Memo aan onderwerp
De raad Duurzaamheid en scheiding van huishoudelijk afval
van
College van B en W
directie afdeling datum
4 november 2015
Memo GOUDA GOOIT NIETS MEER WEG Gouda wil tot de duurzaamste gemeenten van Nederland gaan behoren. Om daar te komen is wel een serieuze inspanning nodig. In dit memo zetten wij daarom onze visie op afvalscheiding en duurzaamheid uiteen. Verder starten we met de voorbereidingen voor van een fundamentele wijziging in de afvalstoffeninzameling. Door de invoering van ‘Diftar’ kunnen inwoners een bijdrage leveren aan de vermindering van restafval en hier een financieel voordeel uit halen. Ervaringen uit andere gemeenten laten zien dat dit uitstekende resultaten oplevert. Doelstelling is om in 2020 de hoeveelheid restafval terug te brengen van 212 kg naar 100 kg per inwoner. Dit komt overeen met 75% afvalscheiding. Voor heel Gouda betekent dit een vermindering van ruim 15 miljoen kilo huishoudelijk restafval naar 7 miljoen kilo. Voor het zomerreces van 2016 komt er een voorstel aan de raad voor de invoering.
De Goudse weg van afval naar grondstof 1. Inleiding en samenvatting Gouda wil tot de duurzaamste gemeenten in Nederland te behoren. In de Programmabegroting 2015 -2018 is in paragraaf 3.6 Duurzaamheid en Stedelijk beheer vastgelegd dat “de gemeente haar voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid voortvarend en effectief invult”. Voor huishoudelijk afval betekent dit dat de gemeente initiatieven gaat nemen om de Goudse inwoner te bewegen het afval aanmerkelijk beter te gaan scheiden. Gouda dreigt achterop te raken bij de landelijke trend dat steeds meer gemeenten betere scheidingsresultaten behalen. In deze notitie wordt ingegaan op de vermindering van de hoeveelheid restafval tot 100 kilo per inwoner per jaar als een belangrijke stap op weg naar de circulair economie. Gouda heeft nog geen visie op afval in relatie tot duurzaamheid. Daar wil deze notitie in voorzien waarbij ook op de mogelijkheden wordt ingegaan om een duurzamer afvalbeleid te voeren. Onontkoombaar daarbij is dat maatregelen genomen moeten worden die het scheidingsgedrag van de inwoners van Gouda verbeteren. In steeds meer gemeenten wordt overgegaan op een beleid waarbij inwoners apart gaan betalen voor de hoeveelheid restafval die zie ongescheiden aanbieden. Dit staat bekend onder de naam “Diftar”, dat wil zeggen gedifferentieerde tarieven in de afvalstoffenheffing. Het college is gestart met de voorbereiding daarvan. 2. De situatie in Gouda nu
Goudse inwoners hebben in 2014 ruim 15 miljoen kilo huishoudelijk restafval aangeboden. Dat is 212 kg restafval per inwoner. Daarnaast wordt nog een keer dezelfde massa aan gescheiden afval aangeboden in de vorm van gft (groente-, fruit- en tuinafval), glas, papier textiel en plastic apart aangeboden. Uit afvalsorteeranalyses blijkt dat van die 15 miljoen kg restafval nog 80 %, dus ca. 12 miljoen kg (170 kg per inwoner) bestaat uit gft, plastic, papier, glas, textiel en andere recyclebare materialen. (Zie figuur 1).
Figuur 1. De verschillende soorten afval (in kilo’s per inwoner per jaar) die gemiddeld in het restafval in Gouda zaten in 2014
Dit wordt nu afgevoerd naar een verbrandingsoven. Er gaat dus nog te veel herbruikbaar materiaal verloren. In de afgelopen jaren zijn al verschillende maatregelen getroffen waardoor het gescheiden aanbieden van afval makkelijker is geworden, te weten: -
In de periode 2010-2015 zijn er in heel Gouda enkele tientallen verzamelcontainers voor papier, glas, plastic en textiel bij geplaatst; in 2010 is begonnen met de gescheiden inzameling van plastic; elektrische apparaten kunnen worden aangeboden bij winkeliers; zij kunnen dit afgeven bij het afvalbrengstation aan de Goudkade; bij het afvalbrengstation zijn de mogelijkheden om te scheiden verruimd; daar kan het afval worden gescheiden in 18 verschillende stromen; in het najaar gaat in een deel van de binnenstad een proef van start met afsluitbare gft-zuilen om de kwaliteit van het gescheiden gft te vergroten; vanaf 1 november van dit jaar worden drankpakken (veelal voor zuivel en frisdrank) samen met plastic ingezameld.
Verder verzorgt Cyclus regelmatig communicatiecampagnes over afvalscheiding om bewoners bewust te maken van het grote belang van afvalscheiding. Ondanks deze maatregelen stijgt het scheidingspercentage in Gouda sinds het begin van deze eeuw niet of nauwelijks meer.
pagina 2
3. Visie op duurzaamheid en afval in ontwikkeling In januari 2014 heeft de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu de Tweede Kamer geïnformeerd over de invulling het programma “Van Afval Naar Grondstof”. Aan dit programma ligt de filosofie van de Circulaire Economie ten grondslag: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt en waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft. Door het sluiten van technische en groene kringlopen verbetert het milieu, voorzien we duurzaam in onze welvaart en gaan we optimaal om met onze natuurlijke hulpbronnen.” Aanleiding voor dit programma is het toenemende mondiale gebruik van grondstoffen en materialen door een stijgende wereldbevolking, terwijl natuurlijke hulpbronnen uitgeput dreigen te raken. Dit vergt een nieuwe visie op het gebruik van grondstoffen en hulpbronnen.
Figuur 2. Circulaire economie
Om stap voor stap tot deze afvalloze samenleving te komen heeft de regering een duidelijk doel gesteld. Voormalig staatssecretaris Atsma heeft in de zogenaamde “afvalbrief” in 2011 bepaald dat in 2015 65% van het afval recyclebaar moet zijn. De huidige staatssecretaris Mansveld wil dit percentage in 2020 verhogen naar 75%. In het programma “Van Afval Naar Grondstof” wordt benadrukt dat er in alle fases van de keten veranderingen en verbeteringen nodig zijn om tot de circulaire economie te komen. In die keten hebben drie partijen een wezenlijk rol. Deze partijen zijn: a. de producenten, die producten en verpakkingen zodanig ontwerpen dat ze goed recyclebaar zijn; b. de consumenten, die bewuster met afval leren omgaan en c. de gemeenten, die huishoudelijk afval inzamelen en de consumenten - hun inwoners - stimuleren tot bewuster scheidingsgedrag en hiervoor de juiste faciliteiten bieden. Ad a. Producentenverantwoordelijkheid In de milieuwetgeving is de zogenaamde producentenverantwoordelijkheid vastgelegd. Dit houdt in dat producenten of importeurs verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die zij op de markt brengen. Deze producenten en importeurs zijn verantwoordelijk voor een logistiek systeem voor het afvalbeheer en ook de financiering hiervan. Bij de aanschaf van een nieuwe koelkast of wasmachine kan de oude kosteloos bij de leverancier worden ingeleverd. Deze apparaten worden onder verantwoordelijkheid van Wecycle (de producenten) geheel ontmanteld en nagenoeg geheel gerecycled.
pagina 3
Meer dan 80% van al het afval in huis afval bestaat uit verpakkingsmateriaal, glas, plastic, papier en metaal. De producenten en importeurs van deze verpakkingen zijn verenigd in Nedvang (Nederland van afval naar grondstof). In de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2022 hebben Nedvang, Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de VNG afgesproken dat bedrijven de komende jaren meer verpakkingsmateriaal hergebruiken en de verpakkingsketen verduurzamen. Daarin is ook afgesproken dat voor de inzameling van verpakkingsmateriaal gebruik wordt gemaakt van het inzamelsysteem van de gemeente. Voor de inzameling van het verpakkingsmateriaal krijgt de gemeente een bijdrage van Nedvang.
Ad b. Bewustwording van de consument Het milieubewustzijn van consumenten neemt gestaag toe. We kopen steeds meer biologische producten, we rijden in energiezuiniger en minder vervuilende auto’s, er verschijnen steeds meer zonnecellen op de daken enz. enz. Op deze terreinen wordt de keuze van de consument vaak sterk beïnvloed door financiële prikkels, zoals subsidies of belastingvoordelen. Op het gebied van huishoudelijk afval lijkt die bewustwording van de consument achter te blijven. Zo zit er in het restafval jaar in jaar uit rond de 15% (ca 30 kilo) oud papier. De hoeveelheid voedselresten in het restafval neemt de laatste jaren landelijk en ook in Gouda zelfs weer sterk toe: bijna 40% (77 kilo) van het restafval bestaat uit voedselresten. Vaak is hier sprake van routinematig gedrag, dat moeilijk te veranderen lijkt. De opgave is om deze routines te doorbreken. Ad c. De gemeente wordt “grondstoffenregisseur”. e De gemeenten zijn aan het einde van de 19 eeuw begonnen met de inzameling van huishoudelijk afval om hygiëne en volksgezondheid te bevorderen. Daarom is destijds ook wettelijk vastgelegd dat alle inwoners hun huishoudelijke afval aan de gemeente moeten aanbieden. In de circulaire economie verandert de rol van de gemeente. Afval levert minder gevaar voor de volksgezondheid op. De focus is verlegd naar duurzaamheid. Afval wordt steeds meer gezien als grondstof voor nieuwe producten. En daarmee wordt de gemeente grondstoffenregisseur. De gemeente is niet alleen verantwoordelijk voor de inzameling, maar ook voor het (na) sorteren, verwerken en de afzet van de uit afval gewonnen secundaire grondstoffen. Daarbij is van groot belang dat de inzameling en verwerking van deze secundaire grondstoffen zo efficiënt en doelmatig mogelijk plaatsvindt. De praktijk wijst uit dat verdergaande recycling de gemeente en de burger kosten kan besparen. Dit kan door de opbrengsten van diverse materiaalketens door te geven aan degenen die leverancier zijn van deze secundaire grondstoffen: de burgers. 4. “Gouda gooit niets meer weg” het nieuwe credo. In de circulaire economie is er in feite geen afval meer: alles is recyclebaar en blijft in de keten. In de ideale situatie gooit Gouda niets meer weg. Dit is met de huidige stand van de techniek nog niet volledig realiseerbaar. Tegelijkertijd is het ook niet reëel om van alle bewoners van Gouda te verwachten dat ze de nieuwe visie op afval en duurzaamheid meteen zullen omarmen en daarnaar zullen handelen. Doelstelling is om in 2020 de hoeveelheid restafval terug te brengen naar 100 kg per inwoner. Dit komt overeen met de 75% afvalscheiding, die doelstelling van het Ministerie van I&M. Gelet op de ervaringen in andere gemeenten is dit een haalbare doelstelling. Dat betekent wel dat serieuze veranderingen nodig zijn. Afval scheiden moet makkelijker worden. Daartegenover staat dat aanbieden van (ongescheiden) restafval moet worden ontmoedigd. In de circulaire economie is het scheiden van afval niet langer vrijblijvend; het moet vanzelfsprekend worden. “Gouda gooit niets meer weg” betekent ook dat 100 kg per inwoner nog niet genoeg is. Na 2020 zullen nieuwe maatregelen nodig zijn om de hoeveelheid restafval uiteindelijk tot nul te reduceren, zodat Gouda in 2030 daadwerkelijk niets meer weggooit.
pagina 4
Met de klassieke middelen, communicatie, verbetering van voorzieningen en optimaliseren van het inzamelsysteem is dit niet waar te maken. Met gerichte communicatie kan de hoeveelheid restafval misschien nog 2 tot 3% worden verminderd. Met verbetering van de voorziening en optimalisatie van de inzamelsystemen is in het gunstigste geval nog een vermindering van 5 tot 8% restafval mogelijk. Inmiddels hebben andere gemeenten veranderingen doorgevoerd die veel effectiever blijken te zijn. Een blik over de gemeentegrens leert bijvoorbeeld dat Zuidplas en de kernen Bergambacht en Schoonhoven (voordat de fusiegemeente Krimpenerwaard is ontstaan) door de invoering van het aparte tarief voor restafval in de afvalstoffenheffing in korte tijd al meer dan 60% van het huishoudelijk afval recyclet. Het doel: 100 kilo per inwoner per jaar is daar al behaald of heel dichtbij. Deze financiële prikkel blijkt uitermate effectief. In andere gemeenten, buiten deze regio, die al langer bezig zijn is het scheidingspercentage gestegen tot 80 of soms 90% (20 tot 30 kilo restafval per inwoner per jaar). Afhankelijk van het gekozen inzamelsysteem zien die gemeenten de kosten voor afvalbeheer dalen. Verlaging van de totale afvalstoffenheffing is dan een bonus voor de bewoners die meedoen. In de regio zijn er in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven – Reeuwijk en de Krimpenerwaard voorbereidingen gaande om ook daar dit zogenaamde gedifferentieerde tarief (diftar) in de afvalstoffenheffing in te voeren. 5. Conclusie en vervolgstappen Om ook op het gebied van huishoudelijk afval tot de duurzaamste gemeenten in Nederland te behoren moet scheiden van huishoudelijk afval flink verbeteren. Dit kan alleen als afval scheiden minder vrijblijvend wordt voor de inwoners van Gouda. In de praktijk blijkt dat de klassieke maatregelen om afvalscheiding te bevorderen niet effectief genoeg zijn. Diftar blijkt in de praktijk het meest effectief om de hoeveelheid restafval in korte tijd substantieel te verlagen. Daarom is het college gestart met de voorbereiding van diftar voor Gouda Het college wil eind 2015 de visie omtrent circulaire economie en afvalscheiding bespreken met de wijkteams. Vervolgens wordt het model diftar in samenspraak met de bewoners van Gouda verder uitgewerkt. Daarbij worden ook financiële, gezondheids- en praktische aspecten in kaart gebracht. Het doel is dat er een gedragen oplossing komt die zorgt dat het scheidingspercentage naar 75% gaat en de totale kosten dalen. Voor het zomerreces van 2016 zal een voorstel aan de raad worden aangeboden.
pagina 5