“Meer werk voor lager opgeleiden” …VERHALEN UIT DE PRAKTIJK
© Denktank GroenLinks 2013 In opdracht van Jan Hoek, Fractie GroenLinks Amsterdam Onderzoekers & auteurs Jette Bolle Danielle Emans Lotte Grooten Jozefina Milanovski Jette Reij
Met dank aan de verhalen van…. Frank – Recyclingmedewerker
3
Stanley – Schoenmaker
5
Ruud – Sociaal ondernemer
7
Anoniem – Thuiszorg
9
Carlo – Fabrieksprojectleider
11
Jacco – Beveiliger
13
Jan – Voorman
14
Kees– Magazijnmedewerker
16
Martha – Orderpikker
18
Peter – Voorman
20
Richard – Werkbegeleider
22
Frank – Operationeel Manager
24
Marc – Projectleider WSP Westpoort
26
Menno & Mihaly - Detachering Tornado
28
2
Uit de praktijk: Logistiek / Zakelijke Dienstverlening Frank Leeftijd: 43 Functie: Recyclingmedewerker Bedrijf: werkt sinds 9 maanden via detacheringsbureau Tornado bij afvalverwerkingsbedrijf ICOVA Frank is een verschijning aan de loopband. Met zijn oorbellen, piercings en een haardoekje heeft hij iets weg van een piraat. Zodra we hem spreken breekt een glimlach door en gaat hij meteen mee in het interview.
Aan de sorteerband Frank werkt aan de sorteerband, 40 uur per week van 6 uur ’s ochtends tot 4 uur ‘s middags.“Ik sta elke dag om half vier op. Dan ga ik effe eten, tv kijken, dat doe ik relaxed. Om vijf uur haalt de chauffeur me op, want er rijden geen bussen op dit tijdstip.” Meestal zitten er dan al een paar collega’s in de bus. “En dan ben ik tegen half zes op ‘t werk, dan ga ik m’n tenue aandoen, kopje koffie, veiligheidsvestje, ik begin om 6 uur.” Aan de band komt het restvuil van ICOVA langs, Frank en zijn ploeg sorteren in de goede bakken gooien: hout, papier, mortelkuipjes, aluminium, stenen, koper, “electrodraden”. Frank staat vaak op dezelfde plek aan de band – achteraan – of zoals hij het zegt: “Ik krijg alle troep. Achterin is het eigenlijk het drukst, want daar komt alles en je moet zorgen dat zo min mogelijk overblijft. Maar ik ben de hele dag vrolijk hoor, maakt niet uit.”
Beestjes en spullen “Er kan altijd wat misgaan natuurlijk, maar eigenlijk niet. Er komt af en toe een beestje voorbij, weet je wel, een rat, wilde kat, vos, haan, muis.” Frank lacht hardop: “Met Dylano een grote jongen net als ik, die dook weg van die muis. EEEEK met een sprongetje. Lachen!” De gezelligheid vindt Frank het leukst aan zijn werk. Heel soms komen er waardevolle spullen voorbij: een horloge, een telefoon met het abonnement er nog op, geld, CD’s en DVD’s. “En er was laatst een seksshops geruimd, toen kwamen er dagen lang allemaal seksblaadjes voorbij. Dat was wel lachen natuurlijk.” Maar alles is van ICOVA en je mag niets meenemen, “En ook zand, aarde, steentjes en koper, want dat is best wel waardevol. John (de voorman) doet de bakken op slot, dan wordt het niet meegenomen.”
Koekenbakkersschool, Binderij, Vakkenvullen Frank heeft al een hele loopbaan achter de rug. Hij heeft op de Banketbakkerschool “de “Koekenbakkersschool” gezeten bij de Admiraal de Ruijterweg. “Dat leek me wel geinig, maar ik vond het toch maar niks. Als je 12 bent dan weet je toch ook nog niet wat je wilt.” e
Via een uitzendbureau is Frank toen bij een boekbinderij terechtgekomen. Daar heeft hij vanaf zijn 17 gewerkt, 17 jaar lang, totdat de eigenaar - een oudere man – ermee stopte. “Een echte Amsterdammer. Hij had toen een baantje voor me geregeld bij een andere binderij. Maar daar lag ik er na 9 maanden uit. En toen had ik dus geen vertrekgeld gehad.”
3
Frank is daarna bijna meteen bij de Bouwmaat gaan werken. Hij was daar onder andere vakverantwoordelijke - “vakkenvuller, maar met een chique woord” – en werkte ook in de zagerij en met grootgoed. Toen het slecht ging in de bouw moesten er mensen uit, waaronder ook Frank.
Zelf centjes verdienen Frank is toen meteen flink gaan solliciteren. “Natuurlijk wil ik graag zelf centjes verdienen. Een uitkering voelt niet fijn, dat anderen voor je betalen. En werken is ook gezellig, je kan geintjes maken.” Van het UWV moest hij vier a vijf sollicitaties per week doen, “ik deed er wel zeven of acht”. “Het UWV is raar, ik wilde ook in de tussentijd vrijwilligerswerk doen, iets met dieren of planten. Maar dat mag niet.” Via één van de sollicitaties is hij bij ICOVA terecht gekomen. Het liefst wil hij bij ICOVA blijven, het is goed hier. Ook thuis heeft hij geleerd dat je kan recyclen. “Je wilt niet weten wat mensen weggooien op straat. Dat is miljoenen business.”
Nooit gaan zitten! We vragen of Frank ook dingen minder leuk vindt aan zijn werk. “Nou, niks”. Maar is de hele dag staan niet vervelend? “Nee, en dat is ook altijd mijn tip voor de nieuwe jongens, nooit gaan zitten want dan word je alleen maar moeier.” Sommige nieuwe jongens op de band kunnen geen Nederlands. “Ze verstaan je wel, maar sommigen ook helemaal niet: Als je zegt er komt er een roze olifant voorbij dan zegt ‘ie ja en snapt ‘ie het nog niet.” Met sommigen spreekt Frank Engels, maar nu is er een ploeg die redelijk Nederlands kan. Wat doe je in je vrije tijd?, vragen we. Hij vertelt over zijn kat, en dat hij het liefst films kijkt: “Enge films, weet je wel”, en opeens zie je hem met oorbellen en al grijnzen. Bij het afscheid nemen schiet er Frank iets te binnen. “Je vroeg of ik iets niet zo leuk vond aan mijn werk, nou dan is het dat er hier alleen maar mannen werken bij ICOVA!”.
4
Uit de praktijk: Reparatie Stanley Leeftijd: 47 jaar Functie: Schoenmaker Bedrijf: sinds 4,5 jaar eigen zaak Schoenmakerij de Leeuw Werkte 15 jaar in dezelfde zaak in loondienst en daarvoor 10 jaar in andere schoenmakerij “Ik repareer schoenen en verkoop fournituren. Wat ik het leukst vind is dat ik iets wat kapot is, weer goed maak. Mensen gaan eigenlijk altijd blij weg.”
Zo vader, zo zoon Stanley stopte toen hij 16 jaar was met de middelbare school, zonder diploma en ging werken in een schoenmakerij. Naast dat werk ging hij twee jaar lang, één dag in de week, naar de schoenmakersschool in Den Bosch. Toen hij niet meer leerplichtig was, stopte hij ook daar. “Ik vond er niks aan op school, ik wilde liever met mijn handen werken en geld verdienen. Ik zie het ook aan mijn oudste zoon, die vindt het ook niet leuk om naar school te gaan. Het gaat best goed hoor, maar hij vindt het niks.” Stanley’s opa was ook schoenmaker in Amsterdam Oost. “Hij liep met de bokkenwagen door de buurt en zo rommel je je erin.” Al op z'n dertiende verfde hij op vrijdag en zaterdag schoenen op de markt. “School heb ik nooit gemist, ik zit al zo lang in het vak, mij kunnen ze op schoengebied niks meer leren.”
Leren in de praktijk Stanley zegt eigenlijk alles in de praktijk te hebben geleerd. Hij heeft 10 jaar lang in de grootste schoenmakerij van Nederland gewerkt, waar hij het vak goed geleerd heeft. “Dat was hard werken, we stonden daar met gasten, die zeiden niet zeiken. En we stonden op provisie: dus hoe harder je werkte hoe beter je verdiende, nou dan wil je wel.” Het is ook nu nog lichamelijk zwaar werk. “Ik sta vaak tot 's avonds 8 uur in de zaak en zonder pauzes. Er zijn er genoeg die beginnen met zo'n zaak en die stoppen dan na 2 of 3 jaar. Het is wel hard werken, je moet weten waar je aan begint.” Dat is ook Stanley’s bezwaar tegen school: “Je krijgt les van mensen die al 10 jaar het vak zelf niet meer doen.” “Wat ik op school heb geleerd was de anatomie enzo, dat moest je leren omdat je ook verder kon gaan als orthopedisch schoenmaker. Dat had ik misschien wel kunnen doen, maar geen haar op mijn hoofd die daar aan dacht. Ik ging alleen maar naar school omdat ik leerplichtig was.”
Effecten van de crisis Met de zaak gaat het goed, de toonbank ligt vol schoenen. ”Zeker aan het begin van de crisis lieten veel mensen hun schoenen maken.” Stanley is ook afhankelijk van het weer. Hij lacht: “van mij mag het regenen, dan worden de schoenen nat en dan moeten ze sneller gerepareerd worden.” Stanley heeft de winkel 4,5 jaar geleden kunnen kopen van de vorige eigenaar. “Van de bank heb ik nul euro gehad, ook niet voor de spullen.” De verkoop van de winkel aan Stanley was ook voor de vorige eigenaar een goede oplossing, niemand wilde het pand verder kopen, ze hebben samen een afbetalingsregeling getroffen.
Rekenen en risico’s Boekhouden vindt Stanley niet zo moeilijk, “ik kan goed rekenen en ik wil alleen maar weten wat er in en uit gaat, wat dat betreft heb ik ook een makkelijke zaak. Belangrijkste is dat je bent voorbereid op
5
de toekomst. Ik ken iemand met een schoenenwinkel in het centrum, toen gingen ze ineens de NoordZuid lijn voor zijn deur bouwen, nou dan ben je klaar. Er zijn genoeg mensen ook hier in de straat die twee dagen lang helemaal niks verkopen, dan gaat het hard met een hoge huur.”
De toekomst En hoe zit het met zijn eigen toekomst? “Ik doe het zonder pensioenfonds, ik ga er ook niet vanuit dat ik mijn zaak over 20 jaar nog kan verkopen. Goodwill bestaat niet meer. Ik ben van plan om een aantal pandjes te kopen en die verhuur ik dan. Dát is mijn pensioenplan.” Op de vraag welke rol de overheid in zijn toekomst zou kunnen spelen antwoordt Stanley als een echte ondernemer: “Belasting verlagen, ik snap wel dat we wat moeten betalen, maar minder zou beter zijn, dan zou er ook minder gerotzooi zijn. Mensen vinden nu dat ze te veel moeten geven. En de huur van de winkels moet lager, vooral voor de kleine winkeliers.” En als laatste… Stanley lacht: “dat is voor GroenLinks vast een gevoelig punt, maar als mensen gaan winkelen dan willen ze toch met de auto. Als je dit een winkelgebied wilt laten zijn, voor mensen uit Almere of Purmerend, dan moeten ze hier kunnen parkeren.” “Mijn droom voor de toekomst? Misschien wil een van m'n zoons wel in de winkel? Nee, ze mogen doen wat ze willen.” Hij lacht: “En ik zit in de staatsloterij, dus wie weet? Dan zou ik wel blijven werken, maar dan laat ik bijvoorbeeld hele luxe broodjes komen voor de lunch.”
6
Uit de praktijk: Sociaal ondernemer Ruud Dettmer Functie: Directeur Basic Activering Bedrijf: Basic Activering Ruud is eigenaar van een sociale firma waar hij activering biedt aan mensen uit: de Top 600, de reclassering en (voormalig) daklozen. Ze werken aan klussen: behangen, meubelbewerking, fietsen en auto’s sleutelen, etc.. Er werken nu vier mensen vast in dienst. Zelf zit hij in een rolstoel, ”ik ben arbeidsgehandicapt gewéést”, nu heeft hij zijn eigen zaak opgebouwd.
Opstart van Basic Wheels Ruud komt uit de zorgsector, hiervoor heeft hij bij Heliomare als locatiemanager gewerkt. Op een gegeven moment heeft hij KlusOké overgenomen, met eigen spaargeld. Sinds december is hij zelfstandig partner voor DWI. Hij heeft nu rechtstreekse instroomcontracten voor trajecten, waar hij vroeger onderaannemer was voor HVO Querido. Zo heeft hij meer invloed. Zijn werk gaat verder dan het plannen van mensen en binnenhalen van klussen. “Ik bel mensen na als ze niet komen en maak het zo makkelijk mogelijk om hierheen te komen. Door ze met busjes op te halen van opstapplekken, bijvoorbeeld.” Ook belt hij soms voor zijn mensen naar budgetbeheer of DWI als er problemen zijn met geld. “Er kan nog wel eens wat misgaan in de bureaucratie en met geld, en dan kan iemand erg van streek zijn. Dan kan je beter tijd stoppen in het oplossen, want dan kunnen ze weer met gerust gevoel aan de slag. Anders heb je toch niets aan iemand.”
Werk als rustpunt Mensen komen bij hem binnen via het Martien Schaaperhuis (HVO Querido), via Arkin, Mentrum, Cordaan, of met een Sociale-werkplaatsindicatie. Momenteel heeft hij ongeveer 25 tot 40 mensen op IJburg en Zuid Oost en ongeveer 30 mensen in Amsterdam West. “Ik laat mij niet leiden door waar mensen vandaan komen. Dat vraagt ik ook niet, het gaat mij om de persoon.” Begeleiding kost tijd en geld en levert niet altijd veel productie op. “Sommigen mensen zijn nog dakloos als ze binnenkomen. Dan is hier komen al een rustpunt. Voordat alles in kaart is gebracht ben je zo negen maanden verder. In het begin kan je dan niet zoveel behalve een nuttige dag aanbieden. Het gedrag van mensen is dan nog grillig.”
Betaalde en onbetaalde klussen “Is het winstgevend?” “Nog niet,’ zegt Ruud, “ik haal nu circa 80% van de inkomsten uit AWBZ en DWI trajecten.” Dit zijn “arbeidsmatige dagactiviteiten” voor trede 1 en 2 klanten, ofwel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en een WWB-uitkering. “Ongeveer 20% van de inkomsten komen uit de markt.” Betaalde klussen krijgt hij bijvoorbeeld van de beheerder van een VVE op IJburg. Ook doet BasicActivering het onderhoud bij de Volkstuinen in Zuid Oost, “dat is helaas nog onbetaald”. Sommigen maken de keuken schoon van HVO Querido of doen het groen van DAC Linneaushof. “Met het opknappen van oude meubels kan je niets verdienen. Wel krijgen we klusjes uit de buurt, bijvoorbeeld voor het opknappen van kleine meubels of reparaties.” BasicWheels verdient het meeste met het repareren van handrolstoelen en sportrolstoelen. “Deze rolstoelen passen binnen het budget van een PGB. Zo hebben we ook de rolstoelen voor het Nationaal Rolstoel Basketbalteam gemaakt.”
7
Hij zou meer winst maken als hij mensen zou selecteren, screenen en alleen de beste werknemers zou houden. “Maar ten eerste mag je de mensen niet weigeren, dan krijg je geen instroom meer. Als je ze gaat afwijzen, heb je een gegronde reden nodig.” Ook zou Ruud met alleen de winstgevende poot (BasicWheels) kunnen doorgaan, maar dan heeft hij lang niet zoveel activeringsplekken nodig. “De laatste aanbestedingenronde heb ik niet gewonnen en dat is een harde klap. Want dan gaan er in juli 2013 veel mensen uit.”
Toekomst Ruud is nu vooral op zoek naar de slag naar werk. Hij zoekt een partij die dat met hem gaat doen. “Nu stroomt nog bijna niemand door, mensen zijn moeilijk te plaatsen bij bedrijven.” Winst spaart Ruud nu op om te investeren in nieuwe projecten. En volgend jaar wil hij weer aanbesteden. “Ik ben wel van plan om door te gaan, meer klussen te regelen, samenwerken.” Ruud is in gesprek met partners op IJburg om een wijkonderneming te starten. Zijn ambitie is om één van de grootste partijen in Amsterdam te worden en te zorgen dat er meer mensen doorstromen naar de markt.
8
Uit de praktijk: Zorg Anoniem Online: http://plazilla.com/zorgen-voor-mensen Functie: Thuishulp “Ik heb in een drukkerij gewerkt, heb achter de lopende band gestaan, achter een naaimachine gezeten, en in een instellingskeuken……dat was erg leuk, maar het was maar als oproep. Daarna heb ik gesolliciteerd in een verpleeghuis als voedingsassistente. Op een psycho - geriatrische afdeling. Dementie.”
Mijn werk, met mensen werken, helemaal geweldig! [Van het werk op de psycho-geriatrische afdeling] “heb ik genoten, ik gaf de “bedmensen” pap, en in de huiskamer kwamen de andere bewoners om te ontbijten. Er was een bewoner, die was directeur geweest. Hij kwam dan ‘s morgens in de huiskamer, en vroeg hoe laat de vergadering begon. Hij klapte dan in zijn handen en vond dat de andere “collega’s” toch wel vroeg waren. Ik zei dan tegen hem, dat zij zich vast aan het voorbereiden waren. Dat hij ook eerst rustig kon ontbijten, voordat de vergadering begon. Er was een mevrouw, die redelijk chic was, ze liep met een dood dier om haar nek en praatte heel chic. Dan kwam ze met haar rollator de huiskamer binnen en vroeg ze of ze een boterham mocht hebben, want dat had ze nog niet gehad. Terwijl de broodkruimels nog aan haar mond zaten.. Als ik zei, dat ze al brood had gehad, werd ze boos. Zij was toch zeker niet gek? Nou dat was ze ook niet… Ik verzorgde het ontbijt, in de instellingskeuken portioneren, fruit schillen, koffie en thee rondbrengen, verjaardagmenu aanvragen…Ik moest er trouwens niet aan denken, om mensen te wassen enzo… Als ik het soms al rook…”
Werken in de thuiszorg, geeft me zoveel voldoening! “Ik vond het heel erg leuk, maar ook zo vaak hetzelfde. Toen ben ik verhuisd en ging werken zoeken op de Veluwe. Ik heb gesolliciteerd bij een instelling met verstandelijk gehandicapten als zorghulp. Ik zou nooit aangenomen worden, volgens mij, want ik had totaal geen ervaring. Ook gesolliciteerd bij de thuiszorg, in de huishouding. Bij allebei werd ik aangenomen, combineren lukte niet. Dus ik heb gekozen voor de baan als zorghulp. Ik moest erg wennen, toch in de zorg…. Een collega gaf mij een tip, adem door je mond, dan ruik je niets. Die tip hanteer ik nog steeds. Nooit gedacht dat ik het zo leuk zou gaan vinden!! Het was een groep van zes jongeren. Een jongen, had het Syndroom van Down, kon niet praten. Hij kon alleen met zijn lippen op elkaar geluidjes maken… Ook had hij een kussen in zijn hand, hij hield het vast aan een puntje, en daar ging hij dan mee draaien. Lachen deed hij ook veel en hij hield erg van lekker eten. Op een gegeven moment ging ik naast hem zitten en deed precies hetzelfde als hem. Ook die geluidjes maken en ook met een kussen draaien… hij keek me aan en begon te glimlachen. Toen hadden wij echt contact samen, dat geloof ik echt.”
“Ik ben een doener” “Ik werkte twintig uur in de week en voor mijn gevoel zat ik teveel thuis. Ik vond dat ik nog wel oproep werk erbij kon doen. Zo gezegd, zo gedaan. Teveel thuis zitten is niets voor mij, ik ben een doener! Ik kreeg een oproepcontract van 0-uur in een verpleeghuis. Op een afdeling waar jongeren “woonden”, met niet aangeboren hersenletsel. Best zwaar, geestelijk zwaar, maar ook een uitdaging voor mij. Ik verzorgde een vrouw, die mijn leeftijd had. Zij had bij de geboorte van haar kind, te weinig zuurstof gekregen. Ze woonde nu dus in het verpleeghuis. Ik vond het heel moeilijk en werd er heel verdrietig van. Mijn leidinggevende zei op een gegeven moment, dat ik moest proberen, om het van me af te zetten. Dat ik er anders niet kon blijven werken. En dat is me gelukt, iets meer afstand en het
9
niet op mijzelf betrekken.”
Opleiding “Weer kreeg ik de vraag, of ik een opleiding wilde gaan doen. En weer heb ik het gedaan. Verzorgende IG-3 was het. Heel gemotiveerd ging ik eraan beginnen. In die tijd voelde ik me heel onzeker, en had last van irreële gedachten. Ik dacht, dat ik het werk niet goed deed, al zeiden mijn collega’s van wel. Op een gegeven moment, kreeg ik een tennisarm en thuis liep het ook niet zoals het moest. Ik kon het allemaal niet meer aan. Ik heb besloten om te stoppen met de opleiding en met de opleiding Helpende verder te gaan. Een niveau lager. Ik vond het prima. Ik heb er vier maanden over gedaan en ben nu gediplomeerd Helpende. Ik werk nu dertien maanden in de thuiszorg. Ik vind mijn werk geweldig!!!”
“Jij bent ook een persoonlijkheid” “Ik ga er met zoveel plezier naartoe, ik ga fluitend weg van huis en kom zingend terug van huis. Ieder huisje heeft zijn kruisje. Ik werk late diensten van 19.00 tot 23.00. Ik kom in die vier uur bij zestien mensen. De een moet ik douchen, bij heel veel anderen de steunkousen uitdoen en een praatje maken. De cliënten vertrouwen je, bij de een lach ik, en bij een ander is het weer verdrietig. En ik voel me zeker in mijn werk, heb geen irreële gedachten meer. De cliënten zien me graag, en vinden het fijn om met me te praten. Laatst zei een cliënt tegen mij: “Jij bent ook een persoonlijkheid”. Ik begreep niet wat hij bedoelde, maar hij zei, dat het positief was. Hij bedoelde ermee, dat ik mijn eigen gevoel achterna ging, en niet alleen de standaard dingen doe. Ik heb een geweldig beroep en ik zou niet meer anders willen!!!!!”
10
Uit de praktijk: Industrie Carlo Leeftijd: 56 Functie: sinds 6 maanden productieleider Bedrijf: Trade Factory BV in IJmuiden “Handwerk zal altijd blijven bestaan. Automatisering heeft een grens: bij producten die niet vormvast zijn is het heel lastig om een machine te gebruiken. Broodje Bapao bijvoorbeeld is kwetsbaar: door een machine te gebruiken om ze op te pakken zouden ze kapot gaan. Zolang we klanten hebben die onze producten bestellen, kunnen we de mensen goed gebruiken.”
Nederlandse taal Als productieleider bij Trade Factory BV geeft Carlo leiding aan 40 mensen. Ze komen of uit Turkije, of uit Polen. In de zeven jaar dat Trade Factory nu bestaat hebben er wel Nederlanders gewerkt, maar die zijn allemaal weggegaan. De meeste Poolse en Turkse werknemers spreken nauwelijks Nederlands, waardoor de groepen sterk gescheiden zijn en het voor Nederlandstalige werknemers lastig is om aansluiting te vinden bij hun collega’s. Carlo zou dit graag anders zien. Hij hoopt dat hij mensen die goed Nederlands spreken kan aannemen zodat de voertaal in het bedrijf weer Nederlands wordt. “De Poolse en Turkse werknemers werken hard: het zijn echte doeners. Doordat hun Nederlands zo slecht is, wordt het leidinggeven me alleen niet makkelijk gemaakt. Want hoe weet je of ze de veiligheidsinstructies echt goed hebben begrepen, en hoe voer je een beoordelingsgesprek? Een collega die wel goed Nederlands kan laten tolken bij zo’n persoonlijk gesprek is ook niet echt de oplossing. Meestal moeten de mensen het eerst thuis bespreken met hun zoons en dochters, voordat ze hebben begrepen wat ik bedoel.”
Hulp bij het solliciteren In IJmuiden is het echter knap lastig om werknemers te vinden. Carlo weet niet hoe dat komt. “Een vacature voor de functie van operator hebben we al twee maanden uitstaan. De reacties die we binnenkrijgen stemmen mij niet vrolijk. Brieven van drie regels, of mensen die totaal niet in het profiel passen. En als operator is beheersing van de Nederlandse taal echt noodzakelijk.” Carlo zelf is, nadat hij in 1979 vanuit Suriname naar Nederland was gekomen, binnen de kortste keren aan het werk gekomen dankzij de hulp van het toenmalige Arbeidsbureau. “Achter de balie zat een man met contacten in het bedrijfsleven. Ik liet mijn diploma’s zien – ik heb de MTS gedaan – zei dat het me niet uitmaakte waar ik aan de slag ging en na een paar telefoontjes door die man kon ik bij twee bedrijven langs. Het eerste bedrijf dat ik bezocht was een scheermesjesfabriek. Het gesprek ging heel soepel en binnen de kortste keren had ik de baan. Ik kon de volgende dag al beginnen, en ik heb er jarenlang met plezier gewerkt.” Het huidige UWV moet wat Carlo betreft dan ook veel proactiever zijn. “Tegenwoordig hebben ze bij het UWV computers staan en hangt er een bord met alle vacatures: veel succes ermee. Ook onze vacature voor operator hangt al zo’n twee maanden op dat bord. Terwijl het UWV contact zou moeten opnemen met een bedrijf waar een vacature is als ze een geschikte kandidaat hebben gevonden Er zouden mensen moeten werken die door hun eigen werkverleden veel contacten in het bedrijfsleven hebben.”
Intern opleiden Na de scheermesjesfabriek heeft Carlo ondermeer nog bij Unilever en bij de KLM Cateringservice
11
gewerkt. Gedurende z’n loopbaan heeft hij allerlei interne managementtrainingen gevolgd. “Bij Unilever kon je Proeven van Bekwaamheid krijgen. Had je er 2, kon je dit inwisselen voor een MBO 2 Diploma. Een ideaal systeem.” Bij Trade Factory wordt veel minder aandacht besteed aan het opleiden van mensen. Er zijn meerdere niveaus: productiemedewerker, senior medewerker, operator, productieleider en tot slot operationeel manager. De productiemedewerkers zijn volgens Carlo over het algemeen echter niet gemotiveerd om door te groeien. Bovendien is hun Nederlands hiervoor vaak te slecht.
Van werk voor 10 naar werk voor 1 De toekomst voor de werkgelegenheid in de industriesector ziet Carlo best zonnig in. “Door de automatisering zijn er natuurlijk veel banen verdwenen. Ik heb het in Suriname gezien. Een man daar had een bedrijf waarin elke dag door 10 mannen grind van de ene plek naar de andere plek werd gesjouwd. De ondernemer dacht dat dit wel effectiever moest kunnen, en schafte een machine aan.” Hierna kon hetzelfde werk, dat eerst door 10 man werd gedaan, nu door 1 persoon worden uitgevoerd. “Dat was lullig voor de mannen die daardoor hun werk verloren, maar de arbeidsomstandigheden waren voor de persoon die mocht blijven natuurlijk wel enorm verbeterd. Zijn e rug en schouders waren niet meer op z’n 50 versleten.”
12
Uit de praktijk: Zakelijke Dienstverlening Jacco Leeftijd: 21 jaar Functie: Beveiliger Trigion Bedrijf: Universiteit van Amsterdam, Binnen Gasthuisterrein
Protocol Jacco’s belangrijkste taak is het voorkomen van schade, diefstal, beschadiging en indiscretie. Op zijn werkplek staan een aantal beeldschermen waarop camerabeelden te zien zijn. Daarnaast staat er een computer waarop hij spelletjes kan spelen en internetten. “Als ik zie dat er iets gebeurt moet ik de meldkamer bellen, dat is protocol, want ik mag zelf mijn werkplek niet verlaten.” Jacco is een aanspreekpunt voor studenten, medewerkers en bezoekers. “Veel mensen vragen de weg.” Daarnaast geeft hij sleutels uit en in geval van nood kan hij BHV toepassen.
Werkdag “Mijn werkdag begint om 7 uur, ik haal de sleutel op en daarna open ik het gebouw. Iets over 7 beginnen de schoonmakers en vanaf 8 uur is het gebouw open voor medewerkers. Echt druk wordt het pas rond kwart voor 9, dan gaan de studiezalen open en beginnen de lessen.” Rond kwart voor drie komt een collega die hem aflost en om drie uur mag hij weer naar huis.
Bewaking als tussenstop Voordat Jacco aan de slag ging als beveiliger heeft hij twee jaar gewerkt als budgetbeheerder. “Na een dag werken had ik hoofdpijn van alle cijfers.” Dat was een reden om naar een nieuwe baan uit te kijken. Op Monsterboard vond hij een vacature van Trigion: “Ik wilde altijd bij de marechaussee, maar daarvoor zijn mijn ogen te slecht. Bewaking is een mooie tussenstop. Daarom heb ik hier op gesolliciteerd en ik ben gelijk aangenomen.” Er zijn geen opleidingseisen verbonden aan het werk als bewaker, want het werk is met inbegrip van een praktijkexamen (niveau 2) bij Trigion. “Een half jaar na de eerste werkdag doe je examen, daarna maak je promotie. Op zich verandert er niet zoveel, je gaat alleen 80 cent per uur meer verdienen.”
Toekomst “Hoe ik mijn toekomst zie? Ik ben nog jong, hè? Ik hoop dat ik twee jaarcontracten kan uitdienen, daarna moet ik een vast contract krijgen. Dat gebeurt niet vaak, dus even afwachten wat ik daarna ga doen. Ik hoop dat ik een ingeving krijg en plotseling weet welke baan ik wil hebben.”
13
Uit de praktijk: Logistiek Jan Leeftijd: 49 jaar Functie: Voorman Bedrijf: werkt nu 8 jaar voor Pantar, sinds 18 maanden in de loods bij CJ Hendriks “Mijn werk is heel divers en afwisselend, er komen wildvreemde mensen binnen zoals chauffeurs die moet je toch te woord te staan en helpen. En ook het werk is heel verschillend, elke keer weer andere flessen, dozen en uitzoeken waar dat moet, en hoe dat moet.”
Dag op de loods “Ik sta om 5 uur op en om half 6 beginnen de eerste mensen te bellen om zich af te melden. '...Mag ik vrij?' of 'Ik heb hoofdpijn...' dan zeg ik, ‘neem even een aspirientje en dan bel ik je over een half uur nog eens terug”. Jan zegt dat medeleven tonen het belangrijkste is, “dat eerste half uur bij het opstaan is toch het moeilijkst”. Om half 7 is Jan op de loods, “dan doe ik ondertussen even een telefoontje naar de bus die iedereen ophaalt om te vragen of iedereen aanwezig is. Dat is een klein dingetje, maar moet toch gebeuren.” “De dag begint met overleg vanuit kantoor, daar horen we de planning. Er zijn dan dozen binnen met wijn, aanmaakblokjes, scheerapparaten, sachets, krulletjes, allemaal van dat soort gekke dingetjes.” Ron, de coördinator in de loods, draait dan stickers uit en daarmee gaat de groep waar Jan een van de voormannen van is aan de slag – zo'n 20 mannen en vrouwen. “Er moet gestickerd worden, barcodes erop en goed stapelen”.
Jan als voorman “Ik weet eigenlijk precies hoe ik mensen aan moet spreken. Er zijn mensen bij die zeggen altijd eerst 'nee'. Bij sommigen zeg ik dan 'Hey, luister, dat kan je niet maken' en bij anderen weet ik dat je eerst een schouderklopje en een kopje thee moet geven.” Jan vertelt over een collega, die is doofstom én eigenwijs; “Die weet het altijd beter. Dan moet je duidelijk maken dat je dat niet pikt. Dat doe ik altijd rustig met een waarschuwing. En ik kan altijd Ron erbij roepen, dat is wel een goede stok achter de deur.” Ook geeft Jan aan dat je als voorman altijd duidelijk moet zijn over de opdracht, daarover is geen discussie. “Dan zeg ik: we gaan met z'n allen zorgen dat het goed komt. Als je de spullen niet meer terugziet, dan weet je dat het goed was.”
Praten, praten, praten... Soms vindt Jan het vervelend veel werk om mensen op het juiste pad te krijgen. “Je moet ervan uitgaan dat er mensen zijn die standaard te laat komen. Dan belooft iemand plechtig dat 'ie de volgende dag er om half 8 is, maar die is er dan toch gewoon niet. Als ze er zijn leveren ze top werk, maar je kan er niet van op aan. Dat vind ik wel eens lastig.” “Zelf weet ik wel hoe het is.” Jan stopte op z'n 16e op de LTS en ging in een ijzerfabriek werken. “Toen ik ongeveer 20 was, moest ik in dienst. Toen raakte ik een beetje het spoor bijster.” Jan vertelt dat hij weinig te doen had in het leger; “Je zit de hele tijd te wachten en alles oppoetsen,.. en bier drinken”. Dat ritme maakte het lastig toen hij uit dienst kwam, zeker voor iemand met verslavingsdrang. “Ik kwam op de bank terecht en toen heb ik heel lang eigenlijk alleen maar jointjes gerookt, biertjes gedronken.”
14
Zo'n 20 jaar later kwam Jan bij Maatwerk terecht: “Dat heeft heel erg geholpen. Het is belangrijk dat je de goeie mensen treft, daar kan je je aan optrekken en dat is in het begin heel moeilijk, je moet doorzetten. Ik probeer de mensen hier soms ook te helpen op de manier waarop zij mij toen hebben geholpen.”
Stijgende lijn VCA, winkelmedewerker, kassamedewerker, BHV, EHBO en opleiding voor voorman, Jan heeft het de afgelopen jaar veel cursussen gevolgd. De laatste tot voorman was het meest intensief: 18 maanden, theorie op school en opdrachten uitvoeren op de werkvloer. “Dat heb ik altijd als leuk ervaren. Vroeger dacht ik, dat kan ik niet...maar ik kom er nu achter dat ik het wél kan. In het begin had ik voor een examen een natte rug en sliep ik slecht. Maar nadat je er al 6 gehaald hebt, denk je bij de volgende, dat zal deze keer ook wel lukken”. Jan wil deze stijgende lijn graag doorzetten; “Ik zit nu echt op de plek die ik wil, ik ga graag naar mijn werk. En kijk, als de werkleider weggaat, dan wil ik dat wel overnemen!”
15
Uit de praktijk: Logistiek Kees Leeftijd: 59 jaar Functie/baan: controleur / magazijnmedewerker Bedrijf: sinds 19 jaar bij CJ Hendriks Kees staat om 5 uur op, kwartiertje rijden dan is hij bij de loods. “'s Morgens rij ik via zuid, 's avonds via noord. Ik begin om 6 uur en stop vaak rond half 7. Ik ben elke dag 10 of 11 uur op het werk, dat vind ik leuk.”
Gele papiertjes Op gele papiertjes krijgen de orderpikkers hun opdrachten binnen, die worden uit de gangen van de loods met de heftrucks in een sneltreinvaart opgepikt en op pallets klaar gezet. “Die pallets moeten dan naar Amsterdam, Rotterdam, of de rest van Nederland.” 3 jaar geleden onderging Kees een operatie. Sindsdien doet hij “rustig an”. Kees controleert de pallets voordat ze verzonden worden, met de gele papiertjes in zijn hand. “Bij een verkeerde doos haal ik mijn collega’s erbij en dan moet het opnieuw. En voor kleine klantjes doe ik nog wel orders pikken.” Door zijn werkervaring bij CJ Hendriks kent Kees bijna alle klanten. “Ik denk dat ik 90% van de loods ken.” Frank, de leidinggevende van Kees, vult aan: “Ze werken in de loods met een extreem lage foutscore van 0,2% en bij controle haalt Kees er dan nóg fouten uit”. Kees geniet er zichtbaar van: “dan zit ik gewoon te genieten, 't is weer gelukt vandaag!”.
Niet op de heftruck Kees stelt hoge eisen aan het werk dat hij doet en verlangt dat ook van anderen. “Ik kan zelf heel goed onder een baas werken, ik sta heel vroeg op, gewoon alles aanpakken, dan kan je trots zijn op jezelf.” Kees wil ook dat collega’s elkaar eerder aanspreken. “Soms denk ik ‘ga nou ff lekker door’. Dat vind ik soms lastig en dan moet ik even m'n ei kwijt, maar ik neem het nooit meer naar huis.” “Maar zet mij niet op de heftruck!”, zegt Kees stellig. ”Zo’n ding weegt zo’n 2,5 ton en dan rijden ze door die smalle gangetjes. Ik heb teveel ongelukken zien gebeuren, met vallende pallets en dat soort dingen. Ik was op een gegeven moment een certificaat aan het halen, maar toen ik op die heftruck moest klimmen toen ben ik gewoon weggelopen.”
Melkboer De ouders van Kees hadden een eigen winkel waar ze melk verkochten in Slotermeer bij de Burgemeester Fockstraat. Hij begon aan een opleiding boekhouden (LEAO) en werkte daarbij op zijn e 16 op een accountantsbureau. “Mijn maar toen is m'n vader overleden en toen ben ik gestopt en in de winkel gekomen – toen was ik melkboer. Ik ben toen met m'n meisje getrouwd en samen hebben we er 18 jaar gezeten.” Met de winkel ging het op een gegeven moment slecht. ”Ik dacht altijd ik zoek eerst een baan en daarna verkoop ik de winkel, maar toen kreeg ik zo'n goed aanbod, toen hebben ze het pand overgenomen.” Kees heeft toen een half jaar bij “Dirkie” gewerkt – supermarkt Dirk vd Broek. “Maar dat deed ik met tegenzin en ben bij het arbeidsbureau langsgegaan en zag een advertentie bij CJ Hendriks.”
Van bureau naar loods “Ik ben op kantoor begonnen als boekhouder, want ik had tenslotte m'n diploma boekhouden voor de winkel. Maar toen werd m'n meissie ziek, met alle gevolgen van dien, ze is in 2004 overleden. Toen
16
ging het wel even wat minder met me.” Op kantoor voelde Kees zich niet goed. Frank vult aan: “Hij zat op een gegeven moment huilend achter zijn bureau. Ondanks dat het niet ging was hij er toch. Wat een arbeidsethos, he?”. Kees vertelt dat zijn collega’s voorstelden om misschien voor een paar maanden “beneden” te gaan werken (in de loods). Het begon met een goed gesprek en afspraken met de loodsbaas en dat beviel Kees prima “hier had ik geen tijd meer om na te denken”.
De toekomst Kees vindt het belangrijk om altijd te blijven leren. “Dat zeg ik ook altijd, de draad weer oppakken is moeilijk. Blijf alsjeblieft doorleren, ga niet thuiszitten, dat draadje oppakken is zwaar. Je moet toch in het ritme blijven, anders wordt het lastig.” Kees wil graag bij CJ Hendriks blijven werken, “over 5 jaar werk ik hier nog steeds, ik wil wel blijven controleren – desnoods in een rolstoel op kantoor!”.
17
Uit de praktijk: Logistiek Martha Leeftijd: 43 Functie: Orderpikker Bedrijf: werkt al 20 jaar bij sociale werkplaats Pantar op diverse locaties nu sinds anderhalf jaar bij CJ Hendriks Martha heeft 8 jaar geleden haar vriend via Pantar ontmoet, hij is chauffeur en rijdt binnenlandse ritten. Haar zwager werkt ook bij Pantar en geeft haar elke ochtend en middag een lift.
Orders van Timon Martha werkt 5 dagen per week in de loods van CJ Hendriks en in dienst bij Pantar. Ze is voorvrouw, maar op dit moment heeft ze geen eigen ploeg. “Ik begin ‘s morgens vroeg om 8 uur en dan krijg ik van Jeroen de orders die ik moet lopen.” Martha is heel blij dat ze haar eigen baas is en zelf haar tijd in kan delen. Ze is verantwoordelijk voor alle zendingen van Timon - van die opvouwbare kartonnen krukjes. “In mijn eentje kan ik zo lekker doorwerken.” De hele dag loopt ze naar de stellages, pakt het aantal dozen met krukjes en legt ze op pallets of maakt er pakketjes van. Martha heeft de opleiding huishoudschool (LHNO) gedaan. Ook daar vond Martha het leuk dat ze veel zelf mocht bedenken wat ze moest doen. “Daarna ben ik begonnen aan de opleiding voor kinderopvang, dat leek me echt heel leuk, ik ben gek op kinderen en wilde graag in de opvang werken.” In het laatste jaar is haar verteld dat ze niet geschikt was om met groepen te werken, dus toen moest ze stoppen met de opleiding.
Brief aan de koningin Via de plaatsingen van Pantar heeft Martha al vele banen in verpakking en verzending gehad, bijvoorbeeld voor Montapak. Die baan kreeg ze toen haar moeder een brief aan de koningin had gestuurd dat het tijd werd dat haar dochter ging werken. “Daarna heb ik een tijd bestek ingepakt voor KLM. Daar werd het plastic bestek verzameld en ingepakt voor de vliegtuigen.” Dat werk was onder haar niveau. Dus is ze bij Studio 100 gaan werken, waar ze 10 jaar lang de merchandising afhandelde. “Het leuke is dat je de hele dag met leuke spullen bezig bent, bijvoorbeeld met speelgoed of T-shirts van Kabouter Plop. En als ik een verjaardag had mocht ik de spullen voor inkoopprijs meenemen, dat scheelde ook weer. Maar Studio 100 is failliet gegaan.“
Kat uit de boom Toen ze bij Hendriks geplaatst werd moest de loodsbaas erg wennen. “Hij zat echt de kat uit de boom te kijken. En de medewerkers hier waren bang dat de Pantar-medewerkers hun banen zouden overnemen. Ook wist men niet wie er nu weer binnenkwamen. Maar nu zijn we allemaal aan elkaar gewend, hier in het team is het altijd wel gezellig.” Een vaste baan bij Hendriks hoeft ze niet per se; “Als ik maar met dezelfde groep kan werken, het is fijn dat je mensen om je heen hebt die weten wat er met je is en er voor je zijn.” Net als vorig jaar toen haar dochter uit huis werd geplaatst. “Dat was het beste, maar het voelt nog steeds heel rot en dan is het fijn dat mensen je kennen.”
18
“En het is ook goed voor me dat als ik een mindere dag heb gewoon lekker voor mezelf kan werken.” Als Martha een slechte dag heeft kan ze zich maar op één ding tegelijk concentreren en wil ze niet teveel tegelijk doen. “Dus er moet niet gebekvecht worden, maar het is helemaal ok hier en ik hoop hier nog lang te blijven.”
19
Uit de praktijk: Logistiek / Zakelijke dienstverlening Peter Functie: Voorman Bedrijf: ICOVA verwerking van afvalstromen Peter werkt vanuit een piepkleine kantoortje, bij de ingang van de enorme recycleloods van ICOVA. Er denderen vrachtwagens voorbij die materiaal komen laden en lossen. De veiligheidshelmen kunnen binnen even af en het raam gaat dicht voor de herrie. “Ja, en nu is het nog minder druk, door de crisis, dan is er minder afval. Anders is het hier een af- en aanrijden van wagens”.
Hotel de L'Europe Peter is begonnen op de LTS in de opleiding kok-kelner. Toen hij 18 jaar was kreeg hij een baan bij Hotel de L'Europe, “zo'n sjieke tent, weet je wel”. Peter vindt zichzelf daar achteraf gezien veel te jong voor, “al m'n vrienden waren vrij op feestdagen en dan moest ik juist werken. Dat hield ik niet lang vol”. “En ja, en m'n accent was ook zo’n dingetje,” – Peter praat plat Amsterdams – “ik mocht ook niks zeggen tegen de klanten. Kortom, ik had het op een gegeven moment wel gezien, dan ging ik liever naar het zwembad, biertje erbij”.
Om 5 uur op Peter heeft toen even als chauffeur gewerkt, op de vrachtwagen. “Maar wel in het binnenland hoor, nee, ik wil thuis eten!”. Via een kennis kwam hij toen op een zandwagen terecht bij Van Gend & Loos. “Daar heb ik het rijden op een shovel en een kiepwagen allemaal geleerd, tot ik wat onenigheid kreeg en ben weggegaan”. “Ik hoorde toen via via over ICOVA en toen dacht ik daar wil ik wel eens kijken. Het was toen vakantietijd en hartstikke druk, toen vroegen ze of ik niet effetjes 6 weken wilde rijden op de shovel. Dat heb ik uiteindelijk 11 jaar binnen in de loods gedaan.” Peter werkt nu al 7 jaar als voorman, 6 dagen in de week. “Normaal begin ik om 5 uur, zodat alles schoon is als de jongens komen.” Lachend voegt hij toe: “Op zaterdag slaap ik uit, dan begin ik om 6 uur. Ik zie mezelf nog 9 jaar werken en dan stop ik ermee.”
Tips voor de jongens Volgens Peter ben je op school nog te jong om te kiezen voor een vak. “Een hele grote groep gaat gewoon naar school en weet niet wat het wil. Zo ben ik ook op die LTS terecht gekomen. Achteraf weet je dan wel dat je door had gewild, maar daar had ik toen echt geen zin in. Dan word je brutaal en eraf getrapt”. “Hier leert iedereen alles intern”. Ook chauffeurs die al jaren bij ICOVA werken, gaan ook allemaal op cursus. “Ja, dat is allemaal op zaterdag. En nu de laatste weken hadden ze geluk, want het weer is niks, maar als de zon schijnt dan hoor je ze wel klagen hoor!”. “Ik heb ook zo'n dochter van 22 en die loop ik ook te pushen. Ze wil alles lenen – laatst nog de auto om op vakantie te gaan. Maar dan zeg ik, ga zelf maar geld verdienen. Nou, maar ik heb niks te klagen hoor ze heeft gewoon een baan, maar ze heeft ook niet doorgeleerd”.
Toedeledokie “Wat ik minder vind aan mijn baan? Ja, salaris, hè...”, hij lacht. “Nou, ja soms heb je wel eens mindere dagen, maar dan gooi je het eruit en dan ben je het ook kwijt”. Peter vindt zijn werk verder heel divers: “Af en toe rij ik nog eens op de heftruck en verder regel ik alles zo'n beetje. Ja, ik vermaak me wel op
20
m'n werk, ik kan doen en laten wat ik wil. En als het mooi weer is, ben ik op tijd thuis in Oostzaan en dan spring ik op mijn boot en dan toedeledokie!”.
Peter als voorman Veiligheid is belangrijk geeft Peter aan: “nu is er één bus in het uur – dat merk je wel aan de jongens, tegen de tijd dat de bus bijna gaat is iedereen hurry up, anders duurt het weer een vol uur voordat de volgende gaat. Maar voor de veiligheid kan dat eigenlijk niet.” Ook naar ons is Peter 'streng' als we naar buiten gaan, hij wijst ons erop helm en hesje aan te doen. “Je krijgt maximaal 3 keer een waarschuwing. En dat geldt ook voor de werknemers. Vroeger hadden sommige jongens dan nog wel eens een grote bek, maar dat hebben we nu niet meer, want je ligt er zo uit”.
21
Uit de Praktijk: Reparatie Richard Functie: 5 dagen per week als werkbegeleider Bedrijf: Basic Activering Leeftijd: 40 Basic Activering geeft trajectbegeleiding aan “jongens” die allemaal een ander verhaal en achtergrond hebben. Sommigen komen van de straat, anderen hebben wat “geflikt” of komen vanuit diverse soorten begeleiding van de GGZ.
Klein begonnen De werkplek van Richard is een grote loods in Zuid Oost. BasicActivering is daar klein begonnen, het werk en de uitrusting van de loods breidt steeds verder uit “Het gaat stap voor stap, maar dat is nou het leuke ervan”, vindt Richard. Richard heeft een lange carrière achter de rug met wisselende banen en veel ups en downs. Hij is nu werkbegeleider in Zuid Oost van de locatie van BasicActivering waar veel met fietsen, scooters en auto’s wordt gedaan. Hierbij werkt hij met een aantal jongens die hij van alles leert.
Richard als werkbegeleider Soms zijn er 4 jongens op een dag, soms 10. “De ene moet je alles tien keer rustig uitleggen, en dan doet ‘ie nog wat anders. De ander leg je het een keer uit en die pikt het meteen op. Soms gaat het fout, maar juist van fouten leer je.” Geduld is soms nodig, “want je hebt mensen die zo van de straat komen en de eerste maanden alleen maar op een stoel zitten. De kunst is te vinden wat ze leuk vinden. Je hebt altijd luie mensen die de kantjes eraf lopen, maar als ze niet gemotiveerd zijn, ga ik zoeken tot ik wat vind. Bij BasicActivering kan je veel verschillende dingen doen en leren.” Dus als iemand fietsen maken niet leuk vindt, dan kijkt Richard of er klussen zijn die wel bij hem passen. Maar bij andere projecten moeten de jongens soms een hele dag papier prikken. “Dan is sleutelen snel veel leuker.”
Eenmansbedrijfje Op de LTS Metaal leerde Richard machinebankwerk “frezen, lassen en schaven”. Toen heeft hij een tijdje in de metaal gewerkt, Richard is een harde werker en kreeg snel andere banen met meer salaris aangeboden. En meer verdienen wilde hij wel. “Toen ik 16 was ging ik met mijn stiefbroers mee om als glazenwasser te werken. Al snel had ik een eenmansbedrijfje met een eigen hoogwerker en deed ik alles: besturen, ramen lappen, facturen, afspraken plannen.” Voordat Richard het wist was hij de hele dag aan het werken. “Je had nooit vrije tijd en je bent bezig tot je in bed ligt. Het verdiende wel goed, maar je kreeg er ook gedoe bij, mensen die facturen niet betalen. En dan moet je ‘s avonds gaan nabellen.” Op een gegeven moment werd het allemaal teveel, zijn relatie liep stuk en Richard kreeg een burn-out.
Dakloos Hij stond er alleen voor, en kon niets meer, Richard werd dakloos. Gelukkig had hij vrienden die hem hielpen. “Het is een gedoe als je dakloos bent. Alles kost tijd en niks gaat vanzelf. Ik heb geen UWV uitkering aangevraagd, want dan moest ik allemaal formulieren in vullen.” Na een tijdje als dakloze heeft Richard bij DWI gevraagd om weer wat te mogen doen. “Mijn klantmanager heeft met veel geduld tegen me gezegd dat ik het rustig aan moest doen.” Uiteindelijk is Richard via Hi5 van HVO Querido bij Ruud van BasicActivering terechtgekomen.
22
“Ik kwam vanuit West op de scooter naar IJburg om daar te klussen.” Voor Ruud heeft hij het wagenpark onderhouden. Richard was dan niet voor monteur opgeleid, maar zijn stiefvader heeft hem toen hij jong was wel van alles geleerd, dat kwam nu goed van pas. “Gewoon onder de auto gaan liggen en alles uitleggen. Wat ik niet weet zoek ik gewoon op internet op. Via tekst en filmpjes zie ik dan hoe ‘t moet.”
Toekomst Richard zit nu hartstikke goed. Met Ruud heeft hij goede afspraken, ook over wat hij verdient, en hij leert weer een hoop. “Hoe je met die jongens omgaat, bijvoorbeeld. Dat gaat me makkelijk af, ik probeer er niet boven te staan. Dat lukt ook omdat ik ook van de straat kom.” Richard kijkt nu vooral of hij het werk leuk vindt: “Ik heb liever een baan met leuke collega’s en dat ik kan doorgroeien. Bij Ruud krijg ik die kans.”
23
Uit de praktijk: Zakelijke Dienstverlening / Logistiek Frank London Functie: Operationeel manager Bedrijf: CJ Hendriks, Amsterdam Sloterdijk CJ Hendriks is een 5e generatie familiebedrijf in expeditie. De huidige eigenaar is 58, maar het is nog niet duidelijk hoe het met de volgende generatie staat. Er werken zo’n 70 mensen. De werkzaamheden en banen zijn zeer divers – in de loods: loodsbaas, lossen/lader, chauffeurs en orderverwerkers en op kantoor: boekhouders, planners en accountmanagers. CJ Hendriks heeft nu vier locaties verspreid over Sloterdijk, gezamenlijk wel zo’n 40.000m3. De meeste medewerkers werken in vaste dienst. Daarnaast is er een sociale werkplaats die plek biedt voor een ploeg van Pantar. Slechts de helft van de medewerkers komt uit Amsterdam, verder veel uit het Gooi, Waterland, Purmerend, etc.
We sturen in principe niemand weg Solliciteren vindt Frank altijd een moeilijk proces. Hij werkt liever met goede contacten. Nieuwe medewerkers komen eigenlijk bijna allemaal “via via” binnen; netwerk, kennissen, stages. “Er worden zelden advertenties geplaatst. Chauffeurs van Hendriks zetten mondeling vacatures uit bij de rustplekken en restaurants voor truckers. “Ze delen dan een telefoonnummer uit, zo iemand belt dan en komt op gesprek. “ Frank zegt: “we sturen in principe niemand weg”. Hij geeft wel tijdelijke contracten, maar heeft wel altijd vast dienstverband voor ogen. Ook heeft hij laatst iemand van 60 aangenomen, “was een aardige vent, een harde werker.” Het liefst heeft Frank “kiene” medewerkers die goed kunnen rekenen en tellen en secuur zijn. Hendriks heeft soms veeleisende klanten. Zo werkt het ook met stages, waarbij ze een nauwe samenwerking met het Nova College hebben. “Het Nova College selecteert voor en weet wat voor jongens ik zoek. Of ik krijg een vriendje van een stagiair van vorig jaar. De jongens kunnen van alles leren, in het eerste jaar in de loods, dan bijvoorbeeld het tweede jaar op kantoor.”
Lang dienstverband Veel medewerkers blijven lang in dienst. “Als ze eenmaal binnen zijn en ze zijn goed, dan zorgen we voor afwisseling in werk. Je kan doorstromen van loods naar kantoor en andersom.” “We kijken waar mensen goed in zijn en waar ze kunnen leren. Dat doen we door mensen te waarderen en ze echt te leren kennen. Kom erachter waarom iemand chagrijnig is, toon begrip!” Frank loopt elke dag langs bij de loodsbazen en praat dan ook met de medewerkers, zodat klachten snel bij hem terecht komen en hij weet wat er speelt. Zo kwam hij erachter dat een bepaalde drempel heel irritant was bij laden en lossen. Dat valt niet op als je er een keer overheen gaat, maar wel als je dat de hele dag doet…” Op die manier weet Frank snel te handelen, in dit geval door rijplaten neer te leggen. Hiervoor heeft Frank gewerkt bij inroostering van busvervoer. Daar moest hij soms wel 200 man inplannen. “Dan ken je de mensen niet meer en zie je alleen namen. Dan is het ook lastiger in te schatten waarom iemand zich vaak ziek meldt.”
Niet zeuren e
“Wie komt er niet binnen?” Frank lacht, en zegt: “Negatieve mensen, mensen die bij het 1 gesprek zeuren over hun huidige baas, want dan zeuren ze straks ook weer over mij. En mensen moeten geduld hebben. Bewijs eerst maar wat je kan, voor je eisen gaat stellen.”
24
En bij Hendriks is het belangrijk dat mensen op tijd komen. “Want anders kan de ploeg niet aan de slag. Je bent allemaal van elkaar afhankelijk.”
Samenwerking met Pantar De samenwerking met Pantar is ontstaan door één intensieve klus. “Er moesten kerst-displays worden gevouwen en gevuld. Dat was een te groot volume voor Hendriks.” Hij heeft toen contact gezocht met Pantar en die heeft hem rondgeleid bij alle locaties. “Het gaat om mensen met een ‘rugzakje’, maar het zijn wel perfecte fietsenmakers enzo.” Nu werken er 30 of 40 man van Pantar in de loods.
Hoe ziet de toekomst eruit? Frank stelt: “Het werk verandert permanent, bijvoorbeeld automatisering op kantoor. We maken constant commerciële afweging. In de haven zie je dat men nu veel containers van Kruidvat aan het lossen is, allemaal goedkoop spul uit China. Maar je moet nooit teveel sjouwen met spullen, want dan gaan de kosten stijgen. En dan wordt het transport duurder dan productie binnen Europa.” Er is ook concurrentie, met veel Polen en Roemenen die onder de marktprijs werken. “Maar dat keert wel weer.” Alle chauffeurs bij CJ Hendriks rijden volgens CAO en krijgen ook wachttijden betaald. “Wij vinden het belangrijk dat onze medewerkers goed en betrouwbaar zijn, klanten die dat minder belangrijk vinden mogen gerust naar een ander gaan.” “Extra drukte vangen we op met een flexibele schil, door bijvoorbeeld mensen te vragen wat meer uren te werken. Of mensen die met pensioen zijn nog een keer een ritje te laten rijden. Uitzendkrachten voor één dag inhuren heeft geen zin, omdat het werk vrij precies is en je anders elkaar in de weg gaat lopen bij een ploeg.”
25
Uit de praktijk: Transport en Logistiek Marc Boland Functie Projectleider Westpoort + Transport & Logistiek Bedrijf: Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam “Het Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam geeft ondersteuning, informatie en advies aan werkgevers met arbeidsmarktvragen, bij het zoeken naar gekwalificeerde medewerkers, in dienst of gedetacheerd, of naar medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt.”
‘Added Value’ Marc werkt voor het Werkgeversservicepunt in het Amsterdamse “havengebied”, ofwel Westpoort. Het bestaat slechts uit een klein deel ‘watergebonden’-bedrijven. Dat betekent dat er in Westpoort veel bedrijven zijn die “added value” activiteiten uitvoeren (zoals CJ Hendriks), in plaats van puur overslag (verplaatsen van goederen zoals in Rotterdam). Voor het soort functies in Westpoort betekent dat medewerkers zich bezig houden met ontvangstcontrole, voorraadbeheer en orderpicking. En dat er diensten uitgevoerd worden om het product aan te passen aan de wensen van de klant: labelen, overpakken, extra kwaliteitstesten, assembleren en ondersteunen van marketing door het opbouwen en verspreiden van displays en/of promotie-producten. Marc gaat veel op bezoek bij bedrijven. “Elkaar kennen is toch de beste manier om te netwerken. Zo ga ik vaak naar het Westpoortontbijt dat één keer per maand wordt georganiseerd. Het is toch een kwestie van herhalen om je boodschap en je diensten onder de aandacht te brengen. En je moet ook eerlijk zijn over wat je wel kan en wat de vaardigheden van de mensen zijn die je naar werk toe leidt.”
Vervoer e
In Westpoort zitten 2300 bedrijven - het 3 bedrijfsterrein van Nederland - WSP heeft contact met circa 1250 bedrijven. “Een van de grootste problemen in Westpoort voor de werknemers is het vervoer. Vanuit Zuid Oost of Centrum ben je nogal lang onderweg. Er rijden namelijk bijna geen bussen meer.” “Werkgevers vinden het natuurlijk wel heel belangrijk dat een werknemer op tijd er is om aan de slag te gaan. Maar als je hier om stipt 6 of 7 uur aanwezig moet zijn, dan heb je niets aan het openbaar vervoer of de fiets. Het gebied is daarvoor veel te groot. Dat is echt iets om goed over na te denken, als je mensen hier naartoe stuurt. Sommige bedrijven halen dan ook zelf hun mensen op. Anderen bedrijven werken samen en “poolen” het vervoer.”
Over de werkgelegenheid: VIP-chauffeurs en matrozen WSP leidt veel mensen toe naar de bedrijven op Westpoort en krijgt momenteel veel aanvragen voor personenvervoer. “Dan met name VIP-chauffeurs voor directeuren. In plaats van een auto met chauffeur boekt men nu enkele ritten. Hier zijn mensen voor nodig, die een representatieve functie kunnen vervullen. Daarnaast krijgt men nog vragen naar matrozen voor de binnenvaart. De goederen business loopt nu terug.” “Niet elk bedrijf of sector kunnen we even makkelijk benaderen. Een groot autobedrijf bijvoorbeeld, die stelt dat een Pool drie keer zo hard werkt, voor minimumloon.” Naast Westpoort is er ook de Greenpoort – de productie en handel in de tuinbouw. Ook het werk in de kassen loopt terug, maar WSP bemiddelt hier überhaupt niet vaak naartoe. Polen staan ook bij de kassen bekend als harde werkers. “Dan hoef je echt niet met een bus WWB-ers aan te komen, waarvan bijna niemand gemotiveerd is.”
26
Toekomst – vergrijzing op Westpoort Marc in een interview online: “Het viel ons op dat werknemers over het algemeen lang bij de organisaties in Westpoort blijven werken. Loyale medewerkers, dat is wat ieder bedrijf wil, ook al omdat de kennis zo in het bedrijf blijft. Het betekent wel dat de gemiddelde leeftijd ieder jaar omhoog gaat. We horen bij sommige werkgevers dat de gemiddelde leeftijd rond of boven de 50 is. Er komt uiteindelijk een moment dat ook deze medewerkers weggaan, met pensioen bijvoorbeeld.” Zo zal er de komende jaren een behoorlijke groep medewerkers vervangen moeten worden. Totaal gaat dat toch gauw om duizenden medewerkers, zeker in het noordelijke deel van Westpoort. En dan gaat het om hoog gekwalificeerd personeel, maar ook om lager geschoold werk. Niet direct urgent, maar op iets langere termijn wel belangrijk voor de continuïteit.”
Eerlijk zijn en relatie opbouwen Marc organiseert ook sessies met klantmanagers om hen te vertellen om wat voor soort werk het gaat in Westpoort en wat je nodig hebt om hier te slagen. Zodat klantmangers een goed beeld krijgen bij wat het werk nu echt inhoudt. Meestal worden er in een gesprek met de werkgever ook andere zaken besproken dan de vacature. Het gaat erom mensen te vinden met de goede mentaliteit, mensen die willen. “Onze mensen hebben niet meteen de goede uitstraling of het goede verkooppraatje, maar wel de juiste motivatie. Ze willen graag en willen leren.”
27
Uit de praktijk: Sociaal ondernemen Menno en Mihaly Schroth Functie: Eigenaar en uitvoerder Bedrijf: detacheringsbedrijf Tornado BV
Tornado BV levert personeel voor bedrijven die op zoek zijn naar een goede invulling van het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) of social return on investment (SROI) – zo ook aan ICOVA.
Paradepaardje “Omdat Nederlandse werklozen niet te porren zouden zijn voor fysiek werk, zoeken veel werkgevers hun heil bij buitenlandse arbeidskrachten. Dat is niet altijd de oplossing. Tornado heeft met succes 15 Polen door onder andere langdurig werklozen vervangen. De Polen werkten bij ICOVA, maar zaten altijd aan één tafel, de vaste medewerkers van ICOVA aan een andere. Onderling contact was vrijwel onmogelijk door de taalbarrière.” Directeur Louis Sciarli (van het moederbedrijf van ICOVA) zat ermee. Vooral het veiligheidsrisico baarde hem zorgen, er rijden vrachtwagens en shovels rond en er wordt gewerkt met zwaar materieel. Dat vereist zorgvuldig werken en communicatie is daarbij belangrijk. Er werd contact opgezocht met detacheringbedrijf Tornado BV, dat moeilijk bemiddelbare werklozen de arbeidsmarkt op helpt. Het project om mensen aan het werk te zetten bij ICOVA is een echt “paradepaardje”. Mihaly: “het laat zien dat er genoeg werk is en mogelijkheden in de branche, maar je moet het wel dóen!” Mihaly ligt het verhaal toe: “Bij Icova werken vanuit Tornado gemotiveerde harde werkers op de afval sorteerlijn,” Tornado heeft goede contacten met het WSP en met UWV. Er worden 20 SROI plekken opgevuld door Tornado. “Eerder lieten ze wel eens mensen werven in de Bijlmer. Toen kwamen er een aantal Afrikanen binnen uit Ghana en Nigeria.”
Ruis wegnemen “We nemen de ‘ruis’ weg. Het gedoe, het vervoer en de begeleiding. Zelfs schuldhulpverlening en problemen bij loonbeslagen en huisuitzettingen regelen we zelf. Als bedrijf regelen we zelfs betalingsregelingen, bellen met CVZ en UWV als er gedoe is. Zodat mensen aan de slag kunnen en blijven. Het werkt wel, maar je moet er bovenop blijven zitten.”
Spelregels We gaan rondkijken in de loods - het is er enorm groot en er wordt druk heen en weer gereden door grote vrachtwagens met afval. Binnen is er lawaai van heftrucks, de sorteermachine en andere wagens, het ruikt niet fris en er vliegen vele meeuwen rond. Toch zegt Mihaly, “door de crisis is het nu stil hier. Vroeger was het een gekkenhuis qua beweging.” “Er is nu weinig werk, veel wordt gemaakt in China of naar Oost-Europa. Daar is op zich niks mis mee, maar dan moeten voor bedrijven wel dezelfde spelregels gelden.” Mihaly doelt op CAO en cross border afspraken. “Er zijn hier nu mensen vanuit de WW en WWB aan de slag. Graag willen we dit succes herhalen,” maar zoals Mihaly zegt, “de financiële stroom wordt uitgekleed en er is steeds meer concurrentie van werknemers vanuit het buitenland.” “Bij de kassen bijvoorbeeld kom je er niet in, werkgevers daar zijn klaar met politiek en UWV komt ook niet binnen. Daar werken nu vooral veel Polen.” De oorzaak ligt volgens Mihaly bij de voorbeelden waarbij vanuit WW en WWB een “ongesorteerde lading mensen” naar de kassen werd gestuurd. “Maar niet iedereen is geschikt voor het werk, je moet wel hard willen werken. Ook de beeldvorming
28
rond de bussen van Marco Florijn in Delftland hebben niet veel goed gedaan. Daar zijn uiteindelijk maar 1 of 2 mensen überhaupt aan de slag gegaan.”
Wat zoeken jullie in mensen? “Opleiding maakt niet uit”, zegt Menno, eigenaar van Tornado BV, “Wat je aan scholing niet hebt moet je in karakter compenseren.” Belangrijk daarbij zijn motivatie en op tijd komen. Iedereen werkt van zes tot half tien en na een korte pauze door tot half twee voor een tweede pauze, om vier uur is men klaar. Het is belangrijk op tijd te zijn, want aan de band werk je in een team.” Een beetje Nederlands helpt ook, want de jongens moeten elkaar wel kunnen verstaan.” Mihaly legt uit: ”Er was een man die al 23 jaar hier is en hij spreekt nog steeds geen Nederlands. Ik zeg dan ‘je moet toch de verplichte inburgering doen’. Voor je toekomst hier moet je gewoon Nederlands spreken. Sommigen werknemers komen op kantoor direct vanuit de pardonregeling, ze krijgen geen uitkering dus moeten werken. Diegene die geen ervaring hebben en geen Nederlands praten hebben echt een probleem.”
29