Meerjarenplan 2009–2012 Jaarplan 2009 Natuurlijk met ict!
Auteur Versienummer Datum
: Stichting Kennisnet : 1.0 : 26 november 2008
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Voorwoord Voor de huidige generatie leerlingen is digitaal denken en doen de gewoonste zaak van de wereld. Het is dan ook logisch dat onderwijsinstellingen daarin meegaan en het gebruik van ict in de klas in hoog tempo uitbreiden. Op deze manier wordt niet alleen de aansluiting gehouden met de belevingswereld van de leerling, maar verbetert ook de kwaliteit van het leren. Er is steeds meer wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat een instelling kwaliteit verliest als zij onvoldoende gebruik maakt van de mogelijkheden die ict biedt. Door gebruik te maken van deze kansen nemen niet alleen de leeropbrengsten van leerlingen toe, maar worden tevens duurzame opbrengsten gerealiseerd voor de schoolorganisatie én het onderwijspersoneel. De onderwijsinstelling van de toekomst is flexibel, interactief en biedt een rijk palet aan onderwijsmogelijkheden die er voor zorgen dat elke lerende op basis van zijn of haar eigen kenmerken en leerstijl een leven lang kan leren. Deze uitdagende leeromgeving gebruikt een combinatie van virtuele en fysieke elementen. Leren blijft immers een proces van interactie tussen mensen. De inzet van ict moet hierop aansluiten. Ict genereert alleen maximale meerwaarde als het op de juiste wijze en met de juiste dosering wordt ingezet. Een fysieke plek voor het leren blijft nodig. Wel is het tijd om onderdelen van het systeem op te schudden. Hierbij kan geleerd worden van andere branches die voor vergelijkbare uitdagingen hebben gestaan en hun dienstenportfolio en organisatiestructuur hebben vernieuwd. Kennisnet is van, voor en door het onderwijs. We hebben hoge ambities die we samen met het onderwijs willen waarmaken. We bieden onderwijsinstellingen onafhankelijke expertise en diensten bij het effectief gebruik van ict om de kwaliteit van het leren te verbeteren. Niet alleen door gezaghebbend te zijn in visie en op kennis gebaseerde standpunten, ook door tot in detail te begrijpen wie de relatie is en wat haar behoeften zijn. Vervolgens is het zaak deze relaties in de uitvoering excellent te bedienen. In de voor u liggende plannen verwoordt Kennisnet deze ambitie. Het gaat ons in de komende jaren om de kwaliteit van leren, mede gegenereerd door een juiste inzet van ict….sterker nog: Natuurlijk met ict! Wij kijken er naar uit deze ambitie samen met u waar te maken! Zoetermeer, december 2008 Toine Maes en Marianne Mulder directie Kennisnet
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Samenvatting Kennisnet ondersteunt onderwijsinstellingen bij het verbinden van onderwijs en ict zodat er maximale leeropbrengsten ontstaan. Het biedt als dé publieke ict-ondersteuningsorganisatie onderwijsinstellingen onafhankelijke expertise en diensten bij het effectief gebruik van ict. Op deze manier draagt ze bij aan de kwaliteit van het leren. Om optimaal aan te sluiten bij de behoeften van het onderwijs is het belangrijk te weten wie de onderwijsinstelling is en wat ze vraagt. Het gaat om het verkrijgen van een langdurige en hechte relatie met deze instelling. Kennisnet investeert voortdurend in klantenbinding, stuurt op maximale klantwaarde met name via het persoonlijke contact en voert een gedifferentieerd aanbod op basis van de behoeften van het onderwijs. Dit vraagt om een integrale benadering binnen en tussen de drie programmalijnen: professionalisering, organisatie en leermateriaal. Het fundament voor de activiteiten van Kennisnet wordt gevormd door onderzoek naar een effectieve en efficiënte inzet van ict in het onderwijs. Wanneer levert ict toegevoegde waarde in het onderwijs en wanneer juist niet? Als expert biedt Kennisnet toegang tot deze kennis en brengt professionals samen in netwerken. In haar rol als dienstverlener maakt Kennisnet het onderscheid tussen activiteiten gericht op de overkoepelende onderwijsbehoefte en op de activiteiten die Kennisnet meer op maat uitserveert. Daarnaast is innovatie belangrijk om klaar te zijn voor de onderwijsvraag van morgen. Als innovator draagt Kennisnet bij aan het creëren van de leeromgeving van de toekomst. Ze verkent de relevantie, haalbaarheid en toepasbaarheid van ontwikkelingen en innovaties voor het onderwijs. In de verantwoording van Kennisnet staat transparantie centraal. Het gaat om het beantwoorden van de vraag welke waarde Kennisnet heeft toegevoegd bij het verbinden van onderwijs en ict. Een belangrijke indicator hiervoor is de tevredenheid van de onderwijsinstellingen, uitgedrukt in de Kwaliteitsindex. Hoeveel gebruikers uit de doelgroep zijn in aanraking gekomen met de activiteiten van Kennisnet en hoe waarderen ze dit? Omdat in een complexer wordende omgeving samenwerking cruciaal is, is het ook van belang aandacht te besteden aan de bijdrage in de keten. Daarom wordt er jaarlijks een verkenning uitgevoerd onder ketenpartners om vast te stellen hoe zij de bijdrage van Kennisnet waarderen en op welke wijze deze verder kan worden geoptimaliseerd. De meerjarige strategische koers is door Kennisnet vertaald in activiteiten voor 2009. Het uitgangspunt hierbij is om daadwerkelijk in het veld te blijven staan om samen met de onderwijsinstellingen de juiste vragen te formuleren en vervolgens de beantwoording van deze vragen met het veld optimaal te organiseren. De afgelopen jaren hebben laten zien dat de onderwijsinstelling de meeste steun ervaart door samenwerking tussen instellingen, collegiale consultatie en contacten tussen medebelanghebbenden. Het blijft gaan om het verbinden van mensen, organisaties en expertise.
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Als gekeken wordt naar de sectoren primair – en voortgezet onderwijs ligt in 2009 het accent op het opzetten van de netwerken en platforms via het Ambassadeurs– en het Samen Deskundiger programma. De afgelopen jaren zijn dit succesvolle middelen gebleken voor het aangaan en onderhouden van duurzame relaties met instellingen. Het gaat hierbij om het ondersteunen van onderwijsprofessionals als docenten, ict-coördinatoren, schoolleiders, managers, bestuurders en directies bij het blijvend actualiseren van ict-competenties en het vertalen van losse activiteiten naar een integrale visie. Ook in het middelbaar beroepsonderwijs staat de duurzame relatie met de onderwijsinstelling centraal en gaat het om het in samenhang aanbieden van ondersteuning die past bij de fase van het veranderproces waarin de instelling zich bevindt. Daarnaast komt de behoefte naar voren om docenten en leidinggevenden niet meer als twee aparte landelijke groepen te benaderen maar in samenhang met elkaar binnen de context van een onderwijsinstelling. De instellingsbenadering is dan ook te karakteriseren als maatwerk per instelling en samenhang door de activiteiten op elkaar af te stemmen voor de specifieke doelgroepen. Strategie & Innovatie tenslotte zorgt voor de benodigde verbindingen tussen strategische en innovatieve ontwikkelingen in de maatschappij, het onderwijs en ict, tussen beleidsprioriteiten van de overheid en de inzet van ict in het onderwijs én tussen partners en Kennisnet. Hierbij heeft ze speciale aandacht voor open standaarden, internationale - en innovatieve ontwikkelingen. De overige onderdelen van de organisatie zijn toeleverend en zodanig ingericht dat ze in zeer korte tijd maximale klantwaarde kunnen genereren. Het gaat er om excellent te zijn in de uitvoering en het gedrag richting haar relaties. Op deze manier heeft Kennisnet de benodigde voorwaarden gecreëerd om haar hoge ambities voor de komende jaren waar te maken. Zoals in het voorwoord al is gesteld. Kennisnet is van, voor en door het onderwijs. Het gaat om de kwaliteit van leren, mede gegenereerd door een juiste inzet van ict….sterker nog: Natuurlijk met ict!
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Inhoudsopgave 1
Leeswijzer.........................................................................................................................1
2
Omgevingsanalyse ............................................................................................................5
3
4
5
2.1
Onderwijs.....................................................................................................................5
2.2
Politiek/bestuurlijk ........................................................................................................6
2.3
Ict ...............................................................................................................................7
2.4
Actoren ........................................................................................................................8
Meerjarige strategische koers ...........................................................................................9 3.1
Visie ............................................................................................................................9
3.2
Missie en positionering ...................................................................................................9
3.3
Klant- en doelgroepen ................................................................................................. 10
3.4
Programmalijnen ......................................................................................................... 11
3.5
Rollen ........................................................................................................................ 13
3.6
Kader voor invulling .................................................................................................... 15
3.7
Klantbenadering .......................................................................................................... 17
3.8
Interventiemiddelen .................................................................................................... 18
3.9
Verantwoording .......................................................................................................... 19
Activiteiten in 2009 .........................................................................................................23 4.1
Primair onderwijs ........................................................................................................ 24
4.2
Voortgezet onderwijs ................................................................................................... 30
4.3
Middelbaar beroepsonderwijs ........................................................................................ 35
4.4
Strategie & Innovatie................................................................................................... 40
4.5
Onderzoek.................................................................................................................. 50
4.6
Communicatie............................................................................................................. 53
4.7
Customer Services & Marketing..................................................................................... 53
4.8
Projecten ................................................................................................................... 54
4.9
Diensten .................................................................................................................... 54
4.10
Techniek .................................................................................................................... 55
4.11
Bedrijfsvoering & Control ............................................................................................. 55
4.12
Kwaliteitsindex ........................................................................................................... 56
Begroting 2009 ...............................................................................................................57
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
1
Leeswijzer
Voor u liggen zowel het Meerjarenplan 2009–2012 als het Jaarplan 2009. In deze plannen presenteert Kennisnet haar meerjarige koers én geeft ze aan welke activiteiten ze het komend jaar gaat uitvoeren. Hierbij bouwt Kennisnet voort op het fundament dat ze de afgelopen jaren samen met de onderwijsinstellingen en haar strategische partners heeft neergelegd. Deel 1: Meerjarenplan 2009–2012 Een strategische koers is in belangrijke mate gebaseerd op de ontwikkelingen in de omgeving van een organisatie. Hoofdstuk twee begint dan ook met de resultaten van een analyse van de omgeving en de relevante actoren van Kennisnet. Het gaat in op de relevante bewegingen in het onderwijs, het politiek/ bestuurlijke, ict en de markt. Vervolgens wordt de koers voor de komende periode uiteengezet. Naast visie, missie, positionering en de drie programmalijnen wordt er uitvoerig ingegaan op de vertaling naar de praktijk. Hoe gaat Kennisnet haar ambities realiseren? Op welke rollen gaat ze zich profileren, binnen welke kaders en met welke interventiemiddelen? Begrijpen, uitdragen, ondersteunen en verbinden zijn op dit vlak belangrijke peilers voor Kennisnet. Dit hoofdstuk drie eindigt met de verantwoording. De Kwaliteitsindex van Kennisnet vormt hierbij het instrument. Met deze index maakt Kennisnet jaarlijks de klanttevredenheid en de opbrengsten van haar activiteiten inzichtelijk. Deel 2: Jaarplan 2009 In hoofdstuk vier presenteren de sectorteams primair - , voortgezet - en middelbaar beroepsonderwijs en de afdeling strategie & innovatie de doelstellingen en meest belangrijke activiteiten voor 2009. Vervolgens wordt stilgestaan bij de overige, meer ondersteunende afdelingen. Het document eindigt met de financiële vertaling voor 2009 in hoofdstuk vijf. Bijlagen Het jaarplan gaat specifiek in op de activiteiten vanuit de basissubsidie. Daarnaast voert Kennisnet aanvullend gefinancierde activiteiten uit. In bijlage A is een korte kenschets van deze activiteiten opgenomen. Bijlage B gaat in op de details van de eerder genoemde Kwaliteitsindex. De belangrijkste resultaten uit onderzoek én de ervaringen die Kennisnet de afgelopen jaren heeft uitgevoerd, treft u in bijlage C aan. In de bijlagen D en E tenslotte, worden de functionele organisatie, het organogram én een overzicht van de belangrijkste gebruikte bronnen getoond.
Pagina 1
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Pagina 2
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Meerjarenplan 2009–2012
Pagina 3
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Pagina 4
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
2
Omgevingsanalyse
Kennisnet acteert in een omgeving waar drie aspecten dominant zijn: het onderwijs, het politiek/bestuurlijke en ict. Voor Kennisnet staat het onderwijs centraal. De beschreven ontwikkelingen in het politiek/bestuurlijke en ict worden daarom direct gekoppeld aan dit onderwijs1. Vervolgens wordt er gekeken naar de ontwikkelingen in de directe omgeving van Kennisnet. Hoewel Kennisnet kiest voor een publieke rol en er vanuit dit gegeven geen sprake kan zijn van directe concurrentie, zijn er voor onderwijsinstellingen wel degelijk diverse alternatieven aanwezig. Goed inzicht in de bewegingen bij deze actoren helpt Kennisnet te bepalen waar zij toegevoegde waarde kan leveren én op welke wijze zij de verbinding kan aangaan met relevante partners.
2.1 Onderwijs Onderwijsinstellingen werken voortdurend aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het onderwijs om hiermee tegemoet te komen aan de gedifferentieerde vraag van leerlingen. Dé gemiddelde leerling bestaat niet. Voor een onderwijsinstelling is het zaak in te spelen op de aanwezige variëteit tussen leerlingen. Mede hierdoor kan het tempo van inrichten en aanpassen per instelling anders zijn. Wel delen instellingen de wens om het onderwijs flexibel in te richten zodat leerlingen zich zoveel mogelijk ononderbroken kunnen ontwikkelen op basis van de eigen leerstijl, interesses en mogelijkheden. De docent heeft binnen deze vernieuwing een sleutelpositie. De manieren waarop hij2 het onderwijs organiseert, waarop hij zijn leerlingen motiveert en begeleidt, is van doorslaggevende betekenis voor het succesvol realiseren van de gewenste inhouden en doelen. De onderwijsinstelling heeft een belangrijke maatschappelijke functie in de wijk. Instellingen zoeken hiervoor de kracht van samenwerking om zodoende tot gezamenlijke betere oplossingen te komen. Binnen de instelling gaat het met name om de samenwerking met leerlingen en ouders. Buiten de instelling gaat het bijvoorbeeld om het aansluiten bij gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en andere onderwijsinstellingen voor collegiale consultatie. In de uitwerking geeft het ministerie van OCW ruimte aan ondernemende instellingen voor het maken van eigen keuzes. Ze kunnen op deze manier op een verantwoorde manier invulling geven aan onderwijskwaliteit. Aan de andere kant kijken steeds meer organisaties met de onderwijsinstelling mee en analyseren de kwaliteit en het rendement van de prestatie. Instellingen ervaren hierbij een groeiende publieke verantwoordingsdruk. De beoogde onderwijskwaliteit wordt bedreigd door een aantal knelpunten in het onderwijssysteem. Zo dreigt er door de vergrijzing en een lagere instroom van nieuwe docenten een lerarentekort. De gevolgen van dit tekort aan goed gekwalificeerde docenten worden steeds zichtbaarder. De werkdruk stijgt snel en het aandeel lessen dat wordt gegeven door onvolledig gekwalificeerde docenten als
1
In hoofdstuk vier Activiteiten in 2009 gaan de sectorteams in op de specifieke ontwikkelingen in hun sector.
2
Om redenen van leesbaarheid is gekozen voor de mannelijke vorm. Uiteraard wordt steeds zowel gedoeld op de mannelijke als
vrouwelijke vorm.
Pagina 5
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
onderwijsassistenten en docenten in opleiding neemt toe. Bovendien krijgen leerlingen niet altijd de hoeveelheid lesuren waar zij recht op hebben. Een ander knelpunt is de onderbenutting van de talenten van leerlingen, onder andere veroorzaakt door voortijdige schooluitval, door te weinig structurele aandacht voor excellentiebevordering en door verkeerde studiekeuzes. Instellingen willen leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium begeleiden om het aanwezige potentieel optimaal te ontwikkelen en problemen in het vervolgonderwijs te voorkomen. Er is hierbij speciale aandacht voor het verhogen van de basisvaardigheden voor taal en rekenen. Mede door deze ontwikkelingen is het voor een onderwijsinstelling belangrijk het HRM-beleid te optimaliseren. Het gaat om de balans tussen enerzijds management- en organisatiebelangen en anderzijds medewerkersbelangen. Ict biedt uitgesproken kansen om deze balans te borgen.
2.2 Politiek/bestuurlijk Het ministerie van OCW legt de komende jaren de nadruk op de kwaliteit van het onderwijs, lerarenbeleid en voortijdig schoolverlaten. Dit heeft onder andere geleid tot het opzetten van een aantal themadirecties zoals Leraren, Voortijdig Schoolverlaten en Jeugd & Zorg. Op andere terreinen bundelt het ministerie de krachten met andere departementen en zijn er interdepartementale directies gevormd als Kennis & Innovatie met het ministerie van Economische Zaken en Leren & Werken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het uiteindelijke doel is om alle publieke organisaties intensiever te laten samenwerken om zo op een efficiëntere wijze kennis en gegevens uit te wisselen. In de kwaliteits- en strategische agenda‟s heeft het ministerie samen met het onderwijsveld de doelstellingen uiteengezet voor de periode tot 2011. Het betreft: Primair onderwijs
Voortgezet onderwijs
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Aanzienlijke verbetering taal-
Aantoonbare verbetering taal-
Verbetering van de
en rekenprestaties
en rekenprestaties.
onderwijskwaliteit.
(achterstandenbeleid).
Uitblinken, een passende
Betere aansluiting van het
Dekkend aanbod van voor- en
kwalificatie voor leerlingen.
beroepsonderwijs op de
vroegschoolse educatie.
Burgerschapsvorming voor alle
arbeidsmarkt en in de
Halvering van het aantal zeer
leerlingen onder andere door
beroepskolom.
zwakke instellingen.
maatschappelijke stages.
Actieve en duurzame
Minimalisering periode dat
Ruimte voor de docent.
participatie aan onderwijs
een instelling zwak presteert.
Goede en betrouwbare
en arbeidsmarkt.
Aandacht voor excellentie.
examens.
Meer samenhang in het
Bieden van een stimulerende
Reductie van het aantal zeer
educatiebeleid.
leeromgeving.
zwakke instellingen, goede
Ouderbetrokkenheid.
instellingen nog beter.
Het ministerie zoekt bij alle initiatieven de verbinding tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en de wetenschap. Evidence based beleid gebaseerd op de onderzoeksresultaten naar de effecten van Pagina 6
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
activiteiten of initiatieven staat centraal. De ervaringen en inzichten over de beste match tussen het onderwijsproces en de onderwijsopbrengst worden op deze manier optimaal benut. In lijn met het advies van de commissie Dijsselbloem is het ministerie gestart zich terug te trekken op haar kerntaken, al herkent het onderwijs deze beweging nog niet altijd. Uiteindelijk leidt dit tot een overheid die stuurt op onderwijskwaliteit door middel van het kerncurriculum, examens en toezicht en bekostigt via de lumpsum. De instellingen op haar beurt gaan nadrukkelijker dan nu het geval is over de inrichting van deze inhoud. Instellingen en professionals krijgen zo de mogelijkheid het eigen onderwijs vorm te geven op een wijze die past bij de specifieke leerlingenpopulatie, situatie en kenmerken van de instelling en op basis van de eigen profilering. Om er voor te zorgen dat er bij zwakke instellingen sneller kan worden ingegrepen, wordt het toezicht door de overheid meer afgestemd op de prestaties. Als het goed gaat met een instelling, krijgt deze minder met toezichthouders te maken. Onderwijsinstellingen die ondermaats presteren krijgen verscherpt toezicht van de Inspectie.
2.3 Ict Ict is steeds meer geïntegreerd in het dagelijkse leven. Toepassingen passen zich aan en anticiperen op de behoeften en het gedrag van de specifieke gebruiker in een bepaalde situatie. Ict als zodanig is hierdoor minder te zien als apart fenomeen. Zeker voor leerlingen geldt dat techniek een integraal onderdeel van hun leven vormt. Het hedendaagse web verbindt hier binnen meer dan ooit mensen. Wiki‟s, lifestreams en sociale netwerken zijn voorbeelden van toepassingen die mensen met gezamenlijke interesses in staat stellen met elkaar in contact te komen, ideeën uit te wisselen en samen te werken. Dit zorgt er mede voor dat de gebruiker de regie in eigen hand kan nemen. Aanbieders spelen hier op in en veranderen de eigen propositie. De dialoog komt op een gelijkwaardig niveau te liggen. De positie van ict in het onderwijs is zichtbaar aan het veranderen. Het onderwijs is met betrekking tot ict gegroeid in kennis, vaardigheden en gedrag. Onderwijsinstellingen zijn zich steeds meer bewust van de bijdrage die ict kan leveren bij het realiseren van onderwijskwaliteit. Dit geldt niet alleen bij het aantrekkelijker maken van het curriculum om de huidige generatie leerlingen te blijven boeien, maar geldt ook zeker bij het flexibiliseren en professionaliseren van het onderwijs. Er zijn verschillen tussen leidinggevenden en docenten bij de inschatting van de mate van integratie van ict in het onderwijs. Volgens het management is bij tachtig tot negentig procent van de instellingen het computergebruik in een (ver) gevorderd stadium van ontwikkeling. Docenten oordelen minder positief. Zij stellen dat de afgelopen jaren de didactische ict-competenties van docenten nauwelijks verder zijn ontwikkeld. Algemeen kan gesteld worden dat om leerlingen gelijke kansen te bieden op aantrekkelijker onderwijs en ze te motiveren tot betere leerprestaties met behulp van ict, het belangrijk is dat de docent beschikt over zowel instrumentele – als didactische ict-vaardigheden.
Pagina 7
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Door het niet volledig zijn van deze competenties wordt de ruimte tussen wat een instelling biedt en wat een ict-wijze leerling nodig heeft pregnanter en daarmee minder acceptabel. Hoe kan een onderwijsinstelling haar ambitie waarmaken de leerling op te leiden voor zijn toekomstige rol in de informatiemaatschappij als ict niet of nauwelijks in dit onderwijs wordt geïntegreerd? Meer instellingen zijn zich bewust van deze ruimte en starten initiatieven.
2.4 Actoren In het krachtenveld rondom Kennisnet bevinden zich diverse (internationale) actoren die allemaal een bijdrage leveren aan het onderwijsproces van de instelling. In deze marktanalyse wordt specifiek gekeken naar voor Kennisnet relevante organisaties, te beginnen bij de sectororganisaties. De PO-, VO- en MBO-raad worden door OCW nadrukkelijker gepositioneerd binnen het onderwijsveld om haar onderwijsinstellingen te vertegenwoordigen. De raden nemen het voortouw in het bundelen en organiseren van initiatieven en gaan versplintering actief tegen. De focus ligt hierbij op overkoepelende aspecten als bijvoorbeeld bedrijfsvoering, verantwoording en innovatie. Als gekeken wordt naar aanbieders van leermateriaal geldt dat er naast de traditionele uitgevers meer andere aanbieders de markt betreden. Zo krijgen uitgeverijen met nieuwe, digitale, aanpakken voet aan de grond en ontwikkelen cultuur- en mediaorganisaties, naast het aanbieden van hun collecties, zelf leermateriaal. Onderwijsinstellingen tenslotte treden naast vrager meer op als aanbieder en ontwikkelen van eigen leermateriaal, al dan niet in consortia met andere onderwijsinstellingen. Ict-dienstverlening op haar beurt wordt meer online aangeboden. Het internet als grote computer en harde schijf. Online abonnementen vervangen de traditionele aanschaf en beheerslasten van software. De geleverde diensten zijn altijd en overal beschikbaar en zijn klein en modulair van opzet. Omdat diensten op deze manier makkelijk met elkaar geïntegreerd kunnen worden, wordt het voor afnemers makkelijker om combinaties te maken die aansluiten bij de behoeftes van de gebruiker. De markt van infrastructurele diensten op haar beurt is in de afgelopen jaren een volledige commodity markt geworden waar harde concurrentie heerst. Er is keuze uit een inmiddels gestandaardiseerd aanbod. Bij adviesdiensten tenslotte beweegt de markt zich richting dit gestandaardiseerde aanbod. Er zijn veel aanbieders actief, van grote en gevestigde partijen die in de volle breedte aanwezig zijn tot kleine partijen die zich richten op één of enkele specialistische vakgebieden. De (regionale) onderwijsbegeleidingsdiensten bekleden een speciale positie. Zij zijn gespecialiseerd in het oplossen van problemen bij leerlingen, schoolontwikkeling en schoolmanagement.
Pagina 8
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
3
Meerjarige strategische koers
Op basis van de voorgaande analyse, onderzoeksresultaten en de vele indrukken van de afgelopen jaren in programma‟s en projecten, heeft Kennisnet haar strategische koers voor de komende subsidieperiode van vier jaar vastgesteld. In dit hoofdstuk wordt deze koers gepresenteerd.
3.1 Visie In de visie van Kennisnet voor de langere periode staat de ongelimiteerde toegang tot leren voor het individu centraal. Kennisnet faciliteert hierbij en ondersteunt zowel de lerende als de onderwijsinstelling door bouwstenen te bieden voor de organisatie en realisatie van leerprocessen. Deze ontwikkelingen gloren echter meer aan de horizon. Dit meerjarenplan heeft een kortere tijdsspanne. Vandaar dat er een tussenstap wordt gemaakt voor de jaren 2009 tot en met 2012. Als Kennisnet kijkt naar de komende jaren zijn drie zaken van belang: 1. Er is een wetenschappelijk fundament voor het leggen van de relatie tussen de opbrengsten van ict en de kwaliteit van het leren. 2. De onderwijsinstellingen zijn zich bewust van de ruimte tussen wat een instelling biedt en wat een ict-wijze leerling nodig heeft en starten initiatieven. Onderwijsinstellingen zijn hierbij uitgegroeid tot competente vragers die gesteund door koopkracht alleen het beste willen accepteren. De instelling heeft vele alternatieven waaruit ze kan kiezen en selecteert uiteindelijk het aanbod dat optimaal aansluit bij haar specifieke behoeften. 3. Er is een toenemende dynamiek op de markt. Aanbieders volgen, zeker bij winstgevende onderwijsbehoeften, de koopkrachtige onderwijsinstellingen en bieden een divers aanbod. Om werkelijk toegevoegde waarde te leveren, zal een aanbieder zich diep in het onderwijs dienen te verplaatsen om de instelling te bedienen. In de visie van Kennisnet is de integratie van ict in het onderwijs voor de komende periode in een volgend stadium gekomen: Van wikken en wegen naar bewegen.
3.2 Missie en positionering Op basis van deze inzichten heeft Kennisnet haar missie voor de komende periode aangescherpt: Kennisnet biedt onderwijsinstellingen onafhankelijke expertise en diensten bij het effectief gebruik van ict om de kwaliteit van het leren te verbeteren. Kennisnet is voor alle onderwijsinstellingen in het primair -, voortgezet - en middelbaar beroepsonderwijs dé publieke ict-ondersteuningsorganisatie. Zij biedt, met gevoel voor de onderwijsinhoudelijke vraagstukken vanuit de verschillende ict-domeinen, passende arrangementen om
Pagina 9
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
de kwaliteit van het leren met de inzet van ict te verbeteren. Hierbij levert ze continu hoge kwaliteit en is in staat snel en flexibel in te spelen op de veranderende behoeftes van het onderwijs. Bovensectorale meerwaarde Kennisnet doet dit niet alleen, maar in verbinding met onderwijsinstellingen en strategische partners. Indien nodig wordt voor specifieke thema‟s tevens internationaal de verbinding gelegd. Ook al, om op deze manier bovensectorale meerwaarde te blijven leveren. Hoewel er grote verschillen zijn tussen de sectoren primair -, voortgezet – en middelbaar beroepsonderwijs, zijn er op ict-vlak veel overeenkomsten zodat middelen efficiënt en effectief ingezet kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan initiatieven op het vlak van standaardisatie, authenticatie en autorisatie, kenniscirculatie en innovatie in het aanvullend gefinancierde Surfnet/Kennisnet innovatieprogramma. In het verbinden van onderwijs en ict groeit Kennisnet de komende jaren uit tot: 1. Expertisecentrum ze is gezaghebbend in visie en op kennis gebaseerde standpunten. 2. Relatieorganisatie ze begrijpt tot in detail wie de relatie is en wat haar behoeften zijn. 3. Projectorganisatie ze is excellent in de uitvoering en het gedrag richting relaties. In deze lijn heeft Kennisnet haar kernwaarden vastgesteld die benadrukken wie ze is, waar ze voor staat en hoe ze te werk gaat. Ze vormen de kern van de cultuur binnen de organisatie: Innovatief: Kennisnet handelt innovatief. Ze verkent nieuwe mogelijkheden in de verbinding van onderwijs en ict om onderwijsinstellingen ook bij de vraagstukken van morgen te ondersteunen. Publiek: Kennisnet levert maatschappelijke waarde daar waar het publiek gelegitimeerd is of indien vrager en aanbieder elkaar (nog) niet vinden. In haar verantwoording hanteert ze een hoge mate van openheid en transparantie. Onafhankelijk: Kennisnet is onafhankelijk. Ze heeft geen eigen zakelijk belang bij uitkomsten van vraagstukken van onderwijsinstellingen. Deskundig: Kennisnet is deskundig. Ze is in staat op basis van de aanwezige kennis en expertise onderwijsinstellingen met raad en daad terzijde te staan.
3.3 Klant- en doelgroepen Om dit te bewerkstelligen richt Kennisnet zich op drie klantgroepen: Onderwijsinstellingen
Docent
Sectororganisaties Ministerie van OCW De dikte van de lijn laat zien dat de
Manager
PO: leerling
Onderwijsinstellingen Ministerie van OCW
Sectororganisaties
Klantgroepen
activiteiten van Kennisnet voor de komende jaren primair gericht zijn op het ondersteunen van
Kennisnet
Samenwerken
onderwijsinstellingen. De overige twee klantgroepen zijn hierbij
Partners
Pagina 10
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
ondersteunend. Onderaan de figuur is gevisualiseerd dat Kennisnet bij de realisatie voortdurend de verbinding zoekt met alle relevante organisaties in haar omgeving die op hun beurt ook zelf de klantgroepen met eigen dienstverlening bedienen. Binnen de primaire doelgroep, de onderwijsinstelling, richt Kennisnet zich op drie doelgroepen: de docent de manager de leerling uit het primair onderwijs De docent vervult als de drager van het onderwijs een sleutelrol bij de integratie van onderwijs en ict. Een competente en kundige docent is van doorslaggevend belang. Het wetenschappelijk fundament toont aan dat als de docent ict op een juiste manier in zijn les inzet, de kwaliteit van het onderwijs verbeterd. Sterker nog, dezelfde ict-toepassing heeft bij verkeerd gebruik geen of zelfs negatieve effecten op de leerprestaties van leerlingen. Net zo belangrijk is het management die de docent in staat moet stellen en moet stimuleren om ict te benutten. De leidinggevende dient niet alleen een breed gedragen visie te kunnen ontwikkelen, het aanbrengen van samenhang tussen sociale en materiële randvoorwaarden is net zo belangrijk. De aanwezigheid van een visie die al dan niet is vastgelegd in een beleids- of visiedocument is daarom niet voldoende, het gaat uiteindelijk om het krijgen van een integraal gecoördineerde visie die gezamenlijk is opgesteld en wordt gedragen door leidinggevenden en docenten. Voor het primair onderwijs worden deze groepen aangevuld met de leerling waar het een didactisch veilige speel- en leeromgeving betreft. Het juist kunnen zoeken, vinden, selecteren, interpreteren en verwerken van informatie is tegenwoordig net zo‟n belangrijke vaardigheid als lezen, schrijven en rekenen. Met deze omgeving biedt Kennisnet het platform waarmee de leerling in het primair onderwijs al op jonge leeftijd zijn digitale vaardigheden veilig en vertrouwd kan aanscherpen.
3.4 Programmalijnen Om ict op een effectieve en efficiënte wijze te kunnen inzetten is het van belang een goede balans te vinden tussen de beschikbaarheid van infrastructuur en (leer)materiaal, docenten die dit kunnen en willen gebruiken én een organisatie die hierop is toegerust 3. Deze vier bouwstenen zijn geïntegreerd in drie programmalijnen voor de komende periode: 1. Professionalisering 2. Organisatie 3. Leermateriaal
3
Meer informatie is terug te vinden in de Kennisnet publicatie 4-in-balans 2008.
Pagina 11
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Binnen deze lijnen werkt Kennisnet vanuit een integrale aanpak. Bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten binnen één programmalijn wordt waar mogelijk de verbinding gezocht met de activiteiten in andere lijnen. Voor elke programmalijn heeft Kennisnet meerjarige doelstellingen voor onderwijs en ict als geheel gesteld. Deze doelstellingen zijn geformuleerd als outcome-doelstellingen voor ict in het onderwijs. Kennisnet speelt een rol bij de verwezenlijking van deze meerjarendoelstellingen. Hiertoe zet zij een mix aan interventies in die zijn beschreven in het jaarplan 2009. Professionalisering Bij de doelgroepen is al uiteengezet hoe belangrijk de docent is bij de integratie van onderwijs en ict. Het versterken van deze docent staat voor Kennisnet dan ook centraal. Denk hierbij ook aan het in de analyse genoemde ondersteuning die ict kan bieden bij de invulling van goed HRM. De meerjarendoelstelling voor de programmalijn professionalisering luidt: Docenten benutten de beschikbare mogelijkheden. Ze maken samen met het management duidelijk waar zij behoefte aan hebben. Ict wordt, ook door docenten, gebruikt om zelf te leren en zich te ontwikkelen. Organisatie Van effectieve en efficiënte inzet van ict is met name sprake als er sprake is van een gecoördineerde visie. Dit betekent dat het management in staat moet zijn om een integrale visie te kunnen formuleren. Tevens dient het gebruik van ict aan te sluiten bij de inrichting van de organisatie en de infrastructuur. De meerjarendoelstelling voor de programmalijn organisatie luidt: Leidinggevenden hebben een visie op inzet van ict vanuit een integrale benadering van het leren en stellen op basis hiervan beleidsplannen op. Onderwijsinstellingen maken optimaal gebruik van de beschikbare resources en infrastructuur en ondersteunen zo de lerende en verbeteren de kwaliteit van het leren. Ict ondersteunt bedrijfsvoeringprocessen en zorgt ervoor dat competenties en voortgang van lerenden transparant zijn. Leermateriaal De beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardig digitaal leermateriaal komt al jaren als één van de belangrijkste knelpunten naar voren. In de afgelopen jaren is al veel gedaan. Door het ontwikkelen en inrichten van platforms wordt dit materiaal voor iedereen beschikbaar en kan het worden gedeeld. Om tot voldoende hoogwaardig leermateriaal te komen is het van belang dat er vooral op het niveau van de bronnen een gebundelde vraag naar aanbieders ontstaat. Het is belangrijk om organisaties op het niveau van de koppelingen samen te brengen en initiatieven te ondersteunen met expertise en resources. Voor het ontsluiten kan vervolgens gebruik worden gemaakt van platformen zoals Kennisnet
Pagina 12
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
die heeft. Dienstenleveranciers tenslotte ontwikkelen een breed scala aan diensten die aansluiten op de individuele behoeften van onderwijsinstellingen. Tenslotte is de mate van openheid belangrijk. Voor Kennisnet valt dit in drie hoofdonderwerpen uiteen: open standaarden, open content en open source. Open standaarden zijn voor Kennisnet cruciaal, het vergroot immers de keuzevrijheid, duurzaamheid en uitwisselbaarheid. Vooral in combinatie met leermateriaal zijn dit belangrijke voordelen. Open standaarden worden dan ook in alle reguliere activiteiten meegenomen. Door het maken van afspraken over standaarden is het nu bijvoorbeeld mogelijk om materiaal flexibel in te zetten, al zal het breed gebruik ervan nog een lang implementatietraject van onderwijsinstellingen vragen. Voor open content geldt dat Kennisnet weliswaar voorstander is, maar de keuze bij de instelling laat. Onderwijsinstellingen die content willen delen in een open, modulaire vorm worden op diverse manieren ondersteund en gestimuleerd, zowel vanuit de basisactiviteiten als in aanvullend gefinancierde programma‟s. De visie op open source tenslotte is dat Kennisnet het ziet als een volwaardig alternatief. Open en closed source producten dienen op basis van functionaliteit, beheersbaarheid, uitbreidbaarheid en kosten beoordeeld worden. Kennisnet wil scholen indien relevant op het alternatief open source wijzen, maar laat het initiatief en de verantwoordelijkheid bij de onderwijsinstelling. De meerjarendoelstelling voor de programmalijn leermateriaal luidt: Het beschikbare digitale leermateriaal wordt in het onderwijs gebruikt en gedeeld om de kwaliteit van het leren te verbeteren. Er is, vanuit de onderwijsinstellingen, een duidelijke vraag richting marktpartijen.
3.5 Rollen De volgende paragrafen gaan in op de bijdrage van Kennisnet bij het realiseren van de meerjarige doelstellingen. Allereerst wordt stilgestaan bij de rollen van de organisatie. De komende jaren voert Kennisnet de rollen: 1. Expert 2. Dienstverlener 3. Innovator De hedendaagse onderwijsvraagstukken vragen om een aanpak in samenhang. Kennisnet maakt gebruik van het gehele spectrum aan mogelijkheden en zet hierbij veelal een combinatie van rollen in. Pagina 13
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Tevens geldt dat de genoemde drie rollen worden ondersteund door de rollen onderzoeker en collectieve belangenbehartiger. In de rol van onderzoeker richt Kennisnet zich op het versterken van het aanwezige wetenschappelijke fundament 4. Daarnaast behartigt Kennisnet, indien nodig en relevant, de collectieve belangen daar waar het specifiek de integratie van ict in het onderwijs betreft. Denk hierbij aan het agenderen van onderwerpen die in de verbinding van onderwijs en ict liggen. Expert Als expert heeft Kennisnet onafhankelijke kennis op het gebied van onderwijs en ict. Deze expertise wordt verkregen door het doen van onderzoek én door het gebruiken van de opgedane inzichten uit de praktijk al dan niet verkregen in de eigen programma‟s, diensten en projecten. De expertise wordt vervolgens op basis van de onderwijsbehoeften op maat uitgedragen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de hele organisatie. Kennisnet heeft op de voor haar bepalende thema‟s experts in haar organisatie of haar netwerk die het onderwijs binnen de leidende thema‟s met raad en daad terzijde staan. Dienstverlener Kennisnet geeft de benodigde ruimte aan het onderwijs en de markt elkaar te vinden. Ze komt als dienstverlener dan ook alleen in actie indien er publieke legitimatie voor handelen is of indien de markt faalt. Op basis van de karakteristieken van de situatie bepaalt Kennisnet welke actie tot de hoogste toegevoegde waarde leidt. Indien er publieke legitimatie is, levert Kennisnet (generieke) publieke diensten om de integratie van ict in het onderwijs te bevorderen. Als vrager en aanbieder elkaar (nog) niet vinden, zijn er meer alternatieven. Allereerst is het van belang te bepalen of er op dat moment überhaupt marktwerking mogelijk is. Het kan zijn dat de markt nog te pril is om activiteit te verwachten. In dit geval genereren stimulerende, prikkelende maatregelen waarde, al dan niet in combinatie met de innovatieve rol. Het kan ook zijn dat de markt weliswaar voldoende stevig is, maar dat er andere oorzaken zijn waardoor vraag en aanbod elkaar niet vinden. In een dergelijke situatie genereren activiteiten als het verhelderen van de vraag, makelen, bewustwording en het aanbrengen van samenhang en transparantie waarde. Innovator Kennisnet geeft op drie manieren invulling aan haar innovatieve rol: 1. Open research lab voor onderwijsinnovatie en ict Kennisnet verkent nieuwe technologieën, werkt aan ideevorming en experimenteert met concepten in de onderwijspraktijk. 2. Incubator voor vernieuwende instellingen Kennisnet ondersteunt instellingen met risicovolle ideeën die nieuw zijn voor het onderwijs en waarbij ict één van de cruciale succesfactoren is. De ondersteuning bestaat uit het leveren van deskundigheid, het koppelen aan de juiste partners en het begeleiden van het innovatieproces.
4
In paragraaf 4.5 gaat de afdeling Onderzoek verder in op het versterken van het fundament.
Pagina 14
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
3. Inspiratiebron Kennisnet inspireert en prikkelt instellingen met nieuwe toepassingen in het onderwijs die mogelijk zijn door de inzet van nieuwe technologieën. Ook bij innovatie is het uitgangspunt dat het onderwijs en de markt elkaar zelf vinden. Slechts in specifieke gevallen komt Kennisnet in actie. Hierbij hanteert ze de onderstaande innovatietrechter. Onderwijsvraagstukken Trends (technologie)
Veelvuldig contact met klant en leverancier
Partners, andere sectoren, buitenland
Idee vormen Conceptualiseren Agenderen
Experimenteren Evalueren Verspreiden Een groot aantal ideeën bovenin leidt tot succesvolle innovaties onderaan. Na elke stap kiest Kennisnet bewust om er zelf mee verder te gaan, te stoppen of het over te dragen aan de markt of partners. Ook kunnen experimenten weer leiden tot nieuwe ideeën die opnieuw in het proces worden gebracht. Kennisnet hanteert de principes van open innovatie. Het innovatieproces vindt niet plaats in een ivoren toren. Nieuwe ideeën kunnen door iedereen ingebracht worden. Bovendien scant Kennisnet continu andere branches en het buitenlandse onderwijs op mogelijke relevante innovaties voor de Nederlandse onderwijsinstellingen. In alle activiteiten is het belangrijk goed te communiceren en te interacteren met de personen in en om het onderwijs. Dit heeft als extra doel dat een ieder die geïnteresseerd is, zijn voordeel kan doen met de opgebouwde kennis, creativiteit en ervaring en niet hoeft te wachten tot het idee volledig uitgekristalliseerd is.
3.6 Kader voor invulling Het kader waarbinnen Kennisnet de komende jaren haar activiteiten invult, is gevisualiseerd in de onderstaande figuur. In het hart van de figuur zijn de kernactiviteiten van Kennisnet weergegeven. Van het versterken van het wetenschappelijk fundament, beschikbaar voor alle klantgroepen, tot het innoveren met een beperkte groep relaties. Er is gekozen voor de piramide als model om deze afnemende potentiële doelgroep per laag tot uitdrukking te laten komen. Algemeen geldt dat de behoeften van het onderwijs leidend zijn bij het bepalen van de inzet van Kennisnet. Bij alle activiteiten is het daarom cruciaal te weten wie de relatie is en wat ze in de specifieke situatie vraagt. Pagina 15
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
ela wi ed er
r de ela ra t ag
Activiteiten gericht op brede basis
v tie
W et en
t wa
Activiteiten met focus
en et W
tie is
Innoveren
Genereren van expertise en netwerken
Versterken van het wetenschappelijk onderzoeksfundament
Bij het vaststellen wie de relatie is, wordt bij de primaire doelgroep onderwijsinstellingen gesegmenteerd op basis van de aanwezige visie, gecoördineerd of niet. Op onderwijsinstellingen zonder gecoördineerde visie zijn docenten zelf verantwoordelijk om te bepalen of ze wel of geen ict in het onderwijs integreren. Op veel van dergelijke instellingen blijft de coördinatie bijvoorbeeld beperkt tot het aanstellen van een ict-coördinator of systeembeheerder voor de technische voorzieningen. Onderwijsinstellingen met een gecoördineerde visie hebben voor het merendeel van de leerstofonderdelen inhoudelijke afspraken gemaakt over de didactische inzet van ict. Instellingen met een gecoördineerde visie zijn vooral geholpen met ondersteuning bij de (volgende) stappen naar optimale integratie van ict in het onderwijs. Instellingen zonder gecoördineerde visie zijn nog niet zover. Het gezamenlijk formuleren van een visie is voor hen één van de eerste stappen. Om te weten wat de onderwijsinstelling vraagt is belangrijk vast te stellen welke behoeften er spelen en hoe deze het beste bediend kunnen worden. Het doen van behoefteonderzoek en het verkennen van onderwijsmogelijkheden laat de richting van deze vraag zien. Door continu de eigen activiteiten te evalueren, bepaalt Kennisnet of het op deze richting koerst. Daarnaast is het van belang een langdurige en hechte relatie met de onderwijsinstelling te krijgen. Contact met de instelling en begrijpen wat haar drijft is doorslaggevend. Het is echter net zo belangrijk dat de onderwijsinstelling begrijpt hoe Kennisnet haar kan ondersteunen. Uiteindelijk gaat het er immers om dat de onderwijsinstelling en Kennisnet gezamenlijk bepalen hoe de instelling ict optimaal in haar onderwijs kan integreren. Pagina 16
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Het fundament voor de komende jaren wordt gevormd door kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Het gaat hier om het onderzoeken van de effectiviteit en efficiëntie van ict in het onderwijs. Wanneer levert ict het onderwijs toegevoegde waarde en wanneer juist niet? Op de laag hierboven, biedt Kennisnet of één van haar partners toegang tot de benodigde expertise en netwerken om op deze manier tot een juiste inzet van middelen te komen. De volgende laag wordt gevormd door activiteiten gericht op de brede basis. Het gaat hierbij om activiteiten die zich in de afgelopen periode hebben bewezen en voor de komende periode waarde blijven houden voor veel instellingen ongeacht de mate van integratie van ict in de onderwijsvisie. Het speelt in op overkoepelende onderwijsbehoeften. Daarboven liggen de activiteiten die Kennisnet meer op maat uitserveert en zijn toegespitst op specifieke behoeften van (groepen van) instellingen voornamelijk met een gecoördineerde visie. Het persoonlijke contact staat hierbij centraal. Deze zogenaamde warme dienstverlening bestaat bij de gratie van goede communicatie en interactie met de onderwijsinstelling. Op de bovenste laag tenslotte wordt de relevantie, haalbaarheid en toepasbaarheid van (technische) ontwikkelingen en innovaties voor het onderwijs verkend.
3.7 Klantbenadering Ruim een decennium geleden introduceerden Treacy en Wiersema drie basisstrategieën op grond waarvan organisaties kunnen focussen: operational excellence
focus op een optimale uitvoering
product leadership
focus op het optimale dienstenportfolio
customer intimacy
focus op een optimale aansluiting op de klant
Elke organisatie dient een keuze te maken waarin ze wil uitblinken en kiest daarbij de meest passende strategie. De overige twee strategieën dienen hierbij niet verwaarloosd te worden. Zij zijn ondersteunend en dienen te voldoen aan de algemeen gangbare eisen van de markt. Als een organisatie bijvoorbeeld kiest voor operational excellence dient het ook aan dienstontwikkeling en relatiebeheer te doen, net zoals een organisatie die kiest voor customer intimacy ook de operationele processen op orde dient te brengen. Kennisnet kiest de komende jaren voor customer intimacy. Zoals al eerder gesteld staat het verkrijgen van een langdurige en hechte relatie met de onderwijsinstelling voor Kennisnet centraal. In de hele organisatie wordt voortdurend geïnvesteerd in klantenbinding, wordt er gestuurd op maximale klantwaarde met name via persoonlijke contact en wordt er een gedifferentieerd aanbod op basis van de behoeften van het onderwijs gevoerd. Op deze manier kan het altijd passende oplossingen bieden op basis van de behoeften van de klantgroepen. Centraal in deze aanpak staat het samenbrengen van onderwijsinstellingen in fysieke en virtuele netwerken. Om daadwerkelijk succes te hebben en opbrengsten ook daadwerkelijk te verankeren is communicatie en interactie met de actoren in de instelling van doorslaggevend belang. Kennisnet zet hier maximaal op in. Haar relatiemanagers zetten hiervoor de richting uit en worden maximaal ondersteund door de rest van de organisatie. Het gaat immers om consistentie in toon en boodschap. Pagina 17
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Daarnaast bieden dergelijke netwerken de mogelijkheid om onderwijsinstellingen met een vergelijkbaar profiel ervaringen uit te laten wisselen en om thema‟s, die collectief gedeeld worden, verder uit te diepen. Bij haar aanpak beweegt Kennisnet mee op het ritme van het onderwijs. De karakteristieken van het schooljaar en de onderwijskundige programmering zijn belangrijke kaders in de aanpak van Kennisnet. Timing, het aanbrengen van samenhang in de activiteiten, voldoende aanlooptijd én communicatie zorgen voor toegevoegde waarde en acceptatie bij onderwijsinstellingen. Kennisnet kiest in praktijk voor gericht contact met de ambassadeur. Zij zijn cruciale partners bij het verwezenlijken van de meerjarendoelstellingen. Kennisnet ondersteunt hen in alle opzichten en brengt ze met elkaar in contact. Vervolgens is het aan deze ambassadeurs om binnen de eigen onderwijsinstelling de overige actoren een stap verder te brengen in het integreren van onderwijs en ict. Om het draagvlak en de slagkracht van deze ambassadeurs maximaal te laten zijn, is steun van het management onontbeerlijk. Kennisnet schenkt hier speciale aandacht aan.
3.8 Interventiemiddelen De activiteiten van Kennisnet zijn te duiden door haar interventiemiddelen. Voor de komende jaren zijn de middelen van Kennisnet onder te brengen in de categorieën: 1. Begrijpen 2. Uitdragen 3. Ondersteunen 4. Verbinden
Middel
Uitwerking
Begrijpen
onderzoeken: kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek naar de effectiviteit van ict in het onderwijs. verkennen: van (technische) ontwikkelingen en innovaties om de relevantie, haalbaarheid en toepasbaarheid in het onderwijs vast te stellen.
Uitdragen
informeren: om het onderwijs op de hoogte te houden van de laatste inzichten. adviseren: van instellingen bij het optimaliseren van visie en de vertaling ervan in de praktijk. stimuleren & inspireren: tonen en uitdragen van nieuwe ideeën, diensten en processen om te prikkelen en aan te zetten tot handelen.
Ondersteunen
begeleiden: van instellingen bij het effectief gebruiken van ict in het onderwijs. faciliteren: centraal beschikbaar stellen van (technische) voorzieningen om instellingen te ondersteunen bij het efficiënt inrichten van de ict-infrastructuur.
Verbinden
samenwerken: met een externe partij om een onderwijsbehoefte gezamenlijk beter te bedienen. agenderen: van relevante, actuele en onderbelichte vraagstukken om te zorgen dat de aandacht van bepalende actoren wordt verplaatst. makelen: het bij elkaar brengen van vrager en aanbieder.
Pagina 18
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Deze interventiemiddelen worden op maat ingezet. De resultaten uit onderzoek én ervaringen die Kennisnet de afgelopen jaren heeft opgedaan zijn hiervoor leidend. In bijlage C wordt per interventiegroep de belangrijkste kaders uiteengezet.
3.9 Verantwoording In de verantwoording staat de vraag centraal in hoeverre Kennisnet voortgang maakt in het realiseren van haar missie. De geformuleerde meerjarendoelstellingen geven daarbij inzicht in de gewenste outcome voor elk van de drie programmalijnen. Jaarlijks wordt in het Jaarplan vastgelegd met welke mix van interventies Kennisnet een zo groot mogelijke bijdrage gaat leveren aan het realiseren van deze doelstellingen. Dit jaarplan wordt door de directie, na advisering door de Programmaraad, ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. In een vroeg stadium worden ter voorbereiding op het Jaarplan gesprekken gevoerd met de diverse onderwijssectoren: instellingen, sectororganisaties en met de afzonderlijke sectorkamers van de Programmaraad. Tevens worden gesprekken gevoerd binnen het ministerie van OCW. Het meest intensief gebeurt dit met de Directie Voortgezet Onderwijs vanwege de coördinerende verantwoordelijkheid voor ict. Over de operationele en financiële resultaten van Kennisnet legt de directie verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Deze Raad is deels samengesteld uit vertegenwoordigers namens sectororganisaties. Daarnaast legt Kennisnet verantwoording af aan haar subsidieverstrekker, onder andere door de halfjaarrapportage, het Jaarverslag en de Jaarrekening. In de Programmaraad tenslotte wordt de inhoudelijke koers van Kennisnet besproken. De Programmaraad bestaat uit vertegenwoordigers uit het onderwijsveld. Belangrijke indicator voor het bepalen van de toegevoegde waarde van Kennisnet is de tevredenheid van haar klantgroepen, met name de onderwijsinstellingen, en haar strategische partners. Het instrument hiervoor is de Kwaliteitsindex. De index geeft jaarlijks de effecten van de activiteiten van Kennisnet weer. Hoeveel gebruikers uit de doelgroep zijn in aanraking gekomen met Kennisnet en hoe waarderen ze deze inzet? De Kwaliteitsindex geeft over de jaren heen een betrouwbaar beeld van de toegevoegde waarde van de activiteiten voor het onderwijsveld. Voor een uitgebreide toelichting op de berekening en de interpretatie van de index wordt verwezen naar bijlage B. Daarnaast zal vanaf 2009, jaarlijks rond mei/juni, een verkenning worden uitgevoerd onder ketenpartners om vast te stellen hoe zij de bijdrage van Kennisnet aan het realiseren van doelstellingen waarderen en op welke wijze deze bijdrage verder kan worden geoptimaliseerd. Juist in een complexer wordende omgeving, waarbij samenwerking cruciaal is om doelstellingen te realiseren, is het van belang expliciet aandacht te besteden aan de bijdrage in de keten. Tot slot levert onderzoek, zoals de Vier-in-balans monitor, belangrijke informatie op over de mate van integratie van ict in het onderwijs en de rol van Kennisnet hierin. Door op deze wijze te werken maakt Kennisnet haar functioneren op een professionele wijze transparant. Zij is zo niet alleen in staat om verantwoording af te leggen over het verleden, maar kan zo tevens de koers voor de toekomst bepalen. Pagina 19
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Pagina 20
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Jaarplan 2009
Pagina 21
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Pagina 22
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4
Activiteiten in 2009
In het vorige hoofdstuk is de strategische koers voor de periode 2009–2012 uiteengezet. In dit tweede deel wordt ingegaan op de wijze waarop deze koers is vertaald in concrete doelstellingen en interventies voor 2009. Op welke aspecten ligt het komend jaar het accent, welke behoeften spelen er nu binnen de verschillende sectoren en met welke onderwijsvraagstukken kan de verbinding worden gelegd? Naast de presentatie van de doelstellingen en belangrijkste activiteiten voor de drie sectoren en de afdeling Strategie & Innovatie wordt stilgestaan bij de overige onderdelen van Kennisnet. Om inzicht te krijgen in de functionele organisatie en het organogram wordt verwezen naar bijlage D. Deze invulling is uiteraard in nauwe samenwerking met het onderwijsveld en relevante partners tot stand gekomen. Daarnaast is bij elk van de activiteiten gekeken hoe deze bijdragen aan de in de analyse genoemde kwaliteits- en strategische agenda van het ministerie van OCW. In de kwaliteitsagenda in het primair onderwijs ligt de verbinding voornamelijk op het terugbrengen van de taal- en rekenachterstand, het creëren van ruimte voor besturen en instellingen om leerlingen een rijke leeromgeving te bieden en op de professionalisering van leraren en het management. In het voortgezet onderwijs krijgt de kwaliteitsimpuls onder andere vorm door aandacht voor professionalisering, toptalenten, maatwerk voor alle leerlingen en digitaal leermateriaal in relatie tot het dossier gratis schoolboeken. In het MBO tenslotte staat het herontwerp in al haar facetten centraal. Met dit plan vraagt Kennisnet de basissubsidie aan. Op een aantal aspecten zijn er daarnaast nog aanvullend gefinancierde activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de missie van Kennisnet en het behalen van de doelstellingen zoals geformuleerd. Voor 2009 betreffen dit vooralsnog de volgende activiteiten. In bijlage A vindt u meer informatie over de doelstellingen van deze aanvullend gefinancierde activiteiten5.
Aanvullend gefinancierde programma’s
Professionalisering
Organisatie
Leermateriaal
Innovatie
Leraar 24
Portal Leren & werken
Stimuleren gebruik
SURFnet/Kennisnet
(alle sectoren)
(MBO)
digitaal leermateriaal
programma
Verbonden met ict
Flexibel leren (MBO)
(alle sectoren)
(alle sectoren)
(alle sectoren)
Leren met meer effect
Digitale Topschool
Mediawijsheid
(VO)
(PO)
(PO, VO)
5
Indien dit het overzicht vergroot, wordt bij de gepresenteerde activiteiten in dit hoofdstuk een aantal van de aanvullend
gefinancierde activiteiten genoemd. Dit wordt middels een voetnoot aangegeven.
Pagina 23
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.1 Primair onderwijs In het primair onderwijs is men zich steeds meer bewust van het belang van ict. De ict basisinfrastructuur is aanwezig. In praktische zin wordt ict op dit moment voornamelijk in de les ingezet, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een digibord dat door steeds meer instellingen wordt aangeschaft. Daarnaast ontstaat er behoefte aan het gebruik van ict in de organisatie bij de planning van de onderwijs, het beheer van de locaties en bij leerlingvolg- en zorgsystemen. Algemeen geldt dat de aandacht verschuift van techniek naar didactiek én logistiek. Desondanks blijft de koppeling aan de onderwijskundige visie op bovenschools niveau achter. Deels komt dit doordat de schoolleiding aan andere vraagstukken een hogere prioriteit geeft. Denk bijvoorbeeld aan maatwerkvraagstukken rondom zwakke of excellente leerlingen en aan de inzet op taal en rekenen. Het dreigende kwantitatieve tekort aan docenten en in het bijzonder schoolleiders staat binnen het primair onderwijs minder centraal, al wordt de feminisering en parttimisering van het onderwijs en de grote uitval van aankomende docenten op taal en rekenen wel ervaren als risico. De implementatie van ict in het onderwijs blijft ook achter doordat de doorvertaling van de visie op bovenschools niveau naar de didactische toepassing in de klas nog onvoldoende resultaat oplevert. Belemmeringen zoals gebrek aan vindbaar en bruikbaar leermateriaal en weinig veranderings- en ictcompetenties van docenten spelen hierbij een rol. Het is voor de (aankomende) docent noodzakelijk om ict-competent te zijn om op deze manier leerlingen mediawijs te maken en tegemoet te komen aan de diversiteit aan leervragen. Dit vraagt inzet van de onderwijsopleidingen, de onderwijsorganisatie en van de onderwijsprofessional zelf. Daarnaast zijn de aandachtsgebieden zoals die door het ministerie van OCW in haar kwaliteitsagenda zijn verwoord van belang. In het primair onderwijs wordt steeds meer geïnvesteerd in digitaal leermateriaal. Dit materiaal wordt voornamelijk ingekocht in combinatie met een (folio) onderwijsmethode. Het arrangeren en zelf ontwikkelen van digitaal materiaal gebeurt nu nog op zeer kleine schaal, maar is duidelijk groeiend. Uitgeverijen spelen hierop steeds meer in door het toenemende, kwalitatief betere aanbod van materiaal. Een uitzondering hierop is het Speciaal Onderwijs. Vanwege de specifieke behoefte op kleine schaal wordt in dit type onderwijs meer aan contentontwikkeling gedaan dan elders in het primair onderwijs. De diverse gebruikers zijn echter nog onvoldoende in staat om (elkaars) materiaal te vinden en te delen. Tenslotte geldt dat de afgelopen periode veel bovenschoolse besturen zijn samengegaan. De verwachting is dat deze lijn zich zal doorzetten. Het aandeel besturen dat slechts één instelling bestuurt zal hierdoor steeds kleiner worden. Het gevolg is dat de besturen steeds grootschaliger dienen te denken en acteren, iets dat niet altijd even natuurlijk wordt opgepakt. Toch blijft het belangrijk rekening te houden met het gegeven dat een substantieel deel van de besturen éénpitters blijft.
Pagina 24
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Ambitie en aanpak Het is voor het sectorteam primair onderwijs belangrijk om daadwerkelijk in het veld te staan om samen met de onderwijsinstellingen de juiste vragen te formuleren en vervolgens de beantwoording van deze vragen met het veld optimaal te organiseren. De instelling ervaart hierbij de meeste steun door: 1. samenwerking tussen onderwijsinstellingen 2. collegiale consultatie 3. contacten tussen medebelanghebbenden De komende periode blijft in het teken staan van het verbinden van mensen, organisaties en expertise. Meer specifiek richt het sectorteam primair onderwijs zich op het: inzichtelijk maken van vraag en aanbod rondom ict en onderwijs, het stimuleert: o instellingen tot en ondersteunen bij(gebundelde)vraagarticulatie. o de markt om een aanbod te bieden voor deze onderwijsvragen. ondersteunen van onderwijsprofessionals als docenten, ict-coördinatoren, schoolleiders, managers en bestuurders bij het blijvend actualiseren van ict-competenties en het realiseren van lerende netwerken. verkennen van de mogelijkheden van (nieuwe) ict-hulpmiddelen bij didactische inzet. vraaggericht aanbieden van onafhankelijke diensten en expertise. doen van onderzoek om kennis te vergaren. Het accent ligt dit jaar op het opzetten van de fysieke en virtuele netwerken en platforms om te verbinden via het Ambassadeurs– en het Samen Deskundiger programma. De afgelopen jaren zijn dit succesvolle middelen gebleken voor het aangaan en onderhouden van duurzame relaties met instellingen. Het Samen Deskundiger programma richt zich hierbij op de bovenschoolse ictcoördinatoren en hanteert een regionale indeling. Vanuit deze verbanden wordt gewerkt aan visievorming. Vervolgens wordt de verbinding aangegaan met de docenten binnen de onderwijsinstellingen van het eigen verband via ambassadeurstrajecten. Het doel hiervan is om deze visie te vertalen naar de praktijk. Binnen het Samen Deskundiger (Pabo) programma wordt aandacht besteed aan de verbinding tussen het management, bestuurders en aankomende docenten.
Pagina 25
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Activiteiten Professionaliseren in het primair onderwijs (van leerlingen via de docent en vice versa) Aanleiding Kinderen komen in toenemende mate en op steeds jongere leeftijd in aanraking met ict en internet. Ze ontwikkelen ict-vaardigheden die volwassenen niet begrijpen en denken niet langer lineair. Communicatie vindt voor een groot deel buiten het zicht van de instelling en ouders plaats. Het is belangrijk dat de leerling de waarde en relevantie van de aangeboden informatie juist kan interpreteren. Het onderwijs heeft als taak ze hierop voor te bereiden, maar docenten kunnen ook veel leren van de vaardigheden van leerlingen. Leerlingen en hun ouders verwachten een veilige speel- en leeromgeving, passend bij het ontwikkelingsniveau van de leerling. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de docent zodat hij in staat is leerlingen op een vertrouwde en veilige wijze de mogelijkheden van ict te laten verkennen. Doelgroep
Indicator
leerlingen
mate van vaardigheid bij docenten in het organiseren van lessen waarin ict
docenten
wordt gebruikt.
Middel Begrijpen
Invulling Onderzoek gericht op de manieren van ict-gebruik door leerlingen. (Aanvullend) Onderzoek naar het effect van ict op het leren van kinderen. Onderzoek naar de mate waarin de docent de leerling zelfstandig veilig gebruik laat maken van internet én naar de mate waarin deze docent in zijn lessen aandacht besteedt aan informatievaardigheden voor internet. Innovatie – experiment: Talenten challenge6: in hoeverre kunnen excellente leerlingen (hun avatars) in een sociaal en virtueel game gebaseerd netwerk onderzoeksvragen inbrengen die andere excellente leerlingen als team kunnen adopteren en beantwoorden? Weer andere teams beoordelen hun projectresultaat. Tevens wordt gekeken in hoeverre via deze omgeving de verbinding kan worden gelegd met onderzoekers in het hoger onderwijs die deze excellente leerlingen in hun projecten kunnen ondersteunen.
Uitdragen
Uitvoeren van een campagne gericht op het gebruik van de veilige speel- en leeromgeving gericht op docenten en leerlingen. Uitvoeren van een campagne gericht op de doelgroep in het algemeen waarbij Mediawijsheid een bindend thema is.
6
Talenten challenge wordt uitgevoerd in de aanvullend gefinancierde programma‟s Digitale Topschool en Surfnet/Kennisnet
innovatieprogramma.
Pagina 26
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Middel Ondersteunen
Invulling Via de ambassadeurstrajecten diensten uit het portfolio van Kennisnet aanbieden, gericht op leerlingen. Aanbieden en optimaliseren van de veilige speel- en leeromgeving geïntegreerd met diensten van Kennisnet als Davindi en Websitemaker. Uitbreiden, herzien en aanbieden van het Diploma veilig internet.
Verbinden
Samenwerking met andere organisaties uit het expertisenetwerk Mediawijsheid.
Professionaliseren in het primair onderwijs (docenten) Aanleiding Om leerlingen te faciliteren in het leren is het noodzakelijk dat docenten hun competenties en vaardigheden actueel houden, gericht op het inrichten van optimaal onderwijs in de informatiemaatschappij. Van de docent wordt verwacht dat hij ook een bijdrage kan leveren aan het beleid en de organisatie en maatwerk levert aan zowel de zwakke als de excellente leerling. Docenten geven aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij het toepassen van ict in de les. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de docent zodat hij zijn ict-competenties en informatievaardigheden beter kan inzetten in het primaire proces. Doelgroep docenten
Indicatoren mate waarin docenten gebruik maken van ict-toepassingen.
schoolleiders Middel Begrijpen
Invulling Analyseren en bepalen hoe de afgeronde ambassadeurstrajecten blijvend toegevoegde waarde kunnen genereren. Onderzoek naar de invloed van ict op de werkdruk van de docent. Onderzoek naar de resultaten van nieuwe technologieën in het primair onderwijs door middel van experimenten.
Uitdragen
Verspreiden van onderzoeksresultaten via publicaties „wat weten we over‟. Gebruik maken van de mogelijkheden van beurzen en congressen.
Ondersteunen
Aanbieden van het bestaande dienstenportfolio van Kennisnet gericht op professionalisering. Denk hierbij aan Websitemaker, Lessenmaker en Wedstrijden. Herindelen en positioneren van tools zoals 4-in-Balans en Didactiek in Balans. Aanbieden van communities voor het uitwisselen van informatie en lesmateriaal gericht op professionalisering.
Verbinden
Opzetten en uitbouwen van fysieke netwerken om tot kennisdeling en samenwerking te komen (Ambassadeurs en Samen Deskundiger). Aansluiten bij landelijke initiatieven op taal en rekenen. Starten van regionale verbanden in het Speciaal onderwijs. Zij werken actief samen op gebied van het ontwikkelen en delen van content. Pagina 27
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Organisatie in het primair onderwijs Aanleiding Uit onderzoek blijkt dat de wensen en inzichten van docenten, managers en bestuurders uit elkaar liggen met betrekking tot het organiseren van ict in de instelling en in de klas. Het is de taak van het management om de randvoorwaarden te scheppen voor ict in de klas. Hierbij geldt dat ondanks de beschikbaarheid van voldoende technische middelen, de inrichting in de instelling vaak niet aansluit bij didactische wensen en op deze manier succesvolle onderwijsvernieuwing blokkeert. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de bestuurders en directies zodat zij ict als integraal onderdeel in de onderwijsvisie kunnen hanteren. Doelgroep
Indicator
managers
mate waarin onderwijsinstellingen voor leerstofonderdelen afspraken
bestuurders
maken over de didactische inzet van ict.
Middel Begrijpen
Invulling Uitvoeren van brainstormsessies met bestuurders en het bedrijfsleven, gericht op structurele verandervraagstukken. Innovatie – experiment7: Wie durft?: Wat gebeurt er als een docent één week gaat lesgeven aan leerlingen in groep zeven in een nieuwe setting met de normale lesinhoud, maar maximaal geholpen met ict? Welke didactische modellen, andere rollen en ondersteuning zijn hiervoor nodig, levert ict daadwerkelijk de beloofde meerwaarde en over welke vaardigheden zou een leerling eigenlijk dienen te bezitten?
Uitdragen
Inhoudelijk ondersteunen bij de inrichting van de infrastructuur binnen een instelling door voorlichting via portals. Bewustmaken van marktpartijen van de vraag van onderwijsinstellingen. Komen tot verbeterde communicatie met besturen en beslissers.
Ondersteunen
Actualiseren, ontwikkelen en koppelen van tools zoals 4-in-Balans en Didactiek in Balans die ingezet worden in het Samen deskundiger verband.
Verbinden
Creëren van netwerken op bovenschools en bestuurlijk niveau. (Meer) Samenwerken op de Pabo op bestuurlijk niveau om echte inbedding van ict in de opleiding te realiseren.
7
Wie durft wordt uitgevoerd in het aanvullend gefinancierde programma Surfnet/Kennisnet innovatieprogramma.
Pagina 28
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Leermateriaal in het primair onderwijs Aanleiding Onderwijsinstellingen hebben ervaring met digitaal leermateriaal, maar maken nog onvoldoende gebruik van de mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs met dit materiaal te vergroten. Ze geven aan dat het digitale leermateriaal nog steeds moeilijk vindbaar is en dat de inzet ervan nieuwe werkwijzen met zich meebrengt waardoor het niet altijd direct toepasbaar is. Doelstelling In 2009 stimuleert Kennisnet het door de docent arrangeren, inzetten en delen van digitaal leermateriaal in het primaire proces. Doelgroep docenten
Indicator mate waarin digitaal leermateriaal beschikbaar is.
schoolleiders managers Middel Begrijpen
Invulling8 Onderzoeken van de effectieve inzet van digitaal materiaal bij het bieden van passend onderwijs.
Uitdragen
Ontsluiten van de resultaten van Transparante Leerlijnen in brochures en via conferenties9. Gebruik maken van beurzen en congressen om expertise over standaarden en metadatering te verspreiden (met name EduExchange). Creëren van bewustwording rondom de koppeling tussen content en resultaatbeheer.
Ondersteunen
Aanbieden van Kennisnet diensten als Teleblik en Davindi. Stimuleren van gebruik leermiddelen databank van communities.
Verbinden
Verbinden van partners om samen de Digitale Topomgeving10 voor excellentie in het primair onderwijs te realiseren.
8
Overall geldt dat bij de invulling wordt aangesloten bij het aanvullend gefinancierde programma Stimuleren gebruik digitaal
leermateriaal. 9
Dit ontsluiten wordt uitgevoerd in het aanvullend gefinancierde programma Verbonden met ict.
10
De Digitale Topomgeving is een aanvullend gefinancierd programma.
Pagina 29
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.2 Voortgezet onderwijs Het voortgezet onderwijs is enorm in beweging. De sector staat midden in het maatschappelijke debat en er is veel aandacht voor onderwijsvernieuwing. De informatiemaatschappij levert hierbij nieuwe mogelijkheden voor leren op maat en vraagt tegelijkertijd nieuwe toepassingen voor leren met ict. De keuzemogelijkheden nemen toe, onder andere door een toename van het gebruik van web 2.0 toepassingen, elo‟s en communities. Deze ontwikkeling lijken leerlingen vanzelfsprekend op te pakken. Zij ontwikkelen ict-vaardigheden en gaan er van uit dat het onderwijs deze ontwikkeling volgt. Voor veel onderwijsprofessionals is dat nog een brug te ver. Het vraagt nieuwe competenties van de docent om het beschikbare materiaal te beoordelen op bruikbaarheid en de inzetbaarheid in de les. Verder is zichtbaar dat de druk op de onderwijsinstelling toeneemt. Zo wordt van het management meer overall management met een bedrijfsmatige insteek gevraagd. Daarnaast is de invulling van het onderwijs een belangrijk vraagstuk. Bij besturen is een toenemende druk zichtbaar om voldoende ruimte te creëren voor beleidsvorming en om de resultaten van de instelling op een juiste wijze publiek te verantwoorden (governance). Daarnaast is het belangrijk dat de krachtenbundeling in de sector stevig is ingebed. Een krachtige VO-raad is hierbij een goed ondersteuningsmiddel. Ict wordt in veel gevallen nog gezien als apart aandachtspunt in plaats van logisch onderdeel in de overkoepelende vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan het lerarentekort wat om een actualisering van het docentschap en een (her)definitie van onderwijsfuncties vraagt, startend bij de opleiding van de toekomstige docenten. Teneinde, naast de schoolverlaters, meer potentiële docenten aan te trekken uit andere sectoren zijn er een aantal ontwikkelingen zichtbaar. Zo ontstaan er nieuwe, duale opleidingen in de instelling, levert het bedrijfsleven, naast stageplekken voor maatschappelijke stages, vaker opleidingsplekken en expertise aan instellingen en zijn er nieuwe opleidingen op academische niveau. Naast het oplossen van het kwantitatieve tekort wordt zo ook gewerkt aan het kwalitatieve tekort. Vergelijkbaar met het primair onderwijs is er een verschuiving waarneembaar van apparatuur naar didactiek en logistiek. De fysieke omgeving en infrastructuur van instellingen zijn op orde. Ict is een basiselement van de huisraad geworden. Zo heeft zeven op de tien instellingen een meerjarig ictinvesteringsplan, heeft zestig procent een centrale visie op ict-gebruik en is er een gemiddelde leerlingcomputerratio van één op zes. Toch heeft niet elke instelling voldoende expertise om de integratie van ict in het onderwijs te sturen. Bovendien is het vaak teveel intern gericht en gefocused op de dynamiek van het schooljaar. Veel veranderingen worden dan ook niet verankerd. Daarnaast ontbreekt samenhang en sectorbrede uitwisseling. De instelling zit nog teveel op het faciliterend en minder op het uitvoerend niveau. Een ander punt is de doorlopende leerlijn. De aansluiting tussen het primair –, voortgezet – en het middelbaar beroepsonderwijs wordt steeds belangrijker. Om deze aansluiting te borgen zet het Pagina 30
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
voortgezet onderwijs in op kwaliteitsverbetering van examens en wil het beter inspelen op de behoeften van de heterogene groep leerlingen. Een laatste vraagstuk is de achterblijvende kwaliteit van het voortgezet onderwijs in de grote steden. In deze steden komen, zelfs als rekening wordt gehouden met de leerlingpopulatie, meer instellingen met onvoldoende opbrengsten voor dan in kleinere gemeenten. Volgens de inspectie is negenendertig procent van de instellingen te kenmerken als zwak en wordt er te weinig rendement uit de leerling gehaald. Dit wordt nog eens versterkt door de grotere schaarste aan docenten op dergelijke instellingen. Ambitie en aanpak Het leidende thema van het sectorteam voortgezet onderwijs is verbinden. Het is cruciaal in het veld te staan om zodoende samen met de onderwijsinstellingen de juiste vragen te stellen en vervolgens de beantwoording van deze vragen met het veld optimaal te organiseren. Het accent blijft liggen op het verbinden van mensen, organisaties en expertise. De instelling ervaart de meeste steun door samenwerking tussen instellingen, collegiale consultatie en de contacten tussen medebelanghebbenden. Het gaat in 2009 om het aangaan van langdurige relaties met de onderwijsinstellingen door te focussen op relatie met de docent en de leidinggevende. De relatie is het startpunt van handelen en kenmerkt zich door concrete en langdurige samenwerking binnen thema‟s en specifieke vragen. De kern hiervan wordt gevormd door de bewezen succesvolle programma‟s Ambassadeurs en Samen Deskundiger. Het verschil met de aanpak van het sectorteam primair onderwijs zit in de invulling van de activiteiten. Deze speelt in op de specifieke karakteristieken van de eigen sector. Zo richt het programma Ambassadeurs zich op de docent, de ict-coördinator en de manager in de instelling. Op basis van de aangedragen thema‟s worden de verschillende docenten in ambassadeursnetwerken geplaatst. Hierbij wordt voor zover mogelijk een regionale aanpak gehanteerd, deze is echter minder stringent dan in het primair onderwijs. Het aansluiten bij de onderwijsbehoeften is hier leidend. Het Samen Deskundiger programma is nog in ontwikkeling. Het richt zich op de schoolmanagers waarmee zij binnen een netwerk werken aan schoolontwikkeling en ict.
Pagina 31
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Activiteiten Professionaliseren in het voortgezet onderwijs Aanleiding Om leerlingen te faciliteren in het leren is het noodzakelijk dat docenten hun competenties en vaardigheden actueel houden. Instellingen staan, door de schaarste en de druk om het minimale kwaliteitsniveau van onderwijs en onderwijskapitaal (docenten) te behouden, open voor nieuwe mogelijkheden bij het inrichten van het onderwijs. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden die ict kan bieden bij professionalisering, bij het behoud van kwaliteit en bij het binden van docenten. Dit betekent dat er meer ruimte komt voor de docent in het bepalen van onderwijsbeleid, maar ook voor een meer integrale verantwoordelijkheid van (de inrichting van-) lesmethoden, de kwaliteit van examens en het toepassen van hulpmiddelen als ict in onderwijs. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de docent zodat hij zijn ict-competenties en informatievaardigheden beter kan inzetten in het primaire proces. Doelgroep docenten Middel Begrijpen
Indicatoren mate waarin docenten gebruik maken van ict-toepassingen. Invulling Onderzoeken van de rol van de docent bij het gebruik van ict bij leerlingen. Het gaat hierbij om het achterhalen van de leerstrategieën waar ict een rol speelt binnen het primaire proces. Inzetten van het expertise aanbod ten behoeve van de “leraar op afstand” gekoppeld aan het lerarentekort.
Uitdragen
Uitdragen binnen het overkoepelende thema Mediawijsheid. Communiceren via communities en portals over mogelijkheden tot vergroten van ict-competenties en informatievaardigheden.
Ondersteunen
Ondersteunen via het ambassadeursprogramma en de lerarenopleiding. Bij elkaar brengen van organisaties om onder andere te komen tot een duidelijk beroepsprofiel voor ict-competenties en ict-didactiek. Vervolgens zou op basis hiervan een online instrument voor docenten om de eigen ict-competenties in kaart te brengen beschikbaar gesteld kunnen worden. Aanbieden van het bestaande dienstenportfolio zoals Websitemaker, Lessenmaker en Wedstrijden van Kennisnet gericht op professionalisering.
Verbinden
Makelen tussen onderwijsinstellingen en nascholingsinstituten. Verbinden van onderwijsinstellingen om deze in staat te stellen door de samenhang krachtiger en efficiënter te professionaliseren.
Pagina 32
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Organisatie in het voortgezet onderwijs Aanleiding Onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor de inrichting en uitvoering van de eigen organisatie. Naast de onderwijsinhoudelijke aspecten wordt van de bestuurders en managers ook een bedrijfseconomische insteek verwacht. Voor de inzet van ict in het onderwijs wordt een competente leidinggevende gevraagd die de juiste randvoorwaarden kan scheppen. Hier spelen veel zaken een rol. Denk aan onderwijsvisie, onderwijsinnovatie, beschikbaarheid van middelen en omgeving (gebouw, inrichting en ict), financiën, verantwoording, personeelsbeleid en schoolcultuur. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de bestuurders en directies zodat zij ict als integraal onderdeel in de onderwijsvisie kunnen hanteren. Doelgroep
Indicator
bestuurders
mate waarin onderwijsinstellingen voor leerstofonderdelen afspraken
directies
maken over de didactische inzet van ict.
Middel Begrijpen
Invulling Onderzoeken hoe onderwijsinstellingen de eigen organisatie en leerprocessen met behulp van ict kunnen inrichten. De resultaten worden gebruikt binnen het programma Samen deskundiger voor bewustwording. Samen met onderwijsinstellingen inventariseren welke mogelijkheden er zijn om ict flexibel in te zetten bij de ontwerpvraag van nu en in de toekomst met betrekking tot gebouwindeling en ict-infrastructuur. Innovatie – experiment: Open school11: Op welke wijze kunnen binnen het Open School concept vormen van ict-dienstverlening ingezet worden? Hierbij rekening houdend met de organisatorische, pedagogisch en technologische context.
Uitdragen
Komen tot verbeterde communicatie met besturen en beslissers.
Ondersteunen
Uitbreiden van het ambassadeursprogramma naar de doelgroepen manager en docent binnen en buiten de instelling. Hierbij wordt een netwerk gevormd van leidinggevenden om ervaringen en kennis te delen ter versterking van de visieontwikkeling en de ondersteuning van het ambassadeursnetwerk. Organiseren van sessies voor visieontwikkeling op instellingsniveau. Online beschikbaar stellen van instrumentarium zoals 4-in-balans en Didactiek in Balans ter ondersteuning van visie vorming.
Verbinden
Bevorderen van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en met marktpartijen buiten de sector, zodat instellingen hun positie in de keten beter uit kunnen nutten, onder andere door het vergroten van hun kennis. Organiseren van bijeenkomsten in samenwerking met de sector.
11
Deels uitgevoerd binnen het aanvullend gefinancierde programma Surfnet/Kennisnet innovatieprogramma.
Pagina 33
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Leermateriaal in het voortgezet onderwijs Aanleiding Onderwijsinstellingen worden gedwongen beter en alerter het informatieaanbod te beoordelen op onderwijskwaliteit en de eigen rol als informatieconsument te herdefiniëren. Dit vraagt naast ictcompetenties, ook beschikbaar, deelbaar en bruikbaar leermateriaal waarvan de kwaliteit vast staat. Onderwijsinstellingen geven aan dat het materiaal nog steeds moeilijk vindbaar is en dat de inzet van digitaal materiaal nieuwe werkwijzen met zich meebrengt. Zij hebben behoefte aan standaardisatie, methodes en flexibel inzetbaar (gratis) materiaal. Doelstelling In 2009 stimuleert Kennisnet het door de docent arrangeren, inzetten en delen van digitaal leermateriaal in het primaire proces. Doelgroep docenten
Indicator mate waarin digitaal leermateriaal beschikbaar is.
managers Middel Begrijpen
Invulling12 Vervolg van het onderzoeksprogramma Leren met meer effect13. Onderzoeken van de typen leermaterialen in relatie tot de verschillende didactische aanpakken. Innovatie – experiment: Schoolexamens: In hoeverre kan de kwaliteit, de uitwisselbaarheid en het multimediale van schoolexamens verbeterd worden? Kennisnet wil samen met Cito, SLO, SBL en de VO-raad zoeken naar verbeteringen door de inzet van ict.
Uitdragen
Communiceren van de uitkomsten van het programma digitaal leermateriaal. Verschaffen van informatie voor digitale toepassingen binnen de ontwikkel-, arrangeer- en lespraktijk.
Ondersteunen
Stimuleren van het gebruik van de diensten Edurep, Entree en Video bij alle relevante initiatieven. Verschaffen van tools voor digitale toepassingen binnen de ontwikkel-, arrangeeren lespraktijk zoals het Contentspel, Lessenmaker en Websitemaker.
Verbinden
Verbinden van onderwijsinstellingen en content producerende organisaties om de vraag helder te krijgen. Makelen tussen de verschillende organisaties op het vlak van standaarden. Het gaat hierbij ook om het maken van afspraken en het voeren van de regie op de activiteiten door partners. Organiseren van bijeenkomsten in samenwerking met de sector.
12
Overall geldt dat bij de invulling wordt aangesloten bij het aanvullend gefinancierde programma Stimuleren digitaal leermateriaal.
13
Leren met meer effect is een aanvullend gefinancierd programma.
Pagina 34
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.3 Middelbaar beroepsonderwijs Professionalisering van docenten en leidinggevenden is het belangrijkste thema van 2009. Hierbij gaat het niet alleen om het verwerven van ict-competenties, maar vooral ook om het gebruiken van competenties waarmee docenten en met name leidinggevenden de gekozen visie van de onderwijsinstelling kunnen vertalen naar de onderwijspraktijk. Deze benadering wordt momenteel op gestructureerde wijze opgepakt door het opzetten van academies door de ROC‟s met een scala aan opleidingsmogelijkheden. Optimaliseren van de bedrijfsvoering is een meerjarig proces waarvoor binnen de sector meerdere initiatieven lopen. Naast de activiteiten binnen het programma MBO2010 zijn er ook de initiatieven Parell en Triple-A. De nadruk ligt op dit moment op de integrale architectuur van basissystemen die de processen rondom het primaire proces faciliteren. Met name het flexibel in kunnen richten van individuele leerroutes vormt hierin een prominent aandachtspunt. Een belangrijke wens in de sector is de ambitie om digitaal leermateriaal in te zetten om flexibel leren mogelijk te maken. Op dit moment is er nog onvoldoende digitaal leermateriaal beschikbaar om dit mogelijk te maken. Daarnaast geven docenten aan dat ze aan de slag willen met het arrangeren en inzetten van digitaal materiaal, maar dat zij nog onvoldoende weten hoe ze dit moeten aanpakken. Er is een grote behoefte aan laagdrempelige informatie en praktische handreikingen op dit gebied. Kennisnet heeft een belangrijke rol binnen de activiteiten die de programmamanagers MBO2010 ontplooien. Ze stemt haar activiteiten inhoudelijk en in tijd af op de agenda van MBO2010. Daarnaast vindt er afstemming plaats met de sector door overleg met de MBO-raad en ROC-i-partners. Tenslotte blijft er nadrukkelijk de behoefte om te experimenteren en innoveren met nieuwe technologieën en nieuwe werkvormen, om zo het onderwijs aantrekkelijk te houden en verder te verbeteren. Docenten en leidinggevenden leren de mogelijkheden van nieuwe toepassingen zien en incorporeren dit in hun onderwijspraktijk. Ambitie en aanpak Zowel uit onderzoek, als uit vraag vanuit het veld, komt de behoefte naar voren om de diensten van Kennisnet niet meer afzonderlijk aangeboden te krijgen, maar in de samenhang die past bij de fase van het veranderproces waarin de instelling zich bevindt. Daarnaast komt de behoefte naar voren om docenten en (ict-)managers niet meer als twee aparte landelijke groepen te benaderen maar in samenhang met elkaar binnen de context van een ROC of AOC. Vertaald naar de strategie voor het sectorteam middelbaar beroepsonderwijs voor 2009 en de jaren daarna komt dit neer op een instellingsbenadering met de volgende kenmerken: maatwerk per instelling middels een samenhangende benadering van docenten en staf-, lijn- en ictmanagers samenhang door de activiteiten op elkaar af te stemmen voor de specifieke doelgroepen.
Pagina 35
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Het accent ligt hierbij nadrukkelijk op het aangaan van een duurzame relatie met de instelling. In het ROC/AOC plan worden door de relatiemanager individuele afspraken gemaakt over de expertise en dienstverlening waar de instelling vanuit Kennisnet op kan rekenen. Afgesproken activiteiten worden van begin tot eind begeleid. Daarnaast richt het sectorteam zich in de breedte voor docenten via het Ambassadeursprogramma en de Communities op het verbinden en onderling delen van kennis en ervaringen. Voor leidinggevenden vindt kennisdeling plaats via de marktplaats MBO2010. Bij deze activiteiten gaat Kennisnet zoveel mogelijk uit van haar eigen dienstportfolio. De hieronder beschreven activiteiten worden zijn beschikbaar voor zowel ROC‟s als AOC‟s. Daarmee is Groen onderwijs een integraal onderdeel van het dit jaarplan.
Professionalisering in het middelbaar beroepsonderwijs Aanleiding Om adequaat gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die ict voor de onderwijspraktijk biedt, zullen de ict competenties van de docent op een voldoende hoog niveau dienen te zijn. Dit sluit aan bij de ontwikkeling dat steeds meer ROC‟s/AOC‟s interne academies opzetten voor competentieontwikkeling bij het eigen personeel. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de docent in zijn ontwikkeling van ict-competenties en stimuleert de inzet van ict in het onderwijsproces. Doelgroep
Indicator
docenten
mate van gebruik van ict/internet als didactisch hulpmiddel.
managers
mate waarin online leermateriaal wordt ingepast in de leersituatie. mate waarin ict-competenties bij docenten zijn toegenomen.
Middel Begrijpen
Invulling Docenten(teams) laten experimenteren met nieuwe ict-rijke werkvormen en daarbij relevante inzichten opdoen14.
Uitdragen
Informatievoorziening in relatie tot de ontwikkeling en inzet van ict-competenties via portals, netwerken en publicaties.
Ondersteunen
Faciliteren van een eenvoudige zelftest voor het in kaart brengen van het eigen ict-competentieniveau (voortbordurend op de bestaande Pabo-tool) vanuit deze diagnose handreikingen bieden om gewenste ict-competenties te verwerven. Informeren en stimuleren van docenten via workshops op het gebied van informatievaardigheden, nieuwe media en digitale opdrachten.
Verbinden
Aansluiten bij en ondersteunen van de ontwikkeling van MBO Academies in de sector. Ondersteunen van de conceptontwikkeling, expertise van standaarden en online-leervormen én integreren van het Kennisnet workshopaanbod. Verbinden van vmbo –, mbo –en hbo-instellingen om deze in staat te stellen in de beroepskolom krachtiger en efficiënter samen te werken.
14
Deze experimenten worden uitgevoerd in het aanvullend gefinancierde programma Stimuleren gebruik digitaal leermateriaal.
Pagina 36
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Organisatie in het middelbaar beroepsonderwijs Aanleiding Onderzoek wijst uit dat ondersteuning van visieontwikkeling bij de leidinggevenden in de instellingen één van de belangrijkste invloedsfactoren is ten aanzien van ontwikkeling en implementatie van nieuwe leervormen en de daarmee samenhangende inzet van ict. Modernisering van het middelbaar beroepsonderwijs is noodzakelijk om oplossingen te vinden voor de toenemende uitval van studenten en aansluiting te houden op de behoefte uit de arbeidsmarkt. De invoering van het zogenaamde competentie gericht onderwijs heeft momenteel de hoogste prioriteit. Procesmanagement MBO2010 faciliteert hierbij de instellingen op basis van het eigen ontwikkelplan, waar nodig en mogelijk in samenwerking met relevante publiek gefinancierde organisaties. In dit licht heeft procesmanagement MBO2010 gevraagd haar inspanningen rond het thema Organisatie voor 2009 te concentreren op het ondersteunen van het management en Colleges van Bestuur van de onderwijsinstellingen op het vlak van visie ontwikkeling en implementatie rond bedrijfsvoering en ict. Hierbij is managementondersteuning gericht op het optimaliseren van de randvoorwaarden voor de didactische toepassing en inzet van ict in het primair proces. Doelstelling In 2009 versterkt Kennisnet de (ict en lijn)manager en de CvB-leden in de visieontwikkeling en implementatie aanpak, zodat ict daar een integraal onderdeel van uit maakt. Het betreft hier zowel de onderwijsinrichting als de bedrijfsvoering. Doelgroep
Indicatoren
managers
mate waarin onderwijsinstellingen worden ondersteund door Kennisnet
colleges van Bestuur
bij het toepassen van ict in de onderwijspraktijk. mate waarop het informatiemanagement is ingericht volgens de nieuwe behoeften in het kader van flexibel onderwijs.
Middel Begrijpen
Invulling Diepteonderzoek in het verlengde van de Quickscan ict-applicatielandschap15. Onderzoek naar succesvolle implementatie strategieën voor ict in het primaire – en secundaire proces mede op basis van gerichte pilot projecten. Innovatie – experiment: Mobiele begeleiding: Welke mogelijkheden zijn er om studenten via mobiele toepassingen te begeleiden tijdens stages?
Uitdragen
Informeren van leden van het College van Bestuur en management op het gebied van visieontwikkeling en implementatie. Bijvoorbeeld via publicaties, congressen, en portals.
15
Een deel van dit onderzoek wordt uitgevoerd in het aanvullend gefinancierde programma Flexibel Leren.
Pagina 37
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Middel Ondersteunen
Invulling Ondersteunen bij visieontwikkeling en implementatievraagstukken met workshops. Ontwikkelen van white papers voor collectieve ict gerelateerde vraagstukken uit workshops en de MBO 2010 interviewronde. Voorbeeld van inhoudelijke domeinen zijn onderwijslogistiek en ict, leerlingbegeleiding en ict, examinering en ict en voortgangsmanagement en ict. Ondersteunen van de ontwikkeling en uitwisseling van kennis en ervaringen door fysieke expertmeetings en virtuele kennisnetwerken, onder andere door de ontwikkeling van Marktplaats 2.0.
Verbinden
Samenwerken met en ondersteunen van MBO 2010, ROC-i-partners, Parell en HPBO.
Leermateriaal in het middelbaar beroepsonderwijs Aanleiding In het kader van competentie gericht leren is het van belang dat er flexibele trajecten ontstaan. Hiervoor is het nodig dat docenten op flexibele wijze leermateriaal vanuit zowel formele als informele bronnen (collecties) kunnen arrangeren en inzetten. Dit sluit direct aan bij de elementen uit de Educatieve Content Keten. Daarnaast spelen ook de nieuwe Web 2.0 mogelijkheden een rol. De afgelopen jaren is gebleken dat met name audiovisueel materiaal, door haar aantrekkelijke vorm, een belangrijke aanvulling op en verrijking van bestaand materiaal kan betekenen. Doelstelling In 2009 stimuleert Kennisnet de docent in het arrangeren, inzetten en delen van digitaal leermateriaal in het primaire proces. Doelgroep
Indicatoren
docenten
mate waarin docenten bij het vormgeven van leertrajecten gebruik maken
managers
van formele bronnen. mate waarin docenten bij het vormgeven van leertrajecten gebruik maken van collecties informele content (web 2.0).
Middel Begrijpen
Invulling16 Onderzoeken of het mogelijk is om een onderwijscollectie van arrangementen in het middelbaar beroepsonderwijs op basis van informele content tot stand te brengen. Innovatie – experiment: Hoe op de mobiel?17 In hoeverre kunnen “how to instructies (vaak video)” eenvoudig via een mobiel device ontsloten worden om leerlingen acuut en accuraat te informeren over hoe zij een activiteit kunnen uitvoeren.
16
Voor zover mogelijk wordt aangesloten bij het aanvullend gefinancierde programma Stimuleren Digitaal Leermateriaal.
17
Hoe op de mobiel wordt uitgevoerd in het aanvullend gefinancierde Surfnet/Kennisnet innovatieprogramma.
Pagina 38
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Middel Uitdragen
Invulling18 Informeren over het gebruik van open standaarden en open content. Informeren over mogelijkheden voor gebruik van digitaal leermateriaal met behulp van het portaal Digitaal Leermateriaal, bijeenkomsten en communicatie.
Ondersteunen
Uitvoeren van een regeling voor het stimuleren van gebruik van digitaal leermateriaal in het project Verbonden met ict19. Aanbieden van workshops digitaal leermateriaal voor docenten. Faciliteren van de contentketenstappen (zowel formele als informele bronnencollecties). Enerzijds via het relevante deel van het portaal Digitaal Leermateriaal, anderzijds door het ondersteunen van ROC‟s/AOC‟s bij het implementeren van het Kennisnet dienstenportfolio zoals het Videoplatform, Edurep, Entree en de MBO-channels.
Verbinden
Mogelijk maken dat aanbieders en afnemers van leermateriaal voor het middelbaar beroepsonderwijs elkaar vinden.
18
Voor zover mogelijk wordt aangesloten bij het aanvullend gefinancierde programma Stimuleren Digitaal Leermateriaal.
19
Verbonden met ict is een aanvullend gefinancierd programma.
Pagina 39
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.4 Strategie & Innovatie Bij de integratie van onderwijs en ict wordt de optimale oplossing vaak gevonden in samenhang met de onderwijsinstellingen en de relevante publieke – en marktpartijen in de omgeving. Coördinatie hierbij is cruciaal. Als iedereen vanuit dezelfde overtuiging en eigen sterkten werkt, wordt meerwaarde gecreëerd. Elke organisatie dient zich bewust te zijn van de eigen rol en positie binnen het geheel. Het gaat om het juist verbinden van organisaties op basis van de karakteristieken van het thema. Eenzelfde samenhang dient gevonden te worden op politiek/bestuurlijk vlak. De beleidsmatige en strategische kennisontwikkeling geeft invulling aan de verbinding tussen inhoudelijke thema‟s en ict in het onderwijs. Deze thema‟s worden vervolgens verkend, geagendeerd en indien daartoe aanleiding is verder uitgewerkt. De opbrengst wordt overgedragen aan de eigen organisatie ten behoeve van verdere uitwerking naar activiteiten of aan de relevante stakeholders als bijvoorbeeld het ministerie OCW, een sectororganisatie of strategische partner. Daarnaast is het belangrijk om de experimentele ruimte te blijven benutten. Het verbinden van innovatieve toepassingen aan onderwijsmogelijkheden om de relevantie, haalbaarheid en toepasbaarheid te ervaren, levert het fundament voor de toekomst. Door het tonen en uitdragen van dergelijke innovaties wordt het onderwijsveld geïnspireerd en uitgedaagd om te handelen. Tenslotte is het belangrijk Kennisnet op een juiste wijze te positioneren in de omgeving. In het krachtenveld waarin Kennisnet opereert is een groot aantal organisaties actief. Het is van belang dat de positie van Kennisnet ten opzichte van deze organisaties helder is, zowel nationaal als internationaal. Ambitie en aanpak De afdeling Strategie & Innovatie zorgt voor deze benodigde verbindingen tussen: strategische en innovatieve ontwikkelingen in de maatschappij, het onderwijs en ict en het bewaken van standaarden hierbij. beleidsprioriteiten van de overheid en de inzet van ict in het onderwijs. partners en Kennisnet. Daarnaast verbindt ze de afdelingen binnen Kennisnet door haar rol als interne procesbegeleider, het directiesecretariaat en is ze verantwoordelijk voor het transparant maken van het strategisch kader van Kennisnet. Bij het uitwerken van nieuwe ideeën en concepten is de afdeling nauw betrokken. Deze kunnen worden aangedragen door strategische partners, overheid, strategie, innovatie, sectoren en anderen. De activiteiten worden daarbij verschillend ingevuld. Dienend naar andere delen binnen en buiten de organisatie of leidend. Zo is de afdeling bij de ontwikkeling en implementatie betrokken als: het de breedte van de Kennisnet doelgroepen betreft en er (nog) geen sectorteam is waar het kan worden belegd. het te maken heeft met de strategische partners en relaties die nog in ontwikkeling zijn. het gaat om innovatieve trajecten die vanuit innovatie zijn gestart. Bij de uitrol naar de onderwijsinstellingen in de verschillende sectoren is de afdeling Strategie & Innovatie nooit betrokken. Dit is aan de sectorteams van Kennisnet. Pagina 40
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Activiteiten Professionalisering bij Strategie & Innovatie Aanleiding Het aanbod van professionaliseringinstrumenten is op dit moment versnipperd. Mede ook door de veelheid aan initiatieven en organisaties. Dit maakt het voor docenten en leidinggevenden niet eenvoudig om relevant aanbod te vinden. Door het verbeteren van de samenhang wordt effectiviteit van het aanbod versterkt. Hierbij wordt met name gedoeld op het aangaan van samenwerking met andere organisaties en het (actief) zoeken naar initiatieven om in samenhang te ontsluiten. Het thema Mediawijsheid heeft hierbij een prominente plaats. Doelstelling In 2009 verbetert Kennisnet de samenhang en transparantie in het ontsloten en aangeboden aanbod van professionaliseringsinstrumenten. Hierdoor wordt de effectiviteit van de verschillende initiatieven groter en kunnen docenten makkelijker kiezen. Doelgroep
Indicatoren
organisaties die zich
mate waarin initiatieven gericht op mediawijsheid in het onderwijs
bezig houden met
worden ontsloten via het expertisecentrum en de bijbehorende online
professionalisering
omgeving.
en/of mediawijsheid
mate waarin organisaties aanbod ontsluiten via Leraar 24. mate waarin organisaties willen samenwerken met Kennisnet op het gebied van professionalisering.
Middel Begrijpen
Invulling Uitvoeren van een inventarisatie om beter inzicht te krijgen in het exacte aantal en de structuur van de organisaties dat samenwerkt. Verkennen van de mogelijkheden van nieuwe vormen van professionalisering.
Ondersteunen
Ondersteunen van relevante initiatieven vanuit het netwerk Mediawijsheid gericht op de onderwijsdoelgroep.
Verbinden
Samenwerken met SBL, Teleac/NOT en Ruud de Moor centrum om tot multimediaal professionaliseringskanaal Leraar 24 te komen. De eerste presentatie is op de NOT 2009. In het schooljaar 2009/2010 vindt er een verdere uitrol plaats. Samenwerken met NIBG, NPO, VOB en ECP.nl om het netwerk Expertisecentrum mediawijsheid verder vorm te geven. Samenwerken met publieke en marktpartijen en bijvoorbeeld het Innovatieplatform om tot nieuwe mogelijkheden te komen zoals bijvoorbeeld Summerschool van IBM.
Pagina 41
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Organisatie bij Strategie & Innovatie (beleidsinitiatieven) Aanleiding Er zijn steeds meer vraagstukken die vanuit het ministerie van OCW en de sectororganisaties op de (beleids)agenda komen en die niet meer op te lossen zijn zonder een slimme inzet van ict. Vanuit de expertise die Kennisnet heeft, kan een bijdrage worden geleverd aan het formuleren van beleid en om nieuwe initiatieven vanuit deze organisaties te ondersteunen. Daarbij valt te denken aan vraagstukken als het lerarentekort, lesuitval, taal & rekenen en het prikkelen van cognitief talent. Doelstelling In 2009 is de rol van Kennisnet bij het formuleren van beleid en bij het ondersteunen van nieuwe initiatieven versterkt. Doelgroep
Indicatoren
ministerie van OCW
mate waarin het ministerie van OCW (en anderen) de rol van Kennisnet
sectororganisaties
herkennen en erkennen. mate waarin binnen beleidsinitiatieven de gegeven input terug te zien is.
Middel Begrijpen
Invulling Onderzoeken van de effectiviteit van het gebruik van ict binnen deze doelstelling. Faciliteren van experimenten die op kleine schaal kunnen laten zien wat er mogelijk is en het uitdragen en transparant maken van de resultaten.
Uitdragen
Voeden van het ministerie van OCW en andere organisaties met expertise.
Verbinden
Samenbrengen van organisaties om tot gezamenlijke concepten te komen.
Pagina 42
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Organisatie bij Strategie & Innovatie (standaarden) Aanleiding De afgelopen jaren zijn er in het onderwijs afspraken gemaakt over het uitwisselen van gegevens van de leerling, zowel met andere onderwijsinstellingen als met het bedrijfsleven. Het volgen van de lerende in de instelling en zijn verdere loopbaan blijft echter sterk in beweging. Daarnaast is het niet helder op welke wijze de voortgang van de leerling in een competentie vastgelegd en gedeeld dient te worden. Sterker nog, het uitwisselen van kerngegevens van leerlingen tussen applicaties binnen (en buiten) de instelling is nog een groot probleem. Voor onderwijsinstellingen en de strategische partners van Kennisnet is er op dit gebied grote behoefte aan meer duidelijkheid en inzicht op welke wijze open standaarden helpen aan het oplossen van knelpunten. Doelstelling In 2009 verheldert Kennisnet de rol die open standaarden kunnen spelen bij het transparant maken van de voortgang van de lerende. Doelgroep
Indicatoren
strategische partners als de PO-, VO- en
mate waarin strategische partners zijn betrokken.
MBO-raad, SURF Foundation, ELD, SLO, Cito,
mate waarin strategische partners de rol van
EVC, MBO2010, IB-groep en Cfi.
Kennisnet waarderen.
Middel Begrijpen
Invulling Onderzoek naar een methodiek waarmee partijen andere competentie structuren kunnen vertalen in hun eigen competentiestructuur en daarmee inschattingen kunnen maken van kosten en opbrengsten.
Uitdragen
In bijeenkomsten met strategische partners tonen wat standaarden kunnen betekenen bij het streven om de voortgang van lerenden vast te leggen en te delen. Verspreiden van een whitepaper over het koppelen van leeromgevingen, leerlingvolg-, toets- en observatiesystemen binnen het primair- en voortgezet onderwijs.
Ondersteunen
Ontwikkelen van een afspraak in het middelbaar beroepsonderwijs over de uitwisseling van kerngegevens van deelnemers tussen applicaties.
Verbinden
Verbinden van IB-groep, Cfi, ELD, NEN, Cito en SURF Foundation op het gebied van standaarden voor het uitwisselen van (voortgangs)gegevens rond leerlingen.
Pagina 43
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Leermateriaal bij Strategie & Innovatie (audiovisueel materiaal) Aanleiding Er is een behoefte aan kwalitatief hoogwaardig en laagdrempelig toegankelijk audiovisueel materiaal in het onderwijs. Daarbij is de bereidheid te betalen voor bronnenmateriaal gering, omdat het nog onvoldoende is ingebed in regulier onderwijs en het teveel als iets extra‟s wordt gezien. Aan de aanbodzijde is sprake van het digitaliseren van een veelheid aan audiovisueel materiaal voor het onderwijs, bijvoorbeeld binnen het project Beelden voor de Toekomst, maar ook vanuit de Canon van Nederland en de SchoolTV-beeldbank. Tevens is het van belang dat (gecontextualiseerd) materiaal op een eenduidige manier wordt ontsloten waarbij er zo effectief mogelijk gebruik kan worden gemaakt van de Kennisnet platformdiensten. Doelstelling In 2009 stimuleert Kennisnet de ontsluiting van audiovisueel leermateriaal in het onderwijs. Doelgroep
Indicatoren
consortium Beelden
mate waarin bronnenleveranciers collecties ontsluiten via
voor de Toekomst
platformdiensten.
leveranciers van
mate waarin dienstenleveranciers gebruik maken van het platform.
content en diensten Middel Begrijpen
Invulling Onderzoeken of gebruik maken van bestaand onderzoek naar het gebruik en de effecten van audiovisueel materiaal in het onderwijs. In samenhang met sectoren wordt bezien op welke manieren effectief en efficiënt gebruik van audiovisueel materiaal kan worden gefaciliteerd.
Uitdragen
Overtuigen van andere aanbieders (content- en diensten) van het belang van het aansluiten bij de platformdiensten ten bate van content- en dienstenleveranciers.
Ondersteunen
Ondersteunen van bronnen- en dienstenleveranciers bij het leggen van koppelingen en verbindingen met het onderwijs bijvoorbeeld door de inzet van Kennisnet diensten als Edurep, Entree en het Videoplatform.
Verbinden
Maken van afspraken met Beelden voor de Toekomst en andere relevante organisaties over de wijze van het gebruik. Bevorderen van het gebruik van standaarden.
Pagina 44
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Leermateriaal bij Strategie & Innovatie (standaarden) Aanleiding Om digitaal leermateriaal te kunnen vinden, vergelijken en gebruiken in het onderwijs is het gebruik van open standaarden noodzakelijk. Zonder deze standaarden zal iedere ontwikkelaar zijn leermateriaal op een eigen wijze beschrijven en kunnen docenten op basis van deze kenmerken niet beoordelen of dit digitaal leermateriaal bruikbaar is in de les. Open standaarden, zoals vastgelegd bij Edustandaard, zorgen er voor dat het digitaal leermateriaal in elke elektronische leeromgeving goed afspeelbaar is en op de juiste wijze interacteert met de leerling. De afgelopen jaren stonden in het tekenen van het ontwikkelen van afspraken over deze open standaarden. Nu dienen deze standaarden ook door alle organisaties en samenwerkingsverbanden die op professionele wijze leermateriaal maken te worden geïmplementeerd. Doelstelling In 2009 stimuleert Kennisnet het publiceren van digitaal leermateriaal op basis van open standaarden door (professionele) ontwikkelaars in het primair -, voortgezet – en middelbaar beroepsonderwijs. Doelgroep
Indicatoren
content-
mate waarin organisaties op professionele wijze digitaal leermateriaal
ontwikkelaars
publiceren. mate waarin deze organisaties dit leermateriaal volgens open standaarden publiceren.
Middel Begrijpen
Invulling In kaart brengen van de knelpunten die organisaties ervaren bij het implementeren van deze open standaarden, het zoeken van oplossingen voor deze knelpunten en het uitdragen van deze oplossingen.
Uitdragen
Overtuigen van de ontwikkelaars om de open standaarden te implementeren door relatiemanagement, conferenties als EduExchange en door samenwerking. Uitdragen van nut en noodzaak van standaarden, onder andere door het laten zien van de voordelen die het biedt in Kennisnet diensten als Entree en Edurep.
Ondersteunen
Ondersteunen door de standaardisatie experts in de vorm van advies, het (automatisch) op standaarden valideren van het digitaal leermateriaal en het inrichten van een vocabulaire bank. Begeleiden van het proces om samen met onderwijsinstellingen, ontwikkelaars, softwareleveranciers te komen tot een afspraak over het uitwisselen van gebruiksgegevens van deze gebruiksgegevens uitwisseling. Wat heeft de leerling gedaan met welke content en wanneer?
Verbinden
Opzetten van testdagen met onderwijsinstellingen en leveranciers waarin gebruikers aantonen welke content van welke ontwikkelaar voldoet aan de open standaarden en waarvan de bevindingen breed gepubliceerd worden. Samenwerken en in contact blijven met beheerorganisaties van standaarden en vocabulaires.
Pagina 45
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Positionering – Kennisnet als partner voor ict en onderwijs Aanleiding Naast de drie programmalijnen is het voor de afdeling Strategie & Innovatie van belang dat Kennisnet goed gepositioneerd is in de omgeving. Voor instellingen (en anderen) is het niet altijd duidelijk hoe de verschillende organisaties die actief zijn op de onderwijsmarkt zich tot elkaar verhouden. Daarnaast ontstaan er soms witte vlekken of worden zaken juist op meerdere plekken gedaan. Het is van belang dat de positie van Kennisnet ten opzichte van partners (zoals SURF, SURFnet, Teleac/NOT, NIBG), sectororganisaties, het ministerie van OCW en de politiek helder is. Doelstelling In 2009 heeft Kennisnet haar positie als vanzelfsprekende, onafhankelijke en deskundige partner op het gebied van ict en onderwijs bij de relevante partners, sectororganisaties, ministerie van OCW en bij de politiek versterkt. Doelgroep
Indicatoren
overheid
mate waarin strategische partners de rol en bijdrage van Kennisnet
(internationale)
waarderen.
strategische partners pers Middel Uitdragen
Invulling Public affairs en (re)presentatie: o communicatie richting stakeholders verbeteren. o slimme inzet van eigen mensen/boegbeelden van Kennisnet in bijvoorbeeld jury‟s en stuurgroepen. Corporate communicatie en conferentiebeleid: o participatie aan relevante conferenties en organiseren van EduExchange en EduSpirit. o Finetuning van de positioneringcampagne(s), meer uitgesplitst op doelgroepen om nog beter de onderwijsinstelling te bereiken. o opzetten van een eigen conferentie (wellicht de Kennisnet onderwijsdagen). Beter inzetten van de marketinginstrumenten om Kennisnet te positioneren.
Verbinden
Zoeken van relevante samenwerkingsvormen en organisaties en hier duidelijke afspraken over maken met strategische partners. Nationaal en internationaal verbinden om zodoende de positionering te versterken als expert, dienstverlener en innovator.
Pagina 46
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Innovatie Innovatie wordt gezien als een vernieuwing in het leren of in het organiseren van dat leren. Technologie kan leiden tot deze vernieuwing, maar is niet het startpunt. Het begint bij de vraag hoe docenten en instellingen de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het onderwijs kunnen verhogen en hoe nieuwe technologieën hierbij kunnen helpen. Uiteindelijk gaat het de komende jaren om de innovatiekracht van het onderwijs te vergroten door het zoeken naar toepassingen van (nieuwe) technologieën. Niet alleen door te zorgen voor meer ideeën die zouden kunnen leiden tot innovatie met meerwaarde voor de leerling, docent en instelling, maar ook om meer van deze ideeën om te zetten in werkelijkheid. Innovatie heeft overigens een speciale relatie met de programmalijnen. Aan de ene kant worden binnen elke programmalijn innovatieve activiteiten ontplooid. De scope van innovatie is echter breder. Innovatie draagt er in belangrijke mate aan bij dat Kennisnet ook in de toekomst adequaat is toegerust om het onderwijs op maat te bedienen. Het is goed mogelijk dat deze behoeften buiten de drie programmalijnen liggen. De meerjarendoelstelling voor ict in het onderwijs is: Onderwijsinstellingen beschikken over nieuwe vormen van leren en het organiseren van dat leren door inzet van (nieuwe) technologieën. Het aanvullend gefinancierde Surfnet/Kennisnet Innovatieprogramma is een belangrijke peiler bij de realisatie van deze doelstelling. Het programma draagt bij aan het creëren van de leeromgeving van de toekomst. Het onderzoekt nieuwe technologieën op potentie voor het onderwijs, zoekt naar innovatieve toepassingen van deze technologieën om vraagstukken in het onderwijs op te lossen, ontwikkelt samen met voorlopers onder de onderwijsinstellingen kennis en ervaring over de inzet van deze technologieën en zorgt voor een brede verspreiding hiervan in het onderwijs met kennisproducten, workshops en diensten. Door de samenwerking tussen SURFnet, Kennisnet en onderwijsinstellingen ontstaat een kruisbestuiving van ict-toepassingen die anders niet of in mindere mate plaatsvindt.
Pagina 47
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Strategie & Innovatie als Open research lab Aanleiding In het open research lab voor onderwijsinnovatie gaat Kennisnet samen met onderwijsinstellingen, strategische partners en andere labs op zoek naar nieuwe vormen van leren en het organiseren van dat leren. Doelstelling In 2009 genereert Kennisnet ideeën en zet deze om in heldere, overdraagbare concepten. Deze concepten kunnen vervolgens worden uitgevoerd door een marktpartij, strategische partner en/of Kennisnet zelf en worden daarmee in 2010 beschikbaar voor een groot aantal onderwijsinstellingen. Doelgroep
Indicatoren
marktpartijen
mate waarin initiatieven in elk van de stappen in de innovatietrechter
onderwijsinstellingen
zijn gestart.
strategische partners Middel Begrijpen
Invulling Organiseren van de Kamer van Morgen waarin visionairs een nieuwe technologie vertalen naar mogelijke toepassingen in de onderwijspraktijk.
Uitdragen
Gebruik maken van het open, interactief en multimediaal portaal over innovatie. Participeren in en organiseren van relevante conferenties. Uitgeven van een (jaarlijks) trendrapport voor onderwijsmanagers in samenwerking met bijvoorbeeld TNO en SURF Foundation.
Ondersteunen
Uitvoeren van verkenningen en experimenten binnen het SURFnet-Kennisnet Innovatieprogramma en het uitvoeren van innovatie projecten.
Verbinden
Uitbouwen en benutten van het Innoveertig netwerk met innovators uit onderwijsinstellingen om te komen tot nieuwe ideeën en concepten. Via netwerkbijeenkomsten onderwijsinstellingen, leveranciers en innovators verbinden rond specifieke thema‟s en technologieën. Afstemming en samenwerking met andere onderwijslabs als Creative Learning Lab van Waag Society en het Medialab van Celstec.
Pagina 48
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Strategie & Innovatie als Incubator Aanleiding Een onderwijsinstelling die een vernieuwend en vaak ook risicovol idee heeft en dat wil gaan uitvoeren heeft hier vaak extra ondersteuning bij nodig. Extra geld is meestal niet het belangrijkste. Vaak is men op zoek naar deskundigheid, professionele ondersteuning in project- en verandermanagement en begrip van en toegang tot toepasbare, nieuwe technologie. Doelstelling In 2009 ondersteunt Kennisnet onderwijsinstellingen bij hun realisatie van innovatie en maakt deze innovatie zichtbaar en bruikbaar binnen de gehele sector. Doelgroep
Indicatoren
onderwijsinstellingen
mate waarin deelnemers deelnemen in innovatieve regelingen.
(voorlopers)
mate waarin deelnemers zijn geholpen aan de onderwijs Dragons Den. mate waarin deze deelnemers de rol en bijdrage van Kennisnet waarderen.
Middel Begrijpen
Invulling Inrichten van een innovatieraad waar autoriteiten in innovatie in het onderwijs en/of technologie zitting hebben en advies geven het innovatiebeleid van Kennisnet. Uitvoeren van technologiescouting in het SURFnet-Kennisnet programma.
Uitdragen
Gebruik maken van het ambassadeursprogramma als kanaal.
Ondersteunen
Uitvoeren van een open regeling in de vorm van kleine stimuleringsbedragen voor een beperkt aantal innovatieve, risicovolle voorstellen op basis van advies van de innovatieraad.
Verbinden
Via een Dragons Den voor het onderwijs markt- en semipublieke organisaties verbinden om met deskundigheid (aantal mandagen), infrastructuur of geld te investeren in een vernieuwend voorstel van een onderwijsinstelling.
Pagina 49
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.5 Onderzoek Kennisnet heeft de ambitie voor het onderwijs uit te groeien tot een (inter)nationaal erkend kennis- en expertisecentrum in de verbinding van onderwijs en ict. De afdeling onderzoek draagt hieraan bij door diepgaand en specialistisch onderzoek uit te (laten) voeren naar het gebruik van ict in het onderwijs. De activiteiten van de afdeling omvatten: 1. Monitoring 2. Rendementsonderzoek 3. Verkenningen 4. Valorisatie De positionering van deze activiteiten is gevisualiseerd in de onderstaande figuur. Het laat zien dat monitoring, rendementsonderzoek en verkenningen de kernactiviteiten zijn van de afdeling. Deze drie activiteiten hebben met elkaar gemeen dat ze gericht zijn op kennisontwikkeling. Het gaat telkens om productie van kennis die helpt bij het maken van evidence based keuzes voor de inzet van ict. Hoewel elk van de onderzoeksactiviteiten gericht is op kennisontwikkeling zijn er ook duidelijke verschillen. Deze verschillen komen tot uitdrukking in de opzet en organisatie van het onderzoek.
Monitoring Monitoring richt zich op het in kaart brengen van de stand van zaken in de randvoorwaarden en het gebruik van ict in het onderwijs. Binnen het domein van monitoring vinden drie deelactiviteiten plaats: Vier in Balans Monitor De Vier in Balans Monitor verschijnt jaarlijks en presenteert een actueel overzicht van het gebruik van ict in het onderwijs en de randvoorwaarden die daarop van invloed zijn. Deze publicatie is hoofdzakelijk gebaseerd op gegevens die verzameld zijn onder regie van Kennisnet. Daarnaast wordt geput uit andere (inter)nationale bronnen die voldoen aan eisen van kwaliteit en bijdragen aan actueel inzicht over het gebruik en de opbrengsten van ict in het onderwijs. De monitor wordt verspreid onder nationale en internationale relaties. Pagina 50
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Benchmarking Een specifieke toepassing van monitoring is benchmarking. In een benchmark wordt niet alleen de actuele stand van zaken in kaart gebracht, maar wordt een vergelijking toegevoegd met een referentiegroep. Veelal betreft het een vergelijking tussen een individuele onderwijsinstelling en de landelijke situatie. Een voorbeeld van een benchmark is Didactiek in Balans. Elke deelnemende instelling heeft een rapportage met een vergelijking tussen de schoolsituatie en het landelijk gemiddelde ontvangen. In 2009 zal dit benchmarkonderzoek opnieuw worden uitgevoerd. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de sectorteams van Kennisnet. Waar relevant wordt in internationaal verband samengewerkt aan betrouwbare vergelijkingen op het gebied van ict in het onderwijs zodat inzicht ontstaat in de Nederlandse situatie ten opzichte van andere landen. Kwaliteitsborging Een derde deelgebied van monitoring is het in kaart brengen van de bekendheid, het gebruik en de waardering in het onderwijsveld van het dienstenportfolio van Kennisnet. Het gaat kortweg om klanttevredenheid. Het doel is kwaliteitsborging en vroegtijdig signaleren van aanknopingspunten voor verbetering van de ondersteuning die Kennisnet biedt aan het onderwijsveld. Voor dit doel wordt gebruik gemaakt van zowel kwantitatief als verdiepend kwalitatief onderzoek. Deze combinatie biedt betrouwbaar inzicht in doelbereik, doelmatigheid en doeltreffendheid van de activiteiten uit het jaarplan. Gegevens uit deze onderzoeken vormen de basis voor de kwaliteitsindex. Deze index is een indicator voor het functioneren van Kennisnet. Het biedt inzicht in de toegevoegde waarde die Kennisnet levert aan het onderwijsveld. De kwaliteitsindex is daarmee een instrument voor zowel externe verantwoording als interne kwaliteitsborging. Nadere informatie over de opzet van de kwaliteitsindex is te vinden in bijlage B. Rendementsonderzoek Kenmerkend voor het rendementsonderzoek van Kennisnet is dat de vraagstelling afkomstig is uit de onderwijspraktijk en betrekking heeft op ict-toepassingen die zich in de praktijk aandienen. Het onderzoek dient te gaan over toepassingen van ict waarvan onderwijsprofessionals graag willen weten wat precies de opbrengsten zijn en heeft tot doel het verkrijgen van dieper inzicht in wat werkt met ict. Speerpunten zijn uitbreiding van kennis over opbrengsten van ict voor leren en inzicht bieden in de randvoorwaarden waaronder ict het meest effectief en efficiënt kan worden ingezet. Deze opbrengsten van ict kunnen op verschillende manieren worden gemeten. Een eerste benaderingswijze is het systematisch verzamelen van opvattingen van professionals over opbrengsten van ict-toepassingen. Naast deze meer kwalitatief georiënteerde invalshoek zijn opbrengsten van ict ook te meten met quasi experimentele onderzoeksdesigns. Beide benaderingswijzen zijn complementair. De uitvoering van beide typen onderzoek vindt onder programmatische regie plaats binnen de kaders van de stimuleringsregeling Kennis van waarde maken. Deze regeling biedt onderzoeks- en onderwijsinstellingen de gelegenheid voorstellen in te dienen voor onderzoek naar opbrengsten van ict in het onderwijs.
Pagina 51
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Verkenningen Verkenningen zijn er op gericht vanuit de expertrol van Kennisnet te (laten) exploreren of hiaten in de beschikbare kennis voor effectief en efficiënt gebruik van ict opgevuld kunnen worden. Het gaat om voorwerk voor het opvullen van deze gaten over wat werkt met ict die vooralsnog niet vanzelf door andere organisaties worden gedicht. Voor 2009 is bijvoorbeeld een verkennend onderzoek naar de meetbaarheid van mediawijsheid gepland. Hoewel het thema mediawijsheid actueel is, komt onderzoek op dit vlak nog nauwelijks van de grond. Er is behoefte aan nadere definitie en instrumentarium voor het meten van ict-informatievaardigheden bij leerlingen (zoeken, selecteren, interpreteren, reflecteren en verwerken van informatie). Dit geldt ook voor het bredere domein van mediawijsheid en de daarmee samenhangende competenties zoals kennis, houding en bewustzijn. Mogelijkheden voor ontwikkeling en gebruik van valide meetinstrumenten worden in samenspraak met relevante organisaties verkend. Valorisatie Om te voorkomen dat er steeds meer kennis over het onderwijs wordt uitgestrooid, zonder dat die kennis wordt benut, is valorisatie onontbeerlijk. Het begrip duidt de activiteiten die noodzakelijk zijn om de geproduceerde resultaten en kennis uit monitoring, rendementsonderzoek en verkenningen niet alleen te verspreiden, maar ook rendabel te maken voor de onderwijspraktijk in de vorm van praktische bruikbare inzichten en handreikingen. De vertaling en verspreiding hiervan is een activiteit waarbij de afdelingen onderzoek, communicatie en de sectorteams nauw met elkaar samenwerken. Onderzoek draagt bouwstenen aan die door de sectoren worden ingebed in het ondersteuningsarrangement aan instellingen. Voorbeelden van deze bouwstenen zijn publicaties in de Kennisnet Onderzoeksreeks en de transformatie van onderzoeksbevindingen in tools. Dergelijke tools helpen onderwijsinstellingen de eigen situatie in kaart te brengen, een breed gedragen visie te ontwikkelen en de vraag aan ondersteuningsbehoeften beter te specificeren. Daarnaast worden resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van ict voor leren in het onderwijs samengebracht in een database, die doorzocht kan worden. Met actuele onderzoeksberichten en een rijke collectie van onderzoeksrapporten biedt deze voorziening een betrouwbare kennisbron voor eenieder die wil weten wat in het onderwijs werkt met ict. Verder zullen 2009 in overleg met andere organisaties de mogelijkheden worden onderzocht voor realisatie van een onderzoeksportal binnen Kennisnet die, in een breder perspectief dan enkel ictgebruik, toegang verschaft tot alle resultaten van onderzoek die met een zekere mate van hardheid inzicht geven in wat werkt in het onderwijs. Tot slot organiseert Kennisnet in juni 2009 samen met haar zusterorganisaties uit Engeland (Becta) en de Verenigde Staten (ISTE) de internationale ICT in Education Summit, neemt het deel aan een internationaal vergelijkend onderzoek naar het gebruik van ict door jongeren (Student voices) en participeert het in een studie van European Schoolnet naar de opbrengsten van ict voor het leren (Steps).
Pagina 52
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.6 Communicatie In de afdeling Communicatie krijgt het leggen van (interne) verbindingen door de afzonderlijke communicatieadviseurs ook in 2009 een hoge prioriteit. Communicatie richt zich hierbij op het nauwkeurig in beeld brengen van de doelgroepen. Dat is terug te zien in de publieksversies van plannen en beleidsstukken, aan de voortzetting en uitbouw van de brochurereeks van de afdeling Onderzoek en aan de meer op maat gesneden inDruk voor het primair - , voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Ook de nog sterkere profilering van de corporate communicatie krijgt aandacht. Nadat Kennisnet zich middels de Positioneringcampagne 2008 via massamedia als radio en vak- en dagbladen op grote delen van de doelgroepen richtte, staat 2009 in het teken van finetuning. Meer dan voorheen zullen uitgesplitste delen van doelgroepen gezocht worden, om op deze wijze nog beter en pasklaar de onderwijsinstelling te bereiken. De afdeling Communicatie gaat verder met het ontplooien van initiatieven die aansluiten bij de in dit plan gepresenteerde positionering. Heeft Kennisnet eind 2007 voor het eerst geparticipeerd als partner bij Cleverland, droeg het in maart 2008 voor het eerst bij aan het Ict Platform Onderwijs Nederland (IPON), op dit moment wordt onderzocht of en zo ja, wanneer uitvoering geven kan worden aan de mogelijkheid van een eigen conferentie. Dit event zou Kennisnet kunnen gebruiken haar inhoudelijke gezicht zo breed mogelijk aan de diverse doelgroepen te tonen. Tot slot zal Kennisnet zich eind januari 2009 presenteren op de tweejaarlijkse NOT.
4.7 Customer Services & Marketing De afdeling Customer Services levert een belangrijke bijdrage in het ontwikkelen en onderhouden van de relatie met de klantgroepen van Kennisnet. De afdeling streeft een hoge mate van klanttevredenheid na op kennis en gedrag en handelt proactief. Zo zet het samen met de sectorteams bijeenkomsten op en verzorgt het gerichte belacties om een bepaald initiatief over het voetlicht te brengen. In het meerjarig kader is gesproken over Kennisnet als de relatiegerichte organisatie. In de uitvoering vertaalt Kennisnet dit in „click-call-face‟. Dit betekent dat met name onderwijsinstellingen via de webselfservice portal van Kennisnet informatie en kennis kunnen vergaren (click), kunnen bellen met 0800-KENNISNET (call) en kunnen worden bezocht door de relatiemanagers van Kennisnet (face). Customer Services is hierbij verantwoordelijk voor het eerstelijns contact met de gebruiker, met name de onderwijsinstelling. Ze zorgt er samen met de verantwoordelijken voor dat de informatie op webselfservice portal volledig, tijdig en in samenhang is om de klantrelatie ook via deze digitale weg te optimaliseren. Daarnaast is ze verantwoordelijk voor de klantcontacten die via mail of telefonisch binnenkomen. Op het moment dat er contact met een klant is, is het belangrijk dat de medewerkers snappen wat het belang van dit contact is. Wie is deze klant, wat is zijn behoefte en hoe kan ik dit koppelen aan passende dienstverlening van Kennisnet of één van haar partners? Marketing op haar beurt zorgt er mede voor dat de activiteiten van Kennisnet precies aansluiten bij de behoeften van de gebruikers. Ze zorgt ervoor dat de overige afdelingen van Kennisnet over de juiste informatie beschikken om op deze manier de juiste beslissingen te nemen. Denk hierbij aan informatie uit de statistiekentool, het CRM, uit gebruikersonderzoek en de analyses die de Web Self Service portal genereert. De afdeling ondersteunt tevens bij het juist inzetten van de activiteiten van de afdelingen Pagina 53
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
binnen het marketingproces en draagt hierdoor bij aan effectieve marketingcommunicatie. In 2009 houdt ze zich specifiek bezig met het vertalen van de strategie naar de organisatie en het omzetten naar actie. Daarnaast neemt ze deel in de verdere segmentatie naar typen onderwijsinstellingen.
4.8 Projecten De afdeling Projecten heeft als taak uitvoering te geven aan projecten die de realisatie van de doelstellingen van de organisatie ondersteunen. Op deze manier wordt bereikt dat: unieke opgaven kunnen rekenen op een professionele en projectmatige uitvoering. helder beschreven doelen en resultaten het uitgangspunt zijn. veel aandacht uitgaat naar samenwerking en draagvlak binnen en buiten de organisatie. heldere communicatie naar externe en interne opdrachtgevers en stakeholders een basisvereiste is. De projecten zijn zeer divers van aard en ondersteunen de diverse rollen. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd zijn: uitbreiding van het product Entree, Samen Deskundiger programma‟s en het opzetten van de Marktplaats MBO2010. Ook worden aanvullend gefinancierde programma‟s uitgevoerd zoals Leraar 24 en Stimulering gebruik digitaal leermateriaal. faciliteren van standaardisatieprocessen rond digitaal toetsen, gegevensuitwisseling en metadata toepassingsprofielen voor het speciaal onderwijs. uitvoering van het SURFnet/Kennisnet innovatieprogramma met thema‟s als mobiele toepassingen, online samenwerking en innovatieve concepten om het gebruik van digitaal leermateriaal te bevorderen.
4.9 Diensten Bij de afdeling Diensten is het dienstenportfolio van Kennisnet belegd. De belangrijkste taak is dat het portfolio blijft aansluiten bij de behoeften van onderwijsinstellingen én bij de fase van de afzonderlijke diensten in de productlevenscyclus. Voor diensten op het eind van de levenscyclus betekent dit dat er op tijd moet worden nagedacht over afbouwscenario‟s. Daarnaast is het belangrijk om continu te blijven analyseren of er sprake is van marktverstoring en/of een publieke legitimatie voor handelen. In paragraaf 3.5 is hier bij de verduidelijking van de rol van dienstverlener uitvoerig bij stilgestaan. Specifiek kijkend naar 2009 gaat de afdeling Diensten haar platformdiensten verder doorontwikkelen en aanbieden. Het betreft hier met name Video, Zoeken & Vinden en Authenticatie. Bij de eindgebruikertoepassingen als Wedstrijden, Portals en Websitemaker gaat de afdeling Diensten maximaal inzetten op de didactische toepasbaarheid en op het genereren van meerwaarde in de lessituatie. De activiteiten binnen Advies en Ondersteuning richten zich voornamelijk op het ambassadeursprogramma zoals dat in dit plan is gepresenteerd door de verschillende sectorteams. Tot slot levert Diensten de gevraagde expertise voor zover het binnen reikwijdte van het dienstenportfolio valt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het adviseren van onderwijsinstellingen in het creëren van meerwaarde met behulp van videodiensten.
Pagina 54
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.10 Techniek De afdeling Techniek is verantwoordelijk voor het verzorgen van een stabiele en toekomstvaste basis waar de diverse Kennisnet diensten op gebouwd zijn. In 2007 is besloten om deze diensten vooral te bouwen op basis van platforms. Deze platforms zijn de degelijke bouwstenen waarmee verder gebouwd wordt. De eerste voordelen van deze benadering zijn inmiddels duidelijk geworden met het gereedkomen van het video platform. In veel hoger tempo dan voorheen zijn initiatieven rondom video omgezet in betrouwbaar werkende diensten. Deze platformbenadering wordt in 2009 doorgezet om zo, met behoud van kwaliteit, snel in te kunnen spelen op de behoeften van het onderwijs. De inzet van de afdeling Techniek zal voor 2009 vooral liggen op het vlak van ontsluiten en delen van digitale leermiddelen. Videocontent speelt hierbij een belangrijke rol. Het nieuw gebouwde videoplatform en Entree bewijzen hier hun waarde in. De platforms worden daarbij ook ingezet in samenwerking met andere publieke organisaties. In deze samenwerking verzorgt Kennisnet de rol van technische partner. Deze rol bestaat deels uit het aanbieden van kant en klare bouwbokken en deels uit het aanbieden van expertise. Kennisnet heeft met Edurep een uniek instrument om heel diverse digitale collecties centraal doorzoekbaar te maken. Edurep speelt daarom een belangrijke rol in het ontsluiten van diverse collecties met digitale leermiddelen. Door de grote diversiteit van de collecties wordt bij het aansluiten op Edurep een groot beroep gedaan op expertise en creativiteit van de afdeling Techniek. Om de toekomstvastheid van onze dienstverlening veilig te stellen zal in 2009 het netwerk van het Platform voor Content en Diensten worden vernieuwd. Daarmee is Kennisnet klaar voor de toenemende eisen, die vooral door de verwachte toename van videogebruik, aan ons netwerk gesteld worden.
4.11 Bedrijfsvoering & Control In 2009 zal Bedrijfsvoering & Control de organisatie blijven faciliteren op het gebied van personeel, organisatie, financieel, juridisch, inkooptechnisch en facilitaire zaken. Vanuit de controllerfunctie zullen de relevante bedrijfseconomische-, aanbestedingsrechterlijke- en control technische kaders worden bewaakt en worden de overige afdelingen van Kennisnet van feedback voorzien op gebied van management informatie. Meer specifiek gaat inkoop- en contractmanagement zich bezig houden met het leiden van de aanbestedingen voor (opnieuw) aan te besteden diensten. Op het vlak van personeel en organisatie zal de afdeling het managent en directie blijven ondersteunen in de realisatie van voorgestelde kwaliteitsimpulsen en daarmee samenhangende veranderingsprocessen. Het komend jaar zal de afdeling op het gebied van financiële informatiestromen een extra inspanning leveren ter ondersteuning van de projecten administratie en het visualiseren van primaire administratieve processen. Daarnaast zal facilitaire zaken zorg dragen voor een optimaal arbeidsklimaat en werkplek welke past bij de ambities van haar medewerkers.
Pagina 55
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
4.12 Kwaliteitsindex De keuze van de activiteiten die worden meegenomen in de kwaliteitsindex is gerelateerd aan de speerpunten en doelstellingen van Kennisnet voor 2009. Zoals al eerder gesteld biedt de index de mogelijkheid om over de jaren heen een betrouwbaar beeld te geven van de toegevoegde waarde van deze activiteiten voor het onderwijsveld. Het gaat hierbij niet om een zo hoog mogelijke score te genereren. Een nieuwe activiteit bijvoorbeeld kan bij aanvang een lage score op bekendheid geven. Als de dienst van strategisch belang is voor de stichting, is het toch logisch deze op te nemen in de index. Er is echter wel een duidelijke ondergrens. Bij een index onder de 100 acht Kennisnet de kwaliteit van de geleverde prestaties voor het onderwijs onder de norm. Op basis van de verschillende activiteitenplannen van de sectoren en afdelingen van Kennisnet worden de instrumenten toegedeeld aan de doelstellingen. In het eerste kwartaal van 2009 wordt op basis daarvan de selectie gemaakt voor de Kwaliteitsindex 2009. Voor een uitgebreide toelichting op de berekening en de interpretatie van de index wordt verwezen naar bijlage B.
Pagina 56
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
5
Begroting 2009
Met dit jaarplan 2009 vraagt stichting Kennisnet een subsidie van € 21,325 miljoen aan. Begroting jaarplan 2009 x € 1000
PO
VO
MBO
Customer Strategie Projecten Services & Innovatie
Diensten
Techniek
Comm.
Onderzoek
Directie
Bedrijfsvoering
Totaal programma 2009
€
150
€
150
€
150
€
200
€
450
€
1.325
€
2.625
€
3.240
€
1.600
€
1.680
€
500
Personele kosten 2009 - Payroll eigen personeel na doorbelastingen
€
379
€
317
€
387
€
469
€
896
€
1.135
€
1.431
€
794
€
602
€
397
€
444
€
Totaal programma 2009 incl personeel
€
529
€
467
€
537
€
669
€
1.346
€
2.460
€
4.056
€
4.034
€
2.202
€
2.077
€
944
€
300 €
150
€
€ € 100- €
Corporate kosten 2009 1. Bedrijfsvoering 2. Directie 3. Afschrijvingen 4. Financiële opbrengsten 5. Marktopbrengsten 6. Corporate communicatie Totaal kosten ondersteuning 2009 Totaal programma, personeel en ondersteuning 2009
€
529
€
467
€
537
€
669
€
1.346
€
2.460
€
4.056
€
360
€
225-
€
435
€ €
€
4.469
€
300 300 2.502
€
2.077
Totaal 2009
€
12.070
419
€
7.669
€
419
€
19.740
€
1.450
€
50
€
€ € 500 € 1.100- € 50- € € 800 €
€
994
€
1.219
€
1.750 150 860 1.100375300 1.585 21.325
Pagina 57
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Pagina 58
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Bijlage A – Aanvullend gefinancierde activiteiten Met dit plan wordt de basissubsidie aangevraagd uiteengezet. Om het overzicht te geven over het gehele spectrum aan activiteiten van Kennisnet, is daarnaast in de operationele invulling op hoofdlijnen ingegaan op de aanvullend gefinancierde activiteiten. In deze bijlage treft u achtergrondinformatie over deze programma‟s. Voor de exacte details wordt verwezen naar de specifieke programmaplannen. Leraar 24 Leraar 24 is een audiovisueel internetplatform dat docenten ondersteunt bij hun eigen professionalisering. Het bevat filmpjes en een keur aan themadossiers met achtergrondinformatie, verdieping en verhalen uit de praktijk, samengesteld door groepen leraren en experts. Leraar 24 richt zich daarbij nadrukkelijk op alle leraren - beginnend en ervaren, vernieuwend en meer behoudend – in de sectoren PO, VO en MBO. Tijdens de NOT2009 zal de eerste versie van het platform gepresenteerd worden, waarop vooral bestaand materiaal gepubliceerd is. In 2009 zal het verder uitgewerkt worden, onder andere door meer gebruikersbijdragen, het inrichten van sectorspecifieke communities en het onderzoek naar de effectiviteit. Daarnaast zal gestart worden met de verkenning van mogelijke aansluiting van andere organisaties in Nederland die zich bezig houden met het professionaliseren van leraren. Stimuleren gebruik digitaal leermateriaal Het doel van het programma is het stimuleren van het gebruik van digitaal leermateriaal in de verschillende onderwijssectoren voor een periode van drie jaren. Het programma loopt van 2008 tot en met 2011. Het eerste jaar staat in het teken staan van de opbouw. Het doel van dit jaar is dat instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van digitaal leermateriaal om zodoende een gefundeerde keuze te maken. De jaren daarna staan in het teken van de vervolgstappen. Het programma ondersteunt en begeleidt de instellingen, al naar gelang de specifieke situatie, naar het uiteindelijke doel, het daadwerkelijk gebruiken van bestaand digitaal leermateriaal in het onderwijs. Het programma is sectoroverstijgend, maar richt zich in het eerste jaar primair op het voortgezet onderwijs. Portal Leren & Werken Belangrijke maatschappelijke thema‟s als uitval, groenpluk, en vergrijzing leiden tot het kleiner worden van het arbeidspotentieel. Om dit tegen te gaan is het van belang dat iedere Nederlander zo passend mogelijk wordt opgeleid. In dit kader stimuleert en ondersteunt de projectdirectie Leren & Werken werkgevers, werknemers, burgers, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, Centra voor Werk en Inkomen, gemeenten en andere betrokken organisaties in de regio om een leven lang leren mogelijk te maken. Kennisnet ondersteunt de projectdirectie Leren & Werken bij de realisatie van de portal lerenenwerken.nl. Daarnaast bekijkt Kennisnet in 2009 hoe zij de portal in kan zetten voor de
Pagina 59
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
doelgroepen Voortgezet - en Middelbaar Beroepsonderwijs. Denk hierbij met name aan onderwerpen als studiekeuze en loopbaanbegeleiding. Surfnet/Kennisnet programma Kennisnet werkt sinds 2004 met SURFnet samen binnen het SURFnet Kennisnet Innovatieprogramma. Het programma geeft invulling aan de overlappende activiteiten van SURFnet en Kennisnet op het gebied van innovatie. Hierdoor wordt het mogelijk een impuls te geven aan ict-vernieuwing in het gehele onderwijs door technologie- en marktverkenning, kennisontwikkeling- en disseminatie en dienstontwikkeling. In 2009 komt de nadruk binnen het innovatieprogramma te liggen op technologieen marktverkenning. Dienstontwikkeling vindt in mindere mate plaats, maar het programma behoudt hier bij nieuwe technologische ontwikkelingen met een meerwaarde voor het onderwijs wel de mogelijkheid toe. In 2009 wordt onder andere aandacht besteed aan Contentverrijking en –ontsluiting, ID-management en mobiel. Verbonden met ict De doelstelling van dit programma is door middel van stimuleringsregelingen en pilots het gebruik van innovatieve ict toepassingen (games, streaming video, web2.0 en repository) door instellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs te stimuleren. In het eerste traject 2006-2007 is vooral veel ervaring met de ict toepassingen door instellingen opgedaan, in dit traject wordt de vertaling gemaakt naar didactisering en verankeren van de toepassingen in de onderwijsinstellingen. Een aantal trajecten uit 2008 wordt afgerond in 2009: Regelingen: Afronding van de stimuleringsregeling (tot en met maart 2009). Professionalisering: Eind januari zal er een expertnetwerk bijeenkomst plaats vinden. Hierna zal er evaluatie van het expertnetwerk plaats vinden. Ankerprojecten: De ankerprojecten lopen door tot en met juni 2009. Platforms: Regeling Digitaal Leermateriaal, onder voorbehoud van definitieve toekenning. Deze regeling zal van start gaan in januari 2009 en afgerond worden in juni 2009. Communicatie: In 2009 zullen de resultaten gepresenteerd worden op een manifestatie en gepubliceerd worden via diverse media. Flexibel Leren Het project Flexibel leren ondersteunt instellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs bij het vinden van oplossingen voor het organiseren van vraaggestuurd onderwijs. De onderstaande activiteiten in 2009 volgen direct uit de activiteiten die in 2008 zijn uitgevoerd en zijn gestroomlijnd met de planning van MBO2010: De uitvoering van het workshoptraject „FlexCollege: flexibel onderwijs organiseren‟, gericht op het (midden) management van individuele instellingen. De inzet van een simulatie rond flexibilisering staat hierin centraal. Inventarisatie van de ict-situatie op instellingen voor ondersteuning van competentiegericht, flexibel onderwijs. Stimuleren van de kennisdeling rond het thema flexibilisering van de onderwijsorganisatie en de ondersteuning van ict daarbij via marktplaatsmbo.nl.
Pagina 60
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Digitale Topschool In het primair onderwijs heeft circa vijftien procent van de kinderen bijzondere talenten, waardoor het reguliere programma te weinig uitdaging biedt, met alle problemen van dien. Docenten zijn vaak niet toegerust om hier adequaat mee om te gaan en deze groep leerlingen passend onderwijs te geven. De open topomgeving is een educatieve webapplicatie die leerkrachten in het primair onderwijs ondersteunt bij het samenstellen van een zinvol leerarrangement en het aanbieden van zinvolle leeractiviteiten/ leerroutes voor bijzonder getalenteerde leerlingen. De open topomgeving ontsluit op landelijk niveau de resultaten en leermaterialen die ontwikkeld worden in lokale en regionale projecten, waaronder vier expliciet genoemde pilots. Om het niveau van deze leeractiviteiten te borgen, wordt samengewerkt met diverse universiteiten voor de inhoudelijke invulling en experts hoogbegaafdheid voor de didactische invulling. Voor docenten is er bovendien ruime hoeveelheid informatie en ondersteuning om met deze problematiek om te leren gaan. Leren met meer Effect Leren met meer Effect is een onderzoeksproject waarin tien onderwijsinstellingen uit het voortgezet onderwijs een (quasi) experiment uitvoeren. Het doel is het verkrijgen van empirisch gefundeerd inzicht in de bijdrage van ict aan kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van het docentenschap. De deelnemende onderwijsinstellingen hebben in 2007-2008 een zelfgekozen onderwijsexperiment uitgevoerd waarbij gebruik is gemaakt van ict. Kennisnet regisseert daaromheen onderzoek dat antwoord geeft op vragen over: de effectiviteit en de efficiency van de leraar. het plezier en de tevredenheid van de leraar. de prestaties, motivatie en attitude van leerlingen. het welbevinden, zelfvertrouwen van leerlingen. In 2008-2009 worden retentiemetingen uitgevoerd en onderzoek gedaan naar de impact van de experimenten op schoolontwikkeling. Tevens wordt in het najaar van 2009 een congres georganiseerd voor kennisdeling en kennisverspreiding. Mediawijsheid De missie van het mediawijsheid expertisecentrum is het realiseren van een toename in kennis, vaardigheden en mentaliteit waar burgers en instellingen over moeten beschikken om zich bewust, kritisch, en actief te kunnen bewegen in de gemedialiseerde samenleving. Hiervoor is een stevig netwerk van organisaties nodig dat eerst opgebouwd moet worden. Tevens zijn activiteiten nodig die in het teken staan van het realiseren van die missie. Dit programma gaat in de komende jaren (20082010) werken vanuit deze missie en heeft als doel een stevig netwerk op te bouwen en activiteiten te ontplooien die leiden tot heldere dienstverlening vanuit het netwerk. Het doel is dat het programma een blijvende verandering realiseert waarmee er eind 2010 een volwassen mediawijsheid expertisecentrum en netwerk staat.
Pagina 61
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Bijlage B – Kwaliteitsindex De kwaliteitsindex geeft jaarlijks de effecten van de activiteiten van Kennisnet weer. Het geeft over de jaren heen een betrouwbaar beeld van de toegevoegde waarde van de activiteiten voor het onderwijsveld. Mits het instrument goed wordt ingericht zijn er bestuurlijke voordelen voor zowel het ministerie van OCW als voor Kennisnet. Voor het ministerie komt een valide instrument beschikbaar om vast te stellen of de subsidiegelden effectief zijn ingezet. Voor Kennisnet biedt de index een instrument om vast te stellen of in de uitvoering de juiste keuzes zijn gemaakt. Verder bevatten de resultaten stuurinformatie voor keuzes over toekomstige activiteiten. De Kwaliteitsindex is een prestatie-indicator die op basis van één getal inzicht geeft in het functioneren van een ondersteuningsorganisatie zoals Kennisnet. De gegevens die ten grondslag liggen aan de index zijn openbaar en worden gepubliceerd via de website. De activiteiten van Kennisnet en de daarmee beoogde resultaten worden jaarlijks vastgesteld. Het klanttevredenheidsonderzoek geeft vervolgens inzicht in de bereikte resultaten in termen van bekendheid en praktisch belang bij de verschillende doelgroepen. Voor een deel gaat het hierbij om jaarlijks terugkerende activiteiten waarvan het resultaat ook jaarlijks gemeten kan worden. Daarnaast is er onderscheid in de termijn waarop effecten te verwachten zijn. Naast activiteiten waarvan de resultaten in korte tijd meetbaar zijn, zijn er activiteiten die meer tijd vergen alvorens effecten op grotere schaal verwacht mogen worden. De kwaliteitsindex voldoet aan de volgende eisen: De index is transparant, betekenisvol en robuust en is gebaseerd op gegevens uit onafhankelijk onderzoek. De berekeningswijze van de index is elk jaar hetzelfde en is onafhankelijk van de inhoud van het werkplan. Met andere woorden, er kunnen activiteiten uit voorgaande jaren als indicator voor de index dienen. Uitwerking van de index De index omvat voor de drie sectoren van Kennisnet activiteiten voor elk van de doelgroepen. Per doelgroep worden tenminste vier activiteiten bevraagd. Daarnaast wordt bij elke doelgroep een totaaloordeel over het gehele portfolio van Kennisnet gevraagd. Bij goedkeuring van het jaarplan wordt in overleg met het ministerie van OCW vastgesteld of bepaalde activiteiten voor één of meerdere doelgroepen met zekerheid onderdeel zullen uitmaken van de kwaliteitsindex. Indien binnen een doelgroep minder dan vier activiteiten vooraf zijn vastgesteld, zal Kennisnet zelf aanvullen tot het vereiste aantal van vier per doelgroep is bereikt. De aanvullende selectie vindt plaats nadat de gegevensverzameling door het onderzoeksbureau is uitgevoerd. Het betreft dus selectie achteraf. Kennisnet legt bij de presentatie van de index verantwoording af voor de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de keuze van de diensten die tezamen de index Pagina 62
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
vormen. Het spreekt voor zich dat bij de verantwoording aandacht wordt besteed aan de spreiding van diensten over de verschillende werkplanactiviteiten en de gedane investeringen voor realisatie. Voor elke sector worden bij twee waarnemingen voor vier activiteiten onder twee doelgroepen uiteindelijk voor tenminste zestien variabelen gegevens worden verzameld. Verder wordt per doelgroep een totaaloordeel over bekendheid en relevantie bezien over alle activiteiten bestaande uit vier waarnemingen toegevoegd. De index is op die manier per sector gebaseerd op twintig waarnemingen. Gerekend naar drie sectoren bestaat de totaalindex uit zestig waarnemingen. Voor iedere activiteit die deel uitmaakt van de index wordt de waarde berekend met behulp van de scores voor bekendheid en waardering. Voorbeeld van Vier in Balans: bekendheid onder POmanagement is 49%, mediaan waardering is 8. De index is 49 + (8 * 10)= 129 (de factor 10 wordt gehanteerd om de waardering op een schaal van 100 te tillen). De waarden van de geselecteerde diensten worden opgeteld en door het aantal diensten gedeeld. In een formule: Kwaliteitsindex = (a + (b * 10)) + (a + (b * 10)) + …………………)/x a = percentage bekendheid van dienst bij doelgroep. b = mediaancijfer toegekend aan de relevantie van dienst voor het eigen functioneren van doelgroep. x = aantal diensten dat deel uitmaakt van de index. Interpretatie van de index: Wanneer bekendheid (nog) beperkt is (< 50%) of er sprake is van een activiteit met strategische betekenis, dient relatief lage bekendheid te worden „gecompenseerd‟ door hoge relevantie voor betreffende doelgroep (maatwerk). Een activiteit met grote bekendheid zal meestal niet door iedereen als relevant worden ervaren. Mocht dit wel zo zijn dan krijgt de index een forse impuls. Er worden alleen activiteiten bij de Kwaliteitsindex betrokken met een bekendheid > 30%. De index hoeft niet elk jaar te stijgen (vergelijk het met rentepercentages), maar bij een index onder 100 is de kwaliteit van de geleverde prestaties voor het onderwijs onder de norm. De betekenis van de kwaliteitsindex komt niet alleen tot uitdrukking in de berekende indexwaarde. Naast de indexwaarde is van belang de toelichting op de samenstelling van de index (onderlinge verhouding tussen bekendheid en waardering) en de interpretatie van de ontwikkelingen in de tijd. Op die manier is de kwaliteitsindex niet alleen een instrument voor verantwoording van kwaliteit maar ook een hulpmiddel voor strategische keuzes in het kader van het werkplan.
Pagina 63
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Bijlage C – Leerervaringen Bij de operationele invulling van de interventiemiddelen wordt gebruik gemaakt van de leerervaringen uit het verleden, zowel met betrekking tot de praktijk als met betrekking tot de resultaten van uitgevoerde evaluaties van Kennisnet programma‟s20. In zijn algemeenheid geldt dat de timing van activiteiten zeer belangrijk is. Het is belangrijk de samenhang in activiteiten te behouden, rekening te houden met de karakteristieken van het schooljaar en de onderwijskundige programmering én voldoende aanlooptijd te nemen voor onder andere communicatie en voorbereiden. Meer gerelateerd aan de interventiemiddelen geldt: Middel
Effectiviteit
Begrijpen
Onderzoeken a) Aandacht voor reflectie op wat is gedaan draagt bij aan dieper inzicht over wat werkt. Meer aandacht voor reflectie vermindert de noodzaak tot (detail)planning. b) Kennisparadox: de verleiding is groot om steeds meer kennis te produceren (en te repliceren) terwijl er meer winst te boeken is door het benutten van beschikbare kennis. Het gaat om het productief maken van kennis. Verkennen a) Het verkennen van ontwikkelingen draagt minder bij aan onderwijsdoelen. Wel biedt het inzicht in de factoren die daar voorwaardelijk aan zijn. b) De in het onderwijs gebruikte technologie ter ondersteuning van leren zijn dynamisch en ontwikkelen voortdurend. De belangrijkste randvoorwaarden voor succesvolle inzet van nieuwe technologie lijken constant te zijn: Vier in Balans. c)
Technologie gedrevenheid leidt zelden tot duurzame veranderingen binnen instellingen. Onderwijsgedrevenheid of sense of urgency heeft de hoogste voorspellende waarde. Het is belangrijk de focus te leggen op kansrijkheid voor het oplossen van manifeste vraagstukken in het onderwijs.
Uitdragen
Informeren a) Er is behoefte aan vraaggerichte informatie over onderwerpen. Consistentie en kwaliteit van informatie is cruciaal. b) Kennisverspreiding via de website (koude overdracht) werkt nauwelijks. Masterclasses en workshops (warme overdracht) zijn succesvoller. Het optimum wordt bereikt door een mix van warme overdracht ondersteund door websites. c)
Instellingen in verschillende stadia van ontwikkeling hebben verschillende informatiebehoeften. Slechts in weinig situaties geldt: one size fits all.
20
Waaronder het Actieplan Verbonden met ict 2007/2008, Leren met meer effect 2007/2008, Regelingen Kennisnet 2007, Grassroots
2006 en de Kennisrotonde 2007/2008.
Pagina 64
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Middel
Effectiviteit Adviseren Instellingen hebben behoefte aan inhoudelijk/beleidsmatig advies en ondersteuning bij de inbedding, borging en verankering van ict in het primaire proces. Stimuleren en Inspireren Veel initiatieven in de verbinding van onderwijs en ict bereiken slechts een relatief beperkte groep. De doorwerking op het reguliere curriculum, uitstraling naar collega‟s of hergebruik van ontwikkeld materiaal komt bijvoorbeeld weinig voor. Het gebruik maken en bij elkaar brengen van de drijvende krachten binnen de instelling helpt om de gewenste olievlekwerking te realiseren.
Ondersteunen
Begeleiden a) Het management en de docenten dienen minder als afzonderlijke doelgroepen en meer als (instelling)entiteit ondersteund te worden. b) Rendement wordt behaald door eerder en meer aandacht te besteden aan de laatste barrière in de keten: de docent als poortwachter van het primaire proces. c)
Ondersteuning in de richting van buiten naar binnen leidt minder vaak tot duurzame verbeteringen dan trajecten die werken van binnen naar buiten.
d) Instellingen worden meer ondersteund door een samenhangend arrangement dan vanuit een aanbod met afzonderlijke diensten. Faciliteren a) De vraag naar ict-voorzieningen dient zich minder vaak aan als technisch vraagstuk, maar meer als onderwijsvraagstuk. b) Faciliteren is meer kansrijk in combinatie met andere ondersteuningsinterventies. Verbinden
Samenwerken heeft verschillende intensiteitniveaus, van heel los tot formele strategische partnerships. Voorwaarden voor succes voor deze laatste vorm zijn: a) een gelijksoortig belang met een evenwichtige machtsrelatie. b) gezamenlijkheid in gedeelde investeringen, risico‟s en opbrengsten. c)
een hoge mate van openheid en vertrouwen in de onderlinge relatie.
d) een projectongebonden relatie voor de lange termijn. e) corporate commitment, er zijn op diverse niveaus binnen de betrokken organisaties persoonlijke relaties.
Pagina 65
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Bijlage D – Functionele organisatie en organogram
Strategie & beleid Relatiebeheer CTO
Uitvoeringspartners
Projecten
Diensten
Sectormanagement Relatiebeheer
Sectorteams PO/VO/MBO
Intermediairs/ Partners
Sector Instellingen
Communicatie
Customer Services & Marketing
Strategie & Innovatie
Overheid
Onderzoek
Techniek
Bedrijfsvoering & Control
Raad van Toezicht
Programmaraad
Directie
Communicatie
Onderzoek
Bedrijfsvoering & Control
Customers Services & Marketing
Projecten
Sectoren PO, VO en MBO
Diensten
Strategie & Innovatie
Techniek
Pagina 66
Stichting Kennisnet – Meerjarenplan 2009-2012/Jaarplan 2009
Bijlage E – Gebruikte bronnen Kennisnet heeft zich bij het schrijven door verschillende bronnen laten inspireren. Naast persoonlijke gesprekken en ervaringen is onder meer gebruik gemaakt van de volgende rapporten en artikelen. Becta (2008), Harnessing Technology: Next Generation Learning. CBS (2008), ICT gebruik van personen naar persoonskenmerken. CeBIT (2008), Opening Speech Steve Ballmer. The fifth computing revolution. Cito (2008), Onderwijs op peil? Commissie Leraren (2007), Advies van de Commissie Leraren. Educause (2008), E-books in higher education. Educause (2008), Minds of fire. Forrester (2007), Social Technographics. Futurelab (2007), 2020 and beyond. Gartner (2008), Gartner's Top Predictions for IT Organizations and Users, 2008 and Beyond. Giarte/Management Scope (2008), Topmanagement en IT. Ontwikkelingen en trends voor 2008. Handvestgroep Publiek Verantwoorden (2005), Code goed bestuur uitvoeringsorganisaties. Herontwerp MBO (2007), Plan van aanpak MBO 2010. Hooge, E.H/Steen, S.J. (2007), De rechtsvorm maatschappelijke onderneming. Inspectie van het Onderwijs (2008), Onderwijsverslag 2006/2007. Magnus Consulting (2007), Van content via contact naar community. Microsoft Research (2008), Being human. Human-Computer Interaction in the year 2020. Ministerie van OCW (2007), Onderwijsmeter 2007. Ministerie van OCW (2008), Dossier Hoofdpunten beleid OCW. Ministerie van OCW (2008), Instellingen voor morgen: Samen op weg naar duurzame kwaliteit in het primair onderwijs. Ministerie van OCW (2008), Kwaliteitsagenda. Tekenen voor kwaliteit. Afspraken voor een beter voortgezet onderwijs 2008 – 2011. Ministerie van OCW (2008), Strategische agenda Beroepsonderwijs en Volwassenenonderwijs 20082011. Werken aan vakmanschap. Morgan Stanley (2007), Technology/Internet Trends. MTV/Nickelodeon/Microsoft (2008), Digital Playground technology and Lifestyle Study. Nationale DenkTank (2007), Succes op instelling! Eindrapport De Nationale DenkTank 2007. SBO (2008), Slimmer werken. SLO (2008), Leermiddelenmonitor 2007. SURF/WTR (2008), Trendrapport 2008. Fundament voor vernieuwing. Treacy, M./Wiersema, F. (1994), The discipline of market leaders. Universiteit Utrecht (2007), Wat is (media)wijsheid? VKA (2008), Onderwijsvernieuwing anders. VO-raad (2008), Beweging in beeld III. Wijngaards, G.N.M. (2008), The Social Web and Learning. Pagina 67