op mijn plek. Mijn verslaving, depressie en vitaminetekort worden nu gezamenlijk aangepakt en daar ben ik ontzettend blij mee.’ ‘Ik heb eindelijk het gevoel dat ik op de goede weg ben. Ik ben helemaal in revisie: alles wat er niet goed functioneert, heb ik nu aangepakt. Ik zal de rest van mijn leven antidepressiva moeten slikken, maar dat vind ik niet erg. Definitief gestopt met alcohol ben ik niet. Af en toe schiet ik nog weleens uit de bocht. Onlangs ben ik begonnen met baclofen. Ik hoop dat dit middel ervoor zorgt dat ik de trek in alcohol kwijtraak. Ik ben het zat om altijd maar weer het gevoel te hebben dat ik móet drinken.’ ‘Ik hoop dat ik nog iets mag zeggen over de bezuinigingen in de GGZ. Die zijn zo dom. Ik snap niet hoe de minister de mensen in de GGZ en de verslavingszorg zo in de steek durft te laten!’
omslag nr.1 2012
13
ketenpartner
‘Wederzijds
respect en begrip voor elkaars werk’
In deze eerste aflevering van een nieuwe serie waarin ketenpartners van VNN aan het woord komen, vertelt Piet van Houten, plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel, over de samenwerking van zijn organisatie met VNN. tekst: Lianne Zijlstra. fotografie: Robert van der Molen
14
omslag nr.1 2012
De PI Ter Apel en VNN werken al jarenlang samen en hebben elkaar hard nodig. Een drugsvrije gevangenis is een utopie, ook in Ter Apel. De PI voert wel een “drugsontmoedigingsbeleid”. De meeste drugs in de gevangenis worden meegenomen door bezoekers en een bezoeker die betrapt wordt op het invoeren van drugs, wordt voor drie maanden de toegang ontzegd. Toch gebeurt het volgens Van Houten ‘met enige regelmaat’ dat bezoekers drugs meenemen. ‘Omdat we bezoekers alleen mogen fouilleren en niet visiteren (onderzoeken of iemand op of in het lichaam drugs verbergt, red.), kunnen we drugs nooit helemaal buiten de gevangenis houden. Bovendien mogen gedetineerden die al langer vastzitten, bezoek
zonder toezicht ontvangen. Dan is voor ons dus helemaal niet te controleren of bezoekers drugs meenemen. Een ander probleem is dat veel gedetineerden met een drugsverslaving elkaar kennen uit de “scene”. Het contact is zo weer gelegd, ook binnen de muren van de gevangenis’, aldus Piet van Houten. ‘Er zijn altijd wel momenten waarop gedetineerden even contact met elkaar kunnen hebben.’ Afstand Vanwege de afstand is de samenwerking tussen beide organisaties niet altijd makkelijk. ‘Wij moeten niet vergeten dat de afstand tot Ter Apel als vrij groot ervaren wordt. Vanuit Groningen ben je toch drie kwartier onderweg. In het Veiligheids-
PI Ter Apel
De Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel is zowel een Huis van Bewaring als een gevangenis, met ruimte voor 434 gedetineerden. De PI is in eerste instantie bedoeld voor het arrondissement (rechtsgebied) Groningen. PI Ter Apel heeft een samenwerkingsverband met de PI’s in Leeuwarden, Hoogeveen en Veenhuizen. De PI is oorspronkelijk gebouwd voor “vreemdelingenbewaring”: er verbleven buitenlanders die illegaal in Nederland waren en in afwachting waren van uitzetting, maar die geen strafbare feiten hadden gepleegd. De huidige PI herbergt nog een aantal illegaal in Nederland verblijvende mensen dat een strafbaar feit heeft begaan en na hun detentie eventueel uitgezet wordt. Het terrein van de PI was vroeger in gebruik als depot van de NAVO. Jarenlang werd en Amerikaans legermaterieel beheerd. Midden jaren negentig vertrok de NAVO uit Ter Apel. Om de werk gelegenheid in de regio te behouden, werd er gezocht naar alternatieven. Behalve de PI zit er in Ter Apel onder meer de centrale ontvangstlocatie en een asielzoekerscentrum van het COA, het Centraal Orgaan voor Asielzoekers.
huis is daarom indertijd een beveiligde cameraverbinding gerealiseerd, zodat reclasseringswerkers geregeld even met hun cliënten konden praten zonder daarbij reistijd kwijt te zijn. Inmiddels is die apparatuur enigszins verouderd en kunnen onderdelen nauwelijks meer geleverd worden, maar eigenlijk zouden we zo’n beveiligde verbinding weer nieuw leven moeten inblazen.’ Meer faciliteren Zijn eigen organisatie kan volgens Van Houten ‘nog wel wat meer faciliterend zijn richting VNN’. ‘Het dagprogramma van de gedetineerde is altijd bepalend voor het moment waarop de VNN’er met de gedetineerde kan praten. In het plannen van
afspraken zouden wij wel wat flexibeler kunnen zijn; van oudsher zijn wij natuurlijk een strak geregelde en intern gerichte organisatie, die een wereld op zich vormde en waar de buitenwereld niet zomaar binnen kwam. Tegenwoordig ontvangen wij mensen van allerlei organisaties binnen onze muren en dat is voor alle partijen goed.’ Samenwerking De samenwerking tussen de PI ter Apel en VNN speelt zich op twee fronten af. Zowel vanuit de reclassering als de Forensische Polikliniek liggen er samenwerkingsverbanden met de PI. ‘Tot een aantal jaren geleden werkten reclasseringswerkers hoofdzakelijk vanuit de gevangenis. Dat is nu niet meer zo, maar wij vinden het belangrijk dat de deur openstaat voor onze ketenpartners en dat ze onderdeel uitmaken van onze organisatie. Zo hebben wij voor de medewerkers van VNN een vaste werkplek ingericht, die ze delen
‘Het voordeel van de medewerkers van VNN vind ik dat doordat ze zoveel ervaring hebben met verslaafden en de terugvallen die deze mensen vaak hebben, er doorgaans meer rek in hun elastiek zit dan in het elastiek van de gemiddelde inrichtingswerker. Wat beide groepen gemeen hebben is dat ze de ander inzicht in hun werkzaamheden geven, wat het onderlinge respect voor elkaar en elkaars werk bevordert. Zichtbaar maken waar je mee bezig bent en waarom is wat mij betreft essentieel voor een goede samenwerking.’ Aandachtspunt Als aandachtspunt voor de samenwerking noemt Van Houten het elkaar op de hoogte houden. ‘Het is heel belangrijk dat medewerkers van beide organisaties elkaar blijven informeren op het niveau van de individuele cliënt. Als je elkaar goed informeert is er vaak ook meer begrip voor onderlinge verschillen.
‘Het WORDT TIJD DAt we ons niet alleen op drugsverslaving focussen’ met medewerkers van de PI en waarbij ze de mogelijkheid hebben in te loggen op hun eigen systeem. Ook hebben de VNN’ers pasjes waarmee ze zich (redelijk) vrij door het gebouw kunnen bewegen en ook gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld onze kantine. Dat klinkt heel gewoon, maar vroeger was dat zeker niet gebruikelijk. Toen moest er altijd iemand van de PI meelopen als een medewerker van een andere organisatie bijvoorbeeld een kop koffie wilde halen.’ Van Houten is tevreden over de samen werking met VNN, zowel met de medewerkers als met het management. ‘De bevlogenheid en de betrokkenheid van de medewerkers van VNN is prachtig. Het is mooi om te zien hoe de PIW’ers, de Penitentiair Inrichtingswerkers, de MMD’ers (medewerker Maatschappelijke Dienstverlening), trajectbegeleiders en de medewerkers van VNN met elkaar omgaan. Er is echt sprake van wederzijds respect en begrip voor elkaars werk. Ook ben ik trots op de zaken die we samen ontwikkeld hebben, zoals de veelplegersaanpak en het daaruit voortvloeiende Handboek Veelplegers.’
Zo was het voor ons als PI soms lastig als een gedetineerde naar het IMC ging (kliniek van VNN voor mensen die met justitie in aanraking zijn geweest, red.) en daar vervolgens wegliep. VNN heeft niet de mogelijkheid om iemand vast te houden, maar als PI blijven wij verantwoordelijk voor een gedetineerde, ook als hij tijdens detentie elders verblijft. Voor beide partijen een lastige situatie. Tegenwoordig hebben we veel eerder contact met elkaar en zodra het personeel van het IMC denkt dat er ook maar een kans is dat een gedetineerde wegloopt, nemen ze contact met ons op.’ Plannen Samenwerkingsplannen voor de toekomst heeft Van Houten zeker. ‘Het wordt tijd dat we ons niet alleen op drugsverslaving focussen, maar ook aandacht gaan besteden aan alcoholverslaving. Daarom zullen medewerkers van VNN binnenkort een training gaan geven aan gedetineerden met een alcoholverslaving, die -gedwongen door hun verblijf in de gevangenis- overigens al wel gestopt zijn met drinken.’
omslag nr.1 2012
15
Opvallend Drank- en drugsgebruik extreem hoog in jeugdzorg en speciaal onderwijs Jongeren in de jeugdzorg en het speciaal onderwijs drinken, blowen en roken aanzienlijk meer én eerder dan hun leeftijdgenoten in het regulier onderwijs. Dat blijkt uit het onderzoek Explore van het Trimbos-instituut en Universiteit Utrecht. De afgelopen 3 jaar vroegen onderzoekers van het Trimbos-instituut zo’n 3.000 jongeren van 12 tot en met 18 jaar naar hun gebruik van alcohol, tabak en drugs. Het onderzoek heeft veel nieuwe en concrete gegevens opgeleverd over het middelengebruik in de jeugdzorg en het speciaal onderwijs. Op basis hiervan stellen de onderzoekers bruikbare adviezen en interventies voor hulpverleners op. Jongeren in de jeugdzorg en in het speciaal onderwijs zijn gevoelig voor overmatig middelengebruik, zo blijkt uit de eerste resultaten. Zo heeft 33 procent van de onderzochte 12- en 13-jarigen in de jeugdzorg al eens geblowd. In het speciaal onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen -de vroegere ZMOK-scholen- is dat 20 procent. Ter vergelijking: in het regulier onderwijs geldt dat voor slechts 4 procent. Ook rookt bijna een kwart van deze leeftijdsgroep in de jeugdzorg dagelijks sigaretten. Buiten de jeugdzorg geldt dat voor maar zo’n 1 procent van de 12- en 13-jarigen.
16
omslag nr.1 2012
Ook drugs verminderen rijvaardigheid Dat alcohol een belangrijke oorzaak is van verkeersongevallen, is bekend. Maar ook drugs verminderen de rijvaardigheid, zo blijkt uit de studie van psycholoog Wendy Bosker die op 20 januari is gepromoveerd aan de Universiteit Maastricht.
Alcohol en verkeer Iedereen die met te veel alcohol op achter het stuur kruipt en betrapt wordt door de politie, kan met de bestuursrechtelijke maatregelen van het CBR, het Centraal Bureau Rijvaardigheid, te maken krijgen. Het CBR maakt onderscheid tussen beginnende en ervaren bestuurders. Zo levert rijden onder invloed voor de beginnende bestuurder weliswaar geen strafpunten op, maar deze wordt eerder dan de ervaren bestuurder naar de EMA-cursus gestuurd. Er zijn vier zogenaamde Educatieve Maatregelen die het CBR kan opleggen: • de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA) • de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) • de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) • het Alcohol Slot Programma (ASP) Verslavingszorginstellingen, waaronder
In haar proefschrift gaat Bosker hoofdzakelijk in op het effect dat cannabis en xtc hebben op de rijvaardigheid. Een opvallende conclusie is dat vooral lichte gebruikers van cannabis daar last van hebben in het verkeer. Voor zware gebruikers blijkt dat minder te gelden. Maar als ze naast cannabis ook alcohol gebruiken, wordt hun rijvaardigheid net zo goed beïnvloed. In het geval van xtc is het vooral slaapgebrek dat de gebruikers parten speelt als ze de weg op gaan. In haar onderzoek besteedt Bosker ook aandacht aan de speekseltesten die bedoeld zijn om automobilisten op cannabisgebruik te betrappen. Volgens Bosker moeten deze testen nog veel specifieker worden en beter aangeven in hoeverre de rijvaardigheid van de cannabisgebruiker verminderd is.
VNN, voeren drie van de vier maatregelen uit; alleen het Alcohol Slot Programma wordt uitgevoerd door een andere organisatie. Aangehouden en dan? De gevolgen van rijden onder invloed kunnen ingrijpend zijn. Als voorbeeld een willekeurig krantenbericht: ‘Een 40-jarige inwoner van Drachten werd donderdag door de politie aangehouden. Het rijgedrag van de man viel op, omdat hij slingerend over de provinciale weg reed. Bij een ademanalyse op het politiebureau bleek hij een promillage van 1,2 te blazen. De politie maakte proces-verbaal op en de man kreeg een rijverbod van 6 uur opgelegd.’ Naast het betalen van een boete van € 600, moet deze man deelnemen aan de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA), een driedaagse cursus waarvoor hij € 714,- moet betalen. Als hij niet deelneemt, zal het CBR zijn rijbewijs ongeldig verklaren. Bovendien zal de man bij een eventuele tweede aanhouding (met voor het gemak
maar even hetzelfde promillage) moeten vóórkomen en een boete moet betalen van € 750,-. Daarnaast zal hij een rijontzegging van 4 maanden opgelegd krijgen en zal het CBR hem verplichten om een alcoholslot (een startonderbreker) te laten inbouwen. De kosten hiervan zijn rond de € 3000,-. Wijzigingen Met ingang van 1 juni 2011 is in het strafrecht een aantal wijzigingen doorgevoerd: boetes zijn verhoogd, rijbewijzen worden eerder en langer ingehouden en de mogelijkheid bestaat om bij een tweede keer aanhouding met een promillage boven de 1,3 het rijbewijs ongeldig te verklaren. Dat betekent dat de betrokkene opnieuw examen moet doen. Verder is per 1 december het Alcohol Slot Programma (ASP) ingevoerd door het CBR. Personen die aangehouden worden met een promillage boven 1,3 moeten deelnemen aan het ASP; bij niet deelnemen wordt het rijbewijs ongeldig verklaard. Zie voor meer informatie www.cbr.nl.
omslag nr.1 2012
17
Vanaf november 2011 heeft een nieuwe voorziening van VNN haar deuren geopend: de woontraining voor justitiabelen te Franeker, voorheen “In Nij Begjin”. Er is plaats voor twaalf cliënten. Woonbegeleider Margriet van der Veen vertelt aan Omslag over het hoe en waarom.
TEAM CENTRAAL
Woon training
voor justitiabelen, Franeker
Waarom een nieuw aanbod? ‘Er was binnen het zorgaanbod van VNN behoefte aan een specifieke plek voor woontraining en woonbegeleiding van cliënten met een justitiële titel, deels omdat dat aanbod te versnipperd binnen VNN aanwezig was. Mede daardoor benutte VNN ook onvoldoende het beschikbare budget voor de forensische zorg. Het is niet zo dat “In Nij Begjin” niet meer voldeed, of dat we te weinig aanbod hadden. Ik hoop dat die oude doelgroep elders goed terechtkomt.’ Wat is het verschil in begeleiding toen en nu? ‘Wat ik wel een uitdaging vind is het aanleren van een nieuwe manier van werken. We hebben nu bijvoorbeeld duidelijk meer structuur in het programma nodig. Die structuur moeten we ook tot aan het einde vasthouden, gedurende de verschillende fases. Bij deze doelgroep is het bieden van structuur en duidelijke regels heel belangrijk.’ Hoe ziet het programma er op hoofdlijnen uit? ‘Om te beginnen moet men drie dagen per week werken.
18
omslag nr.1 2012
Dat organiseren we met behulp van verschillende organisaties, binnenkort samen met stichting “WerkPro”. Op die manier gaan bewoners arbeidsritme opdoen. Daarnaast is ook het volgen van een opleiding mogelijk. Ook doen we aan schuldsanering en verzorgen we allerlei trainingen hier in huis, zoals de resocialisatiegroep, waarin bewoners sociale vaardigheden aanleren. We werken met een individuele competentielijst, waarin een bewoner op acht leefgebieden aangeeft waar hij of zij aan wil werken tijdens het verblijf. In het begin stellen we met de bewoner de leerdoelen vast: waar wil hij of zij vooral aan werken? We hebben wekelijkse themagroepen. Verder is er natuurlijk ook een standaard dagstructuur, met corvee, koken, enzovoort en is er de individuele begeleiding door de mentoren.’ Wat wordt er gevraagd van de bewoners? ‘Je moet hier iets willen, gemotiveerd zijn iets van je leven te maken. Alleen willen wonen is niet genoeg, we zijn geen sociaal pension.
Op de voorgrond, van links naar rechts: Anis Lopulisa, Margriet Willemse, Anita Veenstra en Cisca Aichmann. Op de achtergrond, van links naar rechts: Johan Hiemstra en Ritske Boonstra.
tekst: Joep de Bree fotografie: Robert van der Molen
Ook moet je een bepaalde mate van vrijheid aankunnen en dus zelfdiscipline hebben. We kijken natuurlijk ook wel of iemand in de groep past. Iemand moet hier toch wel redelijk stabiel zijn. Te zware problematiek kunnen we hier niet hanteren, daar is Beschermd Wonen in Hoogezand een betere voorziening voor.’ Hoe lang kun je hier verblijven? ‘Minimaal een half jaar tot ongeveer negen maanden, het hangt een beetje van de individuele situatie af; de een heeft meer tijd nodig dan de ander. Daarna helpen we bewoners om vaste huisvesting te vinden, met eerst nog ambulante woonbegeleiding.’ Hoe groot is jullie team? ‘Bij elkaar zeven mensen. In wisselende diensten zijn wij hier tot tien uur ’s avonds aanwezig. Ook dat is weer een reden dat we hier geen bewoners kunnen hebben die continu aandacht en zorg nodig hebben. We willen natuurlijk ook dat alles na tien uur ‘s avonds beheersbaar blijft, zeker omdat je midden in een woonwijk zit.’
Wie zijn jullie verwijzers? ‘Met name de reclassering, via de Forensische Polikliniek van VNN. Ook verwachten we instroom vanuit de klinieken en de diverse penitentiaire inrichtingen. Wij zijn nu bezig met het organiseren van een voorlichtingsrondje langs meerdere organisaties om naamsbekendheid te krijgen.’ Wat mag hier qua middelengebruik? ‘Niets. Gebruik is niet toegestaan in huis. We kunnen geen bewoners onder invloed gebruiken, uiteraard ook niet als ze buitenshuis hebben gebruikt of gedronken. We controleren daar standaard twee keer per week op en gebruik in huis betekent “einde oefening”. Een methadon programma is wel mogelijk.’
omslag nr.1 2012
19
‘De houten kralen zijn mijn opa en oma van moederskant. Hout staat voor platteland, boerderij. Mijn moeder is de houten kraal die daaruit voortkwam. De groene kraal is mijn opa van vaders kant (rust en gezelligheid). De andere kraal staat voor mijn oma, die gesteld was op “goede afkomst” en vooruit komen in het leven. Mijn vader is de donkerrode kraal, in de kluwen van het huwelijk tussen mijn ouders. Mijn zusje en mijn moeder staan dicht bij elkaar, mijn vader is vertrokken en ik ben mijn eigen weg gegaan. Een weg die uiteindelijk leidde naar verslaving en vastzitten in een neerwaartse spiraal. Mijn vriend was ook verslaafd. Toen ik zwanger raakte ben ik opgenomen en toen ons zoontje vier maanden was, is mijn vriend ook opgenomen. Wij hebben een begin gemaakt om voor ons kind (en voor onszelf) een mooie cleane toekomst op te bouwen, in ons eigen droomhuisje onder de regenboog.’ Een moeder en bewoner van De Lage Kamp (gezinskliniek van VNN)