MASTERPROEF 2009 - 2010 > FEM DE ROCK - SIOBHàN PEETERS
ONTWERPSCRIPTIE: Ontwerpen van een contextgebonden strafinrichting Fem De Rock, Siobhàn Peeters
Promotor: prof. dr. ir-arch. Firmin Mees Begeleiders: Marc De Kooning, Ar thur De Roover Masterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur
Vakgroep: Architectuur en stedenbouw Voorzitter: prof. dr. Bart Verschaffel Facutleit Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2009 - 2010
3
DANKWOORD In de eerste plaats bedanken we onze promotor prof. dr. ir.-arch. Firmin Mees voor de vele interessante en kritische begeleidingen. Hiernaast willen we ook onze begeleiders Arthur De Roover en Marc De Kooning bedanken. Zij hebben, ondanks hun drukke schema, steeds tijd voor ons gemaakt. Verder bedanken we Davy Vercauteren voor de uitgebreide rondleiding in de gevangenis van Mechelen, Stephanie De Greef voor het snel doorsturen van de kadasterplannen van Melsele, Christian Timbermont die ons heel wat informatie verschafte over de werking van de Belgische strafinrichtingen en ing. Kristoff Hemelinckx van de Federale Overheidsdienst van Justitie. Natuurlijk willen we zeker onze vrienden en familie niet vergeten voor hun steun, aanmoediging, optimisme, de aangename ontspanningen, humor, … In het bijzonder bedanken we hierbij Didier en Rien voor hun geduld en om er altijd voor ons te zijn. Tenslotte en niet in het minst willen we onze ouders bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun tijdens onze studiejaren.
5
TOELATING TOT BRUIKLEEN De auteurs geven de toelating deze eindverhandeling voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor eigen gebruik. Elk ander gebruik valt onder de strikte beperkingen van het auteursrecht; in het bijzonder wordt er gewezen op de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze eindverhandeling. The authors give permission to make this master dissertation available for consultation and to copy parts of this master dissertation for personal use. In the case of any other use, the limitations of the copyright have to be respected, in particular with regard to the obligation to state expressly the source when quoting results from this master dissertation. Gent, mei 2010 Ghent, May 2010 Fem De Rock Siobhan Peeters
Colum van Bart Claes: deGedachte @DeMorgen - dinsdag 3 november 2009
7
INLEIDING Tegenwoordig zijn gevangenissen een hot topic. Niet alleen de overbevolking, maar ook de vele ontsnappingspogingen halen geregeld de actualiteit. Vooral het grote cellentekort dient zo snel en efficiënt mogelijk opgelost te worden. De gedetineerden zitten nu immers met 2 of 3 in cellen die oorspronkelijk voor 1 persoon ontworpen zijn. Bovendien voldoen de Belgische cellen niet aan de opgelegde Europese minimumoppervlakte voor cellen (10 m²). Tengevolge van dit alles kan men bij het toewijzen van cellen en celgenoten geen rekening houden met de afkomst, het geloof van de gedetineerden of de ernst van de gepleegde misdaad. Al deze factoren leiden ertoe dat een geloofwaardige strafuitvoering in het gedrang komt. Het merendeel van de Belgische gevangenissen bevindt zich in erbarmelijke staat en dient dringend gerenoveerd of vervangen te worden. Hoewel de opsluiting van gevangenen aan het einde van de 18de eeuw radicaal veranderd is, wordt het nijpende tekort aan gevangeniscellen nu opgelost door terug te grijpen naar de 19de-eeuwse vleugelgevangenis met panopticonprincipe. Dat men het probleem van overbevolking wil oplossen door vast te houden aan een 200 jaar oude gevangenistypologie, dient in vraag gesteld te worden. Onderzoek naar de verschillende bestaande gevangenistypologieën en opmerkelijke case-studies, gerelateerd aan bepaalde visies en hoe die zich afspiegelen in de architectuur, zullen gebruikt worden om een uiteindelijke uitspraak te doen over de 21ste eeuwse gevangenis. Het ingenomen standpunt zal vorm krijgen in een ontwerpmatig onderzoek op de site in Melsele waar een van de vier geplande gevangenissen in België zal komen. Een analyse van de rol van de gevangenis in de maatschappij is hierbij van groot belang.
In een eerste deel wordt het begrip “gevangenis” nader bekeken. De verschillende reeds gebruikte typologieën worden kritisch besproken en geanalyseerd. Vervolgens toont een case study over de 21ste eeuwse gevangenis een nieuwe visie op detentie. De maatschappelijke impact van de bouw van een gevangenis in een stedelijke/ gemeentelijke context blijkt uit het verslag van de volksbijeenkomst in Beveren betreffende de geplande gevangenis in Melsele. De reële situatie in de Belgische strafinrichtingen wordt beschreven aan de hand van een bezoek aan de gevangenis van Mechelen. Uiteindelijk wordt een eigen nieuwe visie voor de Belgische strafuitvoering geformuleerd. In een tweede deel wordt aan de hand van een opgelegd programma voor de Belgische gevangenissen en rekening houdend met de randvoorwaarden van de site in Melsele, een concreet concept voorgesteld. Het derde deel geeft een gedetailleerde beschrijving van het ontwerp aan de hand van plannen en snedes. Daarnaast wordt ook ingegaan op de constructie en de materialisatie van de verschillende gebouwen.
9
INHOUDSTAFEL ANALYSE
VOORONTWERP
DE GEVANGENIS
1. TYPOLOGIEËN 2. CASE STUDY - HILARY COTTAM 3. ‘HIER GEEN GEVANGENIS’ 4. MECHELEN 5. BESLUIT
1. PROGRAMMA 2. SITUERING 3. CONCEPT / EVOLUTIE
1. PERIMETER EN BUITENRUIMTES
EEN NIEUWE VISIE VOOR BELGIË
EVOLUTIE TOEGANGSWEGEN ICOONPLANNEN TOEGANGKELIJKHEID CIRCULATIESTROMEN
BIBLIOGRAFIE
2. INKOMGEBOUW PLANNEN UITWERKING
3. ADMINISTRATIE PLANNEN UITWERKING
4. WERKPLAATSEN PLANNEN UITWERKING DETAILLERING
5. CELLEN PLANNEN UITWERKING DETAILLERING
11
ANALYSE > 1. TYPOLOGIEËN 2. CASE STUDY - HILARY COTTAM 3. ‘HIER GEEN GEVANGENIS’ 4. MECHELEN 5. BESLUIT - EEN NIEUWE VISIE VOOR BELGIË
13
Dennis O’
[email protected]
TYPOLOGIEËN 2
1
KOEPELMODEL Een koepelgevangenis met panopticumprincipe is een van de oudste gevangenistypologieën in gebruik. De instelling is opgebouwd als één grote open ronde ruimte met daarrond het cellencomplex. Zo is er vanuit het centrum, waar de controlekamer zich bevindt, een goed overzicht over de gehele gevangenis. De controlekamer zelf wordt meestal met gordijnen afgeschermd zodat men, ook als niemand aanwezig is, het idee van constante observatie kan waarborgen. Het licht dat via de koepel naar binnen valt, verlicht de gehele ruimte en de cellen, waardoor deze als één groot geheel kunnen opgevat worden. De cellen zelf zijn niet via 1 grote gang toegankelijk, maar worden via allerlei passerrellen bediend, wat transport van gedetineerden er niet makkelijker op maakt. Eens de gedetineerden beneden zijn, dienen ze allen over eenzelfde ‘benedenplatform’ te gaan wat leidt tot een te drukke circulatie. Een gevangenis dient tegenwoordig te beschikken over een polyvalente ruimte, refter, ontmoetingsruimte e.d. In het koepelmodel vinden deze ruimtes moeilijk een plaats, tenzij men deze aan de koepelruimte aanbouwt. Naast dit probleem laten de ruimtes zelf ook weinig differentiatie toe. De footprint van het gebouw is bovendien redelijk groot.
3
15
5
4
7
8
RADIAAL - & KRUISMODEL
HO F M O DEL
Deze twee verschillende modellen lijken goed op elkaar. Beide bieden de mogelijkheid om verscheidene types gedetineerden onder te brengen, met ieder hun eigen wandelzone. In het centrum is de controlepost gelegen; van hieruit kan elke arm afzonderlijk bediend en gecontroleerd worden. Zo moet men, vooraleer men de ene afdeling verlaat, langsheen deze post om naar een andere afdeling te gaan. De drukke circulatie in het centrum kan echter wel tot conflicten leiden.
De basis van dit model bestaat, zoals bij het radiaal- en kruismodel, uit aaneengeschakelde gaanderijen. Hierbij zien we dan ook dezelfde nadelen: lange looplijnen, kruisend verkeer en een slechte regelfunctie. Het verschil is dat in het hofmodel de gaanderijen met cellen zo geplaatst zijn dat ze één of meerdere binnenkoeren omsluiten. Door deze configuratie valt het grootste voordeel van de voorgaande typologieën weg, namelijk een goede centrale controle over alle cellenblokken, wat meer bewaking vereist. De binnenkoeren daarentegen zijn wel vanuit elke hoek zichtbaar.
Indien men de armen afzonderlijk zou afsluiten door middel van hekken, zouden de gedetineerden makkelijker onderverdeeld en gescheiden kunnen worden. Een nadeel hiervan is dat men zich meer opgesloten voelt, wat kan leiden tot meer agressie. Door het beperkt aantal armen kunnen wel slechts een klein aantal verschillende regimes toegepast worden. Een voordeel ten opzichte van het koepelmodel is dat dit gebouw compacter in elkaar zit. De looplijnen zijn in dit model echter wel een stuk langer. Een radiaalmodel of kruismodel staat niet echt open voor uitbreiding, dit zou immers tot ingrijpende veranderingen leiden.
6
1. Panopticum Breda - 1886 2. Panopticum Breda - 1886 3. Renovatie van de 100 jaar oude panopticumgevangenis in Arnhem Nederland - 1980 4. kruismodel gevangenis - Grave - 1987 5. radiaalmodel - cellulaire gevangenis - Rotterdam - 1872 6. De Nieuwe Wandeling in Gent 7. De Schie - Rotterdam - 1989 8. De Schie - Rotterdam - 1989
17
9
10
CAMPUSMODEL
TORENMODEL
Een campusmodel bestaat uit verschillende los van elkaar gekoppelde units. Elke unit kan een verschillend type gedetineerden huisvesten en naargelang de noden van deze, aangepast worden. De gevangenen leven dus in kleinere groepen, waardoor ze beter gecontroleerd kunnen worden. Men kan hier echter geen gebruik maken van een centrale controlepost, waardoor meer personeel moet ingezet worden.
Het torenmodel is één van de nieuwste typologieën waarbij men de strafinrichting in de leefomgeving probeert te integreren. Men tracht de gevangene het gevoel te geven dat hij zich in een gewone leefomgeving bevindt. Hij kan immers door het raam ‘over zijn grenzen heen’ kijken. Het nadeel van een torenmodel is dat men een grote verticale circulatie heeft. De gevangenen dienen telkens in kleine groepen naar beneden gebracht te worden, wat hoge exploitatiekosten met zich meebrengt. Net zoals bij het campusmodel is er ook geen direct toezicht vanuit één punt mogelijk.
Door de verschillende gebouwen over het terrein te spreiden, komen de gedetineerden veel meer in contact met de buitenlucht, waardoor ze een beter besef van bijvoorbeeld jaargetijden krijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat dit langdurige gestraften kan helpen bij hun resocialisatie. Doordat de units niet aan elkaar gebouwd zijn, is het bijbouwen van units dan ook geen probleem. Een nadeel van dit concept is dan weer dat het hele complex een grotere oppervlakte in beslag neemt en dat de bouwkosten hoog kunnen oplopen.
9. Nieuw Vosseveld - Vught - 1943 10. Federal jail - Chicago 11. Federal jail - Chicago
11
19
ENKELBAND Als een van de eerste landen paste België de elektronische enkelband als alternatief voor de gevangenisstraf toe. Het gaat hier om een gecontroleerde vorm van re-integratie, waar de maatschappij alleen maar bij kan winnen. Het belang van dit syteem blijkt ook uit het geringe herroepingspercentage, namelijk rond de 10%. Het elektronisch toezicht zet de veroordeelde aan om in te staan voor zijn eigen daden. Hij moet voor zichzelf zorgen, samenleven met zijn omgeving, verantwoordelijkheden opnemen (facturen, werk, uurroosters…), maar dit onder constant toezicht. Het toezicht dient echter wel gekoppeld te zijn aan een begeleiding door een justitieassistent. Een duizendtal personen staan vandaag onder elektronisch toezicht. De strafuitvoeringsmaatregel wordt afgesproken met de gedetineerde. Bij een plaatsing onder elektronisch toezicht wordt eerst nagegaan hoe de gezinssituatie is en wat de verplichtingen van de veroordeelde inhouden. De nadruk wordt gelegd op de opvolging en de re-integratie van de veroordeelde. Hierbij is het opvolgen en begeleiden van de gedetineerde door de justitieassistent van essentieel belang. De Directie Elektronisch Toezicht oefent enkel toezicht uit op het naleven van het uurrooster. Indien de gedetineerde zich niet aan de afgesproken regels houdt, krijgt hij een sanctie. De sancties die worden genomen tegen veroordeelden die in de fout gaan, zijn progressief en gaan van het schrappen van de uitgangsuren tot een meldingsplicht bij de opdrachtgevende overheid (gevangenisdirecteur of strafuitvoeringsrechtbank).
Ray
[email protected]
21
CASE STUDY
12
THE 21 ST CENTURY PRISON - Hilary Cottam
14
13
BOOTMODEL Het bootmodel vindt zijn oorsprong in de slavenschepen die reeds in de Oudheid in gebruik waren. Later, tijdens de koloniale periode in de 17de – 18de eeuw, evolueerden deze schepen stilaan naar de bootgevangenissen van vandaag. Ook toen al werden deze schepen vooral ingezet wanneer de andere, meer gebruikelijke, gevangenissen met overbevolking te kampen hadden. Zelfs in het midden van de 19de eeuw, toen de bestaande gevangenissen geherwaardeerd werden, verdwenen de bootgevangenissen nooit volledig. Ook nu steekt deze typologie meer en meer en overal ter wereld terug de kop op.
23
Australië, naar waar vroeger ‘de criminelen’ van Engeland werden gedeporteerd, leunt aan bij het principe van de bootgevangenis. Dit is ook min of meer terug te vinden in Nederland op de industriële site van Zaandam, ten noorden van Amsterdam, waar men onderschepte migranten en vluchtelingen in offshore pakhuizen in de dokken plaatst.
12. Zaandam pakhuis voor vluchtelingen en migranten 13. The Bibby Renaissance - een mogelijke gevangenisboot voor Groot-Britannie 14. Alcatraz Prison - San Francisco - California Deze tekst is een nederlandstalige samenvatting van de case study: Learning works: the 21st century prison van hilary cottam
INVLOED VAN DE GESCHIEDENIS “Six out of ten prisoners are illiterate, six out of ten re-offend within two years. Learning Works is a radical agenda for change: a new prison architecture supports and makes affordable a transformative, learning regime.” Tegenwoordig zijn de gevangenissen, gebaseerd op een 200 jaar oud model, overbevolkt. In 2002 waren er meer dan 70 000 gevangenen in Groot-Brittannië. Bovendien zijn de gevangenissen zeer duur en er is bijna geen bewijs dat ze functioneren. Zonder opleiding zullen er maar slechts enkele van de ex-gevangenen in staat zijn een waardevol leven op te bouwen weg van de misdaad, ondanks de termijn ze in de gevangenis gezeten hebben. De nieuwe 21ste-eeuwse gevangenissen moeten de gevangenen begeleiden zodat ze goede, nuttige en bewuste burgers worden. Als ze vrij komen moeten ze kunnen funcioneren in de hedendaagse maatschappij. Met de nodige skills moeten ze voor zichzelf een betere toekomst bouwen. In Learning Works maakt een nieuwe architectuur het mogelijk om een nieuw gevangenisregime te ontwerpen die gebaseerd is op “leren”. “ a programme of learning is supported by the design of a new physical and virtual infrastructure with close connections to the world beyond the prison Gates.” Er worden een aantal nieuwe principes toegepast. De gevangenisarchitectuur en het gevangenisregime wordt als een geïntegreerd geheel beschouwd: het gebouw maakt een nieuw leerprogramma mogelijk. Het leren is hierbij het organiserende principe. Men gaat de ontwikkelingsmogelijkheden van de gevangene maximaliseren zonder in te boeten in veiligheid.
- PROBLEMATIEK
Het gevangeniswezen vandaag is in hoofdzaak heel gelijkaardig aan dat van de 19de eeuw. Het regime en gebouwtypes van de hedendaagse gevangenissen zijn bovenal een resultaat van de laat 18de-eeuwse hervormingen onder John Howard (1726-90). In 1792 begon Jeremy Bentham gevangenissen te ontwerpen gebaseerd op het panopticonsysteem. De panoptische en radiale gevangenis is ontworpen om mensen af te scheiden en op te sluiten. Lange lineaire vleugels met cellen zorgen voor de meest efficiënte controle. Alhoewel de radiale gevangenissen consequent werden veranderd om te voldoen aan de eisen van het hedendaagse regime, werd de oorspronkelijke schikking toch behouden. Deze voldoet voor een regime die zich focust op doelloosheid en de zelfreflectie van de gevangene. Vandaag blijven de gevangenen het grootste deel van de dag opgesloten in hun cel. Voor de totale gevangenispopulatie wordt eenzelfde plan opgesteld. Iedere gevangene is een anonieme schakel. De behandeling wordt niet aangepast aan de specifieke noden van de gedetineerde. Moordenaar of dief, elk wordt over dezelfde kam geschoren. Terwijl het gevangeniswezen de laatste dertig jaar meer en meer nadruk legt op zinvolle activiteiten, worden werknemers overweldigd door het steeds toenemende gevangenenaantal. Problemen zoals depressie, zelfmoord en zieke werknemers zijn slechts enkele van de stressindicatoren van het systeem. De nieuwe gevangenissen worden ontworpen met de nadruk op veiligheid en controle, eerder dan rehabilitatie en opvoeding voorop te stellen.
25
LEARNING WORKS: THE 21ST CENTURY PRISON
“we have got to accept the fact that prison must be a humane and constructive place, not least because all but 23 of my population are going home some day.” Martin Narey, Director General of HM Prison Service. De 21ste eeuwse gevangenis zal evolueren van een systeem met externe controle naar een systeem met interne discipline. Het overkoepelende objectief is de reductie van het hervatten van de criminele activiteiten na vrijlating. De transformatie start met het herontwerpen van het gevangenisgebouw. Gevangenisarchitectuur heeft een merkbaar effect op het gedrag, de werknemersinteractie –en moraal, en de doeltreffendheid van de geplande activiteiten. Men stelt vier belangrijke objectieven voorop. Men wil een kwaliteitsvol leerprogramma mogelijk maken zowel voor de gevangene als voor het gevangenispersoneel, maar ook een hoge graad van veiligheid behouden. Vervolgens zal men trachten onrechtstreeks de opgelegde culturele veranderingen te ondersteunen. Tenslotte is het de bedoeling om werknemersmiddelen (tijd) en financiële middelen (een gereduceerd kapitaal en onderhoudskosten) vrij te maken. De Learning Prison zal dus betaalbaar zijn! Het sleutelelement is de introductie van een systeem dat de gevangenen groepeert in kleine gemeenschappen of ‘huizen’. Dit systeem maakt twee belangrijke veranderingen mogelijk. Ten eerste reduceert deze ruimtelijke organisatie de werknemerstijd, die besteed wordt aan bewaking en begeleiden van gevangenen, door het verminderen van de noodzakelijke verplaatsingen. Ten tweede plaatst de structuur de onderwijsfaciliteiten in het hart van het gebouw met een gemakkelijke bereikbaarheid, terwijl de kwaliteit van de omgeving ontworpen is om het leren te ondersteunen. De nadruk ligt in dit model dus op de persoonlijke ontwikkeling van de gevangene als individu in een leefgemeenschap, die het leven in de maatschappij weerspiegelt. Dit architecturaal model maakt een switch in het gebruik van de middelen mogelijk. Een geschatte verhouding van 80:20 investering in veiligheid:rehabilitatie zal verwisseld worden tot 20:80. “Thus the Learning Prison becomes one that need only be visited once, freeing up the time and resources that are currently absorbed by repeat offenders.”
THE LEARNING BUILDING The Learning Prison maakt gevangenen en- werknemerstijd vrij ten voordele van nieuwe activiteiten, zonder een compromis te sluiten met de nood aan veiligheid en hoge beveiliging. Het model probeert ook rekening te houden met de aspecten die het onderhoud van de traditionele radiale gevangenis zeer kostelijk maken. De gevangenis kan ook veel denser gebouwd worden dan deze die nu nodig zijn (tot een derde kleiner). De architectuur vervult een sociale psychologische rol doormiddel van de creatie van een menselijke, beveiligde maar geen repressieve omgeving. Daarnaast vertolkt ze een economische rol die cruciaal is bij het vrijmaken van de werknemerstijd om zo het nieuwe regime te leiden. Deze economische rol kan uitgebreid worden tot de financiering van deze nieuwe gevangenissen. Tegenwoordig is de taak van de gevangenisofficier de gevangenispopulatie te begeleiden en de veiligheid te waarborgen. Het grootste deel van de tijd gaat naar het verplaatsen van de gevangenen tussen de vleugels, en naar de werkplaatsen, leslokalen, bibliotheek, sportfaciliteiten, … . Dit brengt een groot aantal veiligheidscontroles met zich mee waarvoor een groot aantal werknemers moeten ingeschakeld worden. Dit alles neemt het grootste deel van de tijd in beslag wat resulteert in een regime met een niet adequate tijdbesteding. Bij een tekort aan gevangenispersoneel, blijvende gevangenen in hun vleugel blijven en worden daar vaak 23 uur per dag opgesloten in hun cel.
27
HET HUIS
– EEN AUTONOME LEEF/LEEREENHEID
Het ‘learning Model’ tracht de gevangenis te vereenvoudigen. Dit wordt bereikt door een serie van autonome, fysische eenheden of ‘huizen’ te creëren waarin groepen gevangenen kunnen leven, werken en leren. Hierin worden gecentraliseerde functies geminimaliseerd en gespecialiseerde werknemers gaan naar de groep gevangenen. Dit is een economisch systeem, aangezien de specialisten hierbij niet moeten begeleid worden. De cellen worden geschikt langs de drie zijden van het huis, de vierde zijde kijkt uit op een tuin.
SCHAAKBORDPATROON SCHIKKING VAN DE BUITEN –EN BINNENRUIMTE
Dit model streeft ernaar om gemeenschappelijke faciliteiten te concentreren en de afstand tussen de huizen en hun faciliteiten te minimaliseren. Er werden twee soorten diagrammen ontwikkeld. In een eerste bestaat er een lineaire relatie tussen de huizen en de gemeenschappelijke plaatsen waarbij de toegang gebeurt via een gecontroleerde circulatieroute. Een tweede diagram toont een centripetale relatie tussen de huizen en de gemeenschappelijke plaatsen. Hierbij wordt een cluster van gemeenschapsfaciliteiten omringd door een cirkel van huizen.
29
Het Learning Model combineert het lineaire en het centripetale diagram. De huizen bevinden zich boven de gemeenschappelijke faciliteiten en hebben een directe toegang tot de gelijkvloerse circulatie. De leegten in de bovenste laag van de gevangenis zorgen ervoor dat het licht de buitenruimtes op het gelijkvloers kan bereiken. De circulatie in de site is intern, vanzelfsprekend en gecontroleerd en daarom efficiënt. De toegang tussen ieder huis en de gemeenschappelijke faciliteiten zijn gecontroleerd. Er is wel een vrije toegang vanuit ieder huis en vanuit de gemeenschappelijke faciliteiten tot de daarbij gelegen buitenkoeren (bijvoorbeeld sportvelden). Hierdoor kan de gevangene, wanneer hij niet op zijn cel zit, altijd naar buiten.
De tuinen en gemeenschappelijke koeren zijn telkens omkaderd door de muren van de omliggende gebouwen, wat de controle van de buitenruimte vergemakkelijkt.
EEN VERANTWOORDELIJKE GEVANGENISGROEP “Prisoners become part of an identifiable Group within a larger community”. De traditionele Victoriaanse gevangenis is een radiaalgevangenis. De vleugelstructuur voorziet in een efficiënte bewaking. In dit regime waar de gevangenen het grootste deel van de dag in hun cel doorbrengen, wordt een groot aantal gevangenen per vleugel niet als problematisch gezien. In het Learning Prison model wordt de gevangene persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor zijn daden ten opzichte van de gemeenschap (het huis). Hierdoor worden problemen als drugsgebruik, pesten en de resulterende nood aan afzonderingscellen gereduceerd.
31
DE CEL De conventionele cel is lang en smal. Een cel ziet er altijd uit als een slecht ontworpen badkamer. Tenslotte is de cel ook volgepropt met meubilair. De afmetingen van de cel gecombineerd met de centraal geplaatste deur en venster, benadrukken een sterk gevoel van bevel op de gevangene. Deze omgeving is verre van ideaal voor de normalisatie van de gedetineerde. De cellen in het Learning Model worden zinvol ingericht. Het bed hangt aan de muur in de lucht. Daaronder bevindt zich voor het raam het bureau. De meubelen kunnen op verschillende manieren geplaatst worden, waardoor differentiatie mogelijk is. Ook een computer met de nodige studietools en een intranet kabeltelevisie (gevangenisnetwerk) zijn aanwezig. Iedere cel is voorzien van een bijkomende ruimte met wc, wastafel en douche. De cellen worden per twee verbonden doormiddel van schuifdeuren. In geval van nood kunnen die door de werknemers bediend worden.
33
BINNENIN HET HUIS Er worden twee principes gehanteerd. Een eerste zorgt ervoor dat er in het huis een ander soort van sociale integratie mogelijk is die afgestemd is op de leefwereld buiten de gevagenis. Het tweede principe zorgt voor het vormen van beweging en activiteiten, die het regime op langere termijn effectiever en goedkoper maaakt. De cellen beschrijven een U-vorm rond een centraal atrium. Op de laagste verdieping van het huis is er plaats voor huisvergaderingen, ontspanning en eten. Deze plaats biedt directe toegang tot een ommuurde tuin aan de zuidkant. Hier bevinden zich ook een kantoorruimte, een klaslokaal, een keuken (waar de gevangenen zelf maaltijden bereiden), toiletten en een sportzaal. In de tuin kan men sporten, uitrusten en fruit en groenten kweken. Op de verdiepingen bevinden zich ook lokalen voor behandeling of consultatie en werknemersruimtes. Toegang van en naar het huis wordt gecontroleerd via een trap en een hal met directe toegang tot de Ring (circulatie) op de onderste verdieping. Er zijn 11 huizen met elk 36 gevangenen, dus is er plaats voor 396 in totaal.
35
BUITEN DE MUUR Twee huizen bevinden zich buiten de muren van de gevangenis. Het ene huis bevat de accommodatie voor de bewaking, een toegangsplaats voor de voetgangers en wachtplaats voor in- en uitgaand verkeer. Het andere huis bevat een bezoekerscentrum. In deze beide huizen verblijven ook de gevangenen in de laatste fase voor hun vrijlating. De ligging buiten de gevangenismuren is ideaal voor de re-integratie in de maatschappij. Overdag kunnen de gevangenen gaan werken in de gemeenschap, en ’s avonds keren ze dan terug naar hun cellen. In een toekomstig derde scenario zullen zich ook een aantal huizen midden in de gemeenschap bevinden en werken als een halfway house. “Key here is the recurring presence of the House, the group and the communities within the wall, outside the wall and beyond.”
CONSTRUCTIE Het model met zijn repetitieve blokken en koeren leent zichzelf makkelijk voor prefabricatie. De betonnen constructie is robuust, duurzaam en gemakkelijk te onderhouden.
37
MELSELE
Op donderdag 22 oktober 2009 hield de gemeente Beveren een informatievergadering om toelichting te geven bij de mogelijke bouw van een gevangenis in zone Schaarbeek Melsele. Op deze vergadering stelde het kabinet van de Minister van Justitie de plannen en de procedures voor, waarna de aanwezigen de kans kregen om vragen te stellen en hun bezorgdheden te uiten. En dat de inwoners van Melsele bezorgd waren, bleek uit de grote opkomst voor de hoorzitting, die zo’n driehonderd aanwezigen telde. De vergadering ging door in de burgerzaal van het gemeentehuis van Beveren om 20u. Het panel bestond uit Marc Van de Vijver (burgemeester), Wim Oeyen (Regie der Gebouwen), Jo Baret (kabinetchef Justitie), Leen Bogaerts (adviseur Justitie) en Kristoff Hemelinckx (ingenieur Justitie).
Nieuwe gevangenissen voor een schrijnend cellentekort Het is allemaal begonnen met de vraag van de federale regering naar een bijkomende capaciteit om de overbevolkte gevangenissen te ontlasten. Hiervoor zijn een vijftal plaatsen voor de bouw van een nieuwe gevangenis voorgesteld: Aalst, Merksplas, Antwerpen, Melsele en Puurs. Puurs is bijna onmiddellijk afgevoerd wegens bodemverontreiniging. De site waar men de gevangenis wil plaatsen, moet aan een aantal eisen voldoen. Ze dient een minimale oppervlakte van 9 hectare te hebben, over een goede ontsluiting te beschikken, verwijderd te zijn van het wooncentrum, op een niet vervuild terrein gelegen zijn en bij voorkeur in een zone met als bestemming ‘openbaar nut’ liggen. Voor de Zone Schaarbeek in Melsele wordt aan de meeste van deze voorwaarden voldaan, vandaar ook de interesse vanuit Brussel om hier een gevangenis op te richten. Het college van burgemeester en schepenen reageerde positief op het verder onderzoeken of deze plaats wel degelijk geschikt zou kunnen zijn. De bouw van de nieuwe gevangenis zou immers 300 rechtstreekse jobs opleveren en bovendien zouden de aankopen voor de normale werking van de gevangenis bij lokale handelaars gebeuren.
39
JO BARRET
15
Vooraleer men echter met de bouw van de gevangenis in Melsele kan beginnen, moeten er eerst nog een aantal procedures doorgenomen worden. Zo moet de huidige ruimtelijke bestemming via een nieuw op te maken Ruimtelijk Uitvoeringsplan omgevormd worden van de huidige KMO-bestemming tot een zone voor openbaar nut. Na deze bestemmingswijziging zal de federale overheid opdracht geven tot de aankoop van de gronden. Daarna kan pas de bouwvergunning aangevraagd worden.
LEEN BOGAERT
– ‘PRISON BREAK’
De inleidende promotiefilm Prison break - gemaakt in opdracht van het Ministerie van Justitie - duwt ons onmiddellijk met de neus op de feiten. De Belgische gevangenissen kampen met een groot overbevolkingprobleem. De gevangenispopulatie stijgt boven de 10 000, terwijl er slechts plaats is voor 8460 gevangenen. De gedetineerden leven soms met drie in een cel van slechts 9 m² met zo goed als geen sanitair comfort, dit terwijl de norm 10 m² per persoon vooropstelt. Een belangrijke factor voor de oorzaak van de overbevolking is dat zowel de in- als output van de gevangenissen niet kunnen beheerst worden. Een tweede probleem is dat meer dan 75 procent van de bestaande gevangenissen in België dateren van twee eeuwen geleden, en dus niet meer aan dezelfde behoeften kunnen voldoen die in de nieuwe 21ste-eeuwse instellingen vooropgesteld worden. Er werd tenslotte besloten dat de hedendaagse Belgische gevangenen in onhumane omstandigheden leven en dat er moet gestreefd worden naar een betere accommodatie die voor een steriel leefklimaat moet zorgen. De reacties uit de zaal “Ik noem dat geen gevangenis, maar een driesterrenhotel” lieten echter vermoeden dat de inwoners van Melsele niet akkoord gaan met deze aanpak.
- MASTERPLAN 2008 - 2012
Met het voorziene masterplan wil men komen tot een geloofwaardige strafuitvoering. Dit betekent dat straffen die uitgesproken worden ook meteen op een correcte manier van toepassing zijn, dat er geen wachttijden zijn, geen periodes van straffeloosheid, en dat er een professionele opvolging is en dus controle op de uitvoering van de straf en dat er eveneens transparantie is voor dader én slachtoffer over de strafuitvoering. Om dit te realiseren werden eerst de bestaande Belgische gevangenissen in kaart gebracht. Hierin werd er op gewezen dat het grootste deel van onze strafinrichtingen bij het ontstaan van België zijn gebouwd. Wat betekent dat deze met een andere visie in het achterhoofd zijn ontworpen. Wat de meeste mensen niet weten, is dat men niet één soort strafinrichting heeft. Er wordt namelijk een onderverdeling gemaakt in drie categorieën. Ten eerste de arresthuizen, waarin personen worden vastgehouden tot hun vonnis is uitgesproken en ze effectief veroordeeld worden. Vervolgens de strafhuizen, waarin uitsluitend veroordeelden vastzitten. En tot slot de psychiatrische instellingen, waar geïnterneerden hun straf uitzitten en tegelijkertijd begeleid worden voor hun andere problemen. Het probleem van onze Belgische instellingen is dat men niet de mogelijkheid heeft om deze 3 groepen van elkaar te scheiden, wat vervolgens tot tal van conflicten leidt. In een tweede punt kwam de gevangenispopulatie aan bod. Er zijn in totaal 23 strafinrichtingen over het hele land waar men, zoals reeds gezien, zo’n 8460 gevangenen kan onderbrengen. Voorlopig worden er echter tienduizend gedetineerden in ondergebracht, zo een 1540 personen extra dan dat er maximaal voorzien is. In een derde punt stelde men het actieplan voor een geloofwaardige strafuitvoering voor. 15. Foto van de vergadering
41
Dit plan omvat vier actiepunten. Een eerste is om een aantal van de bestaande gebouwen op de site zelf te renoveren om zo, met het oog op het creëren van veilige en humane leefomstandigheden, de verloren capaciteit te herstellen. Aan deze werken is men dan ook sedert mei 2008 volop bezig. Als tweede punt zou men bijkomende cellen op bestaande sites inplanten door bijvoorbeeld oudere vleugels te recupereren of een aantal bouwblokken bij te plaatsen. Zo werd in Merksplas een extra blok voor geïnterneerden bijgebouwd. Ook Everberg, Turnhout, Leuven en Hoogstraten komen hiervoor in aanmerking. Verder voorziet men nog om bestaande gebouwen extra te renoveren en van betere beveiliging te voorzien. Hierbij denkt men vooral aan de overschakeling naar elektronische beveiliging. Als vierde en laatste stap zou men nieuwe inrichtingen voorzien, waarvan drie bijzondere inrichtingen; zo is de FPC in Gent met een capaciteit van 270 gevangenen er één van. Daarenboven nog vier klassieke inrichtingen en zes vervanggebouwen, waarbij men op oude sites nieuwe gevangenissen gaat bouwen. De bijzondere en klassieke inrichtingen zouden tegen 2012 gerealiseerd worden, de vervanggebouwen tegen 2016. Deze moeten samen voor een extra capaciteit van 4100 plaatsen zorgen. De kosten hiervoor zullen oplopen tot meer dan 700 miljoen euro. Onder de klassieke gevangenis verstaat men een beveiligde stergevangenis met moderne inrichting en nieuwe technieken. Men streeft ook naar een nieuwe kijk op het detentietraject. Verder is er aandacht voor zorg en omkadering, ecologie en technologie, ruimtelijke inplanting en vormgeving. Tenslotte zijn ook voorzieningen voor gerechtelijke activiteiten gewenst. De vier nieuwe gevangenissen zijn gepland in de Regio Oost-Vlaanderen (444 plaatsen), de Regio Antwerpen (300 plaatsen in Melsele + de oude gevangenis vervangen), Leuze en Hainaut (300 plaatsen) en Sambreville (300 plaatsen). Een andere optie is om de militaire domeinen waar oude kazernes staan te recupereren. Het probleem hierbij is dat militaire gronden onderworpen zijn aan tal van regels (onder andere met betrekking tot de natuur en de ontsluiting) en niet zomaar tot zone van openbaar nut kunnen veranderd worden. De reglementering van de militaire domeinen valt onder de Europese Commissie, die deze gebieden pas tegen 2015 vrijstelt en dit is net te lang om het probleem van overbevolking NU aan te kunnen pakken.
De site in Melsele voldoet aan de vooropgestelde criteria en heeft een makkelijke ontsluiting voor het knelpunt regio Oost-Vlaanderen en Antwerpen. De oplevering zou tegen 2012 moeten gebeuren, met een start van de bouwwerken tegen eind 2010. Het ontwerp wordt via een wedstrijdjurering met internationale inbreng gekozen uit een aantal ingezonden projecten (de projectinschrijving kon gebeuren tot 10 september 2009). Vervolgens werd de impact van de gevangenis voor de buurt besproken. De inplanting van een strafinrichting heeft verscheidene gevolgen voor de gemeente waar ze gebouwd zal worden. Ze biedt vele voordelen: zowel rechtstreekse als onrechtstreekse tewerkstelling, een impuls voor economische activiteit, ... Natuurlijk zullen er ook enkele nadelen aan verbonden zijn, zoals een toename van het verkeer, eventuele oproepen in geval van oproer, e.d. Een eerste belangrijke positieve verandering zal te voelen zijn in de tewerkstelling. Ten eerste is er de tewerkstelling in de gevangenis zelf, waar een permanente bewaking nodig is; Dit komt neer op drie cipiers per gedetineerde. Ten tweede heeft men ook tewerkstelling in aanverwante sectoren zoals lokale politie- of veiligheidskorps voor het transport van de gedetineerden, organisaties in het kader van hulp- en dienstverlening aan de gedetineerden (bijvoorbeeld justitieel welzijnswerk, VDAB, onderwijsinstellingen, centra voor geestelijke gezondheidszorg enzovoort) en onderhoud-technisch personeel. Globaal kan men stellen dat een celcapaciteit van 300, 350 jobs oplevert (factor 1.13). Bovendien is deze tewerkstelling permanent, doordat een nieuwe gevangenis minstens 100 jaar zal meegaan. Vervolgens is er ook de impact op de huisvesting in de regio. Minstens de helft van de nieuwe tewerkgestelden zou zich permanent in de regio vestigen. Een rechtstreeks gevolg hiervan is een stijgende economische activiteit met betrekking tot de levering van producten en diensten. De gevangenis heeft ook een impact op de omgeving. Daar waar een penitentiaire inrichting in de buurt komt, worden extra veiligheidsmaatregelen getroffen. Hierdoor daalt de criminaliteit in de regio en ondervindt de omgeving aldus een positieve invloed. De gevangenis zelf zou slechts een beperkte overlast voor de omgeving veroorzaken, vermits het verkeer van personen (personeel en gedetineerden) en goederen naar schatting zo’n 22 bewegingen per uur zou uitmaken. Tenslotte is er nog de impact op het milieu. De gevangenis dient een milieuvergunning te hebben, waarbij men streeft naar energieneutrale gebouwen en waarbij er grote aandacht vereist is voor de inpassing in de landschapsomgeving.
43
WIM OEYEN
- VOORONDERZOEK
Het vooronderzoek van de site in Mesele had als doel een beeld te vormen van de randvoorwaarden en de procedure. Het vooronderzoek werd opgesplitst in 4 punten: 1° De randvoorwaarden van de mogelijke locatie werden getoetst aan de vooropgestelde eisen: de oppervlakte moet minstens 9 hectare groot zijn, er moet een goede ontsluiting zijn, het terrein mag niet vervuild zijn en de site is bij voorkeur gelegen in een zone voor openbaar nut. De site in Melsele is 14 hectare 64 are 49 centiare groot en ligt momenteel in een KMO-zone die kan herbestemd worden tot zone van openbaar nut. 2° Er werd een onderzoek gedaan naar de bestaande ruimtelijke context. De site is gelegen langs de E17. Er zijn ontsluitingsmogelijkheden via het nabijgelegen op- en afrittencomplex. De grond wordt momenteel gebruikt voor landbouwdoeleinden, maar is eigenlijk KMO-grond. 3° Er wordt ingegaan op de bestaande planologische context. De site is gelegen binnen het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen”. Verder ligt het ook naast het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Glastuinbouw” in ontwerpfase. 4° Men onderzocht het maatschappelijk draagvlak. Hiervoor werd overleg gepleegd met de bevoegde overheden, namelijk de gemeente, de provincie en de Vlaamse Overheid. Ook de informatievergadering zelf hoort bij dit onderzoek. In de toekomst zullen nog een drietal verdere stappen uitgevoerd moeten worden. Ten eerste is er de lopende procedure voor een DBFM* opdracht die bestaat uit een selectie van 3 kandidaten, de onderhandeling met de kandidaten tot de vergunning, het uitwerken van een bouwdossier en een vergunningstracé en de realisatie (begin 2012). Vervolgens zal men overgaan tot het opstarten van de planologische initiatieven. Dit omvat de opmaak van het GRUP (6-12 maanden), inclusief een 60 dagen durend openbaar onderzoek. In een laatste fase zal men de terreinen moeten verwerven.
DE INWONERS VAN MELSELE AAN HET WOORD Het publiek kreeg de kans om vragen te stellen en hun bezorgdheden te uiten. Iemand vroeg zich af waarom de militaire sites in Vlaanderen, zoals in Westakker, niet kunnen worden gebruikt voor de bouw van de nieuwe gevangenissen, zoals minister De Crem heeft voorgesteld. Het probleem hierbij is dat deze militaire terreinen in Vlaanderen onder Europese wetgeving vallen en pas tegen 2015 kunnen vrijkomen, terwijl de nieuwe gevangenissen zo vlug mogelijk gebouwd moeten worden. De militaire terreinen in Wallonië komen wel vroeger vrij, maar daar moet men nog verder onderzoek naar uitvoeren. Men is ook nog niet zeker of een terrein met militaire bestemming zomaar kan herbestemd worden tot een terrein van openbaar nut. Bovendien voldoen de oude leegstaande kazernes niet om te worden hergebruikt als penitentiaire instelling. Men wenst immers gebruik te maken van het radiaal systeem in de nieuwe gevangenissen, terwijl de barakken van de kazerne volgens een campusmodel opgesteld staan. De kazernes dienen dus volledig gesloopt te worden, waarna men pas kan beginnen met het bouwen van nieuwe gevangenissen, een procedure die uiteindelijke duurder zal uitvallen dan op een nieuw terrein een nieuwe instelling te bouwen. Specifiek voor Westakker vormt de ontsluiting een bijkomend probleem; de verkeerscirculatie zou immers via een woonkern moeten gebeuren. Iemand anders stelde de vraag of het onveiligheidsgevoel niet belangrijker is dan de 350 extra-jobs die gecreëerd zullen worden. Volgens de burgemeester is dit slechts een kwestie van perceptie. Men zal niet eens merken dat er een gevangenis in de buurt staat. Volgens Wim Oeyen hebben studies in Nederland zelfs uitgewezen dat men in de buurt van een gevangenis zich veiliger voelt, omdat de controle er veel groter is. Het onveiligheidsgevoel is iets dat slechts in het begin aanwezig zal zijn.
16. Foto van de site met - “wij willen geen gevangenis” - PAG.46 * design - build - finance - maintain
45
Vervolgens kwam de vraag of eventuele noodontsluiting geen extra verkeer zou veroorzaken. De Kleine Schaarbeekstraat, die afgesloten zal worden doordat de gevangenis aan het einde van de straat komt, dient nu immers als sluipweg voor de E17. Door de afsluiting van deze straat zullen de mensen waarschijnlijk een andere sluipweg zoeken. De burgemeester wees op het feit dat de voorgestelde kaart met toegangswegen slechts een eerste idee is en dus nog niet vaststaat. Hij verzekerde dat de mobiliteit in het kader van de gevangenis én de mobiliteit die voor overlast zorgen, zullen herbekeken worden. Een man vroeg zich ook af of er nog voldoende grond zou over zijn voor de bestaande bedrijven die willen uitbreiden. Het antwoord luidde dat er sowieso maar één of twee bedrijven zouden kunnen uitbreiden, omdat de KMO-zone omsloten is door een wegenis. Een andere man vond het een beetje bizar dat Melsele in Oost-Vlaanderen ligt, maar toch het probleem van de overbevolking in de gevangenis van Antwerpen moet oplossen; een groot deel van de veroordeelden uit de Begijnenstraat in Antwerpen zal overgebracht worden naar Melsele. Daarbij vroeg hij zich ook af waarom het project voor een nieuwe gevangenis in Dendermonde onderbroken is. In Dendermonde is men immers vragende partij om de gevangenis te behouden, het is namelijk (economisch) groot geworden door deze gevangenis. Maar aangezien het een van de oudste gevangenissen is, voldoet ze helemaal niet meer aan de hedendaagse normen en moet ze vervangen worden. De capaciteit van het project in Dendermonde bedraagt 400 plaatsen, terwijl de oude gevangenis slechts plaats heeft voor 140 gevangenen. Het terrein dat men daarvoor nodig heeft, bedraagt drie of vier maal de oppervlakte die nodig voor de oude gevangenis. Het grote probleem is dat deze gevangenis zich in het stedelijk gebied bevindt, wat tot problemen met de ontsluiting zou leiden. Het zijn juist die redenen die tot het onderbreken van dit project hebben geleid. Justitie kan niet meer langer wachten op de gevangenis in Dendermonde aangezien het tekort te groot is en dringend dient aangepakt te worden. Een van de andere bezorgdheden was of de extra tewerkstelling niet gewoon een drogreden is. Elke Belg heeft immers de mogelijkheid om zich voor de nieuwe jobs in te schrijven en niet enkel mensen uit de regio. Op de plaats waar de gevangenis nu zou komen, kunnen zich een dertigtal KMO bedrijven vestigen met elk vijf tot tien personen in dienst. Zou dit de regio niet meer ten goede komen? Hierop verzekerde men dat er zal gewerkt worden met aannemers uit de streek voor de bouw van de gevangenis. De directeur heeft er ook het grootste belang bij om mensen uit de eigen streek aan te werven voor de dagdagelijkse noden in de gevangenis, zoals het leveren van brood en ander voedsel, onderhoudsploeg, … Dit is trouwens ook een van de redenen waarom Dendermonde zijn gevangenis wil behouden. Het spreekt natuurlijk voor zich dat mensen uit de andere kant van het land zich niet zullen aanbieden om in Melsele te komen werken. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat er in een stad met een gevangenis altijd wel iemand in de familie zit die rechtstreeks of onrechtstreeks voor de instelling werkt.
16
47
Recent werd er beslist om 500 Belgische gedetineerden over te brengen naar de gevangenis in Tilburg in Nederland, die momenteel kampt met duizenden leegstaande cellen. Kunnen we als Europeaan niet over de grenzen heen kijken en nog meer gevangenen in Nederland opsluiten? Het antwoord is dat deze overplaatsing slechts de capaciteitsproblemen op korte termijn aanpakt. Deze oplossing dient slechts als een overbrugging. En waarom zou men de opportuniteiten die de instelling zou bieden, zowel voor handelaars als laaggeschoolden, zomaar aan Nederland geven. Het probleem van overbevolking lijkt zich alleen in België voor te doen. Dit komt omdat men in de jaren ’90, zowel in Nederland als in België, studies gemaakt heeft waarin men een voorspelling deed over het stijgende criminaliteitscijfer. De Nederlanders hebben rekening gehouden met deze studies en dus voor die capaciteit gevangenissen gebouwd. In België daarentegen hebben ze de bouw van de nieuwe gevangenissen al in 2004 stilgelegd en geen rekening meer gehouden met de stijgende criminaliteit. De Nederlanders hebben een contract opgesteld dat België voor 2 à 3 jaar gevangenen in Nederland mag plaatsen. Onderzoek heeft immers uitgewezen dat ze tegen die tijd hun volledige capaciteit opnieuw zullen nodig hebben. Iemand vroeg zich ook af waarom de gronden achter het gerechtsgebouw in Antwerpen niet gebruikt worden voor de bouw van de gevangenis, wat ideaal zou zijn voor de gevangenen die nog naar de rechtbank moeten. Hierop antwoordde de kabinetchef van Justitie dat dit inderdaad een droom zou zijn, maar dat in de realiteit al deze gronden al bestemd zijn. Verder zou de inrichting in Melsele niet dienen als arresthuis, maar als strafinrichting voor gedetineerden die al veroordeeld zijn en dus slechts in uitzonderlijke gevallen nog naar de rechtbank moeten. In de regio Antwerpen is er momenteel al een gevangenis en een instelling voor geïnterneerden en nu wordt er nog een gevangenis gepland in Melsele. Een inwoner van Melsele vroeg zich af of dit niet te veel is voor één regio. De man kreeg als antwoord dat er in de regio Antwerpen in totaal 900 mensen zouden moeten opgesloten worden en dat die niet in hetzelfde type inrichting dienen geplaatst te worden. Men heeft een arresthuis, een strafinrichting voor veroordeelden en een instelling voor geïnterneerden nodig. Een bewoner van een wijk in de buurt van de geplande nieuwe gevangenis bleek bezorgd over de waarde van zijn woning. Maar volgens de studies in Nederland zou de waarde niet dalen. De burgemeester durfde zelfs te beweren dat de grond in de buurt van de gevangenis in waarde zal stijgen, wat door het publiek sterk in twijfel werd getrokken. Hierna werd de informatievergadering afgesloten met nog steeds tumult in de zaal. De inwoners waren duidelijk niet tevreden met de antwoorden die ze hadden gekregen en vonden niet dat ze voldoende hun mening over het project hadden kunnen ventileren.
MECHELEN
49
HISTORIEK De gevangenis van Mechelen behoort tot een van de inrichtingen die na de onafhankelijkheid van België werden gebouwd. In november 1830 werd Antoine Edouard Ducpétiaux in het pas onafhankelijke België aangesteld als eerste inspecteur-generaal van de strafinrichtingen en de weldadigheidsinstellingen. In 1827 had hij reeds een boek tegen de doodstraf geschreven en kon door de aanstelling zijn radicale visie eindelijk verwezenlijken. Hij wordt gezien als de grote hervormer van het Belgische gevangenissysteem en stond achter de visie dat het individu moest worden aangepakt in plaats van de maatschappij. Na de gevangenisstraf te hebben uitgezeten kon het individu heropgevoed terug in de maatschappij gebracht worden. Hij was ervan overtuigd dat het absoluut isolement voor maatschappelijke re-integratie en morele heropvoeding van de delinquent zorgde. Dit als reactie tegen het penitentiair gevangenisregime en de gevangenisarbeid van Philippe Vilain XIV. Ducpétiaux streefde naar een cellulair regime en liet zicht daarvoor inspireren door het Pennsylvanisch systeem, dat gebaseerd was op het panopticumsysteem van Bentham. De schikking van de ruimten maakt hierbij een optimale bewaking van alle gevangenen vanaf een centraal punt mogelijk. Meditatie en isolatie moesten voor de heropvoeding zorgen. Detentie betekende boetedoening, waarbij de identiteit van de gevangene volledig werd ontnomen. Dit was een uiterst onmenselijk systeem, waarbij de bewaker de zwakke schakel in het systeem was.
51
Tussen 1844 en 1885 werden 25 nieuwe cellulaire gevangenissen gebouwd in België, waaronder deze in Mechelen in 1873.
17
STREVEN NAAR EEN OPEN SYSTEEM 18
19
PROBLEMATIEK VAN DE GEVANGENIS EEN NIEUWE VISIE IN EEN OUD GEBOUW
Doordat de gevangenis van Mechelen gebouwd en ingericht werd voor een individueel regime, is het moeilijk deze aan te passen aan de huidige herstelgerichte visie. Vandaag wil men immers via arbeid en een ruim aanbod aan opleidingen een betere integratie in de maatschappij mogelijk maken. Het probleem van veel oude instellingen is echter dat deze op heel compacte terreinen geplaatst zijn, waardoor er zo goed als geen uitbreidingsmogelijkheden zijn voor werkateliers, leslokalen, e.d. De Mechelse gevangenis beschikt daardoor slechts over een klein werkatelier; daarnaast kunnen er wel nog enkele gevangenen tewerkgesteld worden voor het interne onderhoud, zoals keuken, techniek, ... Dit alles levert slechts zo’n 50 arbeidsplaatsen op, terwijl er 130 gevangenen gehuisvest zijn in Mechelen. Net zoals in vele strafinrichtingen in België, is de Mechelse gevangenis overbevolkt. De capaciteit bedraagt 85 gedetineerden, maar de gevangenis huisvest er 130 mensen. In normale omstandigheden fungeert deze gevangenis als een arresthuis. Dat wil zeggen dat de beklaagden er worden opgesloten in afwachting van hun proces, maar door het overbevolkingprobleem krijgt de gevangenis sedert 2004 ook veroordeelden toegewezen. Dit botst met de basiswet voor gedetineerden die zegt dat veroordeelden en beklaagden geen contact mogen hebben met elkaar. Gezien het open karakter van het panoptisch systeem is dit dus onmogelijk, want ook het wandelen en het werken gebeurt hier gemeenschappelijk.
Volgens Davy Vercauteren, werknemer in de Mechelse gevangenis, is de inrichting een maatschappij op zich. In Mechelen streeft men ook naar een redelijk open systeem, waarbij de gevangenen niet 23 uur per dag opgesloten zitten in hun cel. Er zijn een aantal ontspanningsmogelijkheden zoals fitnessen of een boek lenen in de bibliotheek. Op het tijdstip van de wandeling kunnen de gevangenen ook vrij, zonder begeleiding, naar de buitenplaats gaan. Dit gebeurt allemaal in een vrij familiale sfeer. Vercauteren is ook voorstander van een open veiligheidssysteem waarbij de veiligheidscamera’s overal zichtbaar opgesteld zijn en waarbij ook de monitors door iedereen, inclusief de gevangenen, te zien zijn. Dit zou bijdragen aan het creëren van een rustiger sfeer, waar iedereen weet wanneer en waar men wordt bekeken.
OPBOUW De oorspronkelijke gevangenis is opgebouwd volgens het radiaalsysteem met drie vleugels. Later werden nog 2 vleugels, een werkatelier, opslagplaats en bezoekerszaal bijgebouwd. De inkomhal wordt via een binnenkoer gescheiden van de eigenlijke gevangenis. Bezoekers kunnen zich dagelijks zonder afspraak tussen 8u en 17u aanmelden. Bij het betreden van de eigenlijke gevangenis wordt een uitgebreide veiligheidscontrole uitgevoerd. In de eerste oorspronkelijke vleugel, de C-vleugel, bevinden zich op het gelijkvloers voornamelijk de administrieve diensten. De beheersgang geeft toegang tot de directie, de psychosociale dienst, de rekeningsdienst en de personeelsdienst. Een net aangekomen gedetineerde zal eerst hierheen gebracht worden voor administratie (waar onder andere ook vingerafdrukken zullen genomen worden). Daarna wordt er nog een naaktfouillering uitgevoerd vooraleer hij naar zijn cel gebracht wordt. De gevangene krijgt een uniform van de gevangenis en zijn bezittingen worden voor hem opgeborgen.
53
Tussen de C en de A-vleugel bevinden zich een bezoekerszaal, een werkatelier en een opslagplaats. De bezoekerszaal is ingericht als een ongezellig cafetaria met enkele tafeltjes, een bar en een kinderhoek. Een consultatie met een advocaat of huisdokter gebeurt in aparte lokaaltjes. Naast deze lokalen bevinden zich eveneens lokalen voor glasbezoek (gedetineerde en bezoek kunnen elkaar niet aanraken). Vroeger waren deze de norm, nu worden ze enkel bij uitzondering nog toegepast indien de gedetineerde gestraft of gevaarlijk is.
Er zijn een aantal ontspanningsmogelijkheden voorzien voor de gevangenen zoals een fitnesszaal, een theaterzaal en een bibliotheek. De boeken in de bibliotheek, worden aangekocht met de winst van de kantine (waar gevangenen allerlei dingen kunnen kopen) en worden gratis uitgeleend . In het midden van de gevangenis bevindt zich een kapel die niet veel meer gebruikt wordt. In nieuwe gevangenissen zal men eerder opteren voor een polyvalente zaal, waar dan allerlei verschillende godsdiensten in kunnen beleefd worden, mits een kleine aanpassing.
Het arbeidershuis bestaat uit een multifunctioneel klein werkatelier en een opslagplaats voor goederen en etenswaren. De gevangenen verrichten hier voornamelijk inpakwerk, waarbij ze niet per uur maar per afgeleverd stuk worden uitbetaald, waardoor men een beter werktempo krijgt. De opslagplaats is verbonden met een koer waar vrachtwagens makkelijk, via een sasingang, kunnen laden en lossen.
Op de eerste verdieping van de C-vleugel zijn sedert kort ook een aantal cellen. Hier is het mogelijk om het open systeem succesvoller toe te passen dan in de andere vleugels. Dit principe kan men toepassen doordat hier slechts een beperkte groep vertrouwensgevangenen zitten. De cellen staan meestal open, waardoor gevangenen bij elkaar kunnen binnenlopen. Deze vleugel beschikt over een kamer voor familiaal bezoek en één voor ongestoord bezoek.
De kern van de gevangenis bevat een centrale controlepost die permanent bevolkt is door een of meerdere gevangenisbeambten. Deze kern is net zoals de A- en B-vleugel open, wat bijdraagt tot een maximale controle. De kern wordt omringd door traliewerk. Daarachter en dus ook rondom die kern loopt een gang die toegang biedt tot de verschillende vleugels en tot enkele burelen, bijvoorbeeld dat van de tandarts. Tussen de A- en B-vleugel en deze gang bevindt zich opnieuw een traliewerk. De A-vleugel biedt plaats aan de veroordeelden, de B-vleugel aan de beklaagden. Elk beschikt over 3 lagen met cellen. Het valt op dat er weinig buitenlicht binnenvalt in deze vleugels (slechts twee grote hoge ramen). Een cel bedraagt 9 m² en moet door overbevolking soms plaats bieden aan vier gedetineerden. Iedere cel heeft twee bedden, een toilet, een bureau, kasten en een koelkast. De gedetineerden kunnen eventueel een televisie huren waarop ze enkel Jail TV kunnen ontvangen. Op het gelijkvloers bevinden zich naast de cellen een vrijstaande bureau voor de cipiers, een doucheruimte en twee veiligheidscellen. Deze cellen worden slechts zelden gebruikt en dienen om agressieve gedetineerden wat te laten bekoelen; ze bevatten enkel een bed en een toilet. Twee telefoons in de gang staan tegen betaling ter beschikking van de gevangenen.
VEILIGHEID Het openen van de zware stalen deuren wordt geregeld vanuit een centrale controlekamer. Via een parlofoonsysteem kan men de code van de te openen deur aan deze centrale doorgeven. Op een groot paneel in de controlekamer bevindt zich het plan van de gevangenis, waarop elke deur voorzien is van een knop om deze te openen. De persoon in de controlekamer heeft tevens de taak alle monitors in het oog te houden. De kamer is heel erg verouderd en uiterst onaangenaam om in te werken en er is helemaal geen daglicht aanwezig. Men is dan ook van plan deze volgend jaar te vernieuwen.
17. boek tegen de doodstraf geschreven door Ducpétiaux in 1827 18. ingang gevangenis mechelen 19. GRAFfITi op een zijmuur van de gevangenis van mechelen
55
BESLUIT
- EEN NIEUWE VISIE VOOR BELGIË?
Het merendeel van de Belgische gevangenissen is opgebouwd volgens het Ducpétiauxtype. Dit veel voorkomende concept wordt reeds eeuwen gebruikt en dient kritisch herbekeken te worden. Op het vlak van controle is het Ducpétiaux-type heel efficiënt. De radiale schikking van de vleugels maakt de uitbreidingsmogelijkheden van de gevangenis echter heel klein. De toepassing van dit systeem bij de bouw van een nieuwe gevangenis in een tijd met stijgende criminaliteitscijfers en de daaruit volgende overbevolkte gevangenissen, lijkt nadelig. Ook de visie van Ducpétiaux, waarbij de gevangene in totaal isolement in zijn cel werd opgesloten, is reeds achterhaald. Nu richt men zich steeds meer op sociale heropvoeding en maatschappelijke re-integratie. Hiervoor worden heel wat activiteiten bij het gevangeniswezen georganiseerd en deze vragen natuurlijk veel plaats. Zo worden nu in een gevangenis werkplaatsen, een sporthal, burelen voor psychologen, een bibliotheek, e.d. voorzien. Het plaatsen van deze functies bij een radiaalgevangenis is niet voor de hand liggend en zorgt ervoor dat de open ruimtes tussen de verschillende armen vaak volgebouwd worden. Een symbiose van het campusmodel en het kruismodel biedt een geschikte oplossing voor de Belgische strafinrichting. Het campusmodel verdeelt de gedetineerden in kleinere units, waardoor rekening kan gehouden worden met de differentiatie van de gedetineerden en waardoor ze in leefgemeenschappen kunnen samenleven. Het model heeft ook goede uitbreidingsmogelijkheden doordat de verschillende units niet vastzitten rond eenzelfde kern. Het kruismodel geeft een perfect toezicht op de circulatie van de gedetineerde.
Er moet gestreefd worden naar een gevangenis die niet meer gericht is op het louter opsluiten van zo veel mogelijk gedetineerden, maar naar één waarin men de gedetineerde leert om goed te functioneren in een gemeenschap. Louter opsluiting zonder begeleiding schiet zijn doel – namelijk re-integratie in de maatschappij – voorbij. Het merendeel van de gedetineerden zal immers binnen een bepaalde tijd terug vrijgelaten worden en het is daarbij van het grootste belang dat zij niet naar de misdaad terugkeren. Maar vooraleer men zich kan concentreren op de re-integratie van de gedetineerde, moet eerst en vooral afgerekend worden met de overbevolking in de Belgische strafinrichtingen. De 21-eeuwse Belgische gevangenis zal dus voldoende ruimte en uitbreidingsmogelijkheden bieden. Bovendien moet er voldoende plaats voorzien worden voor leslokalen, werkplaatsen e.d. waar de gevangene zich nuttig kan bezighouden en verantwoordelijkheden krijgt. Het is van groot belang dat de gedetineerde in een aangename en positieve omgeving verblijft. Het heeft geen nut de gedetineerden 23 uur per dag op te sluiten in een kille cel, dit zal immers agressie en depressie in de hand werken.
57
VOORONTWERP > 1. PROGRAMMA 2. SITUERING 3. CONCEPT / EVOLUTIE EVOLUTIE TOEGANGSWEGEN ICOONPLANNEN TOEGANGKELIJKHEID CIRCULATIESTROMEN
[email protected]
59
PROGRAMMA Het programma is gebaseerd op de outputspecificaties voor een gevangenis met 300 plaatsen opgesteld door de Regie der Gebouwen. Dit beschrijft onder andere het functionele programma. Het document tracht een beeld te geven van de 21-eeuwse gevangenis in België. Het dient als leidraad bij het ontwerp van de instelling en geeft de minimumvereisten die de gebruiker stelt aan een gevangenis. In het kader van de nieuwe visie voor België wordt niet gekozen voor het door de Regie der Gebouwen vooropgestelde gevangenisconcept, namelijk het Ducpétiaux-type, maar voor een symbiose van het campusmodel en het kruismodel. 1 Volgende tabel toont een opsomming van alle gevraagde functionaliteiten, activiteiten, handelingen en het aantal te voorziene werkposten. Deze tabel werd grotendeels overgenomen uit het document van de Regie der Gebouwen. Voor het cellulair gedeelte werden de oppervlaktes en functieverdelingen, opgesteld voor een radiaalgevangenis, aangepast aan het door ons toegepast concept.
1. voetnoot - zie het besluit van deel 1
61
63
65
67
TOTAAL TOTAAL CIRCULATIE (= 30% TOTALE OPPERVLAKTE) TOTAAL MET CIRCULATIE
15492 4648 20140
11470
Er dient opgemerkt te worden dat de door de Regie der Gebouwen opgegeven 12 plaatsen voor halve vrijheid niet werden voorzien in het ontwerp. Dit was een bewuste keuze omdat een instelling voor halve vrijheid waarschijnlijk beter zal functioneren in een minder beladen omgeving waar geen confrontatie is met het andere, strengere, gevangenisregime. Het organigram toont de verschillende grote delen die in de gevangenis aanwezig zijn en waar de verschillende groepen (bezoekers, advocaten, personeel, gedetineerden en laden/ lossen) toegang tot hebben. Rond het hele terrein wordt een dubbele draadafsluiting met een hoogte van 4 m geplaatst. De minimumafstand tussen de twee afsluitingen bedraagt 12 meter. Tussen de twee draadafsluitingen wordt een betonnen muur met een hoogte van 6m gebouwd.
SITUERING
71
Melsele is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Beveren. Door aanleg van nieuwe woonwijken is de kern van Melsele gaan aansluiten op die van Beveren. Melsele heeft een oppervlakte van 18.54 km² en telt 10.240 inwoners. De site bevindt zich aan de rand van de stad Antwerpen vlak aan de E17 in een agrarisch gebied. Aan de noordelijke en noordoostelijke zijde wordt de site afgebakend door een industriezone. Het gebied is zeer vlak en ligt dicht bij de Schelde en bijgevolg op een geringe hoogte boven de zeespiegel, waardoor het vaak te kampen heeft met overstromingen.
De ligging aan de rand van Antwerpen maakt een vlotte verbinding van en naar het gerechtsgebouw mogelijk. Het terrein ligt bovendien vlakbij een afrit van de E17 en kan makkelijk doorheen de industriezone via de Schaarbeekstraat of de Nieuwlandstraat bereikt worden. De site is ook toegankelijk via kleine plattelandswegen, maar deze zullen niet als hoofdcirculatiewegen naar de gevangenis gebruikt worden. De aanvoer naar en de afvoer vanuit de gevangenis kunnen dus volledig buiten de dorpskern van Melsele gebeuren.
73
75
Ten noordwesten van de site bevindt zich de kazerne van Zwijndrecht en ten zuiden deze van Kruibeke. Deze behoren tot een reeks van kazernes of forten die verspreid in de rand rondom Antwerpen liggen. Ze zijn direct herkenbaar aan hun typische citadelvorm. De gevangenis zal zich deels in deze cirkel inschrijven en hem verder vervolledigen. Het incalculeren van de randvoorwaarden vormt een extra moeilijkheid tijdens het ontwerpproces. Het plaatsen van een gebouw met een dergelijke omvang zal de uitgestrekte omliggende agrarische omgeving verstoren, des te meer omdat het hier gaat om een vrij delicaat, maatschappelijk minder aanvaard, programma. In tegenstelling met inplanting in een stedelijk weefsel kan de gevangenis niet weggestoken worden achter een muur. De muur vormt hier een nadrukkelijk object in het landschap. De gevangenis wordt als het ware tentoongesteld, waardoor haar façade en haar relatie tot de omgeving belangrijker worden. Hoe wordt een gebouw met zo’n beladen functie op een neutrale manier in de omgeving geplaatst? Hoe wordt het gebouw waargenomen vanop de E17?
CONCEPT / EVOLUTIE
77
Als basisconcept werd de gevangenis opgesplitst in 3 grote delen: het cellulair gedeelte (1) dat bestaat uit verschillende cellenblokken, het administratief gedeelte (2) met inkomcomplex en het deel dat de logistieke diensten (3) omvat (werkplaatsen, wasserij, keuken en technische ruimtes).
3 2
1
Bij het onderzoek naar de ideale schikking van deze drie delen ten opzichte van elkaar werd rekening gehouden met verschillende punten: noord-zuid-orientatie =
optimale belichting voor de verschillende gebouwen
Hierbij wordt gelet op een goede bezonning van de buitenruimten en een ideale belichting van de werkplaatsen (noorderlicht). dynamiek/variatie
Een doordachte plaatsing van de verschillende gebouwen ten opzichte van elkaar zorgt voor interessante en functionele (buiten)ruimtes. optimale toegankelijkheid
Het is van belang dat de toegang tot de gevangenis voor de verschillende gebruikers (personeel, bezoekers, advocaten, gevangenen en leveranciers) op een zo efficiënt mogelijke manier gebeurt. ligging op de site
Hoe wordt de strafinrichting het best geplaatst t.o.v. de industriezone, de E17 en het omliggende landbouwgebied? Perceptie vanuit verschillende invalshoeken
Hoe wordt het gebouw waargenomen door de plaatselijke bewoners, de passerende automobilisten, de bezoekers…?
EVOLUTIE De plaatsing van de cellenblokken en de logistieke diensten waren oorspronkelijk bepaald in functie van een optimale lichtinval. Doordat het merendeel van de gebouwen noord zuid gericht zijn, genieten de gebouwen zelf van een optimale belichting en krijg je geen grote schaduwvlakken op de buitenruimten. De werkplaatsen vormen een soort scherm waardoor de gevangenis afgesloten wordt van de omliggende landbouwomgeving. De schikking van de cellenblokken ten opzichte van de werkplaatsen volgt uit de nagestreefde perceptie vanuit de E17. De gevangenis “opent” zich naar de E17. De automobilisten ervaren zo een dynamische opeenvolging van de verschillende armen van het gebouw (de inkomarm en die van de cellen).
79
Het verdraaien van de cellenblokken leidt tot een dynamischer ontwerp en interessantere buitenruimtes. De vorm van de werkplaatsen wordt ook dynamischer gemaakt. Het inkomcomplex wordt losgetrokken van de werkplaatsen, waardoor de ontsluiting makkelijker kan opgesplitst worden (ontsluiting voor vrachtwagens naar de werkplaatsen en ontsluiting voor de bezoekers en het personeel naar het inkomcomplex). Een gemeenschappelijke controlegang die alle gebouwendelen met elkaar verbindt, wordt toegevoegd aan de gevangenis.
Door het gebouwencomplex te spiegelen, wordt de toegankelijkheid verder geoptimaliseerd. De toegang bevindt zich nu vlakbij de industriezone, waardoor de circulatie niet meer over de plattelandswegen moet gebeuren. De ingang van het de gevangenis wordt opgesplitst in een vooringang voor bezoekers en personeel en een achteringang voor leveringen van goederen en het binnenbrengen van nieuwe gedetineerden. Zo worden deze circulatiestromen gescheiden gehouden. Door een verschuiving van de cellenblokken worden de buitenruimtes geoptimaliseerd. 81
TOEGANGSWEGEN
3
1
83
4
2
1. TOEGANG 2. TOEGANG 3. TOEGANG 4. TOEGANG
-
ADVOCATEN EN BEZOEKERS PERSONEEL LEVERINGEN GEDETINEERDEN
FOOTPRINT
ICOONPLANNEN
De footprint van de gevangenis verwijst naar de typische citadelvorm van de twee nabijgelegen kazernes. Zo wordt de gevangenis net als de kazernes een ‘landmark’ in de omgeving.
Volgende plannen tonen een schematische aanduiding van de liging van de verschillende functies in de gevangenis. De verdere uitwerking van de ruimtes wordt in het derde grote deel, ‘De gevangenis’ besproken.
85
NIVEAU -1
NIVEAU 1
87
NIVEAU 0
NIVEAU 2
TOEGANKELIJKHEID BEZOEKERS / ADVOCATEN
GEDETINEERDEN
PERSONEEL
-1
0
NIVEAU 3 1 89
2
3
NIVEAU 4
4
CIRCULATIESTROMEN Bezoekers De bezoeker nadert de gevangenis via de Schaarbeekstraat en krijgt direct een volledig beeld van de administratietoren en het inkomgebouw. De wagen of de fiets kan op een publieke parking gezet worden. De gevangenis wordt betreden via de inkomhal op het gelijkvloers waar men zich kan aanmelden aan het portierslokaal. Van daaruit kan men via de fouille het bezoekerscomplex betreden. Op het gelijkvloers bevindt zich de grote bezoekzaal. De kleinere bezoeklokalen op de eerste verdieping kunnen via een trap of lift bereikt worden.
91
NIVEAU 0
strook 1 - bezoekers naar bezoekzaal
NIVEAU 1
CIRCULATIESTROMEN personeel Het personeel nadert de gevangenis eveneens via de Schaarbeekstraat, maar kan zijn wagen parkeren op een ondergrondse beveiligde parking. Via een trap of een lift raakt men in het sas aan het portierslokaal van waaruit men naar de kleedkamers en de fouille voor het personeel kan gaan. Het administratief personeel kan via een gang op het gelijkvloers de administratietoren bereiken. Het ander personeel kan via een trappenhal de verschillende delen van de gevangenis bereiken.
strook 1 - personeel naar administratie strook 2 - personeel naar cellen en werkplaatsen
CIRCULATIESTROMEN gedetineerden De gedetineerden worden met de boevenwagen de gevangenis binnengebracht langs de achterzijde van de werkplaatsen. Na een controle rijdt de wagen via een hellingbaan naar niveau -1 tot aan het gedetineerdenonthaal, waar hij direct een garage kan inrijden. De gedetineerde wordt ingeschreven in het gevangenenonthaal en gaat uiteindelijk via een traphal naar de circulatie/controlegang op niveau 2 en zo naar de cellenblok waar hij moet verblijven.
strook 1 - gedetineerden naar cellen strook 2 - gedetineerden naar bezoekzaal
CIRCULATIESTROMEN leveringen De toegang voor leveringen aan werkhuizen en aan keuken gebeurt eveneens langs de achterzijde van de gevangenis. In geval van nood kunnen de brandweer en de oproerpolitie de gevangenis ook via deze weg betreden. (deze kunnen rondom het gebouw heen circuleren om zo elke zijde van het gebouw te bereiken). Het eten en andere goederen worden via een ondergrondse gang naar de verschillende cellenblokken gebracht.
strook 1 - gedetineerden naar werkplaatsen strook 2 - leveringen maaltijden
DE GEVANGENIS > 1. PERIMETER EN BUITENRUIMTES 2. INKOMGEBOUW PLANNEN UITWERKING
3. ADMINISTRATIE PLANNEN UITWERKING
4. WERKPLAATSEN PLANNEN UITWERKING DETAILLERING
5. CELLEN PLANNEN UITWERKING DETAILLERING
[email protected]
99
inspiratiebeelden
zicht vanaf de autostrade
PERIMETER EN BUITENRUIMTES PLANNEN de perimeter De muur loopt rondom de gevangenis. Bij de administratietoren is een subtiele overgang van de muur in het gebouw. Hij wordt ook visueel doorgetrokken in het inkomgebouw. Op dezelfde lijn als de buitenmuur bevindt zich in het gebouw op het gelijkvloers de overgang tussen het bewaakt deel (het bezoekerscomplex) en het onbewaakt deel (de inkom). Zoals voorgeschreven door de Regie der Gebouwen wordt er een hekken van 4m hoog rond de muur opgetrokken. Een derde begrenzing aan de binnenkant van de muur wordt ofwel gevormd door de gebouwen ofwel door een waterpartij (afgebakend met een hekken). De muur is van binnen uit gezien overal 6m hoog. Door de ophoping van de grond rondom, is deze van buitenaf gezien 4.5m hoog. Dit vormt geen probleem aangezien hij in de eerste plaats dient om het ontsnappen van gevangenen tegen te gaan. De kans dat men de gevangenis van buiten uit wil binnenbreken is eerder klein. Alsnog is dit niet evident door de aanwezigheid van het hekken en de begrenzing door de gebouwen.
103
interne buitenruimtes De buitenruimtes bestaan uit een verhard en een groen deel (gras). Het verharde deel is opgesplitst in drie pleinen die door paden met elkaar verbonden zijn. Op één van die pleinen worden twee sportvelden voorzien, de andere blijven vrij. De buitenruimte wordt visueel verdeeld door de plaatsing van “lichtbakken” in het midden van het terrein. Deze “lichtbakken” zorgen voor de verlichting van de ondergrondse dienstgang en kunnen tevens als zitbanken gebruikt worden. De buitenruimte wordt zo ook opgesplitst in een meer intiemer, ingesloten verhard deel en een meer open en natuurlijk deel. Het middenstuk van een cellenblok die de twee afdelingen van elkaar scheidt, wordt begrensd door glas en tralies waardoor een doorkijk ontstaat in het middelste cellenblok. Deze middenstukken/sassen kunnen gebruikt worden als overdekte buitenruimte bij slechte weersomstandigheden.
De buitenruimte voor tuinbezoek aan het bezoekerscomplex wordt aan de ene zijde begrensd door een hekken, bekleed met klimop, die de gelijkvloerse circulatiegang naar de administratietoren camoufleert. Aan de andere zijde wordt deze buitenruimte begrensd door een 6m hoge muur. Daarachter bevinden zich de tuin van de directieburelen. De waterpartij zorgt voor een duidelijke grens tussen de bezoekerstuin en het administratief gebouw.
tuinbezoek 1/250 - niveau 0
de parking Door het doortrekken van de omheiningmuur op de plaats van de bezoekersparking, wordt deze onttrokken aan het zicht van de voorbijrijdende automobilisten op de E 17. Dit bevordert de privacy van de bezoekers .
UITWERKING MATERIALISATIE De omheiningmuur is uit beton gemaakt. De verharding in de buitenzones bestaat uit betonklinkers. De overgang tussen de verharding en het grasveld gebeurt geleidelijk door middel van grasdallen. 1
107
2
3
1. BETON 2. BETONKLINKERS 3. GRASDALLEN
inspiratiebeelden
109
1. TuinbEzoek 2. Buitenruimte gedetineerde
INKOMGEBOUW
PLANNEN
PARKING PERSONEEL
De parking voor het personeel bevindt zich op het niveau -1 onder het inkomgebouw en wordt afgesloten met een poort. Er is ook een fietsenstalling voorzien voor het personeel. Via een centraal gelegen trappenkoker kan het personeel rechtstreeks naar het portierslokaal gaan.
111
PARKING PERSONEEL 1/400 niveau -1
INKOM
Een luifel op 3m hoogte markeert de ingang. De bezoeker komt binnen in een dubbelhoge hal waar hij zich dient aan te melden bij het portierslokaal. De persoonlijke spullen van de bezoeker kunnen opgeborgen worden in de lockers in de grote inkomhal. Daarna kan de bezoeker plaatsnemen in de wachtzaal tot hij langs de fouille mag passeren. Door het gebruik van glas op strategische plaatsen, heeft men vanuit het portierslokaal steeds de volledige controle over de circulatie. Door de aanwezigheid van een waterpartij en een hekken is geen rechtstreekse inkijk bij de detectiestraat mogelijk. Het personeel komt vanuit de ondergrondse parking via de centraal gelegen traphal toe. Via een sas dat gecontroleerd wordt vanuit het portierslokaal, kunnen ze de kleedkamers en de wachtruimte voor detectie bereiken. De privacy van de detectiestraat wordt gewaarborgd door het gebruik van reglitpanelen.
Inkom
1.1 portierslokaal 1.2 inkom personeel 1.2.1 wachtruimte voor detectie 1.2.2 kleedkamer personeel 1.2.3 sanitair personeel 1.2.4 douches 1.2.5 sleutellokaal personeel 1.2.6 detectiestraat 1.2.7 fouillelokaal 1.3 inkom bezoekers en externen 1.3.1 toegangshal + wachtruimte voor detectie 1.3.2 sanitair 1.3.3 detectiestraat 1.3.4 fouillelokaal 1.3.5 wachtzaal na detectie 1.4 inkom voertuigen Deze bevindt zich in het logistieke deel van de gevangenis en wordt onder het deel “werkplaatsen en logistieke diensten” besproken.
115
INKOM 1/200 - niveau 0
Complex voor raadkamer / Strafuitvoeringsrechtbank
Het complex voor raadkamer bevindt zich op het eerste niveau van het inkomgebouw. Het kan opgedeeld worden in 3 zones: een zone voor gedetineerden, een andere voor bezoekers en advocaten en een derde voor de rechters. De gedetineerden komen via de gecontroleerde traphal in het raadkamercomplex. In afwachting van de zitting kunnen ze plaatsnemen in een van de twee wachtruimtes. De advocaten en bezoekers moeten via het bezoekcomplex naar het raadkamercomplex. Er is een kleine balie voorzien waar ze zich kunnen aanmelden. De rechters komen binnen via de personeelsingang. De gang naar de burelen van de rechters wordt door middel van een reglitwand van de andere ruimtes gescheiden. Zo wordt de privacy van de rechters gewaarborgd en valt er tegelijk nog voldoende licht in de wachtruimtes van de advocaten en de bezoekers. Zoals voorgeschreven bevatten de zittingzalen twee tegenover elkaar liggende ingangen: een voor de rechters en een voor de gedetineerden en bezoekers. De zittingszalen worden telkens aan een zijde afgewerkt met reglitpanelen waardoor een hoeveelheid natuurlijk licht kan binnenvallen.
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
inkom wachtzaal bezoekers / advocaten spreeklokaal advocaten sanitair bezoekers / advocaten bureel rechters kleedkamer + kitchenette rechters sanitair rechters
117
2.8 raadkamer 2.9 Strafuitvoeringsrechtbank 2.10 wachtruimte gedetineerden 2.11 sanitair gedetineerden 2.12 bureel politie 2.13 toezichtlokaal
raadkamer 1/200 - niveau 1
Slaapkamercomplex personeel
Het slaapkamercomplex voor het personeel bevindt zich op het tweede niveau van het inkomgebouw en is toegankelijk via de inkom van het personeel. Dit complex dient voor de bewakers die binnen de inrichting overnachten. Het bevat 6 slaapkamers, sanitair en een ontspanningsruimte die ingericht is als een leefruimte met een televisie en een keuken. 119
3.1 3.2 3.3 3.4
slaapkamers keuken doucheruimte ontspanningsruimte
slaapcomplex 1/200 - niveau 2
bezoekerscomplex 1/200 niveau 0
Bezoekerscomplex
Het bezoekerscomplex bevindt zich binnen de beveiligde zone van de gevangenis. De gevangenen komen via de gecontroleerde trappenhal in een wachtruimte waar ze gefouilleerd worden. Daarna kunnen ze de bezoekzalen betreden. Op het gelijkvloers bevindt zich een grote gemeenschappelijke bezoekzaal. Deze ruimte is dubbelhoog, wat leidt tot een vrijer gevoel en een betere controle. De zaal is bewust ingericht als een soort cafetaria met een winkeltje waar de bezoekers drank kunnen kopen. Aan de linkerzijde van de ruimte bevindt zich een functionele strook (met onder ander het sanitair, het winkeltje, een opslagplaats,…) die begrensd is door reglitpanelen. Het gebruik van deze panelen zorgt ervoor dat de wand een geheel vormt in de ruimte. Op het eerste niveau bevinden zich de kleinere bezoeklokalen: lokalen voor individueel bezoek achter glas, spreeklokalen voor advocaten en externe factoren en de kamers voor ongestoord bezoek.
4.1 gemeenschappelijke bezoekzaal 4.2 kindvriendelijke bezoekzaal 4.3 winkeltje 4.4 sanitair bezoekers 4.9 fouilleerlokaal gedetineerden 4.11 tuinbezoek
121
bezoekerscomplex 1/200 niveau 1
123
Bezoekzaal
4.6 individueel bezoek 4.7 ongestoord bezoek 4.8 spreeklokalen
sporthal 1/200 niveau 2
Sporthal
De sporthal bevindt zich op niveau 2 van het inkomgebouw. Die heeft een opvallende ligging in het centrum van het gevangeniscomplex. De gedetineerde komt via de circulatiegang op niveau 2 naar het sportcomplex. De toegang gebeurt via een tussenruimte/wachtruimte die gecontroleerd wordt vanuit een toezichtlokaal. Een reeks van kleedruimtes scheidt de gang van de sporthal. Op het niveau er boven bevindt zich een tribune met een goed zicht op de sporthal. Deze tribune is toegankelijk voor gedetineerden en occasioneel voor bezoekers. De sporthal wordt aan de lange zijden verlicht door hoog gelegen ramen.
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
sportlokaal - recreatieruimte berging kleedkamers sanitair (WC+ douches) kleedruimte externen sanitair externen lokaal toezicht
125
sporthal 1/200 niveau 3
127
Buitenruimte gedetineerden met zicht op circulatie en inkomgebouw
5.8 kantoor beambte / sportmonitor 5.9 tribune
Onthaalcomplex gedetineerden
De boevenwagen rijdt de inrichting binnen via de ingang voor laden en lossen en wordt in het sas voor de voertuigen gecontroleerd door de beambte. Daarna begeeft de wagen zich naar de koer op niveau -1 waar hij een garage kan binnenrijden. Nadat deze garage goed afgesloten is, wordt de gedetineerde gelost en naar de wachtzaal voor inschrijving gebracht. Vervolgens wordt hij gefouilleerd, ingeschreven en via de circulatiegang op niveau 2 naar de cellen gebracht. De privébezittingen bergt men op in de het magazijn voor persoonlijke voorwerpen. Dit is opgesplitst in een magazijn voor gedetineerden die gedurende lange termijn opgesloten zitten (niveau 1) en voor gedetineerden die slechts een korte tijd vastzitten (niveau 0).
6.1 garage voertuigen 6.2 wachtzaal inschrijving 6.3 wachtzaal uithaling 6.4 fouilleerlokaal kledijbedeling 6.5 douche en sanitair 6.6 Metaal Detectie Portiek 6.7 magazijn voor persoonlijke voorwerpen 6.8 magazijn burgerkledij 6.9 inschrijvingskantoor 6.10 sanitair personeel
onthaalcomplex gedetineerden 1/200 - niveau -1
onthaalcomplex gedetineerden 1/200 - niveau 0
onthaalcomplex gedetineerden 1/200 - niveau 1
131
noord - oost gevel inkomgebouw - SCHAAL 1/1000
SNEDE AA - SCHAAL 1/1000
ACHTERGEVEL INKOMGEBOUW snede JJ - schaal 1/1000 SNEDE BB - SCHAAL 1/1000
1. reglit
3. betonpanelen
2. roestvrij staal
4. polybeton
UITWERKING
5. beton
MATERIALISATIE/ BEELD Voor de meeste gevels in de inrichting wordt gebruik gemaakt van betonnen panelen. Beton is een duurzaam materiaal en de panelen kunnen vlug geplaatst worden. De panelen zijn allen 1.5m hoog en worden op drie standaardafmetingen geproduceerd. Hierin wordt gevarieerd, om zo een dynamische gevel te krijgen en er voor te zorgen dat niet alle voegen tussen de panelen boven elkaar gelegen zijn. Op een aantal plaatsen, zoals aan de schuine dakrand, worden deze panelen aangepast. De ramen liggen wat dieper in de gevel waardoor ze eerder als gaten in de betonnen wand lijken. Op bepaalde plaatsen worden om privacy redenen reglitpanelen gebruikt in de plaats van ramen. Om het inkomgebouw een apart statuut te geven wordt er een roestvrij stalen schil omheen het gebouw (vanaf de voorgevel doorlopend op het schuin dak tot de achtergevel) ‘geplooid’. De ritmiek van deze stalen bladen verwijst naar de betonnen panelen. Een luifel en een grote glaspartij op de hoek van het gebouw markeren de ingang. In de binnenruimtes wordt een vloer uit polybeton gebruikt. inspiratiebeelden
135
CONSTRUCTIE / TECHNIEKEN
Het grid van betonnen kolommen in de ondergrondse parking vloeit voort uit de plaats van de dragende muren en kolommen in het gebouw erboven. Op de balken worden breedplaatvloeren gelegd. Zware kolommen in de gevel ondersteunen de houten gelamineerde spanten waarop het dak van de sporthal ligt. Bovenaan de sporthal bevindt zich een doorlopende strook met ramen. Het volledige gebouw verwarmt men door middel van vloerverwarming. In de sanitaire ruimtes is een vals plafond voorzien waarachter de ventilatiekokers kunnen geplaatst worden om de ruimte te verluchten.
137
niveau 0
niveau 1
ADMINISTRATIE
PLANNEN ADMINISTrATIE Het administratieve gedeelte van de gevangenis is opgebouwd uit een sokkel op het gelijkvloers en een toren. In de sokkel bevinden zich de directieburelen en de controleen interventiepost (CIP). In de CIP gebeurt de controle over de hele gevangenis. Hier zit iemand die bepaald welke deuren geopend of gesloten worden. Deze post heeft een tweede toegang via de koer op het niveau -1 die onafhankelijk van de normale toegang in het inkomgebouw werkt. In de toren bevinden zich de overige administratieve en ondersteunende diensten. Een trappenhal met lift en aangrenzend sanitair vormen een vast element per niveau. De diensten zijn ingericht als landschapskantoren. Via de circulatiegang op niveau 2 kunnen de gedetineerden de dienst voor beheer van de rekeningen en voor de griffie en boekhouding bereiken. In de consultatielokalen kunnen de financiën besproken worden.
139
141
patio aan de directiekantoren
7.1 Administratie en ondersteunende diensten 7.1.5 directie en attaché 7.2 Controle- en Interventie Post 7.2.1 commando 7.2.2 crisisvergaderzaal 7.2.3 stockage interventiemateriaal 7.2.4 sanitair 7.2.5 technische zones
administratie 1/200 niveau 0
administratie 1/200 - niveau 0
143
7.1 Administratie en ondersteunende diensten 7.1.1 secretariaat 7.1.2 opmaak dienstlijsten 7.1.3 dienst personeel 7.1.4 burelen externe actoren personeel (10) 7.1.5 directie en attaché 7.1.6 archief 7.1.7 serverlokaal
administratie 1/200 - Niveau 1
administratie 1/200 - niveau 2
administratie 1/200 niveau 3
145
7.1 Administratie en ondersteunende diensten 7.1.8 beheer rekeningen 7.1.9 griffie en boekhouding 7.1.10 consultatielokalen (2) 7.1.11 berging 7.1.12 kopielokaal + papierstock 7.1.13 ICT 7.1.14 Interne Dienst Preventie en Bescherming 7.1.15 Dienst Arbeidsgeneeskunde (DAG) 7.1.16 burelen externe actoren 7.1.17 psychosociale dienst 7.1.18 refter 7.1.19 vergaderzaal gemiddeld 7.1.20 vergaderzaal klein 7.1.21 vergaderzaal groot administratie 1/200 niveau 4
147
VOORgevel inkomgebouw EN ADMINISTRATIETOREN - SCHAAL 1/1000
SNEDE ADMINITRATIETOREN snede JJ - schaal 1/1000
inkom gebouw en administratietoren
1
3
2
4
UITWERKING MATERIALISATIE/ BEELD
149
De toren is rondom voorzien van ramen met daarvoor lamellen, behalve voor het deel aan de voorzijde waar de omheiningmuur doorloopt door de gevel (zoals eerder beschreven in het stuk “perimeter en buitenruimtes”). Het gebruik van lamellen waarborgt zowel een maximale privacy voor de gebruikers van het gebouw als een optimale lichtinval naargelang de stand van de zon. Op het niveau van de refter (niveau 4) worden de lamellen aan de voorzijde van de toren weggelaten. Zo kan men tijdens het eten genieten van een mooi zicht op de omgeving.
1. polybETON 2. BETON 3. lamellen 4. reglit inspiratiebeelden
CONSTRUCTIE / TECHNIEKEN
De toren wordt opgebouwd uit een grid van kolommen en balken. De lift en trappenhal vormen een stijve kern.
WERKPLAATSEN
151
niveau 0
PLANNEN WERKPLAATSEN Het werkplaatsencomplex bestaat uit 4 magazijnen die elk voorzien zijn van een lokaal voor toezicht, een kantoor voor de werkplaatsverantwoordelijke, sanitair en een refter voor de gedetineerden. Deze lokalen bevinden zich langs een passerelle op een hoogte van 4.2m aan de zijkant van de magazijnen zodat deze de werkruimte niet verkleinen en zodat er een goede overzichtelijke controle mogelijk is. De vrachtwagens kunnen binnenrijden in een centrale laad- en loszone. Voor het betreden van de werkplaatsen worden de gedetineerden gecontroleerd. In het verlengde van de werkplaatsen op niveau 1 bevinden zich de lokalen voor beroepsopleiding. Door het plaatsen van ramen op 1.7m hoogte kunnen de gedetineerden hier niet rechtstreeks naar buiten kijken, maar is er toch een optimale lichtinval. Deze leslokalen zijn verbonden met de werkplaatsen via een oversteek waarin een controlepost en de burelen bij de werkplaatsen zitten. Vanuit deze oversteek is er een zicht over de binnenkoer waar het laden en lossen gebeurt.
8.1 Werkplaatsencomplex 8.1.1 magazijnen en sas
WERKPLAATSEN 1/200 - niveau 0
Buitenruimte gedetineerden en zijgevel werkplaatsen
8.1 Werkplaatsencomplex 8.1.2 lokaal toezicht 8.1.3 kantoor werkplaatsverantwoordelijke 8.1.4 sanitair + lavabo’s personeel 8.1.5 refter gedetineerden 8.1.6 sanitair + lavabo’s gedetineerden
WERKPLAATSEN 1/200 - niveau 1
werkplaatsen
157
8.1 Werkplaatsencomplex 8.1.7 BURELEN WERKPLAATSEN 8.2 Lokalen voor beroepsopleiding 8.2.1 leslokalen incl. lokaal voor theorie 8.2.2 stock 8.2.3 lesatelier
WERKPLAATSEN 1/200 - niveau 1
logistieke diensten 1/200 niveau -1
LOGISTIEKE DIENSTEN
De logistieke diensten liggen verspreid rond de koer op niveau -1 zodat deze gemakkelijk bereikbaar zijn voor het laden en lossen. Vanuit de keuken wordt het bereide eten via de ondergrondse dienstgang in grote hoeveelheden naar de cellenblokken gebracht. Daar wordt het eten uitgeschept voor de gedetineerden. Op het plan wordt een indeling van de keuken gesuggereerd. Links kan de eigenlijke keuken voorzien worden. Hier kunnen de gedetineerden ook kookles volgen. In het midden zijn een aantal kleinere lokalen voor onder andere het kantoor van de verantwoordelijke. Aan de rechterzijde kunnen koelruimtes en een zone voor de afwas komen. Langs de koer bevindt zich verder nog de wasserij en het magazijn van de inrichting waar allerlei waren en meubilair kunnen opgeslagen worden.
8.4 keuken 8.4.1 keuken (oppervlakte incl. opslag, burelen, ...) 8.4.2 keuken les gedetineerden 8.5 wasserij 8.6 magazijn van de inrichting
159
logistieke diensten 1/200 - niveau 0
Op het gelijkvloers bevindt zich de inkom voor de voertuigen met een lokaal voor de beambte. In het sas voor de voertuigen worden alle vrachtwagens gecontroleerd. Op dit niveau zit ook de technische dienst. De lokalen vmet de nutsvoorzieningen zoals elektriciteit en water zijn vanuit het sas voor de voertuigen vlot bereikbaar zodat de betreffende maatschappijen deze gemakkelijk kunnen controleren of herstellen.
1.4 inkom voertuigen 1.4.1 sas voertuigen 1.4.2 lokaal beambte 1.4.3 opbergplaats laat geleverde goederen 1.4.4 sanitair chauffeurs 8.3 lokalen technische dienst 8.3.1 bureel HTA 8.3.2 burelen Technische dienst 8.3.3 doucheruimte + kleedkamer + sanitair 8.3.4 technische lokalen 8.3.5 berging 8.3.6 noodgenerator 8.3.7 tuinlokaal 8.3.8 stooklokaal 8.3.9 elektriciteitslokaal 8.3.10 lokaal water 8.3.11 waterzuiveringsinstallatie met slibdroging
161
163
8.3 lokalen technische dienst 8.3.1 bureel HTA 8.3.2 burelen Technische dienst 8.3.3 doucheruimte + kleedkamer + sanitair 8.3.4 technische lokalen 8.3.5 berging 8.3.6 noodgenerator 8.3.7 tuinlokaal 8.3.8 stooklokaal 8.3.9 elektriciteitslokaal 8.3.10 lokaal water 8.3.11 waterzuiveringsinstallatie met slibdroging
logistieke diensten 1/200 - niveau 0
SNEDE GG - SCHAAL 1/1000
SNEDE HH - SCHAAL 1/1000
SNEDE BB - SCHAAL 1/1000
SNEDE II - SCHAAL 1/1000
UITWERKING MATERIALISATIE / BEELD / constructie / technieken
De werkplaatsen zijn opgebouwd als een industriebouw waarbij gebruik gemaakt wordt van houten gelamineerde spanten die om de 5.8m geplaatst zijn. Tussen deze spanten worden geprefabriceerde geïsoleerde betonpanelen geplaatst. Deze panelen zijn net als de panelen in het inkomgebouw en de cellenblokken 1.5m hoog. Ze worden aan de binnenkant niet verder afgewerkt. Het dak bestaat uit SAB-profielplaten. Om het platform met de kantoren, refters en sanitair te dragen, worden gelamineerde houten balken aan het ene uiteinde door middel van een voet bevestigd aan het verticale deel van de spant. Het andere uiteinde wordt door middel van een trekkabel aan het horizontale deel van de spant opgehangen. Tussen en haaks op deze spanten, worden om de 45cm kleinere balkjes bevestigd. Hierop komt de vloeropbouw die afgewerkt wordt met marmoleum. De vloer van de magazijnen zelf bestaat uit polybeton. De binnenwand tussen de passerelle en de lokalen wordt door middel van kokerprofielen stabiel gehouden. De verticale kokerprofielen worden zoals de spanten om de 5.8m geplaatst. De horizontale kokerprofielen zijn op 2.1m en 3.2m (aan de onderzijde van het horizontale deel van de spant) hoogte geplaatst. Tussen deze twee horizontale profielen bevindt zich een doorlopende strook met ramen. Zo worden de spanten visueel doorgetrokken in de ruimte. De rest van de binnenmuur is opgebouwd uit een simpele metal stud wand. Reglit panelen in de gevels zorgen voor een gefilterde lichtinval in de hoger gelegen lokalen. De noordkant van de werkplaatsen wordt verlicht door gewone hoge ramen.
inspiratiebeelden
167
1
4
2
5
niveau 0
169 3
6
Het gebouwdeel met de leslokalen en logistieke diensten dat losgetrokken is van de werkplaatsen is opgebouwd uit een grid van betonnen kolommen en balken waarop breedplaatvloeren gelegd worden. De lokalen voor beroepsopleiding op het niveau 1 horen bij de werkplaatsen. Om deze reden wordt het dak van de werkplaatsen doorgetrokken over dit deel. Hierdoor vormt het gebouw voor de werkplaatsen en het gebouw met de logistieke diensten ondanks hun verschillende constructieve opbouw toch een mooi geheel.
1. polybETON 2. BETON 3. marmoleum
4. betonpanelen 5. reglit 6. noord europees vurenhout
niveau 1
DETAILLERING
171
DETAIL A horizontale snede 1/20
1/10
DETAIL A’
DETAIL B
1/10
1/10
DETAIL C
DETAIL D
1/10
1/10
DETAIL E 1/10
DETAIL F horizontale snede 1/50
1/10
CELLEN
PLANNEN cellenblokken Er zijn zes cellenblokken die per twee gegroepeerd zijn in een langwerpig gebouw. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een grote en een kleine cellenblok, zodat een grote en een kleine leefgemeenschap kan gecreëerd worden. Een kleine cellenblok biedt plaats aan 29 gedetineerden, een grote aan 61. In de eerste twee gebouwen worden een grote en een kleine blok gecombineerd, in het derde gebouw twee grote blokken. Een cellenblok bestaat uit 3 niveaus. Op het gelijkvloers bevinden zich aan de ene zijde van de gang cellen en aan de andere zijde een aantal noodzakelijke lokalen voor het goed functioneren van de leefgemeenschap (zoals een refter, een wasplaats, een klaslokaal, het bureel van de kwartieroverste,…). Helemaal aan het uiteinde bevindt zich hier een apart complex met de strafcellen. Zoals opgegeven hoort hier een aparte afgesloten buitenruimte bij. Via een open trap komt men op de passerelle op het eerste niveau. Hier treft men aan het uiteinde een polyvalent sportlokaal. De rest van dit niveau bestaat uit cellen. Het spreekt voor zich dat het strafcomplex en het polyvalente sportlokaal van een groot cellenblok ruimer zijn dan deze van een kleine blok.
181
cellen 1/200 - niveau 0
binnenbeeld cellen
9.1A KLEINE CELLENBLOK - 2X 9.1.1 monocel 9.1.2 duocel 9.1.3 bureel kwartieroverste + beambte 9.1.4 keuken 9.1.5 opslaglokaal 9.1.6 wasplaats 9.1.8 afvallokaal 9.1.9 refter/ontspanningsruimte 9.1.10 klaslokaal 9.1.11 prikkelarme cel 9.1.13 sanitair + douche prikkelarme cel 9.1.14 individuele wandeling prikkelarme cel 9.1.18 polyvalent sportlokaal, fitness, beweging,…
cellen 1/200 - niveau 1
binnenbeeld cellen 185
9.1A KLEINE CELLENBLOK - 2X 9.1.1 monocel 9.1.2 duocel 9.1.3 bureel kwartieroverste + beambte 9.1.4 keuken 9.1.5 opslaglokaal 9.1.6 wasplaats 9.1.8 afvallokaal 9.1.9 refter/ontspanningsruimte 9.1.10 klaslokaal 9.1.11 prikkelarme cel 9.1.13 sanitair + douche prikkelarme cel 9.1.14 individuele wandeling prikkelarme cel 9.1.18 polyvalent sportlokaal, fitness, beweging,…
De cel De afmetingen van een monocel bedragen 4 op 2,5 m. In de gevangenis bevinden zich ook 12 duocellen van 3,8 op 4 m. Iedere cel heeft een eigen toilet, wastafel en douche. De muur van de badkamer staat schuin waardoor de bewaker een optimaal zicht op de cel heeft. Verder bevinden zich nog een kast, een bed, een bureau en een boekenrek in de kamer. Aan de buitenkant van het raam wordt een stalen kader waarin de tralies gelast zijn, bevestigd. De betonnen gevelpanelen komen tot voor de rand van het kader waardoor dit niet zomaar kan uitgehaald worden.
snede xx - 1/50
187
cel - 1/50
snede YY - 1/50
lokalen personeel 1/200 - niveau 2
Op het tweede niveau bevinden zich de functies die aan de cellenblokken verbonden zijn, maar die niet zomaar voor de gedetineerden toegankelijk zijn. In het middelste gebouw zijn dat de medisch-sociale lokalen voor de gedetineerden, in de andere gebouwen zijn dat personeelslokalen. De medisch-sociale lokalen bestaan o.a. uit een ruimte voor zorgequipe, kinesitherapie, een dokterslokaal e.d. Bij de personeelslokalen vindt men o.a. burelen voor de penitentiair assistent (PA) en de hoofd penitentiair assistent (HPA), een rapportzaal, spreeklokalen voor de expertise-equipe en de refter van het personeel. Deze lokalen nemen telkens slechts 1 zijde van het verdiep in beslag en zijn toegankelijk via een passerelle. Door het toepassen van een schuin dak, kan bovenaan een extra grote raamgevel gestoken worden. Aan deze zijde bevinden zich op dit niveau immers geen lokalen, maar een groendak. Deze grote raampartij zorgt niet alleen voor een mooi uitzicht en voldoende licht op de tweede verdieping, maar voorziet ook de lager gelegen verdiepingen van licht. Hierdoor wordt een meer open en vrijer gevoel in de cellenblokken gecreëerd.
9.3 LOKALEN PERSONEEL 9.3.1 burelen PA 9.3.2 bureel HPA 9.3.3 rapportzaal 9.3.4 spreeklokalen expertise-equipe 9.3.5 sanitair personeel 9.3.6 vergaderlokaal 9.3.7 vergaderlokaal 9.3.8 berging 9.3.9 refter personeel + keuken
189
191
9.2. CONTROLE 9.2.1 CONTROLEPOSTEN 9.4 LOKALEN gedetineerden (medico-sociaal) 9.4.1 zorgequipe 9.4.2 lokaal toezicht 9.4.3 sanitair personeel 9.4.4 wachtruimte 9.4.5 sanitair gedetineerden 9.4.6 dokter 9.4.7 kinesitherapie 9.4.8 apotheek 9.4.9 kapperslokaal 9.4.10 infirmerie 9.4.11 psychiater 9.4.12 tandarts Lokalen gedetineerden medico-sociaal controle 1/200 - niveau 2
CONTROLE
De controle bevindt zich op het tweede niveau in de zone tussen de 2 cellenblokken. Vanuit deze post worden de gedetineerden en de circulatiegang in de gaten gehouden. Door de hoge ligging is er een goed zicht op alle verdiepingen. De post staat gedraaid in de ruimte zodat een optimaal toezicht op de lokalen op de bovenste verdieping mogelijk is. Om deze reden zijn de cellenblokken ook gedraaid ten opzichte van elkaar (de lokalen op het bovenste niveau bevinden zich aan een verschillende kant). De doorgang langs een controlepost wordt afgesloten door middel van een traliewerk waarin een poort zit. Deze kan slechts geopend worden wanneer de beambte in de post een sein voor openen geeft aan de Controle- en Interventiepost (CIP) Het tweede niveau is voor de gedetineerden slechts bereikbaar via een afgesloten traphal. De toegang tot deze wordt geregeld vanuit de controlepost. Het controlesysteem zorgt ervoor dat de gedetineerde zich individueel kan verplaatsen naar de verschillende delen van de gevangenis.
193
controlegang
Lokalen gedetineerden (overige)
In de zone tussen de twee cellenblokken op het eerste niveau bevinden zich de gemeenschappelijke lokalen voor gedetineerden. Hierin bevinden zich het PC- lokaal en een lokaal voor sociale culturele activiteiten, een bibliotheek en een lokaal voor erediensten. Deze lokalen zijn bereikbaar via de afgesloten trappenhallen grenzend aan de controleposten. Per twee cellenblokken zit een lift die zowel de tussenzones als de cellenblokken kan bedienen. Deze lift dient voornamelijk voor het transporteren van het eten en andere goederen. Ze kan ook door de personeelsleden of de gedetineerden (indien deze om medische redenen niet met de trap kunnen) gebruikt worden.
195
9.5 Lokalen gedetineerden (overige) 9.5.1 PC- lokaal 9.5.2 bibliotheek 9.5.3 lokaal erediensten 9.5.4 sociale culturele activiteiten lokalen gedetineerden 1/200 - niveau 1
197
GEVEL 1 - SCHAAL 1/1000 SNEDE CC - SCHAAL 1/1000
GEVEL 2 - SCHAAL 1/1000 SNEDE FF SCHAAL 1/1000
SNEDE EE
SNEDE DD
UITWERKING MATERIALISATIE / BEELD / constructie / technieken
Het grootste deel van de draagstructuur bestaat uit de wanden van de cellen zelf. Daar de schuine wand waarachter de klaslokalen, de refter , e.d. liggen, niet overeenkomt met de wand van de cellen daarboven, worden hier kolommen geplaatst. De passerelles die de circulatie van niveau 1 regelen worden gedragen door breedplaatvloeren te laten overkragen op de structuur van de cellenwanden. Deze techniek wordt eveneens toegepast bij de passerelle op niveau 2. Het schuine dak wordt ondersteund door stalen kokerprofielen die om de 5,3 meter geplaatst zijn (deze maat vloeit voort uit de afstand tussen twee cellen). De profielen geven de grote raampartij een ritmiek. Men vindt dezelfde kokerprofielen terug om de overspanning van het schuin dak te verwezenlijken.
inspiratiebeelden
199
1
4
2
5
3
201
Het volledige gebouw wordt door middel van vloerverwarming verwarmd. Deze loopt door in de passerelles waardoor de grote open vide mee verwarmd wordt. De leidingen en ventilatiekokers worden per cel in de hoek van de badkamer gegroepeerd. De ventilatielucht van het gelijkvloers en de eerste verdieping worden op niveau 1 horizontaal naar buiten afgevoerd. De luchtafvoer van het bovenste niveau gebeurt via het dak.
1. polybETON 2. BETON 3. groendak 4. reglit 5. betonpanelen niveau 0
niveau 1
niveau 2
DETAILLERING
DETAIL A 1/5
DETAIL B 1/5
detail raam horizontale snede 1/5
DETAIL C
DETAIL D
1/5
1/5
DETAIL E 1/5 detail stalen raam - niveau 2 - horizontale snede 1/5
DETAIL F
DETAIL G
1/5
1/5
DETAIL H 1/5
DETAIL I 1/5
BIBLIOGRAFIE >
215
[email protected]
Elektronische bronnen:
Literatuurlijst:
FINOKI, B. , Floating Prisons and Other Miniature Prefabricated Islands of Carceral Territoriality, 2008. - geraadpleegd op 27 september 2009, op http://subtopia.blogspot.com/2008/01/floating-prisons-and-other-miniature.html
FOUCAULT, M., Discipline, toezicht en straf: de geboorte van de gevangenis, Groningen: Historische uitgeverij, 1989.
COTTAM, H.; HENLEY, B.; HORNE, M.; COMELY, G., Learning Works: The 21st Centur y Prison, 2002. geraadpleegd op 30 september 2009, op http://www.par ticiple.net/images/uploads/Learning_Works.pdf FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE, perstekst: Masterplan 2008-2012 voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden, 2008. geraadpleegd op 16 oktober 2009, op http://www.just.fgov.be/persberichten/2008/12/23.html
MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999. PHILLIPS T.; GRIEBEL, M.A., Building type basics for justice facilities. Stephen A. Kliment, Series Founder and Editor, 2003. SPIJKERMAN, P., Bouwen aan detentie. Rotterdam: Uitg. 0.10, 1996. SPENS, I., Architecture of Incarceration, London: Academy Editions, 1994.
HENLEY, S., The 21st model prison, 2003. - geraadpleegd op 27 oktober 2009, op http://www.spacesyntax.org/symposia/SSS4/fullpapers/03Henleypaper.pdf
DE RODE ANTRACIET, Symposium, De nieuwe gevangenis van de 21ste eeuw, brochure, 2009.
FEDRA, Elektronisch toezicht in België, 2009. - geraadpleegd op 29 oktober 2009, op http://www.fedramagazine.be
DAEMS, T.; PLETINCX, P.; ROBERT, L.; SCHEIRS,V.; VAN DE WIEL, A.; VERPOEST, K., Achter tralies in België, een uitgave van Academia Press en de Liga voor Mensenrechten, 2009.
CANON, SOCIAAL WERK VLAANDEREN, 1849 Edouard Ducpétiaux, Lokaal en internationaal op het voorplan. - geraadpleegd op 1 november 2009, op http://www.canonsociaalwerk.be/be/details.php?id=7 DE MORGEN, Geen ijzeren netten maar sociale vangnetten, 2009. - geraadpleegd op 15 oktober 2009, op http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/ar ticle/ detail/943131/2009/07/25/Geen-ijzeren-netten-maar-sociale-vangnetten.dhtml
REGIE DER GEBOUWEN, DBFM, overeenkomst voor de gevangenis te (?), deel 3 – outputspecificaties, 2009. CLAES, B., ‘Gevangenissen: ultimum remedium!’, De Morgen (dinsdag 3 november 2009). BOSTEELS, J., ‘Een tevreden gevangene wil niet ontsnappen’, De Standaard (1 augustus 2009).
217
AFBEELDINGENLIJST Afbeelding 1 MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Afbeelding 2 MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Afbeelding 3 http://www.oma.eu/index.php?option=com_projects&view=por tal&Itemid=10&id=734
Afbeelding 4 MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Afbeelding 5 MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Afbeelding 14 http://subtopia.blogspot.com/2008/01/floating-prisons-and-other-miniature.html Afbeeldingen tekst Hilary Cottam COTTAM, H.; HENLEY, B.; HORNE, M.; COMELY, G., Learning Works: The 21st Centur y Prison, 2002. © Andrew Putler / © Crown Copyright. NMR./ © Buschow Henley 2002. Afbeelding 15 Gazet van Antwerpen, 30/09/09. Beveren krijgt zeg in plan gevangenis. Geraadpleegd op 1 november 2009, op www.gva.be Afbeelding 16 Eigen collectie Afbeelding 17 De la peine de mor t, door Edouard Ducpétiaux, http://nl.wikipedia.org/ Afbeelding 18 - ... Eigen collectie
Afbeelding 6 http://blogsimages.skynet.be/images_v2/000/000/000/20090916/dyn010_original _848_635_pjpeg__412419708bccac67e46153a82b743f97.jpg
Afbeelding 7
Contactpersonen:
http://www.dji.nl/Images/PI%20Rijnmond%20De%20Schie_tcm93-173261.jpg
219
Afbeelding 8
Wim Adriaenssen, adviseur-gevangenisdirecteur 22/10/2009
MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Jan Vanherp, Communicatieverantwoordelijke van De Rode Antrachiet, 7/11/2009
Afbeelding 9
Veerle Wachtelaer, Administratief Deskundige, 19/11/2009
ALBERS, R., 2007, www.flickr.com/photos/familiealbers/928641912/
Dirk Roelandts, directeur van De Rode Antrachiet. 28/11/2009
Afbeelding 10 www.eugenef.com/.../chicago-prison.l.html
Afbeelding 11 MAGIS EN VAN DEN BERG ARCHITECTEN, De architectuur van de hedendaagse gevangenis: Pleidooi voor het flexibele dominomodel, Rotterdam: NAi Uitgevers, 1999.
Afbeelding 12 http://subtopia.blogspot.com/2008/01/floating-prisons-and-other-miniature.html Afbeelding 13 http://subtopia.blogspot.com/2008/01/floating-prisons-and-other-miniature.html
Mondelinge bronnen en bezoeken: Gesprek met Christian Timbermont, ICT medewerker in de gevangenis van Gent. 14/10/2009, Gent. Informatievergadering met de toelichting over de bouw van een penitentiaire instelling in Melsele. 22/10/2009, Melsele. Gevangenis Mechelen. Rondleiding met Hoofd Technische Dienst, Davy Vercauteren. 28/10/2009, Mechelen.
a contextual design of a penitentiary > Fem De Rock Siobhàn Peeters
prof. dr. ir-arch. Firmin Mees Marc De Kooning, Arthur De Roover
Hans
[email protected]
INTRODUCTION These days, prisons are a ‘hot topic’ in Belgium. The acute problem of overpopulation, causing strain for both prisoner and personnel, and the numerous (sometimes successful) escape attempts continue to be of topical interest. Especially the critical cell shortage needs to be tackled urgently. Cells, originally designed for one person, are currently often occupied by two or three inmates. Moreover, the surface area of many Belgian cells does not comply with the European minimum of 10m². This means the allocation of cells according to criteria as ethnicity, faith or gravity of criminal offence is limited. These features of the prison system jeopardize the credibility of Belgian punishment and its execution. The majority of the Belgian prisons is in a miserable state and in a pressing need for renovation or replacement. Even in the recent past, the dire need for cells was tackled by reverting to the 19th-century innovation of the wing prison with panopticon principle. Considering various types of prisons and remarkable case studies and illustrating how divergent visions on penalty are reflected in architecture, we want to formulate an outlook on the prison of the 21st century. We try to render our point of view into a design study of the site of Melsele, one of the four locations where the Belgian federal government plans to construct a new prison (East Flanders, ca. 10 km west of Antwerp). One of the major focal points will be the role of the prison in the society at large.
The first part deals with the terminology of the concept ‘prison’. We critically comment upon various typologies of prison. Subsequently, we discuss a 21st-century case study that offers us a new vision on detention. The report of an assembly of local inhabitants concerning the planned construction in Melsele reveals the social impact of the set up of a prison in an urban / municipal context. A visit of the prison of Mechelen helped us to experience a real Belgian penitentiary. Ultimately, we propose a new view on the Belgian system of prisons. The second part presents an actual architectural design, reckoning with the mandatory program for Belgian prisons and the prior conditions of the Melsele site. The final part provides a detailed description of the design, using various plans, cross-sections and an in-depth analysis of construction and materialization.
PLANNEN >
-1 NIVEAU
SCHAAL 1/1000
NIVEAU SCHAAL 1/1000
0
1
NIVEAU SCHAAL 1/1000
NIVEAU SCHAAL 1/1000
2
NIVEAU SCHAAL 1/1000
3
NIVEAU SCHAAL 1/1000
4