Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Papendrecht, gehouden op 21 juni 2007, aanvang 19.30 uur.
Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, voorzitter; De dames A.J. van der Beek-Baas (VVD), M. den Hartog-De Jong (PvdA), N.M. Vergeer (PAB) en H.M. van Wijngaarden (PAB); de heren: A.B. Blase (PvdA), R.V. van Engelen (GroenLinks), C.J. Florusse (GroenLinks), R.A. Groene (PAB), L. van Halm (PvdA), F. Hoek (CDA), M.C. Hoogland (SGP), M.W. Huijzer (ChristenUnie), R.T.A. Korteland (VVD), H.A. Nieuwstraten (PAB), A. Rietveld (ChristenUnie), W.C. Scheurwater (ChristenUnie), H.F. Spek (CDA), E.J. Schotting (PvdA), A. van der Stelt (CDA), D.M. v.d. Stroom (PvdA), R.J.A. Wolters (VVD), Th. Wolters (PvdA) en M.L. Ywema (CDA), leden; Afwezig (met kennisgeving): niemand; Mede aanwezig mevrouw M.I. Zaal-Kwaak en de heren: A. van Leeuwen, J.Tegelaar en A. Vogel, portefeuillehouders; Belangstellenden op de publieke tribune: ± 11 personen; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, griffier; Mevrouw F. Waldram-Geilman (CTT), notuliste;
1.
Opening De VOORZITTER opent de vergadering om 19.35 uur en heet de aanwezigen hartelijk welkom.
2.
Vaststelling van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld
3.
Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van 10 mei 2007 Op pagina 7 ziet de heer SPEK graag toegevoegd dat zijn fractie over de aanpak van de Markt nog in de commissie wil spreken. Pagina 11, laatste alinea moet zijn: de heer VAN DER STELT vindt het minder juist om de invulling van een goed kader voor de lange termijn op voorhand aan een bedrag te binden. Met inachtneming van deze aanvullingen wordt het verslag vastgesteld.
4.
Ingekomen en ter inzage gelegde stukken
I:
Het voorstel om in te stemmen met het voor kennisgeving aannemen van stukken die al aan de orde zijn geweest in de laatst gehouden vergaderingen van de raadscommissies: de gemeenteraad gaat akkoord.
II.A:
Het voorstel om de genoemde stukken onder 1 t/m 4 voor kennisgeving aan te nemen: de gemeenteraad gaat akkoord.
II B:.
Het voorstel om de genoemde stukken onder 5 t/m 22 voor kennisgeving aan te nemen: de gemeenteraad gaat akkoord.
1
Mevrouw VERGEER vraagt ten aanzien van alle brieven, die binnengekomen zijn over het ontwerp bestemmingsplan Dijkstrook - Middenpolder, aandacht voor brief nr. 21 van de Kamer van Koophandel. Zij merkt op dat de nieuwe geluidszones niet te krap gesteld moeten worden en dat het op slot zijn van het industrieterrein Oosteind al geruime tijd speelt. De VOORZITTER verzekert dat het college hieraan aandacht zal besteden. II C:
Het voorstel om de onder a t/m d genoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen (met onder d. het vergaderschema voor 2008): de gemeenteraad gaat akkoord.
II D:
Het voosrtel om kennis te nemen van de antwoorden op schriftelijk ingediende vragen ex art. 36 van het reglement van orde: er zijn geen vragen ingediend.
5.
Besluit tot herbenoeming van de heer C.J.M. de Bruin tot burgemeester van de gemeente Papendrecht voor een nieuwe, aansluitende ambtsperiode De VOORZITTER geeft hiervoor het woord aan de 1e plv. voorzitter van de raad, de heer W. C. Scheurwater. De heer SCHEURWATER: voorzitter, ik wil u het Koninklijk besluit tot herbenoeming voorlezen en dit daarmee kenbaar maken aan de gemeenteraad van Papendrecht, en ik citeer dit besluit hierbij: “ Wij, Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, prinses van Oranje Nassau enz…, enz…, enz… : Op voordracht van onze minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 mei 2007, nr. BK 07/53492, Directoraat Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur, afdeling Kabinetszaken, gelet op art. 61a eerste lid van de Gemeentewet, hebben goedgevonden en verstaan: opnieuw te benoemen met ingang van 16 juli 2007 tot burgemeester van Papendrecht, de heer C.J.M. de Bruin “ . Voorzitter, namens de gemeenteraad wil ik u van harte feliciteren met deze herbenoeming. (applaus). De VOORZITTER (de heer CJM de Bruin): dank u wel en mede namens mijn vrouw ook dank aan de raad. Op 25 Januari 2007 is uw positieve aanbeveling tot herbenoeming in deze raad geweest. Het is bijzonder verheugend te constateren dat na zes jaar werken met elkaar het wederzijds vertrouwen aanwezig is om nog weer een termijn met elkaar in te willen gaan. Dat stellen we bijzonder op prijs. U heeft uw positieve aanbeveling gegeven en het vertrouwen uitgesproken en het doet ons deugd dat de Majesteit dat op haar beurt ook een verstandige aanbeveling vond en hem dus gevolgd heeft. Dank!
6.
Voorstel tot het kennisnemen van het Burgerjaarverslag 2006 De heer KORTELAND merkt op dat de VVD-fractie dit een goede weg en richting vindt voor de samenstelling van het Burgerjaarverslag, maar hoopt dat bij een volgend verslag ook de moderne media wat meer betrokken zullen worden, dus met de middelen die er op dit moment al zijn, waarop de VOORZITTER antwoordt dat het college zal bekijken of volgende keer hieraan tegemoet kan worden gekomen. De RAAD besluit vervolgens kennis te nemen van het burgerjaarverslag.
7.
Voorstel tot het ongegrond verklaren van de bezwaarschriften van de Belangenvereniging Oosteind, Baggermaatschappij Boskalis bv en Van de Grijp en het bestreden besluit in stand te laten De VOORZITTER vraagt aandacht voor een wijziging in het besluit onder 2 waar staat "voorbereidingsbesluit van 21.9.2007”: dat moet uiteraard gewijzigd worden in 2006.
2
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8.
Voorstel tot het uitspreken van eventuele wensen en bedenkingen met betrekking tot de jaarrekening en begroting van diverse Verbonden Partijen De heer KORTELAND geeft aan dat de VVD-fractie zich in het voorstel kan vinden, maar kan de laatste alinea, gemeenschappelijke regelingen, niet onderschrijven. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
9.
Voorstel tot het vaststellen van de verordening VROM-starterslening Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.
Voorstel tot het uitspreken van eventuele wensen en bedenkingen met betrekking tot het Rapport Modernisering Drechtwerk De heer KORTELAND zegt ten aanzien van Drechtwerk in de vergadering van 14 juni jl. een motie te hebben ingediend om een onderzoek te laten plaatsvinden zodat andere oplossingen zichtbaar worden en voor een oplossing op lange termijn kan worden gezorgd. Hij merkt op dat zijn fractie op korte termijn iets aan de situatie wil doen. Drechtwerk is voornemens haar organisatie in drie stukken op te knippen en zijn fractie heeft moeite met het in het rapport genoemde regiebureau en de temporisering van de aansturing van het bestuur bij de Gemeenschappelijke Regeling (GR). Hij vindt het bedrag ad 480.000,- euro voor de installering van een regiebureau veel geld en het aantal fte's aan de hoge kant. Hij betwijfelt of dit nu met het aanspreken van 480.000,- euro voor een goede oplossing zal zorgen. Ook wijst hij op de dubbele rol: van zowel opdrachtnemer als opdrachtgever. De VVD-fractie heeft derhalve een motie voorbereid waarin wordt verwezen naar het Basismodel Gemeentelijke Samenwerkingsverbanden, dat in West Brabant gebruikt wordt voor de inrichting van een Gemeenschappelijke Regeling en wil alvorens de motie te overhandigen, het college kennis laten nemen van het rapport. Hij overhandigt het rapport aan de voorzitter. De VOORZITTER bevestigt de ontvangst van een exemplaar van dit Basismodel Gemeentelijke Samenwerkingsverbanden en een motie (I) van de VVD-fractie, die in voldoende mate is ondertekend door de VVD- fractie en zal worden vermenigvuldigd, verspreid en deel zal uitmaken van de beraadslagingen – een kopie van deze motie is aan dit verslag gehecht. Mevrouw DEN HARTOG onderschrijft nadrukkelijk de sociale doelstelling van Drechtwerk, die een betaalbare voorziening moet blijven voor mensen met een arbeidshandicap. De PvdA-fractie maakt zich al langer zorgen over de financiële positie van Drechtwerk, die al jaren verliesgevend is en een grote en lastig te besturen organisatie is, die de belangrijke doelstellingen van de Wet uit 1998 om meer mensen aan de reguliere arbeidsmarkt te laten deelnemen, onvoldoende heeft waargemaakt, terwijl de gemeentelijke regie op uitvoering, volgens haar fractie, onvoldoende is en er geen scheiding is tussen beleid en uitvoering. Ten aanzien van het voorliggende voorstel zet haar fractie vraagtekens bij de opstart van een regiebureau, terwijl zij wijst op de 6,5 fte en het aannemen van vier nieuwe medewerkers. De PvdA-fractie is van mening dat de directie van Drechtwerk taken laat liggen en pleit voor een goede planning en een control - cyclus, een coördinator persoonsgebonden budgetten, het voorkomen van franje eromheen en het optimaliseren van efficiënte bestuursslagkracht, en dat haar fractie niet voor een organisatie in een organisatie is. De heer YWEMA onderschrijft het streven naar een driedeling om 2/3 van de mensen in banen buiten onder te brengen, maar heeft ook vragen bij het regiebureau. Hij wijst op het belang van slagkracht, kennis en invloed van gemeenten, terwijl door de inzet van een extra bestuurslaag verantwoordelijkheden wellicht onduidelijk worden en de bestuursslagkracht niet zal toenemen.
3
Zijn fractie vraagt zich af of dit gewenst is, ook gezien het financiële plaatje. De heer SCHEURWATER onderschrijft voor een groot deel de opmerkingen van de vorige sprekers en vindt het van belang dat een aan de overheid gelieerde organisatie goed op de kosten let en ernaar streeft om met minder kosten hetzelfde niveau te handhaven. Hij merkt op dat momenteel landelijk gestreefd wordt naar het verminderen van managementlagen, terwijl hier een extra managementlaag wordt voorgesteld. Hij onderschrijft de opmerkingen van mevrouw Den Hartog en de heer Ywema dat dat specifiek bij de directie hoort. Voor het overige kan zijn fractie zich vinden in het plan. De heer HOOGLAND merkt op in de commissie al te hebben aangegeven dat de fractie van de SGP bedenkingen heeft tegen de regiegroep en sluit aan bij de vorige sprekers. De heer NIEUWSTRATEN sluit zich aan bij de opmerkingen van de vorige sprekers evenals de heer FLORUSSE. Wethouder VOGEL licht toe in verband met het Radar rapport hierover in de commissie al te hebben gesproken. Hij merkt op dat naast het regiebureau, een regiecommissie en een financiële commissie in het leven wordt geroepen en vanaf 1.1.2008 gemeenten gelden van de WSW in het gemeentefonds ontvangen. Hij vervolgt dat het college met een regiebureau, en 70% van de bestaande functies, met 4 nieuwe medewerkers o.a. een nieuwe controller en een bestuurssecretaris, streeft naar een efficiënte organisatie waarbij het wachtlijstbeheer niet bij Drechtwerk hoort. Hij verwacht van het regiebureau een betere advisering aan gemeenten inzake de gelden en regie ten aanzien van het bedrijf. De regiecommissie bestaat uit ambtenaren van de gemeente en van de directie Sociale Dienst Drechtsteden, die eveneens kunnen adviseren inzake het omgaan met bedrijven. Een financiële commissie wordt gevormd om gemeenten in het bestuur van Drechtwerk te kunnen adviseren zodat de aansturing van Drechtwerk optimaal gewaarborgd is. De verwachting is dat met de nieuwe taken zoals de aansturing van de WSW gemeenten op termijn winst kunnen behalen als gemeentebesturen goed kunnen worden geadviseerd en dat het bedrijf beter aangestuurd zal kunnen worden. De VOORZITTER stelt een korte schorsing voor zodat de raad zich kan voorbereiden op de tweede termijn en het college zich kan beraden. Hij schorst de vergadering om 20.20 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 20.30 uur en geeft het woord aan wethouder Vogel. Wethouder VOGEL geeft aan dat na overleg in het college, besloten is om de opmerkingen van de raad nader te bespreken, te heroverwegen en de opmerkingen mee te nemen richting Drechtwerk en een pas op de plaats voor te stellen aan Drechtwerk. Het college stelt voor er nog eens met elkaar over van gedachten te wisselen, gezien de opmerkingen van de raad en stelt voor de VVD-motie aan te houden en er later in een bredere context op terug te komen. De heer KORTELAND (VVD) is blij met de toezegging inzake het regiebureau en vraagt op welke termijn hierover zal worden gesproken. Mevrouw DEN HARTOG is eveneens verheugd met de toezegging dat het college, zoals gevraagd, de opmerkingen mee zal nemen in de organisatie en heeft er behoefte aan de kaders te preciseren. Zij vraagt op welke termijn een terugkoppeling kan worden verwacht. Ten aanzien van de VVD motie van 14.6.2007 merkt zij op dat wordt opgeroepen te bekijken hoe Drechtstedelijk werken zal uitpakken en zij is benieuwd naar de uitkomst van het onderzoek van PriceWaterhouseCoopers waarnaar in de stukken wordt verwezen. De heer YWEMA dankt de wethouder voor de toezegging om dit nader te bespreken. Voor wat de VVD motie betreft laat hij het graag aan de wethouder over om, de opmerkingen van de raad gehoord hebbend, te denken in de richting van versterking van bestuur en directie in plaats van een extra managementlaag.
4
De heer SCHEURWATER is blij met de antwoorden van de wethouder en vraagt op welke termijn dit zal plaatsvinden. Ten aanzien van de VVD motie (25) van 14.6.2007 ziet de fractie van de ChristenUnie de motie van vanavond als een gedeeltelijke overlap en als een vervolg op de weg die vorige week in meerderheid is afgesproken. Hij onderschrijft het voorstel van de wethouder deze motie aan te houden, maar wil eerst de motie van 14.6.2007 bekijken en de wethouder de ruimte geven voor onderhandelingen met Drechtwerk. Zijn fractie vindt temporisering een goede zaak en meent dat de motie van 14.6.2007, die vorige week is aangenomen, richtinggevend is. Aangezien motie (I) verder gaat pleit hij voor het creëren van speelruimte voor de wethouder om eerst met de motie van 14.6.2007 aan de slag te gaan. De heer HOOGLAND waardeert het dat de wethouder hier op termijn op terug wil komen en vraagt op welke termijn dat verwacht kan worden. Ten aanzien van de VVD motie sluit hij aan bij de woordvoerder van de fractie van de ChristenUnie en ziet het als een nadere invulling van de VVD motie (25) d.d. 14.6.2007, waarbij het onderdeel zou kunnen uitmaken van een mogelijke uitwerking van de motie van 14.6.2007. De heer NIEUWSTRATEN is voorstander van het aanhouden van de motie zodat men gelegenheid heeft om het Basismodel Gemeentelijke Samenwerkingsverbanden door te nemen. De heer FLORUSSE sluit hierbij aan en is blij met de antwoorden van de wethouder en pleit voor meer ruimte voor de wethouder. Hij is eveneens voorstander van het aanhouden van de motie. Wethouder VOGEL geeft aan dat het college allereerst alle in de raad gemaakte opmerkingen nader zal bekijken en bespreken en verwacht dat het in de commissievergadering na het zomerreces aan de orde zal kunnen komen. Ten aanzien van de lokale opvattingen ten aanzien van de situatie van Drechtwerk merkt hij op dat alle gemeenten een brief hebben geschreven aan Drechtwerk hoe zij aankijken tegen het Radarrapport. In het bestuur van Drechtwerk is afgesproken dat alle reacties zullen worden gebundeld en inhoudelijk zullen worden besproken, waaraan de wensen en bedenkingen van de raad van Papendrecht zullen worden toegevoegd. De bedoeling is dat 12 september a.s. in DB- en AB-verband van Drechtwerk hierover nader gesproken zal worden. Dat betekent dat het in de commissie daarna, waarschijnlijk in oktober, verder besproken zal kunnen worden hoe hierover regionaal gedacht wordt. De VOORZITTER licht toe dat de tendens van de inbreng, zojuist gegeven door de raad, voor het college reden is om daar nog eens inhoudelijk over na te denken en dit schriftelijk kenbaar te maken aan de Gemeenschappelijke Regeling. Hij stelt vast dat de raad het college hiervoor mandateert en na de vakantie hierover opnieuw zal worden gediscussieerd. Tenslotte merkt hij op dat de motie d.d. 14.6.2007 en de motie d.d. 21.6.2007 hierbij kunnen worden aangehouden. De heer KORTELAND is er geen voorstander van om de motie van 14.6.2007 aan te houden, aangezien de motie voortborduring beoogt op de vorige commissie waar de wethouder heeft aangegeven inzake zijn dubbelrol, dat de raad met een voorstel moest komen. Hieraan heeft de VVD-fractie gehoor gegeven en is dus met een voorstel gekomen. Hij benadrukt dat als hier op een later moment op teruggekomen zal worden, de motie zal worden aangehouden. De VOORZITTER bevestigt samenvattend dat de motie I van hedenavond zal worden aangehouden (en dat de motie van 14-06-2007 een aangenomen motie is) en dat het onderhavige onderwerp, gehoord de beraadslagingen na het zomerreces nader zal worden besproken, waarmee hedenavond dus niet is besloten om geen wensen en bedenkingen te uiten, want dat is dus wel het geval geweest. 11.
Voorstel tot het vaststellen van de nota Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Papendrecht 2007-2011 De VOORZITTER merkt op dat twee moties uit de gehouden raadsvergadering van 14 juni 2007 bij dit agendapunt betrokken kunnen worden, want die werden toen aangehouden en
5
doorgeschoven naar hedenavond. Mevrouw VAN DER BEEK geeft aan dat in de vorige raadsvergadering werd voorgesteld om de VVD-moties van 14.6.2007 met betrekking tot de gezondheidszorg, te integreren in het lokaal gezondheidsbeleid voor Papendrecht en wil hierop een amendement indienen waardoor de twee aangehouden moties vervallen. De VOORZITTER constateert dat het amendement (A) voldoende ondertekend is door de VVDfractie, zal worden vermenigvuldigd en verspreid en deel zal uitmaken van de beraadslagingen – een kopie van dit amendement is gehecht aan dit verslag. De heer VAN ENGELEN merkt op dat de drie in het raadsvoorstel genoemde thema's zijn fractie bijzonder aanspreken en hij verwijst naar de gepresenteerde monitor in de commissie Samenleving. Hij constateert dat het amendement van de VVD-fractie drie onderwerpen bevat die op een andere manier goed onder de aandacht worden gebracht en verwijst naar de nationale programma's inzake borstkanker, ouderen diabetes etc. De onderwerpen roken en jongeren hebben momenteel speciale aandacht van de minister waarbij op regionaal niveau een en ander wordt vertaald. De fractie van GroenLinks meent dat de drie thema's binnen de regionale gerichtheid vallen en vindt het amendement van de VVD overbodig. Hij is van mening dat dit gezien moet worden in samenhang met andere beleidsterreinen als jongerenwerk, sport etc. welke elkaar kunnen verstevigen. De heer YWEMA merkt op dat de drie genoemde thema's in de nota goed zijn onderbouwd en heeft sympathie voor de door de VVD aangedragen punten. Hij onderschrijft de drie onderbouwde punten, maar niet de geamendeerde punten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor 2 minuten zodat de raad het amendement zelf kan lezen. De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt vast dat een ieder is voorzien van een schriftelijke weergave van amendement A. Wethouder VOGEL zegt dat, gehoord de opvattingen van de raad, het hem goed lijkt om vast te houden aan de nota Lokaal gezondheidsbeleid, die voorafgegaan dor een presentatie van de GGD in de commissie Samenleving is besproken. Hij stelt voor de GGD te verzoeken aan de door de VVD genoemde punten extra aandacht te besteden. Mevrouw VAN DER BEEK is blij dat deze drie punten zullen worden meegenomen richting GGD. De heer VAN ENGELEN is het niet eens met de suggestie, die wordt gewekt dat hieraan onvoldoende aandacht wordt besteed en wijst op de gedegen voorlichting inzake borstkanker. Mevrouw VAN DER BEEK benadrukt de preventieve kant in de voorlichting. De VOORZITTER stelt voor dat bekeken wordt hoe daarmee om te gaan en constateert dat de wethouder het amendement niet overneemt, maar het inhoudelijk zal meenemen om het onder de aandacht van de GGD te brengen. Mevrouw VAN DER BEEK is blij met de toezegging van de wethouder en geeft aan het amendement in te trekken. De VOORZITTER constateert dat de raad akkoord gaat met het voorstel, inclusief de toezegging van de wethouder. 12.
Voorstel tot het kennisnemen van de beantwoording van vragen van de VVD-fractie om nadere inlichtingen over de uitvoering van werkzaamheden aan de openbare ruimte aan de Veerweg Mevrouw VAN DER BEEK dankt de wethouder voor de beantwoording van de vragen. Met
6
betrekking tot punt 3, wie verantwoordelijk is voor de inkoop van het materiaal vraagt zij of dat de gemeente is en wat de achterliggende reden hiervoor is. Met betrekking tot vraag 9 vraagt zij naar de financiële gevolgen van dit herstel. Zij verzoekt het college, zodra de financiële gevolgen bekend zijn, om een notitie voor de raad. De heer SCHEURWATER vraagt met betrekking tot punt 9 hoe hiermee moet worden omgegaan en of een herstel aan de aannemer is. Wethouder VAN LEEUWEN licht toe dat de gemeente verantwoordelijk is voor de inkoop van materiaal en gelet op de kwaliteit die de gemeente prefereert is bij het nieuwe centrum voor duurzaam materiaal gekozen. Het college was erg tevreden over hetgeen is neergelegd, daar het een gecompliceerd stukje weg is. Men is er nog mee bezig. Hij kan nog niet aangeven wat de kosten zullen zijn en wie hiervoor verantwoordelijk is, maar verzekert dat in dit stadium de gemeente zeker niet verantwoordelijk is. Hij zegt toe dat hierover nog zal worden gerapporteerd. Tweede termijn Mevrouw VAN DER BEEK vraagt of voordeel is behaald bij het zelf inkopen van materiaal en of dat nu teniet wordt gedaan als gevolg van de herstelwerkzaamheden. De heer SCHEURWATER vraagt naar de aansprakelijkheid en verwacht dat het netjes zal worden opgeleverd. De heer NIEUWSTRATEN wijst op de slechte toegankelijkheid bij de ABN AMRO bank voor mensen met een fysieke beperking daar de ingang erg smal is. Wethouder VAN LEEUWEN zegt toe deze opmerking te zullen meenemen en licht toe dat in de aanbestede procedure voor tijdwinst is gekozen om tot directe levering te kunnen komen, terwijl het materiaal duurzaam en mooi is ten opzichte van vroeger, maar ook nadere zorg nodig heeft. Op voorstel van de VOORZITTER wordt vervolgens de discussie afgerond. 13.
Voorstel om de bezwaarschriften van bewoners van de Rubenstraat ongegrond te verklaren Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14.
Voorstel tot het vaststellen van het beeldkwaliteitsplan "Handboek Nieuwland" en om dit te voegen aan de gemeentelijke Welstandsnota Mevrouw VAN DER BEEK vraagt waarom een beeldkwaliteitsplan wordt gecreëerd buiten het bestemmingsplan om en wat de positie is van Alblasserdam hierin: is de regelgeving in dit beeldkwaliteitsplan grensoverschrijdend en geldt het ook voor grondgebied in Alblasserdam ? Wethouder VAN LEEUWEN antwoordt dat het beeldkwaliteitsplan is vastgesteld in overleg met Alblasserdam en dat het een gezamenlijk beeldkwaliteitsplan betreft. Omdat zowel Alblasserdam als Papendrecht een eigen bestemmingsplan hadden moest er een apart traject worden gevolgd buiten het bestemmingsplan opdat een en ander met elkaar kon worden gecombineerd. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
15.
Initiatiefvoorstel tot wijziging van de Verordening inzake de winkeltijden (Mevrouw VAN DER BEEK verlaat op dit punt de vergadering). De VOORZITTER geeft aan dat het een initiatiefvoorstel is van de fracties van het CDA, de
7
ChristenUnie, GroenLinks en de SGP. (De heer KORTELAND merkt op dat mevrouw Van der Beek ten aanzien van dit agendapunt niet aan de beraadslagingen zal deelnemen, waarop mevrouw Van der Beek de vergadertafel verlaat). De heer HOEK wil zich beperken tot het tekstvoorstel waarin twee redenen genoemd zijn voor dit voorstel: * *
Een diep geworteld respect voor de zondagsrust; De sociaal maatschappelijke druk, die als gevolg van de 24 uurs economie dusdanig groot geworden is dat het het nodige effect heeft op werknemers en de kleine zelfstandigen voor wie de zondagsrust een verworvenheid is die de indieners graag in stand willen houden. Eerste termijn De heer VAN HALM stelt vast dat het initiatiefvoorstel een aanpassing beoogt van de zondagopenstelling in de verordening. De laatste twee genoemde punten uit het voorstel: bescherming van de positie van kleine zelfstandigen en de positie van werknemers in de 24 uurs economie onderschrijft zijn fractie, maar deze is van mening dat juist de huidige verordening in voldoende mate tegemoet komt aan deze twee aspecten. Blijft over herstel van de zondagsrust waarover de fractie van de PvdA een andere mening heeft. Hij vervolgt dat de door de indieners beoogde procedure tot gevolg heeft dat inspraak niet mogelijk is voordat de raad over het voorstel heeft beslist. De PvdA-fractie vindt inspraak vooraf een belangrijk democratisch gegeven en stelt voor als raad geen besluit te nemen, maar het voorstel eerst te agenderen voor de komende commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën (REF). Op die manier kan de mening van de samenleving hieromtrent door de raad gehoord worden voordat de raad overgaat tot besluitvorming. Zijn fractie overweegt in tweede termijn een amendement in te dienen. De heer SCHEURWATER merkt op dat een goede definiëring van wat onder koopzondag precies wordt verstaan van belang is. Gelet op de winkeltijdenwet en het vrijstellingsbesluit winkeltijdenwet zal Papendrecht hierin helder moeten zijn zeker voordat straks het nieuwe winkelcentrum opengaat. Kijkend naar de detailhandel wil zijn fractie:
* * *
het dorpsgevoel handhaven; het belang van de zondagsrust benadrukken; meer bescherming van de kleine ondernemer/middenstander. Als een binnen- en buitengebied zal worden aangewezen zal dat juridische gevolgen kunnen hebben zoals schadeclaims. In omliggende gemeenten van Papendrecht o.a. in Sliedrecht zijn een aantal industrieterreinen aangewezen voor zowel zondagen als feestdagen. Zijn fractie pleit voor een regeling als in Alblasserdam waar geen sprake is van koopzondagen, maar van een ontheffingsregeling voor feestdagen, die niet op zondag vallen.
De heer HOOGLAND: “Zoals u wel begrijpt voelt de SGP zich comfortabel bij het voorstel wat voorligt. Voornamelijk ingestoken wat ons betreft vanuit principe. De zondag is rustdag, dat zegt de Bijbel, dat zegt Gods wet. En wat zegt Gods wet nog meer ? Dat is dat we die zondag in Zijn dienst, tot Zijn eer moeten besteden. Dat betekent heel concreet: niet kopen en niet verkopen. Ten aanzien van het sociale aspect: dat speelt natuurlijk ook maar wat ons betreft is dat in het voorstel niet voor niets op de tweede/ derde plaats genoemd. Zoals dus al aangegeven: wij zijn voor het voorstel. Ik wil wel meegeven dat we nog wat twijfels hadden omtrent de feestdagen. De PvdA heeft daar al op ingehaakt. Zo lang deze niet op zondag vallen, is het heel simpel: geen zondag en vanuit dien hoofde geldt het gebod van Gods Woord ten aanzien van de zondag dus ook niet voor die feestdagen die niet op zondag vallen. Ik wil ook nog aangeven dat het ter ere is van de zondag, dat is Gods dienst. Dat dat aan te bevelen is voor iedereen in onze maatschappij. Het houden van Zijn geboden, daarin is Gods loon te vinden. God zal dat belonen. Ten aanzien van een aantal andere
8
elementen die de PvdA noemt, met “ de rug naar de samenleving “ : onze fractie denkt juist dat dat niet het geval is. En ten aanzien van datgene wat de PvdA roept over de sluiting uit de vorige eeuw: wat mij betreft niet. In mijn visie is dat meer whisful thinking. Het besluit ligt gewoon nú voor en het is een besluit van déze eeuw. Ten aanzien van het winkelcentrum: onze fractie ervaart het voorstel juist als het goede moment. Wat de ChristenUnie heeft gezegd ten aanzien van een “ terugdraaien”, dat wil ik ook nog aangeven, dus dat betekent ook dat het beleid ten aanzien van de zondagopenstelling van zwembaden, hoe wij dat ook betreuren, dat dat niet wordt teruggedraaid, wat ons betreft.”
De heer VAN ENGELEN merkt op dat de fractie van GroenLinks van mening is dat de rustdag ook bijv. de woensdag mag zijn. Ten aanzien van kleine ondernemers verwijst hij naar de opening van het nieuwe winkelcentrum op de Nieuwe Meent en dat een openstelling van zeven dagen, risico's met zich mee kan brengen en de gemeente genoodzaakt is een principiële uitspraak te doen en er geen onderscheid gemaakt zal moeten worden tussen binnen- en buitengebied. Als de huidige regeling zal worden gehanteerd zal de Meent op zondag open kunnen waarvan zijn fractie geen voorstander is. Hij constateert dat de fractie van de PvdA kiest voor opening op zeven dagen per week en is benieuwd naar de reactie van de andere fracties. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN zegt ten aanzien van het nieuwe winkelcentrum dat in vergelijking met de Oude Meent waar plaatselijke ondernemers zitten, zich hier "ketens" zullen vestigen, die gemakkelijk kunnen schuiven met personeel waardoor de kans om op zondag open te kunnen zijn, groter is. In Papendrecht is ervoor gekozen om ouderen in het centrum te huisvesten waarmee rekening gehouden zal moeten worden. De fractie van het PAB raadt verdeling in een binnen- en buitengebied af, daar het de duidelijkheid niet ten goede komt. Zij geeft aan dat de voorzitter van de ondernemersvereniging De Meent er niet blij mee was dat de gemeente zou beslissen over hun business. Haar fractie vindt de mogelijkheid voor burgers om in te spreken van groot belang en voegt hieraan toe dat, als de gemeente communicatie serieus neemt, zij ook de ondernemersvereniging de kans moet bieden om in te spreken. Zij ondersteunt het idee om het door te schuiven naar de eerstvolgende commissie om daarmee de kans tot inspreken te beiden en zij wil ook graag de mening weten van de kleine winkeliers. Haar fractie wil dit voorstel steunen, maar wil het eerst nog graag een keer in de commissie bespreken. De heer KORTELAND vraagt de indieners waarop het diep gewortelde respect voor de zondagsrust en de sociaal maatschappelijke druk van de 24 uurs economie in Papendrecht is gebaseerd. Voorts vraagt hij welke bevolkingsgroepen zijn geraadpleegd, aangezien zijn fractie andere signalen bereiken met betrekking tot het niet meer mogelijk maken van de openstelling van winkels op zondag en hij vraagt naar welke effecten dit kan hebben op de grotere ondernemers die zich in Papendrecht zullen vestigen. Uit onderzoek blijkt dat men tevreden is met de openstelling op 12 zondagen. De heer HOEK licht toe dat de zondagsrust voor confessionele partijen en hun achterban, een brede groepering in Papendrecht, van groot belang is. De heer KORTELAND vraagt naar de motivatie voor dit initiatiefvoorstel. De heer HOEK betoogt dat het landelijk een actueel onderwerp is. De heer KORTELAND memoreert dat in januari 2006 de winkeltijdenwet in Nederland is geëvalueerd waaruit blijkt dat slechts 7% van de consumenten in Nederland aangeeft op basis van religieuze gronden de zondagopening te willen stoppen. Volgens de heer HOEK blijkt ook dat binnen Nederland en regio's, steden en dorpen grote verschillen zijn en lokaal moet worden bekeken of daar draagvlak voor is. De heer VAN ENGELEN verwijst naar de informatiemaatschappij en een toename van de 24 uurs economie. Hij merkt op dat de politiek haar verantwoordelijkheid moet nemen op lokaal
9
gebied en pleit voor de noodzakelijke rust van de kleine ondernemer. De heer HOEK benadrukt dat voorkomen moet worden dat grote ondernemingen in Papendrecht gaan bepalen hoe de samenleving in Papendrecht zal worden ingericht. Voor wat betreft het doortrekken van dit principe naar andere voorzieningen in Papendrecht zoals het zwembad, het theater en de kinderboerderij verzekert hij dat dit voorstel daarop geen invloed zal hebben. Ten aanzien van de inspraak is hij nieuwsgierig naar het amendement van de PvdA. Hij wil een schorsing vragen om dit met de andere indieners te kunnen bespreken. Hij merkt op dat geen achterban is geraadpleegd behalve de achterban van het CDA. Tweede termijn De heer VAN HALM is blij met de toezegging dat de andere voorzieningen zoals de kinderboerderij niet in het voorstel worden betrokken en stelt voor om eerst de samenleving te raadplegen en benadrukt dat de huidige verordening twaalf jaar lang tot tevredenheid heeft gefunctioneerd. Hij verwijst naar de brief van de heer Brandenburg, voorzitter van de ondernemersvereniging De Meent, die er op wijst dat niet aangemoedigd wordt om op zondag open te zijn, maar dat dit ter beoordeling van de ondernemers zelf is. De heer HOEK benadrukt de samenleving meer te willen beschermen en het niet alleen aan de middenstand over te willen laten. De heer VAN HALM merkt op dat die bescherming in de huidige verordening voldoende gewaarborgd is en wil niet tot betutteling overgaan. Hij licht toe dat men in de huidige verordening openstelling op zondag kan aanvragen, terwijl dat tot nu toe niet tot problemen heeft geleid in de afgelopen 11 jaar en er dan door het college een besluit over genomen kon worden. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN vult aan dat het tweemaal is voorgekomen en is afgewezen. Zij is nu voor duidelijkheid omtrent dit alles. De heer VAN HALM dient, gelet op de discussie in tweede termijn, een amendement in. De VOORZITTER constateert dat het amendement (B) in voldoende mate is ondertekend door de fractie van de PvdA en zal worden vermenigvuldigd en verspreid en onderdeel uit maakt van de beraadslagingen – een kopie van dit amendement is gehecht aan dit verslag. De heer HOEK verzoekt om een schorsing voor overleg. De VOORZITTER schorst de vergadering om 21.50 uur en heropent de vergadering om 22.40 uur en geeft het woord aan de heer Hoek. De heer HOEK geeft, namens de indieners van het initiatief-raadsvoorstel, aan dat de mogelijkheid tot inspraak voor burgers op de gebruikelijke manier moet worden gerespecteerd, maar vraagt zich af hoe de inspraak, juridisch gezien kan worden geëffectueerd. De VOORZITTER constateert, gelet op de discussie, dat de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, GroenLinks en het PAB zich inhoudelijk in het initiatiefvoorstel kunnen vinden en het voorstel in meerderheid door de raad wordt gesteund. De fracties van de PvdA en de VVD zijn geen voorstander van het voorstel. Ten aanzien van het amendement van de fractie van de PvdA hebben de fracties van de VVD en het PAB het belang van de inspraak benadrukt, terwijl de initiatiefnemers hieraan evenzeer hechten evenals het college. De voorzitter benadrukt dat de inspraakverordening goed zal moeten worden toegepast. Aangezien inhoudelijk, de meerderheid van de raad het initiatiefvoorstel steunt zou het voorstel de status kunnen krijgen van een voorgenomen besluit dat onderworpen wordt aan de inspraakverordening en de raad normaliter aan het college vraagt om de inspraakverordening voor de raad uit te voeren. Het college is hiertoe bereid, maar niet in de vakantieperiode. Eind
10
augustus, begin september zal een procedure uitgewerkt moeten zijn voor de inspraak en de resultaten hiervan zullen gebundeld worden en naar de raad worden gestuurd. Aldus kan de discussie hierover plaatsvinden in de commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën (REF), waar inspreken zoals gebruikelijk ook mogelijk is. Het resultaat van de inspraak zal aldus via de commissie naar de raad worden geleid. Met die constatering stelt de voorzitter voor de beraadslagingen te beëindigen. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN ziet dit onderwerp graag in de commissie ABZ geagendeerd. De heer SCHEURWATER vraagt welke inspraakverordening wordt voorgesteld en pleit voor het afspreken van een tijdpad evenals van een moment waarop door de raad een beslissing zal worden genomen. De VOORZITTER benadrukt dat sprake is van één inspraakverordening en betekent dat het college op verzoek van de raad inspraak zal organiseren. Hij vervolgt dat aangekondigd moet worden dat het een voorgenomen besluit van de raad betreft en de samenleving in de gelegenheid wordt gesteld om hierop te reageren. Daarvoor is een paar weken tijd nodig en worden zo nodig technisch juridische aspecten gebundeld en door het college voorzien van opmerkingen. Het college faciliteert in deze, waarna het naar de commissie en naar de raad zal worden doorgeleid in de cyclus van oktober/november. De heer VAN HALM meent dat met de geschetste procedure volledig tegemoet gekomen wordt aan zijn amendement en hij geeft aan dat het amendement niet in stemming gebracht hoeft te worden. De heer VAN ENGELEN is blij met de door de burgemeester geschetste gang van zaken waarbij zijn voorkeur uit gaat naar behandeling in de commissie ABZ. De heer SCHEURWATER vraagt hoe in de tussenliggende periode met de vergunningen wordt omgegaan, waarop de VOORZITTER antwoordt dat er gewoon sprake is van een vigerende verordening. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN vraagt hoe dit de burgers (via de gemeentepagina) kenbaar gemaakt kan worden. De VOORZITTER wijst op de eigen voorlichting van de raad door de griffie. Hij geeft aan dat de verordening zal moeten worden toegepast en tijdig dingen aangekondigd moeten worden zodat inspraak niet plaats zal vinden als iedereen op vakantie is. Hij constateert dat het initiatiefvoorstel de status krijgt van een voorgenomen besluit dat de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, GroenLinks en het PAB inhoudelijk steunen, terwijl de fracties van de PvdA en VVD hebben aangegeven er inhoudelijk geen steun aan te verlenen. 16.
Voorstel tot het vaststellen van begrotingswijzigingen (Mevrouw VAN DER BEEK voegt zich weer bij de vergadering). Dit agendapunt is verder niet van toepassing.
17.
Sluiting De VOORZITTER spreekt zijn waardering uit voor de inzet van de raad in het afgelopen politieke bestuursjaar en wenst de raad een fijne vakantie en een behouden thuiskomst toe en spreekt de hoop uit elkaar in september weer te treffen. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering om 22.55 uur. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Papendrecht op 20 september 2007,
11
De griffier,
De voorzitter,
Mr. A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
12