Mark Wijmans BIM naar de uitvoering
BIM naar de uitvoering
Mark Wijmans Printversie vrijdag 12 juli 2013 Versie 2.0
Roeleveld-Sikkes Architects Architecten Architectenbureau Persoonlijk begeleider: dhr. G. Slappendel en dhr. E. Versluys Alexanderstraat 1 2514 JL Den Haag Tel: 070 - 346 9508 Fax: 070 - 361 7442
De Haagse Hogeschool Academie voor Technology, Innovation & Society Bouwkunde persoonlijk begeleider: E.J. (Eric) Schrijver Johanna Westerdijkplein 75 2521 EN Den Haag Postbus 13336, 2501 EH, Den Haag Tel: 070 - 445 8888 Fax: 070 - 445 7775
1
Voorwoord e
Dit rapport, BIM naar de uitvoering heb ik geschreven in het kader van mijn functie als 4 jaar HBO bouwkunde student aan de Haagse Hogeschool, en mijn verdieping in het begrip BIM in de bouwwereld. Het vormt het resultaat van een onderzoek dat ik heb verricht op het bureau van Roeleveld-Sikkes Architects. Mijn interesse in BIM vloeit voort uit mijn stageperiode van mijn opleiding. De term BIM circuleerde al enige tijd rond in de praktijk van bouwkunde. Ik heb daarom besloten een onderzoek te doen ter invulling van een minorrruimte. Dit onderzoek was vervolgens aanleiding om een stage-minor te volgen bij Roeleveld-Sikkes, wat ook bestond uit een onderzoek in BIM. Ik ben er van overtuigd dat kennis van BIM een extra stap in de goede richting is voor afgestudeerde bouwkunde studenten. Er is een vraag naar BIM kennis in de bouw vanwege de groeiende belangstelling voor het begrip. Tot slot vermeld ik dat dit rapport tot stand is gekomen dankzij suggesties en ondersteuning van het bureau dat het onderzoek mogelijk maakte, Roeleveld-Sikkes Architects. Mijn dank gaat bij deze uit naar de werknemers van dit bureau voor het delen van hun kennis en tijd. Daarnaast bedank ik in het bijzonder Gerwin Slappendel, Egor Versluys en Eric Schrijver, die de taak op zich hebben genomen om mij te begeleiden bij het onderzoek.
2
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................................. 2 Samenvatting .......................................................................................................................................................... 4 Inleiding................................................................................................................................................................... 5 1.
2.
Wat is BIM? ..................................................................................................................................................... 6 1.1.
Afkorting en definitie ............................................................................................................................. 6
1.2.
Doel van BIM ......................................................................................................................................... 7
1.3.
3D versus 2D .......................................................................................................................................... 7
1.4.
Interoperabiliteit ................................................................................................................................... 8
1.5.
Big BIM, little BIM .................................................................................................................................. 9
1.6.
Hype Cycle ............................................................................................................................................. 9
Samenwerkingsverbanden ............................................................................................................................ 11 2.1. disciplines en sub disciplines in de bouw .................................................................................................. 11 2.1.1. Subtaken ............................................................................................................................................. 11 2.1.2. De taken als disciplines ....................................................................................................................... 12
3.
2.2.
Schematische weergave samenwerkingsverbanden ........................................................................... 14
2.3.
Informatie stromenschema’s bij de samenwerkingsverbanden ......................................................... 16
Contact met de uitvoering ............................................................................................................................ 18 3.1. BAM ........................................................................................................................................................... 18
4.
3.2.
Bouwend Nederland ............................................................................................................................ 19
3.3.
Brinkgroep ........................................................................................................................................... 19
3.4.
Conclusie.............................................................................................................................................. 20
Test ................................................................................................................................................................ 21 4.1. Het test model ........................................................................................................................................... 21
5.
4.2.
IBIS4BIM .............................................................................................................................................. 22
4.3.
Voorwaarden van Brink ....................................................................................................................... 23
4.4.
Testresultaten ...................................................................................................................................... 24
4.4.1.
Toelichting van de test .................................................................................................................... 24
4.4.2.
Opmerkingen van Brink ................................................................................................................... 25
Conclusie ......................................................................................................................................................... 1
Bronnenlijst ............................................................................................................................................................. 2
3
Samenvatting Om BIM (Building Information Model) goed te benutten dient een digitaal 3D model van het te bouwen bouwwerk gebruikt te worden om de informatie van dit bouwwerk uit te wisselen. Dit is informatie zoals het ontwerp, de kosten, de planning en eventueel onderhoudsprognose. Dit model kan binnen een bedrijfsorganisatie gebruikt worden (little BIM), maar ideaal gezien wordt het gebruikt om informatie uit te wisselen met overige partijen in de bouw (big BIM) zoals aannemers, architecten, adviseurs en opdrachtgevers. Om de samenwerking met de uitvoering vanuit de architect met BIM te bevorderen moet duidelijk zijn of de werkwijze van de architect aangepast kan worden, om het gebruik van BIM tussen de architect en de uitvoering te stimuleren. Hiervoor kan gekeken worden naar taken van de uitvoering zoals planning, calculatie en werkvoorbereiding. Deze taken komen in verschillende samenwerkingsverbanden tussen architect en uitvoering qua verantwoordelijkheid verschillend voor. Vaak vallen zij onder de verantwoordelijkheid van de aannemer. Er vindt een wisselwerking van informatiestroming plaats bij deze taken tussen de disciplines architect en aannemer. Uit toenadering tot de uitvoering blijkt dat deze nog niet geheel open staat voor samenwerking met BIM met de architect. Het blijkt dat onderdelen binnen bedrijven van de uitvoering, met name calculators, zich nog comfortabel voelen bij traditionele werkmethode. Zij zien nog geen zichtbare voordelen om deze werkmethode aan te passen door BIM te gaan gebruiken. Echter geven zij wel te kennen dat BIM voordelen kan bieden op het gebied van werkvoorbereiding. Met behulp van clash control kunnen fouten in het ontwerp die tijdens de werkvoorbereiding worden ontdekt, en dus faalkosten opleveren, in een eerder stadium worden opgelost. Dit blijkt een groot voordeel van BIM voor de uitvoering. De calculatie in de uitvoering is bereid om een samenwerking aan te gaan met een ontwerpende partij om uit te zoeken hoe de BIM samenwerking kan worden bevorderd. Zij kunnen de ontwerpende partij vertellen hoe zij een BIM model aangeleverd willen krijgen. Met een handleiding is duidelijk geworden hoe een model moet zijn opgezet zodat deze door de calculerende partij kan worden uitgelezen, zodat zij een berekening kunnen uitvoeren. Na het aanpassen van een door Roeleveld-Sikkes Architects ontworpen model volgens deze handleiding is een test met Brink uitgevoerd. Uit deze test bleek dat het model verder aangepast dient te worden. Deze aanpassingen zijn niet heel complex, en kunnen relatief eenvoudig worden gedaan. Zodra het model is geoptimaliseerd, kan Brink eenvoudig een gewenste begroting opstellen van dit model. Dit scheelt aanzienlijk in tijd en moeite in vergelijking met de traditionele tekenpakketten en documenten.
4
Inleiding In de bouw komen verschillende disciplines voor zoals architecten, aannemers, adviseurs en opdrachtgevers, die ieder een eigen taak en eigen werkmethode hebben. Uiteindelijk moeten deze disciplines hun kennis en ervaringen delen om samen tot een resultaat te komen. Deze samenwerking is zeer complex. Dit komt door de grote hoeveelheid informatie, de kosten daarvan en juridische eigenschappen. Hierdoor is dit geen kwestie van een boek overhandigen, maar van het leveren van de juiste informatie, op de juiste manier op de juiste tijd. Building Information Model, kortgezegd BIM, is een werkmethode bij partijen in de bouw die samenwerking, en dus het uitwisselen van kennis en informatie, effectiever moet maken. Waar het traditioneel neerkomt op het leveren van documenten en tekenpakketten, kan met BIM een digitaal, informatie dragend model worden gebruikt. Bij Roeleveld-Sikkes Architects is BIM al enige jaren bekend. Zij werken samen met adviseurs op het gebied van constructie en installatie met BIM. Dit blijkt een goede samenwerking, en is voor Roeleveld-Sikkes Architects een reden om te zoeken naar samenwerkingen met overige disciplines in de bouw met BIM. Het gaat dan om disciplines die gericht zijn op de uitvoering in de bouw. Om deze samenwerking aan te gaan is het belangrijk om te weten hoe deze partijen met BIM willen samenwerken, zodat een eventuele samenwerking kan worden geoptimaliseerd. In dit rapport wordt een onderzoek beschreven dat is gericht op deze afstemming van samenwerking tussen Roeleveld-Sikkes Architects en uitvoerende partijen. Dit onderzoek is gericht op een drietal taken die voorkomen in de uitvoering van de bouw; planning, werkvoorbereiding en calculatie. Het onderzoek is gericht op samenwerking met uitvoerende partijen. Daarom is er veelvuldig contact geweest met deze partijen. Dankzij het netwerk aan contacten van Roeleveld-Sikkes was het mogelijk om verschillende partijen uit de bouw, waaronder grote namen zoals BAM en Bouwend Nederland, te spreken. Deze gesprekken waren naast een zelfstandig literatuur onderzoek onderdeel van het gehele onderzoek. Roeleveld-Sikkes Architects is benieuwd hoe zij haar diensten in het kader van BIM kan bevorderen, om een samenwerking met een uitvoerende partij op het gebied van één of meerdere van de drie bovengenoemde taken. Dit rapport geeft antwoord op die vraag. Het rapport vertelt eerst inleidende informatie over BIM. Wat is BIM, hoe werkt het en wat is het doel. Vervolgens vertelt het rapport in hoofdstuk 2 hoe bepaalde bedrijven in de bouw samenwerken in verschillende organisatievormen. Hoofdstuk 3 gaat in op het contact dat is gehouden met de uitvoering. De uitvoerende partijen weten hoe zij informatie willen ontvangen. Dit is daarom belangrijk voor het onderzoek. Uiteindelijk gaat hoofdstuk 4 in op een test die is uitgevoerd met een calculatiebureau. Deze test laat uiteindelijk zien op wat voor gebieden een samenwerking met dit bureau middels BIM kan worden verbeterd.
5
1. Wat is BIM? Dit inleidende hoofdstuk introduceert BIM. Het vertelt beknopt wat BIM is en wat de bedoeling is van BIM. Zo worden onduidelijkheden in de volgende hoofdstukken, die dieper ingaan op een gebied van BIM, voorkomen. Daarom is het belangrijk om te weten wat het onderwerp in kwestie eigenlijk is.
1.1.
Afkorting en definitie
BIM staat voor Building Information Model, ook wel bouw informatie model genoemd of bouwwerk informatie model. Het komt op hetzelfde neer. Een BIM is (veelal) een digitaal 3D model dat wordt gebruikt in de bouw om informatie uit te wisselen. Deze informatie bestaat uit de kennis over het gebouw dat nodig is om het gebouw te realiseren en, tegenwoordig steeds vaker, ook te onderhouden. Hierbij kan men denken aan informatie zoals het bestek, begroting, planning, meerjaren onderhoudsprognose, etc. afhangend van de contractvorm met de bouwpartners wordt deze informatie in een bepaald stadium aan het model gekoppeld. Meer hierover in hoofdstuk 2. De afkorting BIM vat drie termen samen; Building, Information en Model. Voor het leesgemak, en om onduidelijkheden te voorkomen, wordt in dit rapport deze vaste definitie aangehouden. Building staat letterlijk vertaald voor gebouw, of bouwwerk. Het gaat hier om het te realiseren bouwwerk. In de bouwkunde wordt dan gesproken over woningen en utiliteitsbouw zoals scholen, ziekenhuizen, overheidsgebouwen etc. Information beslaat de informatie van een dergelijk bouwwerk. Om een gebouw te ontwerpen en te realiseren is een grote hoeveelheid informatie vereist zoals afmetingen, materiaal, kosten, bouwtijd, bouwmethode en eigenlijk alle andere randvoorwaarden en eigenschappen die men kan bedenken bij een te bouwen bouwwerk. Model is een digitale 3D versie van het gebouw (building) dat de eigenschappen van het ontwerp (information) bevat. Dit model wordt vrijwel altijd door de architect ontworpen. Zoals bij een traditioneel ontwerpproces is dit model, net als een schets, VO, DO en bestek, een vertaling van het programma van eisen in volumes en materiaal. Waarbij een traditioneel ontwerp de informatie in losse documenten/bestanden werd aangeleverd, is bij BIM al deze informatie in het model verwerkt. Een BIM kan met meerdere tools gemaakt worden. Er zijn verscheidene programma’s om te modelleren. Voor BIM is het echter belangrijk dat er informatie gekoppeld kan worden aan het model. Het programma moet deze mogelijkheid dus bieden. Er zijn vele soorten softwarepakketten, maar men kan denken aan Autodesk, Graphisoft en Tekla als grote softwaremakers voor respectievelijk Revit, ArchiCAD en het gelijknamige softwarepakket Tekla.
6
1.2.
Doel van BIM
Het doel van BIM is om informatie effectiever over te brengen van de één naar de andere partij binnen een bouworganisatievorm, om zo faalkosten te reduceren. Dit kan door het model zelf uit te wisselen of door meerdere partijen in hetzelfde model te laten werken. Om hier een beeld bij te krijgen kan men reflecteren op het traditionele proces. Bij het traditionele proces wordt bijv. door de architect een VO gemaakt. Dit VO wordt voorgelegd aan een adviseur voor een constructieplan en een installatieplan. Dit wordt vervolgens overgedragen aan de architect die dit als een vorm feedback verwerkt in het VO, naar een DO niveau. Deze uitwisseling met andere partijen gebeurt met documenten, email, telefoon en overige communicatiemiddelen. Als er ondertussen wijzigingen worden gemaakt in de documenten, kan deze informatie verloren gaan bij partijen als hier niet goed op wordt gelet.
Bij BIM wordt het model zelf gebruikt om de informatie over te brengen. Adviseurs kunnen hun constructie- en installatieplan verwerken in het model. Zo hoeft de architect dat niet te doen vanuit een los document. Eventuele knelpunten, zoals conflicten tussen onderdelen van de constructeur en de installateur, kunnen direct verholpen worden door een partij. Daarnaast is er ook de mogelijkheid dat het model op één centraal punt staat en dat de partijen in één en hetzelfde model hun werk leveren.
Op deze manier wordt nodig verkeer van de informatie verminderd, wordt het meer centraal gehouden en worden wijzigingen sneller duidelijk voor betrokken partijen. Dankzij deze eigenschappen neemt de kans op fouten af, en dus ook de hoeveelheid faalkosten.
1.3.
3D versus 2D
Tot nu toe is duidelijk dat het model een informatiedrager is. Daarnaast is ook meerdere malen gesteld dat het een 3D model is. Waarom is dat? Een 2D tekening zou immers ook de nodige informatie kunnen dragen. Het grote voordeel van 3D is dat een model een hele tekening van het ontwerp in één model is. In 2D moeten plattegronden, doorsneden en aanzichten los van elkaar getekend worden. Ook dit kan voor de nodige fouten zorgen zoals inconsequent tekenen, of simpelweg slordigheden naarmate het aantal losse tekeningen, en de informatie per tekening, toeneemt. Met BIM wordt één gebouw in 3D getekend, waar deze tekeningen uit gehaald kunnen worden op gewenst niveau. Daarnaast geeft een 3D model een veel betere impressie van het ontwerp. Men kan al in een vroeg stadium zien hoe de volumes zich vertalen naar de werkelijkheid. Een 2D aanzicht is soms lastig te relativeren terwijl een perspectief weergave met zonnestand, schaduwen en overige realistische aspecten van het model een duidelijk beeld geeft van het ontwerp. Vooral voor personen of partijen die niet gespecialiseerd zijn in bouwkunde, zoals sommige opdrachtgevers, is dit een groot voordeel. Zij kunnen hiermee beter oordelen of het ontwerp voldoet aan de door hen opgestelde eisen op het gebied van o.a. esthetica. 7
1.4.
Interoperabiliteit
De bouw bestaat uit samenwerken. Verschillende partijen in de bouw moeten hun kennis en ervaring met elkaar delen om uiteindelijk een bouwwerk te realiseren. Op traditionele wijze gebeurt dit op verschillende manieren. Via verschillende media wordt de informatie overgedragen, of soms persoonlijk. Met BIM is er streven om dit anders te doen. Partijen dienen hun informatie in het model toe te voegen, en/of uit te lezen. Echter gebruiken verschillende partijen verschillende softwarepakketten. Aangezien licenties van deze pakketten erg kostbaar zijn, is het ondenkbaar om partijen andere pakketten te laten gebruiken voor BIM. Om de samenwerking met verschillende softwarepakketten te bevorderen is er een interoperabiliteitssysteem ontwikkeld. Een programma is compatibel met een ander programma als zij elkaars output kunnen inlezen. Een .doc bestand is bijv. compatibel met Microsoft Word, maar niet met Iworks Pages van Mac. Er zijn weliswaar manieren om het .doc bestand toch uit te lezen, maar van oorsprong zijn ze niet met elkaar compatibel. Dit geldt ook voor bijv. .dwg bestanden voor Revit. Deze zijn van oorsprong niet uit te lezen in bijv. ArchiCAD. Dit is echter wel noodzakelijk als partijen willen samenwerken die verschillende pakketten gebruiken. Hiervoor is IFC ontwikkeld. IFC staat voor Industry Foundation Classes en wordt ontwikkeld in de Verenigde Staten door BuildingSMART, voormalig IAI (International Alliance of Interoperability). Deze organisatie van aangesloten bedrijven ontwikkelt IFC op een non-profit basis om samenwerking tussen verschillende disciplines in o.a. de bouw met verschillende softwarepakketten mogelijk te maken. De organisatie is open voor toetreding van allen die gemotiveerd zijn om de ontwikkeling van IFC te bevorderen. IFC is een open en internationale ISO erkende standaard bestandsindeling die door een groot aantal programma’s te lezen is. Het doel hiervan is om programma’s in staat te stellen om output van andere programma’s te kunnen openen, te lezen en er in te kunnen werken. In maart 2013 is IFC4 uitgekomen. Elke nieuwe versie van IFC is een verbetering op de voorganger en veroorzaakt minder dataverlies als een bestand wordt omgezet in IFC.
Een symbolische weergaven van de werking van IFC. IFC kan dienen om communicatie tussen partijen met verschillende softwarepakketten mogelijk te maken.
De softwareleveranciers die zijn aangesloten bij BuildingSMART hebben in hun programma’s de ingebouwde optie op bestanden te exporteren naar IFC.
8
1.5.
Big BIM, little BIM
In de praktijk is een verschil te herkennen in de mate waarop BIM wordt gebruikt. Dat leidt tot een onderscheid in twee soorten BIM, big BIM en little BIM. Big BIM is het BIM zoals het is bedoeld. Verschillende partijen werken samen in of met een model dat alle informatie bevat voor het te realiseren bouwwerk. Dit model wordt met alle partijen uitgewisseld in een geschikte bestandsindeling, hetzij IFC of een oorspronkelijk extensie. Deze vorm van BIM wordt gehandhaafd door bedrijven om ketenintegratie te bevorderen, soms conform de richtlijnen van LEAN. Little BIM is wanneer een bedrijf binnen haar eigen organisatie BIM gebruikt. Als bijvoorbeeld de overstap wordt gemaakt van 2D naar 3D tekenen, en het ontwikkelen van een model met informatie. Het verschil is dan dat alleen de informatie vanuit het bedrijf zelf aan het model is toegevoegd. Het model wordt dus niet gebruikt om informatie uit te wisselen met andere partijen. Little BIM is echter wel een stap in de richting van big BIM. Men kan bij little BIM een 3D-model maken en informatie er aan koppelen. Het enige verschil is dat er geen informatie wordt uitgewisseld met andere partijen. Er zijn dus een aantal voordelen van little BIM t.o.v. een traditioneel proces. Zo maakt men alsnog een 3D-model en staat de informatie op één plek. Het verschil in de mate van BIM leidt er in de praktijk toe dat bedrijven eerder geneigd zijn te erkennen dat zij BIM gebruiken, hetzij big BIM of little BIM. De uiteindelijke doelstelling van BIM is big BIM. Als bedrijven BIM alleen gebruiken binnen hun eigen organisatie dan is dit dus enkel little BIM. Met deze vorm van BIM worden niet alle beoogde voordelen behaald, terwijl bedrijven wel te kennen geven dat zij BIMmen. Voor meer informatie kan men het boek Big BIM, Little BIM van Finith Jernigan raadplegen.
1.6.
Hype Cycle
Gartner is een Amerikaanse instelling die zich richt op technologie, onderzoek en advies. Zij verlenen o.a. advies op het gebied van technische ontwikkelingen en innovaties. In hun advies hebben zijn verwachting- en voorspellingsmodellen opgesteld die een beeld kunnen geven over de mogelijke ontwikkeling van een nieuw product. Eén daarvan is de Hype Cycle. (bron: www.gartner.nl) Hype Cycle De Hype Cylce is een model dat de verwachting, en vervolgens daadwerkelijke opbrengst van een nieuw idee of product voorspelt. Vaak als een nieuw product een lang verwachtte introductie meemaakt, zijn de verwachtingen hoog opgelopen. Hierdoor nemen in de periode dat het product in dienst treedt de teleurstellingen toe als blijkt dat de resultaten tegenvallen wanneer deze worden gereflecteerd op de verwachtingen van het product. Naarmate het product meer wordt gebruikt, en men bekwaamheid ontwikkelt, neemt de productiviteit toe tot een stabiel niveau. Dit zal zo blijven tot een nieuw product wordt ontwikkeld, wat ook de Hype Cycle weer opnieuw doet beginnen.
9
Een grafiek van het verloop van verwachtingen en productiviteit van een product of techniek volgens de Hype Cycle van Gartner.
Hype Cycle bij BIM De Hype Cycle is geen toets methode of harde eigenschap van een product. Er zijn naast Gartner zelf geen duidelijke instanties die de status van BIM onderbouwd kunnen relateren aan de Hype Cycle. Aangezien de Hype Cycle is gebaseerd op globale ervaring, en dus mening, kan er niets worden bewezen met cijfers. Uit blogs en discussiegroepen valt wel een globale mening te peilen. BIM is in de VS in een andere staat van ontwikkeling dan in Nederland. Uit Amerikaanse blogs blijkt dat BIM in e de VS in de 2 fase van de Hype Cycle wordt ervaren, in de ‘peak of inflated expectations’. In dat stadium wordt het product dus massaal toegepast met hoge verwachtingen. Overige Hype Cycles Gartner ontwikkelt en actualiseert ieder jaar Hype Cycles voor innovaties en producten. Door onderzoek te verrichten vullen zij voor een bepaald product de verwachting in. Hieronder is de Hype Cycle te zien van de actuele staat van ontwikkeling van producten in het jaar 2012. Overige Hype Cycles zijn niet gratis. Men dient geregistreerd te staan bij Gartner om inzage te krijgen in specifieke Hype Cycles. Waarschijnlijk publiceren ze elk jaar enkel de Hype Cycle van het voorgaande jaar gratis.
De Hype Cylce grafiek van alle nieuwe en lopende ontwikkelingen in 2012. 3D printen is vol van verwachting, terwijl spraakherkenning tot een stabiel niveau is ontwikkeld.
10
2. Samenwerkingsverbanden Om een beeld te krijgen waar BIM voor gebruikt wordt is het handig om te onderzoeken hoe samenwerking volgens het traditionele proces plaatsvindt. Er zijn namelijk vele manieren voor partijen in de bouw om dit te doen. Dit vertaalt zich in verschillende bouworganisatievormen, of samenwerkingsverbanden. Het onderzoek richt zich op drie specifieke taken van de aannemer; planning, calculatie en werkvoorbereiding. Deze drie taken worden in dit hoofdstuk in verschillende samenwerkingsverbanden toegelicht.
2.1. disciplines en sub disciplines in de bouw In dit hoofdstuk worden een aantal taken van de twee disciplines architect en aannemer onder de loep genomen. Deze taken zijn belangrijk omdat zij een grote rol spelen voor de uitwisseling van belangrijke informatie, en dus samenwerking, tussen de architect en de aannemer. De taken worden belicht in verschillende samenwerkingsverbanden en contractvormen. Ook wordt gekeken naar dezelfde taken als zij onder de verantwoordelijkheid vallen van de verschillende disciplines. 2.1.1. taken Voor dit onderzoek worden de volgende taken onderzocht: -
Calculatie Planning Werkvoorbereiding
Deze taken zijn qua afhankelijkheid nauw met elkaar verbonden en worden gelijktijdig of in hetzelfde tijdskader van het bouwproject behandeld. Zo dienen een planning en een inschrijfbegroting bij een aanbesteding gelijktijdig voltooid te zijn. Daarnaast valt planning vaak onder de verantwoordelijkheid van de afdeling werkvoorbereiding. Echter wordt deze in het onderzoek los beschouwd omdat dit een op zichzelf staand onderwerp kan zijn. Deze drie werkzaamheden kunnen door verschillende disciplines in de bouw worden uitgevoerd. Wie deze werkzaamheden uitvoert hangt af van de bedrijfsgrootte van de disciplines, het samenwerkingsverband of vooraf gemaakte afspraken. Vaak blijkt in de praktijk dat de taken onder de verantwoordelijkheid van de volgende partijen vallen:
calculatie planning werkvoorbereiding
Aannemer/calculator aannemer aannemer
We gaan uit van traditionele werkmethoden. In het onderzoek wordt uiteindelijk gekeken naar de mogelijkheden in het kader van BIM. Het is daarvoor noodzakelijk om te weten hoe het traditioneel in elkaar steekt. Afhangend van verschillend bovengenoemde factoren, kunnen sommige van deze werkzaamheden ook (gedeeltelijk) worden ingevuld door de architect.
11
Bedrijfsorganisatie van de inmiddels opgeheven bouwgroep Baas Smits.
De bovenstaande tabel geeft de taken en verantwoordelijkheden daarvoor van de verschillende afdelingen binnen de Baas Smits bouwgroep weer. Baas Smits was een ontwikkelaar, uitvoerder en beheerder. In deze takenverdeling is te zien waar de bovengenoemde drie taken qua verantwoordelijkheid vallen in deze bouwgroep. Dit geldt niet voor alle bouwgroepen, of alle samenwerkingsverbanden, maar het geeft een indruk. 2.1.2. De taken als disciplines Hieronder worden de taken calculatie, werkvoorbereiding en planning beschouwd als disciplines. Dat houdt in dat zij personen of afdelingen binnen een bouwbedrijf, of een apart bedrijf voorstellen. Met die invalshoek wordt vervolgens gekeken naar de sub-activiteiten die deze disciplines uitvoeren als onderdeel van de hoofdtaak.
Calculator Deze maakt de (inschrijf)begroting, bestaande uit: -
Detailbegroting Algemene bouwplaats kosten (ABK) Algemene kosten (AK) Winst en risico (W&R) Verzekeringen Bedrijfskosten
Deze producten realiseert hij a.d.h.v.: -
Hoeveelheden uit het bestek. Eenheidsprijzen Premies Materieelkosten
Hij is daarvoor afhankelijk van: -
De architect, deze levert het bestek en eventuele kostenramingen. Eenheidsprijzen uit bijvoorbeeld STABU2 elementen.
De calculator werkt in de volgende dienstverbanden: -
Bij een onafhankelijk calculatiebureau, engineeringbureau. Als een bedrijfsonderdeel van een aannemer, ontwikkelaar of bouwgroep. Eén of meerdere personen. 12
Werkvoorbereider Deze bereidt het werk voor, bestaande uit de volgende werkzaamheden: -
Vergelijkt offertes en kiest deze op basis van beste prijs. Stelt de werkploegen aan en plant deze in. Koopt de materialen in. Heeft een kritische kijk op meer- en minderwerk. Volgt de planning en werkt deze bij.
Deze producten realiseert hij a.d.h.v.: -
Hoeveelheden en soorten uit het bestek. De planning. De begroting.
Hij is daarvoor afhankelijk van: -
De architect, deze levert het bestek. De calculator, deze levert de begroting.
Planner De maker van de planning: -
Bepaalt de hoeveelheden. Bepaalt de omvang van verschillende bouwfasen. Stelt een overallplanning op t.b.v. een aanbesteding.
Dit realiseert hij a.d.h.v.: -
Het bestek. Hoeveelheden en soorten uit het bestek. De begroting.
Hij is daarvoor afhankelijk van: -
De architect, deze levert het bestek. De calculator, deze levert de begroting.
Zoals eerder vermeld valt de planning vaak onder de werkzaamheden van de werkvoorbereider. Daaom is de planner van dezelfde factoren afhankelijk als de werkvoorbereider.
13
2.2.
Schematische weergave samenwerkingsverbanden
De werkzaamheden zijn nu bekend. Omdat deze werkzaamheden van belang zijn voor het verloop van het project is het ook belangrijk om te weten waar in het proces deze werkzaamheden plaatsvinden, en in wat voor samenwerkingsverbanden. In dit hoofdstuk worden in totaal vier verschillende samenwerkingsverbanden onderscheiden: -
Architect, calculator en aannemer met aanbesteding Architect, calculator en aannemer in een bouwteam Architect en aannemer met aanbesteding Architect en aannemer in een bouwteam
De drie werkzaamheden calculatie, planning en werkvoorbereiding variëren qua tijdsduur, tijdstip en verantwoorde bij de verschillende samenwerkingsverbanden. In de schema’s worden de activiteiten als tijdstroken uitgezet bij de discipline die er verantwoordelijk voor is. Als een taak door meerdere disciplines kan worden uitgevoerd, overlapt deze de grens tussen die twee disciplines.
De taken in een samenwerkingsverband tussen een architect, onafhankelijke calculator en een aannemer. Hier gaat het om een contractvorm als een bouwteam. De partijen werken samen en het werk wordt niet uitbesteed.
14
De taken in een samenwerkingsverband tussen architect, onafhankelijke calculator en een aannemer. De contractvorm hier betreft een aanbesteding. De stukken die de aannemer realiseert t.b.v. de aanbesteding voor de begroting wordt uitbesteed aan de calculator.
Het samenwerkingsverband tussen de architect en de aannemer. De werkzaamheden van de calculator worden grotendeels verzorgd door de aannemer. De architect neemt de activiteiten voor kostenramingen voor zijn rekening. De contractvorm betreft hier een bouwteam, hierdoor vindt er overlap plaats van sommige werkzaamheden tussen beiden disciplines.
Het samenwerkingsverband tussen architect en aannemer. De taken zijn het zelfde verdeeld als in het bouwteam. Echter is er geen directe samenwerking tussen architect en aannemer. De aannemer realiseert hier zelfde begroting t.b.v. de aanbesteding.
15
2.3.
Informatie stromenschema’s bij de samenwerkingsverbanden
De volgende schema’s geven de eerder genoemde samenwerkingsverbanden weer in stromingen. Zo is er een duidelijk beeld van de intensiviteit van de mate van communicatie en informatie-uitwisseling bij de verschillende organisatievormen. De organisatievormen geven alleen de documenten weer die belangrijk zijn voor de overige partijen, dus de documenten waar ze afhankelijk van zijn. Zo wordt er bijvoorbeeld geen VO of DO weergegeven.
Dit schema geeft een samenwerkingsverband weer tussen een externe calculator, een architect en een aannemer in een bouwteam organisatievorm. Er is een wisselwerking van communicatie te zien tussen de partijen. In deze organisatievorm zijn de partijen wat dichter bij elkaar betrokken. De aannemer kan bijvoorbeeld de architect van advies voorzien.
Dit schema geeft een samenwerkingsverband weer tussen een externe calculator, een architect en een aannemer bij een aanbesteding als contractvorm. Het grote aantal pijlen laat zien dat er veel communicatie over en weer is tussen de partijen. Het is vrijwel altijd eenrichtingsverkeer. De één begint met werken als de ander klaar is.
16
Dit is een samenwerkingsverband tussen een architect en een aannemer met een aanbesteding als contractvorm. De aannemer neemt grotendeels de werkzaamheden van een externe calculator voor zijn rekening. De mate van informatie uitwisselen verschilt niet veel van de organisatie waar wel een externe calculator betrokken is.
Het kleinste diagram laat een samenwerkingsverband zien tussen een architect en een aannemer in een bouwteam. Dit systeem zien we vaak terug bij bouwgroepen als bijv. Heembouw.
17
3. Contact met de uitvoering Om te weten hoe samenwerking met BIM richting de uitvoering kan worden bevorderd is het belangrijk om te weten wat de uitvoering aan verbetering verlangt. Samenwerking tussen twee partijen moet op elke partij goed zijn afgestemd. De ene partij is dus afhankelijk van de vraag van de ander om goed op deze vraag af te stemmen. Voor het onderzoek is contact gezocht met partijen in de uitvoering om deze vraag bij hen neer te leggen. En of zij bereid zijn om een test uit te voeren om deze mogelijk bevorderde samenwerking te toetsen. Uit deze test kan dan blijken of de samenwerking vanuit ons, de architect, goed is afgestemd, of er komen aspecten aan het licht waarop de samenwerking nog verbeterd kan worden.
3.1. BAM BAM is de grootste Nederlandse aannemer. In het kader van LEAN is BAM ook op zoek naar efficiënter samenwerken. Zij hebben kennis en vaardigheden op de drie taken die voor dit onderzoek belangrijk zijn; calculatie, planning en werkvoorbereiding. Er is contact gezocht met BAM woningbouw om bij elkaar te komen om mogelijke samenwerking met BIM te bespreken. Hiervoor is contact opgenomen met de BIM manager van BAM P. van Vliet, en een projectvoorbereider A. van Riet. Met hen hebben wij een bespreking gehad. Het gesprek: De nadruk van het gesprek lag in het kader van BIM vooral op het 3D BIM-model. Een constatering van beide partijen: de presentatiekracht van BIM is een voordeel om te gebruiken bij de opdrachtgever. Deze opdrachtgevers moeten wel eerst bekend worden gemaakt met de mogelijkheden van BIM. De ontwikkeling van een BIM-model of proces stagneert bij de calculatie voor de uitvoering. Verderop in het gesprek werd duidelijk dat de/een oorzaak hiervoor de huidige werkmethode van de calculators is. Deze willen wellicht (nog) niet van afwijken van deze werkmethode. Een constatering vanuit BAM is dat BIM engineering afhankelijk is van het project. Daarnaast is 3D-ontwerpen duurder dan traditioneel ontwerpen. Het verschil in prijs wordt gecompenseerd door de reductie van faalkosten. BAM gebruikt methoden om fouten uit ontwerpen te filteren. Met Clash Control worden fouten ontdekt in verschillende tekeningen van hetzelfde ontwerp. Daarnaast gebruiken ze een methode die Compare Modelling heet. Een voordeel wat BIM kan hebben is dat de werkvoorbereiders het model niet meer hoeven te clashen. Dit is al gedaan in het ontwerpproces, dus voordat het bij hun terecht komt. Zodoende kan er sneller gestart worden met de bouw. Dit is één van de grote voordelen van BIM voor BAM. De planning kan volgens BAM op twee manieren onttrokken worden uit het BIM model; een simulatie en de planning als een uitdraai uit het BIM model. Een visie van BAM is het gebruik van BIM voor de opdrachtgever bij de verkoop/verhuur van de huisvesting. Het scheelt veel geld als gebruik kan worden gemaakt van een presentatie of filmpje van het BIM-model in plaats van folders of brochures.
18
3.2.
Bouwend Nederland
Bouwend Nederland is de brancheorganisatie voor Nederlandse aannemers. De gedachte achter het contact zoeken met BNL is dat zei overzicht hebben van verschillende aannemers in Nederland, en hun activiteiten op het gebied van BIM. Wij hebben een gesprek met BNL gepland om samen één of meerdere aannemers te vinden die willen vertellen hoe zij effectief willen BIMmen. Daarnaast zochten wij een aannemer om een eventuele test mee uit te voeren. Dit gesprek is gehouden in het Bouwhuis te Zoetermeer met de heren ir. B. Gieskens en drs. H. Wisse. Zij zijn respectievelijk hoofd brancheontwikkeling en accountmanager bij Bouwend Nederland. Het gesprek: Bouwend Nederland is er van bewust dat er aannemers zijn die geïnteresseerd zijn in BIM. Echter konden zij niet direct aannemers noemen die eventueel een samenwerking aan willen gaan met ons. BNL stelde voor om een prijsvraag op stellen om zo deze aannemers te werven voor deze samenwerking. BNL zelf wil met het gesprek het goede voorbeeld geven aan haar leden met de interesse in BIM. Aannemers zijn in BIM niet zo ver als bijvoorbeeld architecten. BNL constateert dat opdrachtgevers met de vraag worstelen als het gaat om het gebruik van BIM in welke fase zij het moeten gebruiken. In de uitvoering of in de onderhoudsfase.
3.3.
Brinkgroep
Brinkgroep is een calculatie en software ontwikkelend bureau die ook als adviseur kunnen optreden. Het doel van dit gesprek was om te weten te komen wat voor informatie een BIM model van ons moet bevatten zodat het effectief berekend kan worden door Brink. Wij spraken daarvoor met dhr. E. van den Broek, senior kosten adviseur. Het gesprek: Tijdens de kennismaking heeft dhr. E. van den Broek uitgebreid toegelicht wat Brinkgroep doet, en wat het doet op het gebied van BIM. Egard zelf is verantwoordelijk als senior kostenadviseur voor kosten-, kwaliteit- en onderhoudsadvies. Brinkgroep heeft in 2008 een programma van een Hongaarse ontwikkelaar opgekocht genaamd IBIS. Met dit programma kunnen calculatiewerkzaamheden worden uitgevoerd met BIM modellen in aanvankelijk Revitmodellen. Brinkgroep ontwikkelt dit programma verder door het toepasbaar te maken op o.a. ArchiCAD, Arkey en Allplan middels IFC. Om de informatie uit IFC modellen van verschillende bronprogramma’s te kunnen halen heeft Brink een handleiding opgesteld. In deze handleiding staat beschreven waar een model aan moet voldoen zodat deze door IBIS uitgelezen kan worden om te calculeren. De voordelen van IBIS vertalen zich in de mogelijkheid om elementen uit het model te lezen en hier direct de kosten aan te koppelen. IBIS beschikt over een ingebouwde viewer en elementenboom. Hierdoor kan de gebruiker element direct visueel benaderen, en andersom.
19
Brink heeft aangegeven dat zij open staan voor meer transparantie en samenwerking. Zij sluiten ook graag vroeg aan in een samenwerkingsverband. Brink is van mening dat er d.m.v. vroege betrokkenheid er een betere prijsafstemming kan worden gemaakt, zodat er in de bestekfase niet op esthetisch gebied bezuinigd hoeft te worden om aan de begroting te voldoen.
3.4.
Conclusie
Uit de gesprekken met deze bedrijven uit de uitvoering kunnen een aantal conclusies worden getrokken. Allereerst valt te constateren dat er met twee verschillende uitvoerende partijen is gesproken, aannemers en een calculator. Aannemers De aannemers zijn op een ander niveau op het gebied van BIM dan bijvoorbeeld architecten. Uit de gesprekken bleek dat zij nog niet klaar zijn om een dergelijke samenwerking aan te gaan met Roeleveld-Sikkes Architects om een test uit te voeren. De BIM projecten die sommige aannemers, ontwikkelaars of bouwgroepen al uitvoeren zijn vaak projecten voor conceptwoningen. Hiervoor hebben zij vaak al een vaste samenwerking met architecten uit hun eigen organisatie of andere architecten. Heembouw bijvoorbeeld heeft als onderdeel van haar bouwgroep een vast dienstverband met Habeon Architecten. En BAM werkt vast samen met Kokon van het Facilitair Bureau voor haar concept WNR-woning. calculator Omdat aannemers nog niet toe zijn aan een (test)samenwerking bleek het lastig om de taken planning en werkvoorbereiding verder te onderzoeken. Brinkgroep heeft in het gesprek aangegeven open te staan voor een samenwerking en een uitvoering van een test. Vanaf dat punt is ook besloten het onderzoek te specificeren op het gebied van calculatie.
20
4. Test Na de gesprekken is dus een partij gevonden om een test mee uit te voeren om te ontdekken hoe de BIM samenwerking kan worden bevorderd. Dit is Brinkgroep gebleken. Zij hebben ons twee documenten gestuurd die vertellen hoe we onze testmodel kunnen afstemmen voor een BIM-samenwerking met Brink. Dit model is ontwikkeld, afgestemd en opgestuurd voor de test. Deze test heeft uiteindelijk een verassend resultaat opgeleverd.
4.1. Het test model Al voor de bespreking met Brink is een testmodel opgesteld. Roeleveld-Sikkes Architects werkt met het ontwerpprogramma ArchiCAD van Graphisoft. Om met dit programma om te leren gaan is er voor medewerkers van RS een cursus beschikbaar. Dit model was een gedeelte van een al bestaand ontwerp van Roeleveld-Sikkes Architects. Dit gebouw is een combinatie van kleine woningen en een zorgfunctie.
Het testmodel. Een klein gebouw van vier verdiepingen en een kelder. Het gebouw bevat een paar complexe elementen zoals balkons, een trappenhuis, bloemkozijnen en een kelder. In verband met tijdsdruk is er in het model geen fundering toegevoegd. Dit was voor de test echter geen probleem. Het gebouw beschikt over een groot aantal kozijnen en een metselwerk buitenspouwblad. Dit model is gemaakt vanuit een bestaand, groter gebouw. De zijgevels dienden gemodelleerd te worden, de kelder is aangepast op het totaal aantal woningen en er is een trappenhuis toegevoegd. Dit zijn een aantal aspecten die niet in het model zijn opgenomen: -
Installatiemodel Fundering
Dit is echter voor de test niet relevant. Het is belangrijk dat beiden partijen weten wat er wel in het model is opgenomen. Zo kan de test blijken welke elementen wel en niet in de berekening worden meegenomen van Brink. Er is voor dit model gekozen omdat het niet heel complex is, maar wel een aantal interessante eigenschappen bevat voor de test. Als er eventuele dingen moeten worden aangepast is het niet erg tijdrovend. Zo kan er in een korte tijd een model ontwikkeld worden, en kan de test zelf ook snel worden uitgevoerd.
21
4.2.
IBIS4BIM
Brink gebruikt voor het uitlezen en calculeren aan een BIM model een vast programma, IBIS4BIM. Dit programma hebben zij zelf ontwikkeld, en is in staat op IFC modellen uit te lezen en een begroting hier aan te koppelen. Brink stelt zelf kostenrecepten op die zij met het programma koppelen aan elementen uit het model. Deze recepten bevatten eigenschappen zoals eenheidsprijzen. Maar ook kosten die van elementen komen die niet in het model zijn getekend. Hierbij kan men denken aan steigerkosten, verloren bekisting, bouwplaats kosten etc. De recepten zijn gebaseerd en worden gesorteerd op basis van STABU of NL-SFB codering.
De Unit Interface (UI), ofwel gebruikersomgeving, van het programma IBIS4BIM. Hierboven is het programma IBIS4BIM te zien. Voordat het model wordt weergegeven geeft de gebruiker eerst aan welke filter (dataschema) hij op het model gebruikt. In deze filter staan eigenschappen over de elementen die moeten worden berekend, en welke recepten er moeten worden toegepast. Zo verteld de filter voor het testmodel dat er bijvoorbeeld geen berekeningen hoeven worden gemaakt voor een staalconstructie, of een systeemplafond. Deze zijn namelijk niet toegepast in het model. Zo kan het programma effectiever werken. Links in het scherm is een elementenboom te zien. Hierin staan alle elementen vermeld die in het model zijn opgenomen zoals balken, vloeren, muren en deuren. In het midden is per element te zien hoeveel er van deze elementen in het model voorkomen. Rechts is een 3D weergave te zien van het model, waar de individuele elementen kunnen worden bekeken.
22
4.3.
Voorwaarden van Brink
Om ervoor te zorgen dat Brink een model ontvangt dat zij kunnen uitlezen hebben zij een handleiding opgesteld. Deze handleiding vertelt hoe een model moet worden geëxporteerd naar IFC. Het exporteren naar een IFC kan namelijk op meerdere manieren gebeuren, afhangend van het type translator dat wordt gebruikt. Een translator is een verzameling instellingen die worden getroffen om een model naar een specifiek type IFC te exporteren. Zo zijn er verschillende IFC’s voor calculatie en constructie. De handleiding van Brink vertelt hoe deze translator moet worden ingesteld zodat het IFC model in IBIS4BIM zo goed mogelijk kan worden uitgelezen. Naast de voorwaarden die Brink stelt voor de translator zijn er ook eigenschappen waar het model aan moet voldoen die min of meer vanzelfsprekend zijn. Alle elementen dienen gemodelleerd te worden zoals ze in de praktijk worden gerealiseerd. Een voorbeeld: het kan voorkomen dat in het model twee muren overlappen worden getekend. Dit is voor het model niet erg, maar de berekening wel. Het programma berekent namelijk de kosten van elk element. Dus als elementen elkaar overlappen worden er over dit stuk extra kosten berekend. Daarnaast is het belangrijk dat bij elk element een code staat vermeld die meer vertelt over de eigenschappen van het element. Dit kan een specifieke IFC-code, NL-SFB of STABU-code zijn. Deze code kan in de eigenschappen per element in ArchiCAD worden vermeld.
De handleiding van Brink. Hierin staat in het kort vermeld wat BIM is, hoe het werkt en hoe het in de calculatie wordt gebruikt. Als los document werd de handleiding aangeleverd waarin staat hoe een IFC-IBIS4BIM translator moet worden ingesteld.
23
4.4.
Testresultaten
Zodra het model voldeed aan de voorwaarden van Brink is het opgestuurd in IFC bestandsindeling. Brink heeft een specifieke filter opgesteld en het model berekend met IBIS4BIM. Uit de test bleek 70 – 80% goed uitleesbaar te zijn. Voor een eerste testfase is dat een goed resultaat. Voor een toelichting van de resultaten hebben we een bijeenkomst gehouden op het kantoor van Brinkgroep. 4.4.1. Toelichting van de test Het geprepareerde BIM model is vrijdag 5 april verstuurd naar Egard van Brinkgroep. Hij heeft een test berekening uitgevoerd op het model, en de bevindingen en werkmethoden daarvoor zijn in deze bespreking toegelicht. Dhr. E. van den Broek heeft laten zien hoe het model wordt ingeladen in het programma IBIS4BIM. Het model wordt door ons aangeleverd als een IFC model dat is opgesteld volgens voorwaarden die Brink heeft vermeld in hun IFC – toepassing handleiding. In deze handleiding staan stappen vermeld voor het opstellen van een translator, die in ArchiCAD het model opslaat als een IFC model dat Brink kan uitlezen in IBIS4BIM. Het model wordt geopend in IBIS4BIM, en hier wordt een benodigd data schema aan gekoppeld. Dit data schema is een vooringesteld filter dat bepaalt welke informatie wordt berekend van het model. Het model bevat informatie die wel en niet gebruikt kan worden voor de berekeningen van IBIS, zoals arcering en teken technische informatie (maatvoering, tekst, hulplijnen etc.). Deze informatie is niet bruikbaar voor de berekeningen van IBIS, en worden door het dataschema gefilterd. Het programma haalt de informatie van alle elementen uit het model, hoeveelheden en locaties in het model. De weergave van het 3D model in het rechterdeel van het scherm is beknopt en eenvoudig. Het is beperkt tot een aantal opties voor de weergave van het model. Zo kan er links in het scherm een element worden geselecteerd om deze op te laten lichten in de 3D weergave. Het is echter enigszins lastig om goed te zien waar bepaalde elementen in het model zitten; of overige elementen blokkeren het zicht, of alle overige elementen worden in weergave uitgeschakeld waardoor er geen correspondentie met andere objecten meer zichtbaar is. Daarnaast is het een pure 3D weergave en is het niet mogelijk om plattegronden, doorsneden en details te bekijken. De berekening van de kosten gebeurt met recepten die Brink opstelt, en koppelt aan de elementen. Recepten zijn een sommatie van eigenschappen en regels van bepaalde elementen, zoals de kosten. Dit zijn niet alleen de kale kosten van bijvoorbeeld een baksteen, maar ook arbeidskosten en steigerkosten. De recepten worden gesorteerd volgens een codering. Deze codering kan gebaseerd zijn op zowel STABU als op NL-SFB. Met deze code kunnen de recepten eenvoudig gekoppeld worden aan de elementen uit het model. De uiteindelijke kostenberekening is dus een som van de uitkomst van alle elementen die gekoppeld zijn aan hun corresponderende recepten. Deze recepten bevatten naast eigenschappen van elementen ook informatie die niet in het model verwerkt is, maar wel noodzakelijk voor de kostenberekening. Dit is informatie zoals bouwplaats kosten, winst en risico, algemene kosten etc. De beperkingen van de ingebouwde viewer kunnen beperkend zijn voor de werking van IBIS4BIM. Echter gaat een integratie van een viewer (vaak) gepaard met kosten in de vorm van licenties van andere softwareleveranciers. Als een model wordt aangeleverd in IFC zal de gebruiker van IBIS4BIM de ingebouwde viewer moeten gebruiken. Hiervoor wordt het model ook geconverteerd naar DWF.
24
4.4.2.
Opmerkingen van Brink
De bespreking was niet voldoende om alle testresultaten te behandelen. Er is door Brink een lijst opgesteld met alle knelpunten die tijdens de test aan het licht zijn gekomen. Deze lijst is na de bespreking direct doorgestuurd naar ons om het model aan te passen. Een belangrijker aspect van deze lijst is dat hiermee duidelijk wordt op welke vlakken de werkmethode vanuit de architect aangepast kan worden om de samenwerking met het model, dus met BIM, te bevorderen. De volgende punten zijn de hoofdzakelijk eigenschappen die als knelpunten uit de test zijn gekomen: Tekenmethode Een modelleur gebruikt bij complexe elementen een bepaalde tekentechniek om problemen op te lossen. Als er bijvoorbeeld een element gemodelleerd dient te worden wat niet echt een muur is, en ook niet echt een vloerdeel, dan zal de modelleur improviseren om het teken technisch op te lossen. Hiervoor zal hij eventueel verschillende elementen combineren waardoor het gehele element niet meer te herkennen is in externe software. Teken technisch is het verantwoord, maar zodra een dergelijk complex element wordt uitgelezen in IBIS4BIM, wordt het herkend als meerdere elementen op één plek. Dit zorgt voor conflicten. Een oplossing hiervoor is om een model te gebruiken van een kozijnleverancier als deze beschikbaar is. Zo niet dan kan er voor gekozen worden om een specifieke beschrijving aan de IFC eigenschappen van het element toe te voegen waarin wordt uitgelegd hoe het element is opgebouwd. Onvoldoende specificaties bij verschillende elementen Het komt voor dat verschillende soorten vloeren, kozijnen, deuren en andere elementen niet specifiek genoeg zijn beschreven in de elementeigenschappen. Het is voor een calculator van groot belang wat voor afwerklaag een vloer heeft, of een deur een binnen- of een buitendeur is en wat voor type metselwerk er is gebruikt. Deze eigenschappen zijn bepalend voor de kosten van het element. Een oplossing hiervoor is om per type vloer een ander vloerelement te gebruiken. Per element kan dan beschreven worden wat voor vloer het precies is bij de elementeigenschappen. Dit kan ook gedaan worden voor overige elementen. Als het niet mogelijk is om belangrijke informatie bij de elementeigenschappen toe te kennen, dan kan er voor gekozen worden om deze te noteren in de IFC eigenschappen van het element. Bij sommige (zeer) complexe elementen kan een beschrijving los worden geleverd in de vorm van een TO. Dit is bij de metal stud wanden wellicht het geval. Gecombineerd modelleren Dit komt vaak voor bij spouwmuren. Deze wordt als één element getekend. Hierdoor worden het binnenspouwblad, de isolatie en het buitenspouwblad in één keer getekend en met dezelfde afmetingen. Vaak is het zo dat het binnenspouwblad een minder grote oppervlakte heeft dan het buitenspouwblad, omdat deze van vloer tot plafond loopt. Het buitenspouwblad en de isolatie lopen echter wel door t.p.v. de vloerdelen waardoor deze een groter oppervlak hebben. Uiteindelijk wordt er dan dus te veel kosten gerekend voor het binnenspouwblad. Een oplossing hiervoor is door alle elementen van een spouwmuur los te modelleren. Dit kost aanzienlijk meer tijd. Maar deze tijd kan gecompenseerd worden als het model later niet aangepast dient te worden. Ook bevat het model dan meer en nauwkeurigere informatie wat meerwaarde oplevert. 25
Deze tabel geeft de opmerkingen weer van Brink op het model na de test. In de kolom ‘toelichting van Dhr. E. van den Broek’ staan toelichtingen vermeld die na telefonisch contact met Brink bekend zijn gemaakt.
5. Conclusie Uit toenadering naar de uitvoering is gebleken dat uitvoerende partijen als aannemers nog niet echt klaar zijn om een samenwerking op het gebied van BIM aan te gaan met Roeleveld-Sikkes Architects. Door een relatieve achterstand in de BIM-ontwikkeling eist de aannemer nog niet veel van de architect op het gebied van BIM. Het is daarom lastig om te weten te komen wat voor aanpassingen gedaan kunnen worden op het gebied van planning en werkvoorbereiding om deze samenwerking te bevorderen. Veel uitvoerende partijen zijn nog niet bereid om werkzaamheden binnen hun eigen organisaties zoals calculatie, aan te passen ten behoeve van BIM. De reden hiervoor is dat sommige takken binnen een dergelijk bedrijf, zoals calculatie, de voordelen van BIM nog niet zodanig zichtbaar hebben dat zij het rendabel vinden om hun werkmethode aan te passen. Een calculator bij een aannemer is een zeer specifieke functie, waarbij de specifieke persoon is gespecialiseerd in een eigen werkmethode. Wel zien aannemers een groot voordeel in de mogelijkheden van BIM met clash control/model comparing. Hierbij worden conflicten in het ontwerp ontdekt en verholpen voordat het ontwerp bij de aannemer in de werkvoorbereidingsfase belandt. Hierdoor neemt het aantal faalkosten tijdens deze fase af, en dat blijkt een groot voordeel voor de aannemer/werkvoorbereider. De bereidheid voor samenwerken vanuit een calculerende partij, Brink, heeft wel inzicht gegeven op mogelijke bevorderingen op de BIM samenwerking op het gebied van calculatie. Brinkgroep heeft in een gedetailleerde handleiding verteld hoe zijn een BIM model graag van een architect in IFC formaat ontvangen zodat zij het effectief kunnen gebruiken voor hun werkzaamheden. Hiervoor gebruiken zij het programma IBIS4BIM. Dit programma koppelt door Brink opgestelde kostenrecepten aan de elementen uit een IFC model en berekent zo de gewenste begroting. Op deze manier is een IFC testmodel van Roeleveld-Sikkes Architects naar Brink gestuurd voor een test. Uit deze test bleek dat er enkele punten zijn waar op gelet moet worden voordat een dergelijk model wordt aangeleverd. Ongeveer 70 tot 80% van het model is goed uitgelezen door IBIS4BIM. Gezien de opsomming van de testresultaten blijkt dat het mogelijk is om model zo aan te leveren dat deze volledig bruikbaar is voor IBIS4BIM. Uit deze testresultaten bleek vooral dat de elementeigenschappen consequent moeten worden doorgevoerd. Daarnaast dienen complexe elementen, zoals trappen en bijzondere kozijnen, los en gedetailleerd te worden gemodelleerd. Tot slot dienen gelijksoortige elementen die onderling grote verschillen hebben, zoals binnen- of buitendeuren, een grondig verschillend elementeneigenschap te bezitten. Als vanuit Roeleveld-Sikkes Architects het model op deze manier wordt aangepast kan er snel en effectief worden gerekend door Brink. Het model zoals het is opgezet kan dan eenvoudig worden geëxporteerd naar IFC. Brink kan dan gemakkelijk de berekening uitvoeren en zo kan er snel een prijsvorming in een gewenst stadium van het ontwerp bekend worden gemaakt. Bij een eerdere prijsvorming kan er ook eerder rekening worden gehouden met de kosten tijdens het ontwerpen.
1
Bronnenlijst De volgende literatuur is geraadpleegd voor dit onderzoek
www.gartner.com Hype cycle IBIS4BIM IFC toepassing van Brinkgroep Handleiding bij het opzetten van een 3D-gebouwmodel (BIM) van Brinkgroep. DNR STB 2009 Standaardtaakbeschrijving Norway BIM standard USA BIM standard RGD BIM Norm v1.1 PPT: BIM en de rol van de opdrachtgever, door Ruud van Tongeren PPT: BIM, just another buzzword or a real change in the industry, door Prof Arto Kiviniemi PPT: Public Procurement influence on IT Standardisation: a case from the construction industry, door Mikael Laakso van Hanken School of economics. www.wikipedia.org Aan de slag met BIM. Gewoon doen! Big BIM, Little BIM. Deel 1 Interoperability in practice: geometric data exchange using the IFC standard. University of Ljubljana, Slovenië Data Interoperability Benchmark Test, University of Georgia, Institute of Technology www.hetnationaalbimplatform.nl www.buildingsmart.nl Verscheidene vacaturesites Lijst calculatie software
Verscheidene interviews/besprekingen met:
BAM Woningbouw, dhr. P. van Vliet en ing. A. van Riet Brinkgroep, met dhr. E. van den Broek en ing. E. Mars Bouwend Nederland met ir. B. Giesens en drs. H. Wisse Area08 met dhr. R. Stalman
Bijgewoonde presentaties van:
Dick Spekkink Private kwaliteitsborging in de bouw Tammy McCuen, Integration of Design, QTO, and Cost Estimating: Proposal for the U.S. National BIM standard Pim Peters, BIM bij IMD raadgevende ingenieurs
2