Meet the Needs Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht
ZIO, Zorg in Ontwikkeling Regio Maastricht-Heuvelland Maart 2013
Colofon:
Onderzoeksteam bestaat uit: Drs. M. van Hoof (onderzoeker, ZIO), Drs. D. Barendse (onderzoeker, oudmedewerker ZIO), Drs. M. Frederix (aanvrager, coördinator Chronische Zorg ZIO), Dr. A. Huizing (begeleidend onderzoeker, ZIO).
Sponsor: Dit onderzoek is gefinancierd vanuit het Achterstandsfonds van LHV (Huisartsenkring Limburg).
2
Meet The Needs | ZIO O&O
Samenvatting Een ongezonde leefstijl, zoals roken, slechte voeding en weinig bewegen zijn risicofactoren voor chronische ziekten als diabetes mellitus type 2 (DM2), COPD en hart- en vaatziekten. Personen met een lage sociaal economische status (SES) hebben vaker een ongezonde leefstijl dan mensen uit hogere SES groepen. Door verschillende zorgverleners worden inspanningen geleverd voor het veranderen van ongezonde leefstijl, het resultaat is echter veelal teleurstellend. Middels dit onderzoek wordt getracht inzicht te verkrijgen in de zorgbehoefte van mensen met een lage SES woonachtig in een achterstandswijk in Maastricht, en de behoefte en wensen die zij hebben ten aanzien van leefstijlaanbod in de gemeente Maastricht. Om het leefstijlaanbod in de gemeente Maastricht in kaart te brengen is een literatuuronderzoek gedaan en is er contact (gesprekken en via mail) geweest met aanbieders van leefstijlactiviteiten. Daarnaast heeft een kwalitatief onderzoek plaatsgevonden om de (zorg)behoefte en wensen van mensen met een lage SES in kaart te brengen. Binnen dit kwalitatief onderzoek zijn focusgroepen (fase 1) uitgevoerd en interviews (fase 2) gehouden. In fase 1 heeft in twee huisartsenpraktijken in Maastricht Noord-Oost en Noord-West een focusgroep (N = 2 bijeenkomsten) plaatsgevonden met ieder vijf respondenten. Respondenten die voldeden aan de inclusiecriteria (een lage SES, een ongezonde leefstijl, ouder dan 18 jaar en beheersing van de Nederlandse taal) werden geselecteerd. Aanvullend zijn in fase 2 interviews afgenomen bij zes patiënten afkomstig van drie andere huisartsenpraktijken uit dezelfde stadsdelen. De eigen gezondheid wordt door mensen met een lage SES in achterstandswijken verschillend benaderd en ervaren. Men geeft allen aan behoefte te hebben aan verbetering van de gezondheid. Ook geven alle respondenten aan bezig te zijn met het verbeteren van hun gezondheid en/of leefstijl. De manier waarop men hier mee bezig is verschilt echter tussen de respondenten. Er worden verschillende activiteiten georganiseerd binnen de gemeente Maastricht op het gebied van bewegen, voeding en roken. De bekendheid van het leefstijlaanbod in de eigen wijk blijkt minimaal bij de respondenten. Dit wordt mogelijk veroorzaak door de wijze van communiceren en de interesse van de respondenten. Goede communicatie naar de wijkbewoners blijkt van belang. Deelname aan wijkgebonden leefstijlaanbod is tevens gering. Er worden zowel praktische als persoonlijke bezwaren genoemd voor deelname aan leefstijl activiteiten. Geconcludeerd kan worden dat mensen met een lage SES in achterstandwijken minimaal gebruik maken van het leefstijlaanbod in de wijk, ondanks het feit dat de behoefte aan de verbetering van de gezondheid aanwezig is en leefstijlaanbod in de wijk beschikbaar is. Het beperkte gebruik van het leefstijlaanbod kan mogelijk verklaard worden doordat enerzijds het aanbod niet 3
Meet The Needs | ZIO O&O
(volledig) voldoet aan de behoeften en anderzijds door het kennisniveau over gezondheid en leefstijl en de daarmee samenhangende ervaren noodzaak tot gedragsverandering bij mensen met een lage SES. Het is daarom belangrijk om een goed beeld te krijgen van het kennisniveau van deze mensen ten aanzien van leefstijl en te onderzoeken in welke stadium van gedragsverandering men zich bevindt. De opzet van nieuw leefstijlaanbod voor deze doelgroep lijkt op dit moment in ieder geval een stap te ver is.
4
Meet The Needs | ZIO O&O
Inhoudsopgave
Samenvatting
p. 03
Inhoudsopgave
p.04
1. Inleiding
p.06
1.1 Achtergrond
p.06
1.2 Definities en operationalisatie
p.08
1.3 Onderzoeksdoel
p.09
2. Methode
p.10
2.1 Opzet
p.10
2.2 Onderzoekspopulatie
p.10
2.3 Dataverzameling
p.12
2.4 Data analyse
p.12
3.Resultaten
p.14
3.1 Resultaten literatuuronderzoek en gesprekken met aanbieders
p.14
3.2 Resultaten Focusgroepen
p.14
3.2.1
Onderzoekspopulatie
p.14
3.2.2
Resultaten
p.15
3.2.2.1 Leefstijlaanbod in de wijk
p.15
3.2.2.2 Ervaren zorgbehoefte
p.16
3.2.2.3 Randvoorwaarden gezondheidsbevorderende activiteiten
p.17
3.3 Resultaten Interviews
p.19
3.3.1
Onderzoekspopulatie
p.19
3.3.2
Resultaten
p.19
3.3.2.1 Gezondheid en leefstijl
p.19
3.3.2.2 Leefstijl aanbod in de wijk
p.20
3.3.2.3 Ervaren zorgbehoefte
p.21
3.3.2.4 Randvoorwaarden gezondheidsbevorderende activiteiten
p.23
4. Discussie & Conclusie
p.27
4.1 Beantwoording onderzoeksvragen
p.27
4.2 Methodische kanttekeningen
p.29
4.3 Aanbevelingen voor onderzoek
p.32
4.4 Aanbevelingen voor de praktijk
p.33
4.5 Conclusie
p.33
5
Meet The Needs | ZIO O&O
Literatuurlijst
p.35
Bijlagen
p.38
1. Draaiboek en vragenschema focusgroep
p.38
2. Vragenlijst patiëntenkenmerken
p.39
3. Draaiboek en topiclijst interview
p.40
4. Voorbeeld leefstijlaanbod
p.41
5. Zoekresultaten in NCBI
p.42
6. Leefstijlaanbod in Maastricht
p.43
6
Meet The Needs | ZIO O&O
1.
Inleiding
1.1
Achtergrond
Een ongezonde leefstijl, zoals roken, slechte voeding en weinig bewegen zijn risicofactoren voor chronische ziekten, zoals DM2, COPD en hart- en vaatziekten. Mensen met deze chronische ziekten komen veelvuldig bij de huisarts en/of praktijkondersteuner. Leefstijlbegeleiding is een belangrijk onderdeel van de zorg voor deze mensen. De huisarts en de praktijkondersteuner spelen hierbij dus een grote rol. Een specifieke risicogroep vormen mensen met een lage SES. Zij hebben meer gezondheidsproblemen en vaker chronische aandoeningen, zoals diabetes mellitus type 2 en overgewicht dan personen uit hogere SES-groepen [1-4]. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld: een laag inkomen, werkloosheid, een laag opleidingsniveau, ongunstige woonomstandigheden (zoals gebrek aan groen, overlast, lawaai, sociale problemen, vocht en kou in de woning), relatief ongezonde werkomstandigheden in laagbetaalde banen, sociale uitsluiting en een suboptimale kwaliteit van de zorg. Bovendien wordt deze slechtere gezondheid veroorzaakt door een ongezonde leefstijl [5]. Personen met een lage SES vertonen namelijk het vaakst ongezond gedrag. Zo rookt bijna de helft van de mannen in de laagste SES-groepen (tegen 37% in de totale mannelijke bevolking) en is het percentage mannen dat overmatig alcohol drinkt in deze groep ongeveer 14%, tegen 9% in de hogere SES-groep [3]. De lagere SES-groepen vertonen ook het meest gecombineerd risicogedrag; vooral het gecombineerd voorkomen van roken, lichamelijke inactiviteit en een lage groente- en fruitconsumptie is veel hoger bij de personen met een lagere SES dan bij de personen uit de hogere SES-groepen [3]. Personen met een lager opleidingsniveau en lager inkomen leven dan ook zes tot zeven jaar korter dan mensen met een hoge opleiding of goed inkomen. Uit onderzoek van Ruijsbroek e.a. blijkt bovendien dat bewoners van krachtwijken (welke gekenmerkt worden door een groot percentage inwoners met een lage SES) hun gezondheid als minder goed ervaren dan andere bewoners van andere wijken c.q. de rest van Nederland [6]. Vergelijkbare resultaten worden gevonden in een studie van Verweij e.a. waarin door 25% van de inwoners van de krachtwijken zijn/haar gezondheid als minder goed beoordeelt ten opzichte van 17% in de rest van Nederland [7]. In de regio Maastricht lijdt meer dan de helft van de volwassenen (52%) aan een chronische ziekte. 28% van de volwassen Maastrichtse bevolking (20-55 jaar) heeft multimorbiditeit en dus twee of meer chronische aandoeningen [8]. Deze percentages liggen lager dan de cijfers in de rest van ZuidLimburg. In de leeftijdsgroep van 55-plussers (ouderen) zijn de cijfers uit Maastricht vergelijkbaar met de percentages van Zuid-Limburg. Hier heeft 79% van de bevolking minstens één chronische ziekte en 58% twee of meer [8]. Wanneer gekeken wordt naar de leefstijl, zoals roken, ongezonde 7
Meet The Needs | ZIO O&O
voeding en weinig lichaamsbeweging, van de inwoners van Maastricht, blijkt dat in de stadsdelen Noord-Oost en Noord-West de leefstijl ongezonder is dan bij inwoners van andere stadsdelen. Dit zijn tevens de delen van de stad waar de SES lager ligt dan in andere wijken van Maastricht [8]. Nagenoeg alle ongezonde leefstijlfactoren komen in deze twee stadsdelen vaker voor dan in andere delen van de stad. Zo blijkt (ernstig) overgewicht significant vaker voor te komen in Maastricht Noord-West. Dit is tevens de wijk in de stad waar significant de minste mensen lid zijn van een sportvereniging. De inwoners van Maastricht Noord-Oost blijken minder vaak te voldoen aan de beweegnorm (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) dan de overige stadsgenoten [8]. In deze twee delen van de stad ligt het percentage rokers (in alle leeftijdscategorieën) hoger dan in andere delen van Maastricht. Met betrekking tot gewoonten rondom gezonde voeding (het eten van voldoende groenten en fruit, het dagelijks nuttigen van een ontbijt) blijken er weinig verschillen te bestaan tussen de verschillende delen van de stad [8]. Landelijke cijfers laten zien dat Zuid-Limburg significant slechter scoort op de leefstijlgebieden roken en beweging dan het landelijk gemiddelde [9]. De Nationale Atlas Volksgezondheid, die gezondheidsstatistieken weergeeft van de bevolking van 12 jaar en ouder, toont aan dat tussen 2005 en 2008 in Zuid-Limburg 31,8% van de populatie rookt, waar het landelijk gemiddelde op 28,7 % ligt. Het aantal zware rokers in Nederland (>20 sigaretten per dag) is bepaald op 7,1%. Ook hier wijkt Zuid-Limburg significant af met een percentage van 9,4% [9]. In dezelfde periode en populatie stelt de Atlas vast dat landelijk 55,4% van de bevolking voldoet aan de beweegnorm, terwijl dat in Zuid-Limburg slechts 46,8% bedraagt [9]. Het gemiddelde gewicht in ZuidLimburg (BMI>25kg/m2: 46,7%) wijkt daarentegen niet significant af van het landelijk gemiddelde (BMI>25kg/m2: 45,9%) [9]. In Maastricht heeft 39% van de volwassenen en 58% van de ouderen overgewicht. Dit is significant lager dan het gemiddelde in Zuid-Limburg, maar gelijk aan het landelijke gemiddelde. De percentages voor ernstig overgewicht (BMI>30kg/m2) zijn in Maastricht hoger dan de landelijke cijfers [8]. Het veranderen van ongezonde leefstijl gewoontes is echter moeilijk. Ondanks vele inspanningen door zorgverleners is het resultaat veelal teleurstellend. Verschillende factoren, zoals beperkte financiën, beperkte communicatieve mogelijkheden en beperkte kennis over de risico’s van een ongezonde leefstijl bij mensen met een lage SES kunnen hieraan ten grondslag liggen. Onduidelijk is hoe mensen met een lage SES die woonachtig zijn in een achterstandswijk in Maastricht dit ervaren, waar hun behoeften liggen, of zij hun ongezonde leefstijl zouden willen veranderen en op welke wijze dit het beste zou aansluiten bij hun eigen wensen en behoeften.
8
Meet The Needs | ZIO O&O
1.2
Definities en operationalisatie Achterstandswijk: Achterstandswijken zijn dikwijls naoorlogse wijken die in de meerderheid van de gevallen bewoond worden door mensen met een lage SES. Het verloop in de wijken is hoog en woningen zijn uitgeleefd [10]. Het ministerie van VROM beschreef verschillende kenmerken voor een achterstandswijk:
Dichtbevolkte stadsdelen met een multiculturele samenstelling;
Een aangetaste leefbaarheid en milieusituatie;
Verouderde woningen;
Kwalitatief lage openbare ruimte;
Relatief veel criminaliteit en drugsoverlast;
Verouderde infrastructuur en bedrijfsterreinen;
Minder voorzieningen op het gebied van onderwijs, winkels en gezondheidszorg [11].
Vogelaarwijken vallen per definitie onder de noemer achterstandswijken. Echter, een achterstandswijk hoeft geen Vogelaarwijk te zijn. Voor de definitie van Vogelaarwijk worden 18 criteria gehanteerd waaronder kleine, oude en goedkope woningen, overlast, vandalisme en tevredenheid [12]. In Maastricht is Maastricht Oost een Vogelaarwijk; de wijken Wittevrouwenveld, Wyckerpoort, Limmel en Nazareth vallen hieronder. Sociaaleconomische status: De maatschappelijke positie die een persoon bekleedt, gemeten aan de hand van opleidingsniveau, inkomen en beroepsstatus [13]. Verschillen in opleiding, inkomen en beroep leiden tot verschillen in gezondheidsstatus. Het opleidingsniveau wordt het sterkst geassocieerd met gezondheid [14]. Het opleidingsniveau kan evenals de SES ingedeeld worden in drie categorieën:
Laag:
geen/lagere school, lbo, mavo
Middelbaar:
havo, vwo, mbo
Hoog:
hbo, universiteit.
De opleidingsniveaus geclassificeerd als laag worden in verband gebracht met een lage SES, terwijl de hoge opleidingsniveaus geassocieerd worden met een hoge SES [15,16]. Doorgaans wordt opleidingsniveau dan ook als indicator voor SES gebruikt in wetenschappelijk onderzoek [17,18], o.a. aangezien de variabele beroepsstatus moeilijk in te delen is in categorieën [2]. In dit onderzoek wordt dezelfde methodiek gehanteerd: de categorie voor opleiding is in dit onderzoek gelijk gesteld aan de categorie voor SES. Leefstijl: Leefstijl is het gedrag dat invloed heeft op gezondheid. In dit onderzoek is ervoor gekozen om de leefstijlfactoren te hanteren die het meest beschreven worden in literatuur [19,20]. Leefstijl kan omschreven worden als het gedrag dat mensen vertonen op het gebied van roken, voeding en beweging. 9
Meet The Needs | ZIO O&O
Roken kan geoperationaliseerd worden door te differentiëren in de categorieën ‘rookt’ en ‘rookt niet’.
Voeding is een complex begrip als het om leefstijl gaat, maar de BMI kan een indicator zijn voor slechte voedingsgewoonten. Een BMI van ≥25 kg/m2 (overgewicht en obesitas) indiceert slechte voedingsgewoonten.
Beweging kan bepaald worden aan de hand van de Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB). Om te voldoen aan de NNGB wordt verwacht dat een persoon tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensief beweegt.
De leefstijl van personen met een lage SES is over het algemeen slechter dan de leefstijl van mensen met een hoge SES [3]. Ongezonde leefstijl: Personen die gedrag vertonen dat een negatieve invloed heeft op de gezondheid hebben een ongezonde leefstijl. In dit onderzoek zijn dit personen die roken, en/of ongezond eetgedrag hebben (BMI ≥ 25 kg/m2) en/of onvoldoende bewegen (minder dan 5 dagen per week 30 minuten matig intensieve beweging). Zorgbehoefte: Wanneer hulp gewenst is bij het veranderen van leefstijl is sprake van een zorgbehoefte. (Leefstijl)aanbod dient aan te sluiten op de zorgbehoefte. In de literatuur wordt zorgbehoefte omschreven als ‘de behoefte in een bepaalde hoeveelheid zorg ter compensatie van het ervaren tekort’ [21].
1.3
Onderzoeksdoel
Doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in de ervaren zorgbehoeften van mensen met een lage SES woonachtig in een achterstandswijk in Maastricht. Dit inzicht maakt het vervolgens in de toekomst mogelijk een passend, laagdrempelig en wijkgericht aanbod, aansluitend bij de zorgbehoeften aan te bieden in achterstandswijken in Maastricht. Met dit aanbod wordt een verbetering van de leefstijl van mensen met een lage SES beoogd. De onderzoeksvragen die hierbij opgesteld zijn, zijn als volgt: 1. Wat is de ervaren zorgbehoeften op het gebied van leefstijlbegeleiding van mensen met een lage SES en ongezonde leefstijl woonachtig in een achterstandswijk in Maastricht? 2. Wat is het aanbod van programma’s gericht op het verbeteren van leefstijl binnen de achterstandswijken van Maastricht? 3. In hoeverre zijn mensen met een lage SES en ongezonde leefstijl woonachtig in een achterstandswijk in Maastricht op de hoogte van het leefstijlaanbod in de wijk? 4. In hoeverre sluit het bestaande leefstijlaanbod in de wijk aan bij de ervaren zorgbehoeften van mensen met een lage SES en ongezonde leefstijl woonachtig in de wijk?
10
Meet The Needs | ZIO O&O
2.
Methode
2.1
Opzet
Het beschrijvende onderzoek bevat twee delen: een literatuuronderzoek en een kwalitatief onderzoek. Met behulp van literatuuronderzoek is gezocht naar reeds bekende informatie over leefstijlaanbod in achterstandswijken. De literatuur is aangevuld met informatie uit gesprekken en emailcontact met aanbieders van leefstijlinterventies in achterstandswijken. Dit is het kwantitatieve deel van het onderzoek. Binnen het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek zijn focusgroepen en interviews afgenomen. Aangezien in de Maastrichtse stadsdelen Noord-Oost en Noord-West de meeste mensen met een lage SES wonen, zijn voor deelname aan dit onderzoek vier huisartsenpraktijken uit deze gebieden geselecteerd. In twee praktijken (1x Noord-Oost, 1x Noord-West) heeft een focusgroepbijeenkomst plaatsgevonden. Daarnaast zijn een zestal interviews afgenomen bij patiënten afkomstig van drie huisartsenpraktijken (2x Noord-Oost, 1x Noord-west).
2.2
Onderzoekspopulatie
Inclusiecriteria voor deelname aan het onderzoek waren: 1) een lage SES, 2) een ongezonde leefstijl, 3) ouder dan 18 jaar en 4) beheersing van de Nederlandse taal. Tijdens de selectie van deelnemers is rekening gehouden met een goede man/vrouw verdeling. Gestart werd met het rekruteren van respondenten voor de focusgroepen. Beoogd werd in vier huisartsenpraktijken een focusgroep te organiseren, waaraan in totaal 48 personen deelnamen. Hiertoe is in vier huisartsenpraktijken een poster opgehangen in de wachtkamer met daarop een uitleg van de gezochte doelgroep. Aangezien op deze posters onvoldoende respondenten reageerden, zijn de medewerkers van de huisartsenpraktijken gevraagd een selectie te maken van patiënten die voldeden aan de inclusiecriteria. In huisartsenpraktijken A en X (1x Noord-Oost, 1x Noord-West) werden naar aanleiding van deze methode voldoende respondenten geworven voor het organiseren van een focusgroep. Om voldoende data te verzamelen zijn in een tweede fase interviews afgenomen bij de respondenten die zich hadden aangemeld bij de andere twee huisartsenpraktijken (praktijk B en Y). Bovendien zijn nog twee respondenten gerekruteerd bij een vijfde praktijk uit Maastricht Noord-Oost, praktijk C. De rekrutering van de deelnemers wordt in figuur 1 op de volgende pagina schematisch weergegeven.
11
Meet The Needs | ZIO O&O
FASE 1 focusgroep bijeenkomsten
FASE 2 individuele interviews
rekruteren/benaderen patiënten middels posters in 4 geselecteerde praktijken (X,Y,A,B)
N=4 afkomstig van praktijk Y (onvoldoende voor organisatie focusgroep)
N=2 afkomstig van praktijk Y
Selectie patiënten door personeel in 3 geselecteerde praktijken (X,A,B)
Exclusie N=2 wegens indicatie GGZproblematiek
Selectie patiënten door personeel praktijk B
N=10 afkomstig van praktijk X, A
Uitvoer en analyse focusgroep (n=2 bijeenkomsten) bij praktijk X en A
N=2
Inclusie praktijk C
Selectie patiënten door personeel praktijk C N=2
Figuur 1. Stroomschema rekrutering participanten
12
Meet The Needs | ZIO O&O
N=6
Uitvoer en analyse interviews (n=6 respondenten) bij praktijk Y,B,C
2.3
Dataverzameling
Door het uitvoeren van een literatuuronderzoek en gesprekken en e-mailcontact met organisaties die aanbod hebben in leefstijlinterventies is de tweede vraagstelling beantwoord. De literatuur diende gepubliceerd te zijn in de afgelopen vijf jaar (vanaf 2007). Er is gekozen voor een termijn van vijf jaar om te bewerkstelligen dat enkel recente literatuur gebruikt zou worden. Er is gezocht naar literatuur via publieke zoekmachines als NCBI en Google. Er is gezocht met de zoektermen SES, leefstijl, leefstijlinterventies, roken, voeding, gewicht, behoeften, achterstandswijken, aanbod, Nederland. Daarnaast is het sneeuwbaleffect waarbij tevens is gekeken naar interessante verwijzingen naar andere literatuur. Via GGD Zuid Limburg en het ouderenproject [G]OUD is een deel van het leefstijlaanbod in kaart gebracht. Websites hiervan zijn gebruikt als basisinformatie. De eerste, derde en vierde vraagstelling zijn beantwoord door het houden van focusgroepen en interviews met mensen met een lage SES en ongezonde leefstijl woonachtig in een achterstandswijk in Maastricht. Fase 1 bestond uit focusgroepen geleid door de huisartsen van de deelnemende praktijken. De rol van de huisarts (gespreksleider) en de inhoud van de focusgroep zijn voorafgaand aan de focusgroep besproken met de huisartsen in een gezamenlijke bijeenkomst. Als leidraad voor de gespreksleiders is een semigestructureerd vragenschema (opgenomen in bijlage 1) opgesteld, dat is gebruikt tijdens de focusgroep. De onderzoeker was hierbij aanwezig om aantekeningen te maken en het proces te bewaken. De groepsgesprekken duurden anderhalf uur. Bij aanvang van de focusgroepbijeenkomsten hebben de patiënten een korte vragenlijst (opgenomen in bijlage 2) ingevuld met daarin vragen over opleiding, rookgedrag, voedingsgewoonten en beweging. Als aanvulling op de focusgroepen is in fase 2 een zestal interviews afgenomen. De steekproefgrootte is vastgesteld op basis van praktische haalbaarheid. Deze interviews werden afgenomen door de onderzoeker. Participanten werd de keuze gegeven waar het interview plaatsvond: bij ZIO of bij de patiënt thuis. Als leidraad voor het interview is een semigestructureerd interviewschema aangehouden (opgenomen in bijlage 3). Het interview sloot af met het voorleggen van een bestaand leefstijlaanbod dat in 2011 vanuit ZIO werd georganiseerd (de flyer waarop dit aanbod gepresenteerd werd, is opgenomen in bijlage 4).
2.4
Data analyse
Doordat het onderzoek uit drie delen bestaat, heeft ook de analyse in drie delen plaatsgevonden. Literatuur is gebruikt om het onderwerp af te bakenen en begrippen te operationaliseren. Literatuur waarin het bestaande leefstijlaanbod in Maastricht staat beschreven is gebruikt als kader voor de semigestructureerde focusgroepen.
13
Meet The Needs | ZIO O&O
Als aanvulling op literatuur over het leefstijlaanbod is informatie verkregen uit vraaggesprekken en e-mailcontact met aanbieders van leefstijlprogramma’s op het gebied van voeding, beweging en roken in de achterstandswijken. De analyse van de data afkomstig uit de focusgroepen is op een systematische wijze verlopen. Van de semigestructureerde focusgroepen zijn geluidsopnames gemaakt. Vervolgens heeft een systematische preparatie en analyse plaatsgevonden. De data is geprepareerd door de gesproken tekst letterlijk uit te typen (transcript), vervolgens is de niet-relevante tekst geschrapt en is de tekst ingedeeld in fragmenten. De analyse van de data is gebeurd met behulp van het softwareprogramma NVivo. In dit programma zijn de tekstfragmenten gelabeld en ruimtelijk geordend door een labelstructuur toe te kennen. De geldigheid van de labels is bovendien vastgesteld door een tweede onderzoeker. Van deze labels is een samenvatting gemaakt en vervolgens zijn de vragen uit het interviewschema beantwoord op basis van deze samenvattingen. Op basis van de analyse van de data afkomstig van de focusgroepen is bekeken welke informatie mistte om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Dit bood een kader voor het interviewschema. De analyse van de interviews is op eenzelfde manier verlopen als de analyse van de focusgroepen.
14
Meet The Needs | ZIO O&O
3.
Resultaten
3.1 Resultaten literatuuronderzoek en gesprekken met aanbieders Als eerste stap is gezocht naar literatuur over leefstijlaanbod op het gebied van bewegen, voeding en roken. In bijlage 5 wordt het aantal hits gevonden bij verschillende zoektermen weergegeven. Stap twee bestond uit gesprekken en e-mailcontact met aanbieders van leefstijlaanbod. Op basis van deze twee stappen is een overzicht van leefstijlaanbod gemaakt met activiteiten op het gebied van bewegen, voeding en roken dat wordt weergegeven in bijlage 6. Op het gebied van bewegen worden verschillende activiteiten georganiseerd binnen de gemeente Maastricht. In zowel stadsdeel NoordOost en Noord-West worden MBvO-activiteiten (Meer Bewegen voor Ouderen) georganiseerd vanuit het maatschappelijk werk. Bovendien worden in stadsdeel Noord-Oost tevens andere activiteiten aangeboden vanuit andere aanbieders. In stadsdeel Noord-Oost kan men voor advies ten aanzien van voeding terecht bij het inloop spreekuur van een diëtist (georganiseerd vanuit een thuiszorgorganisatie).
Bovendien
kan
men
in
dit
stadsdeel
gebruik
maken
van
een
maaltijdvoorziening. Verder worden in de gemeente voorlichtingen op het gebied van voeding georganiseerd, deze zijn niet wijkgebonden. Er is aanbod beschikbaar voor de begeleiding bij stoppen met roken. Ook deze activiteiten zijn niet wijkgebonden.
3.2 Resultaten Focusgroepen 3.2.1
Onderzoekspopulatie
In totaal zijn vier huisartsen, afkomstig van vier verschillende huisartsenpraktijken benaderd voor het organiseren van een focusgroepsbijeenkomst. Gedurende de inclusieperiode kwamen 10 aanmeldingen binnen. Deze 10 respondenten waren afkomstig van twee verschillende huisartsenpraktijken (per huisartsenpraktijk vijf patiënten). Op 21 juni 2012 heeft de focusgroep in stadsdeel Noord-West plaatsgevonden in een ruimte in de betrokken huisartsenpraktijk. Aanwezig waren de huisarts (gespreksleider), medewerker ZIO en vijf patiënten van deze huisartsenpraktijk (X). De focusgroep in stadsdeel Noord-Oost is georganiseerd op 13 juni in een ruimte in een trefcentrum in de wijk. Aanwezig waren de huisarts (gespreksleider), medewerker ZIO en vijf patiënten van huisartsenpraktijk A. De kenmerken van de patiënten die deelnamen aan deze focusgroepbijeenkomsten worden gepresenteerd in tabel 1.
15
Meet The Needs | ZIO O&O
Tabel 1. Kenmerken deelnemers focusgroepen (N=10) Kenmerk Gemiddelde leeftijd (in jaren)
Gemiddelde / Frequenties 64,8
Geslacht Vrouwelijk Mannelijk
N=6 N=4
Voldoet aan NNGB*
N=0
Gewichtsklasse Ondergewicht (BMI < 20 kg/m2) Normaal gewicht (BMI 20 – 25 kg/m2) Overgewicht (BMI 26 – 30 kg/m2) Obesitas (BMI >30 kg/m2)
N=0 N=0 N=4 N=6
Rookstatus Roker Niet-roker
N=2 N=8
Opleidingsniveau Laag Middelbaar Hoog
N=7 N=3 N=0
*NNGB = Nederlandse Norm Gezond Bewegen.
3.2.2
Resultaten
3.2.2.1 Leefstijlaanbod in de wijk Op moment van afname van de focusgroepen, nemen drie van de tien respondenten deel aan activiteiten ter verbetering van de leefstijl: één respondent neemt deel aan outdoorfitness in een nabij gelegen wijk, twee respondenten volgen oefentherapie bij een fysiotherapeut. In het verleden hebben de respondenten deelgenomen aan de volgende activiteiten: gymnastiek vereniging (4x), infraroodcabines (1x), programma om af te vallen (1x), en voorlichtingen door diëtist (1x). Samengevat noemen de respondenten de volgende redenen voor stoppen met deze activiteiten 1) kosten, 2) niet passend tijdstip, en 3) het niet aansluiten bij het kennisniveau. “Ik ben er zelf ook geweest en ik vond dat fantastisch. Maar weet je wat het was? Het was een lastige tijd, het was om twaalf uur.” Uit de focusgroep in stadsdeel Noord-West blijkt dat het bestaande wijkgebonden leefstijl aanbod weinig bekend is bij de respondenten. Zij ervaren de informatievoorziening als onvoldoende. “Nee, dat is het dus, wat dat betreft zijn wij als Maastrichtenaren best wel stom gehouden. Want 16
Meet The Needs | ZIO O&O
volgens mij weten heel veel mensen niet dat zoiets (begeleiding door ergotherapeut) bestaat.”
Uit de focusgroep georganiseerd in stadsdeel Noord-Oost wordt duidelijk dat het aanbod op het gebied van bewegen redelijk bekend is bij de respondenten. Het leefstijlaanbod op het gebied van voeding en roken wordt echter niet genoemd door de respondenten. In beide focusgroepen wordt gediscussieerd over welke persoon de informatie omtrent het leefstijlaanbod zou moeten verspreiden. De huisarts wordt door enkele respondenten aangeduid als een persoon met een centrale functie binnen deze informatievoorziening. De huisarts beschikt namelijk over contactgegevens en is bekend met de aandoeningen van de wijkbewoners. Echter, de huisarts merkt op dat dit juridische obstakels met zich meebrengt omdat de huisarts deze informatie niet mag verspreiden. Bovendien wordt door de respondenten getwijfeld of de huisarts hier voldoende tijd voor heeft. Als andere opties worden door de respondenten genoemd: 1) een groep personen die informatie inventariseert en doorspeelt naar wijkbewoners, en 2) personeel van de thuiszorg. Tevens wordt gesproken over de meest efficiënte wijze van informatievoorziening. E-mail wordt door de meerderheid van de respondenten gezien als meest efficiënte informatiemiddel. Echter, niet iedereen beschikt over e-mail. Mond-tot-mond reclame vormt hierop een goede aanvulling. Advertenties in buurtkranten worden aangeduid als minder efficiënt. Overige opties genoemd door aanwezigen zijn een informatiemiddag, sms en facebook.
3.2.2.2 Ervaren zorgbehoefte De respondenten geven aan behoefte te hebben aan een voorlichting door de diëtist en beweegactiviteiten, zoals een fietsclubje, zwemmen/aquajogging, gymclubje, wandelgroep en oefenruimte fysiotherapeut. Uit de focusgroepen blijkt dat de ervaren kennis ten aanzien van gezonde voeding verschilt tussen de respondenten: de ene respondent geeft aan weinig kennis op dit gebied te hebben, anderen geven aan over veel kennis op dit gebied te beschikken. Een aantal respondenten geeft aan dat hun kennisniveau wordt beïnvloed door het wel/niet hebben van een ziekte. Uit één van de focusgroepen blijkt echter dat niet alle respondenten over juiste informatie over voeding beschikken. Zo wordt bijvoorbeeld door één van de respondenten gesteld dat, wanneer men een winkelkarretje neemt in plaats van een mandje, men geneigd is om minder producten te kopen.
17
Meet The Needs | ZIO O&O
3.2.2.3 Randvoorwaarden gezondheidsbevorderende activiteiten Aangegeven wordt dat bij de organisatie van gezondheidsbevorderende activiteiten het aanbod dient te voldoen aan een aantal voorwaarden. Zie voor een overzicht van deze randvoorwaarden onderstaande tabel:
Tabel 2. Overzicht randvoorwaarden gezondheidsbevorderende activiteiten Onderwerpen Praktische overwegingen
Randvoorwaarden De kosten moeten laag zijn# Het tijdstip moet schikken Het aanbod dient op korte termijn te starten
Zaken betreffende de inhoud van het aanbod
Het aanbod dient de juiste doelgroep aan te spreken Er dient begeleiding aanwezig te zijn Het (instap)niveau dient niet te hoog te zijn Er dient aandacht te zijn voor het sociale aspect
Zaken ten aanzien van de locatie
Korte afstand woning en het aanbod# Buitenlucht Veilige omgeving
Zaken t.a.v. de coördinatie van het aanbod
Een duidelijk aanspreekpunt voor vragen over het aanbod
Persoonlijke belemmeringen voor deelname
Gezondheidsklachten Drempelvrees
#
Zaken die meest frequent benoemd zijn binnen de focusgroepen.
Praktische overwegingen De meerderheid van de respondenten geeft (herhaaldelijk) aan dat kosten meespelen in de overweging voor het wel of niet deelnemen aan leefstijlaanbod. Kosten worden het meest frequent genoemd als drempel om deel te nemen aan leefstijlaanbod. “Als het nou bijvoorbeeld acht euro per maand is voor een gymclubje, dan doe je dat. Maar als je veertig euro moet gaan neerleggen, we moeten ook nog leven hè, dat is gewoon zo.” Uit de focusgroep blijkt bovendien dat, indien aanbod vergoed zou worden door de zorgverzekeraar, mensen eerder geneigd zijn om deel te nemen. Echter, veel onduidelijkheid bestaat over wat wel en niet vergoed wordt door de zorgverzekeraar; de informatievoorziening door de zorgverzekeraar is onduidelijk. Men geeft dan ook aan behoefte te hebben aan voorlichting over de vergoedingen vanuit de zorgverzekeraar. Verder wordt aangegeven dat het tijdstip waarop het aanbod plaatsvindt, een drempel kan vormen om deel te nemen aan activiteiten. Het meest geschikte tijdstip verschilt 18
Meet The Needs | ZIO O&O
echter van persoon tot persoon: de ene respondent geeft aan dat ’s avonds (vanaf 18:00u) het best schikt, een andere respondent geeft daarentegen aan de voorkeur te geven aan ’s middags. Het wordt als prettig ervaren dat men zelf kan beslissen op welk moment gebruik wordt gemaakt van het aanbod. In één van de focusgroepen komt tevens naar voren dat een activiteit voor ouderen niet in de avonduren (als het donker is) georganiseerd dient te worden. Eén focusgroepslid benoemt tenslotte dat de tijdsduur tussen aanmelding en start van belang is.
Zaken betreffende de inhoud van het aanbod Als reden voor het niet deelnemen aan een bepaalde beweegactiviteit wordt genoemd dat deze activiteit met name geschikt zou zijn voor jeugd. Bovendien wordt door meerdere respondenten genoemd dat aanbod ontwikkeld dient te worden voor meerdere doelgroepen: zowel voor jongeren als voor ouderen. Verder wenst men begeleiding. Eén respondent geeft aan dat begeleiding tijdens het sporten een rol speelt in zijn/haar overweging om deel te nemen aan een (in dit geval) beweegactiviteit. “En dan kun je bij fitnessbedrijf X (...) maar daar heb je geen begeleiding. Dus dat is eigenlijk ook wel een beetje onverantwoord om zonder begeleiding te gaan sporten. Want je weet niet wat je allemaal mag.” Uit de focusgroepen komt naar voren dat de respondenten wensen dat het niveau langzaam opgebouwd wordt en bij de start wordt aangepast aan het niveau van de instromers. Zo wordt bijvoorbeeld niet deelgenomen aan Zumba omdat het te zwaar zou zijn. Binnen het aanbod dient er volgens een aantal respondenten aandacht te zijn voor het sociale aspect: men sport liever niet alleen. Met twee personen is gezelliger en werkt motiverend. Men geeft aan dat het van belang is dat men elkaar kent. Eén respondent oppert het idee een beweegactiviteit te koppelen aan een sociale activiteit. “Of onderweg gewoon ergens een kop koffie gaan drinken, dat is ook leuk. Zo van, we lopen een stuk daar naartoe dan drink je rustig wat en dan loop je ook weer terug.”
Zaken ten aanzien van de locatie Meerdere respondenten geven aan dat de afstand tot het aanbod een randvoorwaarde is voor deelname, het aanbod dient in de eigen wijk of aangrenzende wijken te liggen. “Als je maar aan je eigen kant van de maas blijft, denk ik. Zolang ik maar niet vanuit hier naar Wittevrouwenveld moet gaan, of naar Amby moet gaan. Dat is te ver. Het moet wel aan deze kant blijven. Het moet liggen waar je woont en de omliggende wijken.”
19
Meet The Needs | ZIO O&O
Eén respondent geeft aan graag activiteiten in de buitenlucht te ondernemen. Twee respondenten geven aan dat activiteiten niet georganiseerd dienen te worden bij een industrieterrein en/of in de aanwezigheid van hangjongeren.
Zaken t.a.v. de coördinatie van het aanbod Er wordt door meerdere focusgroepsleden aangegeven dat het van belang is om te beschikken over een algemeen telefoonnummer. Men geeft aan de ervaring te hebben “van het kastje naar de muur gestuurd te worden” op het moment dat men vragen heeft over leefstijlaanbod (als starttijden, annulering, etc.).
Persoonlijke belemmeringen voor deelname Twee respondenten geven aan dat de aanwezigheid van gezondheidsklachten (steunkousen, rugpijn) een drempel vormen om deel te nemen aan leefstijlaanbod. Tenslotte wordt drempelvrees om als nieuweling in een reeds bestaande groep te sporten door één van de respondenten genoemd als belemmering. De overige respondenten geven echter aan dit niet als drempel te ervaren.
3.3 Resultaten Interviews 3.3.1
Onderzoekspopulatie
Als aanvulling op de focusgroepen, is in fase 2 een zestal interviews afgenomen. Aanwezig waren de geïnterviewde en de interviewer. Eén interview heeft plaatsgevonden op het kantoor van de ZIO, de overige bij de respondenten thuis. De patiëntkenmerken van de geïnterviewden worden in tabel 3 weergegeven. 3.3.2
Resultaten
3.3.1.1 Gezondheid en leefstijl Het begrip “gezondheid” wordt door de respondenten verschillend benaderd. Een aantal benoemd met name de fysieke aspecten van gezondheid (als niet roken, gezonde voeding, beperkt alcohol gebruik, omgeving en hygiëne), anderen juist de meer geestelijke ofwel maatschappelijke aspecten (fijne leefomgeving, gelukkig zijn, financiële situatie, afwezigheid van stress). Door geen van de respondenten wordt de afwezigheid van ziekten en/of letsel genoemd. Het begrip leefstijl is bij de helft van de respondenten onbekend. De andere drie respondenten geven echter aan het begrip te kennen. Slechts één respondent geeft een definitie van het begrip. “Je leefstijl is gewoon de manier waarop je leeft. De ene heeft een leefstijl van junkfood en bier drinken iedere dag. En de andere heeft een leefstijl van iedere avond een salade met diet-cola ofzo”. 20
Meet The Needs | ZIO O&O
Tabel 3. Kenmerken deelnemers interviews (N=6) Kenmerk Gemiddelde leeftijd (in jaren)
Gemiddelde / Frequenties 48,3
Geslacht Vrouwelijk Mannelijk
N=3 N=3
Gewichtsklasse Ondergewicht (BMI < 20 kg/m2) Normaal gewicht (BMI 20 – 25 kg/m2) Overgewicht (BMI 26 – 30 kg/m2) Obesitas (BMI 31 - 35 kg/m2) Morbide obesitas (BMI > 35 kg/m2)
N=0 N=0 N=1 N=2 N=3
Rookstatus Roker Niet-roker
N=2 N=4
Opleidingsniveau Laag Middelbaar Hoog
N=4 N=2 N=0
De mate waarin de respondenten hun eigen gezondheid en/of leefstijl beoordelen verschilt. Drie respondenten beoordelen hun eigen gezondheid en/of leefstijl als onvoldoende, twee respondenten beoordelen hun eigen gezondheid en/of leefstijl als voldoende (één respondent benoemt hierbij het rapportcijfer 7), één respondent is neutraal (beoordeelt eigen gezondheid met een 5). “Een 5 gewoon, in het midden.” Twee van de drie respondenten die hun gezondheid en/of leefstijl als onvoldoende beoordelen, geven aan dat dit te maken heeft met eigen medische klachten (diabetes en rugklachten).
3.3.2.2. Leefstijl aanbod in de wijk Het wijkgebonden gezondheidsaanbod (passend bij de eigen doelgroep) is bij de meerderheid van de respondenten onbekend. Maar liefst vijf respondenten kunnen geen wijkgebonden activiteiten noemen die bij de eigen doelgroep aansluiten. De respondenten geven niet aan wat de reden hiervan is. Twee respondenten zijn daarentegen wel in staat leefstijlaanbod in de wijk te noemen voor andere doelgroepen (kinderen, vrouwen, ouderen).
21
Meet The Needs | ZIO O&O
Slechts 1 respondent kan activiteiten in de wijk gericht op het verbeteren van de gezondheid noemen (sportactiviteiten). Deze respondent is hierover op de hoogte gesteld door advertenties in maand/buurtblaadje en folders. De respondenten dragen de volgende zaken aan als meest efficiënte informatie voorziening voor wijkgebonden leefstijlaanbod: 1) folder in de brievenbus (4x), hierbij wordt door één respondent benoemd dat het een “fatsoenlijke” folder dient te zijn en geen “vodje”, 2) advertenties in buurtkranten (2x), 3) internet/communicatie via internet door buurtplatform (1x), 4) advertenties in de krant (1x), en tenslotte 5), communicatie via bord op centrale plek in wijk (1x). De deelname aan wijkgeboden leefstijlactiviteiten is zeer gering. Slechts één respondent neemt deel aan gezondheidsbevorderende activiteiten georganiseerd in wijkverband. Het betreft een sportactiviteit georganiseerd door de gemeente. Bovendien is deze respondent voornemens tevens met een andere sportactiviteit te starten in de nabije toekomst. De overige vijf respondenten nemen niet deel aan leefstijlactiviteiten in de wijk. Redenen hiervoor zijn 1) het aanbod is onbekend (5x), 2) het aanbod sluit niet aan bij de eigen doelgroep (2x), ofwel 3) men geeft aan niet geïnteresseerd te zijn in activiteiten georganiseerd in groepsverband (2x).
3.3.2.3 Ervaren zorgbehoefte Vier respondenten geven aan behoefte te hebben aan verbetering van hun leefstijl. Allen benoemen ze concreet dat ze graag zouden willen afvallen. Hierbij wordt door één respondenten aangegeven dat deze behoefte fluctueert gedurende het leven: de ene periode is deze behoefte sterker dan de andere periode. Eén respondent benoemt bovendien te willen stoppen met roken. Uit de interviews met de twee respondenten met veel gezondheidsklachten blijkt dat zij graag een betere gezondheid zouden willen hebben (met andere woorden: vermindering van medische klachten), behoefte aan een gezondere leefstijl wordt door hen echter niet concreet benoemd. Samenvattend kan gesteld worden dat alle respondenten een betere gezondheid (waar leefstijl een onderdeel van uitmaakt) willen hebben. Bij een aantal ligt de nadruk op een gezondere leefstijl, bij anderen ligt de nadruk op vermindering van medische klachten. Alle respondenten hebben reeds acties ondernomen om te komen tot een betere gezondheid/leefstijl. Vier respondenten hebben in het verleden een diëtist bezocht. Zij zijn hier echter alle vier mee gestopt om verschillende redenen, namelijk te weinig resultaat, onvoldoende nieuwe informatie en te hoge kosten. Eén respondent heeft niet zelf de diëtist bezocht, maar is aanwezig geweest bij spreekuren van zijn/haar zoon. Alle respondenten die in het verleden een diëtist hebben bezocht, zijn doorverwezen door de huisarts ofwel specialist. Eén respondent is doorverwezen aangezien een maagverkleining gewenst was, één
22
Meet The Needs | ZIO O&O
respondent is doorverwezen
vanwege hoog cholesterol, één respondent is doorverwezen vanwege hartklachten, één respondent is op eigen initiatief naar de huisarts gegaan voor advies ten aanzien van overgewicht. Drie respondenten sporten momenteel in georganiseerd verband (2x fitness, 1x sportaanbod gemeente). Twee personen zijn dit op eigen initiatief gaan doen. Eén respondent is gestart met sporten op advies van huisarts nadat de respondent heeft aangegeven af te willen vallen. De drie respondenten die momenteel niet in georganiseerd verband sporten, geven aan beweging in te passen in het dagelijks leven (fietsen, met hond wandelen, in en om het huis bewegen). Deze drie geïnterviewden wekken echter de indruk niet aan beweegnorm te voldoen, bij twee van hen wordt dit veroorzaakt door lichamelijke klachten. Van de drie respondenten die niet in georganiseerd verband bewegen, heeft één respondent in het verleden in georganiseerd verband gesport (fitness), maar is gestopt wegens de kosten. Deze persoon is destijds gestart met sporten op advies van de huisarts of specialist. Twee respondenten roken op het moment van afname van het interview. Eén van hen geeft aan te willen stoppen. Deze respondent heeft recent een stoppoging gedaan onder begeleiding van de praktijkondersteuner, maar is hierin niet geslaagd. Men zegt allen bezig te zijn met hun leefstijl. Men geeft allen aan te letten op de voeding (door de tips ontvangen van diëtist ofwel praktijkondersteuner toe te passen) en voldoende te bewegen. Het verschilt echter van persoon tot persoon in welke mate ze hier daadwerkelijk bewust mee bezig zijn. Enkelen noemen namelijk concrete acties waaruit dit blijkt, bijvoorbeeld bewust met de fiets naar het werk gaan. Anderen geven aan hier mee bezig te zijn maar benoemen desondanks weinig specifieke acties waaruit dit blijkt. Zo geeft één van de respondenten aan hier zeer bewust mee bezig te zijn. Deze respondent geeft aan te kijken naar het aantal calorieën per product, neemt doelbewust de fiets in plaats van de brommer, is op eigen initiatief naar de huisarts gestapt voor advies, en kan specifiek benoemen welke verbeteringen er nog op moeten treden. Daarentegen zegt een andere respondent bezig te zijn met zijn leefstijl door te bewegen, maar dit beperkt zich tot 1 á 2 keer fietsen per week. “Ik doe er niet veel aan, maar let er wel op”. Alle respondenten geven aan behoefte te hebben aan verbetering van hun gezondheid/leefstijl en wensen hier dan ook begeleiding bij. Eén respondent benoemt echter concreet geen behoefte te hebben aan begeleiding op het gebied van voeding. Dit wordt veroorzaak doordat deze respondent denkt reeds een gezond eetpatroon te hebben en door vervelende persoonlijke ervaringen met een diëtist die eerder bezocht is. In veel gevallen worden bezwaren genoemd om niet deel te nemen aan leefstijlaanbod. Dit zijn in veel gevallen praktische bezwaren: kosten (3x), gezondheidsklachten (2x), tijdsinvestering (2x), niet aansluiten bij niveau (1x), geen behoefte aan begeleiding in groepsverband op wijkniveau (1x). Door drie respondenten worden ook 23
Meet The Needs | ZIO O&O
intrinsieke motieven genoemd die van invloed zijn bij de begeleiding: twijfels of men in staat is de geleerde zaken toe te passen in de praktijk op langere termijn (3x), fluctuatie in motivatie/behoefte gedurende leven (1x), “vuile was niet buiten willen hangen”(1x), onvoldoende motivatie door minder resultaat dan gewenst van reeds ondernomen acties (1x). De respondenten kunnen niet goed benoemen welke ondersteuning zij concreet wensen. Door een aantal wordt ideeën aangedragen: “Een praatgroepje met mensen met overgewicht, dat je ook dingen kunt uitwisselen van hoe pak jij dat aan, hoe val jij af. Dat je ook dingen kunt uitwisselen. En ook meer, met meer mensen die ook pijnklachten hebben, hoe zij dingen oppakken om af te vallen.”
“Misschien iets toch over voeding? Dat zou ik toch ook wel fijn vinden, een inlichtingen avond of zo iets. Of een middag. Zou ook al fijn zijn.” Door de interviewer wordt een kookworkshop als voorstel benoemd, hierop reageert de geïnterviewde als volgt: “Ja, dat zou ook leuk zijn, iets van koken. Dat zou wel echt heel fijn zijn.”
“Ja, een training, waar allemaal mensen met overgewicht bij elkaar zitten, meer informatie over overgewicht en dergelijke,en activiteiten etcetera.” Bij vier respondenten is een aanbod van ZIO uit 2011 voorgelegd. Hierop reageerden drie respondenten positief: zij gaven aan deel te willen nemen op het moment dat dergelijke activiteit georganiseerd zou worden. Eén respondent reageerde negatief: deze respondent heeft geen behoefte aan activiteiten in groepsverband.
3.3.2.4. Randvoorwaarden gezondheidsbevorderende activiteiten Door
de
respondenten
worden
verschillende
randvoorwaarden
voor
deelname
aan
gezondheidsbevorderende activiteiten genoemd. Deze zaken worden in tabel 4 op de volgende pagina weergegeven.
Praktische overwegingen Door alle respondenten wordt benoemd dat de kosten meespelen in de beslissing om deel te nemen aan een activiteit. “Geld, de prijs. Dat is een heel grote invloed.”
24
Meet The Needs | ZIO O&O
Tabel 4. Overzicht randvoorwaarden geïnterviewden Onderwerpen Praktische overwegingen
Randvoorwaarden Kosten# Het tijdstip moet schikken# Periode van het jaar (in combinatie met weersomstandigheden) # Parkeermogelijkheden in directe omgeving van aanbod Mogelijkheid tot het volgen van een proefles
Zaken betreffende de inhoud van het aanbod
Aanbod sluit aan bij interesse en behoefte Niveau van het aanbod sluit aan bij persoonlijk niveau Er dient aandacht te zijn voor het sociale aspect
Zaken ten aanzien van de locatie
Korte afstand woning en het aanbod
Persoonlijke belemmeringen voor deelname
Gezondheidsklachten Eigen lichaamsbeeld
#
Zaken die meest frequent benoemd zijn binnen de interviews.
Het feit dat de hoogte van het inschrijfgeld meespeelt in de overweging om deel te nemen aan leefstijlactiviteiten wordt bevestigd door het voorbeeldaanbod. In totaal geven drie respondenten aan dat het inschrijfbedrag (€40,-) hen zal tegenhouden om aan de activiteit deel te nemen. “Dat [€40,-] vind ik heel veel geld. Heel veel geld, ja.” Ook blijkt de keuze van het tijdstip voor organisatie van aanbod van belang. Drie respondenten geven de voorkeur aan de middag. Twee respondenten geven aan dit niet op voorhand te kunnen zeggen in verband met wisselende werkdiensten. Het meest ideaal zou voor deze respondenten een aanbod zijn waar je flexibel aan kunt deelnemen. Eén respondent geeft aan geen specifieke voorkeur voor een bepaald tijdstip te hebben. Door vier respondenten wordt aangeduid dat het tijdstip van het voorbeeldaanbod (17:30uur) van invloed kan zijn geweest op de geringe deelname. Dit is voor veel mensen rond etenstijd (2x), nog in werktijd (1x), in de wintermaanden is het reeds donker rond dit tijdstip (1x). Verder wordt de periode (in combinatie met weersomstandigheden) benoemd als voorwaarde voor deelname aan activiteiten op het gebied van leefstijl. Door vier respondenten wordt benoemd dat de periode waarin het voorbeeldaanbod georganiseerd wordt (november, december, januari) van invloed kan zijn geweest op de geringe deelname. Men geeft aan dat de wintermaanden geen geschikte periode is voor buitenactiviteiten en hardlopen. Als beter alternatief wordt door alle vier de respondenten het voorjaar aangegeven. “Ik zelf zou in die maanden niet gaan hardlopen als het sneeuwt, daar zou ik geen zin in hebben.”
25
Meet The Needs | ZIO O&O
“Ik ga toch niet in de winter lopen hardlopen. Ja hallo, dan ga ik binnen op een band lopen.” Over de duur van het voorbeeldprogramma (13 weken) heeft men geen specifieke mening. Geen van de respondenten geeft aan dit te lang ofwel te kort te vinden. Door één persoon wordt echter wel opgemerkt dat “13” een raar getal is. Bovendien benoemt één respondent dat de aanwezigheid van gratis parkeermogelijkheden in de directe omgeving van het aanbod een voorwaarde voor deelname is. Tenslotte wordt de mogelijkheid tot het kunnen volgen van een proefles als voorwaarde genoemd door één van de respondenten.
Zaken betreffende de inhoud van het aanbod Er worden meerdere drempels en voorwaarden genoemd die betrekking hebben op de inhoud van de activiteit. Ten eerste dient het aanbod aan te sluiten bij de interesse en behoefte van de deelnemers. Twee respondenten benoemen dit concreet als reden voor het niet eerder deelnemen aan activiteiten op wijkniveau. “Ja, en hetgeen dat er is, dat vind ik eigenlijk niet leuk.”
“Ja, of het inderdaad voor mij ook relevant is om mee te doen. Of het wel interessant is voor mij.” Ten tweede wordt het niveau van het leefstijlaanbod benoemd als mogelijke drempel. Door alle geïnterviewden wordt namelijk aangegeven dat het voorbeeldaanbod (hardlopen; zie bijlage 4) mogelijk van invloed is geweest op de geringe interesse voor het voorbeeldaanbod. Oftewel, dat het niveau een reden zou zijn geweest om zelf niet deel te nemen: “Ja, voor mensen met een verhoogd risico op hart en vaatziekten, luchtwegen en overgewicht. Ja, dat zijn toch dingen, of ja, gezondheidsdingen waarvan je niet snel zou zeggen dat mensen met een hartziekte of vaatziekte gaan hardlopen.”
“Tenminste als het wel wandelen is, niet hardlopen, dat doe ik niet meer. Daar heb ik geen adem voor, daar ben ik te oud voor.” De derde voorwaarde ten aanzien van de inhoud van het aanbod is de aanwezigheid van een sociale component. Twee respondenten geven aan graag activiteiten in groepsverband te ondernemen, drie geven echter aan hier geen voorkeur in te hebben (geen voorkeur voor individuele activiteiten ofwel activiteiten in groepsverband). Tevens geven twee respondenten aan de voorkeur te geven aan activiteiten waarbij bekenden deelnemen, twee andere respondenten geven aan hier geen rekening mee te houden. Bij de overige geïnterviewden is dit niet specifiek ter sprake gekomen. Overigens wordt door vijf respondenten aangegeven dat de doelgroep niet van invloed is op hun keuze om wel of niet deel te nemen aan gezondheidsbevorderende activiteiten. Zij geven aan er 26
Meet The Needs | ZIO O&O
geen problemen mee te hebben als aan de activiteit mensen deelnemen uit een andere leeftijdscategorie. Twee respondenten geven aan dat het juist stimulerend werkt om te sporten met niet-leeftijdsgenoten. Slechts één respondenten geeft aan het fijn te vinden om activiteiten met mensen uit dezelfde leeftijdscategorie te ondernemen.
Zaken ten aanzien van de locatie Als drempel ten aanzien van de locatie van het aanbod wordt enkel gesproken over de afstand tot het aanbod. Toch wordt de afstand niet door alle personen gezien als een drempel. Slechts twee respondenten benoemen de afstand tot het aanbod als belemmerende factor (in combinatie met weersomstandigheden). “Ja, wat moet je dan zo ver gaan liggen rijden. Dus, nee, dat zou me wel tegenhouden, dat zou ik niet doen.” De anderen geven aan dit niet als belemmering te zien. “Het zou leuk zijn als het hier was. Maar als het iets leuks was, dan ging ik ook wel over de brug.”
Persoonlijke belemmeringen voor deelname Door drie respondenten worden medische klachten genoemd die hen beperken in deelname aan activiteiten. Tenslotte wordt het eigen lichaamsbeeld door één respondent genoemd als mogelijke belemmering om deel te nemen. Het eigen lichaamsbeeld is van invloed bij de keuze om aan bepaalde activiteiten deel te nemen. “Ja, kijk als je overgewicht hebt (…) je hebt mensen die nog dikker zijn, en die mensen gaan niet hardlopen. Die die, want als je gaat rennen of hardlopen, dan gaat alles bewegen. En heel veel mensen voelen zich daar niet prettig bij.”
27
Meet The Needs | ZIO O&O
4.
Discussie & Conclusie
4.1
Beantwoording onderzoeksvragen
Ervaren zorgbehoefte Om vast te stellen hoe de respondenten hun eigen leefstijl en/of gezondheid beoordeelden, is eerst gevraagd wat men verstond onder deze begrippen. Het begrip leefstijl is niet bij alle respondenten bekend. Opvallend is dat er bij het begrip “gezondheid” met name zaken genoemd worden die eerder aansluiten bij het begrip “leefstijl”, te weten: niet roken, gezonde voeding, beperkt alcohol gebruik. De eigen gezondheid wordt door de respondenten verschillend benaderd en ervaren. Over het algemeen beoordeelt men de eigen gezondheid als “matig”. Men geeft allen aan behoefte te hebben aan verbetering van de gezondheid. Ook geven alle respondenten aan bezig te zijn met het verbeteren van hun gezondheid en/of leefstijl. De manier waarop men hier mee bezig is verschilt echter tussen de respondenten. Een aantal respondenten uit fase 2 van het onderzoek lijkt hier bewust mee bezig te zijn, een aantal daarentegen lijkt hier in mindere mate mee bezig te zijn. Gezien vanuit het transtheoretische model van (gezondheids)gedragsverandering van Prochaska [22] (beter bekend als het Stages of Change model) bevinden deze respondenten zich in verschillende stadia van verandering. Dit model gaat uit van verschillende stadia die worden doorlopen bij het proces van gedragsverandering. De respondenten bevinden zich veelal in de voorbereidende fasen (precontemplatie, contemplatie en voorbereidende fase). Slechts 1 respondent (uit fase 2) bevindt zich duidelijk in het actiestadium. Geen van de respondenten heeft reeds het stadium van gedragsbehoud bereikt. Hoewel de meerderheid van de respondenten zich nog niet in het actiestadium bevindt, bestaat de noodzaak tot gedragsverandering wel degelijk bij deze doelgroep. Allen zijn te zwaar en het merendeel beweegt onvoldoende. Volgens Thijs e.a. (2005) is het aanbieden van ondersteuning van gedragsverandering pas zinvol op het moment dat een persoon zich reeds in het actiestadium van gedragsverandering bevindt [23]. Het heeft daarom een grote meerwaarde om de doelgroep bewuster te maken van de noodzaak tot gedragsverandering vooraleer daadwerkelijk activiteiten worden aangeboden. Ieder stadium van gedragsverandering behoeft een andere strategie [23]. Ook door Cockburn wordt gesteld dat een interventie dient aan te sluiten bij iemands bereidheid tot veranderen “readiness to change”. Variërende niveaus van deze “bereidheid tot verandering” kan verklaren dat sommige interventies effectief zijn in bepaalde situaties en anderen niet [24]. Alle respondenten uit fase 2 van het onderzoek geven aan deel te willen nemen aan activiteiten ter verbetering van hun gezondheid en/of leefstijl. Er worden echter zowel praktische als intrinsieke bezwaren genoemd voor deelname aan leefstijlactiviteiten. Hiermee wordt de indruk 28
Meet The Needs | ZIO O&O
gewekt dat men (over het algemeen) bewust is van het feit dat verbetering van de leefstijl nodig is, maar dat daadwerkelijke deelname aan leefstijlactiviteiten niet evident is. Vergelijkbare resultaten worden gevonden in een onderzoek van Heutink et al [25]. In dit onderzoek benoemen mensen met een lage SES “gezondheid” als een belangrijk aspect, maar gezondheid wordt niet de hoogste prioriteit gegeven omdat er andere factoren (als zorgen over relaties en opvoeding, gedoe rond uitkeringen en schulden en leven in een gebrekkige huurwoning) spelen die als belangrijker gezien worden [25]. Opvallend is dat de personen met gezondheidsklachten (bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaakziekten) aangeven veel kennis te hebben over gezonde voeding doordat zij wegens hun ziektebeeld reeds in behandelding zijn (geweest) bij een diëtist. In hoeverre de respondenten daadwerkelijk over de juiste en/of complete kennis beschikken rondom voeding is binnen dit onderzoek niet geëvalueerd. Bovendien is niet objectief getoetst of men deze kennis daadwerkelijk in de praktijk brengt. Zo blijkt uit zowel de focusgroepen als interviews dat de kennis van (enkele) respondenten over leefstijl niet altijd adequaat is en/of dat de opgedane kennis niet wordt toegepast in het dagelijks leven.
Aanbod leefstijlbegeleiding achterstandswijken Maastricht Binnen de gemeente Maastricht worden verschillende leefstijl activiteiten op het gebied van voeding, beweging en roken aangeboden en een deel van deze activiteiten is wijkgebonden. Opvallend is dat in stadsdeel Maastricht Noord-Oost meer activiteiten georganiseerd worden op het gebied van beweging en voeding dan in Maastricht Noord-West. Desondanks lijkt het huidige aanbod van leefstijlactiviteiten op het gebied van beweging, voeding en roken beperkt te zijn in de achterstandwijken van Maastricht. Echter, dit onderzoek geeft geen inzicht in de mate waarin deze activiteiten worden gebruikt (hoeveel mensen er aan deelnemen en met welke frequentie de activiteiten plaatsvinden). De gegevens rondom het aanbod zijn verkregen middels een literatuurverkenning en gesprekken en contact per e-mail met leefstijlaanbieders. Het is mogelijk dat niet al het aanbod hierdoor in beeld is gebracht doordat gesproken is met een beperkt aantal instanties. Een complete sociale kaart met het aanbod op het gebied van leefstijlbegeleiding in gemeente Maastricht is belangrijk. Zowel voor de potentiële gebruikers als voor zorgverleners.
Bekendheid aanbod leefstijlbegeleiding De bekendheid van het leefstijlaanbod in de eigen wijk blijkt minimaal bij de respondenten. Op het gebied van bewegen zijn enkele activiteiten bekend onder de respondenten, het aanbod op het gebied van voeding en roken is onbekend. Dit zou te maken kunnen hebben met een beperkte 29
Meet The Needs | ZIO O&O
informatievoorziening over leefstijlaanbod naar de wijkbewoners, of de mate waarin de wijkbewoners geïnteresseerd zijn in deelname van dit aanbod. Het feit dat het aanbod op het gebied van roken onbekend is kan verklaard worden door het relatief kleine aantal geïncludeerde rokers. Een degelijke informatievoorziening omtrent het daadwerkelijke aanbod is van belang om de bekendheid van het leefstijlaanbod te vergroten. Een e-mail en een folder in de brievenbus worden door de respondenten benoemd als meest efficiënte vormen van informatievoorziening.
Aansluiting aanbod en behoefte Weinig respondenten nemen momenteel deel aan leefstijlactiviteiten. Wel hebben de meeste respondenten al activiteiten ondernomen in het verleden. Diverse redenen worden aangegeven waarom men uiteindelijk is gestopt met deze activiteiten, zoals de kosten en het opdoen van onvoldoende nieuwe kennis. Opvallend is dat geen enkele respondent aangeeft te zijn gestopt omdat het doel werd bereikt. In zowel de focusgroepen als de interviews worden veel randvoorwaarden en drempels voor deelname aan leefstijlaanbod genoemd. De meest genoemde zaken die van invloed zijn op overweging om deel te nemen aan leefstijlaanbod zijn: de hoogte van het inschrijfgeld, de afstand tussen de woning en het aanbod, het niveau van het leefstijlaanbod, het tijdstip waarop de activiteit plaatsvindt en het seizoen (bij buitenactiviteiten). Organisatoren van leefstijlaanbod dienen in de organisatie van activiteiten rekening te houden met de genoemde overwegingen. Ook de aanwezigheid van gezondheidsklachten speelt een rol bij de overweging om deel te nemen aan een activiteit, echter heeft een organisator hier geen directe invloed op. Echter, dit is wel een belangrijke factor in de overweging door de patiënt, vandaar dat in de communicatie naar specifieke doelgroepen rekening genomen dient te worden met dit feit). Over een aantal zaken (hoogte inschrijfgeld en tijdstip) bestaat geen consensus onder de respondenten. Zo wordt een aanbod waaraan men flexibel (op een tijdstip dat zelf past) kan deelnemen, door enkelen benoemd als ideaal. Indien gekeken wordt in hoeverre de activiteiten die worden aangeboden in de gemeente Maastricht (zie bijlage 6) aansluiten bij de randvoorwaarden die uit het onderzoek naar voren komen, dan kan worden gesteld dat deze (in grote lijnen) voldoen aan de belangrijkste voorwaarden genoemd door de respondenten, te weten: lage kosten, korte afstand van woning tot aanbod en aansluiten bij niveau. Desondanks is de deelname door respondenten aan deze activiteiten zeer gering. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat de meerderheid van de respondenten nog niet bereid is tot gedragsverandering op het gebied van leefstijl.
30
Meet The Needs | ZIO O&O
4.2
Methodische kanttekeningen
Binnen het onderzoek werd beoogd vier focusgroepen te organiseren waaraan in totaal 48 respondenten zouden deelnemen. Dit houdt in dat per focusgroep gemiddeld 12 respondenten ingedeeld zouden worden. Door zowel de medewerkers van de geselecteerde huisartsenpraktijken als de onderzoekers van ZIO zijn veel inspanningen geleverd om dit aantal respondenten te verzamelen. Helaas bleek het, ondanks deze inspanningen, niet haalbaar om voldoende respondenten bereid te vinden voor deelname aan de focusgroepen. Uiteindelijk hebben twee focusgroepen doorgang gevonden met ieder vijf deelnemers in fase 1. Om toch voldoende data te verzamelen zijn aanvullend individuele interviews afgenomen bij zes respondenten afkomstig van drie andere huisartsenpraktijken in fase 2. Vooraf gestelde doel, 48 respondenten binnen vier focusgroepen werd niet behaald. Echter door deze wijzigingen is nu sprake van methodische triangulatie, het gebruik van meerdere onderzoeksmethoden binnen één onderzoek, in dit geval focusgroepen en interviews. Deze triangulatie heeft mogelijk geleid tot een grotere validiteit van de gevonden resultaten. Het opleidingsniveau is binnen dit onderzoek gelijk gesteld aan de SES categorie. Er werd beoogd enkel respondenten te includeren met een laag opleidingsniveau (is lage SES). Desondanks zijn in totaal vijf respondenten geïncludeerd met middelbaar opleidingsniveau. Deze personen werden echter door de huisarts als lage SES beoordeelt. Verwacht wordt dat dit de betrouwbaarheid van de resultaten niet beïnvloed zal hebben. SES hangt immers, naast opleidingsniveau, ook samen met inkomen en beroepsstatus [13]. Er wordt vanuit gegaan dat de medewerkers van de huisartsenpraktijk voldoende in staat zijn een inschatting te maken van de SES categorie waarin hun patiënten vallen doordat zij, naast opleidingsniveau, inzicht hebben in het inkomen en de beroepsstatus van hun patiënten. Bovendien zijn geen verschillen gevonden in de resultaten verzameld bij de respondenten met een laag en een middelbaar opleidingsniveau. Verder rookt slechts een klein gedeelte van de respondenten. Dit heeft tot gevolg gehad dat er slechts weinig bekend is over de behoefte aan en de kennis over aanbod op het gebied van stoppen met roken. De focusgroepen zijn geleid door de huisartsen van de praktijk waarbij de respondenten aangesloten waren. Dit om de respondenten een veiligere omgeving en een vertrouwd persoon te bieden waarmee dit onderwerp werd besproken. Om de betrouwbaarheid van de focusgroepen te verhogen, is voor aanvang van de focusgroepen een bijeenkomst georganiseerd waarin de huisartsen geïnstrueerd werden. Daarnaast is een medewerker van ZIO aanwezig geweest bij de focusgroepbijeenkomsten om te controleren of de onderwerpen uit het interviewschema allen aan bod kwamen. Echter, het is mogelijk dat de inzet van de huisarts heeft geleid tot sociaal wenselijke antwoorden en dat de persoonlijke leiderschapsstijl van de huisarts van invloed is geweest op de verkregen data. 31
Meet The Needs | ZIO O&O
4.3
Aanbevelingen voor verder onderzoek
Het onderzoek laat een eerste inventarisatie zien van de zaken die op het gebied van leefstijl spelen bij de respondenten en welke wensen men heeft. De noodzaak om deze inventarisatie te toetsen bij een grotere onderzoekspopulatie is groot. Ten eerste, zou onderzoek gedaan moeten worden naar het kennisniveau van mensen met een lage SES in achterstandwijken ten aanzien van een gezonde leefstijl en/of gezonde voeding. In een vervolgonderzoek kan dit in kaart gebracht worden door gebruik te maken van vragenlijsten die op basis van de resultaten uit dit onderzoek opgesteld kunnen worden. Ook is inzicht in de mate van veranderingsgezindheid van belang om te bepalen welke interventies voor deze groep mensen opgesteld moeten worden. Tot slot is het van belang dat de randvoorwaarden voor leefstijlaanbod worden voorgelegd aan een grotere groep mensen zodat een duidelijk kader geboden kan worden voor de opzet en uitvoer van leefstijlactiviteiten. De mate waarin mensen met een lage SES in achterstandwijken daadwerkelijk aandacht besteden aan een gezonde leefstijl, dat wil zeggen, daadwerkelijk aan de beweegnorm en de richtlijnen van de Schijf van Vijf voldoen, is binnen dit onderzoek enkel op een subjectieve manier bepaald. Aan de geïnterviewden is namelijk gevraagd in hoeverre ze met hun gezondheid bezig zijn, wat ze hiervoor laten of juist doen. Om een betrouwbaarder inzicht te krijgen in de leefstijl van de respondenten, zou in een vervolgonderzoek het beweeg- en eetgedrag (en eventueel het rookgedrag) op een objectieve manier bepaald moeten worden. Hierbij kan gedacht worden aan stappentellers, accelerometers, observaties of beweegdagboeken voor het in kaart brengen van het beweeggedrag. Voor het bepalen van het eetgedrag kan gebruik gemaakt worden van eetdagboeken, observaties of foto’s van de maaltijden. In voorgaande paragraaf is toegelicht dat het inclusiecriterium “laag opleidingsniveau” niet in alle gevallen even strikt gehanteerd is. Ondanks dat dit waarschijnlijk niet tot invalide bevindingen heeft geleid, wordt geadviseerd in een vervolgonderzoek enkel mensen te includeren die aan dit criterium voldoen om de generaliseerbaarheid te vergroten. Desondanks is het tevens interessant inzicht te krijgen in de criteria op basis waarvan de respondenten met een middelbaar opleidingsniveau geïncludeerd zijn door de medewerkers van de huisartsenpraktijk. Op basis van het literatuuronderzoek en e-mailcontact en gesprekken met leefstijlaanbieders lijkt het aanbod leefstijlactiviteiten in de achterstandswijken in Maastricht beperkt. Voor zowel de potentiële gebruikers als zorgverleners is een sociale kaart met daarin het complete leefstijlaanbod in gemeente Maastricht zeer nuttig. Het overzicht voortkomend uit dit onderzoek moet dan ook gezien worden als een eerste inventarisatie. In de toekomst zal dit continue aangepast en/of aangevuld dienen te worden door zorgverleners uit de regio. Op basis van de gevonden resultaten wordt gesteld dat het van belang is om andere vormen van ondersteuning aan te bieden die aansluiten bij de fase van gedragsverandering. Om hieraan te 32
Meet The Needs | ZIO O&O
kunnen voldoen is het belangrijk om inzicht te verkrijgen in de fase waarin de personen verkeren. Er wordt dan ook geadviseerd om dit in kaart te brengen (bijvoorbeeld middels een vragenlijst) en vervolgens aanbod te creëren dat hierbij aansluit. Zoals eerder aangegeven, kan het aanbieden van ondersteuning dat niet aansluit bij de fase waarin de personen verkeren, juist leiden tot terugval. Het aanbieden van passende leefstijlactiviteiten is dus van groot belang om vooruitgang te boeken onder de doelgroep. Praktische voorwaarden waaraan dit aanbod vervolgens moet voldoen (denk aan kosten, afstand, niveau, etc.), zijn middels dit onderzoek uitgebreid in kaart gebracht. In een vervolgonderzoek kan daarentegen nog nader onderzocht worden welk tijdstip het beste schikt voor de meerderheid van de respondenten en wat gezien wordt als een redelijk inschrijfbedrag.
4.4
Aanbevelingen voor de praktijkvoering
De resultaten uit dit onderzoek kunnen ook vertaald worden naar de wijze waarop praktijkondersteuners en huisartsen hun patiënten benaderen. Interventies dienen aan te sluiten bij de fase van gedragsverandering en de bereidheid tot verandering. Desondanks blijkt uit onderzoek van Jansink (2011) dat veel praktijkondersteuners een traditionele strategie hanteren, namelijk het geven van informatie en advies over een gezonde leefstijl [26]. Motiverende gespreksvoering wordt gezien als een effectievere techniek in de begeleiding van patiënten op het gebied van leefstijl omdat deze techniek uitgaat van de patiënt en zijn bereidheid tot verandering [27]. Praktijkondersteuners dienen deze techniek in hun alledaagse werk toe te passen. Leefstijladvies blijkt belangrijk in de primaire behandeling van ziekten. Daarentegen stellen Thijs e.a. en Scharwächter e.a. dat artsen hun patiënten te weinig bevragen over leefstijlfactoren. Artsen zijn onvoldoende toegerust en hebben onvoldoende tijd om patiënten structureel te begeleiden bij leefstijlverandering [23,28]. Het zou zinvol zijn om in kaart te brengen of dit ook geldt voor de regio Maastricht-Heuvelland. Indien dit het geval is, zou het belang van het bespreken van leefstijlfactoren behandeld kunnen worden binnen een scholing door ZIO.
4.5
Conclusie
Mensen met een lage SES in achterstandswijken geven aan bewust bezig te zijn met hun gezondheid en/of leefstijl, en het aanbieden van leefstijlactiviteiten in achterstandswijken lijkt dan ook zinvol. Gezien het gewicht, beweeggedrag en rookstatus van de respondenten zou deelname aan leefstijlaanbod gewenst zijn. De mogelijkheid tot begeleiding wordt in de gemeente Maastricht geboden in de vorm van verschillende activiteiten welke voldoen aan de belangrijkste voorwaarden genoemd door de respondenten. Desondanks maken slechts weinig respondenten gebruik van het bestaande leefstijlaanbod. Hier kunnen meerdere oorzaken aan ten grondslag liggen. Ten eerste kan 33
Meet The Needs | ZIO O&O
dit mogelijk verklaart worden doordat de kennis ten aanzien van een gezonde leefstijl minimaal blijkt waardoor de noodzaak tot gedragsverandering in mindere mate ervaren wordt, bovendien blijkt uit eerder onderzoek dat gezondheid door mensen uit een lage SES klasse niet als prioriteit gezien wordt. Ten tweede kan dit mogelijk verklaart worden doordat het aanbod zelf niet op alle fronten voldoet aan de behoeften van mensen met een lage SES. Dit tezamen leidt tot de conclusie dat het leefstijlaanbod in achterstandswijken in Maastricht niet voldoet aangezien mensen met een lage SES behoefte hebben aan een ander type ondersteuning doordat (een deel van) deze personen zich in een voorbereidende fase van gedragsverandering bevinden. Op basis van het onderzoek lijkt de opzet van een nieuw leefstijlaanbod op dit moment een stap te ver. Het is allereerst belangrijk om een goed beeld te krijgen van het kennisniveau over leefstijl bij deze mensen en te onderzoeken in welke stadium van verandering men zich bevindt. Het onderzoek geeft een inventarisatie van de randvoorwaarden van een leefstijlaanbod welke nog in een grotere populatie getoetst dient te worden. Het wijkgebonden leefstijlaanbod is in veel gevallen onbekend. Goede communicatie naar de wijkbewoners over het aanbod zelf (bijvoorbeeld in de vorm van folders of via internet) maar ook de kosten en mogelijke vergoedingen vanuit zorgverzekeraar blijkt van belang.
34
Meet The Needs | ZIO O&O
Literatuurlijst 1
Picket, K.E., Pearl, M. (2001). Multilevel analyses of neighbourhood socioeconomic context and health outcomes: a critical review. Journal Epidemiology Community Health. 55: 111–122.
2
Kunst, A. E., Geurts, J.J.M., Berg, J. van den. (1995). International variation of socioeconomic inequalities in self-reported health. Journal Epidemiology Community Health. 49: 117–123.
3
Janssen, J., Schuit, A.J., Lucht, J. van der. (2002). Tijd voor gezond gedrag: bevordering van gedrag bij specifieke doelgroepen. Bilthoven: RIVM.
4
Beck,
M.
(2001).
Beleidsinterventies
ter
bevordering
van
sociaal
economische
gezondheidsverschillen. Brussel: faculteit der geneeskunde en farmacie.
5
Schrijvers, C.T.M., Storm, I. (2009). Naar een integrale aanpak van gezondheidsachterstanden: Een beschrijving van beleidsmaatregelen binnen en buiten de volksgezondheidssector. Bilthoven: RIVM.
6
Ruijsbroek, A., Droomers, M., Kunst A.E., Brink C. van den. (2011). Gezondheid en leefstijl in de krachtwijken: een verkenning. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen. 89: 214-221.
7
Verweij, A. Lucht, F. van der, Droomers, M. (2008). Gezondheid in veertig krachtwijken. Bilthoven: RIVM.
8
GGD-Zuid Limburg (2010). Een gezonde kijk op Limburg. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. Geleen: GGD Zuid Limburg.
9
Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, aangevraagd op 22 maart 2012, van http://www.zorgatlas.nl/beinvloedende-factoren/.
10 Priemus, H. (2005). Regeneration of Dutch Urban Districts: the Role of Housing Associations, Theme Session: Regeneration of Urban Districts. Rede uitgesproken op het 45th Congress of the European Regional Science Association.
35
Meet The Needs | ZIO O&O
11 Muiderman, M., Winden, T. van. (2005). Sociale vaardigheidstraining voor kinderen in het basisonderwijs in achterstandswijken. Den Haag: Haagse Hogeschool.
12 Grinsven, J. van. (2009). Kansrijk eigen baas krachtwijken. Enschede: Universiteit Twente.
13 Winkleby, M., Jatulis, D.E., Frank, E., Frontmann, S.P. (1992). Socioeconomic status and health: How education, income and occupation contribute to risk factors for cardiovascular disease. American Journal of Public Health. 82: 816-820.
14 Sadiraj, K. Groot, I. (2006). Sociaal-economische status in vereveningsmodel zorgverzekeraars: wat zijn de mogelijkheden? Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek.
15 Agtmaal-Wobma, E. van., Huis, M. van. (2008). De relatie tussen vruchtbaarheid en opleidingsniveau van de vrouw. Voorburg/Heerlen: CBS.
16 Verweij, A. (2008). Indeling opleidingsniveau. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Aangevraagd op 7 februari 2012, van:
Nationaal_Kompas_Volksgezondheid\Bevolking\Scholing_en_ opleiding.
17 Duncan, G.J., Daly, M.C., McDonough P., Williams, D.R. (2002). Optimal Indicators of Socioeconomic Status for Health Research. American Journal of Public Health. 92: 1151–1157.
18 Knoops, K., Brakel, M. van den. (2012). Rijke mensen leven lang en gezond: Inkomensgerelateerde verschillen in de gezonde levensverwachting. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen. 88 :1724.
19 Blokstra, A., Smit, H.A., Bueno de Mesquita, H.B., Seidell, J.C., Verschuren, W.M.M. (2005). Monitoring van Risicofactoren en Gezondheid in Nederland (MORGEN-project), 1993-1997. Leefstijl- en risicofactoren: prevalenties en trends. Bilthoven: RIVM.
20 Lichtenstein, A.H., Appel, L.J., Brands, M., Carnethon, M., Daniels, S., Franch, H.A., Franklin, B., et al. (2006). Diet and Lifestyle Recommendations Revision 2006. A Scientific Statement From the American Heart Association Nutrition Committee. Dallas: American Heart Association.
36
Meet The Needs | ZIO O&O
21 Donabedian, M.P.H. (1973). Aspects of Medical Care Administration. Specifying Requirements for Health Care. Cambridge: Harvard University Press.
22 Prochaska, J.O., Velicer, W.F. (1997). The transtheoretical model of health behavior change. American Journal of Health Promotion. 12 :38-48.
23 Thijs, G., Nuland, M. van, Govaerts, F. (2005). Op de grens tussen ‘cure’ en ‘care’. Begeleiding van gedragsverandering door de huisarts. Huisarts Nu. 34: 186-91.
24 Cockburn, J. (2004). Adoption of evidence into practice: can change be sustainable? Medical Journal Aust. 180: 66.
25 Heutink, H., Diemen, D. van, Elzenga, M., Kooiker, S. (2010). Wat hebben mensen met een lage en hoge(re) SES zelf te zeggen over gezond leven? TSG. 88:10-12.
26 Jansink, R. (2011). Worstelen met leefstijladvisering. Tijdschrift voor praktijkondersteuning. 6: 103-108.
27 Miller, W.R., Rollnick, S. (2002). Motivational interviewing; preparing people for change. New York: The Guilford Press.
28 Ijzelenberg, H. Tulder, M. van. (2010). Leefstijladvies moet effectiever. Medisch Contact. 12: 549551.
37
Meet The Needs | ZIO O&O
Bijlage 1.
Draaiboek en vragenschema focusgroep
Planning
Actie
Wie
Half uur voor
Zaal/praktijkruimte gereed maken. Koffie/thee/water
Onderzoeker (ZIO)
aanvang
klaarzetten.
Tot aanvang
Binnenlopen van patiënten. Drank schenken. Naamkaartjes
Onderzoeker (ZIO)
maken. Aanvang
Welkom, uitleg en doel bijeenkomst.
Onderzoeker (ZIO)
Introductie op leefstijl (max 10 minuten)
Huisarts
Discussie over onderwerpen:
Huisarts
Wat is leefstijlaanbod? Wat is de ideale begeleiding? Op alle drie de gebieden. Wat zijn randvoorwaarden? o
Afstand
o
Betaling
o
Aanbieder
Wie maakt gebruik van leefstijlaanbod? Wie kent mensen in de buurt die gebruik maken van leefstijlaanbod in de wijk? Wat zijn de ervaringen? Waarom wordt daar wel/geen gebruik van gemaakt? Hoe hebben ze gehoord van het aanbod? (buurtkrantjes, buurtgenoten, scholen van kinderen etc.) Waar is behoefte aan? Mist er iets in het aanbod? Dienen incentives gebruikt te worden om gebruik leefstijlaanbod aan te moedigen? Is dit echt niet aanwezig of gewoon onbekend? Ahv lijst met aanbod. Einde
38
Presentielijst/ontvangst cheques tekenen.
Meet The Needs | ZIO O&O
Onderzoeker (ZIO)
Bijlage 2.
Vragenlijst patiëntenkenmerken
Naam:
Telefoonnummer:
Adres:
Geboortedatum:
Opleiding:
Laag (geen/lagere school, lbo, mavo) Middelbaar (havo, vwo, mbo) Hbo, universiteit
Lengte:
Gewicht:
Rookstatus:
Rookt Rookt niet
Beweging, wat:
Beweging, hoe vaak/lang:
39
Meet The Needs | ZIO O&O
Bijlage 3
Draaiboek en topiclijst Interview
Planning
Actie
Wie
Aanvang
Welkom, uitleg en doel interview.
Onderzoeker (ZIO)
Akkoord vragen opname. Invullen vragenlijst patiëntenkenmerken. Topiclijst:
Onderzoeker (ZIO)
Gezondheid Leefstijl Eigen leefstijl/gezondheid Behoefte aan verbetering Ondernomen acties Begeleiding Kennis over aanbod Deelname activiteiten Ervaring Huidige informatievoorziening Gewenste informatievoorziening? Ervaren belemmeringen Check belemmeringen adhv JustGoo Einde
Overige vragen/opmerkingen. Geïnteresseerd in ontvangen resultaten? Ontvangst cheques tekenen.
40
Meet The Needs | ZIO O&O
Onderzoeker (ZIO)
Bijlage 4
Voorbeeld leefstijlaanbod
WANDELEN EN HARDLOPEN VOOR MENSEN MET EEN VERHOOGD RISICO OP HART- EN VAATZIEKTEN, EEN LICHTE VORM VAN LUCHTWEGAANDOENINGEN (COPD) EN OVERGEWICHT.
Speciaal voor mensen die aan deze huisartspraktijk zijn verbonden wordt een gratis wandel- en hardloopcursus georganiseerd. Dé manier om daadwerkelijk méér te gaan bewegen. Op laagdrempelige manier maakt u kennis met wandelen en hardlopen in gezellige groep. Makkelijker kan niet. Er wordt gestart vanaf uw huisartsenpraktijk. De cursus duurt 13 weken, wordt gegeven door ervaren trainers van [aanbieder] en is gericht op mensen die hun gezondheid willen verbeteren. De eerste 6 weken wordt (sportief) gewandeld. In elke training worden veel oefeningen uitgevoerd en is er veel aandacht voor de warming up en cooling down. Denkt u dat u binnen de doelgroep valt en/of bent u geïnteresseerd? Informeer bij de praktijkondersteuner of huisarts naar de mogelijkheden.
Hieronder staan alle gegevens nog eens op een rij: Cursusduur: 13 weken. De maanden november, december en januari. De start is in de eerste week van november. Tijden: Vanaf 6 november, elke dinsdag om 17.30 uur, duur training is 1,5uur. Locatie: Vanaf de huisartsenpraktijk waarbij u bent aangesloten. Kosten: Gratis. U betaalt € 40.00 vooraf. Dit bedrag krijgt u terug als u de cursus heeft afgemaakt. Tevens ontvangt u een ZIO running shirt, een wandel/hardloopschema en korting op hardloopschoenen bij Ron for Run, de hardloopspeciaalzaak. Aanmelden: Bij de praktijkondersteuner of huisarts van deze praktijk. Inschrijving: Mogelijk tot en met 22 oktober.
41
Meet The Needs | ZIO O&O
Bijlage 5
Zoekresultaten in NCBI
Zoektermen
Aantal resultaten
Relevantie
Needs + Lifestyle
13.839
Interventies, geen behoeften van populatie.
Needs + Lifestyle interventions
675
+ Netherlands Needs + Smoking + Weight +
van populatie. 104
Nutrition + Intervention Exploration + Lifestyle
Interventies, geen behoeften van populatie.
740
intervention + Needs Exploration + Lifestyle
Interventies, geen behoeften
Interventies, geen behoeften van populatie.
75
intervention + Needs +
Interventies, geen behoeften van populatie.
Netherlands Lifestyle + Intervention + Needs
6974
Interventies, geen behoeften van populatie.
Lifestyle + Needs + Low SES
390
Interventies, geen behoeften van populatie.
Lifestyle + Needs + Low SES +
320
Intervention
42
Meet The Needs | ZIO O&O
Interventies, geen behoeften van populatie.
Bijlage 6
Leefstijlaanbod in Maastricht
Activiteit
Organisator
Wijk
Overig
Beweging Gezond en vitaal ouder worden
GGD-ZL
Bewegen voor mensen met chronische klachten
GK-Service
Cursus sportief wandelen en Nordic Walking
GK-Service
Zwemmen en fitnessen
GK-Service
Yoga
GK-Service
Voor 65+, gratis Heer
Wittevrouwenveld
Meer bewegen voor ouderen
Trajekt
Nazareth,
50+
andere wijken Gymclubje
Trajekt
Limmel,
Volksdans
Trajekt
Limmel, Wittevrouwenveld
Zumba
Trajekt
Wittevrouwenveld
Regulier sportaanbod (o.a. fitnesscentra en sportclubs) Voeding Themabijeenkomsten voeding
GK-Service
Kosten €5
Themabijeenkomst Gezond gewicht
GK-Service
Kosten €5
Eetavonden buurtcentrum
Trajekt
Malpertuis,
Kosten €2,50
Pottenberg Inloopspreekuur diëtist, voedingschecks (in
GK-Domicura
Nazareth
Gratis
apotheek) Resto VanHarte, sociale maaltijd
Wittevrouwen- Kosten €6/3 veld
Cursus gezond gewicht
GK-Domicura
Roken Stoppen met roken ‘pakje kans’
GK-Service
Lasertherapie
GK-Service
43
Meet The Needs | ZIO O&O
Cursus Rookvrij-ook jij
44
Meet The Needs | ZIO O&O
SineFuma