HAAL meer
uit uw
personeel
Verslag Congres
Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Toespraak Henk Pijlman
6
Forum n.a.v. presentatie rapport
9
Lezing Esther Raats-Coster
14
Sterke staaltjes impressies van co-makership 16 Co-makership markt praktijkvoorbeelden van samenwerking
bedrijven / instellingen en onderwijs 20
Forumleden/toelichting sprekers
2
26
Voorwoord De arbeidsmarkt is volop in beweging. Vergrijzing en ontgroening maken de arbeidsmarkt de komende jaren naar verwachting krapper. Tegelijkertijd vraagt de omschakeling naar een kenniseconomie om personeel dat steeds hoger opgeleid is, niet alleen aan het begin van iemands carrière, maar gedurende zijn of haar hele arbeidzame leven. De ontwikkeling van personeel is dus een onderwerp waar vele partijen de komende jaren mee bezig zullen zijn. Werkgevers, werknemers, intermediairs, opleidingsinstituten, kennisinstellingen en overheid zullen hierbij zo veel mogelijk samenwerken. Om deze samenwerking beter te laten verlopen hebben de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, de Hanzehogeschool Groningen en de Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland het initiatief genomen om alle betrokken partijen bij elkaar te brengen op 17 november jl. tijdens het congres ‘Haal meer uit uw personeel’. Dit met als doel om via het uitwisselen van mooie praktijk voorbeelden de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen in Noord Nederland te versterken. Of dat laatste ook is gebeurd, zal de tijd moeten leren. Wel bleek op 17 november jl. dat het onderwerp bij velen leeft. De opkomst was hoog en de discussies en gesprekken tijdens de co-makership markt levendig. Tijdens de forumdiscussie bleek bovendien dat onder werkgevers in Noord-Nederland er een grote bereidheid is om in hun personeel te investeren.
Keynote spreker Esther Raats – Costers drukte daarbij wel de bezoekers op het hart hierbij niet alleen te investeren in de vaste medewerkers, maar juist ook in de groeiende groep flexibele medewerkers. Deze groep gaat in haar overtuiging over een paar jaar het verschil maken. In dit boekje vindt u het verslag van dit congres en geven wij u de gelegenheid om nogmaals of alsnog kennis te nemen van de mooie praktijkvoorbeelden, de presentaties en de discussies tijdens het forum. In het najaar van 2012 zult u opnieuw een uitnodiging van ons ontvangen voor een congres rondom het thema onderwijs & arbeidsmarkt. Wij hopen u dan weer te mogen begroeten. Geert Sanders Dagvoorzitter congres “Haal meer uit uw personeel”
3
Inleiding Vergrijzing, ontgroening, bezuinigingen en een economische crisis maken de vooruitzichten voor de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor de komende tien jaar spannend. Wat is er nodig om in 2020, met een bedrijf met voldoende goed geschoold personeel, de concurrentie met vertrouwen tegemoet te zien? Om op die vraag antwoord te vinden kwamen er op een mistige novembermiddag circa 150 deelnemers uit het Groningse bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en intermediairs naar Paterswolde om geïnformeerd te worden over dit onderwerp en zich daarmee beter te wapenen tegen veranderingen op die arbeidsmarkt. Die middag werd een rapport over scholingsinvesteringen en personeelsstrategieën bij het Noordelijk bedrijfsleven gepresenteerd en discussieerde een forum met een viertal prominenten over het heden en de toekomst. Het tweede gedeelte van de middag was gewijd aan een bijzondere markt waar - aan de hand van praktijk voorbeelden - duidelijk werd dat co-makership tussen onderwijsinstellingen en de noordelijke bedrijven een oplossing kan bieden om de problemen van de toekomstige arbeidsmarkt te overwinnen.
4
Opening Met de woorden ‘haal talenten uit jezelf en uit de mensen om je heen’ opende dagvoorzitter Geert Sanders, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland, het plenaire gedeelte van het congres Haal meer uit je personeel. Door te verwijzen naar het begrip ‘employability’ dat midden jaren negentig opgang deed, plaatste hij het thema Leven Lang Leren, het blijvend ontwikkelen van de talenten van werknemers om hen zo meer, langer en beter toegerust aan de arbeidsmarkt te laten deelnemen, in een breder kader. Het gaat hier over het uitnodigen en uitdagen van werknemers om niet stil te blijven zitten, maar zichzelf aantrekkelijk en employable te houden. Een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel werkgevers als werknemers. Maar ook een taak voor onderwijsinstellingen om mensen al in het initieel onderwijs zodanig op de leiden dat ze passen op de zich vernieuwende arbeidsmarkt. Een taak die een vervolg krijgt in het hen - gedurende de hele loopbaan - geregeld om- en bij te scholen.
“Het gaat over het uitnodigen en uitdagen van werknemers om niet stil te blijven zitten, maar zichzelf aantrekkelijk en employable te houden.”
5
Toespraak Henk Pijlman Henk Pijlman, voorzitter van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen, ging in zijn welkomstwoord in op de veranderingen die ons de komende decennia te wachten staan.
6
Deze veranderingen zullen enerzijds demografisch zijn: vergrijzing en krimp. Maar daarnaast zijn er andere factoren die invloed hebben op werknemers en hun werk van vandaag en morgen. Globalisering, technologische ontwikkeling en innovatie hebben zoveel invloed dat mensen zich moeten blijven ontwikkelen om inzetbaar te zijn en blijven.
maar ook vaker dan voorheen met diversiteit en oplossingen op maat klaar moeten staan om in te spelen op specifieke vragen en problemen van de werkvloer.
Deze veranderingen hebben invloed op de omvang en diversiteit van de vraag van mensen naar scholing, waardoor ook het aanbod van onderwijs aan werkende volwassenen een verandering zal ondergaan. De onderwijsinstellingen zullen niet alleen méér moeten kunnen aanbieden,
Dit congres is een resultaat van gezamenlijke inspanning van bedrijfsleven en onderwijsinstellingen, en is daarmee de opmaat voor een gezamenlijke aanpak die de veranderende situatie op de arbeidsmarkt van ons zal vragen.
Het gaat dus de komende jaren over hoe werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen, bijdragen aan de inzetbaarheid van werknemers.
Rol van de overheid Bij dit alles zal de overheid ook haar verantwoordelijkheid moeten nemen. De regering heeft een Actieplan MBO opgesteld om de prestaties van de ROC’s te verbeteren wat resultaten in de toeleiding naar de arbeidsmarkt betreft. Het kabinet heeft medio 2011 de SER gevraagd te adviseren over de postinitiële scholingsmarkt. Het kabinet is daarbij specifiek geïnteresseerd in de verschillende rollen van de publieke en de private onderwijs instellingen en de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de overheden en de sociale partners. Het kabinet zal het SER-advies, dat begin 2012 verschijnt, zwaar laten wegen. Ook heeft het kabinet toegezegd, de Kamer te zullen informeren over maatregelen om te komen tot flexibel en kwalitatief hoogwaardig onderwijs
voor werkenden. Daarbij heeft het kabinet beloofd belemmeringen in wet- en regelgeving weg te nemen. Bovendien zijn er nog tal van maatregelen in gang gezet en initiatieven ontwikkeld, om prognoses op te stellen over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor de komende tien jaar. Het is hoognodig dat er iets gebeurt, want de tijd gaat door en er is nog genoeg te verbeteren aan de vorm en de inhoud waarmee we nu in Nederland onderwijs aan werkenden aanbieden. De inspanningen van overheidsbeleid om de arbeidsmarkt te sturen hebben tot nu toe weinig opgeleverd. Het afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is echter meer dan een taakverdeling tussen regulier en privaat onderwijs.
7
Er is een wereld te winnen in de samenwerking tussen private en publieke onderwijsinstellingen, zeker als daar de kwaliteit net zo goed geborgd is en getoetst wordt als bij de publieke onderwijsinstellingen.
Leven Lang Leren In het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Leven Lang Leren kreeg de Hanzehogeschool Groningen in 2009 een subsidie van bijna anderhalf miljoen euro. De Hanzehogeschool Groningen is in het Sectorplan HBO Noord benoemd als de trekker van de ontwikkelingen op het gebied van Leven Lang Leren in het Noorden. De Hanzehogeschool Groningen heeft de laatste jaren de samen werking en interactie met bedrijven
en instellingen in de regio geïntensiveerd. Ze helpt bedrijven die daar om vragen bij de formulering van huidige en toekomstige vraag naar hoger opgeleiden. Ook spant ze zich in om de individuele klant bij te staan bij het vertalen van hun loopbaanambities in gerichte leerkeuzes. In samenwerking met andere opleiders ontstaat
co-makership. De voorbeelden daarvan zijn op de markt aanwezig: een tiental succesvolle voorbeelden van Leven Lang Leren zoals die door werkgevers samen met opleiders zijn ontwikkeld volgens de formule: vertel ons wat u nodig heeft en wij geven het samen vorm. Niets is zo belangrijk voor de toekomst van de noordelijke economie als het verder ontwikkelen van de toekomstige professionals die onze economie dragen. Daarom is niet praten, maar doen het devies wat telt bij Leven Lang Leren, waarbij gewerkt wordt volgens het model van partnerships. Als het kabinet daarvoor voorwaarden weet te scheppen, dan komen de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven er samen wel uit. De prachtige voorbeelden op de markt maken dat duidelijk.
“Niets is zo belangrijk voor de toekomst als het verder ontwikkelen van de toekomstige professionals die onze economie dragen.”
8
Forum n.a.v. presentatie rapport Het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen heeft deze zomer ruim 1000 telefonische enquêtes afgenomen bij noordelijke werk gevers. Hierbij werd gevraagd naar opleidingsbehoeften gekoppeld aan toekomstverwachtingen, scholingsstrategie en huidige knelpunten op dit gebied. Dr. Harm van Lieshout, Lector Kenniscentrum Arbeid presenteerde de gebundelde resultaten van dit onderzoek aan de aanwezigen en aan een forum onder leiding van Geert Sanders. In het forum hadden zitting: Wilma Mansveld (lid Gedeputeerde Staten Provincie Groningen), Esther Raats-Coster (voorzitter Platform Zelfstandig Ondernemers en plaatsvervangend lid Sociaal Economische Raad), Henk Pijlman (voorzitter College van Bestuur Hanzehogeschool Groningen) en Jouke van Dijk (hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Rijksuniversiteit Groningen). Van wie mag je verwachten dat ze in mensen investeren? Met deze vraag opende Van Lieshout zijn presentatie. Wie zorgen voor de ‘highly skilled workforce’ die wij in 21e eeuw nodig
hebben? In Nederland is dat tot nu toe als volgt georganiseerd: werknemers hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de scholing die zij moeten en willen volgen om aantrekkelijk voor een bedrijf te blijven. Maar werknemers kampen ook met investeringsdilemma’s: wat voor opleiding moeten ze volgen en kunnen ze die wel zelf betalen? Ook werkgevers hebben een eigen verantwoordelijkheid. Zij weten wat voor competenties ze nu en straks nodig hebben en investeren in (bijen om) scholing van hun werknemers. Maar ook zij kampen met investerings dilemma’s: als zij hun personeel scholen, koopt hun concurrent ze daarna niet bij hen weg?
9
Daarom werken slimme werkgevers vaak samen. Bijvoorbeeld door als werkgeversverenigingen bij het vaststellen van de cao met vakbonden per sector afspraken maken. Zo kan een bijdrage van werkgevers en werknemers voor een opleidings- en ontwikkelingsfonds gebruikt worden om een deel van de scholingsinvesteringen van individuele medewerkers te vergoeden.
“Niet de grenzen scherp bewaken, maar deze juist overbruggen door samenwerking.”
10
Tenslotte is er de overheid. In eerste instantie vooral verantwoordelijk voor de wet- en regelgeving op het gebied van onderwijs aan werkenden. Maar daarnaast kan de overheid scholing van werkenden stimuleren door bijvoorbeeld fiscale faciliteiten. En de overheid investeert in werkloze werkzoekenden die anders buiten de boot dreigen te vallen op de arbeidsmarkt. Traditioneel wordt er op landelijk niveau de volgende taakverdeling tussen overheid en sociale partners als uitgangspunt gehanteerd: • het initiële onderwijs wordt primair geregeld en bekostigd door de overheid; • scholing van medewerkers is een primaire verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers samen; • de scholing van werkzoekenden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en bedrijfsleven. Van Lieshout pleitte er - in een eerder rapport en nu opnieuw - voor om vanuit die basale verantwoordelijk-
heidsverdeling niet de grenzen scherp te bewaken, maar deze juist te overbruggen door samenwerking. Hopelijk gaat het nieuwe SER-advies, waar de Henk Pijlman al aan refereerde, ook die kant op. Naast het nationale niveau wordt het regionale niveau echter steeds belangrijker voor de arbeidsmarkt werking en de stimulering van scholing. Juist in innovatieve regio’s zijn inmiddels al voorbeelden te vinden van publiek-private partnerships, of co-makership met samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid om onderwijsbehoefte op maat te beantwoorden. Brainport in de regio Eindhoven is het bekendste landelijke voorbeelden ‘Energyport Groningen-Eemsdelta’ het regionale. In de forumdiscussie vraagt Jouke van Dijk zich af hoe we bedrijven de noodzaak kunnen laten inzien om te investeren in scholing van werknemers. Wilma Mansveld wijst op het actieplan jeugdwerkeloosheid, waarin scholen
en bedrijven elkaar weten te vinden over dit onderwerp. Henk Pijlman adviseert om veel in scholing van medewerkers te investeren, ook van de onderwijsinstellingen zelf. Hij benadrukt dat co-makership alle aandacht verdient. Zelfs een nietspecifieke of onduidelijke vraag kan gezamenlijk tot maatwerk leiden. Esther Raats-Coster ziet dat er geleidelijk meer initiatieven ontstaan. Zo begeleidt de TU Delft startende ondernemers in de energiesector met mentoren. Dit is ook een voorbeeld waar beide partijen sterker van worden. Vanuit de zaal reageert men dat er veel bedrijven geen gebruik maken van de O&O-gelden. Hierdoor ont vangen veel mensen geen steun. Arnoud Hoogsteen van de FNV benadrukt dat het Noorden van het land alle belang heeft bij samen werking op dit vlak.
“Zelfs een onduidelijke vraag kan gezamenlijk tot maatwerk leiden.” Van Lieshout vervolgt zijn inleiding met de eerste onderzoeksuitkomsten. De enquête is gehouden onder bedrijven met vijf of meer medewerkers en werd ingevuld door 1015 NoordNederlandse bedrijven met in totaal 44.877 werknemers. Daarvan zijn er de laatste maanden 7.248 geschoold. Bij de helft van de ondervraagde bedrijven is de laatste twaalf maanden tenminste één persoon geschoold. Samengevat betekent het dat van alle bedrijven in de steekproef 16,2% van de werknemers in de afgelopen 12 maanden is geschoold.
Het is praktisch altijd zo dat de werkgever tijd en middelen voor scholing beschikbaar stelt. Bij de tweede forumronde komt de vraag naar voren of men zich wel bewust is van de gelden (zoals O&O-fondsen) die voor opleiding beschikbaar zijn. Esther Raats-Coster is niet verbaasd dat er weinig van deze middelen wordt gebruikt. Men draagt wel af, maar gebruikt het niet. Daar is bewustmaking voor nodig. Henk Pijlman vindt het getal van 16,2% dat aan scholing doet weinig, ondanks de opmerking dat heel bedrijfsspecifieke scholing binnen de bedrijven niet is meegerekend. Jouke van Dijk meent dat als het echt gaat knijpen men vanzelf wel scholing gaat aanbieden. Henk Pijlman roept bedrijven op om ook met latente of half gedefinieerde vragen bij de onderwijsinstellingen langs te gaan. Samen kunnen we daardoor maatwerk vormgeven.
11
“Het bedrijfsleven in de 21e eeuw heeft behoefte aan samenwerking met het onderwijs.” Van Lieshout hervat zijn presentatie en toont nog meer onderzoeks resultaten. De meeste bedrijven verwachten gelijk te blijven in omvang de komende twee jaar. Er verwachten er echter meer groei dan krimp, dus gemiddeld zou de vraag naar personeel licht gaan stijgen. Van Lieshout wijst er wel op dat de bedrijven in het voorjaar van 2011 zijn bevraagd, en dat de antwoorden na de hernieuwd inzettende crisis van deze zomer nu waarschijnlijk wat minder optimistisch zouden zijn. Behalve scholing ging de enquête ook in op strategieën met betrekking tot werving en organisatie van het werk. Bij de vraag welke van dertien strategieën de komende tijd aan verandering onderhevig zullen zijn scoorde scholing het hoogste. 40% van de respondenten dacht meer werknemers te laten scholen,
12
2% minder en 58% verwacht geen verandering. Scholing is dus een belangrijk strategisch wapen voor de komende jaren. Op de tweede en derde plaats volgen vormen van het verhogen van de flexibiliteit. Zo verwacht 31% meer tijdelijke contracten te gebruiken en een even grote groep verwacht met flexibeler arbeidstijden een oplossing te bieden. Een strategie waarvan de werkgevers denken dat er weinig aan zal veranderen is de mate waarin zij 50-plussers en langdurig werkelozen in dienst zullen nemen. Ouderen en langdurig werklozen zullen dus, zo verwachten de ondervraagde bedrijven, niet of nauwelijks van de verwachte banengroei en krappere arbeidsmarkt profiteren.
Tijdens de reactieronde van het forum benadrukt Jouke van Dijk dat er een logische oplossing voor het scholings probleem gevonden zal moeten worden. De overheid heeft besloten de duur van het mbo van vier in drie jaar te veranderen en de praktijkstages te verkorten. Daar zal op de werkvloer een antwoord op moeten volgen, gezien de dreigende krapte. Vanuit de zaal volgt een reactie dat er in sommige sectoren zoals de zorg in de toekomst heel veel mensen nodig zullen zijn: één op de vijf mensen moet in de zorg werken om in de behoefte te voorzien. Op dit moment is er nog helemaal geen knelpunt, en dus komt men nog niet voldoende in actie. Er moeten eerder mensen afvloeien. Esther Raats-Coster herkent dit. Dit speelt momenteel ook bij de (rijks) ambtenaren. De oplossing die zij ziet is: de zzp-er! Bouw voor de pieken en dalen een goede flexibele schil op rond je bedrijf. Wilma Mansveld merkt
op dat ouderen en 50-plussers niet langer genegeerd kunnen worden en in beeld moeten komen. Ook de Wajong-uitstroom komt er aan, deze groep moet ook een plaats krijgen. Het laatste onderdeel van de resultaten van de enquête gaat over de dienstverlening die bedrijven verwachten van onderwijsinstellingen. Behalve scholing bieden en stagiaires leveren laten de antwoorden zien dat werkgevers behoefte hebben aan co-makership, waarvan vandaag al een aantal voorbeelden aanwezig zijn. Deze voorbeelden tonen dat het bedrijfsleven in de 21e eeuw behoefte heeft aan samenwerking met het onderwijs en dat onderwijs in staat is vragen van de markt met maatwerk te beantwoorden. Losse modules en opleidingen binnen bedrijven zijn daar voorbeelden van. Daarnaast kan de dienstverlening van bedrijfsconsulenten vanuit de onderwijs instellingen veel resultaten opleveren,
door adviezen te geven over de organisatie van het werk. Tijdens de forumronde gaat men in op de uitkomst van de enquête dat 39% van de ondervraagden het een belemmering voor scholings investeringen vindt dat medewerkers niet op de werkvloer gemist kunnen worden. Jouke van Dijk geeft aan dat dan maar scholing in de avonduren of het weekend georganiseerd moet worden. Henk Pijlman verwijst naar een suggestie van Van Lieshout om te bezien of stagiaires of net afgestudeerden kunnen worden ingezet als vervanger op die werkvloer. Esther Raats- Coster zegt dat het probleem beheersbaar is, als je bij je jaarplanning, behalve met de opleidingswensen, ook rekening houdt met de gewenste vervanging door collega’s. Vergelijkbaar met de wijze waarop ook vakantie opgevangen wordt.
13
Lezing Esther Raats-Coster Esther Raats-Coster besluit het plenaire gedeelte van de middag met een oproep aan iedere aanwezige om zich terdege voor te bereiden op de komende krapte op de arbeidsmarkt. Zij blijft daarbij dicht bij huis en kijkt hoe haar dochter multitaskend op de bank ligt, waarbij de ouders het gevoel hebben op afroep high tech middelen aan te moeten reiken en zich verder afzijdig moeten houden. Hoe vormen wij de verwende, gemakzuchtige pubers van nu binnen tien jaar tot gemotiveerde hardwerkende Leven Lang Lerende medewerkers op een arbeidsmarkt waar een enorme schaarste zal heersen? Of zijn wij als ouders jaloers op het gemak waarmee de huidige generatie jongeren omgaat met technologie en de manier waarop zij onderscheid maken om zo zelf hun zinnige bijdrage te bepalen aan de samenleving. Hierbij zal het niet langer gaan over wat de jongere een bedrijf te bieden heeft, maar over wat het bedrijf de jongere te bieden heeft.
“Zijn wij als ouders jaloers op het gemak waarmee de huidige generatie jongeren omgaat met technologie?” 14
De vervolgvraag zal zijn: hoe houden wij de flexwerkers die wij gemotiveerd, gekoesterd en opgeleid hebben, vervolgens binnen onze organisatie? Veel zzp-ers kunnen werken waar ze willen, lifetime employment komt niet meer voor. Was vijftien jaar geleden jobhoppen en flexibel werken eigenlijk een teken van onaantrekkelijkheid voor de werkgever, de 25-jarige medewerker van vandaag zal in zijn werkzame leven een groot aantal keren van baan veranderen. Daarin ziet Esther Raats-Coster een overeenkomst met de Middeleeuwen. Een periode waarin de markt dominant was en de beroepsgroepen binnen hun eigen gedrags codes, de gilden, gedefinieerd waren. Opleiding, groeipad en kwaliteit lagen vast. Eigenlijk is de huidige zzp-er een 21- eeuwse variant van de middeleeuwse meesters. Die zzp-er is een ondernemer die bereid is te investeren in zichzelf en die actief bezig is en blijft met de eigen ontwikkeling.
“Over minder dan tien jaar zal de arbeidsmarkt alleen nog kunnen functioneren bij de gratie van flexwerkers en zzp-ers.”
Nu is die voorspelde krapte meestal nog een ver-van-mijnbed-show en zijn de werkgevers, zeker op dit moment, vooral bezig met verhoging van bedrijfsresultaten. Maar over minder dan tien jaar zal de arbeidsmarkt alleen nog kunnen functioneren bij de gratie van flexwerkers en zzpers, waarvan er in 2020 twee miljoen zullen zijn. Een mogelijke oplossing voor de hier vandaag gesignaleerde knelpunten is dat werkgevers talentvolle medewerkers aan zich moeten binden.. Ook daarbij is scholing een van de belangrijkste middelen, ook de SER benadrukt dat. Dus: een leven lang leren. En ik? Ik leer ook nog iedere dag!, aldus Esther Raats-Coster.
15
Sterke staaltjes impressies van co-makership
Op de markt van het congres ontmoet ik oude contacten en maak ik nieuwe. Er is veel te doen over het onderwerp van deze middag. De sprekers hebben indruk gemaakt. Vooral het co-makership heeft de aandacht. Mensen zoeken elkaar. Langzaam ontstaat er een beeld van mogelijkheden. Er komen agenda’s aan te pas. We gaan het er over hebben! Ik spreek je nog, je hoort van ons!’ Een aantal co-makers gingen ons voor en geven acte de presence met hun resultaten. Waar tijdens het eerste gedeelte van de middag co-makership al als oplossing voor arbeidsmarktproblemen van de toekomst werd genoemd, kan ik hier met eigen ogen zien en horen hoe bundeling van krachten leidt tot sterke staaltjes best practice, waardoor innovatie en continuïteit gegarandeerd toenemen.
Samenwerking EVC-EVP-trajecten De eerste stand die mijn aandacht trekt, afficheert zich met Samenwerking EVC-EVP-trajecten. In de stand een ROC-coach (Regionaal Opleiding Centrum) en een medewerker van
16
het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), die werkt bij het mobiliteitscentrum van dit ziekenhuis. Hij legt mij uit dat dit centrum is ingericht om de mobiliteit van medewerkers te vergroten. Aan de twee Groningse ROC’s, Noorderpoort en Alfa-college, is gevraagd voor boventallige- en door hun specifieke deskundigheid moeilijk herplaatsbaremedewerkers EVC- en EVP-trajecten op te zetten. Tijdens het EVC-EVPtraject kijkt een werkcoach welke specifiek bruikbare ervaringen een werknemer heeft. Een assessor beoordeelt de relevante bewijslast hiervan en dit levert, ofwel direct ofwel na aanvulling met een cursus, een Ervaringscertificaat (EVC) op.
Door, behalve naar ervaring op de werkplek, ook ruimer naar iemand te kijken kan een medewerker met een Ervaringscertificaat sneller herplaatst worden. Dat is bij het UMCG gebleken, hoor ik. ‘Bovendien’, voegt de ROCcoach toe, ‘geeft het waarderen van de opgedane ervaring mensen, die vaak toch al in een moeilijk periode zitten en zich daardoor soms wat minderwaardig voelen, een duwtje in de rug waardoor ze vanuit een ander perspectief naar hun toekomst kijken.’
Bachelor Management in de Zorg Die zin speelt nog door mijn hoofd als het opschrift Bachelor Management in de Zorg op maat mijn aandacht trekt. Hier heeft het co-makership geresulteerd in een product dat op maat is gemaakt voor een grote groep medewerkers. Talant, een Friese zorgaanbieder, heeft de Hanzehogeschool Groningen gevraagd de bacheloropleiding Management in de Zorg op maat te verzorgen voor 50 teamleiders. Bij het vormgeven van deze opleiding
op maat is rekening gehouden met de gevolgde interne scholing en de reeds aanwezige kennis van de Talant medewerkers. Niet langer kunnen of moeten teamleiders kiezen uit een waaier van opleidingsmogelijkheden die uiteindelijk het vereiste niveau waarborgt, nee, er is nu een geborgd opleidingstraject met een algemeen erkend bachelordiploma aan het einde. Met voor hen die willen legio doorstroommogelijkheden.
“Het waarderen van de opgedane ervaring geeft mensen een duwtje in de rug.”
Cursus Social Work Opnieuw een geweldig voorbeeld van maatwerk, denk ik, als ik word aangesproken door de standhouder van de Tinten Welzijnsgroep. Natuurlijk wil ik graag meer horen over de samenwerking die ten grondslag ligt aan de cursus Social Work. Burgers zijn verantwoordelijk voor en hebben zeggenschap over hun eigen leven, zo is de algemene gedachte. Het nieuwe sociale beleid is er op gericht de dienstverlening aan die burger te verbeteren. Hiervoor moet de professional, die in deze dienstverlening werkzaam is, meer ruimte krijgen om de burger oplossingen op maat te bieden. Die gedachte gaf Tinten Welzijnsgroep de impuls om samen met de Hanzehogeschool Groningen en de NHL Hogeschool de cursus Social Work te ontwikkelen voor medewerkers van het WMO-loket en de afdeling Werk & Inkomen van gemeenten en medewerkers van woningcorporaties, zorginstellingen, werkvoorzieningsschappen en welzijnsorganisaties. Het volgen van deze cursus werpt
17
al vruchten af, hoor ik, door veel initiatieven op het ambtelijk niveau. Zo worden eenvoudige problemen in de wijk niet langer bij het loket opgelost, maar kijkt men of er in de wijk iemand is die dit kan doen. Daardoor ontstaan nieuwe contacten. Ook dit is iets wat mij heel erg aan het denken zet. Kennelijk blijft comakership niet op strategisch niveau hangen, maar vertaalt het zich ook naar resultaten in de uitvoering!
Seaports Xperience Center De ervaringen zijn geweldig en maken me steeds enthousiaster, de tijd begint te dringen als ik een organisatie zie waar ik al eerder van gehoord heb: het Seaports Xperience Center (SXC). Trots op hun resultaat zijn ze, deze standhouders. ‘We genieten van de samenwerking en de spin off die het heeft’, zo verzekert men mij en dat is te zien. Het SXC is opgericht om de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt in de Eemsdelta-regio te bestrijden. Om dit tekort of uitstroom van (vooral technische) beroepen
18
te voorkomen is co-makership gerealiseerd tussen het bedrijfsleven, het onderwijs en de arbeidsmarkt. Voorlichting en verbinding zijn de kernwoorden die passen bij deze samenwerking tussen Hanzehogeschool Groningen, Noorderpoort, Werkplein Eemsdelta en het bedrijfsleven. De voorbeelden tuimelen over elkaar heen. Honoursstudenten van de Hanzehogeschool gingen met hun docenten veertien dagen in afzondering om specifieke wensen en mogelijkheden vorm te geven in een speciaal SXC-advies voor de toekomst. Door middel van voorlichting op middelbare scholen (‘Bij ons leer je baggeren’) maken leerlingen van het Noorderpoort bij het SXC kennis met bijzondere, regio-unieke ROCopleidingsmogelijkheden. Regionale Werkpleinen worden bezocht om een link te leggen tussen specifieke vraag en aanbod en zo nodig wordt scholing of advies op maat geboden. En het loopt als een trein! Er is dan ook iets unieks tot stand gebracht in een
regio die alle zeilen bij moet zetten om overeind te blijven.
Leiderschap voor technici Het project waar ik in ieder geval voor sluiting van de markt meer van wil weten is de in company workshop Leiderschap voor technici , die ontstaan is uit co-makership tussen NUON en de Hanzehogeschool Groningen. In de Eemshaven hebben de technische bedrijfskundigen vooral te maken met contractors en
“Wij hebben ook een leeratelier met mooie leren jasjes.” hoofdcontractors uit o.a. Japan, wat maatwerk in de communicatie vereist. Om hun eigen specifieke rol binnen dit complexe proces beter vorm te kunnen geven, is deze workshop opgezet. Het contact kwam tot stand omdat de opdrachtgever (als voormalig student) zelf ervaringsdeskundige is en wist: we hebben specifieke deskundigheid nodig! Tijdens vier avondsessies werden werknemers van NUON in de Eems-
haven bekend gemaakt met leiderschap en conflicthantering. Omdat de workshop aansluitend aan de normale werkuren werd gegeven waren de deelnemers per dag zo’n twaalf uur in de running. Door korte cases met veel mogelijkheid tot feedback, rollenspel en laagdrempelige theorie was het programma specifiek afgestemd op de belasting en belastbaarheid van deze groep. Bij de evaluatie was men enthousiast en gaven de deelnemers aan al tijdens de workshop van de opgedane ervaring te hebben kunnen profiteren.
en de Stichting Support AOT Noord opgericht. Vanuit deze stichting dragen de bedrijven zowel met geld als met hun deskundigheid bij aan de MBO-opleiding Allround Operationele Technicus van het Noorderpoort. Aan de leerlingen van deze MBO-opleiding wordt mede doordat de bedrijven er zo direct bij betrokken zijn top onderwijs gegeven. Wat nog belangrijker is: de gediplomeerden hebben baangarantie en daarmee hebben de bedrijven dus zicht op de vervulling van hun toekomstige vacatures. Wat een samenwerking, drie keer win!
Stichting Support AOT Noord
Buiten is het donker, de markt wordt ontmanteld. De tijd was te kort voor alle succesverhalen, maar waar ik kwam trof ik enthousiaste bedenkers van mooie initiatieven . De bundeling van krachten, of het co-makership, dat ik vanmiddag ontmoette, levert met de sterke staaltjes van talent best practices op. Een impuls voor de toekomst van het bedrijfsleven in de hele noordelijke regio.
Ik heb nog net tijd voor een laatste snel gesprekje met de Stiching Support AOT Noord. Twee mannen die thuis zijn in de technische wereld vertellen me dat de ‘personeelsvijver’ in het Noorden voor wat betreft technici klein en overbevist is. Om daar wat aan te doen heeft een aantal regionale bedrijven, waaronder een groot aantal bedrijven uit Delfzijl en omgeving, de handen ineengeslagen
19
Co-makership markt
Praktijkvoorbeelden van samenwerking bedrijven / instellingen en onderwijs
1. UMCG – Alfa-college / Noorderpoort
2. Talant – Hanzehogeschool Groningen
Samenwerking EVC- en EVP-trajecten Bij het UMCG is een mobiliteitscentrum ingericht om de mobiliteit van medewerkers te vergroten.
Bachelor Management in de Zorg – op maat Talant heeft de Hanzehogeschool Groningen gevraagd de bacheloropleiding ‘Management in de Zorg’ te verzorgen voor ongeveer 50 teamleiders.
Vanuit dit centrum is aan het Alfa-college en Noorderpoort gevraagd om gezamenlijk EVC- of EVP-trajecten voor boventallige- en door hun specifieke deskundigheid moeilijk herplaatsbare- medewerkers te ontwikkelen en uit te voeren. Beide ROC’s hebben nauw en naar volle tevredenheid van het UMCG samengewerkt in de uitvoer van dit project. Contactgegevens: • Harry van der Duin, werkcoach mobiliteitspunt/ Marcel van Rensen, hoofd mobiliteitscentrum, UMCG,
[email protected] • Mariane Duitshof, adviseur/projectleider, Noorderpoort Contract,
[email protected], 06 51 66 24 91 • Hanneke Smid, manager EVC-centrum, Alfa-college,
[email protected]
20
Belangrijke vragen van Talant waren: ‘In hoeverre is het mogelijk deze opleiding op maat aan te bieden?’ en ‘In hoeverre kan de binnen Talant aanwezige kennis en het huidige cursusaanbod meegenomen worden in het (op maat) verzorgen van de bacheloropleiding MiZ?’ Deze vragen zijn optimaal meegenomen in de vormgeving van het onderwijsprogramma. Contactgegevens: • Gert Schlaman, HR-controller, Talant,
[email protected] • Ron Kersjes, teamleider, Hanzehogeschool Groningen,
[email protected]
3. Tinten Welzijnsgroep – Hanzehogeschool Groningen Cursus ‘Social Work’ Vanuit de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om nieuw sociaal beleid in gemeenten te implementeren, heeft Tinten Welzijnsgroep samen met de Hanzehogeschool Groningen en de NHL Hogeschool de cursus ‘Social Work’ ontwikkeld. Het nieuwe sociale beleid is erop gericht de dienstverlening aan de burgers te verbeteren. Om dat te bereiken is het nodig dat de sociale professionals meer ruimte krijgen om oplossingen op maat te bieden met daarbij de centrale gedachte dat burgers verantwoordelijkheid hebben voor en zeggenschap hebben over hun eigen leven. Contactgegevens: • Letty Stegeman, strategisch communicatieadviseur, Tinten,
[email protected] • Berthe Sikken, onderwijskundig adviseur, Hanzehogeschool Groningen,
[email protected]
21
4. Stork & Cofely – Alfa-college
5. Nijhoff Wassink – Alfa-college
Opleiding voor onderhoudsspecialisten In samenwerking met Stork, Imtech en Cofely biedt het Service en Maintenance College van het Alfa-college een STE-opleiding (voorheen Onderhoudstechnicus Instrumentatie) aan.
KARgo! KARgo! is een unieke samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. In het opleidingscentrum kunnen vmbo- en mbo-leerlingen werken met een hypermoderne vermogenstestbank, motorfietsen-practicum, diesel- en elektropracticum, APK-kelder voor vrachtwagens, magazijn en heftruckhal.
Veel bedrijven maken gebruik van deze opleiding voor onderhoudsspecialisten. Bij het Alfa-college is een proceshal ingericht voor het praktijk-onderwijs. Om de opleiding zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de praktijk vindt regelmatig afstemming plaats met bedrijven. Contactgegevens: • Berber Nijdam, bedrijfsadviseur Techniek, Alfa-college,
[email protected] 22
Na een opleiding bij KARgo! zijn leerlingen helemaal klaar om de arbeidsmarkt op te gaan. Een van de bedrijven waar nauw mee wordt samengewerkt is Nijhoff Wassink. Contactgegevens: • Kasper Heijnen, coördinator opleiding Transport & Logistiek, Alfa-college,
[email protected]
6. SXC – Hanzehogeschool Groningen / Noorderpoort
7. C oresta Group – Stenden / Alfa-college / AOC Terra
Seaport Experience Center (SXC) Het SXC is in het leven geroepen om de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt in de Eemsdeltaregio (vooral techniek) te bestrijden door voorlichting te geven en verbinding te realiseren tussen het bedrijfsleven, het onderwijs en de arbeidsmarkt.
‘De Woonhorizon, levensloopbestendig wonen’ Vanuit het lectoraat ‘Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie’ wordt publiek-private samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op het gebied van zorg en wonen vormgegeven.
Het SXC bundelt alle krachten in de Eemsdelta en er wordt duidelijk gemaakt welke kansen er in deze regio liggen voor bedrijven, jongeren, werkzoekenden, overstappers, mensen die een nieuwe uitdaging zoeken, mensen die graag in dit gebied willen - komen of blijven - wonen en werken. Contactgegevens: • Annet Dijkema, projectdirecteur, SXC,
[email protected] • Chris Stiekema, projectleider SXC, Hanzehogeschool Groningen,
[email protected]
Het project ‘De Woonhorizon, levensloopbestendig wonen’ in een krimpgemeente (Borger Odoorn), was het eerste project dat volgens de gezamenlijk gekozen methodiek van samenwerken vormgegeven is : innovaties in comakership, op regionaal-economische thema’s, multidisciplinair en multilevel, met clusters van bedrijven en in combinatie van hbo en mbo. Contactgegevens: • Bert Pathuis, directeur Coresta Group Noord, Coresta Group,
[email protected] • Dr. Ineke Delies, lector, lectoraat Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie Stenden hogeschool , het ROC Alfa-college en het AOC Terra,
[email protected]
23
8. DUO – Hanzehogeschool Groningen Trip to DUO’s Leeratelier Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), verantwoordelijk voor de studiefinanciering en de bekostiging van scholen en examens, heeft een heldere visie op een nieuwe manier van werken: het moet flexibeler, effectiever en meer klantgericht. Dat stelt zowel eisen aan de ontwikkeling van het zittend personeel, als aan de instroom van nieuwe personeel. Om hierin voor de toekomst te voorzien heeft DUO in samenwerking met de Hanzehogeschool Groningen het Leeratelier in het leven geroepen. DUO’s Leeratelier staat voor energie, professionaliteit, lerend vermogen, kennis deling, de buitenwereld naar binnen halen, uitdagingen en persoonlijke en organisatorische groei. Contactgegevens: • Dorien Donker, programmamanager Leeratelier, DUO,
[email protected] • Maurits Alberda, marktmanager, Hanzehogeschool Groningen,
[email protected]
24
9. NUON – Hanzehogeschool Groningen In-company workshop ‘Leiderschap voor technici’ De in-company workshop ‘Leiderschap voor technici’ is ontstaan uit een co-makership tussen NUON en de Hanzehogeschool Groningen. In een viertal avondsessies zijn de deelnemers bekend gemaakt met leiderschap en conflictmanagement en hun eigen specifieke rol binnen dit spectrum. Tijdens de workshop was er volop gelegenheid voor inbreng van casuistiek door de deelnemers om zodoende de bruikbaarheid te maximaliseren. Contactgegevens: • Ron van Helvoirt, Docent/trainer, Hanzehogeschool Groningen,
[email protected] • Henry Mulder, Shift Supervisor Operations Project Magnum, NUON,
[email protected]
“Tijdens de workshop was er volop gelegenheid voor inbreng van casuistiek door de deelnemers.”
“Aan de deelnemers van de opleiding wordt toponderwijs gegeven én gediplomeerden hebben baangarantie.” 10. Stichting Support AOT- Noorderpoort Mbo-opleiding ‘Allround Operationele Technicus’ De ‘personeelsvijver’ in het Noorden is klein en overbevist. Om daar wat aan te doen heeft een aantal regionale bedrijven de handen ineengeslagen en de Stichting Support AOT Noord opgericht. Vanuit dit initiatief draagt het bedrijfsleven bij, zowel met geld als met hun deskundigheid, aan de mbo-opleiding Allround Operationele Technicus van het Noorderpoort. Aan de deelnemers van de opleiding wordt toponderwijs gegeven én gediplomeerden hebben baangarantie. Contactgegevens: • Ronald de Jong, HRM officer, Teijin Aramid,
[email protected] • Bert-Jan Hakvoort, directeur, Noorderpoort Contract,
[email protected]
11. M aritieme Wereld Delfzijl / Ostfriesland – Noorderpoort Maritieme opleiding voor Duitse zeevarenden Duitse zeevarenden doen hun maritieme opleiding (verkrijgen internationale vaarbevoegdheid) bij Noorderpoort. Het Arbeitsamt Emden/Leer (het Duitse UWV) betaalt de Nederlandse opleiding voor Duitse werklozen. Daarbij wordt baangarantie verzekerd: in 2,5 jaar tijd zijn 100 gediplomeerden allemaal aan de slag gegaan in de maritieme wereld. Contactgegevens: • Michael Tomaschek, directeur, Mareversum,
[email protected] • Bert-Jan Hakvoort, directeur, Noorderpoort Contract,
[email protected]
25
Forumleden/toelichting sprekers Esther Raats-Coster Esther Raats-Coster is voorzitter van het Platform Zelfstandig Ondernemers en plaatsvervangend lid Sociaal-Economische Raad.
Henk Pijlman Voorzitter College van Bestuur, Hanzehogeschool Groningen
Harm van Lieshout Lector Kenniscentrum Arbeid, Hanzehogeschool Groningen
26
Jouke van Dijk Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen
Geert Sanders Voorzitter Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland
Wilma Mansveld Lid Gedeputeerde Staten, Provincie Groningen
27
HAAL meer
Het congres ‘Haal meer uit uw personeel’ werd georganiseerd door:
uit uw
personeel
november 2011
Tekst: met medewerking van tekstatelier make a point Fotografie: Peter Tahl Vormgeving: Dizain