Masteronderzoek Special Educational Needs Jonge risicokinderen Juf, mogen wij ook op de computer?

Masteronderzoek Special Educational Needs – Jonge risicokinderen Juf, mogen wij ook op de computer?

10. Bijlagen

Bijlage 1: Inhoud studiemiddag ICT en het jonge kind. Studiemiddag 'ICT en het jonge kind'

14.00 u

Welkom

14.10 u

Inleiding op het thema van de studiemiddag 'ICT en het jonge kind' door middel van stellingen. De stellingen werden behandeld door middel van stemkastjes behorende bij het Active-board.

14.30 u

Start van de workshops – ronde 1

Aanbod workshops: 1. Internet met jonge kinderen m.b.v. Eigenstart In deze workshop maakten de studenten kennis met Eigenstart.nl. Een manier om informatie en leerzame links op een handige manier te plaatsen en te ordenen en op het internet beschikbaar te maken voor leerlingen, teams en/of ouders. 2. Digitaal prentenboek m.b.v. PowerPoint Met PowerPoint leerden de studenten dit ook een heel gemakkelijke manier is om te gebruiken voor het maken van een digitaal prentenboek. Daarbij hebben de studenten ook kennis gemaakt met Audacity: een gratis open-source programma voor het opnemen en bewerken van geluidsfragmenten. 3. Mindmapping over ICT en de jonge (risico)leerlingen In deze workshop maakten de studenten kennis met Kidspiration. Dit voor jonge kinderen ontwikkelde softwarepakket legt informatie, gedachten, denkpatronen digitaal vast in een ‘mindmap’ (woordveld). Een mindmap helpt informatie logisch te ordenen en details van hoofdzaken te onderscheiden. Deze digitale versie hiervan maakt het mogelijk mindmaps eenvoudig op een interactieve manier te laten ontstaan en geeft bovendien mogelijkheden om je mindmap op te slaan, illustraties in te voegen, te (her)ordenen. In deze workshop hebben de studenten een mindmap gemaakt over jonge (risico)leerlingen en ICT.

15.30 u

Pauze en overgang naar keuze workshop ronde 2

Koffie en thee – en keuze voor nieuwe workshop

Mei 2009

Femke Wetzer-van Gils

57


15.50 u

Start workshops – ronde 2

Aanbod workshops: 1. Internet met jonge kinderen m.b.v. Krowser In deze workshop zullen de studenten kennismaken met een veilige manier om met jonge kinderen, het internet te kunnen gebruiken. Ook hebben we hierbij praktische toepassingsmogelijkheden besproken en een eigen browser ingericht met een thema naar keuze. 2. Digitaal prentenboek m.b.v. Photostory Microsoft is bekend om producten zoals MS Office en MS Projects. Microsoft maakt stelt op haar website ook tools ter beschikking. Een aantal zijn er gratis waaronder Photostory. In deze workshop hebben de studenten Photostory echter gebruikt voor het maken van een digitaal prentenboek. Daarbij hebben zij ook gebruik gemaakt van Audacity: een gratis open-source programma voor het opnemen en bewerken van geluidsfragmenten. Overigens is het ook mogelijk om geluidfragmenten op te nemen en te bewerken via Photostory. 3. Mindmapping over de workshops ronde 1 Dit voor jonge kinderen ontwikkelde softwarepakket legt informatie, gedachten, denkpatronen digitaal vast in een ‘mindmap’ (woordveld). Een mindmap helpt informatie logisch te ordenen en details van hoofdzaken te onderscheiden. Deze digitale versie hiervan maakt het mogelijk mindmaps eenvoudig op een interactieve manier te laten ontstaan en geeft bovendien mogelijkheden om de mindmap op te slaan, illustraties in te voegen, te (her)ordenen, enz. In deze tweede workshop hebben de studenten een mindmap gemaakt over de workshop(s) waaraan zij in de eerste ronde hebben deelgenomen.

16.50u

Terugkoppeling

17.15 u

Afronding

Mindmapping over leerrendement (wat neem je mee van deze middag) door Femke m.b.v. Kidspiration.

Mei 2009


58


Bijlage 2 :Handleiding van Krowser- Kinderbrowser

Krowser de kinderbrowser is te downloaden vanaf de site van Krowser zelf: •

Ga naar de volgende internetpagina: www.krowser.nl

•

Je kunt op de volgende pagina

Klik hier op 'Schoolversie (.exe) onder [Krowser download]. •

Kies voor [Opslaan] bij het volgend venster:

Mei 2009


59


Geef op, waar je het bestand op je computer wilt bewaren. Klik daarna weer op [Opslaan]. Installeren van Krowser: •

Dubbelklik op het gedownloade bestand 'krowser+3setup.exe': een installatiewizard verschijnt.

•

Klik in het volgend venster voor de optie 'Ik accepteer de licentieovereenkomst' en klik op [Volgende].

Mei 2009


60


•

Klik op [Volgende] bij het volgend venster.

•

Laat bij het volgend venster op [Volgende].

•

Zorg dat geen van de opties onder 'Extra snelkoppelingen' geselecteerd staan en klik op [Volgende].

Mei 2009


61


•

Klik bij het volgend venster op [Installeren].

Mei 2009


62


•

Als de installatie van Krowser voltooid is, verschijnt onderstaand venster:

Klik hier op [Voltooien], waarna Krowser zal worden opgestart •

Onderstaand venster verschijnt:

Klik hier op [Start]

Mei 2009


63


•

Vul in het volgend venster je roepnaam in en klik daarna op [Volgende]

•

Geef de leeftijd van een jonge leerling (4 of 5 jaar) op en klik op [Volgende]

Let op: De keuze van de leeftijd bepaalt welke standaard internetsites je straks kunt openen. •

In het volgend venster dat verschijnt, zet je een vinkje in het vakje voor 'Maak een snelkoppeling op het buroblad'. Daarna klik je op [Volgende].

Mei 2009


64


•

Klik bij het volgend venster op [Volgende]

•

Kies achter 'Selecteer een gebruiker' de groep waarin de gebruiker zit (dit is afhankelijk van de ingevoerde leeftijd van de gebruiker) en klik dan op [Volgende].

•

Klik nu op [Klaar].

Mei 2009


65


•

Onderstaand venster verschijnt

Geef twee keer hetzelfde wachtwoord (dit wachtwoord heb je nodig om toegang te krijgen tot het menudeel van Krowser). Klik daarna op [Ok]. •

Je komt nu in het menudeel van Krowser. Je kunt dit zien aan de blauwe menubalk:

•

Als je met 'Krowser' wilt stoppen, dan klik je op 'Stop Krowser'. Als je het menudeel van Krowser wilt verlaten, dan klik je op 'Menu blokkeren'. Typ het door jou ingestelde wachtoord in en klik op [Ok]. Als je daarna weer naar het menudeel wilt gaan, dan klik je in de rechterbovenhoek op: Typ daarna het door jou ingestelde wachtwoord in en klik op [Ok].

•

Het is mogelijk dat op jouw school de computers op een netwerk zijn aangesloten. Krowser moet dan mogelijk via de ICT-coördinator op alle computers geïnstalleerd worden.

Om te zorgen dat je meteen aan de slag kan met Krowser, zie je hieronder een stappenplan voor een snelle start! Stap 1 Zorg dat het menu gedeblokkeerd wordt via dit icoon en het door jouw ingevoerde wachtwoord bij installatie.

Stap 2

Mei 2009


66


Ga naar gebruikerbeheer en maak klik op een van de tijdens de installatie aangemaakte gebruikers of gebruik een al bestaande gebruiker. Klik op `thema`, en verplaats thema`s waarvan je wilt dat de leerling hiermee kan spelen door middel van de pijlen naar het vak ` toegestane thema`s` . Klik op sluiten en bewaar de veranderingen.

Stap 3 Ga naar themabeheer. Klik op `navigeer browser` en zet de filter uit. Zoek door middel van de browser een leuke site voor jouw leerlingen. Klik op `voeg toe aan favorieten`. Maak een foto met het fototoestel en volg de aanwijzingen.

Stap 4 Wil je de zojuist uitgekozen site als startpagina. Klik op het plaatje ( de site verschijnt dan in het middelste scherm) en op `Maak startpagina`. Voor de gekozen gebruiker start Krowser op met deze startpagina.

Stap 4 Wil je een nieuw thema aanmaken klik dan op `themabeheer`. Algemeen> Nieuw en typ een naam voor je nieuwe thema. Dit thema kun je per gebruiker toevoegen bij gebruikerbeheer.

Mei 2009


67


Bijlage 3: Handleiding Eigenstart Een eigenstart-pagina aanvragen: Dit is het scherm dat je te zien krijgt als je http://www.eigenstart.nl in je browser typt.

Je ziet in het scherm ` NOG VRIJ` staan. Daar vul je jouw zelf bedachte naam in en laat zoeken of jouw naam nog geregistreerd kan worden.

Mei 2009


68


Je ziet dan het volgende scherm. Er wordt aangegeven welke namen er nog beschikbaar zijn. Je kunt er zelf een uitkiezen.

Je kunt nu beginnen.

Mei 2009


69


Werken met Eigenstart.nl Een stappenplan Stap 1 Je kunt op verschillende manieren de pagina jouw eigen uitstraling geven. Belangrijk bij iedere stap is om je wijzigingen op te slaan!

We beginnen bij de opmaak van je pagina. Stap 2

Klik op het regenboogvierkantje om de kleuren van je pagina te bepalen. Rechts zie je het resultaat.

Mei 2009


70


Stap 3

Kies dit onderdeel om je pagina in te delen en links toe te voegen.

Mei 2009


71


Hier kun je de kolommen op de pagina een titel geven, een kolom kiezen, tekst invoegen en voorzien van een plaatje.

Het resultaat Als je een link wilt toevoegen klik ik hier!

Mei 2009


72


Voeg hier de link toe behorende bij de titel. En klik op toevoegen. Andere mogelijkheden van Eigenstart kun je op de website nalezen en uitproberen.

Mei 2009


73


Bijlage 4: Vragenlijst `ICT in de onderbouw`.

Beste collega,

In de onderstaande vragenlijst vindt u een aantal uitspraken waarover gevraagd wordt in welke mate u het daar mee eens bent. Ze geven een beeld hoe u denkt over het gebruik van ICT in de onderbouw. 1 Helemaal mee eens

1 2 3

4 5 6

7

8 9

2 Gedeeltelijk mee eens

3 geen mening

4 Gedeeltelijk oneens

De leerinhouden die ik moet overdragen zijn heel belangrijk en staan volledig vast. Leerinhouden stel ik zelf samen, afhankelijk van wat de kinderen bezig houdt. Computers worden in mijn kleutergroep alleen gebruikt om leerlingen kennis te laten maken met ICT. Jonge kinderen kunnen in mijn groep zelfstandig werken met verschillende computerprogramma`s Ik ben op de hoogte van de kern/tussendoelen die ik met ICT kan bereiken. Ik weet welke programma`s ik kan gebruiken om kern/tussendoelen ( van bv taal en rekenen) te bereiken. Ik voel mijzelf vaardig om ICT in de klas in te zetten om kern/tussendoelen ( van bv taal en rekenen) te bereiken. Ik zie ICT als middel om zorgleerlingen extra te ondersteunen. Ik weet hoe ik ICT in moet zetten in de klas

10 Ik gebruik ICT vooral als ondersteunend middel bij mijn onderwijsaanbod 11 Ik zou het fijn vinden als iemand mij kan laten zien hoe ik ICT kan gebruiken om ontwikkeling van jonge leerlingen te bevorderen 12 Internetgebruik is in mijn klas niet toegestaan 13 Internetgebruik moet gefilterd worden voor jonge kinderen 14 Ik zie het gebruik van digitale prentenboeken als meerwaarde voor het onderwijs 15 Ik zou ICT meer gebruiken als de materialen ( computers, software, enz )goed zouden werken

Mei 2009


5 Helemaal mee oneens

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

74


Bijlage 5: Tussendoelen van taal- en rekenonderwijs in groep 1/2. ( Basisschool Trudo, 2008) Taal

Dit laat het kind zien:

Gespreksvaardigheid Uitdrukken van meningen en gevoelens Begrijpend luisteren

Alledaagse communicatieve functies Gesprekken met gelijkwaardige partners Met plezier luisteren naar verhalen en antwoord geven op vragen over het verhaal. Objecten beschrijven, uitleg geven Instructie krijgen,omgang met ongelijkwaardige gesprekspartners Gebruik van de communicatiemiddelen Verstaanbaar spreken Begrijpelijk spreken Zelfhandhaving Sturen van gedrag Beschrijven/vergelijken Redeneren Inleven in een ander

Informatie geven Institutionele interacties Gebruik van middelen Spreektechniek Taalgebruiksdoelen

Beginnende geletterdheid


Boekoriëntatie

Hoe boeken gelezen worden Verhalen hebben een opbouw Verhalen voorspelen a.d.h.v. afbeeldingen Vragen stellen over een boek Navertellen Naspelen Verhaal vertellen zonder illustraties Geschreven taal heeft een communicatief doel Symbolen en pictogrammen verwijzen naar handelingen

Verhaalbegrip

Functies van geschreven taal

Relatie tussen gesproken en geschreven taal

Woorden kunnen worden vastgelegd op papier en audiovisuele middelen. Geschreven woorden kunnen worden uitgesproken Kinderen kunnen woorden lezen en schrijven zoals eigen naam

Taalbewustzijn

Woorden in zinnen onderscheiden Onderscheid maken tussen vorm en betekenis van woorden Woorden in klankgroepen verdelen

Mei 2009


75


Reageren op klankpatronen Klankeenheden in woorden onderscheiden Alfabetische principes

Woorden zijn opgebouwd uit klanken en letters en leggen grafeemfoneemkoppeling Kunnen door de koppeling woorden die ze nog niet eerder hebben gezien lezen en schrijven.

Functioneel lezen en schrijven Woordenschat


Participatie in schooltaal

Beschikken over voldoende woordenschat om in het onderwijs te kunnen participeren Ervaring met omschrijving van de betekenis van woorden

Definitievaardigheid Beheersen van een basiswoordenschat Uitbreiden van de woordenschat Opbouwen van een rekenwoordenschat

Netwerken uitbreiden Woordbetekenissen afleiden uit verhalen Ruimte en tijd Vergelijken, sorteren, meten wegen Tellen en getalbegrip

Rekenen


Classificeren

Sorteert voorwerpen Verwoordt manier van sorteren Kan aangeven waarom voorwerpen bij elkaar horen.

Werken met verzamelingen

Vergelijkt op grootte/aantal Ordent op grootte/aantal Bepaalt precieze verschillen in grootte/aantal Kent enkele getalpatronen Rangordenen adhv criteria Groot-klein Dik- dun Lang- kort Hoog-laag Breed- smal Zwaar- licht Donker- licht Telt tot 10 Telt terug van 10 Telt verder vanaf een bepaald getal

Seriëren

Telrij

Mei 2009


76


Telstrategieën

Vormen

Meetkunde

Meten

Volgorde in tijd

Tijdsduur Redeneren

Mei 2009

Telt terug vanaf een bepaald getal Telt aantal voorwerpen Kan resultatief tellen Telt onverkort Telt verkort ( herkent patronen) Rekent Heeft kennis van getallen Beschrijft hoe iets eruit ziet Maakt bepaalde vormen Symmetrie Kennis van het lichaamsschema Vergelijkt vormen Benoemt waar iets zich bevindt Begrijpt afbeeldingen Construeert met vrij materiaal Doet ervaring op met vormen en figuren Verwerven van verschillende grootheden Objecten vergelijken en ordenen Inhouden vergelijken Ervaring opdoen met het vergelijken van het gewicht Ziet ritme/regelmaat in tijd Ziet voortgang in tijd Kan volgorde in tijd aangeven Denkt na over hoe lang iets duurt Kan aangeven hoe lang iets duurt Kan uitleg geven Kan vergelijken en sorteren


77


Bijlage 6: Foto`s ICT in de klas Een beterschapskaart typen. Door middel van een vaststaand sjabloon, kunnen leerlingen zelfstandig typen en plaatjes toevoegen.

Mei 2009


78


Woordjes typen bij het thema `ziek zijn`

Ambrasoft, thema 8.

Mei 2009


79


Versjes typen met een voorbeeld naast de desktop

Tekeningen maken met Paint

Mei 2009


80


Bijlage 7: De Leuvense betrokkenheidsschaal ( 2009)

Schaalwaarde 1 - Geen activiteit Kinderen staan op "non-actief", ze doen niet mee. Je herkent deze schaal bijvoorbeeld aan het in de ruimte staren, afwezigheid of lusteloos in een hoekje zitten. Let op: kinderen die voor zich uit kijken, doen niet per definitie niets! Ze kunnen even goed in hun hoofd druk bezig zijn. Observeer dit goed!

Schaalwaarde 2 - Vaak onderbroken activiteit Bij deze schaalwaarde is er sprake van momenten van activiteit. Er wordt gepuzzeld, naar een verhaal geluisterd of aan een werkblad gewerkt, maar dit neemt bij benadering slechts de helft van de tijd in beslag. De rest van de tijd is gevuld met dromen, wegkijken enz. Wanneer een kleuters een activiteit doen die eigenlijk te gemakkelijk voor ze is kunnen ze vaak ook af met deze schaalwaarde. Échte aanwezigheid is dan toch niet nodig.

Schaalwaarde 3 - Min of meer aangehouden activiteit De kinderen in deze schaalwaarde werken wel aan de activiteit, maar zien er niet echt intens mee bezig. Je ziet wel dat ze iets doen, maar er mist betrokkenheid, passie en de wil om iets te bereiken. Eigenlijk lijkt het een beetje op fabriekswerk. Ze doen het wel, maar het doet hen niets.

Schaalwaarde 4 - Activiteit met intense momenten Deze schaalwaarde is aan de orde als de kinderen ongeveer de helft van de tijd écht intens met de activiteit bezig zijn. De activiteit doet het kind echt wat, het wil wat bereiken. Op deze schaalwaarde krijgt de activiteit al echt betekenis voor het kind.

Schaalwaarde 5 - Volgehouden intense activiteit Wanneer kinderen op deze schaalwaarde uitkomen zijn ze met de grootst mogelijke betrokkenheid met een activiteit bezig. Het kind is opgeslorpt door zijn bezigheid en heeft geen oog voor andere dingen. De blik is nagenoeg constant op de handelingen en het materiaal en de handelingen volgen elkaar vlot op. Er vindt een mentale inspanning plaats!

Mei 2009


81


Bijlage 8: De acht intelligenties ( Gardner,1981)

De acht intelligenties waar MI vanuit gaat zijn:

1) De verbaal linguïstische intelligentie; deze intelligentie spitst zich toe op denken in, met en over woorden. Leerlingen die hier sterk in zijn houden van lezen, schrijven, spreken en luisteren. 2) De logisch mathematische intelligentie; deze intelligentie gaat over logisch, abstract denken en rekenen- wiskunde. Leerlingen lossen graag vraagstukken op, berekenen uitkomsten en vinden het leuk om relaties te bepalen zoals oorzaak- gevolg. 3) De visueel- ruimtelijke intelligentie; hierbij gaat het om bijvoorbeeld tekenen, schilderen, beeldhouwen en ontwerpen. Ook hebben leerlingen vaak een goed richtingsgevoel. 4) De muzikaal- ritmische intelligentie; melodieën en ritmes spelen hierbij een hoofdrol. Leerlingen die hier sterk in zijn vinden het fijn om naar muziek te luisteren of zelf muziek te maken. 5) De lichamelijk- kinesthetische intelligentie; gebaren en bewegen staan hier centraal. Leerlingen die hier sterk in zijn houden van lichamelijke activiteiten, handvaardigheid, toneelspelen en ontwikkelen van fysieke vaardigheden. 6) De naturalistische intelligentie; deze intelligentie is aan de orde als leerlingen natuurlijke verschijnselen observeren, analyseren en vergelijken zoals planten, dieren, wolken en stenen. 7) Inter-persoonlijke intelligentie hierbij zijn communiceren, betrokkenheid, contact hebben, samen dingen uitwisselen en ervaren. Inter-persoonlijke leerlingen genieten van werken en leren met anderen. 8) Intra- persoonlijke intelligentie hierbij zijn denken over gevoelens, stemmingen, herinneringen de kern. Mensen die deze intelligentie bezitten houden van afzondering, stilte en reflectie.

Mei 2009


82


Bijlage 9: Uitslag van de vragenlijst Vraag 1: De leerinhouden staan vast en zijn gekoppeld aan een methode.

Vraag 2: De leerinhouden stel ik zelf samen, afhankelijk van wat de leerling bezig houdt.

Vraag 3: Computers worden in mijn kleutergroep alleen gebruikt om leerlingen kennis te laten maken met ICT.

Mei 2009


83


Vraag 4: Jonge kinderen kunnen in mijn groep zelfstandig werken met verschillende computerprogramma`s.

Vraag 5: Ik ben op de hoogte van de kern - of tussendoelen die ik met ICT kan bereiken.

Vraag 6: Ik weet welke programma´s ik kan gebruiken om kern of tussendoelen te bereiken

Mei 2009


84


Vraag 7: Ik voel mijzelf vaardig om ICT in de klas in te zetten om kern/tussendoelen te bereiken.

Vraag 8: Ik zie ICT als middel om zorgleerlingen te ondersteunen

Vraag 9: Ik weet hoe ik ICT in moet zetten in de klas

Vraag 10: Ik gebruik ICT vooral als ondersteunend middel bij mijn onderwijsaanbod

Mei 2009


85


Vraag 11: Ik zou het fijn vinden als iemand mij kan laten zien hoe ik ICT kan gebruiken om de ontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen.

Vraag 12: Internetgebruik in mijn klas is niet toegestaan

Vraag 13: Internetgebruik moet gefilterd worden voor jonge kinderen

Mei 2009


86


Vraag 14: Ik zie het gebruik van digitale prentenboeken als meerwaarde voor het onderwijs.

Vraag 15: Ik zou ICT meer gebruiken als de materialen goed werken

Mei 2009


87

Masteronderzoek Special Educational Needs Jonge risicokinderen Juf, mogen wij ook op de computer?

Recommend Documents