a d v o c a t e n
Memo ten behoeve van griffler gemeente Westland, de heer N. Broekema
J Lt HG
ambtenarenrecht en arbeidsrecht
Opsteller: mr. K.F.A.M. Weijling De Meern, 27 maart 2013 Onderwerp Arbeidsvoorwaarden Griffie Geachte heer Broekema, U verzocht mij om advies naar aanleiding van de ledenbrief van de VNG inzake het werkgeverschap van de griffie/arbeidsvoorwaardelijke besluit (zie ledenbrief van 20 maart 2013 (kenmerk ECCVA/U201300210, ledenbrief 13/-28 CVA/LOGA 13/09). U verzocht mij specifiek dit te beoordelen met het oog op het besluit van de raad van de gemeente Westland van 18 december 2012, inhoudende dat de op de raadsgriffie van de gemeente Westland werkzame ambtenaren per 1 januari 2013 in algemene dienst van de griffie worden aangesteld. In algemene zin kan ik mij vinden in de brief en is dit volgens mij gelijkluidend met de gevolgde lijn. Alleen het aspect van de overplaatsing (pag. 3), dat wil zeggen de situatie dat een ambtenaar wordt overgeplaatst van de griffie naar de gemeentelijke organisatie, vind ik niet goed doordacht. Met name is onduidelijk hoe dit juridisch moet worden vormgegeven en welk artikel daarvoor wordt gebruikt. De VNG gaat er kennelijk vanuit dat artikel 2: IB CAR de bevoegdheid biedt om een ambtenaar werkzaam bij de griffie in het dienstbelang op een passende functie te plaatsen binnen de gemeentelijke organisatie en vise versa. Artikel 2:IB CAR is opgenomen in de CAR met ingang van 1 januari 2013 om mobiliteitsbeleid en loopbaanbeleid nader vorm te kunnen geven. Het besluit een griffiemedewerker binnen de gemeentelijke organisatie te plaatsen, zou in de visie van de VNG dan een gezamenlijk besluit moeten zijn van de raad en het college. Dat klinkt eenvoudig maar is het niet. De eerste vraag die rijst, is wie na dat besluit dan het bevoegde gezag wordt. Is dat het college of blijft dat de raad? Dat lijkt mij niet onbelangrijk met het oog op in de toekomst te nemen rechtspositionele besluiten. Als we de stelling aannemen, dat het college het nieuwe bevoegd gezag wordt, dan kan dat m.i. alleen worden vormgegeven door een ontslagbesluit van de gemeenteraad en een nieuw aanstellingsbesluit van het college. Dan moet er echter wel eerst een ontslagtitel zijn; dus een ontslag op verzoek (8:1 CAR), wegens reorganisatie (8:3 CAR), wegens ongeschiktheid en onbekwaamheid (8:6 CAR), wegens ziekte (8:5 CAR) of een ontslag op andere gronden 8:8 e.a. CAR). Een algemeen beroep op het dienstbelang (bijvoorbeeld mobiliteitsoogpunt), zoals artikel 2: IB CAR voorschrijft, is dan onvoldoende.. Als we de stelling aannemen, dat de gemeenteraad bevoegd gezag blijft, dan is kennelijk sprake van een soort detachering. Dat lijkt mij in incidentele gevallen wel mogelijk, maar niet een werkbaar vehikel om een mobiliteitsbeleid met een aanstelling in algemene dienst vorm te geven en daar is artikel 2: IB CAR ten principale wel voor bedoeld. Het doortrekken van deze lijn leidt ertoe dat op een gegeven moment in de organisatie dan twee soorten ambtenaren bestaan, zij die aangesteld zijn door het college en zij die aangesteld zijn door de raad afhankelijk van de vraag via welke ingang zijn aanvankelijk toevallig ooit bij de gemeente terecht zijn gekomen. Dat lijkt mij niet werkbaar.
1
a d v o c a t e n ambtenarenrecht en arbeids
De gedachte dat griffiemedewerkers en reguliere gemeenteambtenaren door middel van een aanstelling in algemene dienst gekoppeld aan een mobiliteitsbeleid vrij uitwisselbaar zijn, lijkt mij ook op gespannen voet staan met de Gemeentewet en het daarin bewust gemaakte onderscheid tussen de gemeentelijke organisatie en de griffie. Het handelt hier weliswaar om dezelfde gemeente, maar de belangen tussen de bestuursorganen van de gemeente lopen zeker niet altijd parallel. De Gemeentewet heeft hierin een democratisch en afgewogen systeem van controle, toezicht en toetsing in geschapen. De ambtenaar is daarbij loyaliteit en bijvoorbeeld ook geheimhouding verschuldigd aan het bestuursorgaan, dat hem heeft aangesteld en niet aan de gemeente als zodanig. Als niet duidelijk is wie het bevoegd gezag is of het bevoegde gezag steeds kan wisselen, komt een ambtenaar in een onmogelijke spagaat. Om dit te illustreren verwijs ik naar een recente uitspraak van de CRvB van 7 januari 2013, LJN: BY5603. Hierin handelt het om een concemcontroller en organisatieadviseur in dienst van de gemeente Midden-Delfland. Deze functionaris stuurt vanaf zijn prive-email een bericht aan een raadslid van de oppositie. Het handelde hier om vertrouwelijke informatie waarover betrokkene uitsluitend uit hoofde van zijn functie beschikte. Naar het oordeel van de CRvB had betrokkene deze informatie niet buiten de interne organisatie rond het college mogen brengen zonder het college daarin te kennen, omdat hij imme^s is aangesteld door het college en dus ook primair aan het college loyaliteit is verschuldigd. De vraag door welk bevoegd gezag de ambtenaar is aangesteld is met andere woorden zeer relevant voor de vraag aan wie de ambtenaar loyaliteit verschuldigd is. Door in het raadsbesluit van de gemeente Westland te kiezen voor een formulering waarin is opgenomen dat de ambtenaren worden aangesteld in algemene dienst van de griffie (in plaats in algemene dienst van de gemeente, zoals in de CAR-tekst staat) - is m.i. dan ook een vorm gevonden die beter past bij de door de Gemeentewet beoogde onafhankelijke rol van de griffie. Het risico op een onjuiste toepassing van artikel 2: IB CAR is daarmee beter afgedicht. Naar mijn oordeel moet het er dan ook voor worden gehouden dat een medewerker van de griffie slechts gedwongen kan worden een aanstelling in een functie in de gemeentelijke organisatie te aanvaarden, indien sprake is van een ontslagbevoegdheid van de raad en de plaatsing geschied ter voorkoming van werkloosheid of in het kader van re-integratie bij ziekte. Daarvoor is dan een ontslagbesluit van de raad vereist en een aanstellingsbesluit van het college. Een vrijwillige mobiliteit is uiteraard mogelijk, maar zou dan bij voorkeur dienen te geschieden middels een ontslagbesluit genomen door de gemeenteraad (ontslag op eigen verzoek) en een nieuw aanstellingsbesluit genomen door het college. In individuele gevallen als het om een tijdelijke plaatsing gaat, zou de overplaatsing door middel van een detachering vorm gegeven kunnen worden. Als u nog vragen heeft of een toelichting wenst, dan verneem ik dat graag. Met vriendelijke groet,
2
AGENDA
EN
STUKKEN
RAADSVOORSTEL
R A A D S V E R G A D E R I N G
VERZAMELING NR.
AGENDAPUNT
WESTLAND,
2012
221 10
GEMEENTE 6
DECEMBER
2012
AAN DE G E M E E N T E R A A D
Inleiding: De op de raadsgriffie van de gemeente Westland werkzame ambtenaren in algemene dienst aan te stellen onder de bevoegdheid van de gemeenteraad, inhoudende dat de op de griffie werkzame ambtenaren in algemene dienst zijn van de griffie van de raad. 1. S i t u a t i e s c h e t s , probleemstelling, doelstelling In het cao-akkoord 201 1-2012 is opgenomen dat alle medewerkers in dienst van de gemeente uiterlijk op 1 januari 2013 een aanstelling in algemene dienst hebben, Deze afspraak is gemaakt om een impuls te geven aan mobiliteit en loopbaanbeleid. Het college en de gemeenteraad zijn via een brief het College voor arbeidszaken/VNG, dd 26 november 2012, hiervan op de hoogte gesteld. Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het CvA zijn de gemeenten gebonden aan de in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) overeengekomen uitvoeringsbepalingen te weten de CAR-UWO bepalingen en wijzigingen daarin. Dit onder inachtneming dat de gemeentewet als organieke wet van hogere orde is en blijft en dus leidend is. De CAR-UWO bepalingen hebben geen verordenende bevoegdheid in de gemeenten. De wijzigingen werken dan ook niet rechtstreeks door in de gemeenten. Lokale besluitvormingen vaststelling van (wijzigingen in) de CAR-UWO zijn daarvoor noodzakelijk. Artikel 102 en 107 van de Gemeentewet regelen dat het college de secretaris benoemt en de raad de griffier. Op grond van artikel 160 van de Gemeentewet stelt het college het personeel aan voor de ambtelijke organisatie van het college. Ten aanzien van de in artikel 160 lid c en d opgenomen bevoegdheden van het college voor de ambtelijke organisatie maakt de wet een uitzondering op de griffie en de organisatie van de griffie. Op grond van artikel 1 07e Gemeentewet heeft de raad deze bevoegdheid voor de raadsgriffie. De raad is bevoegd de op de griffie werkzame ambtenaren te benoemen. De bevoegdheid van de raad houdt voor het griffiepersoneel in dat de aanstelling in algemene dienst plaatsvindt door de gemeenteraad en dat het personeel van de griffie in algemene dienst van de griffie wordt aangesteld per 1 januari 2013. Daarin voorziet bijgevoegd raadsbesluit. 2. Bevindingen uit de interactie met belanghebbenden en de VNG (College voor Arbeidszaken). De omzetting
van de aanstelling van de medewerkers van de raadsgriffie gebeurt van rechtswege en hoeft
niet gevolgd te worden door een individueel besluit. Over bovengenoemde landelijke CAO en CAR-UWO bepalingen die van rechtswege op 1 januari 2013 van kracht worden heeft de griffier 3 december 2012 met de medewerkers van de griffie overleg gevoerd en instemming ontvangen voor dit voorstel en bijgevoegd raadsbesluit. De griffier heeft tevens op 3 december 2013 advies bij het College voor Arbeidszaken (CvA van de VNG) ingewonnen. Het CvA/VNG heeft op het voorgenomen raadsbesluit positief geadviseerd.
1
AGENDA
EN
STUKKEN
RAADSVOORSTEL
RAADSVERGADERING
VERZAMELING NR.
WESTLAND,
2012
221
AGENDAPUNT
10
GEMEENTE W £ S f L A N D 6
DECEMBER
201 2
De betreffende medewerkers ontvangen persoonlijk een brief van de griffier namens de gemeenteraad over deze wijziging. De bekendmaking van de regelingen van Westland wordt verzorgd door het college. Besluitpunt 3 van het raadsbesluit ziet daarop.
\
2
AGENDA
EN
RAADSBESLUIT
STUKKEN
VERZAMELING
RAADSVERGADERING
NR,
AGENDAPUNT
WESTLAND, 18
DECEMBER
201 2
221 10
2012
De raad van W e s t l a n d ; Gelet op de artikelen 100 en 107 van de G e m e e n t e w e t i n h o u d e n d e dat in elke gemeente een s e c r e t a r i s en g r i f f i e r is en dat de raad de griffier b e n o e m d ; In het bijzonder gelet op a r t i k e l 1 0 7 lid 1 en 2 waarin is b e p a a l d dat de raad regels kan stellen over s
de o r g a n i s a t i e van de g r i f f i e en dat de raad bevoegd is de op de g r i f f i e w e r k z a m e ambtenaren te b e n o e m e n , te s c h o r s e n en te o n t s l a a n ; Gelezen de L O G A - b r i e f ( C o l l e g e voor A r b e i d s z a k e n / V N G ) met de i n f o r m a t i e over de CAO afspraak over de a a n s t e l l i n g in a l g e m e n e dienst van het g e m e e n t e l i j k e p e r s o n e e l dd 26 november 2012 w a a r i n de b e v o e g d h e i d van de raad wordt o n d e r s t r e e p t ten aanzien van het in a l g e m e n e dienst a a n s t e l l e n van het g r i f f i e p e r s o n e e l ; Gelet op de w e t t e l i j k e b e p a l i n g e n welke inhouden dat de a a n s t e l l i n g voor het g r i f f i e p e r s o n e e l in a l g e m e n e dienst p l a a t s v i n d t door de g e m e e n t e r a a d en dat het g r i f f i e p e r s o n e e l dus in algemene d i e n s t van de g r i f f i e is a a n g e s t e l d ' Gelezen het voorstel van het Presidium van de Raad van de g e m e e n t e W e s t l a n d van 6 december 2012; besluit: 1.
De op de r a a d s g r i f f i e van de g e m e e n t e W e s t l a n d w e r k z a m e a m b t e n a r e n per 1 januari 2 0 1 3 in a l g e m e n e d i e n s t aan te stellen onder de b e v o e g d h e i d van de g e m e e n t e r a a d inhoudende een a a n s t e l l i n g in a l g e m e n e dienst van de g r i f f i e van de r a a d ;
2.
De m e d e w e r k e r s van de g r i f f i e bij brief van dit b e s l u i t op de hoogte te s t e l l e n ;
3.
Dit r a a d s b e s l u i t en de w i j z i g i n g e n ten gevolge van de g e w i j z i g d e C A R - U W O in de p l a a t s e l i j k e regeling op de g e b r u i k e l i j k e wijze bekend te maken voor 1 j a n u a r i 2 0 1 3 .
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 18 december 2012
1