Mediator bericht over onderzoek en ontwikkeling in gezondheid en zorg
Jaargang 22 / nummer 6 / december 2011
mediator
Wat willen sporters weten?
Laat de neusamandel met rust 8
Revalidatie na beroerte: doe het zelf 10
Onderzoekers gaan kennis slimmer uitventen 14
Inhoud
Foto cover: Nationale Beeldbank
Nieuws 3 Uitgaan van wat de sporter wil weten 4 Wetgever laat wilsonbekwame cliënt bungelen 7 Amandeloperatie heeft geen zin 8 Revalidatie op eigen kracht 10 Medeblik: Hoogleraar is geen belangeloos orakel 13 Onderzoekers willen effect sorteren 14
8
10
14
Het knippen van de neus amandel bij chronisch verkouden kinderen heeft geen zin, blijkt uit onderzoek. Afwachten werkt net zo goed en levert een miljoenen besparing op.
Snel en intensief revalideren na een beroerte is essentieel voor herstel. Intensiever dan meestal gebeurt. Een gids helpt patiën ten om zelf extra te oefenen.
Waarom blijven onderzoeks resultaten zo vaak onbenut? Tijdens een expertmeeting staken wetenschappers de hand in eigen boezem.
Mediator is een uitgave van ZonMw. ISSN 0924-8544. Mediator is digitaal te lezen op www.zonmw.nl/mediator. Voor reacties en ingezonden brieven en voor toestem ming voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van berichten uit Mediator kunt u contact opnemen met de redactie via e-mail:
[email protected]. Redactie Gabrielle Zwinkels (hoofdredacteur a.i.), Krista Kroon (eindredacteur), Corina van Duin (redactie-assistent), Mirjam Dijkema, Loes Hartman, Willemien Jager-van Tintelen, Cecilia Ljunggren, Wendy Steentjes
Secretariaat ZonMw Postbus 93 245 2509 AE Den Haag Telefoon: 070 349 51 39
[email protected] Basisontwerp Studio Bau Winkel, Den Haag Layout Desenho Vormgeving, Zoetermeer Productiecoördinatie Paper Handling, Den Haag Nieuwe abonnees kunnen zich aanmelden via www.zonmw.nl/mediator Financiële administratie ZonMw telefoon: 070 349 51 18, fax 070 349 53 99, e-mail:
[email protected]
Adreswijzigingen s.v.p. melden bij: Paper Handling Abonnementenadministratie, Spotvogellaan 84, 2566 PN Den Haag, e-mail:
[email protected] Tarieven ingezonden berichten zijn op te vragen bij het redactiesecretariaat. Mediator verschijnt zes keer per jaar
Zorgonderwijs heeft blinde vlek voor ouderenzorg Artsen en verpleegkundigen leren in hun opleiding te weinig over ouderen. Om dat te verhelpen moet een coschap ouderen geneeskunde verplicht worden en is bij elke verpleegkunde opleiding een afstudeerrichting ouderenzorg nodig. Dat zijn aanbevelingen in twee studies binnen het Nationaal Programma Ouderenzorg. De Leyden Academy onderzocht hoe het medisch en verpleeg kundig onderwijs over oudere patiënten eruitziet. Zowel in de universitaire studie geneeskunde als in mbo- en hbo-opleidin gen verpleegkunde blijkt er weinig aandacht te zijn voor de groeiende groep ouderen die vaak meerdere ziektes heeft. De toetsingskaders van de opleidingen behoeven aanscherping, stellen onderzoekers Rudi Westendorp, hoofd afdeling Ouderengeneeskunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum, en Marieke Schuurmans, hoogleraar verplegingswe tenschap aan de Universiteit Utrecht. Alle aankomende artsen hebben gedegen theoretische kennis nodig over ouderen. Zij moeten in de bachelorfase een stage gaan lopen in de ouderen geneeskunde en in de masterfase een coschap. Iedere faculteit
moet een hoogleraar ouderengeneeskunde aanstellen. Voor de mbo- en hbo-opleidingen verpleegkunde geldt dat zij meer specifieke vakken gerontologie en geriatrie moeten omvatten en een afstudeerrichting ouderenzorg. Er zijn meer docenten nodig met kennis, praktijkervaring en interesse op dit terrein. Niet alleen de opleidingen moeten rolmodellen aanstellen, ook zorgorganisaties zelf: stagiaires komen nu weinig praktijk voorbeelden tegen van verpleegkundigen in de ouderenzorg. Uit het onderzoek blijkt dat de hoogst scorende opleidingen geneeskunde 3,3 procent van de verplichte studiepunten besteden aan ouderengeneeskunde. Gemiddeld is dit 2 procent. Bij de verpleegkundige opleidingen is het kennisniveau van laatstejaars studenten vergelijkbaar met dat van de gemiddel de Nederlander. Van hen wil 45 procent niet met ouderen werken. 15 procent van de studenten wil dat juist wel, de rest maakt het niet uit. De onderzoeken zijn gedaan binnen het Nationaal Programma Ouderenzorg. Bekijk de onderzoeken op http://bit.ly/umeDWc
ParkinsonNet valt dubbel in de prijzen ParkinsonNet heeft op 3 november de Nationale Zorg Jaarprijs 2011 gewonnen in de categorie Meest Bijzondere Parelproject. Oprichter Bas Bloem werd op 25 oktober gekozen tot Nationale Zorgheld 2011. ParkinsonNet is het meest bijzondere Parelproject volgens de jury van de Nationale Zorg Jaarprijs 2011. ParkinsonNet bestaat uit regionale netwerken rond ziekenhuizen. Zorgverleners die zich specialiseren in de behandeling van parkinsonpatiënten werken daarin samen. Neurologen dragen kennis over aan eerstelijnstherapeuten, zoals fysiotherapeuten en logopedisten. Patiënten kunnen online zelf een zorgverlener uit het netwerk kiezen. Dit project onderscheidt zich van de andere genomi neerden door zijn landelijke toepasbaarheid, aldus de vakjury. Bedenker Bas Bloem, hoogleraar neurologie aan het UMC St Radboud, is gekozen tot Zorgheld 2011. Hij was genomineerd
omdat hij zich met succes inzet voor een actieve rol van patiën ten bij hun eigen zorg. De neuroloog won de verkiezing met 74 procent van de stemmen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat ParkinsonNet de kwaliteit van zorg verbetert en een besparing oplevert van tientallen miljoenen euro’s. De Nationale Zorg Jaarprijzen worden jaarlijks toegekend aan bijzondere zorgprestaties in Nederland. De prijswinnaars zijn gekozen door onafhankelijke vakjury’s en in samenwerking met Dr. Yep, uitgever van de Dr. Yep-jaargids. De Zorgheldverkiezing is een initiatief van het ministerie van VWS. De Zorgheld is iemand die een uitzonderlijke bijdrage heeft geleverd aan de zorg. Het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam won in twee van de zeven categorieën een prijs. Lees meer op www.zonmw.nl/parkinsonnet
Niet alleen schizofrenie beïnvloedt de hersenen Bij schizofreniepatiënten ontstaan voortschrijdende veranderin gen in de hersenen zoals verlies van hersenvolume. Psychiater Monica Rais onderzocht of deze hersenafwijkingen veroorzaakt worden door de ziekte zelf of door andere factoren zoals canna bis, anti-psychotische medicatie en ziekteduur. De psychiater voerde haar studie uit onder patiënten met een eerste episode van schizofrenie in. In haar proefschrift Structural brain abnormalities in first episode schizofrenia. Is it just illness? toont de onderzoekster aan dat tenminste enkele hersenveranderingen al aanwezig zijn in de beginstadia van de ziekte, vóór eventuele effecten van medicatie. Deze lijken dus
3 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
gerelateerd aan de ziekte zelf. De hersenafwijkingen zijn echter groter bij patiënten met een lager IQ, een langere ziekteduur, en in patiënten die cannabis (blijven) gebruiken na het ont staan van de ziekte. Dit betekent, dat naast de invloed van de ziekte zelf andere, externe, factoren ook een belangrijke rol spelen in het progressieve verloop van schizofrenie. Rais’ studie maakt deel uit van het landelijke GROUP-onderzoek dat ZonMw financiert. Het Group-project bundelt de krachten van vele instellingen in Nederland om schizofrenie te onderzoe ken. Monica Rais is gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht. Zie ook: www.zonmw.nl/geestkracht
Kennistransfergroepen stellen gebruikers centraal
Foto: Nationale Beeldbank
Uitgaan van wat sporters
Om burgers te kunnen laten profiteren van nuttige, bewezen kennis moet je eindgebruikers centraal stellen en partijen met elkaar ver binden. De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft daarvoor een methodiek ontwikkeld: Kennistransfer Sportgezondheidszorg. In hoeverre is die werkwijze ook elders bruikbaar? De wielrengroep heeft een logboek ontwikkeld waarmee renners zelf hun risico op overtraining kunnen bijhouden
Onder sporters is enkelverstuiking de meest voor
waar ze informatie kunnen vinden”, weet Anja
Dat leidt tot tientallen miljoenen euro’s aan zorgkosten.
geneeskunde (VSG), de wetenschappelijke vereniging
komende blessure: jaarlijks gebeurt het 630.000 keer.
Na een verstuiking gaat een derde van de geblesseerden opnieuw door de enkel, met vaak chronische pijnklach ten tot gevolg. Begin 2010 promoveerde Maarten
Hupperets aan de Vrije Universiteit op een oefen
programma dat herhaalde enkelverstuikingen helpt
voorkomen. Eenvoudige oefeningen, zoals het balan
ceren op één been, versterken de enkel zodanig dat het risico op herhaling halveert, blijkt uit Hupperets’ door
ZonMw gefinancierde 2Bfit-studie. Simpel, goedkoop en bewezen effectief.
Toch is het lastig zo’n oefenprogramma op het netvlies van sporters te krijgen. “Sporters weten vaak slecht
4 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Bruinsma, directeur van de Vereniging voor Sport
van sportartsen. “Blessurepreventie gaat pas leven als er
al een blessure is. Vaak zijn sporters en bonden erg com petitiegericht en hebben zulke onderwerpen bij de sportmedische begeleiding geen prioriteit.”
Bruinsma raakte met Hupperets in gesprek over
implementatie van het oefenprogramma. “Zijn eerste voorstel was een richtlijn voor fysiotherapeuten te
maken. Ik vond dat niet kloppen: uit zijn studie bleek juist dat mensen het oefenprogramma zélf kunnen uitvoeren en daarmee uit de zorg kunnen blijven.
Ik wilde weten wat we rechtstreeks voor de sporter konden doen.”
willen weten Door Angela Rijnen
De VSG zoekt actief naar wegen om sporters te
De vraag is of deze blessuregolf te voorkomen is als je
hen toegankelijk gemaakte onderzoeksinformatie.
het onderzoek bleek dat het onderzochte trainings
zelf verantwoordelijk zijn voor onze kwaliteit van
sures. Toch vond Bruinsma dat er voldoende kennis en
voorzien van nuttige, bewezen effectieve en voor
Bruinsma: “De overheid stelt dat wij Nederlanders leven. Maar dan moet je wél weten waar je
betrouwbare en begrijpelijke informatie kunt vin den. Sporters blijven daarvan vaak verstoken. Om
dat te veranderen betrekken we de omgeving van de sporter – trainers, coaches, sportbonden, huisartsen enzovoorts – actief bij het informatietraject.”
Anja Bruinsma werkte een methodiek uit om onder zoeksresultaten te vertalen naar direct bruikbare informatie en midde len voor sporters: Kennistransfer
Sportgezondheidszorg
vooraf een goed trainingsprogramma aanbiedt.” Uit
programma niet substantieel bijdroeg aan minder bles informatie over verstandig beginnen met hardlopen
uit de studie overbleef. VSG startte twee KTS-groepen
en ZonMw honoreerde de aanvraag voor een versprei
dings- en implementatiebijdrage om de ervaringen met
de methode in kaart te brengen.
De KTS-groep Enkel en sport startte snel. Hij vertrok vanuit de onderzoeksresultaten en zocht later aan
sluiting met de praktijk. De inspanningen resulteerden
‘Blessurepreventie gaat pas leven als er al een blessure is’
onder meer in een cursus
voor sportmasseurs, film pjes op websites en arti
kelen in tijdschriften. Maar
(KTS). “Uitgangspunt daarvan is te denken vanuit de
het was veel lastiger om dat voor elkaar te krijgen dan
minimaal één sporter en daaromheen begeleiders,
pilot betrokken partijen waren dan ook minder
sporter. Die staat centraal. We vormen groepen met
onderzoekers, professionals en organisaties die geïn teresseerd zijn in een bepaald onderwerp. Zij kun nen helpen draagvlak te creëren en de kennis te
verspreiden. Zo’n groep komt regelmatig bij elkaar,
je kunt er problemen of onderzoeksresultaten voor leggen en vragen die onder sporters leven naar
de onderzoekers uit de groep hadden gedacht. De bij de tevreden, bleek uit interviews, dan die van de KTS-groep Beginnen met hardlopen. Die werkte van meet af aan
vanuit zowel theorie als praktijk. Hoewel het doel van de groep en de aanpak aanvankelijk onduidelijk was,
ontstond daarover eerder overeenstemming dan binnen de enkelgroep. Ondanks het ontbreken van een inter
boven krijgen. Je legt er verbindingen tussen kennis
ventie slaagde de hardloopgroep erin om bruikbare ken
De eerste KTS-groep ontstond toen de Koninklijke
boodschap dat goed schoeisel onontbeerlijk is”, zegt
en ervaring.”
Nederlandse Wielrenunie het Nationaal Kampioen schap Jeugd overwoog af te schaffen vanwege het
risico op overtraining. “De vraag was echter op basis waarvan dat besluit genomen zou worden, wat er
aan bewezen kennis aan overtraining beschikbaar was”, vertelt Bruinsma, zelf fanatiek amateur-
nis te bundelen en uit te dragen. “Bijvoorbeeld de
Anja Bruinsma. “We hebben bereikt dat men zich op
verschillende niveaus, van bijvoorbeeld atletiekbond tot
wetenschappers, met blessures onder beginnende hard lopers bezighoudt en informatie gaat geven die er voor sporters toe doet.”
wielrenner. “Aan de Universiteit Utrecht werd daar
Toegevoegde waarde
de basis van de KTS-groep Wielrennen.”
eind 2010. Volgens Madelon Rooseboom, implemen
onderzoek naar gedaan. Dat onderzoek stond aan
Blessuregolf voorkomen
Twee ZonMw-onderzoeken uit het programma
Sport, Bewegen en Gezondheid (SBG) leken de VSG eveneens van belang voor sporters. Naast de
De pilot met beide groepen duurde van medio 2009 tot tatiemedewerker Preventie bij ZonMw, was het een
oefening om te zien wat de werkwijze kan opleveren.
“Je moet dan niet denken aan het aantonen van effec
ten of gebruik door sporters, iets waar onderzoekers dol op zijn. Zover is het nog lang niet.” Anja Bruinsma:
genoemde 2Bfit-studie was dat onderzoek naar een
“We zijn nog maar twee jaar bezig. Maar als ik zie dat
“Er is enorm veel geïnvesteerd om Nederland aan
weet ik dat het aanslaat.”
trainingsprogramma voor beginnende hardlopers. het hardlopen te krijgen”, legt Anja Bruinsma uit.
“Maar beginners krijgen vaak snel blessures, stop pen en pakken de draad dan veelal niet meer op.
5 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
een filmpje via YouTube 35.000 keer is gedownload,
De VSG zet de groepen met eigen middelen voort. Zo
heeft Consument en Veiligheid, een partner in de KTSgroep Enkel en sport, inmiddels een app ontwikkeld
>>
voor sporters die zwakke enkels hebben of herstel
zorg aan de Universiteit Maastricht, vorig jaar hield.
begint is er veel informatie, zijn er heel veel onder
gezond gedrag, is de kern van Horstmans betoog. Zij
lend zijn van een enkelblessure. “Als je hiermee
werpen die binnen een thema kunnen worden aan gepakt”, zegt Nelly Voogt, projectleider van de
groepen. “De hardloopgroep is nu bezig met pijntjes: wat moet een beginnend hardloper daarmee? De
wielrengroep heeft een logboek ontwikkeld waar
mee renners zelf hun risico op overtraining kunnen bijhouden. Door achtergrondinformatie aan hen te
geven, weten ze waarom ze zo’n logboek bijhouden en zijn ze mogelijk langer bereid dat in te vullen.”
‘Evidence’ trekt burgers onvoldoende over de streep van zouden niet langer doelgroep moeten zijn van publieke gezondheidszorg, maar veeleer co-constructor.
“De manier waarop de VSG dat heeft gedaan in kennis transfergroepen die de gebruiker centraal stellen, is
uniek in de publieke gezondheidszorg”, meent Madelon Rooseboom. Zij wil de aanpak elders uitproberen. “We
bekijken nu hoe we in bedrijven kunnen bevorderen dat zij effectieve interventies toepassen die de duurzame
inzetbaarheid van werknemers verbeteren. In een werk
De vereniging heeft het aantal KTS-groepen
groep willen we ook hier gebruikers centraal stellen en
als zwemmen, fitness, chronisch zieken, ouderen
organisaties en stakeholders. Met als doel om samen,
inmiddels uitgebreid tot vijftien, met thema’s en jeugd. De groepen hou den zich niet per definitie
bezig met de vertaling van bestaand onderzoek.
Een probleem onder spor
stimuleren dat er netwerken ontstaan van bedrijven,
‘Als een filmpje 35.000 keer is gedownload, weet je dat het aanslaat’
uitgaande van de dagelijkse
praktijk binnen bedrijven, bewe zen effectieve interventies te vertalen naar bruikbare toe passingen. De setting is hier
ters kan ook het beginpunt van een KTS-groep zijn
heel anders dan in de sportgeneeskunde; we moeten
zien ook bij enkele onderzoekers een omslag in het
gaat bouwen.”
en kan nieuwe onderzoeksvragen oproepen. “Wij
denken ontstaan”, zegt Nelly Voogt. “Sommigen wil len vragen uit de praktijk al vanaf het begin in hun onderzoek meenemen.” Levende methode
Madelon Rooseboom van ZonMw vindt de werk
wijze interessant. “Binnen onderzoek gaat het om
productie van evidence based kennis, wat een tech
stimuleren dat deze sector zelf verbindingen legt en
“Het is een levende methode”, bevestigt Anja Bruinsma, “in elke situatie moet je er anders naar kijken en er
steeds opnieuw je creativiteit op loslaten. Het vergt
out of the box-denken.” Madelon Rooseboom vermoedt daarom dat KTS minder aanslaat in sterk geïnstitutio
naliseerde domeinen binnen de publieke gezondheids zorg, zoals de infectieziektenbestrijding. “Het zal
dialogen vergen, voordat daar anders wordt gedacht.
nisch-rationele manier van denken vereist”, licht ze
Je kunt daar niet één-twee-drie de KTS-methode
niet altijd voldoende om deze kennis in de praktijk
gedachtegoed naar voren brengen.”
(de inenting tegen baarmoederhalskanker, red.).”
Dit is het vierde en laatste artikel in een reeks over de invoering van
toe. “Maar technische kennis over of iets werkt is te laten landen, denk aan de HPV-vaccinatie
Ze verwijst naar de oratie die Klasien Horstman,
hoogleraar filosofie van de publieke gezondheids
6 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
inbrengen. Maar we kunnen als ZonMw wél dat
verbeteringen in de gezondheidszorg.
Parel voor thematische wetsevaluatie
Grote verschillen rond wilsonbekwaamheid Foto: iStockphoto
Door Pieter van Megchelen
Wat moet er gebeuren wanneer een meerderjarige patiënt niet meer voor zijn eigen rechten op kan komen? De Neder landse wetten zijn op dat punt summier. Elke sector gaat anders om met wilson bekwame patiënten en hun vertegen woordigers. Dat blijkt uit een thematische wetsevaluatie, die op 24 november een Parel van ZonMw kreeg. “De cliënt wilde aan de anticonceptie, de vertegen woordiger is tegen seks voor het huwelijk. We heb ben toch wel de anticonceptie gegeven, want je wilt niet dat ze zwanger raakt”, zegt een hulpverlener in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. In de thematische wetsevaluatie Wils onbekwaamheid en vertegenwoordiging staan veel van dit soort uitspraken van vertegenwoordigers en hulpverleners. Zo doemt een beeld op van de com plexe problematiek rond de vraag: wat doen we in de zorg als iemand niet in staat wordt geacht zelf te beslissen, oftewel als iemand ‘wilsonbekwaam’ is? Informeel De stand van zaken rond wilsonbekwaamheid is geëvalueerd dwars door meerdere wetten, vanuit de wetboeken en de praktijk. De rechten van cliënten worden gewaarborgd door verscheidene wetten zoals de Wet op de geneeskundige behandelings overeenkomst (WGBO). Wanneer iemand een behan deling weigert, mag de arts of andere hulpverlener deze niet uitvoeren. Maar als deze persoon niet (meer) wilsbekwaam is, is de regelgeving minder duidelijk. De wetgever laat veel aan de praktijk over, blijkt uit het juridische gedeelte van de wets evaluatie, uitgevoerd aan de Universiteit van
7 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Amsterdam. Zo’n informele aanpak heeft voor- en nadelen. Een voordeel kan zijn dat men flexibel kan inspelen op individuele situaties. Het risico is dat de belangen van de wilsonbekwame cliënt onvoldoende beschermd worden. Het praktijkonderzoek van onder zoeksbureau Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen, waaruit de eerder genoemde citaten afkomstig zijn, toont betrekkelijk grote verschillen tussen verschillende sectoren van de gezondheidszorg. Zo wordt in de ver pleeghuiszorg in het algemeen goed gekeken of er een schriftelijke wilsverklaring bestaat waarin iemand bij voorbeeld heeft vastgelegd dat hij niet gereanimeerd wil worden. In andere sectoren is hier nauwelijks aandacht voor. Ook de tevredenheid van vertegenwoordigers (vaak familieleden) verschilt sterk. Met name bij vertegen woordigers van patiënten in de geestelijke gezondheids zorg bestaat veel onvrede. Bemiddeling Het rapport is zeer gedegen en genuanceerd. Rinkelende oneliners zal men er vergeefs in zoeken, maar wie echt wil weten hoe het staat met wilsonbekwaamheid en vertegenwoordiging in Nederland, kan niet om deze vijf honderd pagina’s heen. Vooral vanwege die wetenschap pelijke kwaliteit heeft ZonMw er een Parel aan toegekend. De onderzoekers vinden dat er meer gerichte informatie beschikbaar moet komen voor hulpverleners en vertegenwoordigers. Ook pleiten zij voor een instan tie die kan bemiddelen bij conflicten tussen hulpverlener en vertegenwoordiger of tussen vertegenwoordiger en cliënt. Want het gaat niet altijd goed. De wettelijk ver tegenwoordiger van een patiënt die een eind aan haar leven gemaakt heeft zei tegen de onderzoekers: “Ik ben niet betrokken geweest bij de ontslagbeslissing en ook niet bij de medicatiebeslissing. Dit is heel erg, want dit heeft haar uiteindelijk haar leven gekost’. www.zonmw.nl/parels
Bovensteluchtweginfecties kunnen grote invloed hebben op het welbevinden van het kind
De landelijke media stonden er in september vol mee:
besparing van enkele miljoenen euro’s per jaar. Toch
Nederland om chronisch verkouden kinderen te opere
relatief vaak wordt geopereerd. “Bij deze kinderen is
‘Amandelen knippen bij kinderen zinloos’. De cultuur in ren, zit al tientallen jaren ingebakken. En hoewel het
aantal ingrepen sinds de jaren zeventig wel is afgeno
men, scoort Nederland nog altijd hoog als het gaat om
operatieaantallen. In vergelijking met Engeland en Italië staan Nederlandse kno-artsen jaarlijks vier keer zo vaak
op de OK om een zogenoemde adenotomie uit te voeren. Ongeveer zestig procent van die ingrepen vindt primair plaats vanwege chronische verkoudheid, ongeveer 14.600 op jaarbasis.
Anne Schilder, hoogleraar
Kinder-KNO-heelkunde aan de
Universiteit Utrecht, leidde
het recente onderzoek vanuit
is het volgens Schilder niet vreemd dat in Nederland wel een afname van het aantal verkoudheden te zien. Daardoor is het geloof in het heil van de ingreep heel begrijpelijk.” Het onderzoek laat nu zien dat dezelfde afname optreedt zonder operatie.
Volgens Schilder blijft er een duidelijke zorgvraag
bestaan. “Bovensteluchtweginfecties kunnen grote
invloed hebben op het welbevinden van het kind en de
dagelijkse gang van zaken in een gezin. Een ziek kind kan niet naar een kinderdagverblijf en heeft een slechte
‘Het geloof in het heil van de ingreep is heel begrijpelijk’
nachtrust. Dat heeft
weer effect op de pro
ductiviteit van ouders.
Kinderen zijn gemiddeld
het ZonMw-programma DoelmatigheidsOnderzoek dat
zes tot acht keer per jaar verkouden. Dat ouders om zorg
verwijdering van de neusamandel. Aan het onderzoek
wogen gezamenlijke keuze. Dat past ook bij de nieuwe
zich richtte op de kosteneffectiviteit van chirurgische
deden ruim honderd kinderen mee die last hadden van
chronische verkoudheid en in aanmerking kwamen voor een adenotomie. De ene helft werd wel geopereerd, de
andere niet. Het bleek dat de klachten in beide groepen in dezelfde mate afnamen. De resultaten zijn gepubli ceerd in het British Medical Journal. Besparing
Gezien het aantal ingrepen per jaar en de extra kosten van chirurgisch beleid ten opzichte van afwachtend
beleid, 542 euro per kind, zou dit kunnen leiden tot een
8 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
vragen zal dus blijven, maar ik pleit voor een welover inzichten ten aanzien van Shared Decision Making
(een manier van werken waarbij arts en patiënt samen tot een beleid komen dat het beste bij de patiënt past, red.).”
Als het op genezing aankomt zijn de alternatieven
beperkt. Schilder denkt daarom dat het belangrijk is
dat ouders goede voorlichting krijgen. “Artsen moeten
ouders laten zien dat de klachten met het ouder worden van nature afnemen. De grafiek uit ons onderzoek kan daarbij een goede tool zijn. Vervolgens kun je je meer
concentreren op de behandeling van de symptomen van
Foto: iStockphoto
Door Anouk Brinkman
Doelmatigheidsstudie toont nutteloosheid chirurgische ingreep
Ten strijde tegen zinloze
amandeloperaties Veel Nederlandse kinderen met een chronische verkoudheid gaan onder het mes voor het knip
pen van hun neusamandel. Een operatie die niets uithaalt, blijkt uit een nieuwe studie bin
nen het programma Doelmatigheidsonderzoek. Afschaffing van de ingreep kan een besparing
opleveren van enkele miljoenen euro’s per jaar.
Afschaffen net zo lastig als invoeren ZonMw financiert en faciliteert sinds twaalf jaar doel
matigheidsonderzoeken. Inmiddels zijn binnen het pro gramma DoelmatigheidsOnderzoek ruim vierhonderd projecten gefinancierd, waarin wetenschappers
bestaande en nieuwe interventies met elkaar vergelij
ken op het gebied van kosten en kwaliteit van zorg. Op die manier moet er meer duidelijkheid komen over de
kosteneffectiviteit van deze ingrepen en behandelingen. Onderzoeksresultaten kunnen uiteindelijk leiden tot het
een bovensteluchtweginfectie, bijvoorbeeld pijnstillers als een kind koorts heeft en neusdruppels om verstop
ping tegen te gaan.” Ook risicofactoren moeten volgens
Schilder meer aandacht krijgen. “Bijvoorbeeld als ouders roken, maar ook als de dagopvang in grote groepen
plaatsvindt. Op heel jonge leeftijd is het afweersysteem van kinderen nog onvoldoende toegerust voor een omgeving waar ze aan veel virussen en bacteriën worden blootgesteld.”
Vragenlijsten onder artsen
De wetenschappelijke vereniging heeft de verant
woordelijkheid om artsen bewust te maken van de
nieuwe bevindingen. Naar verwachting verschijnt vol
gend jaar een update van de bestaande richtlijn, waarin de resultaten uit het doelmatigheidsonderzoek worden meegenomen. Vergelijkbaar onderzoek naar het ver
invoeren van doelmatige interventies, maar ook tot het stoppen met bewezen ondoelmatige interventies. Een
voorbeeld is onderzoek naar de behandeling van acute
buikpijn. Bij binnenkomst op de Spoedeisende Hulp krij gen patiënten een röntgenfoto, maar die blijkt geen
toegevoegde waarde te hebben. “Zulke uitkomsten heb ben nogal wat gevolgen voor de dagelijkse praktijk”,
aldus programmasecretaris Vivienne Lahaut. “Het kan
heel moeilijk zijn om die aanpak te doorbreken en soms lukt het niet. Pas als duidelijk is wat het voor iedereen
oplevert, vindt meestal verandering plaats. We hebben
de afgelopen jaren gemeten hoeveel richtlijnaanpassin gen en publicaties naar aanleiding van de onderzoeken zijn gedaan en zien wel degelijk dat het ook de zorg praktijk heeft veranderd.” ZonMw stimuleert het gebruik van de nieuwe kennis in de praktijk. Bijvoorbeeld door middel van de
Verspreidings- en Implementatie Impuls, de VIMP.
wijderen van keelamandelen uit 2004 waarbij Schilder
Een dergelijke impuls kan bestaan uit een bijdrage voor
multidisciplinaire ZATT-richtlijn (Ziekten van Adenoïd en
organiseren van expertmeetings. Een speciale rol hebben
ook betrokken was, heeft destijds geleid tot de eerste
Tonsillen in de Tweede lijn). Sindsdien is een lichte daling te zien in het aantal keelamandeloperaties.
Naast het monitoren van het aantal ingrepen, worden
onder alle betrokken artsen vragenlijsten afgenomen om het effect van het onderzoek te meten. Schilder: “Toen
de studie begon hebben we hun een casus voorgelegd en gevraagd wat voor behandeling ze de betreffende kinderen zouden geven. Volgend jaar nemen we ver
gelijkbare vragenlijsten af, zodat het veld eerst de tijd
krijgt om zich de onderzoeksresultaten eigen te maken.”
9 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn of het
de implementatiefellows, die vanuit hun eigen instelling onderzoekers adviseren. In alle acht universitair me
dische centra en bij twee topklinische ziekenhuizen is
een door ZonMw gesubsidieerde implementatiefellow werkzaam.
Meer informatie over het programma DoelmatigheidsOnderzoek: www.zonmw.nl/do Meer informatie over implementatie: www.zonmw.nl/implementatie
Project voor revalidatie na beroerte krijgt ZonMw-Parel
Oefenen
volgens
Patiënten met een beroerte (CVA) moeten volgens de richtlijnen zo snel mogelijk oefenen met alle daagse handelingen. In de praktijk komt daar vaak weinig van terecht. Het project Snel in beweging
meer met een gids vol oefeningen. Het project uit het Innovatie programma Revalidatie kreeg op 11 november de Parel van ZonMw.
Foto’s van patiënten die de oefeningen uit voeren maken de gids goed bruikbaar voor mensen met taalproblemen door de beroerte. (Foto uit Zelf oefenen na een beroerte)
Op donderdagmorgen 13 oktober viel de 66-jarige
oefengids. De gids is een gezamenlijk project van
zijn bed op de grond. Hij was de controle over zijn
richtlijnen staat dat patiënten na een beroerte
Huub Saltzherr thuis in Spakenburg plotseling naast linkerbeen en linkerarm kwijt. Wat er daarna
gebeurde, kan hij niet precies vertellen: “Het ging allemaal heel hard.” Met de ambulance werd hij naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht
(UMCU) gebracht, waar men vaststelde dat hij een beroerte had, veroorzaakt door een bloedstolsel in een van de slagaderen in zijn rechterhersenhelft.
Hij werd opgenomen en kreeg een geneesmiddel
dat het stolsel oplost. De volgende dag ontving hij
de oefengids Zelf oefenen na een beroerte. “Ik vond
het fijn om zelf wat te kunnen doen”, vertelt hij. “Ik
het UMCU en De Hoogstraat. “In de evidence based vroegtijdig en intensief moeten gaan oefenen, om
hun kansen op herstel te optimaliseren”, zegt Zinger. “Uit studies in verschillende ziekenhuizen bleek dat
patiënten het grootste deel van de dag in bed zitten of liggen. Wij zijn op zoek gegaan naar manieren om patiënten meer te laten oefenen zonder dat
daarvoor meer uren fysiotherapie nodig waren. De
gids is één van de resultaten. Overigens is zo’n gids
nooit een vervanging voor reguliere therapie, het is een aanvulling.”
ben dertig jaar voetbaltrainer geweest, dus ik weet
Aantrekkelijk
Inmiddels verblijft Saltzherr in het revalidatiecen
om te lezen. Ik hoop dat ik nou niet te veel reclame
wel wat oefenen is.”
trum De Hoogstraat in Utrecht. Daar vindt het inter view plaats met hem en fysiotherapeut Deborah
Zinger van het UMCU, een van de auteurs van de
10 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
“De oefengids is mooi vormgegeven, hij nodigt uit maak, maar ik heb zelf ervaring als drukker en dit ziet er mooi uit”, zegt Saltzherr. Zinger vult aan:
“Onze projectgroep heeft niet alleen gepraat met
Foto: Stichting Revalidatiecentrum De Hoogstraat/Sander Ruijg
brengt hierin verbetering, onder
Door Pieter van Megchelen
het boekje professionals op het gebied van revalidatie, maar ook
de ervaringen met de eerste druk van de oefengids
Vooral de patiënten zeiden dat het er ook wel aan
gericht op alledaagse handelingen zoals tanden
met leden van de vereniging voor CVA-patiënten.
trekkelijk uit mag zien”. Ook in een latere fase, bij de beoordeling van de eerste druk van de gids, heeft de projectgroep goed geluisterd naar patiënten en
familieleden. Mede dankzij hun reacties en de pro fessionele inbreng van patiëntenvoorlichters is de
gids eenvoudig te begrijpen, zodat patiënten er ook thuis mee verder kunnen oefenen. Dankzij de foto’s van patiënten die de oefe ningen uitvoeren blijkt de gids in de praktijk goed bruikbaar te zijn voor
zijn de oefeningen praktischer geworden, meer
poetsen en handen wassen. Inmiddels is een derde
druk in de maak, maar die zal niet wezenlijk verschil
len van de tweede. Wel wordt al gedacht aan nieuwe producten: een Engelstalige versie, oefeningen voor geheugen en taalbeheersing, een app op de smart
phone.
Meneer Saltzherr is intussen zeer gemotiveerd om
‘Straks als ik thuis ben blijf ik zeker oefenen’
verder te werken aan zijn herstel. “Ik
grijp deze kans met beide handen aan en ik kan het iedereen aanraden om
dat ook te doen. Bij mij is er al veel her
patiënten met taalproblemen door de beroerte (afa
steld en ik hoop dat dat doorgaat. Straks als ik thuis
Nederlandstalig zijn. Saltzherr: “Ja, die plaatjes zijn
ten, dan herinnert mijn vrouw mij er wel aan.”
sie) en patiënten die van huis uit niet
heel duidelijk, je kunt het makkelijk nabauwen. Ik
heb zelf ook nog ideeën toegevoegd aan sommige
oefeningen. Dat weet ik nog wel van voetbaltraining, hoe je het leuk kunt maken. Dan houd je er zelf ook
ben blijf ik zeker oefenen. En al zou ik het zelf verge
Meer informatie: www.zonmw.nl/innovatieprogrammarevalidatie, www.snelinbeweging.nl
plezier in. Want het belangrijkste blijft herhalen,
herhalen, herhalen.” Tijdens het gesprek doet hij een aantal oefeningen voor, soms automatisch met zijn
Beroerte kan grote gevolgen hebben
linkerhand, die er de rest van de tijd erg stil bij ligt.
Jaarlijks krijgen in Nederland dertigduizend mensen
Samenwerking
ontstaat doordat een deel van de hersenen geen
goede rechterhand, maar regelmatig ook met de
Er is de afgelopen jaren veel verbeterd in de zorg voor patiënten met een beroerte, dankzij goede
samenwerking tussen de instellingen binnen de zogeheten ‘stroke-keten’ (stroke is Engels voor
beroerte): ziekenhuis, verpleeghuis, revalidatie
centrum en eerste lijn. Ook dit project is een resul
taat van die gezamenlijke aanpak. Zinger: “De eerste implementatie in zeven instellingen heeft plaats
gevonden binnen dit project. Daar hebben we heel
veel van geleerd. De ervaringen zijn ook te vinden op
de website van het project, zodat andere instellingen het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden.” Zo zijn op de website aanvullende oefeningen te
vinden, voor patiënten die al verder hersteld zijn of
minder ernstige beperkingen hebben. Op grond van
11 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
een beroerte: een hersenbeschadiging die plotseling zuurstof meer krijgt. Dat kan komen doordat een slagader in de hersenen knapt (hersenbloeding)
of door een bloedstolsel dat een slagader afsluit (herseninfarct). Bij ongeveer een derde van de
patiënten is de beroerte fataal. Wie overleeft, heeft
vaak last van beperkingen: verlamming, problemen met het spreken en het begrijpen van taal, moeite met denken en het plannen van handelingen,
concentratieproblemen, een sombere stemming
of angst. Vaak bestaat er een combinatie van deze problemen. Het meeste herstel treedt spontaan
op in de eerste weken na de beroerte. Regelmatig oefenen kan bijdragen aan beter herstel en dus een grotere zelfstandigheid.
De Hersenstichting Nederland helpt hersenaandoeningen voorkomen en genezen, en wil ervoor zorgen dat patiënten een zo volwaardig mogelijk leven leiden.
Oproep tot het indienen van aanmeldingen voor: De Hersenstichting-Trofee voor de Wetenschap In 2012 reikt de Hersenstichting Nederland wederom de Hersenstichting-Trofee voor de Wetenschap uit. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 1.500 te besteden aan een wetenschappelijke activiteit. De uitreiking vindt plaats tijdens de Nationale Hersenlezing op vrijdag 16 maart 2012. De prijs De Hersenstichting-Trofee voor de Wetenschap is een stimuleringsprijs voor jonge, gepromoveerde wetenschappers tot en met 35 jaar die in de afgelopen twee jaar een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het onderzoek naar de oorzaak en de behandeling van hersenaandoeningen. Ook kunnen andere wetenschappers, of een wetenschappelijke instelling, hen voordragen.
Aanmeldingen Uw aanmelding dient te worden vergezeld van een curriculum vitae, een korte beschrijving van de wetenschappelijke bijdrage (maximaal twee A-4), en minimaal twee relevante publicaties. Aanmeldingen moeten (in vijfvoud) uiterlijk donderdag 12 januari 2012 worden ingediend bij de Hersenstichting Nederland, t.a.v. mw. L. Valstar, Postbus 191, 2501 CD Den Haag. Onvolledige of niet tijdig ontvangen inzendingen kunnen niet in behandeling worden genomen. Tegen de uitslag is geen beroep mogelijk. Inlichtingen Hersenstichting Nederland, mw. L. Valstar, (070) 360 48 16;
[email protected].
Nadere informatie over de Hersenstichting Nederland is te vinden op
www.hersenstichting.nl
Call for Grant applications for Research on Alzheimer’s disease The Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek (ISAO) awards grants for scientific research on Alzheimer´s disease. Applications are accepted from scientists at Dutch institutions and universities. Researchers are encouraged to submit proposals that focus on improving our understanding of the underlying mechanisms causing dementia and/or aim at its prevention or treatment. Applicants must have expertise relevant for Alzheimer´s disease. ISAO awards 4 types of grants: - Major grant: a maximum of € 150.000 for three years, limited to € 50.000 per year. - Standard grant: a maximum of € 100.000 for two years with a maximum of € 50.000 per year. - Pilot grand: a maximum of € 50.000 for two years with a maximum of € 25.000 per year. This award is intended for young researchers. - Dutch-French border-crossing projects can be submitted by researchers from France and the Netherlands. Applications can be sent either to ISAO or LECMA-France. Selected grants are expected to start in November 2012. Letter of Intent deadline is March 12, 2012. These letters have to be submitted to
[email protected] , and 1 printed original and 1 exact copy should be sent to: Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek, Postbus 1161, 6201 BD Maastricht. Further information is available on: www.alzheimer.nl. For questions, contact Research Grants Manager: Ellen Wiese, Ph.D., at +49-211-86 20 66 21 or
[email protected]. 12 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Professionals of professoren Jannes van Everdingen, Adam Cohen Op 28 oktober mochten wij het feestje bijwonen van Rien
Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg
(RVZ). Nou ja, eigenlijk een feestelijke bijeenkomst, want ofschoon het programma door de komst van de minister en haar beperkte
tijd ondersteboven was gegooid (het begon met een panelbijeen komst en eindigde met een voordracht), was er een uitgelaten
stemming met veel ‘o’ en ‘a’. De boodschap was klip en klaar: het zorglandschap in Nederland gaat de komende jaren drastisch
veranderen. We krijgen relatief eenvoudige, veel voorkomende
medisch-specialistische zorg dicht bij huis en concentratie van de complexe en acute zorg in een beperkt aantal grotere ziekenhui
zen. Het ziekenhuisnetwerk wordt belangrijker dan het individuele ziekenhuis en de grens tussen de eerste en tweede lijn vervaagt.
Dat strookt met de ideeën van de minister, die in een brief aan de Tweede Kamer ook al woorden van die strekking gebruikte: zorg dichtbij als het kan en ver weg als het moet. Een feestje dus, met veel lof voor de grondige wijze waarop de
Wij willen het feestje van de RVZ, het vergezicht van Meijerink
voorzien. Er waren geen moeilijke vragen, geen echte discussie
verheffen tot belangeloze orakels is een misvatting. Richtlijnen
RVZ dit advies had onderbouwd en van achtergrondstudies had punten. Het leek wel of iedereen het met elkaar eens was,
behalve die ene keer dat Pieter Vierhout het woord kreeg. Hij
is voorzitter van de Regieraad Kwaliteit van Zorg die mede de oprichting van een landelijk kwaliteitsinstituut voorbe
reidt. Vierhout viel Meijerink aan op diens uitspraak dat
het Kwaliteitsinstituut door
en het droomland van slotspreker Wouter Bos niet verstoren, maar wij delen de mening van Vierhout. Om hoogleraren te
en de bijbehorende normen worden nu opgesteld door werk
groepen. De kunst is deze groepen zo samen te stellen dat er een evenwichtige vertegenwoordiging is van alle belanghebbenden – inclusief patiënten en
Het verheffen van hoogleraren tot belangeloze orakels is een misvatting
bestuurders – en dat belangen verstrengeling zoveel mogelijk
wordt tegengegaan door trans parantie. En dan gaat het niet
zettingsmacht moet krijgen om de vaststelling van kwaliteits
alleen om commerciële en professionele, maar ook om weten
daarbij gebruik moet maken van heuse professoren. Professoren?
alle partijen elkaar scherp en leggen elkaar het vuur aan de
normen door professionals zo nodig af te dwingen, en dat het Ja, want, zo stelde Meijerink zonder blikken of blozen, aan de
normen die thans van de wetenschappelijke verenigingen komen kleeft te veel belangenbehartiging. En om het kleverige aspect
nog wat te onderstrepen: het is allemaal te stroperig en gaat te
langzaam. Academici hebben daar geen last van en hoogleraren geneeskunde zouden actief leiding moeten geven aan norm stelling en naleving, ook buiten de academische setting.
Vierhout, die zelf ooit een leerstoel bekleedde, maar niet echt besmet is geraakt met een academisch virus, bestreed dit.
Waarop Meijerink hem uitdaagde: “Kom dan met een beter
voorstel.” Die kans kreeg Vierhout echter niet, want tijdens zijn weerwoord werd hem de mond gesnoerd. Het moest tenslotte een feestje blijven.
13 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
schappelijke/academische belangen. In zo’n werkgroep houden schenen. Wij zien niet in dat enkele geïsoleerd opererende hoog leraren die zich gespecialiseerd hebben in de grote teen, maar
zelf nooit met hun poten in de modder van de periferie hebben
gestaan, tot een betere afweging van bewijs en meer valide uit spraken over gepast gebruik van zorg zullen komen.
Het zou ook onverstandig zijn als de adviesraad van het nieuwe kwaliteitsinstituut straks geheel wordt bemand met coryfeeën uit de bekende ivoren torens van academies rond VWS.
Met de huidige methode van richtlijnontwikkeling is ons inziens
niet veel mis. Dat er soms meer moet gebeuren dan alleen smeer olie in de raderen gieten, zal niemand betwisten, zeker als weten
schappelijke verenigingen de autorisatie van richtlijnen traineren. Daar kan wel een tandje bij in de vorm van doorzettingsmacht.
Expertmeeting over samenwerking onderzoek, beleid en praktijk
Door Veronique Huijbregts
Hoe kunnen wetenschappers ervoor zorgen dat er iets gebeurt met hun mooie onderzoeksresultaten? Tijdens een expertmeeting bij TNO bogen onderzoekers zich over deze vraag. Conclusie: zelf reflectie en intensievere samenwerking met beleidmakers en prak tijkmensen zijn nodig om het effect van onderzoek te vergroten. Gemiddeld gaat er zeventien jaar overheen voordat
Stadlander had voorafgaand aan de expertmeeting
praktijk toepassing vindt. Dat vertelde directeur
inbreng van de onderzoekers. Door middel van een
een bewezen effectieve gezondheidsinnovatie in de Innovatiegebied Levenslang Gezond van TNO Nico
van Meeteren tijdens de expertmeeting over samen werking tussen beleid, onderzoek en praktijk. Het
onderzoeksinstituut wil daar wat aan doen met het
traject Impact met kennis. Onderdeel van het traject – waarbij ZonMw meedenkt in de stuurgroep – was de bijeenkomst op 26 oktober. Van de noodzaak van
verbetering waren de twaalf onderzoekers,
werkzaam bij universi
elf aandachtspunten gedestilleerd uit de eerdere
stemronde stelden die op basis hiervan een beknopte verbeteragenda op. Als belangrijkste verbeterpunten zagen zij: de zelfreflectie van de onderzoeker en de
gevoeligheid voor de positie, de belangen en de situatie
van beleidmakers en praktijkmensen, samengevat in het begrip ‘contextsensitiviteit’. Ook de indicatoren en het
afrekenmechanisme van de onderzoeker scoorden hoog.
‘Maak kennisproductie tot een gezamenlijk proces’
In drie werkgroepjes discussieer den de onderzoekers vervolgens over concrete voorstellen voor het ‘hoe’ van deze verbeter
teiten, academische werkplaatsen, GGD’en, het
punten. Hun suggesties hadden vooral betrekking op
lijke bijeenkomst in augustus van dit jaar hadden ze
communicatie tussen onderzoekers, beleidmakers en
RIVM, TNO en ZonMw, doordrongen. In een soortge al ervaringen uitgewisseld. Ze waren tot de conclu sie gekomen dat zelfreflectie op hun rol als onder zoeker een goede vervolgstap zou zijn om
verbetermogelijkheden te formuleren. Deze middag stond dat thema dan ook op de agenda. “De bereid heid tot zelfreflectie is op zichzelf al winst. Het is
voor het eerst dat ze hierop zo worden aangespro ken”, zegt dagvoorzitter Marianne Stadlander van BMC Groep.
14 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
de noodzaak van langdurige relaties en intensievere de praktijk. “Programma’s in plaats van projecten”,
zoals een werkgroep dit omschreef. Langdurige samen werking is nodig, willen de onderzoekers sensitiviteit
ontwikkelen voor wat er bij de gebruiker speelt. Inzicht krijgen in de doelen die beleidsmakers nastreven en in de belangen, beperkingen, wetten en regels waarmee
die te maken hebben is cruciaal om onderzoek te laten
werken. Dat geldt ook voor kennis van de praktijk. Onderzoeksresultaten die hierop onvoldoende anti
Effectieve kennis volgens ZonMw ZonMw geeft in diverse programma’s – waaronder
Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid en
Gezondheidszorgonderzoek – de samenwerking tussen beleid, onderzoek en praktijk een belangrijke plaats,
onder meer door de interactie met eindgebruikers tot belangrijk subsidiecriterium te maken. Investeren in
gebruik van kennis vormt een belangrijk speerpunt in het nieuwe ZonMw-beleidsplan 2012-2015. Foto: Marijn van Zanten
Onlangs verscheen bij ZonMw de publicatie Handreiking Goed Opdrachtnemer/geverschap. Een handreiking voor het opbouwen en onderhouden van een professionele kennisrelatie tussen kennisvrager (opdrachtgever) en kennisaanbieder (opdrachtnemer). Deze is te down Dagvoorzitter Marianne Stadlander tussen de uitkomsten van het zelfonderzoek
loaden van www.zonmw.nl/handreiking-kennisrelatie.
ciperen, dreigen in bureaulades te verstoffen. Op de
verder om in de rapportages niet alleen problemen te
“Ken de significant others” en “Leer de taal van de
voor nieuw onderzoek, maar zelf oplossingen aan te
flipovers van de werkgroepen verschenen teksten als ander begrijpen”, “Ontwikkel een gezamenlijk per spectief”, maar ook: “Weet wat je als onderzoeker zelf bij wie wilt bereiken.”
Zorgen voor commitment Ontwikkeling van dat gezamenlijke perspectief
begint met inzicht in de ‘vraag achter de kennis
vraag’: wat willen beleidsmakers of professionals in de praktijk nu werkelijk weten? Voor deze vraag
verheldering zijn al hulpmiddelen ontwikkeld, zoals een goal clarification-lijst. Maar vraagverheldering is nog wat anders dan verwachtingsmanagement,
eveneens een verbetersuggestie. Daarvoor is het zin vol tijdens de hele onderzoeksperiode te zorgen voor interactie met beleid en praktijk.
Onderzoekers doen er goed aan de situaties op te
zoeken waarvoor hun onderzoeksresultaten bedoeld zijn. In de woorden van een van de werkgroepen:
“Loop mee met beleid en praktijk.” Dat kunnen ze
doen door raadsvergaderingen en inspraakavonden bij te wonen en poolshoogte te nemen in wijken. En door zelf mensen uit beleid en praktijk uit te
nodigen. Deze vormen van contact en communicatie
helpen ook “commitment te organiseren”. Een andere suggestie bestond eruit vertegenwoordigers van
beleid en praktijk op te nemen in de programma commissies en hun stemmen bij het bepalen van
onderzoeksvragen evenveel gewicht te geven als die van onderzoekers. Zorg ook voor veel informatie-
uitwisseling, niet alleen aan het einde maar ook
tijdens het onderzoek. Zo maak je kennisproductie tot een gezamenlijk proces.
Kennistoepassing verbeteren kan door vooraf
afspraken te maken met de opdrachtgever. Het helpt
15 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
belichten of standaard te eindigen met aanbevelingen reiken. “En zet je advies niet aan het einde van het
rapport, maar begin ermee!” Spanningsveld
De onderzoekers wezen op het spanningsveld tussen de
eisen die de wetenschap stelt en de behoeften van beleid en praktijk. Een publicatie in een publieksblad kan voor
de toepassing van onderzoeksresultaten veel nut hebben, maar telt niet als wetenschappelijke output. Om het
effect van kennis te vergroten zal dit afrekenmechanisme aangepast moeten worden. “De maatschappelijke impact van onderzoek moet meewegen als criterium voor goede onderzoekers”, aldus Stadlander.
De deelnemers hebben gepleit voor een vervolgmeeting met de mensen uit praktijk en beleid samen, een sug
gestie die TNO heeft overgenomen. Stadlander vindt het een mooie uitkomst van een zinvolle bijeenkomst.
“Historisch gezien investeerden onderzoekers vooral in
uitwisseling over de inhoud van hun onderzoek”, zegt ze. “Nu zie je dat verschuiven naar investeren in de relatie met beleid en praktijk. Dat vraagt een andere tijds
verdeling van de onderzoeker. Het komt erop aan een balans te vinden.”
Op de expertmeeting vielen ook termen als business case en ondernemerschap. Met de overheidsbezuinigingen en de toenemende aandacht voor publiek-private samen werking zullen onderzoekers zich steeds pro-actiever
en ondernemender moeten gaan opstellen, bevestigt
Stadlander. “Bijvoorbeeld als het gaat om zoeken naar nieuwe financieringsbronnen bij het bedrijfsleven en zorgaanbieders. Steeds gaat het dan om zoeken naar
gemeenschappelijke belangen. Zelfreflectie en het ver mogen in de huid van de ander te kruipen zijn daarbij onontbeerlijke instrumenten.”
Oproep voor indiening van projectideeën voor Europees onderzoeksprogramma zeldzame ziekten (E-Rare) Achtergrond
negatieve gevolgen van behandeling van veel voorkomende ziek
netwerk van partners uit 12 landen die verantwoordelijk zijn voor
onderzoek waarvoor ingediend kan worden www.e-rare.eu.
ZonMw werkt mee aan het Europese ERA-Net project E-Rare, een de ontwikkeling en financiering van nationale/regionale onder
ten zijn uitgesloten van indiening van deze call. Zie voor het soort
zoeksprogramma’s op het vlak van zeldzame aandoeningen. Voor
Aanvullende randvoorwaarden
heeft ZonMw 0,7 miljoen euro beschikbaar gesteld voor Neder
afkomstig uit drie verschillende landen, die deelnemen aan
de gezamenlijke oproep Joint Transnational Call 2012 (JTC 2012), landse onderzoeksgroepen. De actuele stand van zaken welke organisaties meedoen vindt u op de website van E-Rare: www.e-rare.eu.
Consortia bestaan uit tenminste drie onderzoeksgroepen
deze call, maar niet meer dan zes onderzoeksgroepen in totaal.
Daarnaast heeft elke onderzoekfinancieringsorganisatie nationale randvoorwaarden.
Doel van call
Deadline
verschillende landen te stimuleren transnationale samenwerkings
om 12.00 uur (CET).
Doel van de JTC 2012 is om jonge onafhankelijke wetenschappers in verbanden op te bouwen op het gebied van zeldzame aandoenin gen.
Wanneer bent u een jonge wetenschapper?
Als u uw eerste PhD, MD of gelijkwaardige doctoraalgraad op de
peildatum van 31 januari 2012 tenminste 2 jaar en maximaal 10 jaar ervoor hebt behaald, bent u een jonge wetenschapper. Zowel de coördinator van het project als ook de deelnemende ‘principal
Deadline voor indiening van vooraanmeldingen is 31 januari 2012
Meer informatie Zodra u plannen ontwikkelt om deel te nemen aan deze call, neem dan contact op met dr. Sonja van Weely (tel. 070 349 52 20;
[email protected]) om de bevoegdheid van alle aanvragers in het consortium en de voorwaarden voor deelname van Nederlandse consortiumpartner(s) door te nemen. Volledige informatie over de onderwerpen van de call, deadlines, formulieren, richtlijnen voor indiening, en (evaluatie)procedures kunt u vinden op de website www.e-rare.eu.
investigators’ van de andere landen dienen aan deze criteria van jonge wetenschapper te voldoen.
Wat wordt verstaan onder zeldzame aandoeningen?
Het onderwerp van projectideeën moet voldoen aan de Europese definitie van een zeldzame aandoening: een ziekte waaraan niet meer dan vijf op 10.000 inwoners in de Europese Gemeenschap lijdt. Zeldzame infectieziekten, zeldzame kankers en zeldzame
OPROEP TOT INDIENEN VAN VICI VOORAANMELDING Vernieuwingsimpuls
Let op: Vanaf ronde 2012 wordt van alle indieners verwacht dat
extra impuls te geven. Doelgroep zijn excellente, creatieve
zal ook altijd onderdeel zijn van de beoordeling van de aanvraag.
De Vernieuwingsimpuls heeft als doel vernieuwend onderzoek een onderzoek(st)ers. Het programma richt zich met de drie verschillen
informatie over kennisbenutting wordt gegeven. Kennisbenutting
de subsidievormen Veni, Vidi en Vici op verschillende fasen in de
Procedure
en professorabel. Deze oproep betreft uitsluitend Vici-subsidies.
De aanvragen dienen dan ook bij NWO te worden ingediend. Een
wetenschappelijke carrière, van pas gepromoveerd tot zeer ervaren
Randvoorwaarden Vici 2012
Een Vici-subsidie biedt senioronderzoekers de mogelijkheid in vijf
jaar een eigen onderzoeksgroep op te bouwen, vaak vooruitlopend op een structurele hoogleraarspositie. De onderzoekslijn zou een
De Vici-aanvragen zullen wetenschapsbreed worden beoordeeld. Vici-aanvraag moet in de vorm van een vooraanmelding worden ingediend. De meest kansrijke kandidaten ontvangen een uit
nodiging om voor een bepaalde deadline een uitgewerkte aan vraag in te dienen.
structurele inbedding binnen de onderzoeksinstelling moeten krij
Deadline indiening vooraanmelding is 29 maart 2012 om 23.59 uur.
Kandidaten die een Vici-aanvraag willen indienen kunnen dit tot
Het aanvraagformulier is vanaf twee maanden voor de deadline te
gen. De subsidie bedraagt maximaal € 1.500.000.
maximaal 15 jaar na hun promotie doen, gerekend vanaf de promo tiedatum tot de deadline van de desbetreffende ronde.
Vanaf ronde 2012 zal de domeinfase voor Vici komen te vervallen en zal de Vici subsidie geheel wetenschapsbreed worden uitge
voerd. Tot deze aanpassing is besloten door het Algemeen Bestuur van NWO op advies van een interne evaluatiecommissie.
downloaden vanaf de website en elektronisch in te dienen. Meer informatie De brochuretekst en formulieren kunt u downloaden via de NWO website
www.nwo.nl/vi. Op deze site vindt u eveneens (antwoorden op) veelgestelde vragen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met het programmasecretaris van het Vici programma (
[email protected], 070 349 52 86).
16 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Oproep Projectideeën voor het programma Sport, Bewegen en Gezondheid 2: deelprogramma Onderzoeksprojecten Deadline 17 januari 2012 Achtergrond
zijn primair gericht op het verbeteren van de gezondheid van de individuele sporter.
Het programma Sport, Bewegen en Gezondheid (SBG) is verlengd
Wat kan er aangevraagd worden?
heeft aanvullend budget beschikbaar gesteld. Het programma SBG
Per aanvraag kan maximaal € 75.000 worden aangevraagd voor de
tot 2013. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
is gericht op de relatie tussen sport en gezondheid. Het financiert
onderzoeksprojecten en bevordert de verspreiding en implementa tie van kennis over sport en gezondheid. Onderzoek is gericht op verbetering van de gezondheid. Inhoudelijke prioriteit
Subsidie kan worden aangevraagd voor onderzoek naar preventie
of curatie van sportgerelateerde klachten en medische problemen
als gevolg van sporten voor (top)sporters, jeugd, ouderen, chronisch
In totaal is voor praktijkgericht onderzoek € 600.000 beschikbaar.
duur van 18 maanden.
Informatiebijeenkomst
Op vrijdag 16 december vindt bij ZonMw een bijeenkomst plaats waarin de oproep toegelicht wordt en er gelegenheid is voor het stellen van vragen.
Meer informatie over het programma en het inschrijven vindt u op www.zonwm.nl/subsidiekalender
zieken of motorisch gehandicapten. De uitkomsten van onderzoek
Oproep voor indienen van vooraanmeldingen Programma Meer Kennis met Minder Dieren – module Proefdiervrije Technieken Call open vanaf november 2011
Deadline indiening: 24 januari 2012 om 15.00 uur Achtergrond
Het programma Meer Kennis met Minder Dieren is gericht op Vervanging, Vermindering en Verfijning (3 V’s) van proefdier
onderzoek. De module Proefdiervrije Technieken – gericht op
Vervanging – wordt gestart met een call voor Onderzoeksprojecten. Doelen, randvoorwaarden en onderzoeksgebied
Projecten met een evidente publiek-private samenwerking
Budget
Voor de call is in totaal 3,3 miljoen euro beschikbaar. De duur van een project is maximaal 3 jaar. Per project zal de bijdrage van
ZonMw maximaal € 300.000 kunnen bedragen. Met de verstrekte
middelen kan wetenschappelijk personeel, bij voorkeur een ervaren postdoc, worden gefinancierd. Tevens kan een deel van het budget worden aangewend voor benodigde verbruiksartikelen en klein
schalige apparatuur. Van het consortium aan aanvragende (private en publieke) instellingen wordt een substantiële financiële bij
drage aan het onderzoeksproject verwacht; deze dient minimaal 25% te bedragen (in cash en/of in kind), bovenop de ZonMw-
genieten de voorkeur.
bijdrage.
Doelen:
Procedure
- Toepassing van bestaande en nieuwe Vervangingsmethodieken
uur worden ingediend via ProjectNet. Projectleiders van de meest
- Ontwikkeling van innovatieve Vervangingsmethodieken
Randvoorwaarden:
Het project heeft aantoonbare impact op Vervanging. De aanvraag maakt expliciet duidelijk welke dierproeven door het onderzoek overbodig c.q. vermeden worden.
Er is een aantoonbare (inter)nationale samenwerking met andere
onderzoeksgroepen en/of bedrijfsleven en/of regulatoire instanties In de aanvraag is een plan opgenomen voor toepassing van onder
zoeksresultaten na afloop van het onderzoeksproject Onderzoeksgebied:
Het onderzoeksgebied betreft humane ziekten: kankeronderzoek
en overige ziekten bij de mens. De mindshift van het uitvoeren van de klassieke dierproef naar het opbouwen van kennis van het
humane systeem (‘mensmodel’) is in dit gebied reeds gaande en wordt binnen de call verder gestimuleerd.
17 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Vooraanmeldingen kunnen tot uiterlijk 24 januari 2012 om 15.00 kansrijke voorstellen ontvangen een uitnodiging om een uit
gewerkte aanvraag in te dienen. De beoordelingscriteria staan vermeld in de uitgebreidere calltekst op de website. Meer informatie Achtergrondinformatie over call, module en programma is te vinden op www.zonmw.nl/mkmd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de MKMD programmasecretarissen Rob Diemel (070 349 52 52,
[email protected]) en Erica van Oort (070 349 53 26,
[email protected]).
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN SUBSIDIEAANVRAGEN Programma Evidence-Based Medicine in Ouderen (EMO) Een gerandomiseerde klinische trial naar de effecten van schild
de trial en (een bijdrage aan) kosten gerelateerd aan het inrichten
thyreoïdie op hoge leeftijd
worden.
klierhormoonsuppletie als behandeling van subklinische hypo
Achtergrond
Het programma Evidence Based Medicine in Ouderen (EMO) is
van centra waar deelnemers aan de trial geïncludeerd kunnen
Voor deze trial is een subsidie beschikbaar van maximaal 1 miljoen euro voor vier jaar.
ingesteld om de kennis en ervaring met betrekking tot trials bij
Wanneer kan aangevraagd worden?
Deze call heeft tot doel het verrichten van een trial naar de supple
2012 om 15.00 uur.
ouderen structureel te versterken en te innoveren.
tie van schildklierhormoon bij ouderen met een traag werkende
schildklier. Een dergelijke trial dient enerzijds klinische inzichten te
geven in de effecten van suppletie en de noodzaak tot behandelen.
De deadline voor het indienen van subsidieaanvragen is 1 februari De aanvragen dienen Engelstalig te zijn en kunnen uitsluitend elektronisch worden ingediend via Projectnet. >>
Anderzijds verschaft een dergelijke trial ervaring met een derge
Procedure
uit te voeren, kunnen de betrokken instellingen een dergelijke
commissie op basis van de referentrapporten en wederhoor een
lijke studie bij ouderen. Door deze in een nationale samenwerking samenwerking in de toekomst als voorbeeld gebruiken voor vervolgstudies.
Wie kan aanvragen?
Deze call is uitsluitend gericht aan de acht Nederlandse universitaire medische centra.
Wat kan aangevraagd worden?
De call is bedoeld voor het opzetten, coördineren en uitvoeren van
Na beoordeling door externe referenten zal de programma advies uitbrengen aan het ZonMw bestuur.
De beoordelingscriteria wordt verwezen naar de programmatekst op de website (www.zonmw.nl/EMO). Meer informatie Voor meer informatie en specifieke voorwaarden wordt nadrukkelijk verwezen naar de ZonMw website www.zonmw.nl/EMO. Voor meer informatie kunt u ook contact opnemen met het programmasecretariaat: dr. Harald Moonen, programmasecretaris (
[email protected], 070 349 53 49).
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN SUBSIDIEAANVRAGEN Programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen NETWERKSUBSIDIES
Wanneer kan aangevraagd worden?
Achtergrond
ingediend. Per jaar worden vier deadlines gehanteerd waarop
De hoofddoelstelling van het strategische onderzoeksprogramma Priority Medicines Zeldzame aandoeningen en Weesgenees
middelen is het stimuleren van translationeel onderzoek op het gebied van zeldzame aandoeningen met als einddoel het ont wikkelen van therapieën.
Subsidieaanvragen kunnen in principe doorlopend worden
de op dat moment ingediende voorstellen worden verzameld en in onderlinge competitie worden beoordeeld.
Deze deadlines zijn gesteld op 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december.
Binnen dit programma is een gedeelte van het budget (totaal
Procedure
te stimuleren om meer (inter)nationale netwerken aan te gaan.
ZonMw bureau (zie contactgegevens onderaan) of via de website
€ 300.000) gereserveerd om Nederlandse onderzoekers en clinici Dit budget kan worden gebruikt voor het organiseren van (inter)
nationale workshops in Nederland met als doel om samenwerking te bevorderen op het gebied van zeldzame aandoeningen.
Daarnaast kan op dit budget ook een beroep worden gedaan voor reis- en verblijfkosten voor een periode van maximaal drie maan
den van een onderzoeker of clinicus in een buitenlandse kliniek of laboratorium om onderzoek te doen of een techniek te leren. Wie kan aanvragen?
De aanvrager moet in dienst zijn van een Nederlandse onderzoeks instelling. Kijk voor meer informatie op de website (www.zonmw.nl/pmrare).
Wat kan aangevraagd worden?
Voor dit onderzoek zijn subsidies beschikbaar met een omvang van maximaal e 15.000. Per jaar is totaal maximaal e 100.000 beschikbaar.
18 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
U kunt een netwerksubsidie aanvraagformulier opvragen bij het
www.zonmw.nl/pmrare. Uw aanvraag wordt alleen in behandeling genomen wanneer u deze minimaal 6 maanden voor aanvang van de bijeenkomst of buitenlands verblijf indient. De programma
commissie PM Rare toetst de aanvragen aan de doelstellingen met haar aandachtspunten, zoals die hierboven zijn beschreven.
Maximaal zes weken na de deadline neemt ZonMw het besluit omtrent toekenning. Meer informatie De meest actuele informatie en toelichting is te vinden op www.zonmw.nl/pmrare. Hier kunt u ook de volledige programmatekst en uitgebreidere calltekst downloaden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat (
[email protected] of telefonisch via Romina Goijla, secretaresse 070 349 52 16).
the commonwealth fund
THE COMMONWEALTH FUND HARKNESS/VWS FELLOWSHIPS IN HEALTH CARE POLICY AND PRACTICE
The Commonwealth Fund, in collaboration with the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport, invites interested applicants to apply for the 2012-13 Harkness Fellowships in Health Care Policy and Practice The deadline for receipt of applications is January 4, 2012. The Harkness Fellowships provide a unique opportunity for midcareer professionals—academic researchers, government policy makers, clinicians, managers, and journalists—from Australia,
Canada, Germany, the Netherlands, New Zealand, Norway, Sweden, Switzerland, and the United Kingdom, to spend up to
12 months in the United States conducting a policy-oriented
research study, working with leading U.S. health policy experts,
A peer-reviewed journal article or policy report for Health Ministers
and other high-level policy audiences is the anticipated product of the fellowship. Harkness Fellows have published their findings in
leading journals, including: British Medical Journal, Health Affairs,
Medisch Contact, Health Policy, International Journal for Quality in Health Care, Milbank Quarterly, Journal of the American Medical Association, New England Journal of Medicine, and Quality and Safety in Health Care.
and gaining in-depth knowledge of not only the U.S. health care
Building on their fellowship experiences, Harkness Fellows have
wealth Fund also brings together the full class of Fellows
health care delivery organizations, making valuable contributions
system, but also those of Fellows’ home countries. The Common throughout the year to participate in a series of high level policy briefings and leadership seminars with U.S. health care leaders
drawn from government, politics, health care organizations, and academia.
moved into senior positions within academia, government, and to health policy and practice at home and in the United States.
In addition, Harkness Fellows become part of a strong international network, with opportunities for ongoing cross-national collaborations and research.
Since 2008, the Commonwealth Fund has collaborated with the
Each fellowship will provide up to U.S. $107,000 in support, which
and support the Dutch Harkness Fellowships, with two Dutch
travel to a program of Harkness seminars and policy briefings,
Dutch Ministry of Health, Welfare, and Sport (VWS) to establish fellowships available each year. Beginning in 2012–13, one
fellowship will be designated a Commonwealth Fund/VWS
includes round trip airfare to the United States, a monthly stipend, project-related travel and other research expenses, health
insurance, and U.S. taxes. In addition, a supplemental family
Harkness Fellowship, aimed at policy analysts working in Dutch
allowance (e.g., approximately $50,000 for partner and two
relevant to current Dutch health care policy and can inform senior
expenses, airfare, and health insurance. In the U.K., eligibility is
health care agencies who will undertake work that is highly
policymakers at the Ministry. Priority themes for projects come from the strategic knowledge agenda of the Ministry and are related to U.S. and Dutch health policy. The second Harkness
children up to age 18) is provided to Fellows to cover living
open to citizens of other countries with permanent residency and five or more years tenure in the U.K.
fellowship, aimed at policy analysts, academics, clinicians, and
journalists, will support a broader range of projects on a highperforming health system.
Once selected, the Fund will provide extensive support to
The deadline for receipt of applications from the Netherlands is January 4, 2012.
successful Fellows to help them develop and shape their research
For an application, program brochure, and list of suggested
Through its network of contacts, the Fund will help identify and
For questions about the program, eligibility, and proposed
proposals to better fit the context of the U.S. health system.
place Fellows with mentors who are experts in the policy areas to be studied, e.g., at Harvard University, Columbia University,
University of California at San Francisco, Johns Hopkins University, Kaiser Permanente, Veterans Health Administration, Institute for Healthcare Improvement (IHI), RAND, Agency for Healthcare
Research and Quality, and Group Health Cooperative at Puget Sound.
19 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
projects, please visit www.commonwealthfund.org/fellowships. projects, please feel free to contact Robin Osborn, vice president and director of the International Program in Health Policy and Innovation (email:
[email protected]; tel: 212 606 38 09)
The Commonwealth Fund is a private foundation, based in New York, which aims to promote high performing health care system that achieves better access, improved quality, and greater efficiency, particularly for society’s most vulnerable.
Nieuwe richtlijn redt aantoonbaar levens Programma:
De richtlijnen pre-, per- en postoperatief traject van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
Kwaliteit Curatieve Zorg
Specialisten 2011 ontvangen. Het multidisciplinaire project redt nu al levens.
Programma Kennisbeleid (KKCZ)
(NVA) en de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) hebben de kwaliteitsprijs Medisch
De richtlijnen preoperatief onderzoek en peroperatief traject zijn ontwikkeld vanuit het ZonMw-
programma Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg (KKCZ) – ook wel het richtlijnenprogramma genoemd. Binnen KKCZ staat het ontwikkelen van multidisciplinaire richtlijnen centraal. Belangrijk is daarbij de
inbreng van patiënten en aandacht voor arbeid en maatschappelijke participatie. Recent zijn vanuit KKCZ zeven nieuwe (concept)richtlijnen opgeleverd. Kijk op www.zonmw.nl/kkcz onder Actueel
Schematherapie kosteneffectief bij persoonlijkheidsstoornissen Programma:
DoelmatigheidsOnderzoek Projectnummer: 94506406
Projectleider:
Prof. dr. A.R. Arntz
Of behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen effectief zijn, is nog weinig onderzocht. Onderzoekers van het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ onderzochten een nieuwe behandeling, schema
therapie, bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen, met uitzondering van borderline. Het blijkt dat
meer mensen na de schematherapie van hun persoonlijkheidsstoornis waren hersteld dan na de gebrui
kelijke therapie en dat meer mensen de therapie afmaakten. Ook op het gebied van algemeen en sociaal functioneren en herstel van bijkomende depressieve stoornissen bleek schematherapie superieur. Bovendien is schematherapie minder duur.
Versterking positie cliënt: toolkit innovatieve werkwijzen Programma:
Zorg voor Beter Il Projectleider:
W.M. Kemper-Koebrugge, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Projectnummer: 330020031
Binnen het programma Zorg voor Beter is veel kennis opgedaan over implementatie van werkwijzen om
de positie van de cliënt te versterken. Zorgalliantie.nu!, een samenwerkingsverband van 20 zorginstellin gen uit Gelderland en Brabant, heeft deze kennis aangevuld met een analyse van best practices, do’s en don’ts en knelpunten. Op basis hiervan heeft ze instrumenten ontwikkeld om ideeën om te zetten naar
businesscases. Voor verdere verspreiding zijn werkplaatsen ingericht waarin zorginstellingen aan de slag
gaan met de toolkit. De werkplaatsen worden geleid door lectoren van de Hogeschool Arnhem Nijmegen
(HAN) en ondersteund door de Zorgalliantie. De HAN en Zorgalliantie.Nu! integreren de ontwikkelde ken nis in de leergang voor managers en professionals in de zorgsector. Zie: www.zonmw.nl/zorgalliantie-toolkit
Vroegsignalering en behandeling van ondergewicht Programma:
Zorg voor Beter Il Projectleider:
J.P. van den Berg,
Omring Thuiszorg Projectnummer: 330020008
In dit project van Omring Thuiszorg – in samenwerking met Omring diëtiek, Nutricia en het ROC Kop van
Noord-Holland – zijn 861 cliënten gescreend op ondervoeding. Bij 34% was risico op ondervoeding, bij 21% is ondergewicht geconstateerd. Deze cliënten zijn doorverwezen naar een diëtist en behandeld.
Vervolgens is het geëvalueerde en bijgestelde ondervoedingsbeleid geïmplementeerd, bestaande uit de gevalideerde instrumenten MUST/SNAQ en protocollen voor risicosignalering. Met het ROC is een les pakket ontwikkeld waarmee binnen 9 maanden 81% van alle medewerkers van Omring Thuiszorg is
geschoold in vroegsignalering en aanpak van ondervoeding. Het ROC gaat het lespakket integreren in de reguliere lessen.
www.zonmw.nl/signaleren-ondergewicht
20 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Toolkit Zorg Zelf Voor Betere Medicatieveiligheid Programma:
Zorg voor Beter Il Projectleider:
Drs. M.M.N. Minkman, Vilans
Projectnummer: 330020005
Meer dan 100 organisaties uit de langdurende zorg halveerden het aantal medicatiefouten binnen hun organisatie door deelname aan de verbetertrajecten medicatieveiligheid van Zorg voor Beter. Op basis van hun ervaringen en materialen heeft Vilans in dit project, in samenwerking met het Instituut voor
verantwoord Medicijngebruik (IVM), de toolkit Zorg zelf voor Betere Medicatieveiligheid ontwikkeld. De
startmodule biedt de gebruiker inzicht in de huidige situatie en geeft aan welk onderdeel van het medi catieproces de meeste aandacht vraagt. De vervolgmodules helpen de verbeteringen door te voeren. De toolkit is gratis beschikbaar via de Zorg voor Beter kennisbank. www.zonmw.nl/toolkit-medicatie
Implementatie van evidence based mondzorg in verpleeghuizen Programma:
Zorg voor Beter Il Projectleider:
Dr. F.J.M. Meiland,
VU medisch centrum Projectnummer: 330020023
Veel cliënten in verpleeghuizen hebben mondproblemen en kunnen niet zelf hun mond reinigen. De
vaardigheden en kennis van het verzorgend personeel laat op dit terrein te wensen over. In dit project is
de kennis uit eerdere implementatieprojecten ingezet om de mondzorg in 14 verpleeghuizen te verbete
ren, onder begeleiding van een externe implementatiecoördinator. Er is een ImplementatieWijzer en een Implementatiepakket mondzorg ontwikkeld en er zijn ruim 700 medewerkers geschoold. In 13 huizen is de implementatie geëvalueerd met als conclusie dat in alle huizen de ‘mondzorgtrein in beweging is gekomen.
www.zonmw.nl/mondzorg-verpleeghuizen
Prostaatkankerscreening Programma:
In 1994 is deze studie naar vroege opsporing van prostaatkanker gestart om na te gaan of screening een
Effectiviteits- en
nen in de gescreende groep prostaatkanker gekregen, tegenover 4,8% in de controlegroep. De prostaat
Preventie 2 deelp. 2: doelmatigheidsonderzoek Projectleider:
Prof. dr. F.H. Schröder MD PhD
Projectnr.:
relevant effect heeft op de sterfte. Na een follow-up van gemiddeld negen jaar heeft 8,2% van de man
kankersterfte was 20% lager in de gescreende groep. Screening leidt dus tot een lagere sterfte, maar ook
tot meer risico op overdiagnose en overbehandeling. Dit resultaat is doorgerekend naar de langetermijn effecten van screening bij landelijke implementatie. Per 1000 mannen zouden 28 mannen extra worden gediagnosticeerd en zeven prostaatkankerdoden worden voorkomen, waarmee in totaal 60 levensjaren
worden gewonnen. Gecorrigeerd voor kwaliteit van leven zouden in totaal slechts 25 levensjaren worden gewonnen. De kosten voor prostaatkanker zouden verdubbelen.
62300035
Omgaan met probleemgedrag binnen Zorggroep Oude en Nieuwe Land Programma:
Zorg voor Beter Il Projectleider: A. Bosman,
Zorggroep Oude en Nieuwe Land
Projectnummer: 330020035
Opname in een instelling vergt veel aanpassingsvermogen van een patiënt. In de wisselwerking tussen de patiënt, de instelling en zijn directe omgeving kan probleemgedrag ontstaan. In 2009 is daarom in
een verzorgingshuis van de zorggroep Oude en Nieuwe land het project Gedrag gestart. Door volgens
een methodiek te werken, komt er zicht op het (probleem)gedrag en de mogelijkheden hier veranderin
gen in teweeg te brengen. Dit heeft, in combinatie met een uitgebreide scholing, goede resultaten opge leverd. In dit project is omgaan met probleemgedrag geïmplementeerd in alle intramurale instellingen van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Het project heeft een werkboek en stappenplan Omgaan met onbegrepen gedrag! opgeleverd en 260 medewerkers zijn geschoold. www.zonmw.nl/onbegrepen-gedrag-onl
21 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Licht voor later Programma:
Het project beoogde depressieve symptomen bij ouderen met tekenen van mogelijke dementie
Effectiviteits- en
De behandeling is gericht op stimulering van de biologische klok met behulp van helder licht boven de
Preventie 2 deelp. 2: doelmatigheidsonderzoek Projectleider:
Prof. dr. E.J.W. van Someren
Projectnr.:
(vroege Alzheimer) te voorkomen door eliminatie van een belangrijke risicofactor hiervoor, slapeloosheid. eettafel. Licht had inderdaad een gunstig effect op depressieve symptomen, vooral bij degenen die zich vóór de behandeling weinig blootstelden aan helder licht. Geen effecten werden gevonden op slaap,
cognitie of zorglast. Eindadvies is om lichtbehandeling te geven aan ouderen met geheugenproblemen: consistent werd in drie recent afgesloten door ZonMw gefinancierde onderzoeken een gunstig effect van licht op depressie gevonden bij verschillende groepen. De voorlichting aan een breed publiek is gestart via een website (www.lichtvoorlater.nl) en een brochure.
12010095418
Preventieconsult Programma:
Preventie 3 deelp. 3:
Het Preventieconsult is bedoeld om mensen met verhoogd risico op hart- en vaatziekten en stofwisse lingsziekten vroegtijdig op te sporen. Het richt zich op gezonde mensen tussen de 45 en 70 jaar en
Implementatieonderzoek en bestaat uit een korte risicovragenlijst, met bij vermoeden van verhoogde risico’s het advies om de huis proefimplementatie
arts te consulteren, die na enkele medische tests het risico definitief vaststelt. In dit project testten het
Projectleider:
Van hen kregen 392 (64%) mensen het advies naar de huisarts te gaan. Dat deden 142 mensen en bij 20%
Prof. dr. F.G. Schellevis
NIVEL en LUMC het Preventieconsult in 16 huisartspraktijken. 617 mensen vulden de risicovragenlijst in. van hen werd één of meer ziekten vastgesteld. Deelnemers waren erg tevreden.
Projectnr.:
120720013
Zwangerschapsrisico’s Programma:
Vrouwen die tijdens de zwangerschap zwangerschapsvergiftiging, -suiker of een groeibeperking van het
Innovatie
In dit onderzoek kregen deze vrouwen een leefstijlinterventie. Er deden 114 vrouwen mee, die 7 tot 10
Preventie 2 deelp. 1:
Projectleider:
Prof. dr. E.A.P. Steegers Erasmus MC Projectnr.:
ongeboren kind hebben gehad, hebben op latere leeftijd een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
maanden na de bevalling drie gesprekken kregen met een leefstijlconsulent. De meeste vrouwen vonden de aandacht voor leefstijl goed. Na de interventie bewogen zij meer en aten minder vet. Hun gewicht en heup- en tailleomtrek slonken en het cholesterolprofiel verbeterde. Verder onderzoek moet duidelijk maken of dit inderdaad komt door de leefstijlinterventie of hoort bij het natuurlijk herstel van de
zwangerschap.
61200024
Shockwavetherapie bij sportblessure Programma:
Van sporters die veel springen zoals volleyballers, handballers en basketballers, heeft 10 tot 30% procent
Gezondheid 2: deelpr.
Bij extracorporele shockwave therapie (ESWT) worden krachtige geluidsgolven afgegeven op de knie
Sport, Bewegen en
Onderzoeksprojecten Projectleider:
Drs. J. Zwerver
last van een springersknie, een blessure van de knieschijfpees. Een goede behandeling bestaat nog niet. schijfpees. Of deze therapie ook helpt als sporters doorspelen, is onderzocht in deze TOPGAME-studie.
Een groep sporters met springersknie kreeg schokgolftherapie, de andere groep een placebo-schokgolf therapie. Beide groepen bleken na de behandeling minder klachten te hebben. Er was geen verschil tussen de sporters die ‘echt’ waren behandeld en hen die de placebobehandeling had gekregen.
Projectnr.: 75020010
22 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
Oproep Denk mee over topsector Life Sciences Life Sciences & Health is een van de economische topsectoren waarin Nederland wereldwijd sterk is en waarvoor de overheid extra aandacht heeft. In elke topsector sluiten bedrijven, kennisinstellingen en
de overheid voor het einde van het jaar een innovatiecontract. Daarin staat welke onderzoeksthema’s
worden aangepakt, welke instelling dat doet en wie het financiert.
De taskforce voor Life Sciences & Health heeft een voorstel geschreven voor een roadmap. Tussen 5 en
12 december staat deze op de site van ZonMw en kan iedereen hierop reageren. Meer informatie is te vinden op de website: zonmw.nl/lsh en op te vragen via
[email protected].
Vernieuwde website ZonMw.nl: zoeken centraal De vindbaarheid van informatie staat centraal bij de vernieuwde ZonMw-website. Wat verder direct in het oog springt is de nieuwe vormgeving.
Via de zoekmachine zijn diverse resultaten te vinden, zoals project- en programmainformatie, publicaties en
nieuws. Door de koppeling van verschillende systemen is de website bovendien uitgebreid met korte project samenvattingen, budgetten, contactpersonen en voortgangsinformatie. Ook de themapagina’s zijn nieuw:
zij bieden de websitebezoeker gebundelde informatie per onderwerp over onderzoek, implementatie, innovatie en andere ontwikkelingen. Via de zogenaamde ‘blijf op de hoogte pagina’ kunnen geïnteresseerden zich abonneren op Mediator en nieuwsbrieven. Ook kan ZonMw gevolgd worden via RSS-feeds en op twitter via @ZonMw.
ZonMw blijft deze website ontwikkelen. Nieuwe functionaliteiten, aanvullende informatie en nieuwe thema’s worden de komende periode toegevoegd.
January 16 - February 3, 2012 The Erasmus Winter Programme emphasizes the understanding of principles and methods of clinical research. The programme focuses on the basics common to research in clinical medicine. It also provides courses for those interested in clinical trials, in drug safety research, in biostatistics, and in decision making in clinical medicine.
WWW.ERASMUSWINTERPROGRAMME.NL
Subsidiekalender Kijk voor een actueel overzicht van ZonMw-subsidies ook op: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 5 januari 2012, 15.00 uur
Oproep voor indiening van subsidie aanvragen Vernieuwingsimpuls Veni ronde 2012 Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 12 januari 2012, 17.00 uur
Deadline subsidieronde 2012 Trombose stichting De vraagstelling van het onderzoek dient betrekking te hebben op één of meer problemen relevant voor oorzaken, preventie en bestrijding van trombose of op het gebied van de hemostase. Informatie: www.trombosestichting.nl (menu-item ‘Wetenschappelijk onderzoek’, submenu ‘Voor onderzoekers’).
* 17 januari 2012, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van Project Ideeën voor het programma Sport, Bewegen en Gezondheid 2: deelpr. Onderzoeksprojecten. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 24 januari 2012, 15.00 uur
Oproep voor indienen van projectideeën voor het programma Meer Kennis met Minder Dieren – module Proefdiervrije Technieken. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 31 januari 2012, 12.00 uur CET
Oproep voor indiening van projectideeën voor Europees onderzoeksprogramma zeldzame ziekten (E-Rare). Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 1 februari 2012, 15.00 uur
Programme Electromagnetic Fields & Health: “http://www.zonmw.nl/nl/ subsidies/subsidiekalender/detail/” International Exchange and Collaboration 10-50k€ Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 1 februari 2011, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van subsidie aanvragen voor het programma Evidence Based Medicine in Ouderen (EMO). Het betreft Een gerandomiseerde klinische trial naar de effecten van schildklier hormoon suppletie als behandeling van subklinische hypothyreoïdie op hoge leeftijd Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 1 maart 2012, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van subsidie aanvragen voor het programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen, Netwerksubsidies Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 29 maart 2012, 23.59 uur
Oproep tot indienen van Vici voor aanmeldingen. Het programma heeft als doel om vernieuwend onderzoek een extra impuls te geven. Doelgroep voor de Vernieuwingsimpuls zijn excel lente, creatieve onderzoekers en onder zoeksters. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender” www.nwo.nl/vi
* 1 juni 2012, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van subsidie aanvragen voor het programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen, Netwerksubsidies Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
31 december 2012
Call for proposals of maximum 10,000 euro for International Exchange and Collaboration grants in Electromagnetic Fields & Health (EMF&H). Please note that this call is only for inter national proposals with a maximum of 10,000 euro. Proposals for International Exchange and Collaboration from 10,000 euro to a maximum of 50,000 euro can be submitted in a separated call. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
31 december 2012
Binnen het Vierde programma Preventie kunnen projectideeën voor het program ma Fundamenteel en strategisch onder zoek doorlopend worden ingediend via TOP-subsidies van het Open Programma gezondheidsonderzoek. In aanmerking komt preventieonderzoek dat bijdraagt aan het oplossen van c.q. nieuwe invalshoeken oplevert voor actuele preventievraagstukken. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
*1 september 2012, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van subsidie aanvragen voor het programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen, Netwerksubsidies Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 1 december 2012, 15.00 uur
Oproep tot het indienen van subsidie aanvragen voor het programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen, Netwerksubsidies Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender + Doorlopend
* 1 april 2012
TOP subsidie Preventieprogramma 4 Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
1 juli 2012
Oproep tot het indienen van project ideeën voor het programma Patiëntenparticipatie in Onderzoek, kwaliteit en beleid – Randvoorwaarden en haalbaarheid Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
24 Mediator | december 2011 | jaargang 22 | nummer 6
De met een asterisk (*) gemarkeerde vermeldingen zijn nieuw in deze kalender.