Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid
MELDINGEN VAN MILIEHINDER BIJ DE VLAAMSE GEMEENTEN Rapportage over de geregistreerde meldingen in de periode januari 2006- december 2007
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 1 van 40
Meldingen van milieuhinder bij de Vlaamse gemeenten – rapportage over de geregistreerde meldingen in de periode januari 2006 – december 2007 Datum uitgave: december 2008 Auteur: Gunther Van Broeck Inlichtingen: mailto:
[email protected]
Adresgegevens:
Vlaamse overheid, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Telefoon: +32 (0)2 553 11 20 Fax +32 (0)2 553 11 45 www.lne.be www.milieuhinder.be
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever: Jean-Pierre Heirman, secretaris-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Pagina 2 van 40
Inhoudstabel WOORD VOORAF _____________________________________________________ 4 HOOFDSTUK 1: MELDINGEN VAN MILIEUHINDER _______________________________ 5 1-1 MILIEUHINDER EN –KLACHTEN ________________________________________ 5 1-2 DE REGISTRATIE VAN MELDINGEN VAN MILIEUHINDER IN VLAANDEREN ____________ 5 1-2-1 Lokale politiediensten ______________________________________________________________ 1-2-2 De afdeling Milieu-inspectie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie_____________ 1-2-3 De gemeentelijke milieudiensten _____________________________________________________ 1-2-4 De afdeling Afvalstoffenbeheer van OVAM ____________________________________________ 1-2-5 De afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid _____________ 1-2-6 De afdeling Mestbank van de VLM ___________________________________________________ 1-2-7 Andere meldpunten ________________________________________________________________
6 7 7 7 8 8 8
HOOFDSTUK 2: MKROS MELDINGEN IN 2006 EN 2007 _________________________ 9 2-1 REGISTRATIE IN MKROS____________________________________________ 9 2-1-1 Ontwikkeling van MKROS en de samenwerkingsovereenkomst ___________________________ 9 2-1-2 Volledigheid en kwaliteit van de geregistreerde gegevens _________________________________ 9
2-2. ALGEMEEN BEELD VAN DE MELDINGEN VAN MILIEUHINDER ___________________ 10 2-2-1 Meldpunten _____________________________________________________________________ 2-2-2 Algemene informatie over de meldingen ______________________________________________ 2-2-2-1 Tijdspatronen _________________________________________________________________ 2-2-2-2 Communicatiemiddel ___________________________________________________________ 2-2-2-3 De melder van het probleem _____________________________________________________ 2-2-3 Bespreking op niveau van de hinderthema’s en -bronnen________________________________ 2-2-3-1 Aard van de gemelde milieuhinder ________________________________________________ 2-2-3-2 Bronnen _____________________________________________________________________ 2-2-3-3 Top 20 ______________________________________________________________________
10 16 16 17 18 19 19 21 22
2-3 DETAILLERING THEMA’S ____________________________________________ 23 2-3-1 Lucht___________________________________________________________________________ 2-3-2 Geluid __________________________________________________________________________ 2-3-3 Licht ___________________________________________________________________________ 2-3-4 Bodem__________________________________________________________________________ 2-3-5 Fauna & Flora ___________________________________________________________________ 2-3-6 Varia ___________________________________________________________________________
23 29 35 35 36 37
2-4 OPVOLGING EN DOSSIERBEHANDELING VAN DE MELDINGEN___________________ 37 2-5 VOORLOPIGE EVALUATIE, TENDENSEN EN BEDENKINGEN ____________________ 39
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 3 van 40
Woord vooraf
Registratie en behandeling van milieuklachten neemt een steeds belangrijker plaats in in het takenpakket van lokale milieuoverheden. Uit een bevraging van 175 Vlaamse gemeenten midden 2002, bleek dat meer dan 30 % van de ondervraagde gemeenten jaarlijks gemiddeld meer dan 50 milieuklachten registreren op de milieudienst. e Hoe dan ook was bij het begin van de 21 eeuw de registratie en opvolging van milieuklachten nog steeds onvolledig en te weinig gestructureerd. Slechts 25 % van de gemeenten beschikte midden 2002 over een elektronisch registratiesysteem (meestal MS Office). De Vlaamse overheid nam in 2000 al, in uitvoering van het eerste Vlaamse Milieubeleidsplan, het initiatief om een permanent aanvullende inventaris van bronnen en potentiële bronnen van milieuhinder in Vlaanderen te ontwikkelen. Dit moest o.a. bereikt worden via de ontwikkeling van een instrument, waarvan gemeenten, steden en provincies gebruik kunnen maken om op een gestandaardiseerde en efficiënte manier meldingen van milieuklachten te registreren en op te volgen. Dit instrument werd ontwikkeld als webtoepassing, die het rechtstreeks ingeven van klachten via het internet in een centrale databank milieuklachten toelaat. De toepassing werd definitief operationeel in de loop van 2006. Voor de Vlaamse milieuadministraties betekent dit een zeer waardevol beleidsinstrument. Informatie over milieuhinder in Vlaanderen was tot voor kort immers nog steeds beperkt en verspreid over verschillende bestuursniveaus. Het centraal verzamelen van alle beschikbare informatie is een eerste stap in de richting van een onderbouwd hinderbeleid. Want, om een brongerichte aanpak te kunnen doorvoeren, is een goede kennis van de hinderbronnen of probleemsituaties nodig. Het instrument laat tevens toe probleemsituaties snel te signaleren zodat overheden snel kunnen reageren, en maakt het mogelijk inzichten te verwerven in aspecten van hinderbeleving in een bepaalde regio. Met dit instrument wordt een gestructureerd kanaal geboden aan de bevolking en gemeenten om individuele of collectieve meningen over de lokale milieusituatie te uiten, te registreren en op te volgen. Voor u ligt het allereerste rapport over de meldingen van milieuhinder die in de centrale databank milieuklachten werden geregistreerd. In dit rapport worden de milieuklachten, geregistreerd bij de Vlaamse gemeenten en gemeld in de loop van 2006 en 2007, beschreven en geanalyseerd. Dit document rapporteert in eerste instantie over meldingen bij gemeentelijke diensten (excl. lokale politie). Meldingen bij andere instanties komen in beperkte mate aan bod. Dit rapport heeft tot doel de Vlaamse burgers meer inzicht te geven in de meldingen van milieuhinder in hun woonomgeving. Voor bestuurders kunnen de resultaten een aanleiding vormen om het hinderbeleid te versterken of te heroriënteren. En voor veroorzakers van milieuhinder tenslotte kan dit rapport mogelijk een sensibiliserende werking hebben.
Jean-Pierre Heirman Secretaris-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Pagina 4 van 40
HOOFDSTUK 1: MELDINGEN VAN MILIEUHINDER 1-1 Milieuhinder en –klachten Milieuhinder is een onaangenaam zintuiglijk gevoel dat zich voordoet ten gevolge van een verstoring van het milieu. Kenmerkend is het lokale, maar direct merkbare karakter ervan. Dit is typisch het geval bij geluidshinder, geurhinder, hinder van grof stof, roet of rook, een overmaat aan kunstlicht en trillingshinder. Nogal wat factoren, zowel objectieve als subjectieve, zullen uitmaken of iemand al dan niet gehinderd wordt. In ernstige hindersituaties kan dit leiden tot lichamelijke ongemakken, slaapverstoring, gezondheidsklachten of aantasting van materiële goederen. Wanneer gepolst wordt naar acties en/of maatregelen die mensen nemen om de hinder in hun woonomgeving te verminderen, wordt in eerste instantie meer aandacht besteed aan het sluiten van ramen, deuren en rolluiken (ontwijkgedrag). In tweede instantie wordt gedacht aan klacht indienen en finaal wordt effectief klacht ingediend. Het is m.a.w. niet omdat er geen klachten worden gemeld, dat er überhaupt geen hinder optreedt! De drempel voor een burger om klacht in te dienen ligt immers relatief hoog. Klachten vormen m.a.w. slechts het topje van de ijsberg. Anderzijds betekent de aanwezigheid van vele klachten niet automatisch dat er een groot hinderprobleem is. Wetenschappers hebben immers vastgesteld dat er geen rechtstreeks verband is tussen het optreden van klachten en de blootstelling aan milieuverontreiniging. Dit verband wordt teveel verstoord door subjectieve factoren zoals de affectie t.o.v. een bedrijf, persoonlijke ingesteldheid, relatie met buur, enz. Opletten met de interpretatie van klachten moet dus de boodschap zijn. Klachten hebben voornamelijk een signaalfunctie. In dit document wordt de term ‘klacht’ steevast vermeden, omwille van de onvermijdelijk negatieve bijklank die deze term met zich meedraagt. Een meer objectief woordgebruik is ‘melding van milieuhinder’. Een melding van milieuhinder hoeft immers niet steeds vanuit een negatieve houding ten aanzien van een situatie te gebeuren, maar vanuit een positieve houding dat er iets aan de situatie gedaan kan worden. Er zal in dit document dan ook consequent dit laatste woordgebruik worden toegepast.
1-2 De registratie van meldingen van milieuhinder in Vlaanderen Vlaanderen is één van de meest welvarende regio’s in Europa. De huidige recessie doet hier geen afbreuk aan. Het hoge welvaartsniveau hebben we onder meer te danken aan onze logistiek gunstige ligging, sterke bedrijvigheid, intensieve landbouw en uitgebreide verkeersnet. Deze kenmerken gecombineerd met een hoge bevolkingsdichtheid leiden onvermijdelijk regelmatig tot overlast voor de bevolking, hetgeen zich onder meer uit in meldingen van milieuhinder. Er zijn nogal wat kanalen waar een burger terecht kan om overlast te melden. Daar waar het een melding van milieuhinder betreft, zal een burger in eerste instantie terecht kunnen bij het meldpunt van de gemeente. Op de webstek van de gemeente of via diverse andere communicatiekanalen wordt dit meldpunt regelmatig bekendgemaakt. De meeste gemeenten in Vlaanderen beschikken intussen over een dergelijk milieumeldpunt. Meestal wordt dit meldpunt bestaft door medewerkers van de milieudienst tijdens de normale kantooruren, en door de lokale politie op andere tijdstippen. Hoewel het registreren van een melding van milieuhinder niet het hoofddoel is, is het een onvermijdelijke stap in de behandeling ervan, naast de beoordeling, het onderzoek en de oplossing.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 5 van 40
MELDING
REGISTREREN
BEOORDELING BEVOEGDHEID
ONDERZOEK
Registreren is een hullpmiddel bij de klachtenbehandeling. De stap van de registratie kan ook volgen na het eerste onderzoek. In sommige situaties is het immers raadzaam onmiddellijk na de melding ter plaatse te gaan om de situatie te beoordelen.
Er wordt beoordeeld wie de bevoegde instantie is (eventueel wordt de melder doorverwezen of wordt de klacht overgedragen)
Mogelijke stappen: vaststellingen ter plaatse, overleggen met betrokkenen, aanvullende informatie opvragen, uitvoeren meting
Mogelijke stappen: nemen van administratieve sanctie, geven van een onderrichting, bemiddelen
OPLOSSEN
AFSLUITEN
Figuur 1/
De klacht is opgelost, tijdelijk zonder gevolggeving of kennelijk ongegrond. De melder wordt op de hoogte gebracht.
Procedure voor het behandelen van een melding
De belangrijkste instanties die instaan voor de behandeling van een melding van milieuhinder in Vlaanderen zijn de lokale politiediensten, de gemeentelijke milieudiensten en de Vlaamse milieuinspectie. Deze instanties behandelen de meldingen vanuit hun welbepaald bevoegdheidspakket en specialisatie. Andere instanties die in beperktere mate hierin een rol vervullen zijn o.m. de OVAM (ingeval van een melding van historische bodemverontreiniging), de afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid (gezondheidsklachten t.g.v. de nabijheid van een hinderlijke inrichting) en de afdeling Mestbank van de VLM (geurhinder bij uitrijden van dierlijke mest op tijdstippen dat dit niet is toegelaten), de ombudsdienst van de luchthaven BrusselNationaal (geluidshinder van het vliegverkeer), het Agentschap Wegen en Verkeer (meldingen over geluidshinder van de wegen die onder bevoegdheid van het Vlaamse Gewest vallen), de NMBS (treinlawaai), enz. 1-2-1 Lokale politiediensten Meldingen over het achterlaten van afval (sluikstorten), lawaai (zowel ’s nachts als overdag) of het verbranden van afval door particulieren worden in vele gemeenten behandeld door de lokale politie. In gemeenten waar er geen volwaardige milieudienst is zal de lokale politie zelfs veelal alle types van
Pagina 6 van 40
milieumeldingen behandelen. In andere gemeenten zijn er (al dan niet doorgedreven) afspraken en samenwerking tussen politie en milieudienst. In nog andere gemeenten is er voorlopig nog geen gestructureerde informatie-uitwisseling of samenwerking tussen milieudienst en lokale politie en behandelen beide diensten binnenkomende milieumeldingen. De 196 lokale politiediensten (waarvan 118 binnen het Vlaamse gewest) registreerden in 2006 samen in totaal 14.040 milieudelicten (exclusief nachtlawaai) waarvoor een proces-verbaal werd opgesteld. 44% van de processen-verbaal handelt over sluikstorten, 7% over geluidshinder (vnl. muziek), 5% over afvalverbranding en 1.5 % over luchtvervuiling. I.v.m. nachtlawaai werden 4186 processen-verbaal opgesteld (Bron: Federale Politie, www.statbel.fgov.be). In 2007 werden een 1000-tal milieudelicten minder geregistreerd dan in 2006. Doordat de statistieken sterk onderhevig zijn aan o.a. veranderingen in nomenclatuur, veiligheidsbeleid en het beleid van andere instanties is het al te gevaarlijk hier conclusies aan vast te knopen. Uiteraard wordt niet naar aanleiding van elke melding een proces-verbaal opgesteld. Op basis van informatie uit gemeentelijke milieujaarprogramma’s berekenden we dat jaarlijks ongeveer 100.000 (vermoedelijke) milieudelicten worden gemeld en geregistreerd bij de 118 Vlaamse lokale politiezones, waarvan grofweg 1 op 10 effectief tot een proces-verbaal leidt [nog verifiëren]. De overige meldingen zijn dus ofwel ongegrond, tijdelijk zonder gevolggeving, ofwel kan de politieagent succesvol bemiddelend optreden. Sinds 2005 maken alle politiezones gebruik van het informaticasysteem ISLP (Integrated System for the Local Police) voor de registratie van de meldingen. 1-2-2 De afdeling Milieu-inspectie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie De Vlaamse milieu-inspectie behandelt meldingen van milieuhinder over klasse 1-bedrijven. Zij zal enkel meldingen behandelen over klasse 2- of 3-bedrijven indien deze zware milieuhinder veroorzaken en in die gevallen waar de lokale overheid niet optreedt. In 2006 registreerde de Vlaamse Milieu-inspectie 2036 meldingen, waarvan het merendeel betrekking had op de aspecten geur, geluid en exploitatie. Er werden 516 aanvankelijke processen-verbaal opgesteld door de milieu-inspecteurs. (Bron: Handhavingsrapport 2006 van de Vlaamse Milieuinspectie). De registratie gebeurt sinds 1997 in een eigen dossieropvolgingssysteem, DOS genaamd. Gegevens van 2007 zijn nog niet beschikbaar op datum van 19 november 2008 (http://www.lne.be/themas/handhaving/milieuhandhavingsrapport/rapporten). 1-2-3 De gemeentelijke milieudiensten Meldingen van burenhinder, verkeerslawaai en milieuhinder over klasse 2- en klasse 3-bedrijven worden door de gemeentelijke milieudienst behandeld. De milieudienst (en bij uitbreiding de groen- of technische dienst) behandelt verder in vele gevallen nog meldingen over de huisvuilophaling, over overwaaiend distelzaad, overhangende takken, rattenplagen, etc. Op basis van informatie uit MJP’s berekenden we dat in Vlaanderen in 2006 ruim 30 000 van dergelijke milieumeldingen geregistreerd worden door de gemeentelijke milieudiensten. Hoewel de telling voor 2007 niet werd herhaald, zijn er geen aanwijzingen dat dit aantal sterk zou zijn gedaald of gestegen. De registratie gebeurt deels in het milieuklachten registratie- en opvolgingsysteem MKROS, deels in een alternatief elektronisch registratiesysteem (meestal een MS Office toepassing). In een zeldzaam geval gebeurt de registratie nog steeds niet elektronisch. 1-2-4 De afdeling Afvalstoffenbeheer van OVAM De bevoegdheden van de OVAM m.b.t. de handhaving inzake de afvalstoffenwetgeving is sterk beperkt sedert de reorganisatie van het Vlaamse overheidsapparaat in 2006. Het merendeel van de taken is overgenomen door de afdeling Milieu-inspectie. De inzet van OVAM beperkt zich op het vlak van het reactieve toezicht nu veelal tot een doorverwijzing naar eerstelijnsdiensten (gemeentelijke of politiediensten) en/of assistentie bij vaststellingen door diezelfde eerstelijnsdiensten. In 2004 registreerde de OVAM 38 klachten als “controledossier” (=klachten waarbij er duidelijk aanwijzingen zijn dat een actie op het terrein noodzakelijk is). In de meeste gevallen ging het over problemen met het ondergraven en de illegale opslag van bouw- en sloopafval en andere inerte materialen (50%), alsook de verbranding en het ondergraven van allerhande huishoudelijk en bedrijfsafval zoals hout, kunststof en groenafval (22%), en de problematische opslag van wrakken en schroot (22%) (Bron: OVAM jaarverslag handhaving 2004; OVAM Handhaving jaarprogramma 2007).
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 7 van 40
De registratie gebeurde nog in diverse Access databanken, hoewel stappen werden ondernomen om één en ander te stroomlijnen. 1-2-5 De afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid Het team Milieugezondheidszorg van de afdeling Toezicht Volksgezondheid (vroegere Gezondheidsinspectie) houdt toezicht op de naleving van Vlarem voorschriften m.b.t. gezondheidsaspecten. De rol van het team bij de behandeling van meldingen van gezondheidsgerelateerde milieuhinder is de laatste jaren wat beperkter ten voordele van de lokaal georganiseerde medisch milieukundigen bij de Logo’s. 1-2-6 De afdeling Mestbank van de VLM De Mestbank is bevoegd op het toezicht op en de controle op de naleving van de bepalingen van het meststoffendecreet. In 2004 ontving de Mestbank 132 meldingen van burgers m.b.t. een vermoedelijke overtreding tegen het meststoffendecreet. Een zeer beperkt aantal (ca 5%) heeft betrekking op inbreuken tegen de uitrijdregeling of emissiearme aanwending. In 3 op 4 gevallen geeft een inspectie geen aanleiding tot een proces-verbaal. De Mestbank stelde in 2006 18 inbreuken vast tegen de uitrijdregeling en 30 inbreuken tegen de emissiearme aanwending, waarbij een onbekend gedeelte een gevolg is van een controle t.g.v. een melding van een burger. (Bron: Voortgangsrapporten 2002-2006 Mestbank betreffende het mestbeleid in Vlaanderen). 1-2-7 Andere meldpunten Naast de hierboven vermelde diensten worden sommige meldingen ook gericht aan andere instanties zoals de NMBS, de ombudsdienst van de luchthaven Brussel-Nationaal, het Agentschap Wegen en Verkeer, Aquafin, bedrijfsmeldpunten, etc. In dit document wordt niet ingegaan op deze andere meldpunten.
Pagina 8 van 40
HOOFDSTUK 2: MKROS MELDINGEN IN 2006 EN 2007 2-1 Registratie in MKROS 2-1-1 Ontwikkeling van MKROS en de samenwerkingsovereenkomst Sinds begin 2000 is binnen de afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid gewerkt aan de ontwikkeling van een webgebaseerde toepassing voor de registratie en opvolging van milieuklachten. Deze tool stond tot in 2005 nog in zijn kinderschoenen maar is intussen uitgegroeid tot een volwaardig hulpmiddel op maat van de lokale overheden om meldingen van milieuhinder op een efficiënte en vlotte manier te behandelen. De toepassing, gekend onder de benaming MKROS (MilieuKlachten Registratie- en OpvolgingsSysteem; fonetisch [ mkr s]), werkt intussen op volle kracht. Ze staat ter beschikking van vnl. gemeentelijke diensten, maar ook provincies, lokale politiediensten, milieu- en gezondheidsinspectiediensten en gewestelijke beleidsvoorbereidende of – evaluerende diensten kunnen er hun voordeel mee doen voor de registratie, opvolging en analyse van milieuhinderproblemen. Momenteel maken al meer dan 200 diensten er gebruik van. In de diverse nieuwsbrieven die sinds mei 2003 zijn verschenen vindt u uitvoerige informatie m.b.t. het groeiproces van MKROS (www.milieuhinder.be). De registratie van meldingen van milieuhinder in MKROS is een verplicht onderdeel voor alle gemeenten die intekenen op de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid (ofwel rechtstreeks, ofwel via gegevensuitwisseling met een eigen systeem). Deze samenwerkingsovereenkomst is een vrijwillige overeenkomst die een gemeente afsluit met de Vlaamse overheid op vlak van milieu. Als een gemeente de overeenkomst ondertekent, krijgt ze in ruil voor het uitvoeren van een aantal taken die deze overeenkomst opsomt, financiële en inhoudelijke ondersteuning van de Vlaamse overheid. De gemeente of provincie kan - binnen zekere marges - zelf kiezen welke onderdelen van de overeenkomst ze ondertekent en welke ambitieniveaus ze wenst te behalen. Zie ook http://lne.samenwerkingsovereenkomst.be. 2-1-2 Volledigheid en kwaliteit van de geregistreerde gegevens Gemeenten die intekenen op de samenwerkingsovereenkomst worden niet verwacht alle meldingen van milieuhinder in MKROS in te geven. Het engagement geldt enkel voor meldingen van geluidshinder, geurhinder, lichthinder, stof- of roethinder, al dan niet gerelateerd aan een als hinderlijk ingedeelde inrichting of activiteit en meldingen waarbij een vermoeden bestaat dat de menselijke gezondheid kan worden aangetast (bv. aantasting van de luchtkwaliteit door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, door asbestvezels, fijn stof, smog, aantasting van bodem en water door uitloging zware metalen, sluikstorten van gevaarlijk afval). Daarentegen hoeven bvb meldingen i.v.m. sluikstorten van ongevaarlijk afval, overhangende takken, overwaaiend distelzaad en rattenplagen niet geregistreerd te worden in MKROS. Nochtans merken we dat heel wat gemeenten ervoor kiezen deze vormen van milieuwrevel toch te registreren in MKROS. Dit is trouwens niet geheel onbegrijpelijk omdat die meldingen anders toch nog op een andersoortige wijze zouden worden geregistreerd (bvb in Microsoft toepassingen zoals Excel of Access), en gezien registratie in één systeem een belangrijk voordeel betekent voor de latere rapportering en beeldvorming, ook op gemeentelijk niveau. In januari 2006 werden de gemeenten door toenmalig minister van leefmilieu Kris PEETERS in kennis gebracht van de definitieve operationaliteit van MKROS, na uitvoerig te zijn uitgetest door tientallen gemeenten. Gemeenten die de samenwerkingsovereenkomst onderschreven werden geacht meldingen van milieuhinder te registreren in MKROS vanaf 20 mei 2006. Meldingen van vóór deze datum zijn dan ook niet consequent opgenomen in MKROS. In november 2007 waren er nog steeds gemeenten die, naar aanleiding van de (aanvankelijk negatieve) evaluatie door de Vlaamse overheid van hun engagementen in het kader van de al vermelde samenwerkingsovereenkomst, meldingen uit 2006 registreerden in MKROS (dus bijna een jaar na de melding zelf), zodat zij alsnog positief geëvalueerd kunnen worden. Meldingen uit 2006 die werden ingevoerd vanaf 1 december 2007 zijn in voorliggende rapportering niet meer meegenomen.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 9 van 40
Ook ca een jaar later trad hetzelfde fenomeen op. Meldingen uit 2007 die zijn ingevoerd vanaf 1 1 december 2008 zijn ook niet mee opgenomen in de rapportage. Niet alle Vlaamse gemeenten registreren hun meldingen van milieuhinder in MKROS. Het gaat voornamelijk om die gemeenten die geen samenwerkingsovereenkomst aangaan met de Vlaamse overheid, of die een afstemming van een eigen databank met MKROS nog aan het voorbereiden zijn. De kwaliteit van de geregistreerde gegevens wordt zoveel mogelijk bewaakt vanuit de toepassing zelf. Zo zijn de belangrijkste beleidsrelevante gegevens verplichte velden in de toepassing, en wordt hierbij waar mogelijk gebruik gemaakt van keuzelijsten (hierna aangegeven met de afkorting: ‘kl’). Het gaat om volgende variabelen: tijdstip melding, communicatiemiddel (kl), soort melding (kl), naam klager, relatie klager-melder (kl), namens aantal klagers (kl), aard hinder (kl), frequentie van de hinder (kl), duur van de hinder (kl), soort verdachte (kl) en mate van zekerheid (kl). Nogal wat variabelen laten een optie ‘andere’ of ‘niet van toepassing’ toe. We merken dat deze optie soms wordt geselecteerd, terwijl een andere, concretere optie eigenlijk correcter zou zijn. Hier kan de toepassing zelf moeilijk in sturen, maar is een degelijke opleiding van de gebruikers van groot belang. Jaarlijks worden opleidingen voor MKROS gebruikers voorzien (zowel voor starters als voor gevorderden). De organisatie hiervan gebeurt door de Vlaamse provinciebesturen, de opleiding wordt meestal verzorgd door een lesgever van de Vlaamse overheid. Onvermijdelijk zal in een aantal gevallen ook een typ- of klikfout aan de basis liggen van een fout in de registratie. Het vraagt een beetje discipline van de gebruiker om dergelijke fouten zoveel mogelijk te vermijden of te verbeteren. Een inschatting maken van het aandeel van deze ‘foute’ registraties is nog moeilijk. We gaan er echter vanuit dat hun aandeel niet van die aard is dat de beeldvorming erdoor wordt beïnvloed.
2-2. Algemeen beeld van de meldingen van milieuhinder In totaal werden er 4974 meldingen geregistreerd in MKROS met meldingsdatum gelegen in 2006 (deadline registratie 1 december 2007). Voor het meldingsjaar 2007 gaat het om 5925 meldingen 2 (opgemeten op 19 november 2008 ). 2-2-1 Meldpunten Onderstaande figuur geeft een overzicht van de diverse instanties die de meldingen in behandeling hebben. De meeste meldingen in 2006 (4658) werden geregistreerd door en zijn in behandeling bij gemeentelijke milieudiensten. In enkele gevallen stond een gemeentelijke technische (127: Beernem, Begijnendijk, Diksmuide, Houthalen-Helchteren, Turnhout) of groendienst (23: Deerlijk, Wervik) in voor de behandeling van de meldingen. Daarnaast hebben nog 2 politiezones in totaal 29 meldingen in MKROS geregistreerd (RIHO en Demerdal-DSZ) en 115 meldingen werden voor verdere behandeling via MKROS doorgestuurd naar een buitendienst van de Vlaamse Milieu-inspectie - alle buitendiensten met uitzondering van buitendienst Vlaams-Brabant ontvingen op die manier meldingen van milieuhinder. Provinciale diensten hadden in totaal 19 meldingen in 2006 in behandeling binnen MKROS. De Gentse havenkapiteinsdienst tenslotte had nog 3 meldingen in behandeling. In 2007 3 werden grosso modo dezelfde verhoudingen vastgesteld .
1
Hier kan wat variatie opzitten, in functie van de datum waarop de betreffende rapporten werden aangemaakt Ook na 19 november 2008 werden nog klachten geregistreerd met meldingsdatum in 2007 3 Figuur is ter beschikking bij de dienst Hinder en Risicobeheer van het departement LNE 2
Pagina 10 van 40
Figuur 2/
Behandelende instanties
West-Vlaanderen en Antwerpen waren in 2006 de koplopers met elk meer dan 1300 meldingen, gevolgd door Oost-Vlaanderen met 1100 meldingen. Limburg en Vlaams-Brabant waren elk goed voor ongeveer 600 geregistreerde meldingen in MKROS.
Figuur 3/
Meldingen per provincie in 2006
2007 geeft ongeveer een vergelijkbaar beeld, met uitzondering van de provincie Oost-Vlaanderen, die nu procentueel beduidend lager scoort. De provincie Limburg scoort absoluut en procentueel beduidend hoger dan in 2006. Zie onderstaande figuur.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 11 van 40
Figuur 4/
Meldingen per provincie in 2007
In onderstaande figuren wordt het aantal geregistreerde meldingen per dienst in 2006 weergegeven, en dit voor de verschillende provincies.
Figuur 5/
Meldpunten in provincie Limburg
Pagina 12 van 40
In de provincie Limburg werden door 36 diensten meldingen geregistreerd in MKROS, waarvan 34 gemeentelijke milieudiensten. De uitzondering is de gemeente Houthalen-Helchteren waar de ‘afdeling Ruimte’ de meldingen registreert en de provinciale milieudienst. Het volume aan meldingen per gemeente lijkt niet steeds in overeenstemming met de te verwachten milieuhinder binnen de gemeente (functie van bevolkingsdichtheid en aanwezigheid van hinderbronnen). Hiervoor kunnen diverse redenen worden aangehaald (zie hoger volledigheid van de geregistreerde gegevens). De sterke toename van de geregistreerde meldingen in de provincie Limburg in 2007 is voornamelijk te wijten aan de uitvoerige registraties van de milieudiensten van Bilzen, Genk, Hasselt en Peer (> 100 registraties elk). Een vergelijkbare figuur voor meldingsjaar 2007 is beschikbaar bij de dienst Hinder en Risicobeheer.
Figuur 6/
Meldpunten in provincie Vlaams-Brabant
De registraties in MKROS gebeurden in Vlaams-Brabant via 39 meldpunten, waaronder 36 gemeentelijke milieudiensten, en verder de provinciale milieudienst, de technische dienst van Begijnendijk, de politiepost van Scherpenheuvel-Zichem. Ook hier merken we een zeer grote verscheidenheid in het aantal meldingen dat werd geregistreerd. Voor het meldingsjaar 2007 wordt een vergelijkbare grafiek bekomen (figuur beschikbaar bij dienst H&R).
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 13 van 40
Figuur 7/
Meldpunten in provincie West-Vlaanderen
In West-Vlaanderen werden door 47 diensten 1364 meldingen geregistreerd in MKROS, waarvan 43 gemeentelijke milieudiensten, en voorts de politiepost Hooglede van politiezone RIHO, de technische dienst van Diksmuide, de groendienst van Wervik en de provinciale milieudienst MiNaWa. Enkele ‘grotere’ gemeenten (Brugge, Oostende, Veurne en Zwevegem) zijn verantwoordelijk voor het merendeel (65 %) van de registraties. In 2007 zijn het eveneens Brugge (336 klachten), Zwevegem (251 klachten) en Oostende (179 klachten), en in mindere mate De Haan, Koksijde, Middelkerke, Roeselare, Veurne en Zedelgem (> 50 klachten) die verantwoordelijk zijn voor het gros van de registraties (figuur beschikbaar bij dienst H&R). Oost-Vlaanderen heeft 33 registrerende diensten in 2006, waarvan 29 gemeentelijke milieudiensten. Buitenbeentjes zijn de havenkapiteinsdienst en de dispatching dienst van de provincie, beiden actief in het kader het meldpunt voor milieuklachten in het Gentse havengebied, de provinciale milieudienst (dienst 81) en de klantendienst van Sint-Niklaas (centraal meldpunt). Voor 2007 wordt een vergelijkbaar beeld bekomen (figuur beschikbaar bij dienst H&R).
Pagina 14 van 40
Figuur 8/
Meldpunten in provincie Oost-Vlaanderen
In de provincie Antwerpen registreerden 45 diensten de meldingen. Op de technische dienst van Turnhout en de dienst milieutoezicht van Antwerpen na ging het uitsluitend om gemeentelijke milieudiensten. De dienst milieutoezicht van de stad Antwerpen is, niet geheel onverwacht, de koploper qua aantal geregistreerde meldingen in de provincie Antwerpen (ruim 260 registraties in 2006; bijna 500 (!) in 2007). Andere diensten met 50 of meer registraties waren in 2006 de gemeenten Herentals, Mechelen, Schoten, Sint-Katelijne-Waver en Brecht. In 2007 waren dit diezelfde gemeenten, uitgebreid met Beerse en Willebroek (figuur beschikbaar bij dienst H&R).
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 15 van 40
Figuur 9/
Meldpunten in provincie Antwerpen
2-2-2 Algemene informatie over de meldingen In dit hoofdstuk zal in detail ingegaan worden op de algemene aspecten van de meldingen, meer bepaald op de tijdspatronen van de meldingen, de gebruikte communicatiemiddelen en de hoedanigheid van de melder.
2-2-2-1 Tijdspatronen Maandpatroon
Figuur 10/
Meldingen in functie van de maand van het jaar 2006
Pagina 16 van 40
De zomer van 2006 was een zomer van uitersten. Juli was de warmste maand sinds het begin van de metingen in 1833, met een gemiddelde temperatuur van 23°C kwam juli overeen met een gemiddelde waarde in het zuiden van Frankrijk. Daartegenover hadden we de maand augustus, die de op één na natste was sinds 1833 en met voorsprong de somberste (slechts 94,5 uren zonneschijn). Ook het gegeven dat MKROS pas echt operationeel werd eind mei 2006 is in de grafiek duidelijk te merken.
Figuur 11/
Meldingen in functie van de maand van het jaar 2007
In 2007 was de maand april een opmerkelijke maand zonder neerslag en een temperatuursrecord. Verder was 2007 een eerder banaal meteorologisch jaar. Waarom in de ‘gewone’ zomer van 2007 in juli toch opmerkelijk minder klachten werden geregistreerd is nog onduidelijk (velen op vakantie?).
Dagpatroon Ca 80 % van de meldingen gebeurden in 2006 tijdens de week, van maandag tot donderdag. 14 % van de meldingen gebeurde ‘s vrijdags en het weekend (zaterdag en zondag samen) is goed voor 8 % van de meldingen. 2007 geeft een zo goed als identiek beeld. Figuren zijn beschikbaar bij dienst H&R.
2-2-2-2 Communicatiemiddel Bijna de helft van de meldingen gebeurde zowel in 2006 als in 2007 telefonisch. Meer en meer meldingen komen ook per email toe (17-18%), gevolgd door mondelinge meldingen (15%), meldingen per brief (11-12%). Het aantal meldingen dat via de gemeentelijke website (meldingsformulieren) binnenkomt, is vooralsnog beperkt. Zogenaamde andere meldingen zijn veelal meldingen door gemeentediensten en lokale politie, die in principe ook telefonisch, per mail, mondeling of per brief kunnen gebeuren. Figuur 2007 is beschikbaar bij dienst H&R.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 17 van 40
Figuur 12/
Meldingen in functie van het communicatiemiddel
2-2-2-3 De melder van het probleem De in MKROS geregistreerde meldingen zijn in 4 op 5 gevallen afkomstig van burgers. Een niet onbelangrijk aandeel is afkomstig van de eigen gemeentediensten of lokale politie. Af en toe gebeurt de melding door een bedrijf of lid van het schepencollege of gemeenteraad. Eerder sporadisch is er een melding vanwege een vereniging of buurtcomité, gewestelijke dienst of brandweer.
Figuur 13/
Meldingen in functie van de soort melder
Pagina 18 van 40
Voor meldingsjaar 2007 wordt een gelijkaardige grafiek bekomen. Het aandeel ‘lokale politie’ als melder van het probleem is wel toegenomen tot 10 % (579 meldingen). Dit betekent dat blijkbaar meer en meer meldingen bij politiediensten ook in MKROS worden geregistreerd. 2-2-3 Bespreking op niveau van de hinderthema’s en -bronnen In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de hinderthema’s en activiteiten waarover wordt geklaagd in Vlaanderen.
2-2-3-1 Aard van de gemelde milieuhinder De meeste geregistreerde meldingen hebben betrekking op het compartiment Lucht, gevolgd door Geluid, Bodem en Fauna en Flora. De verhoudingen zijn in 2007 min of meer dezelfde gebleven t.o.v. 2006.
Figuur 14/
Meldingen in functie van het hinderthema (compartiment) in 2006
Figuur 15/
Meldingen in functie van het hinderthema (compartiment) in 2007
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 19 van 40
In de provincie Antwerpen valt de toename in 2007 ten opzichte van 2006 van de bijdrage van het compartiment geluid op ten nadele van het compartiment lucht. In Vlaams-Brabant is geluid zowel in 2006 als in 2007 het belangrijkste compartiment. In Oost- en West-Vlaanderen is het compartiment Bodem in belang toegenomen in 2007 ten opzicht van 2006, en in Limburg is het compartiment Lucht, zowel in 2006 als in 2007 het voornaamste compartiment (in 2007 zelfs zeer uitgesproken).
Figuur 16/
Meldingen per provincie, per hinderthema, in 2006
Figuur 17/
Meldingen per provincie, per hinderthema, in 2007
Pagina 20 van 40
2-2-3-2 Bronnen In dit hoofdstuk wordt beschreven welke bronnen verantwoordelijk zijn voor de diverse vormen van milieuhinder.
Figuur 18/
Meldingen per soort veroorzaker
Opvallend is het hoge aantal onbekende bronnen, zowel in 2006 als in 2007 (figuur 2007 beschikbaar bij dienst H&R). Dit is trouwens niet verwonderlijk, er is immers meestal geen veroorzaker gekend voor heel wat lokale milieuproblemen zoals sluikstorten, zwerfvuil, rattenplagen, etc.
Figuur 19/
Meldingen per provincie, per soort veroorzaker
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 21 van 40
Het aandeel onbekende soort veroorzaker is opvallend hoog in Vlaams-Brabant. Figuur 2007 is beschikbaar bij de dienst H&R.
2-2-3-3 Top 20 Hieronder worden de belangrijkste activiteiten opgelijst waarover milieuhinder wordt gemeld in 2006 (in navolgende lijst zijn alle activiteiten opgenomen met 50 of meer meldingen): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Sluikstort (399 meldingen) Huisvuil en zwerfvuil (247 meldingen) Rattenplaag (202 meldingen) Geur-, roet- of rookhinder tengevolge verbranden afvalstoffen in open lucht (145 meldingen) Zwerfkatten (142 meldingen) Geluid- of trillingshinder tengevolge elektronisch versterkte muziek (130 meldingen) Bodem- of waterverontreiniging tengevolge lozing van olie of benzine (111 meldingen) Geluids- of trillingshinder vanwege een bedrijf of fabriek (104 meldingen) Onkruiden en distels (89 meldingen) Geluid- of trillingshinder tengevolge muziek van café of restaurant (89 meldingen) Geurhinder vanwege (petro)chemische nijverheid (88 meldingen) Vogelplaag (77 meldingen) Insectenplaag (73 meldingen) Geluid- of trillingshinder vanwege zelfstandige beroepsactiviteit (72 meldingen) Geurhinder vanwege voedings- en drankenindustrie (70 meldingen) Overhangende bomen en takken (66 meldingen) Geur-, roet- of rookhinder tengevolge verbranden afval in open haard of kachel (62 meldingen) 18. Activiteit zonder milieuvergunning (61 meldingen) 19. Frequentie huisvuilophaling (61 meldingen) 20. Geluidhinder vanwege huisdier(en) (52 meldingen)
Opvallend is het hoge aantal ‘andere of overige’ (meer dan 25% van alle meldingen). 114 meldingen hebben als aard ‘onbekend’. In 2007 wordt volgende indeling bekomen (in navolgende lijst zijn alle activiteiten opgenomen met 50 of meer meldingen in MKROS): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Sluikstort (376 meldingen) Huisvuil en zwerfvuil (336 meldingen) Bodem- of waterverontreiniging tengevolge lozing van olie of benzine (202 meldingen) Rattenplaag (197 meldingen) Geurhinder vanwege voedings- en drankenindustrie of brouwerijen (188 meldingen) Geur-, roet- of rookhinder tengevolge verbranden afvalstoffen in open lucht (173 meldingen) Geluids- of trillingshinder vanwege een bedrijf of fabriek (149 meldingen) Activiteit zonder milieuvergunning (130 meldingen) Zwerfkatten (116 meldingen) Overhangende bomen en takken (116 meldingen) Geluid- of trillingshinder tengevolge elektronisch versterkte muziek (104 meldingen) Geluid- of trillingshinder tengevolge muziek van café of restaurant (103 meldingen) Vogelplaag (99 meldingen) Frequentie huisvuilophaling (90 meldingen) Geurhinder vanwege (petro)chemische nijverheid (89 meldingen) Bouw- of sloopafval (89 meldingen) Onkruiden en distels (88 meldingen) Geluid- of trillingshinder vanwege zelfstandige beroepsactiviteit (66 meldingen) Geur-, roet- of rookhinder tengevolge verbranden afval in open haard of kachel (61 meldingen) 20. Insectenplaag (59 meldingen) 21. Storten van afvalstoffen in water
Pagina 22 van 40
22. Groenafval (50 meldingen) 23. Verbranden van hout/kolen in haard/kachel (50 meldingen) Ook in 2007 valt het hoge aantal meldingen die vallen binnen de categorieën ‘andere of overige’ op (eveneens meer dan 25% van alle meldingen). 258 meldingen hebben als aard ‘onbekend’. Er blijkt weinig verschil te zijn tussen 2006 en 2007. Opvallend is wel de sterke toename in 2007 tegenover 2006 van geurhinder van de voedings- en drankenindustrie (incl. brouwerijen) en van bodem- en waterverontreiniging tengevolge lozingen van olie of benzine.
2-3 Detaillering thema’s 2-3-1 Lucht In 2006 waren er 1287 meldingen handelend over een milieuprobleem binnen compartiment Lucht: 951 ervan (74%) gingen over geurhinder, 336 (26%) over een verstoring van de luchtkwaliteit (roet, stof, rook). In 2007 waren er 1411 dergelijke meldingen. 963 meldingen (68%) gingen over geurhinder, 448 (32%) over een verstoring van de luchtkwaliteit (roet, stof, rook). Dit laatste is een duidelijke stijging ten opzichte van 2006. In bijna helft van de meldingen over geurhinder in 2006 ligt één of andere onderneming aan de oorzaak. In 2007 is de bijdrage van de doelgroep KMO en industrie zelfs gestegen tot 54 % (figuur 2007 beschikbaar bij dienst H&R). Ongeveer 1 op 5 meldingen over geurhinder heeft betrekking op de geur die veroorzaakt wordt door één of andere particuliere activiteit (doelgroep buren).
Figuur 20/
Meldingen over geurhinder, per doelgroep, in 2006
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 23 van 40
Meldingen over een verstoring van de luchtkwaliteit hebben in ruim de helft van de gevallen te maken met één of andere vorm van burenhinder (vuurtje stoken, verbranden van afval of hout in kachels of open haard). Hieronder is de figuur voor 2006 weergegeven. De figuur voor 2007 ziet er vrijwel identiek uit (figuur 2007 beschikbaar bij dienst H&R).
Figuur 21/
Meldingen over de aantasting van de luchtkwaliteit, per doelgroep, in 2006
In volgende twee figuren wordt ingezoomd op de activiteiten die voor geurhinder zorgen binnen doelgroep KMO en industrie, in 2006 resp. 2007. Vooral opvallend is de sterke toename van de meldingen van geurhinder waarvoor de voedings- en drankenindustrie als vermoedelijke veroorzaker wordt aangeduid (zie ook hfst. 2-2-3-3). De reden van deze toename kan grotendeels worden toegeschreven aan één bedrijf, namelijk de firma Fro d’Or in Bilzen. In mindere mate is er ook de toename van groencomposteringsinstallaties als bron van geurhinder (vnl. IMOG in Zwevegem).
Pagina 24 van 40
Figuur 22/
Meldingen over geurhinder van KMO en industrie, per bedrijfsactiviteit, in 2006
Figuur 23/
Meldingen over geurhinder van KMO en industrie, per bedrijfsactiviteit, in 2007
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 25 van 40
Binnen de doelgroep Land- en tuinbouw geven voornamelijk het uitspreiden van dierlijke mest, varkens- en pluimveestallen, en stookinstallaties van serres aanleiding tot geurhinder. Andere activiteiten die aanleiding geven tot geurhinder zijn bvb. rottend aardappelloof, een groenvoersilo, de opslag en verwerking van dierlijke mest.
Figuur 24/
Meldingen over geurhinder van landbouwactiviteiten, per bedrijfsactiviteit, in 2006
Figuur 25/
Meldingen over geurhinder van landbouwactiviteiten, per bedrijfsactiviteit, in 2007
Pagina 26 van 40
Binnen de doelgroep particulieren is de situatie in 2007 min of meer vergelijkbaar met deze in 2006. Verbranden van afvalstoffen in open lucht blijft de voornaamste oorzaak van geurhinder. Onder type activiteit ‘Andere’ worden voornamelijk mazoutgeur en kookdampen bedoeld.
Figuur 26/
Meldingen over geurhinder van particuliere activiteiten, in 2006
Figuur 27/
Meldingen over geurhinder van particuliere activiteiten, in 2007
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 27 van 40
In meer dan de helft van de gevallen wordt een onderneming (fabriek, KMO) aangeduid als veroorzaker van de geurhinder. Hieronder is de verdeling naar soort veroorzaker weergegeven voor het meldingsjaar 2006. Een vergelijkbaar beeld wordt bekomen voor meldingsjaar 2007 (figuur 2007 beschikbaar bij dienst H&R).
Figuur 28/
Meldingen over geurhinder per soort veroorzaker, in 2006
Zoals kan worden verwacht is er een duidelijk verband tussen de meteorologie en het indienen van geurklachten. Perioden met veel regenval, evenals perioden met lage temperaturen zijn traditioneel maanden met minder meldingen van geurhinder. Figuur 2007 is beschikbaar bij de dienst H&R.
Figuur 29/
Meldingen over geurhinder per maand van melding in 2006
Pagina 28 van 40
Bijna 1/3 van de meldingen van geurhinder is in de periode 2006-2007 werd geregistreerd in de provincie Antwerpen, iets minder in de provincie Limburg. Vlaams-Brabant is de provincie met de minste registraties van geurhinder.
Figuur 30/
Meldingen over geurhinder per provincie, in de periode 2006-2007
2-3-2 Geluid 2006 telde 1028 meldingen met betrekking tot het compartiment geluid: 1015 (99% geluid), 13 (1%) trillingen, 2007 telde er 1296, waarvan 23 over trillingen (2%) en 1273 over geluid (98 %). De gemelde trillingshinder is voornamelijk te wijten aan de doelgroepen KMO en industrie (in 2006 goed voor 31% van de meldingen over trillingshinder, in 2007 zelfs voor 57 % van de meldingen over trillingshinder) en verkeer en vervoer (31% in 2006 en 17 % in 2007). Verder in dit hoofdstuk gaan we meer in detail in op de problematiek van geluidshinder, exclusief de trillingshinder. Onderstaande figuren geeft de opdeling per doelgroep voor 2006, resp. 2007. De figuren geven eenzelfde beeld, met doelgroepen ‘buren’, ‘KMO en industrie’ en ‘recreatie en toerisme’ als belangrijkste bronnen van geluidshinder waarover melding wordt gedaan bij lokale overheden.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 29 van 40
Figuur 31/
Meldingen over geluidshinder, per doelgroep, in 2006
Figuur 32/
Meldingen over geluidshinder, per doelgroep, in 2007
Pagina 30 van 40
Binnen de doelgroep ‘buren’ is voornamelijk elektronisch versterkte muziek verantwoordelijk voor de meldingen, gevolgde door huisdieren en doe-het-zelf activiteiten. Figuur 2007 is beschikbaar bij de dienst H&R. Onder ‘andere’ vinden we bvb frequent ventilatoren en airco’s terug, en ook heel wat nachtlawaai van personen.
Figuur 33/
Meldingen over geluidshinder van particuliere activiteiten
Binnen doelgroep ‘KMO en industrie’ zijn bedrijfsactiviteiten verantwoordelijk voor bijna de helft van het aantal meldingen (36 % in 2006 en 48 % in 2007). Ander belangrijke bronnen zijn zelfstandige beroepsactiviteiten, het laden en lossen van vrachtwagens en, in mindere mate, bouw- en sloopactiviteiten. Figuur 2007 is beschikbaar bij dienst H&R.
Figuur 34/
Meldingen over geluidshinder van KMO en industrie, per bedrijfsactiviteit
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 31 van 40
Binnen de doelgroep recreatie en toerisme geeft voornamelijk muziek van cafés of restaurants aanleiding tot meldingen over geluidshinder. Zowel in 2006 (39%) als in 2007 (37% ) is dit het geval. Figuur 2007 is beschikbaar bij de dienst H&R. Andere activiteiten die regelmatig aanleiding geven tot geluidshinder zijn de muziek van dancings, kermissen, braderijen of muziekfestivals, en het stemgeluid van horecabezoekers.
Figuur 35/
Meldingen over geluidshinder van recreatie en toerisme
Binnen de doelgroep ‘verkeer’ is straatverkeer de voornaamste bron van geluidswrevel. Bijna de helft van de meldingen binnen deze doelgroep over deze vorm van geluidsoverlast. Luchtverkeer was in 2006 verantwoordelijk voor 27% van de meldingen in MKROS, in 2007 is het aandeel gestegen tot 37%.
Figuur 36/
Meldingen over geluidshinder van verkeer en vervoer, in 2006
Pagina 32 van 40
Figuur 37/
Meldingen over geluidshinder van verkeer en vervoer, in 2007
De meldingen van geluidshinder ingedeeld per soort veroorzaker geeft volgend beeld:
Figuur 38/
Meldingen over geluidshinder per soort veroorzaker, in 2006
Een vergelijkbare figuur wordt bekomen voor de meldingen van 2007, behalve dat het aandeel onbekende veroorzakers nog is gestegen tot 37 % (489 meldingen waarvoor geen veroorzaker is gekend). Figuur 2007 is beschikbaar bij de dienst H&R.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 33 van 40
Meldingen over geluidshinder blijken minder weersafhankelijk dan deze over geurhinder. In elk geval volgt de figuur minder de meteorologische fluctuaties van het betreffende jaar. Zie onderstaande figuren.
Figuur 39/
Meldingen over geluidshinder per maand van melding, in 2006
Figuur 40/
Meldingen over geluidshinder per maand van melding, in 2007
Pagina 34 van 40
2-3-3 Licht In de periode januari 2006 tot december 2007 werden in totaal 43 meldingen m.b.t. lichthinder geregistreerd. Het merendeel daarvan valt te plaatsen onder de noemer ‘handel, diensten, recreatie en toerisme’. Vooral lichtreclame, de verlichting van een gebouw of monument, de verlichting van sport- en recreatieterreinen, laser- en feestverlichting geven binnen deze doelgroep aanleiding tot lichthinder.
Figuur 41/
Meldingen over lichthinder per doelgroep, in 2006-2007
2-3-4 Bodem In de periode 2006-2007 werden 2255 meldingen met betrekking tot het compartiment ‘Bodem’ geregistreerd, 94% daarvan had betrekking op een probleem aan de oppervlakte, 6% op een probleem in de ondergrond. Zoals al eerder is aangegeven, blijkt in Vlaanderen heel wat wrevel te bestaan bij burgers over sluikstorten en zwerfvuil. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande figuur. Omdat de beleidsvoorbereiding en –uitvoering inzake bodemverontreiniging en afvalbeheer niet tot de kerntaken van het departement LNE behoort, wordt niet in meer detail ingegaan op de meldingen binnen het compartiment ‘Bodem’.
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 35 van 40
Figuur 42/
Meldingen over verontreinigingen van de oppervlakte van de bodem, in 2006-2007
2-3-5 Fauna & Flora 1209 meldingen in 2006 en 2007 hebben betrekking op fauna, 619 meldingen op flora. Met betrekking tot fauna zijn het vooral ratten, zwerfkatten, vogels en insecten die voor overlast zorgen.
Figuur 43/
Meldingen over overlast van fauna, in 2006-2007
Met betrekking tot flora geven vooral onkruiden en distels, overhangende bomen en takken en slecht onderhouden gronden aanleiding tot wrevel bij de Vlaamse burger. Figuur beschikbaar bij dienst H&R.
Pagina 36 van 40
Omdat natuur-, bos- en groenbeheer niet tot de kerntaken van het departement LNE behoort, wordt niet in meer detail ingegaan op het compartiment ‘fauna en flora’. 2-3-6 Varia De MKROS databank bevat voor de periode 2006-2007 191 meldingen die betrekking hebben op één of andere vorm van visuele hinder, 29 meldingen hebben betrekking op asbestverontreiniging en 9 meldingen op straling (grotendeels GSM straling).
2-4 Opvolging en dossierbehandeling van de meldingen De opvolging en dossierbehandeling via MKROS zal pas op volle toeren beginnen draaien van zodra de gemeenten voldoende vertrouwd zijn met de basisregistratie binnen de MKROS webtoepassing. Het is m.a.w. niet geheel onverwacht dat de meeste meldingen vooralsnog de status ‘geregistreerd’ hebben binnen MKROS, ook al omdat de opvolging van de meldingen binnen MKROS geen verplicht maar een facultatief onderdeel vormt van de samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten.
Figuur 44/
Meldingen in 2006 in functie van de laatst geregistreerde opvolgingsstap
Figuur 45/
Meldingen in 2007 in functie van de laatst geregistreerde opvolgingsstap
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 37 van 40
Er zijn geen verschillen merkbaar in de mate van opvolging via MKROS tussen de meldingen in functie van het type hinder. Bij wijze van voorbeeld zijn hieronder de figuren weergegeven voor de meldingen met betrekking tot de categorie geurhinder.
Figuur 46/ Meldingen in 2006 over geurhinder in functie van de laatst geregistreerde opvolgingsstap
Figuur 47/ Meldingen in 2007 over geurhinder in functie van de laatst geregistreerde opvolgingsstap
Pagina 38 van 40
2-5 Voorlopige evaluatie, tendensen en bedenkingen Aantal registraties als indicator voor de gebruiksintensiteit Het milieuklachten registratie- en opvolgingssysteem MKROS werkt anno 2008 op volle toeren. Sinds de ingebruikstelling van de toepassing in 2002 is het aantal registraties exponentieel toegenomen, van 322 in 2002, 1198 in 2005 tot bijna 8000 in 2008.
Figuur 48/
Evolutie van de registraties in MKROS
In hun milieujaarprogramma’s 2007 rapporteerden de gemeenten voor de eerste maal over het gebruik van MKROS in 2006. Ongeveer 200 gemeenten maakten gebruik van MKROS. 11 gemeenten maakten gebruik van een ander systeem en gingen het engagement aan om de koppeling van hun databank met MKROS te maken. Slechts een 6-tal gemeenten gaven aan teveel technische problemen te ondervinden. Zij lieten weten eerst en vooral de tekortkomingen in hun systeemvereisten aan te willen pakken alvorens volwaardig in te stappen in MKROS. Gebruiksgemak en meerwaarde We vingen alvast heel verschillende reacties op van gemeenten op het gebruik van MKROS, zowel in de positieve als negatieve zin. Sommigen vonden het registreren te omslachtig, tijdsrovend of dubbel werk, ondervonden nog regelmatig technische problemen, of vonden het ontbreken van een link met de registratiesystemen van politie of Milieu-inspectie een gemis. Andere gemeenten gaven dan weer aan dat MKROS een echte vooruitgang betekende op vlak van systematisch klachtenbeheer, netwerking, transparantie en controleerbaarheid. De vlotte aanmaak van documenten (brieven, rapporten en registers) werd ook als positief ervaren. Technische problemen overw(i)(o)nnen Een aantal gemeenten wordt inderdaad geconfronteerd met onderbrekingen in de werking van MKROS. Omdat MKROS een webtoepassing is zijn de mogelijke oorzaken velerlei. De netwerkinfrastructuur die zich ergens op het internet bevindt tussen de gemeentelijke ambtenaar die beschikt over een computer met een Internet browser en de server in Brussel speelt hoe dan ook een cruciale rol. Onderbrekingen als gevolg van het falen van deze component zijn echter niet te
MKROS rapportering_2006-2007
Pagina 39 van 40
voorkomen vanuit de MKROS toepassing, maar wijzen op tekortkomingen op het niveau van de lokale IT infrastructuur. Meestal zijn de beperkingen in internet bandbreedte de oorzaak van de problemen. Door de beschikbare bandbreedte voor MKROS gebruikers te verhogen kan dit probleem eenvoudig worden opgelost. We merken ook dat nogal wat gemeenten, die tot voor kort nog met problemen te kampen hadden, intussen die problemen hebben weten te overwinnen. Onderbrekingen zijn daarnaast ook mogelijk als gevolg van het onderhoud en verbeteringswerken aan de infrastructuur (hard- en software) in Brussel. Mijn administratie tracht deze onderbrekingen tot een mimimum te beperken, zowel in duur als in aantal. De laatste jaren werden een aantal concrete verbeteringen aangebracht met invloed op de werking van de toepassing, nl. • opwaardering naar een nieuwe en stabieler type toepassingsserver, waardoor sedertdien minder pannes optreden en de toepassing vlotter draait; • het dubbel uitvoeren van bepaalde soft- en hardwarematige componenten, zodat ingeval een component faalt een andere component de taken overneemt of voortzet, waardoor de toepassing robuuster is geworden, met minder onderbrekingen/pannes tot gevolg • de koppeling met het Centraal BedrijvenBestand, incl. code verbetering hieromtrent, is sinds de zomer van 2007 operationeel; • code verbeteringen van de toepassing: heel wat openstaande bugs werden aangepakt en opgelost (intussen versie 3.6.3) • publicatie van een gebruiksvriendelijke pocket handleiding • webstek waar alle informatie over MKROS is samengebracht (www.milieuhinder.be) Representativiteit van de gegevens verhogen: de ontwikkeling van een xml webservice Er is de voorbije jaren hard gewerkt om van MKROS een degelijk en robuust beleidsinstrument te maken. Voorliggend rapport geeft alvast een globaal beeld van de milieuwrevel die wordt gemeld bij gemeentebesturen in Vlaanderen. Met meer dan 5000 klachten jaarlijks bevindt zich al een ruim staal van het totale aantal milieumeldingen bij Vlaamse gemeenten in de MKROS databank. We rekenden uit dat jaarlijks ongeveer 30.000 milieumeldingen bij gemeentelijke milieudiensten worden geregistreerd. Een kleine 20% ervan komt momenteel dus in MKROS terecht. Wetende dat niet alle milieuklachten volgens de bepalingen van de contracttekst van de Samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten in MKROS moeten terecht komen (bvb overhangende takken, achterlaten van afval, rattenplagen, etc. hoeven niet in MKROS te worden geregistreerd), is dit al een mooi resultaat. Om beleidsrelevante conclusies uit de MKROS databank te kunnen halen, is het echter nodig dit percentage verder op te krikken. Nogal wat gemeenten wachten het initiatief van de Vlaamse overheid af om een MKROS webservice te ontwikkelen, die zal toelaten op een eenvoudige manier lokale milieuklachtendatabanken of meldsystemen te koppelen aan de MKROS databank. Niet alle gemeenten kiezen er immers voor rechtstreeks in MKROS te registreren, maar onrechtstreeks via een koppeling. Hierdoor kan op een relatief eenvoudige wijze het aantal registraties in MKROS gevoelig worden opgedreven. Dat hiervoor een ruim draagvlak bestaat, bewijzen de vragen die ons hierover regelmatig worden gesteld van steden en gemeenten als Brugge, Gent, Puurs, Kortrijk, Turnhout, Zoersel, Beveren en van IT leveranciers als CIPAL en Digipolis.
Pagina 40 van 40