Merkeffecten via digitale media Complexiteit remt potiëntiele groei
iab. Merkeffecten via digitale media | 1
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Het digitale eiland
4
Hoofdstuk 1.1
Wel of geen massamedium?
4
Hoofdstuk 1.2
Plaats binnen organisatie
5
Hoofdstuk 1.3
Van paid naar owned media
6
Hoofdstuk 1.4
Rol externe partners versterkt versnippering
6
Hoofdstuk 1.5
Complexiteit
7
Hoofdstuk 2
Noodzaak tot optimaliseren kennisniveau
8
Hoofdstuk 2.1
Experimenteren leidt tot kennis
8
Hoofdstuk 2.2
Publishers schieten tekort
8
Hoofdstuk 2.3
Verkopers nieuwe stijl
9
Hoofdstuk 2.4
De macht van topadverteerders
9
Hoofdstuk 2.5
Strategische opleiding gevraagd
9
Hoofdstuk 3
Meten is weten, behalve bij digital branding
10
Hoofdstuk 3.1
Performance vs. Branding
10
Hoofdstuk 3.2
Terug naar een beperkte set KPI’s
10
Hoofdstuk 3.3
Aanpassen bestaande instrumenten
10
Hoofdstuk 3.4
Verenigen industrie vergroot bereik
11
Hoofdstuk 4
Kansen voor uitgevers, adverteerders en bureaus
12
iab. Merkeffecten via digitale media | 2
Mind the Gap! Er is op dit moment geen mediatype dat zo snel groeit als digitaal. Digitale reclame is de laatste 10 jaar van 100 miljoen naar één miljard euro omzet gegroeid. Toch wordt deze jaarlijkse groei bedreigd door een toenemende kloof tussen adverteerders en digitale publishers. Dit is met name zichtbaar in de rol die digitale marketing speelt bij het bouwen van een merk. Er is namelijk een duidelijke toename te zien in bestedingen op het gebied van performance. De bestedingen gericht op branding van merken, zoals naamsbekendheid of imago blijven echter ver achter. Adverteerders raken de weg kwijt in het digitale ecosysteem en uitgevers, reclame- en mediabureaus weten adverteerders hier onvoldoende in te sturen en transparantie te bieden. De branche mist op dit moment het zelfregulerend vermogen om de problematiek aan te pakken. Niet alleen is er een noodzaak tot betere samenwerking tussen partijen en afstemming ten aanzien van het meten van effectiviteit, maar ook het kennisniveau moet aanzienlijk omhoog. Kortom, het grote potentieel van digitale media wordt door marketeers nog onvoldoende benut. IAB Nederland deed een verkennend maar tevens uitgebreid onderzoek naar de oorzaken hierachter. Welke kansen liggen er voor de verschillende partijen? Er zijn diepte-interviews gehouden met de top 20 grootste adverteerders van Nederland en er zijn surveys afgenomen onder de uitgevers. Joris van Heukelom Voorzitter IAB
iab. Merkeffecten via digitale media | 3
1. Het digitale eiland Het digitale medium is heel anders dan de traditionele mediatypen die we kennen. Digitaal wordt binnen organisaties beleidsmatig vaak op een eiland geplaatst.
1.1 WEL OF GEEN MASSAMEDIUM? Wanneer de betekenis van het woord ‘massamedium’ opgezocht wordt in het woordenboek krijgt men het volgende: ‘Een communicatiemiddel dat de massa van het volk bereikt, zoals thans radio en televisie.’ Digitale media worden zelden opgenomen in de lijst van massamedia. Dit heeft alles te maken met de versnippering van het digitale landschap. Merken willen op grote schaal invloed uitoefenen en dit wordt met digitale media minder eenvoudig gerealiseerd dan met een commercial op televisie. Digitale media worden wel ingezet als middel voor engagement, activatie en (in)directe verkoop.
“We zien online primair als medium om engagement en activatie te stimuleren, voor sommige doelgroepen kan het ook als bereiksmedium interessant zijn, maar dit is vaak additioneel en secundair” Roderik de Maar, Beiersdorf
iab. Merkeffecten via digitale media | 4
1.2 PLAATS BINNEN ORGANISATIE Adverteerders worstelen waar ze digitaal moeten plaatsen in de organisatie. Marketeers kunnen niet altijd het gehele complexe digitale ecosysteem overzien waardoor er versnippering ontstaat of een aparte tak opgezet wordt. Het marketingteam beheert bijvoorbeeld niet de eigen website, terwijl ze wel de verantwoordelijkheid dragen voor interactieve campagnes. Wanneer alle digitale activiteiten binnen één apart team worden geplaatst, loopt de organisatie het risico dat digitaal als eiland fungeert en onvoldoende is geïntegreerd in de overall strategie. Hetzelfde gevaar ontstaat wanneer verschillende afdelingen digitaal ‘erbij nemen’. Als we kijken naar de allocatie van budgetten van adverteerders zien we dat het budget voor digitale marketing vaak verdeeld is over verschillende plekken. Er is behoefte aan een digital director die het totale strategische overzicht houdt. De plaats van digitaal binnen een organisatie is overigens ook afhankelijk van de verkoopkanalen die het bedrijf hanteert. Merken die gericht zijn op verkoop via internet blijken optimaler ingericht op digital marketing dan bedrijven die voornamelijk via de traditionele weg verkopen.
“Het budget ligt op veel plekken.” Jarno Stolk, KPN “Ik geloof niet in digitaal als een los communicatiemiddel. Het is een integraal onderdeel van je mediamix” Manon Daggers, PepsiCo
iab. Merkeffecten via digitale media | 5
1.3 VAN PAID NAAR OWNED MEDIA Adverteerders houden zich bezig met digital paid media zoals banners en pre-roll advertising, met earned media, zoals social media en ook steeds meer met owned media, wetende eigen kanalen met content. Er is een duidelijke verschuiving zichtbaar in de budgetten van paid media naar owned media. Binnen de earned media ligt vooral de nadruk op interactie met de consument, maar hier worden zelden directe merkdoelstellingen bereikt. Deze doelstellingen worden wel nagestreefd binnen de eigen content-kanalen van de adverteerder, maar dit moet dan wel gebeuren met de juiste content. Wanneer je als bedrijf 24 uur per dag aanwezig wil zijn met relevante content kost je dat veel tijd, vooral voor kleine adverteerders die geen gebruik kunnen maken van een internationale content library, zoals bijvoorbeeld Unilever die heeft. Daarbij hebben adverteerders vaak niet de juiste mensen in huis om deze relevante content te kunnen maken. Hier ligt een kans voor publishers en andere externe partijen om deze rol op te pakken.
1.4 EXTERNE PARTNERS VERSTERKEN VERSNIPPERING Doordat adverteerders worstelen met het inbedden van digitaal in de organisatie en de complexiteit van het ecosysteem worden externe partners aangetrokken. Niet één bureau, maar verschillende partijen zijn nodig om te kunnen voorzien in de behoeften van adverteerders. Het traditionele reclamebureau is sterk in het bouwen van het merk en het in de gaten houden van de merkwaarden, maar mist vaak expertise in het bedenken van online concepten. De nieuwe generatie reclamemakers zijn hier veel creatiever in. Echter, deze bureaus zijn van oorsprong geen echte merkenbouwers. Kortom, de adverteerder heeft niet alleen moeite met het inbedden van digitaal in de eigen organisatie, maar ook bij externe partners is er veel versnippering wat de overall digitale strategie in de weg staat. Het is lastig voor de adverteerder om de verschillende bureaus aan te sturen en er is daarom behoefte aan een regisseur die tussen de adverteerders en bureaus instaat.
“Wij kijken altijd kritisch naar de toegevoegde waarde van online bestedingen als onderdeel van onze campagnes, maar het kan zijn dat budgetten niet toereikend zijn om online aanvullend in te zetten.” Birgit Blomberg, Campina “We willen niet weten welk bureau welk idee heeft verzonnen, we willen dat ze samenwerken.” Willem-Albert Bol, Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 6
1.5 COMPLEXITEIT Wanneer adverteerders een bepaald marketingbudget in willen zetten bij televisie zijn er in principe drie grote partijen waarmee onderhandeld moet worden. Wanneer men ditzelfde budget wil investeren in digitaal zijn er ontelbaar veel relevante partijen. Iedere site heeft een bepaald bereik, een bepaalde doelgroep en voor iedere partij moet vaak andere relevante content in een andere vorm worden gemaakt. Dit vraagt veel mankracht en dus productiekosten. Het resultaat van deze extra inspanning en kosten is daarnaast veel moeilijker aan te tonen dan bij een campagne op televisie. De adverteerder ervaart een grote mate van complexiteit wanneer hij met vijf of zes lokale uitgevers wil werken. Er is niet één standaard waarmee gewerkt wordt, maar iedere uitgever hanteert zijn eigen principes en regels. Volgens Joris van Heukelom, voorzitter van het IAB, maken lokale uitgevers het adverteerders onnodig lastig: ‘Er is vanuit de uitgevers weinig empathie met de adverteerders. Een voorbeeld is het tailormade moeten maken van campagnes vanwege de aparte formaten die elke uitgever aanhoudt, net als een team van eigen verkopers. Dat maakt het heel lastig voor grote adverteerders om hier zaken te doen. Bij een televisiecampagne bijvoorbeeld is het one-size-fits-all, terwijl men bij digitale media met verschillende maten en vormen moet werken. De homepage take-overs van Nu.nl en de Telegraaf zijn compleet verschillend.’ Door deze complexiteit wenden adverteerders zich steeds vaker tot grote internationale uitgevers als Google en Facebook. Deze partijen maken het voor de adverteerders veel gemakkelijker, consistenter en transparanter.
“De creatie online is vaak erg arbeidsintensief. Als je het goed wilt doen, heb je ontzettend veel varianten nodig. Dan staan de plaatsingskosten niet meer in verhouding tot de creatiekosten.” Esmee Rozemeyer, Ahold “Er zitten heel veel operationele zaken aan, dat zijn veel uren als je het relateert aan het budget dat wordt weggezet.” Jarno Stolk, KPN
iab. Merkeffecten via digitale media | 7
2. Noodzaak tot optimaliseren kennisniveau Een andere oorzaak van de kloof tussen adverteerder en externe partijen bevindt zich in het kennisniveau van digitale media. De expertise bij de betrokken partijen binnen het digitale ecosysteem is op dit gebied betrekkelijk laag.
2.1 EXPERIMENTEREN LEIDT TOT KENNIS Er is geen wereld die zo snel verandert en zich zo snel ontwikkelt als de digitale mediabranche. Dit vergt veel aanpassingsvermogen en inzicht van marketeers. Een van de belangrijkste vragen waar marketeers dagelijks mee worstelen is: ‘Hoe zet ik digitale media zo optimaal mogelijk in?’ Het antwoord op deze vraag is moeilijk te beantwoorden omdat er te weinig kennis is bij de marketeers over de mogelijkheden van het digitale speelveld. De meeste kennis is te vinden bij bedrijven die de tijd hebben genomen om te experimenteren. Dankzij deze experimentele fase hebben de bedrijven zich mee kunnen ontwikkelen met de branche en lopen ze vandaag de dag voorop. Het is een goede manier in deze veranderende tijden om concurrenten voor te kunnen blijven, vindt Lauren van der Heijden, directeur IAB: ‘Ondanks het feit dat je er als adverteerder pas morgen geld mee verdient is het wel belangrijk om op alle gebieden, zowel bij performance als branding doelstellingen, te experimenteren. Dit levert je in de toekomst concurrentievoordeel op. Je kan wel de kat uit de boom kijken, maar leren van je fouten is essentieel om vooruit te komen.’
2.2 PUBLISHERS SCHIETEN TEKORT Waar adverteerders worstelen met hun kennisniveau proberen ze in hun samenwerking met lokale publishers toch tot creatieve oplossingen te komen.
“Je moet bij de inzet van online door een fase heen en het is geen weggegooid geld, maar leergeld geweest. We weten nu wat werkt en wat niet.” Bert Kamp, Rabobank
Adverteerders vinden de benodigde expertise echter ook niet bij de uitgevers. Ze missen niet alleen kennis van het vak, maar ook inzicht in de wensen van de andere partij. De input van publishers komt vaak niet overeen met de wensen
-
van adverteerders. De focus ligt nog te vaak op de standaard mogelijkheden die er zijn rondom digital advertising en niet op creatieve concepten om aan het merk te bouwen. Bij een branding campagne wil een adverteerder vaak geen homepage take-over, maar juist creatief uitgedaagd worden. Adverteerders krijgen vaak voorstellen voor op zichzelf staande campagnes, maar zelden een meer duurzame en strategische samenwerking gericht op het langere termijn bouwen van het merk, aangeboden.
“Digitaal wordt minder ingezet voor branding doelstellingen. Dat komt ook door het digitale ecosysteem zelf, immers voor branding zijn mogelijkheden mager” Willem-Albert Bol, Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 8
2.3 VERKOPERS NIEUWE STIJL Daarnaast stoort het adverteerders dat ze regelmatig te maken krijgen met verkopers die ingewikkelde taal bezigen om indruk te maken, maar uiteindelijk niet kunnen uitleggen wat de adverteerder concreet moet doen om de merkdoelstellingen te behalen. Hier staat tegenover dat publishers het als lastig ervaren om de adverteerder als klant te benaderen. Verkopers worden vaak geweerd en men stuit soms op een gesloten houding van de adverteerder. Om die reden kan het moeilijk zijn om wensen en doelstellingen in kaart te brengen en met een goed advies te komen. Lauren van der Heijden denkt dat er een ander type verkoper nodig is om de relatie tussen de partijen te verbeteren: ‘Door de trend in automatisering die gaande is op het gebied van het kopen van banners bijvoorbeeld wordt er geld bespaard. Wanneer deze automatisering verder wordt doorgevoerd kan de besparing op het verkoopapparaat geïnvesteerd worden in goede creatieve verkopers, want creativiteit wordt ernstig gemist.’ Naast de issues waar de partijen mee te maken hebben binnen de Nederlandse markt, zijn er ook nog invloeden van buitenaf. De internationale partijen kapen adverteerders weg bij de lokale uitgevers. Dit heeft alles te maken met de complexiteit die adverteerders ervaren in de samenwerking met lokale publishers.
2.4 DE MACHT VAN TOPADVERTEERDERS Wanneer we naar het kennisniveau kijken binnen de verschillende mediabureaus en publishers loopt dit erg uiteen. Mensen met goede digitale marketingkennis zijn schaars en worden aan adverteerderskant vaak weggekaapt door topadverteerders.
2.5 STRATEGISCHE OPLEIDING GEVRAAGD Een gebrek aan kennis kan opgelost worden middels de juiste scholing. Echter, op dit moment zijn er te weinig opleidingen die hierin kunnen voorzien.
“Ik praat liever inhoudelijk met een publisher dan met een salespersoon; daar heb ik een mediabureau voor.” Roderik de Maar, Beiersdorf
Door de snelle ontwikkelingen in het vak zijn opleidingen al snel achterhaald. Daarnaast vinden bedrijven het lastig om medewerkers up-to-date te houden met trainingen en workshops. De seminars die plaatsvinden zijn op microniveau
-
en missen het strategische aspect. Kortom, bij een tekort aan juiste opleidingen en trainingen is men verplicht om zichzelf te scholen, wat veel langzamer gaat en waarbij het ook nog maar de vraag is of dit lukt. Deze belemmering op het gebied van educatie staat een gedegen groei van de branche in de weg. Daarnaast wordt er misbruik gemaakt van het lage kennisniveau. Er is sprake van een enorme mate van complexiteit op het gebied van digitale productie en de spelers die wel de benodigde kennis in huis hebben over middelen zoals gaming maken hier misbruik van. Dit uit zich voor de adverteerder in vage productiekosten en weinig transparante budgetten.
“Het online ecosysteem maakt dingen soms te ingewikkeld. Reden lijkt om te kunnen laten zien hoe intelligent de werking is.“ Willem-Albert Bol, Vodafone
iab. Merkeffecten via digitale media | 9
3. Meten is weten, behalve bij digital branding Behalve kennis over goede creatieve concepten en kennis van elkaars behoeften is er ook te weinig bekend over wat de inzet van digitaal voor branding doeleinden oplevert.
3.1 PERFORMANCE VS. BRANDING Een vraag die zowel aan de adverteerderskant als aan de bureaukant steeds maar weer opnieuw gesteld wordt is: ‘Wat levert al mijn effort in digitaal nou eigenlijk op?’ Hierin is een onderscheid te maken tussen het meten van performance activiteiten en het meten van de effecten van branding. Er zijn verscheidene studies gepubliceerd op het gebied van effectiviteit van digitale branding. Dit zijn echter veelal internationale cases, er zijn nog te weinig Nederlandse successen bekend. Bij het meten van performance kan alles gemeten worden. Dit geldt met name voor direct online gedrag, dit laat zich meten door de gemiddelde bezoekduur of het aantal clicks. Kenmerken die bij branding horen zoals spontane merkbekendheid, imago of overweging tot aankoop zijn een stuk lastiger te meten. Branding campagnes worden vaak ten onrechte afgerekend op performance metrics. De adverteerders zijn vervolgens terughoudend met het inzetten van voldoende budget om merkeffecten te realiseren, waardoor de merkeffecten van digitale media overall onduidelijk blijven. Juist bij de inzet van digitaal voor het bouwen van een merk is er een grote behoefte om de merkeffecten in kaart te brengen.
3.2 TERUG NAAR EEN BEPERKTE SET KPI’S In de zoektocht naar de juiste manier om de effectiviteit van branding te meten komen we om in de verschillende meetinstrumenten en KPI’s. Als hiermee het gewenste effect bereikt wordt is dit niet direct een probleem, maar de KPI’s geven onvoldoende het resultaat weer van de investeringen in digitaal. De KPI’s sluiten te weinig aan bij de merkdoelstellingen en zijn onvoldoende transparant. Kortom, er is geen duidelijke meetstandaard voor branding. Adverteerders roepen op om naar een beperkte set KPI’s terug te gaan die wel effect meten.
3.3 AANPASSEN BESTAAND TRACKING-ONDERZOEK Een ander probleem vindt zich in bestaande tracking-onderzoeken. Deze onderzoeken worden ingezet om een merkpositie binnen een bepaalde tijd te volgen. De merkeffecten die voortkomen uit de inzet van digitale media komen vaak niet terug in deze onderzoeken, waarschijnlijk omdat het bereik van het digitale medium niet groot genoeg was. Om toch een indruk te krijgen van de merkpositie voeren publishers zelf effectiviteitsonderzoeken uit. Deze onderzoeken kunnen echter niet gelinkt worden aan de bestaande tracking-onderzoeken en dit is noodzakelijk om de Return-On-Investment (ROI) goed aan te kunnen tonen. Dit heeft als risico dat adverteerders gas terug nemen in het investeren in digital branding omdat toch niet duidelijk is wat het oplevert. Wanneer het bestaande tracking-onderzoek aangepast wordt kunnen effectiviteits-onderzoeken op waarde geschat worden.
“De set aan metrics bij digital media vind ik onvoldoende transparant.” Robert Bennemeer, C1000
iab. Merkeffecten via digitale media | 10
3.4 VERENIGEN INDUSTRIE VERGROOT BEREIK Eén van de verschillen tussen traditionele media en nieuwe media is het bereik. Het is veel moeilijker om een groot bereik te realiseren binnen een specifieke doelgroep via digitale media dan met traditionele mediumtypen. Het kost relatief veel tijd om content te maken voor veel verschillende platformen en het gewenste effect is zoals eerder beschreven moeilijk te achterhalen. Kortom, adverteerders vragen zich af of alle inspanningen wel de moeite waard zijn. ‘Een oplossing hiervoor kan het bundelen van uitgevers zijn’, zegt Lauren van der Heijden. ‘Uitgevers moeten samen tot een propositie komen voor specifieke domeinen, bijvoorbeeld het kookdomein, om hier voldoende bereik te kunnen realiseren. De mediabureaus zouden deze taak van het samenkomen van proposities op zich moeten nemen, maar die rol pakken ze nog niet op.’ Adverteerders roepen niet alleen op tot meer bereik, maar volgens hen moeten uitgevers zich ook verenigen om duidelijke afspraken te maken rondom metrics, een beperkte set KPI’s en benchmarks. Om zodoende meer overeenstemming en inzicht te krijgen in de effecten van digital branding.
“Er zitten in digital gewoon veel meer “vuile kosten.” Harry Dekker, Unilever
iab. Merkeffecten via digitale media | 11
4. Kansen voor uitgevers, adverteerders en bureaus De snelle digitale ontwikkelingen hebben de marketingindustrie drastisch veranderd. De rol van digital binnen marketing is omvangrijk en heeft geleid tot een complex ecosysteem, waarin adverteerder, bureau en uitgever elkaar hard nodig hebben. De relatie is echter verstoord door de kloof tussen adverteerders en externe partners. Een stagnatie van de groei of zelfs een afname van investeringen binnen digital branding budgetten kan het gevolg zijn als hier niet snel iets aan gedaan wordt. De complicaties binnen deze kloof liggen verstopt in versnippering van het digitale landschap, de eilandcultuur van het digitale medium binnen organisaties, het lage kennisniveau, het niet goed kunnen meten van de effectiviteit van online branding en de complexe samenwerking tussen partijen. De adverteerder is de weg kwijt in het digitale ecosysteem en wordt onvoldoende gestuurd door uitgevers en externe partners. Er is op basis van deze issues te weinig vertrouwen in het investeren in digital branding. ‘De budgetten van adverteerders gaan voornamelijk naar de performance hoek, er wordt te weinig geïnvesteerd in branding. Het is daarom en vanwege de nieuwe cookiewet die het ons lastig maakt juist zo belangrijk dat adverteerders geloven in het online bouwen van hun merk’, aldus Lauren van der Heijden.
“Digitale media zitten nu in de volwassenheidsfase. We zijn simpelweg de grootste mediatak in dit land. Groter dan televisie en kranten. Daar horen andere professionele normen en standaarden bij.” Joris van Heukelom, voorzitter IAB
iab. Merkeffecten via digitale media | 12
Er moet geïnvesteerd worden in goede educatie voor alle partijen om ontwikkeling mogelijk te maken. De adverteerder moet allereerst het eigen kennisniveau verbeteren, maar vervolgens ook kunnen vertrouwen op de expertise van de mediabureaus, publishers en digitale bureaus. Uitgevers moeten gaan samenwerken om een groter bereik te realiseren binnen specifieke domeinen en overeenstemming te vinden ten aanzien van relevante meetinstrumenten. Hierbij is het belangrijk om gezamenlijk tot een lijst meetbare gedragsvariabelen en merkvariabelen te komen. Ook wordt er van bureaus gevraagd om meer creatieve concepten aan te bieden aan de adverteerder. Geen losse ideeën, maar duurzame strategieën vanuit de merkgedachte. Hier zijn beide partijen verantwoordelijk voor. Enkel wanneer adverteerders zich openstellen en transparant communiceren en wanneer bureaus en publishers beter inzicht geven in de productiekosten kan hier een slag in geslagen worden.
iab. Merkeffecten via digitale media | 13
Beleid IAB in 2013 Het onderzoek naar merkeffecten via digitale media en de kansen en bedreigingen die hiermee blootgelegd worden heeft het IAB verwerkt in haar strategisch beleid van 2013. Niet alleen op lokaal niveau staan de onderzochte thema’s hoog op de agenda, maar ook op internationaal niveau. De volgende acties van het IAB zijn van belang: - In de US is het cross industry 3MS initiatief opgezet met als doel het ontwikkelen van brand-building digital metrics en cross-platform measurement oplossingen. - Op Europees niveau is de Brand Advertising Committee opgericht waar ook IAB Nederland aan deelneemt. Het doel van deze taskforce is: Standardization and Measurement of Brand Advertising. Dit Europese initiatief sluit nauw aan bij het 3MS initiatief uit de US. - IAB zal een overkoepelend educatietraject voor alle partijen binnen het digitale ecosysteem opzetten om het kennisniveau te verhogen. - IAB heeft Merkeffect benoemd als focuspunt in haar strategisch beleid voor 2013 en zal zich in gaan zetten om de gap tussen adverteerder en publisher te verkleinen.
iab. Merkeffecten via digitale media | 14
Over het IAB Het Interactive Advertising Bureau (IAB) is de brancheorganisatie voor de online advertising en interactieve marketing industrie. Het IAB houdt zich primair bezig met de professionalisering en stimulering van deze sector. Secundair treedt het IAB op als onafhankelijk kennisplatform en vraagbaak voor marketingprofessionals en vakpers. IAB Nederland heeft 170 leden en vertegenwoordigt exploitanten, reclamebureaus, adverteerders, mediabureaus, tv- en mediabedrijven en mobiele telefonieaanbieders. IAB Nederland werkt nauw samen met IAB Europe en IAB USA.
Onderzoeksmethodologie Deze whitepaper is tot stand gekomen door het afnemen van diepte interviews met de top 20 grootste adverteerders van Nederland. Daarnaast zijn er aan de halfjaarlijkse Deloitte Ad Spend Study die wordt gehouden bij de grootste Nederlandse publishers een aantal vragen toegevoegd over digital brand advertising. Aan deze whitepaper werkten mee: Joris van Heukelom, Lauren van der Heijden & Nathalie La Verge; afnemen van de interviews en reportage Leonie van der Plas: Verwerken gegevens Jasper Ordelman: Methodologische begeleiding Elke van Boxmeer: Tekstschrijver
iab. Merkeffecten via digitale media | 15
IAB Nederland Prins Hendriklaan 29 1075 AZ Amsterdam T: +31 85 401 08 02