Master Product Design
Master Product Design
Master Product Design
Inleiding 1. De Master Product Design 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Investering in tijd Diploma Studiekosten Toelating Meer informatie en aanmelden Lectoraten Cross-over benadering Locatie
2. Onderwijsprogramma 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Ontwerpen Ondernemen Onderzoeken
Werkcolleges Workshops Ontwerpateliers Futurelabs Meesterproef Vrije keuze ruimte Professional Development Coaching Voorbeelden ontwerpateliers
Inhoud
Inleiding
Inleiding
Inleiding De Hogeschool Rotterdam start een tweejarige masteropleiding voor productontwerpers met beroepservaring. Centraal hierin: Onderzoeken, Ontwerpen en Ondernemen. Drie gebieden waar studie en praktijk nauw met elkaar zijn verweven. Gericht op kandidaat-masters die een keuze durven te maken: weer gaan studeren naast de praktijk. En op bureaus en bedrijven die energie en praktijkopdrachten willen inbrengen.
1
Rotterdam kiest met de master een eigen positie. De wereld waarin we nu leven, wonen, werken, recreëren is het studiegebied. De vragen die zich daarin voordoen zijn uiterst uiteenlopend. Breedte die wordt gecombineerd met verdieping. Hoe kom je van A naar B zonder nog meer auto’s en nog meer snelwegen? Hoe grijpt een nieuw vervoersconcept in op de infrastructuur (de wegen, de stad)? Wat zijn de vormgevingsconsequenties voor de voertuigen, de laadstations? Hoe ziet convenience shopping er uit als dit voornamelijk interactief plaatsvindt?
De reeks vragen is eindeloos. Waarbij het altijd zo is dat het nooit uitsluitend gaat om de ‘dingen’ zelf, maar vooral om de vraag: wat de ‘dingen’ met de mensen doen. De wereld waarin we nu leven, met alle beperkingen en met alle mogelijkheden die op ons afkomen, zet de agenda voor dit programma. Energie, gezondheidszorg, transport over land, water en in de lucht, verkeer, openbaar vervoer, elk gebied heeft eigen prioriteiten. Dat vraagt om keuzes, niet alleen vanuit design: vanuit alle disciplines. Belangen afwegen, omgaan met tegenstrijdige belangen. Ontwerpen vanuit kansen en bedreigingen, rekening houdend met duurzaamheid, klimaat, milieu en de gebruiker/consument. Orde scheppen in een universum waarin de beperkingen en de mogelijkheden opduiken uit de meest onverwachte hoeken en gaten. Met wisselende ogen kijken naar een probleem, vanuit verschillende perspectieven. In de wetenschap dat er velen met je meekijken over je schouder. Studeren in een programma waar het dagelijks leven en de maatschappij, de agenda zetten. Geen geringe uitdaging.
Complexe vraagstukken, zeer complex. Complexe vraagstukken, zeer complex. Dat stelt eisen aan deze opleiding. En aan de kandidaat masters.
Design is te definiëren als zichtbare intelligente oplossingen voor ingewikkelde ontwerpopgaven. Een masteropleiding die zich concentreert op de geschetste vraagstukken moet een extra dimensie geven aan het begrip complexiteit. Het programma moet problemen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Rotterdam voorziet hierin door verschillende masters bij elkaar te zetten en met elkaar te laten samenwerken. Lectoren, (gast)docenten, bedrijven komen met opdrachten uit de praktijk, studenten betreden elkaars gebied. Ontwerpers worden door deze cross-over benadering geïnspireerd door ondermeer architectuur, landschapsontwerp, interieurontwerp, grafisch design en autonome kunst. De opleiding creëert daarmee een omgeving waarin studenten kennis uitwisselen en interdisciplinair samenwerken. Zij kunnen colleges volgen van verschillende masterprogramma’s en masterclasses en ontwerpprojecten onderling combineren. Het levert een mooie mix op: mensen en zienswijzen die tot in het uiterste kunnen verschillen en hooguit waarden delen. Dat moet het samenwerken wel heel inspirerend maken.
De master in Rotterdam is gebouwd op een stevig fundament, met daarin een centrale rol voor de drie O’s: Onderzoeken, Ontwerpen en Ondernemen. Een extern onderzoek naar het beroepsprofiel van de ‘productontwerper op masterniveau’ levert vijf kerntaken op. Deze kerntaken zijn de pijlers waarop deze master is gebouwd. Research zet opdrachten uit om de ontwerpkwaliteiten te verdiepen en te verbreden. Focus zijn producten en diensten met een maatschappelijke relevantie die hoogwaardig, duurzaam, gebruiksvriendelijk, goed van vorm, produceerbaar en voor de markt interessant zijn.
2
Inleiding
Inleiding
Taken van de productontwerper op masterniveau
Where the Masters meet. Ontmoetingsplaats en kruispunt, omdat de Masters elkaar hier treffen.
3
De opleiding introduceert nieuwe inzichten voor ontwerpprocessen voor sociale en culturele innovatie. Studenten leren er over waardecreatie: de economische, maatschappelijke, historische en emotionele betekenis van vormgeving. De opleiding sluit hiermee nauw aan op de ontwikkelingen in het beroep: ontwerpopgaven die steeds complexer worden, co-creatie en interdisciplinariteit, globalisering, nieuwe technische ontwikkelingen, veranderende productievormen en verschillen in consumentengedrag. Bij Nederlands productontwerp horen design en entrepreneurschap bij elkaar. Ondernemende topontwerpers zoals Nederland er een aantal kent, worden groot omdat ze hun eigen ondernemerschap en creativiteit op een goede manier weten te combineren. De designer als ondernemer, entrepreneur. Er is vraag naar ontwerpers die zelfstandig werken, hun werkomgeving kennen en internationale maatschappelijke ontwikkelingen volgen. Ontwerpers adviseren hun klanten soms ook op sterke en zwakke kanten van hun bedrijf. Om dit met overtuigingskracht te kunnen doen moeten zij beschikken over strategische kennis en advieskwaliteiten. Deze masteropleiding is gebaseerd op een hechte verwevenheid van studeren en werken in de praktijk. De ontwikkeling in de beroepspraktijk werkt als katalysator op de ontwikkeling van de student in het onderwijs en andersom. De student wordt begeleid vanuit de opleiding door docenten, lectoren en senior onderzoekers van de Hogeschool Rotterdam en vanuit de beroepspraktijk- indien mogelijk- door een beroepscoach. Hierdoor ontstaat er een nauwe relatie tussen ontwerpopleiding en beroepenveld. Het onderwijsprogramma bestaat uit werkcolleges, workshops, ontwerpateliers voor complexe ontwerpopgaven, innovatielabs, een meesterproef, vrije keuzeruimte, professional development coaching en leren in de praktijk. De resultaten uit de ateliers en innovatielabs vormen de basis voor de meesterproef. Daarmee leveren studenten Wanneer we onze ambities het bewijs van hun ontwikkeling als als opleiding op het gebied ontwerp professional.
van product design waarmaken, is dit The Masters.
Taken van de productontwerper op masterniveau
1 Ontwerpen, onderzoek en innovatie • het (al dan niet in teamverband) vertalen van complexe ontwerp-vragen in onderscheidende, functionele, gebruikersvriendelijke en produceerbare productontwerpen en product-dienstcombinaties; • het onderzoeken van diverse creatieve en technologische alternatieven voor complexe ontwerpvragen voorafgaand aan de keuze voor een voorlopig ontwerp (prototype); • het onderzoeken en volgen van nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied ten aanzien van materialen, productietechnieken en productielogistiek; • het onderzoeken en toepassen van nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied op productontwerpen.
2 Strategische advisering • gevraagd en ongevraagd adviseren over de betekenis van Product Design voor de strategie van bedrijven in samenwerking met o.a. marketing en communicatieadviseurs (identiteit, communicatie, producten/dienstenaanbod); • vertalen van ontwikkelingen op vakgebied en binnen samenleving in strategische keuzes voor opdrachtgevers; • vertalen van strategische bedrijfskeuzes ten aanzien van bedrijfsimago, producten- en dienstenaanbod in concrete productvoorstellen; • het verhelderen van de vraag van de opdrachtgever: benoemen van de ‘vraag achter de vraag’. 3 Regie en projectmanagement • zorg dragen voor realisatie van productontwikkeling binnen budget en tijd (plannen en organiseren); • betrekken en aansturen van andere disciplines bij productontwikkeling (NB niet alleen top-down); • zorg dragen voor onderlinge afstemming tussen deelnemende disciplines.
4 Bedrijfsvoering en ondernemerschap • (doen) opstellen van (complexe) offertes en begrotingen; • (doen) monitoren van inkomsten en uitgaven; • vertalen van ontwikkelingen op vakgebied en binnen de samenleving in nieuwe productontwerpen; • opstellen van bedrijfs- en businessplannen; • investeren in productontwikkeling c.q. zoeken van financiers voor productontwikkeling.
5 Transfer (kennisontwikkeling en –overdracht) • reflecteren op betekenis, kansen en bedreigingen van nieuwe ontwikkelingen binnen vakgebied en samenleving; • het vertalen en verbinden van actuele technologische kennis met inzichten vanuit sociologie, psychologie, marketing in nieuwe product-markt-combinaties en ontwerpstrategieën; • publiceren in vakbladen; • houden van lezingen en workshops voor vakgenoten, netwerken, opdrachtgevers en leken; • houden van productpresentaties; • les geven aan, coachen van professionals in opleiding, jonge professionals.
4
1. De Master Product Design
1
1. De Master Product Design
De Master Product Design
De Masteropleiding Product Design is een twee jaar durende opleiding. Het is een deeltijdopleiding met een hechte verbinding tussen studie en een relevante werksituatie binnen het beroepsdomein.
1.1 Investering in tijd Eventueel kan de opleiding helpen in het vinden van een geschikte werksituatie. Of in het vinden van een externe beroepscoach in het geval van een ZZP-er. De studiebelasting bedraagt ongeveer 20 uur per week, waarvan één dag en één avond op de opleiding worden doorgebracht. Er zijn wekelijks werkcolleges, workshops en ontwerpateliers. Tevens is er vrije keuzeruimte voor interdisciplinaire activiteiten. In het tweede jaar vindt er een internationale workshop plaats.
1.4 Toelating De opleiding is toegankelijk voor ontwerpers die werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Om toegelaten te worden moet de student beschikken over: • een afgeronde bacheloropleiding op HBO of WO niveau (bijv. Product Design, Industrieel Product Ontwerpen, ontwerpopleiding kunstvakonderwijs) • minimaal twee jaar aantoonbare relevante praktijkervaring in het beroep • een functie als ontwerper in een relevante beroepspraktijk tijdens de duur van de opleiding (0,5 fte) • een positief advies over geschiktheid aan de hand van een afgerond instroomtraject, waarin talent, portfolio en competentieontwikkeling aan bod komen • voldoende beheersing van de Nederlandse en Engelse taal
Het onderwijs is per studiejaar verdeeld in 4 kwartalen van 10 weken. Ieder atelier sluit af met een masterweekend waarbij de transfer van de inhoud van de ateliers naar een casus uit de praktijk plaatsvindt, onder leiding van een toonaangevende ontwerper.
5
1.2 Diploma Aan het eind van de studie levert de student een meesterproef met designonderzoek af. Bij een voldoende beoordeling ontvangt de student een diploma Master Product Design en mag hij de titel Master of Product Design (M PD) voeren. De masteropleiding Product Design is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. 1.3 Studiekosten Het collegegeld voor de studiejaren 2010-2011 en 2011-2012 bedraagt 6700,- euro per schooljaar. Dit is exclusief boeken, studiematerialen en excursies. De opleiding krijgt van de overheid een stimuleringsbijdrage (zgn. tijdelijke bekostiging) die in zes jaar tijd wordt afgebouwd naar nul. Snelle beslissers profiteren hiervan door een lager collegegeld in de eerste twee startjaren. Na 2012 gaat het collegegeld oplopen tot een bedrag dat zeker 2000 tot 3000 euro hoger ligt dan het startjaar. Naast collegegeld maak je kosten van ca. 500,- per jaar voor boeken en andere studiematerialen (zoals zichtmodellen). Het verdient de voorkeur om over een laptop te beschikken. De kosten voor de buitenlandse studiereis bedragen ongeveer 950,- euro. Studiekosten (waaronder ook boeken en studiereizen) zijn fiscaal aftrekbaar voor werknemers (ook ZZPers) via de inkomstenbelasting en zijn vrijgesteld van loonbelasting voor werkgevers. Kijk op belastingdienst.nl, zoekterm ‘studiekosten’. Indien de werkgever niet alle studiekosten wil of kan dragen dan komen werkgever en werknemer vaak tot een verdeling van studiekosten, waarbij ook het beschikbaar stellen van ‘tijd’ door de werkgever kan worden ingebracht.
1.5 Meer informatie en aanmelden Verdere actuele informatie over de masteropleiding Product Design vind je op hogeschoolrotterdam.nl/mpd Voor informatie over inschrijven: Afdeling studievoorlichting & Aansluiting 010 794 4400
[email protected] Voor informatie over de opzet en inhoud van het onderwijs: Ronald van Gils
[email protected]
6
1. De Master Product Design
1. De Master Product Design
De nieuwe onderwijs locatie 1.7 Cross-over benadering De cross-over benadering heeft betrekking op de volgende opleidingen van de Hogeschool Rotterdam:
7
1.6 Lectoraten Bij het praktijkonderzoek van deze masteropleiding zijn verschillende lectoraten van de Hogeschool Rotterdam betrokken: het lectoraat Product Design, het lectoraat voor Innovatie, Energie en Productrealisatie en het lectoraat TransUrban.
• Master Interior Architecture & RetailDesign van de Willem de Kooning Academie • Masters Architectuur en Stedenbouw van de Academie van Bouwkunst van het Instituut voor Bouw- en Bedrijfskunde • Master Industriële Innovatie (in ontwikkeling), een samenwerking tussen Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Zeeland, Fontys Hogescholen en Saxion. • Master of Urban Management & Area Development, een samenwerking tussen Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht en Saxion.
8
1.8 Locatie De RDM Campus - de nieuwe onderwijslocatie op het bedrijfsterrein van de voormalige Rotterdamse Droogdok Maatschappij - biedt studenten laboratoriumachtige faciliteiten voor experiment en vernieuwend ontwerpen. Op de RDM Campus werkt de Hogeschool Rotterdam samen met het Albeda College, de TU Delft en diverse bedrijven. RDM Campus biedt een omgeving voor de ontwikkeling van mensen, producten en diensten voor de creatieve en innovatieve maakindustrie. Duurzaamheid is de rode draad die alle ontwikkelactiviteiten op RDM Campus verbindt. De fysieke nabijheid van opleidingen op verschillende niveaus geeft de mogelijkheid om alle stadia van de productontwikkeling door studenten te laten ervaren: via onderzoek naar ontwerp, engineering, prototyping en nulseries. De Hogeschool Rotterdam biedt Masterstudenten die een eigen bedrijf willen beginnen de kans om zich tijdens hun studie tegen zeer geringe kosten te vestigen op de RDM Campus. Op deze broedplaats voor innovatieve bedrijvigheid, kunnen nieuwe bedrijven aanhaken bij bestaande bedrijven en zo gemakkelijker hun eerste opdracht verwerven. Vanaf de Erasmusbrug en Jobshaven vaart een waterbus naar RDM Campus.
www.rdmcampus.nl
2 .Onderwijsprogramma
9
Ont werp en is onder nem en
2 .Onderwijsprogramma
2 Gericht op taakcluster: strategische advisering; regie en projectmanagement; bedrijfsvoering en ondernemerschap.
Onderwijsprogramma
2.1 Werkcolleges De opleiding draagt bij aan de verdere theoretische fundering en methodologische ontwikkeling van productdesign en entrepreneurschap. In deze colleges komen nieuwe paradigma’s over ontwerpen in een complexe wereld aan de orde. Die hebben te maken met de gevolgen van ontwerpprocessen voor natuurlijke, industriële, culturele en commerciële systemen. Methodiek praktijkgericht onderzoek Kennis van - en vaardigheid in onderzoeksmethoden en - technieken voor praktijkgericht onderzoek . Concept en ideevorming Het design van de 21e eeuw heeft evenzeer betrekking op processen als op producten, op mensen als op dingen.
Programma- en projectmanagement Cases over nieuwe organisatievormen voor designprocessen; cases waarin sociale en culturele innovatie samengaan. Lifecycle engineering De ecologische verantwoorde cyclus van een product, evenals vraagstukken over duurzaamheid. Business of design Design management en strategische marketing. Hoe wordt design benut om ondernemingssucces te creëren?
De taal der dingen Visies op vormgeving in heden en verleden. Wat worden de grammatica en de semantiek van het toekomstige design?
10
Master Product Design
11
12
2 .Onderwijsprogramma
De nieuwe professional
13
2 .Onderwijsprogramma
Gericht op taakcluster: regie en projectmanagement; bedrijfsvoering en ondernemerschap; presenteren, publiceren, doceren.
2.2 Workshops De complexe beroepsuitoefening vraagt een nieuwe professional die interdisciplinair werkt en een externe oriëntatie heeft. Hij bezit de competenties om meer uit zijn vak te halen in een veranderende markt, doet aan relatieonderhoud bij opdrachtgevende partijen, adviseert producerende bedrijven, begeleidt marktafzet, communiceert internationaal en weet zichzelf als ‘personal brand ‘ te vestigen. Tijdens de tweejarige masteropleiding volgt de student zeven praktijkgerichte workshops met een sterk trainingskarakter, waarvoor je relevante werkervaring moet inbrengen.
Work shops
Acquireren Er moet een forse inspanning gepleegd worden om opdrachtgevers, marktpartijen en fabrikanten te motiveren, te bewegen, te overtuigen dat ze bij jou of bij jouw ontwerpbureau aan het juiste adres zijn. Dat vraagt om acquisitievaardigheden. Presenteren Een portfolio en een specifiek productontwerp aan een opdrchtgever presenteren of voor een publiek uitleggen vraagt om professionele vaardigheden. Adviseren De ontwerper in de rol van adviseur in de business of design vraagt om velerlei adviesvaardigheden. Strategische advisering in complexe situaties, belangentegenstellingen hanteren en de expertrol inzetten. Communiceren In de onderscheiden fasen van designprocessen heb je te maken met allerlei betrokkenen. In de workshop worden de communicatievaardigheden onder de loep genomen: welke communicatievormen zijn er en wanneer pas je die toe? Coachend leidinggeven Coaching is een managementstijl die past bij ontwerpbureaus met een weinig hiërarchische organisatie. Wat zijn de essentiële coachingsvaardigheden? Overdracht Ontwerpers dragen hun vakkennis over aan hun medewerkers, collega’s, opdrachtgevers in workshops en onderwijssituaties. Maar goed zijn in je vak, betekent niet vanzelfsprekend dat je ook goed bent in de overdracht ervan.
Onderhandelen Goed onderhandelen kan een ontwerper helpen ontwerpopdrachten te realiseren en ontwerpen in productie te krijgen onder voorwaarden die voor alle partijen gunstig zijn.
14
2 .Onderwijsprogramma
2 .Onderwijsprogramma
Complexe ontwerpopgaven
Gericht op taakcluster: ontwerpen & innovatie; strategische advisering; regie en projectmanagement.
15
2.3 Ontwerpateliers De ontwerpateliers zijn gericht op het verdiepen en verbreden van de ontwerpkwaliteiten van de studenten voor complexe opdrachten. De ontwerpopgaven sluiten aan bij actuele vraagstukken uit de samenleving en komen uit de werkpraktijk (werkgevers) van studenten, via lectoren of worden door de student zelf geïnitieerd. In tenminste één atelier wordt het methodisch uitvoeren van praktijkgericht designonderzoek geoefend en één atelier wordt gecombineerd met een workshop in het buitenland. De studenten kiezen aan welke opdrachten zij een kwartaal of een semester willen werken. In de ateliers wordt individueel en in groepsverband gewerkt, onder begeleiding van docenten met grondige praktijkkennis van de thema’s in de ateliers.
Complexe ontwerpopgaven
Gericht op taakcluster: ontwerpen; strategische advisering en innovatie.
Thema’s voor ontwerpateliers Future Mobility Future mobility richt zich op duurzame oplossingen voor grootschalige mobiliteitsvraagstukken.
Vitale wijken Vitale wijken richt zich op de technologie rondom nieuwe communicatiemiddelen die kan bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen.
Duurzaam stadionpark Het nieuwe ‘Feyenoordstation’ dat gepland is op de Maas moet een multifunctioneel vrijetijdscentrum worden.
2.4 Futurelabs De innovatielabs richten zich op ontwerpinnovaties waarbij designonderzoek uitgangspunt is. Design van de toekomst speelt in op veranderende behoeften van mensen en op nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. De vier innovatielabs hebben tot doel voortdurend te verkennen wat mensen de volgende tien jaar als zinvol en begerenswaardig zullen ervaren, en hoe hiervoor producten en diensten te concipiëren zijn. Design van (duurzame) toekomstproducten De toekomst richt zich op de dienst die een product biedt, niet op het ‘bezit’. Dit lab onderzoekt wat dit betekent voor de ontwerper en de ‘producten’.
Kleur, vorm en materiaal Vorm, kleur, materiaalgebruik en tactiliteit zijn van invloed op producten en diensten waarmee mensen een sociaal-psycholgische relatie onderhouden. Masterclasses van toonaangevende ontwerpers en entrepreneurs waarin de student feedback krijgt op de esthetische, maatschappelijk en economische betekenis van zijn ontwerp.
Design for all Sluit aan bij de ontwerpfilosofie van het eerste lab, en is specifiek gericht op producten die voor alle mogelijke gebruikers (mindervaliden én validen) prettig in het gebruik zijn.
16
2 .Onderwijsprogramma
2 .Onderwijsprogramma
Gericht op taakcluster: presenteren, publiceren, doceren.
2.5 Meesterproef De Meesterproef vormt het afstudeerproject met als elementen een praktijkgericht onderzoek en design-entrepreneurschap. De Meesterproef dient publicabel te zijn en wordt beoordeeld aan de hand van de volgende eigenschappen: innovatie van de designpraktijk; entrepreneurschap; design management en marktbetekenis; designresearch en literatuuronderzoek; professionele competenties van de ondernemende ontwerper.
17
Praktijkgericht designonderzoek Het onderzoek richt zich op ontwerpprocessen, business models, design management en maatschappelijke ontwikkelingen die voor productdesign van belang zijn. Het eindproduct dient een publicabel, methodisch verantwoord onderzoek te zijn.
Gericht op taakcluster: presenteren, publiceren, doceren. Concretisering in ontwerp- en ondernemersoplossingen Resultaat is een verslag over een ontwerpproces, waarin inzicht wordt gegeven in het gehele proces van idee en conceptvorming naar uitwerking tot een product-dienst-ondernemersplan.
2.6 Vrije keuze ruimte Deze vrije keuze ruimte is bij uitstek bedoeld om cross-overs te maken naar de aanverwante masteropleidingen binnen de Hogeschool Rotterdam. Zij kunnen deze vrije keuze ruimte benutten voor het volgen van de Summerschool, voor Masterclasses samen met andere Masteropleidingen, voor internationale activiteiten, voor binnen– en buitenlandse werkbezoeken e.d.
Prospectus Professional Development Coaching 2.7 Professional Development Coaching De opleiding biedt begeleiding aan studenten opdat de studie zo efficiënt en effectief mogelijk verloopt en aansluit bij de leerwensen van de student. Dat heeft betrekking op de inhoudelijke samenhang van het gekozen studieprogramma in relatie tot de eigen werkpraktijk, de studieplanning, de controle op de resultaten en de studievoortgang. Gezien het masterkarakter spreekt de opleiding liever over de professionele ontwikkeling i.p.v. studiebegeleiding. Voor deze vorm van monitoren en adviseren, krijgt iedere student tijdens de gehele looptijd van de studie een coach toegewezen. Prospectus Meer informatie over de onderdelen van het programma vind je in de Prospectus. Deze kan aangevraagd worden als hardcopy of worden gedownload via de website.
18
2 .Onderwijsprogramma
2.8 Voorbeelden van ontwerpateliers
2 .Onderwijsprogramma
Future mobility Ondernemen: Vervoerssysteem als businessmodel. Het is een project met een complexe sociale, economische en technische context waarbij de verschillende disciplines elkaar doorkruisen en waarbij moet rekening moet worden gehouden met politieke en bedrijfsmatige aspecten. In feite moet het totale systeem worden ontworpen als een onderneming, waarbij de belangen van de verschillende belanghebbenden worden vertaald naar gewenste waardecreatie, een businessmodel dat inzichtelijk maakt hoe kosten en opbrengsten zich tot elkaar verhouden. Het is juist deze ‘ondernemerskant’ bij een dergelijke complexe opgave die ontwerpers onvoldoende beheersen maar die wel cruciaal is voor het kunnen bedenken van overtuigende ontwerpoplossingen en het op niveau kunnen communiceren met en adviseren van de betrokken partijen.
Future mobility richt zich op duurzame oplossingen voor grootschalige mobiliteitsvraagstukken. Met het gegeven van toenemende mobiliteit en de randvoorwaarde dat deze gerealiseerd moet worden binnen de verantwoorde kaders voor mens en milieu ligt de uitdaging voor het ontwerp en de realisatie van de toekomstige mobiliteitssystemen.
19
Betrokken partijen: Aanleiding/context: Rotterdam Climate Initiative (RCI)/ Eneco/ Future mobility omhelst een grootschalig Hogeschool Rotterdam/ Ontwikkelingsproject dat zich in de breedste zin van het bureau Rotterdam (OBR) woord richt op duurzame oplossingen voor mobiliteitsvraagstukken. In het gegeven van de toenemende mobiliteit en de randvoorwaarde dat deze gerealiseerd moet worden binnen de verantwoorde kaders voor mens en milieu ligt de uitdaging voor het ontwerp en de realisatie van de toekomstige mobiliteitssystemen. De reikwijdte van de ontwerpvraagstukken is zowel internationaal, nationaal als regionaal. Het sluit onder andere aan bij de doelstelling van Het Rotterdam Climate Initiative namelijk om in 2025 voor de stad Rotterdam een CO2 emissiereductie van 50% te realiseren. Één van de oplossingen is het inzetten van elektrisch vervoer (met name utiliteitsvervoer, vracht en personen) in het centrum van de stad. De opgave: Hoe kunnen vracht en personenvervoer worden vervangen door emissievrije oplossingen? Het totale systeem moet een samenhangende infrastructuur zijn, een totaalontwerp van dienstverlening en de vervoersmidddelen, voor vracht , groepsvervoer, en individueel vervoer, inclusief de infrastructuur voor elektrische oplaadstations. Een complexe vraagstelling met tegenstrijdige belangen van verschillende stakeholders. Bij het oplossen van een degelijke opgave dienen ontwerpers te denken op strategisch systeemniveau, terwijl ook op productniveau de fysieke vervoersmiddelen, oplaadstations en infrastructuur ontwikkeld en vormgegeven dienen te worden. Onderzoeken: Typisch een project dat vraagt om praktijkgericht designonderzoek. Op systeemniveau moet worden nagedacht over de vervoersbehoeften van de verschillende partijen: wie, wat, hoe en wanneer, zowel zware goederen als individuele personen. Onderzoek is nodig naar de verschillende soorten mobiliteitsbehoeften waarna per categorie verdergaand onderzoek plaatsvindt. Benchmarking: bestaan er al dergelijk vervoerssystemen in de wereld, op papier en gerealiseerd, wat zijn de sterke en zwakke punten in de realiteit. Technologie: bij welke vervoer is de grootste emissiewinst te behalen. Infrastructuur: welke knelpunten ontstaan er in de infrastructuur? Hoe gaat de overgang van ‘normaal’ vervoer naar emissieloos? Maar ook op productniveau is onderzoek de basis voor het vormgeven: welke betekenis geeft de gebruiker aan de vormgeving van elektrische vervoersmiddelen, hoe kan de vormgeving bijdragen aan een positief imago c.q. acceptatie?
20 Ontwerpen: vanuit verschillende (ontwerp)disciplines. Het totale vervoerssysteem is een samenhangend geheel van producten en diensten. Uiteindelijk zullen op productniveau objecten worden ontworpen vanuit diverse disciplines. De voertuigen zelf: voor enkele personen, groepsvervoer, maar ook vracht, vuilnis, post. Wat te denken van een emissieloze brandweerwagen of ambulance? Daarnaast is er het vaste gegeven van de elektrische oplaadstations, hoe zie deze eruit, waar worden ze geplaatst, in hoeverre kan met het ‘normale’ 220 net worden voldaan? Gaat het om meerdere soorten laadstations (vergelijk personen versus vracht)? Verschillende disciplines zullen samenwerken om de diverse ontwerpen te realiseren:
Inter nationaal • Productontwerpen (het ontwerp van de voertuigen en laadstations, inclusief bedieningsaspecten); • Stedenbouw (infrastructuur, waar plaats je laadstations); • Autotechniek (technisch ontwerp) en elektrotechniek (laadstations); • Communicatie (hoe vind je draagvlak bij bedrijfsleven en maatschappij, hoe creëer je een positief imago).
Internationale samenwerking: Emissievrije mobiliteit is een vraagstuk dat voor alle grote steden actueel is. Door de nauwe band tussen de stad Rotterdam en Sjanghai (zuster-havensteden) zijn er structurele samenwerkingsovereenkomsten met universiteiten in Sjanghai. Binnen dit project zal er een workshop plaatsvinden waar studenten uit China en Nederland samen aan deze mobiliteitsvraagstukken werken, beide vanuit hun eigen context waarbij ontstaan nieuwe gezichtpunten voor beide partijen: zowel in de onderzoeksfase als ontwerpfase kan deze internationale kruisbestuiving als katalysator werken.
2 .Onderwijsprogramma
2 .Onderwijsprogramma
Vitale wijken Vitale wijken richt zich op de technologie rondom nieuwe communicatiemiddelen die kan bijdragen aan de kwaliteit van het leven van ouderen.
Vitale wijken Betrokken partijen Nationaal Programma Ouderenzorg, Woningcorporatie(s), Zorginstelling(en), Gemeente Rotterdam, Diverse lectoraten Hogeschool Rotterdam
Samenwerking
Algemeen “Vitale Wijken” is een programma waarin wordt onderzocht en uitgeprobeerd hoe technologie, en met name die rondom nieuwe communicatiemiddelen, kan bijdragen aan het kwaliteit van leven, welbevinden, gezondheid en participatie van ouderen.
21
Onderzoeken: Vragen van diverse stakeholders Dit project vraagt om praktijkgericht designonderzoek. Op systeemniveau moet worden nagedacht over de verschillende behoeften en eisen van stakeholders: niet alleen de gebruikers, maar ook hulp- en zorgverleners, familie en kennissen, woningcorporaties, verzekeraars etc. Ontwerpoplossingen moeten, in samenwerking met diverse andere specialisten, worden uitgevoerd en getest, zodat vragen kunnen worden beantwoord als:
• Draagt het bieden van nieuwe communicatiemogelijkheden bij aan de kwaliteit van leven, welbevinden, participatie en tevredenheid over de zorg, van kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers? • Welke gevolgen heeft het implementeren van nieuwe communicatiemogelijkheden voor het verlenen van de zorg?
Ondernemen: De businesskant van innovaties in ouderenzorg Hoofdvraag: Welk business-/verdienmodel wordt gehanteerd, worden processen daadwerkelijk efficiënter en effectiever? Wat zijn de kosten, wat de opbrengsten? Het is een project met een complexe sociale, economische en technische context waarbij de verschillende disciplines elkaar doorkruisen en waarbij rekening moet worden gehouden met politieke, sociale en bedrijfsmatige aspecten. De zorgwereld is zich bedrijfseconomisch en organisatorisch momenteel in hoog tempo aan het ontwikkelen, vooral als gevolg van de veelgenoemde “marktwerking in de zorg”. De zorg wordt steeds meer een “normale” markt van vraag en aanbod met een veelheid aan producten en klantwensen. Het te ontwikkelen systeem moet hierin passen en het is juist deze ‘ondernemerskant’ die cruciaal is voor het kunnen bedenken van overtuigende ontwerpoplossingen en het op niveau kunnen communiceren met en adviseren van de betrokken partijen.
Ontwerpen: Het bieden van bruikbare oplossingen die waarde toevoegen Op productniveau is onderzoek de basis voor het vormgeven: welke betekenis geeft de gebruiker aan de vormgeving van communicatiemiddelen en interfaces, hoe ervaart hij dit en hoe kan de vormgeving bijdragen aan een positief imago c.q. acceptatie? Ontwerpoplossingen moeten bruikbaar zijn voor een specifieke doelgroep met zeer diverse beperkingen en wensen; installatie, instructie en onderhoud zijn zeer belangrijk.
Samenwerking tussen verschillende (ontwerp)disciplines • Productontwerpen (het ontwerp van de • Sociale disciplines (Bestrijden van communicatiemiddelen en interfaces, eenzaamheid, bevorderen contact met passen bij een doelgroep met specifieke familie en kennissen, verminderen behoeften en beperkingen), afhankelijkheid van hulpverleners etc.) • Ethiek (Oplossen van privacy-issues, veiligheidsaspecten, ongewenste afhankelijkheid, etc.)
• ICT (Ontwerpen van en kiezen voor de juiste communicatietechnologie, informatietechnologie, systemen en protocollen)
• Bouwkunde / architectuur / installatietechniek (Toepassen van nieuwe technologie in levensloopbestendige woningen, combinatie met bestaande systemen of andere toepassingen)
• Zorg (Verbeteren van medicatie, noodhulpverlening, therapieën, etc.)
Internationale samenwerking In verschillende Europese landen lopen soortgelijke projecten, waaruit inspiratie en kennis kan worden opgedaan en waarmee ervaringen kunnen worden uitgewisseld.
22
2 .Onderwijsprogramma
2 .Onderwijsprogramma
Duurzaam stadion park Het nieuwe ‘Feyenoordstation ’ dat gepland is op de Maas moet een multifunctioneel vrijetijdscentrum worden. Typisch een project waarbij de disciplines elkaar doorkruisen: infrastructuur, stedenbouw, architectuur, interieur ontwerp, vrijetijdsmanagement, product ontwerp, communicatie. Betrokken partijen: Ingenieursbureau DHV, Rotterdam Climate Initiative (RCI), Hogeschool Rotterdam, Ontwikkelingsbureau Rotterdam (OBR), Voetbalclub Feyenoord
23
De opgave: Het nieuwe ‘Feyenoordstation ’ dat gepland is op de Maas moet een multifunctioneel vrijetijdscentrum worden. Zo zijn er ideeën in richting van een permanente 365dagen schaatsbaan. Kernwoorden: Energie neutraal, Optimaal watersysteem, Intensief ruimtegebruik, materialen en afval, Duurzame mobiliteit, Nieuwe levendigheid, Duurzame gebouwen, Flexibiliteit. Typisch een project waarbij de disciplines elkaar doorkruisen: infrastructuur, stedenbouw, architectuur, interieur ontwerp, vrijetijdsmanagement, product ontwerp, communicatie. Duurzaamheid als pijler: Duurzaam hoeft niet noodzakelijk over minder energie te gaan. Het kan ook gaat over Innovatieve ideeën voor duurzame vrijetijdsbesteding, zoals bijvoorbeeld het ‘formula zero’ concept, kart-racen op basis van emissievrije waterstoftechniek. Duurzaamheid is een vanzelfsprekende randvoorwaarde bij het onderzoek, ontwerp en ondernemen rondom het Stadionpark. Onderzoeken: Praktijkgericht onderzoek heeft tot doel om vanuit bestaande oplossingen een analyse te maken van deze complexe probleemstelling. Ontwerpgericht onderzoek heeft tot doel vanuit onderzoek te komen tot vernieuwende ontwerpoplossingen. Hierbij gaat het om onderzoeksvragen zoals: • Het in kaart brengen van trends, kansen en scenario’s rondom sport & leisure complexen; • Uitvoeren van een benchmark studie waarbij gelijksoortige reeds bestaande sport & leisure complexen over de hele wereld worden geïnventariseerd en vergeleken; • Waar zijn besparingen mogelijk op energie,water en afval? Een 365 dagen schaatsbaan: hoe los je daarbij het energievraagstuk op? • Afval als special issue: de hoeveelheid is hoger in de vrije tijd sector, hoe kun je C2C meenemen in het ontwerp van o.a. horeca? • Betekent duurzaam inrichten ook meer beleving voor gebruikers? • Waar haalt de gebruiker een extra stuk beleving uit? • Duurzaam beheer van sportvelden (onderhoud grasmat, licht enz) • Wat houdt het milieukeurmerk in voor sport & leisure: EMAS (internationaal)? • Hoe zorg je dat ruimte Multi-inzetbaar is, bijvoorbeeld de parkeerplaatsen die alleen benut worden als er een voetbalwedstrijd is?
Ondernemen: ‘Sport en Leisure’ wordt gezien als nieuwe pijler van de stadseconomie. Motto van deze pijler is: Rotterdam city of youth, sports and talents. Sport is niet alleen wat we doen en kijken, het is ook onderzoek, onderwijs, productvernieuwing, financiering, marketing Try&buy, promotie, sponsoring enz. Bij het ontwerpen van een dergelijk grootschalig complex moet je als ontwerper continu doordrongen zijn van de ondernemersaspecten die spelen op verschillende niveaus. Op welke wijze kan er waarde worden gecreëerd voor de essentiële stakeholders? Hoe maak je deze waardecreatie inzichtelijk en hoe vertaal je dat naar businessmodellen? Op welke wijze gaat dit stadion zich als onderneming organiseren en hoe positioneert deze onderneming zich in de markt? Welke communicatiemodellen horen daarbij? En wat betekent dit allemaal voor het daadwerkelijke ontwerp?
Ondernemen Ontwerpen: De technische, economische, culturele, sociale & maatschappelijke uitgangspunten dienen vertaald te worden naar een overkoepelend functioneel ontwerp. Dit vraagt een interdisciplinaire aanpak waarbij vanuit ontwerpgericht onderzoek tot ontwerpoplossingen wordt gekomen. Aandachtpunten bij het ontwerpen vormen aspecten als: Bereikbaarheid; Logistieke verplaatsing; Veiligheid; Energie verbruik; Multiinzetbaarheid. De ontwerper zal hierbij een grote uitdaging hebben in de communicatie van zijn ontwerpen richting de stakeholders. Hij/zij zal in staat moeten zijn om over te brengen op welke wijze vormgeving waarde creëert en hoe dit resulteert in economische waarde: dat iets mooi is, is niet genoeg. De ontwerper op masterniveau kan dit ongrijpbare proces communiceren naar opdrachtgevers en daarbij op gelijk niveau meepraten over de ondernemersaspecten die meespelen bij ontwerpbeslissingen.
Ontwerpen
24
Meer informatie en aanmelden Actuele informatie over de masteropleiding Product Design vind je op hogeschoolrotterdam.nl/mpd Voor informatie over inschrijven: Afdeling studievoorlichting & Aansluiting 010 794 4400
[email protected] Voor informatie over de opzet en inhoud van het onderwijs: Ronald van Gils
[email protected]
hogeschoolrotterdam.nl/mpd