Nummer 6 55ste jaargang Juni 2002
Mariniers pieken op Zwitserse toppen
De historie van Schepen van gewelt
DDG
vernietigt Duitse torpedo’s
J O U R N AAL LI SLTEI EHKE N GSE N R E
Uitgave:
4
Ministerie van Defensie, Directie Voorlichting Hoofdredacteur: Wiebren Tabak Eindredacteur: Jack Oosthoek Chef-redacteur: Joost Margés Fotografie: Hennie Keeris, Peter Wiezoreck Fabienne Bruys
Torpedo’s geruimd De Duik- en Demonteergroep heeft de torpedo’s van een Duitse mini-onderzeeboot geruimd voor de kust van Egmond. Een riskante klus.
Vormgeving en lithografie: Hofstad Druktechniek, Zoetermeer: Theo Olsthoorn, Kommer de Heer Druk:
7
Brouwer Rotatie Delft
Indienststelling Het LCF De Zeven Provinciën is officieel in dienst gesteld, in het bijzijn van Hare Majesteit, die tevens een vaandel uitreikte aan het Eskader.
Redactiesecretariaat: telefoon 070 - 3 18 83 26, via het militaire net: 501, tst 88326 Fax: 070 - 3 18 84 26 Internet: www.mindef.nl/nieuws/bladen Emailadres:
[email protected]
16
Langszij bij…. De Orionvlieger, voor wie een jeugddroom dynamisch en veelzijdig werkelijkheid werd.
18
Bezoekadres: Kalvermarkt 38, Den Haag
Patrouille des Glaciers Mariniers van het ML Verkenningspeloton namen in Zwitserland deel aan de Patrouille des Glaciers, een skitoertocht in ruig hooggebergte.
Postadres: Postbus 20701, 2500 ES Den Haag. Abonnementsprijs: N 17,02 (buitenland N 21,55 per jaar) Stichting Dienstverlening Veteranen: Postbus 250, 3940 AG Doorn. Telefoon: 0343 - 47 41 50 Abonnementen-administratie Betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20
8 Oude Zeprovs In de geschiedenis gingen zeven ‘(De) Zeven Provinciën’ aan het gelijknamige LCF vooraf, te beginnen in 1642. Een overzicht.
1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251 - 31 39 39 Email:
[email protected]
12
Opzegtermijn zes weken Advertentieverkoop: Thea Warmer, telefoon 033 - 433 52 29, fax 033 - 433 52 55 Advertentiemateriaal kunt u sturen naar: Brouwer Media, Postbus 270, 3830 AG Leusden
Steelband De Steelband van het Korps Mariniers verzorgt in binnen- en buitenland optredens en oogst daarmee veel waardering.
26
Aanhaling uit en overname van artikelen in dit blad is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389
Omslagfoto Hr.Ms. Jacob van Heemskerck begeleidt wereldreiziger en VOCschip ‘Duyfken’ naar Texel. Foto: Kees Nan Dogger, CAVDKM.
Nummer 6 55ste jaargang Juni 2002
Mariniers pieken op Zwitserse toppen
Uitstervend ras LTZ 1 Co Wiskerke heeft er veertig dienstjaren opzitten bij de KM, waardoor hij tot een uitstervend ras behoort. Een terugblik op zijn carrière. Vaste rubrieken Internationaal Defensienieuws opent op pagina 22, gevolgd door Leeswijzer op pagina 24 en 25. Logboek begint op pagina 29 en Mensen & Mutaties sluit af op 34.
De historie van Schepen van gewelt
DDG
3 3 Duitse torpedo’s vernietigt
R E P O RTA G E
De U-5097 ligt er in erbarmelijke staat bij in de ‘kuip’ die voor de demontage van de torpedo’s werd geconstrueerd. De torpedo’s bevinden zich nog aan beide zijden van de sub.
De avond is al gevallen en de wind zwelt aan wanneer het duikvaartuig Nautilus van de Mijnendienst op zee 600 kilo hexaniet tot ontploffing brengt. Met één grote klap komt er een einde aan de explosieve erfenis die sinds 1945 rustte voor de kust van Egmond aan Zee. Daar strandde in februari van dat laatste oorlogsjaar de Duitse mini onderzeeboot U-5097 van de Seehund-klasse met torpedo’s en al op de lijn van eb en vloed. Tekst: Joost Margés Foto’s: Keesnan Dogger, CAVDKM
Rechts: aan het strand van Egmond
De kust is veilig DDG ruimt torpedo’s van gestrande onderzeeboot
werd een toegangsweg van houten vlonders gebouwd en een waterwerende damwand aangelegd rond de gestrande sub.
4
ALLE HENS
De tweemans-sub vormde één van de 285 moeilijk te detecteren boten die de Duitsers tegen het einde van WO II bouwden, om daarmee de geallieerde transportcapaciteit op zee afbreuk te doen. Slechts tachtig ervan werden daadwerkelijk ingezet. Waaronder dus de U-5097 die op 21 februari 1945 onderweg was van IJmuiden naar het Belgische Oostende. Doordat de navigatieapparatuur en de romp als gevolg van aanvallen met dieptebommen beschadigd raakten, liep de onderzeeboot echter aan de grond. De tweekoppige bemanning, met als commandant Klaus Wachtsmut, ging van boord en kwam bij toeval uit op de kust bij Bergen, waar ze – doorweekt en wel – werd opgevangen door soldaten van de kustartillerie. Een jaar lang is het strand destijds afgezet geweest, maar al snel verdween de U-5097 niet alleen onder een dikke laag zand, maar ook uit de herinnering. Echter niet binnen de Stichting Historisch Egmond, waardoor de firma Leemans Speciaalwerken een goede indicatie kon krijgen van de vermoedelijke ligplaats van de U-5097. Afgelopen april slaagde de onderneming er via een dieptedetectie met elektronische sondes in de exacte plek te markeren.
LTZ2OC Will Meurer, Hoofd DDG (rechts) in gesprek met de Paul in ’t Hoff van Wijsmuller (links) en Henk van Hees van Woud Wormer (oranje jas).
Bedreiging Na lokalisering van het zeemansgraf van de Seehund was het de beurt aan de Duik- en Demonteer Groep. Het Hoofd van de DDG, luitenant-ter-zee 2 OC Will Meurer, bracht advies uit aan de gemeente Bergen, waartoe Egmond behoort, omtrent te nemen maatregelen. Hij onderstreepte daarin de noodzaak om de torpedo’s voor het badseizoen te verwijderen vanwege de reële bedreiging die de 600 kilo gevoelige en giftige hexaniet vormde. Niet voor niets was de omgeving al in een straal van 1.800 meter afgezet vanaf het moment dat men de vindplaats van de U-5097 had vastgesteld. Het onschadelijk maken van torpedo’s langszij een onder water en onder een laag zand bedolven onderzeeboot, vormde uiteraard een uitdaging. De firma Wijsmuller nam samen met het bedrijf Woud Wormer de algehele projectcoördinatie in handen en zorgde voor de opbouw van een waterwerende damwand en toegangsweg met houten vlonders. ‘Toen de DDG ging graven, voorkwamen wij ook dat de sub wegzakte – het blijft een roestbak – met behulp van balken, slings en kettingtakels’, zegt Paul van ’t Hof van Wijsmuller.
De kuip is bijna drooggemalen, zodat de DDG aan het werk kan.
Slechte conditie De aangekoekte en half weggerotte onderzeeboot was een kolfje naar de hand van de DDG. Maar niet voordat anderen een veilig heenkomen hadden gezocht buiten de 1.800 meter zone. Twee marinemensen bleven achter in de kuip en gingen aan de slag met wat resteerde van de beide ontstekingen. ‘Die waren gemaakt van messing en staal’, rapporteerde Meurer na afloop. ‘De stalen gedeeltes verkeerden in bijzonder slechte conditie en braken af bij het demonteren, dus moesten we de zeer gekristalliseerde boosterlading en de detonators er letterlijk uitpulken. Dat is niet zonder gevaar, maar we hadden geen keus. Hierna hebben we de hoofdspringladingen, de warheads, gescheiden van de torpedolichamen, met behulp van een voorgevormde explosieve snijlading.’ Na demontage zijn de beide springladingen voorzichtig uit de kuip getild en per rubberboot naar de Nautilus vervoerd. Waarna met een druk op de knop de erfenis van de U-5097 naar de filistijnen werd geblazen.
Sergeant Carlo van Gool maakt behoedzaam gebruik van een beitel om de ontsteking te reinigen. (Foto: DDG)
Anti-invasiemijn Toch vormde de plof op zee niet de enige klap van die avond. Tot hun grote verwondering ontdekten de DDG’ers namelijk een Duitse Teller anti-tankmijn naast de gestrande onderzeeboot. Zonder zich ervan bewust te zijn, had deze en gene daar al bijna overheen gelopen… ‘Hij maakte naar alle waarschijnlijkheid als anti-invasiemijn deel uit van de kustverdediging’, zegt Meurer. ‘We hebben ‘m in de kuip tot ontploffing gebracht. Ondanks waarschuwingen alom dat er een explosie zou volgen, kregen we toch tal van bezorgde telefoontjes of alles wel goed ging!’ Ja dus. Wat niet wegnam dat de operatie riskant was, mede doordat er onder grote tijdsdruk moest worden gewerkt, omdat het weer verslechterde. Op het moment dat de hexaniet de lucht inging, sloegen de golven over de damwanden heen en kreeg de zee de U-5097 opnieuw in haar greep. Met dit verschil, dat de kust voortaan veilig is.●
5
ALLE HENS
Nieuw schip onder nieuw vaandel De Zeven Provinciën in dienst gesteld
Hare Majesteit neemt het vaandel aan uit handen van adju-
Qua grijstinten moet het Luchtverdedigings- en Commandofregat aan steiger 19 van de Nieuwe Haven te Den Helder het afleggen tegen de hemel. De stevige wind en buien die daaraan ontspringen, deren koningin Beatrix echter niet. Na met 35 saluutschoten te zijn verwelkomd, inspecteert zij met zelfverzekerde pas de troepen op de kade. De aanwezigheid van Hare Majesteit zet de indienststelling van ‘haar’ De Zeven Provinciën luister bij, vooral ook door het overhandigen van het lang verhoopte vaandel voor het eskader.
dant Patty Willeboordse. Op de voorgrond de Commandant Eskader - maar inmiddels plaatsvervangend Bevelhebber der Zeestrijdkrachten - schout-bijnacht Jan-Willem Kelder.
Het Vaandel Eskader, gemaakt van oranje zijde, omzoomd met gouden franje, 87 centimeter in het vierkant. Op de voorkant is in goud een gestileerde gekroonde ‘B’ van Beatrix geborduurd. Daaronder ‘1488 Eskader’, refererende aan het jaar dat Maximiliaan van Habsburg de Ordonnantie op de Admiraliteit uitvaardigde. Hierin werd de permanente organisatie voor het zeewezen in de Nederlanden omschreven en het document betekent dus feitelijk de oorsprong van de vloot. Verder zijn vier perioden in het vaandel geborduurd: ‘Krijgsverrichtingen ‘s lands vloot 1597-1795’, ‘Krijgsverrichtingen ‘s lands vloot 1816-1870’, ‘Nederlands-Indië 1817-1927’ en ‘Tweede Wereldoorlog 1940-1945’. Aan de achterzijde staat het Koninklijk Wapen afgebeeld, maar dan zonder de bijbehorende mantel. Op de vaandelstang prijkt een liggende leeuw met opgeheven zwaard en een bundel van zeven pijlen. Op het voetstuk staat geschreven ‘Koningin en Vaderland’.
De kersverse bemanning van Hr.Ms. De Zeven Provinciën brengt het eerbewijs joelen.
ge saamhorigheid’, aldus de vorstin. Nadat Hare Majesteit het vaandel heeft aangenomen uit handen van adjudant Patty Willeboordse – de Chef der Equipage van de Operationele School – reikt zij het officieel uit aan de Commandant Eskader – maar inmiddels plaatsvervangend Bevelhebber der Zeestrijdkrachten – schout-bij-nacht Jan-Willem Kelder. In zijn voorwoord in het programmaboekje van de dag noemt de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Cees van Duyvendijk, het vaandel ‘een tastbare verbindende schakel tussen vroeger en nu’. En vervolgt hij: ‘Ook voor de oudopvarenden van de bovenwatervloot vertegenwoordigt het Vaandel Eskader een betekenisvolle waarde. In het bijzonder voor de veteranen uit de Tweede Wereldoorlog vormt het de bevestiging dat de door hen getoonde inzet, plichtsbetrachting, professionaliteit, durf, loyaliteit en bereidheid om alles te geven, voor altijd in onze herinnering zal voortleven.’●
In april 2000 doopte koningin Beatrix het LCF, toen het nog niet op oorlogssterkte op de Vlissingse werf van De Schelde Groep lag. De vorstin spreekt dan ook van een bijzondere band, die volgens haar ‘de herinnering oproept aan de illustere voorganger van dit fregat, het schip waarmee admiraal De Ruyter onze vlag heeft hooggehouden in een tijd dat onze jonge republiek te land, maar vooral ter zee in haar bestaan werd bedreigd’. Na de feitelijke indienststelling – en het hijsen van de vlag, de geus, de wimpel en de topvlag – krijgt de trotse commandant van Hr.Ms. De Zeven Provinciën kapitein ter zee Jan Buitenga het woord, en de kans om zijn bemanning waardering toe te wuiven voor de professionaliteit waarmee deze ‘het schip varend eigen heeft gemaakt’.
Voortleven Direct volgend op de indienststelling vindt de aanbieding plaats van het Vaandel Eskader. ‘Een bijzonder merkteken van eigen identiteit en onderlinTekst: Joost Margés - Foto’s: CAVDKM
7
GESCHIEDENIS
Zevenmaal Zeven Provinciën De voorgangers van het LCF Er zijn weinig scheepsnamen die de geschiedenis van Nederland zo goed symboliseren als ‘(De) Zeven Provinciën’. De naam verwijst naar de Republiek der Nederlanden die ontstond nadat zeven opstandige noordelijke gewesten van de Lage Landen zich in 1579 aan het Spaanse gezag hadden onttrokken. De prille Republiek zou in de zeventiende eeuw uitgroeien tot een zeevarende natie van wereldformaat. Om haar handelsbelangen te beschermen was een flinke oorlogsvloot nodig.
8
ALLE HENS
Tekst: Anette de Wit Foto’s: Instituut voor Maritieme Historie Verscheidene marineschepen met de naam Zeven Provinciën maakten vanaf de 17de eeuw deel uit van de Nederlandse vloot. Menigeen zal daarbij als eerste denken aan het beroemde vlaggenschip van Michiel Adriaensz. de Ruyter. Toch kende dit al twee naamsvoorgangers. In 1642 werd in Amsterdam de eerste Zeven Provinciën op stapel gezet. Het schip (lengte 128, breedte 31,5, holte 12 voet) had als bewapening 32 kanons. Een van de beroemdste zeeslagen die deze Zeven Provinciën meemaakte, was die bij Livorno (14 maart 1653), waarbij Jan van Galen (1604-1653) tijdens bloedige gevechten de Engelsen wist te verslaan, maar zelf het leven liet. Ook in de Sont, bij de slag bij Nyborg (23 november 1659), speelde de Zeven Provinciën een rol van betekenis, toen het als dichtst bij de stad gelegen schip, diende als ‘commandocentrum’ voor De Ruyter. Na 1660 werd de oorlogsbodem waarschijnlijk uit dienst gesteld.
Portret van de Zeven Provinciën. Pentekening van Willem van de Velde de Oude. (Collectie National Maritime Museum, Greenwich)
Vele doden en gewonden De tweede Zeven Provinciën was een gehuurd schip. Oorspronkelijk heette het St. Jan Baptista en was het in bezit van de Amsterdamse koopmansweduwe Sophia Trip. Het zou aanvankelijk verkocht worden aan de Franse Oostindische Compagnie, maar de Admiraliteit verhinderde dit. Met het oog op de naderende oorlog met de Engelsen moest ons land letterlijk alle zeilen bijzetten en dus werd de St. Jan Baptista (lengte 128, wijdte 32 voet) in 1665 bewapend met 46 stukken en op kosten van de Amsterdamse Admiraliteit als Zeven Provinciën aan de vloot toegevoegd. Hij nam tijdens de Tweede Engelse oorlog (1665-1667) deel aan beroemde
Model van het in 1782 gebouwde linieschip de Vrijheid van de Admiraliteit van Amsterdam. Dit schip was qua mal, bestek en bewapening nagenoeg gelijk aan de Zeven Provinciën. (Collectie Rijksmuseum, Amsterdam)
zeeslagen. Na afloop van dit conflict kreeg het schip zijn oude naam terug. Het in 1665 in Rotterdam gebouwde vlaggenschip van De Ruyter (lengte 163, wijdte 43, holte 16 voet) kende glorie, maar ook momenten van verlies. Tijdens de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) werden de Engelsen na langdurige gevechten afgetroefd, maar tijdens de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus 1666) sneuvelden de masten en vielen aan boord vele doden en gewonden. De Ruyter zag zich omsingeld door de Engelsen, maar wist te ontkomen. Het zou niet de laatste keer zijn dat hij zijn schip ternauwernood kon behouden. Ook tijdens latere zeeslagen, zoals die bij Solebay (juni 1672) en bij Schooneveld (juni 1673), spande het er vaak om. Het duurde echter nog tot 1694 voordat de Zeven Provinciën uiteindelijk voor de sloop verkocht werd.
Links: De zeeslag bij Livorno (14 maart 1653). Rechts op de voorgrond de Zeven Provinciën. (Schilderij van Reinier Zeeman, collectie Rijksmuseum Amsterdam) Linksonder: Tijdens de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) werden de Engelsen afgetroefd door Michiel de Ruyter, aan boord van de Zeven Provinciën (midden). (Schilderij Abraham Storck, collectie National Maritime Museum, Greenwich) Onder: De Slag bij Vigo (23 oktober 1702). Op de voorgrond rechts de Zeven Provinciën. (Schilder onbekend, collectie Rijksmuseum Amsterdam)
Zilvervloot In datzelfde jaar was het de beurt aan een nieuwe Zeven Provinciën. Deze in Rotterdam gebouwde driedekker (lengte 170, wijdte 46, holte 17 voet), een voor die tijd reusachtig schip, beschikte over 92 kanons. Bij de slag bij Vigo (23 oktober 1702) speelde hij een doorslaggevende rol. Hij brak als eerste door de ketting van achttien Franse schepen die een Spaanse zilvervloot bewaakten. De vervolgens door de gecombineerde Engels-Nederlandse vloot behaalde buit werd op tachtig miljoen gulden geschat. De Zeven Provinciën liep enkele jaren later, in 1706, in de Maas op een zandbank en verging. Een relatief onbekend gebleven Zeven Provinciën liep in 1782, ten tijde van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1783), van stapel. Het schip werd echter niet meteen in dienst gesteld. De Admiraliteit kampte met toenemende financiële problemen en na de wapenstilstand met de Engelsen op 26 januari 1783 werden veel nieuwgebouwde vaartuigen opgelegd en slecht onderhouden. Pas nadat de Republiek in 1793 in oorlog raakte met Frankrijk, kreeg de Zeven
9
ALLE HENS
Provinciën een functie als kostschip in Amsterdam. Meer dan een rol als opvangplaats voor zeelieden was er niet voor weggelegd. Op 3 juni 1794 werd deze Zeven Provinciën voor de sloop geveild.
Bombardement Na 1794 zou het ruim honderd jaar duren eer er weer een Zeven Provinciën bij de vaderlandse zeemacht voer. Op 7 februari 1908 werd de kiel gelegd van het pantserschip dat Hr.Ms. De Zeven Provinciën zou gaan heten. Op 6 oktober 1910 kwam het (lengte 101,5, breedte 17,1, diepgang 6,15 meter) in dienst. Het was tot 1925 de belangrijkste gevechtseenheid van de Koninklijke Marine, maar is vooral bekend geworden door het drama van de muiterij in 1933. De oorlogsbodem werd herdoopt als Hr.Ms. Soerabaja en diende eerst als artillerie-instructieschip, later als kustverdedigingsschip. In december 1941 nam Het pantserschip De Zeven Provinciën, kort na de indienststelling in 1910. hij deel aan de bezetting van Portugees Oost(Foto: Instituut voor Maritieme Historie) Timor door een gecombineerde Nederlandszowel Smaldeel 5 als van Smaldeel 1. In deze hoeAustralische strijdmacht. danigheid nam hij deel aan talloze NAVO-oefeNa ingezet te zijn als drijvende luchtdoelbatterij te Soerabaja, ging ningen en internationale vlootbezoeken. In 1962 het pantserschip op 18 februari 1942 bij een luchtbombardement werd Hr.Ms. De Zeven Provinciën als eerste naar de kelder. De Japanners wisten het te lichten, maar later in de Nederlandse schip uitgerust met het Amerikaanse oorlog zonk het opnieuw. Terrier geleidewapensysteem. In de jaren die volgden, was hij nog meermalen vlaggenschip van Drastische wijziging Nederlandse vlootverbanden, tot zijn uitdienststelIn 1939 werden twee nieuwe Nederlandse kruisers op stapel gezet: ling op 17 oktober 1975 in Den Helder. Op 17 de Eendracht (oorspronkelijk Kijkduin genoemd) en de Zeven augustus 1976 werd Hr.Ms. De Zeven Provinciën Provinciën. De Duitse inval in 1940 zette een streep door de rekening. De Kriegsmarine toonde echter belangstelling voor de casco’s verkocht aan Peru, dat de kruiser omdoopte in B.A.P. Almirante Aguirre. en liet onder meer de romp van de Zeven Provinciën aanpassen, waarna het schip in 1944 te water werd gelaten. Na de oorlog vond men deze romp, evenals die van de Eendracht onbeschadigd terug. Veiligheid Het ontwerp van beide kruisers onderging een drastische wijziging Op 26 april jongstleden werd het LCF Hr.Ms. De en als eerbetoon aan het in de Javazee gezonken vlaggenschip van Zeven Provinciën in dienst gesteld. Hoewel er schout-bij-nacht Karel Doorman, Hr. Ms. De Ruyter, werd de sinds de bouw van de eerste Zeven Provinciën in Eendracht herdoopt in De Ruyter. Toen Wilton-Feijenoord aangaf 1642 veel veranderde, is de missie van de een nieuw schip met de naam De Ruyter te willen bouwen, besloot Nederlandse zeestrijdkrachten tot op de dag van men de namen van de beide kruisers om te wisselen. De exvandaag nagenoeg hetzelfde gebleven. Ook deze Eendracht werd als De Zeven Provinciën (lengte 185,70, breedte nieuwe Zeven Provinciën zal een bijdrage leveren 17,25 m, diepte 6,85 meter) op 17 december 1953 in dienst gesteld. aan het openhouden van de zeelijnen en het waarDe kruiser was in de jaren vijftig menigmaal vlaggenschip van borgen van de veiligheid ter zee.●
Meer weten over De Zeven Provinciën? In het boek ‘Schepen van gewelt’ vertellen Anselm van der Peet en Annette de Wit het hele verhaal in geuren en kleuren. Deze paperback (ISBN 90 5194 2419) – met een keur aan afbeeldingen, scheepstekeningen en technische specificaties – kost 3 16,90.
De kruiser De Zeven Provinciën (exEendracht) werd in 1953 in dienst gesteld en in 1962 als eerste Nederlandse schip uitgerust met het Amerikaanse Terrier geleide-wapensysteem. (Foto: Instituut voor Maritieme Historie)
11
C U LT U U R
Mariniers unplugged Steelband brengt eerste CD uit In de muzikale oefenruimte van de Van Ghentkazerne vergaat horen en zien je, wanneer de Steelband in actie komt. De vrolijke klanken die hij met zijn drums produceert, doen verlangen naar tropische stranden, wuivende palmen en een eindeloze cocktail bij zonsondergang. Een sfeer die binnenkort ook in de huiskamer valt op te roepen, nu de eerste solo CD in de geschiedenis van de Steelband eraan zit te komen. Korporaal Auke Eshuis, de muzikaal leider van de Steelband (links), geflankeerd door sergeant Boudewijn Barendse, de algemeen leider.
Tekst: Joost Margés Foto’s: Fabienne Bruys
Onder: de Tamboers en Pijpers, waartoe ook de Steelband behoort, kennen een honderden jaren oude traditie.
‘Take a Break’ heet het nieuwe unplugged – akoestisch opgenomen – album waarop negen uiteenlopende nummers staan, met een gezamenlijke speelduur van 36 minuten. Zegt sergeant der mariniers Boudewijn Barendse, de leider van de Steelband: ‘Wanneer we ergens optreden, vragen mensen steeds of ze ook CD’s van ons kunnen krijgen. Dat kon tot nu toe dus niet.’ Je kunt gerust stellen dat de eerste exclusieve registratie erg lang op zich heeft laten wachten, want de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers, waarvan de Steelband een onderdeel vormt, namen de drums reeds in 1969 in gebruik.
Remtrommel Deze instrumenten waren al eerder bij de driehonderdste verjaardag van het Korps Mariniers cadeau gedaan door de bevolking van Aruba. De muziekstijl zelf voert echter veel verder terug, tot plusminus 1600, toen hij opkwam onder de slaven op Trinidad. Destijds beschikten de muzikanten nog niet over stalen drums, maar over allerlei eenvoudige middelen waarmee melodieën voorgebracht kon worden. De primitiviteit van de instrumenten klinkt nog immer door in de muziek van de Steelband. Zo beschikt korporaal der mariniers Ed Oosterom, bijgenaamd ‘de stoker’, in zijn ‘machinekamer’ niet alleen over Conga’s, een rasp alias shaker en een cowbell. Hij haalt met een eetlepel ook de fraaiste klanken uit een Bacardi-fles en de roestige remtrommel van een auto. ‘Instrumenten
De Steelband op een podium in Middelburg, in het kader van binnenlands vlagvertoon. Op de voorgrond sergeant Machiel van der Stelt. Op de achtergrond de Duyfken.
Om de verschillende klanken in de schalen te krijgen, worden de bodems van de vaten hol gemaakt, de tonen ingetekend en er vervolgens in geslagen.
van de armen’, noemt Barendse de geïmproviseerde hulpstukken. De drums, feitelijk holgeslagen olievaten, waarover de Steelband in ruime mate beschikt, deden rond 1940 – bij de vestiging van olieraffinaderijen in het Caribisch gebied – hun intrede in de muzikale arena. Ze volgden toen de biscuitdrums op, die de tien jaar daarvoor als klankschalen hadden gefungeerd.
Hol slaan Hoewel de schalen of pannen voor de leek bijna allemaal eender lijken, bestaan er onderling grote verschillen. Barendse onderscheidt ze in sopraanpannen, de double tenors, de double seconds – die qua klank tussen de tenors en cello’s in zitten – en de cellopannen. Ten slotte heb je de gitaarpannen voor de akkoorden en de bassen, die als compleet vat intact zijn gelaten. ‘Om de verschillende klanken in de schalen te krijgen, worden de bodems van de vaten hol geslagen’, vertelt korporaal der mariniers Auke Eshuis, de muzikaal leider van de Steelband. ‘Dat proces heet sinking. Daarna worden de tonen ingetekend en erin geslagen. Door ze vervolgens ondersteboven te branden, ontstaat het timbre, de klank.’
Grote naam De muziekstijlen waarvoor de steelband zich bij uitstek leent, vallen onder de gezamenlijke noemer latin. Om er een paar te noemen: Calypso, Soca en Merengue. Maar er bestaan volgens Barendse steelbands die complete symfonieën ten gehore brengen. De band van het Korps Mariniers speelt veel muziek die in het verleden door Antilliaanse leraren is geschreven, maar ook eigen composities. Al met al beschikt de Steelband volgens sergeant ‘Take a break’ is de titlesong van de CD.
13
ALLE HENS
der mariniers Machiel van der Stelt over een breed repertoire ‘van Latin, via Jazz, tot traditionele walsjes’. Maar ook het Wilhelmus blijkt geen probleem. Na een paar korte instructies galmt het volkslied al snel door de oefenruimte. En ondanks het blikkerige karakter van de drums klinkt het nog bijzonder plechtig ook. Het ensemble heeft inmiddels een grote naam verworven, binnen en buiten de KM, en wordt dan ook veel gevraagd. Vooral tussen april en oktober zijn de muzikanten druk bezet.
Indruk maken Meestal wordt het genootschap uitgenodigd om te zorgen voor Caribische sferen. ‘Wanneer de bevelhebber bijvoorbeeld buitenlandse gasten heeft, kan hij indruk maken met zijn Steelband’, grapt Barendse. ‘De marineleiding maakt over het algemeen ook graag gebruik van ons, het liefst vier keer op een dag. Daarnaast treden we nog veel op tijdens binnenlands vlagvertoon van de KM, zoals bijvoorbeeld de Vlootdagen.’ Een volslagen uniek optreden verzorgde de groep tijdens het diner dat het kabinet, voorafgaand aan hun huwelijk, aanbood aan prins WillemAlexander en Máxima. Volgens de bescheiden Barendse gaf dat hen ‘toch wel het gevoel dat ze je graag horen’. Bij deze gelegenheid musiceerden ze op een podium, maar doorgaans doen ze het liever zonder, vanwege het contact met het publiek. ‘Anders mis je de interactie’, verduidelijkt de sergeant.
Marinier 1 Frank Bijkerk slaat als een van de weinigen niet op pannen.
Muzikant en marinier Overigens valt het niet altijd mee om de geboden en gewaardeerde kwaliteit te handhaven met een steeds veranderende bezetting. ‘Ieder jaar hebben we minstens twee wisselingen op een vaste bezetting van negen man’, vertelt Van der Stelt. ‘Daarbij moeten vervangers zowel geschikt zijn als muzikant en als marinier, dus de drempel ligt hoog.’ Barendse noemt dat als groot verschil met de Marinierskapel – die geheel uit als zodanig opgeleidde beroepsmusici bestaat – dat de Tamboers en Pijpers van de Steelband allereerst marinier zijn. Toch wil dit volgens hem niet zeggen dat er op muzikaal gebied concessies worden gedaan. ‘Er komt een hoop aanleg bij kijken, vandaar ook dat we sollicitanten prefereren met een muzikale achtergrond.’
Sergeant John Noordermeer bespeelt de bassen van de band.
Perfectie
bestond. Gemiddeld vergde het drie takes per nummer om de muziek foutloos te registreren. ‘Ondanks de routine vielen er toch nog wat foutjes weg te werken’, bekent adjudant der mariniers Bart Beun. Dankzij die hang naar perfectie mag het sprankelende en afwisselende eindproduct er echter zijn.●
Terug naar de solo CD, waarvan de opnamen plaatsvonden in de Van Ghentkazerne, onder leiding van Lex van Diepen en sergeant-majoor van de Marinierskapel Nanouck Brassers. Iedere muzikant voor zich had toen al een lijstje gemaakt met favorieten, waarover snel overeenstemming
De Steelband. V.l.n.r.: adjudant Bart Beun, korporaal Ed Oosterom, sergeant Boudewijn Barendse, korporaal Mike Kentie, sergeant John Noordermeer, marinier 1 Frank Bijkerk, sergeant Machiel van der Stelt, marinier 1 Hugo Echtelt, korporaal Auke Eshuis, marinier 1 Dennis de Visser, sergeant Theo Jetten (alleen marinier 1 Martijn Vogelaar ontbreekt).
15
I N T E RV I E W
Twee turven hoog was hij slechts, een ventje van amper vijf. Toch wist die kleine Edwin Oude Wolbers het toen al heel zeker. Als hij later groot zou zijn, wilde hij vlieger worden. Een typisch geval van een jongensdroom, maar wel één die is uitgekomen. De 36-jarige Oude Wolbers vliegt inmiddels sinds 1996 Orion bij het Vliegtuigsquadron 320 van de Marine Luchtvaartdienst op het Marinevliegkamp Valkenburg. Als het aan de luitenant-ter-zee 2 OC ligt, blijft dat voorlopig ook zo. Tekst: Monique van Rijen Foto’s: Peter Wiezoreck
Orionvlieger Oude Wolbers Van dromende peuter tot bevlogen marineman
Luitenant-ter-zee 2 OC Edwin Oude Wolbers: ‘Als ik destijds was aangenomen bij de luchtmacht, zou ik toch hebben gekozen voor dit bedrijf.’
a Oude Wolbers had een passie voor vliegtuigen. Dat enthousiasme bracht hij, tijdens de veelvuldige gezamenlijke bezoeken aan vliegvelden, over op zijn zoon. Diens voorkeur lag al snel bij de zeemacht. Wat heeft de marine dan, dat de luchtmacht ontbeert? ‘Het zit ‘m in de taken’, zegt Oude Wolbers, die onderwijl zijn dagelijkse programma volgt. Dat wil zeggen na een briefing uitboeken, een vliegplan indient, zich laat informeren over eventuele bijzonderheden in zijn missiegebied en naar de Orion met staartnummer 310 loopt. ‘Overigens heb ik destijds wel gesolliciteerd bij de luchtmacht’, geeft hij toe wanneer hij met zwemvest, helm, survivalkit en kaarten instapt. ‘Maar daar constateerden ze, achteraf gezien ten onrechte, dat mijn ruimtelijk inzicht onvoldoende was.’ Oude Wolbers liet zich door de afwijzing niet uit het veld slaan en ging zijn geluk beproeven bij de marine. Die wilde hem graag en zo belandde de vlieger in spé in 1986 op het KIM. Hij begon zijn beroepscarrière in ‘89 met een praktische bedrijfsintroductie aan boord van een schip. Na een studie in Groningen volgde wederom een varende plaatsing, nu als zelfstandig wachtsofficier.
erwijl Oude Wolbers terugblikt op de eerste jaren van zijn carrière, controleren hij en de techneuten van zijn bemanning ondertussen zowel binnen als buiten de staat waarin het toestel verkeert. Dan tekent hij het vliegtuigonderhoudscertificaat en neemt daarmee als gezagvoerder de verantwoordelijkheid voor de Orion op zich. Als de bemanning is gebrieft en het doel van de missie uitgelegd heeft gekregen, kruipt Oude Wolbers achter de stuurknuppel in de cockpit. ‘In 1994 begon ik aan mijn eerste basisvliegopleiding BVO I, toen nog in Eelde, maar tegenwoordig bij de luchtmacht op de Vliegbasis Woensdrecht’, vervolgt hij zijn loopbaanoverzicht. ‘In Maastricht, op vliegveld Beek, deed ik mijn drie maanden durende BVO II, met aansluitend de Aanvullende Militaire Vliegeropleiding waar ik de kneepjes van het vak leerde. In de King Air, een van de firma Schreiner geleased tweemotorig toestel, kreeg ik mijn praktijklessen. Dat gebeurde op het marinevliegkamp, waar ook de conversie naar de Orion plaatsvond. Daarna weet je ook echt alles wat je moet weten om dit toestel, weliswaar als tweede man, te vliegen.’ Oude Wolbers, nadien nog opgeleid tot gezagvoerder,
T
P
16
ALLE HENS
reageert al pratend alert op het teken van de marshall en start de motoren. Voor de leek onbegrijpelijke vliegkretologie vliegt door de ether, maar uiteindelijk gaat de duim omhoog. Na een voorbereidingstijd van zo’n twee uur taxiet het viermotorig toestel naar de baan en kiest het luchtruim. ‘
oor vlieger te worden, heb ik een beetje een droom van mijn vader waargemaakt’, zegt Oude Wolbers. ‘Hijzelf kreeg daar om een aantal redenen de kans niet voor. Ik vond het geweldig dat die man nog net beleefde – in 1998 overleed hij – dat ik mijn brevet haalde en uiteindelijk Orionvlieger werd. Hij was hartstikke trots op me.’ Meteen na die woorden draait Oude Wolbers zijn toestel in ijltempo weg van een in deze oefening als vijandelijk geïdentificeerde oorlogsbodem. Het is namelijk zaak buiten een – theoretische – straal van minimaal tien mijl van varende objecten te blijven om niet het risico te lopen uit de lucht te worden geknald. De buitengewone drukte op de Noordzee, waardoor het aanhouden van de veiligheidsmarge rond het ene schip ertoe kan leiden dat een ander te dicht wordt genaderd, maakt dit echter tot een heidens karwei. Dat vraagt dan ook alle aandacht van de bemanning. ‘Dat bevalt me nou zo aan deze baan: het werken in teamverband’, zegt Oude Wolbers. ‘Ik ben namelijk absoluut geen einzelgänger.’
Boven: met het tekenen van het vliegtuigonderhoudscertificaat is Oude Wolders verantwoordelijk voor het vliegtuig.
Links: Het Orion vliegtuig wordt gecontroleerd bij terugkomst.
Onder: voor vertrek even de tienkoppige
D
bemanning briefen.
e missie, die ongeveer vier uur duurt, vergt veel inspanning, maar dat deert Oude Wolbers niet. ‘Heerlijk juist, zo bezig te zijn geweest’, zegt de vlieger terwijl hij de landing weer inzet. ‘Wanneer we op pad gaan voor onderzeebootbestrijding is het nog drukker. We voeren trouwens ook kustwachttaken uit, zowel hier als in Curaçao. Inmiddels ben ik al acht keer, steeds een maand, op Hato geweest. Daar hebben we met enige regelmaat succes in “the war on drugs”. Best aardig hoor, dat je wat van dat spul van de markt haalt, maar het vliegen op zich is het leukst. Als ik destijds was aangenomen bij de luchtmacht, zou mijn keus toch gevallen zijn op dit bedrijf. De marine spreekt me nou eenmaal meer aan, dynamischer en veelzijdiger. En je komt nog eens ergens. Vanaf Sigonella op Sicilië vliegen we bijvoorbeeld verificatiemissies boven Kosovo om te zien wat zich allemaal op de grond afspeelt en voor onderzeebootbestrijding worden we bij IJsland ingezet. Je doet interessant werk en de marine probeert altijd rekening te houden met je wensen. Jammer dat het over het algemeen zo onbekend is dat we hier bij de KM ook vliegtuigen hebben. Meestal denken de mensen dat, als je militair vlieger bent, het wel bij de luchtmacht zal wezen. Zonde! Wat extra collega’s zijn namelijk heel erg welkom.’●
D
17
ACHTERGROND
Mariniers suc De Nederlandse deelnemers aan de Patrouille des Glaciers. Geheel rechts kapitein der mariniers Vlasman, hurkend rechts sergeant der mariniers De Jong. Foto Peter Wiezoreck.
Het heeft veel weg van de Elfstedentocht, maar dan voor skiërs. Zes mariniers van het Mountainleader Verkenningspeloton uit de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn namen in mei in Zwitserland deel aan de Patrouille des Glaciers. Ze denken nog steeds met voldoening terug aan deze voor militairen bedoelde skitoertocht in het ruige hooggebergte van het kanton Wallis. En terecht, want temidden van alle ‘kanonnen’ uit de traditionele Alpenlanden bleven ze prima overeind. Volgende keer gaan ze weer. ‘Het prikkelt nu al.’
‘Je komt u De deelnemers aan de Patrouille des Glaciers moeten over een grote ervaring beschikken, omdat er onderweg veel alpine-gevaren dreigen.
Tekst: Jack Oosthoek - Foto’s: Daniel Dubosten en Phillippe Sandoz
18
ALLE HENS
Het materiaal wordt na terugkomst in Doorn aan een inspectie onderworpen. Foto Peter Wiezoreck. Vliegende start in nachtelijk Zermatt.
ccesvol in Patrouille des Glaciers
uitgewoond aan’ De Patrouille des Glaciers, een snelheids- en behendigheidswedstrijd, vindt eens in de twee jaar plaats. Elke keer weer lokt hij meer dan duizend militairen uit heel Europa. Om van de horde toeschouwers nog maar te zwijgen. De start van de race ligt in Zermatt, een chique skioord op 1500 meter hoogte, de finish in de - hemelsbreed - zestig kilometer verderop gelegen wintersportplaats Verbier op eveneens 1500 meter. Klimmen, afdalen en bochten meegerekend, leggen de deelnemers in de praktijk echter zo’n honderd kilometer af.
Halsbrekend Het door organisator Gebirgsdivision 10 uitgezette parcours ligt tussen de 2100 en 3760 meter hoogte. De route wordt gemarkeerd door onder meer breeklichten en staken. Overal bevinden zich bemande controlepunten die binnen een bepaald tijdsbestek lopend, klimmend en skiënd dienen te worden aangedaan. Uit oogpunt van veiligheid staan her en der ondersteuningsteams met materiaal, voedsel, drank en artsen paraat. Uiteindelijk is het de bedoeling om binnen de gestelde limiet in Verbier aan te komen. Alles bij elkaar spaart de organisatie kosten noch moeite. Maar dat mag ook wel voor een tocht met als ingrediënten wind, storm, sneeuw, ijs, vorst, levensgevaarlijke gletsjerspleten, lawinedreiging,
Controlepunt aan de voet van de befaamde Matterhorn.
afzien, en halsbrekende toeren. ‘Bij elk controlepunt kom je uitgewoond aan’, weet kapitein der mariniers Ben Vlasman, commandant van het Mountainleader Verkenningspeloton. Het record staat sinds enkele jaren op naam van een ploeg van de Zwitserse grenswacht die er
19
zeven uur, drie minuten en 44 seconden over deed. Ter vergelijking: het gros van de teams noteert tussen de tien en vijftien uur. ‘Maar die Zwitsers zijn dan ook semi-profs en trainen vrijwel het hele jaar door, waarbij ze circa 100.000 hoogtemeters overbruggen. Wij doen het met
ALLE HENS
twee weken en 12.000 meters’, schetst Vlasman het verschil.
Enorm prestigieus
ritueel, maar na een dode-
Dat de Patrouille des Glaciers nooit in een vakantiefolder zal voorkomen, blijkt wel uit de deelname-eisen. Kandidaten dienen, om eens wat te noemen, over een stalen conditie en ruime alpine-ervaring te beschikken, met kaart en kompas vertrouwd zijn, off piste kunnen skiën, noodsituaties weten op te lossen, et cetera. Doorgewinterde alpinisten dus. Benadrukt sergeant der mariniers Peter de Jong, drievoudig deelnemer en in Zermatt de Nederlandse chef de mission. ‘De Patrouille des Glaciers is een enorm prestigieus evenement met de impact van de Elfstedentocht.’ Toch willen met name burgers de omstandigheden nogal eens onderschatten, vult Vlasman aan. Zo verschijnen sommigen doodleuk in een ongeschikte uitmonstering als een langlaufpak aan de start of, nog gekker, omhangen met plastic vuilniszakken als ‘pantser’ tegen slecht weer. Anderen vullen hun rugzak half om zo gewicht te besparen, een aanpak die bij slecht weer juist averechts werkt. Niettemin blijven burgers welkom. Legt Vlasman uit: ‘De organisatie stelt zich op het standpunt dat iedereen weet waaraan hij begint. Inderdaad, een loodzware onderneming.’
lijk ongeval in 1949 met
Alpine Sprint
De Patrouille des Glaciers werd in 1943 voor het eerst gehouden op initiatief van twee Zwitserse officieren die de fysieke en mentale fitheid van hun manschappen wilden meten. De wedstrijd groeide uit tot een vast
mariniers niet zo naïef voor een prijs te gaan. Daarvoor was de concurrentie eenvoudig té groot, al weten de ML’ers door opleiding en ervaringen in onder meer Schotland en Noorwegen van wanten. Nee, een visitekaartje afgeven als Marine Infanterie uit Holland, plus het verder opvijzelen van kennis en vaardigheden, dát stond voorop.
Tegenvaller Onder het motto shit happens zou de Patrouille dit keer een reis met hindernissen worden. Sterker nog, niemand van de
Een lid van een ondersteuningsteam poetst de tanden, maar houdt tevens een
een touwgroep viel mede onder druk van de publieke opinie het doek. Nadat de Patrouille in 1984 in ere was hersteld, liep het in 2000 weer mis, toen tijdens een voorbereidende training een dode viel en zes deelnemers met onderkoelingsverschijnselen werden afgevoerd. Toch ging het evenement dit jaar gewoon door en zoals het er nu uitziet in 2004 weer. Meer informatie op www.pdg.ch. Foto’s: PdG.
Dit jaar lokte de Patrouille des Glaciers liefst 1200 militairen. Behalve uit de Alpenlanden kwamen ze uit Spanje, Slovenië, Kroatië, Groot-Brittannië en Roemenië. De Nederlanders, twee groepjes van elk drie man, gingen qua voorbereiding niet bepaald over een nacht ijs. Zo deden ze eerst vanuit de Zentrale Gebirgskamp Schule van de Zwitserse landmacht in Andermatt mee aan Alpine Sprint, een jaarlijkse training van drie weken voor mountainleaders. Verder formeerden ze een eigen ondersteuningsteam. Uiterst professioneel allemaal, toch waren de
21
oogje in het zeil.
deelnemers haalde de eindstreep. Reden: door hevige sneeuwval en lawinegevaar zag de organisatie zich genoodzaakt er halverwege bij het plaatsje Arolla een eind aan te maken. Een tegenvaller, die echter niet als donderslag bij heldere hemel kwam. Vertelt korporaal der mariniers Patrick Korendijk, captain van team één: ‘Al bij de start in Zermatt was het met kletterende regen en boven de 2200 meter sneeuw veel te slecht weer. Eigenlijk had de wedstrijd niet mogen doorgaan. Toch zorgde de afgelasting voor een domper, omdat we ons immers zo grondig hadden voorbereid. Aan de andere kant waren we tevreden. We hebben in slecht weer toch maar mooi de helft van de route volgemaakt, een bewijs dat het met de opleiding goed zit. De mountainleaders van het Korps Mariniers zijn in staat om in extreem moeilijke omstandigheden overal te komen. Als het aan ons ligt, doen we over twee jaar weer mee, in dienst van de “baas” of als burger. Het prikkelt nu al.’●
JOU I EI K EN DRE N F EANLSI SI ETN E UGW S RE
Miljardensteun voor Britse luchtafweer
Het Verenigd Koninkrijk wil zeven miljard pond uitgeven aan de modernisering van zijn luchtafweer. Dat moet de grondgebonden luchtverdediging in staat stellen af te rekenen met dreigingen als onbemande luchtvoertuigen en kruisvluchtwapens. Volgens het Ministerie van Defensie zullen toekomstige operaties in hoog tempo verlopen, complexer zijn en onveranderlijk joint of multinationaal. Dat maakt een hoge mate van situational awareness en juiste identificatie van het doel essentieel. Bij de renovatie is de aanschaf van een kant en klaar command and control systeem voor de Rapier C en Starstreak raketten prioriteit nummer een. Als tweede de modificaties aan de wapens zelf en als derde de ontwikkeling op langere termijn van nieuwe systemen in samenwerking met Europese partners. (Foto: Matra BAE Dynamics)●
USS Cole weer operationeel Op 12 oktober 2000, in de Jemenitische havenstad Aden, bliezen terroristen, vermoedelijk behorend tot de Al-Kaida beweging, met een zelfmoordaanslag een gat in de stuurboordzijde van de torpedobootjager USS Cole. Onder de bemanning vielen zeventien doden en de schade was aanzienlijk. Het schip bleef echter behouden en werd op een mammoet-transportvaartuig naar de VS getransporteerd. Daar is het in veertien maanden tijd gerepareerd door de werf van Northrop Grumman (voorheen Ingalls Shipbuilding). Eind april keerde de USS Cole terug in zijn thuishaven, Norfolk, Virginia. (Foto: Tina M. Ackerman)●
Tekst: Wiebren Tabak
Extra Dingo’s voor Bundeswehr Krauss-Maffei Wegmann heeft van het Duitse leger een derde order gekregen voor Dingo vierwiel-aangedreven pantserwielvoertuigen. De 34 bestelde exemplaren – in de APCV2 versie – zullen tussen juni en oktober worden geleverd en brengen het totaalbestand op 147. De luchtmobiele Dingo is bestemd voor gebruik bij vredesoperaties en biedt ruimte aan vijf personen. De zitplaatsen zijn uitgerust met schokbrekers en extra pantser onder de bodem beschermt tegen mijnen. De bewapening bestaat uit een MG3 7,62 mitrailleur die van binnenuit kan worden bediend. Tot de elektronische uitrusting behoort onder meer een Global Positioning System. De bandenspanning wordt centraal geregeld. (Foto: KraussMaffei Wegmann)●
22
ALLE HENS
Stryker kampt met overgewicht Kitty Hawk RAMt erop los Het vliegkampschip USS Kitty Hawk heeft recentelijk twee succesvolle lanceringen uitgevoerd met de Raytheon RIM-116 Rolling Airframe Missile. De RAM is een lichtgewicht, snelreagerend wapensysteem tegen anti-schipraketten en dient ter vervanging van de Sea Sparrow luchtdoelraketten. Wat de vliegkampschepen aangaat, betekenden de schietproeven een primeur, want weliswaar beschikt ook de USS Nimitz over de RAM, maar die heeft er nog niet mee gevuurd. De Kitty Hawk speelde een belangrijke rol als platform voor Special Forces tijdens de eerste fase van Enduring Freedom en keert later dit jaar in de Arabische Zee terug. (Foto: John E. Woods, US Navy)●
De Stryker pantserwielvoertuigen, bestemd om Amerika’s interim combat brigades uit te rusten, lijden aan overgewicht. Acht configuraties van de Stryker, die werd ontworpen naar voorbeeld van de Canadese Light Armored Vehicle-3, overschrijden de limiet die geldt voor vervoer in een C-130. Met als grootste boosdoener het afgebeelde Mobile Gun System (MGS). En dan te bedenken dat geen enkele Stryker bestand bleek
tegen het vuur van 14,5 mm zware mitrailleurs, waardoor extra, keramische bepantsering geboden was. Te hopen valt dat er snel een probaat afslankingsmiddel wordt gevonden, want de eerste van zes geplande middelzware brigades moet in mei 2003 operationeel zijn. Drie van de tien versies zijn dan sowieso nog niet klaar: het MGS, het NBC- en het vuursteunvoertuig. (Foto: General Dynamics Land Systems)●
Rayo eindelijk gelanceerd Volgens betrouwbare bronnen staat het Chileense leger, dat eind jaren ’80 zelf de stafeisen ervoor samenstelde, op het punt om een initiële serie Rayo meervoudige raketsystemen aan te schaffen. Die order wordt al sinds 2000, toen de ontwikkelingsfase erop zat, verwacht. Rayo, een co-product van BAE Systems Royal
23
Ordnance en het Chileense FAMAE, is een 160 mm kaliber MLRS, bestaande uit een lanceerinstallatie met 24 buizen, gemonteerd op 6x6 MAN truck. De raket heeft een effectief bereik van 45 kilometer en de oorlogskop bevat 49 kilogram explosieven. Naar verwachting zal de eerste order van de Chilenen zes systemen behelzen. Als het allemaal doorgaat, vormt het meteen de start van een agressieve marketingcampagne. (Foto: BAE Systems)●
J O U RLNEAELSI W S TII JEZ K EGRE N R E
De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid
scheepse deelname aan de aanval op het tsarenrijk, wat onherroepelijk het invoeren van de dienstplicht betekende. In 1811 gaf Napoleon bij een bezoek aan ons land als oordeel over de samenwerking dat hij geen ander volk kende dat zich beter bewust was van de voordelen om ingelijfd te zijn bij het Keizerrijk. De nadelen lieten zich echter schrijnend voelen tijdens de campagne van de Grande Armee in Rusland, waar complete Nederlandse regimenten hun einde vonden. Ze werden geroemd om hun moed en loyaliteit, maar dat laatste voorkwam niet dat ze in 1815 bij Quartre-Bras en Waterloo – de confrontatie dus – hun oude strijdmakkers bevochten. Vooral de officieren dan, want veel manschappen waren zo groen als gras en hadden nimmer in het Franse leger gediend. ‘Samenwerking en Confrontatie’ (ISBN 90 6707 543 4) is een zeer leerzame, gebonden uitgave van De Bataafsche Leeuw. Het uiterst verzorgde boek bevat de nodige illustraties en uittreksels uit frontbrieven en telt 231 pagina’s. De prijs: 1 25,–. Tekst: Wiebren Tabak
De officiële geschiedschrijving vertelt ons dat Nederland verzwakt uit de Spaanse Successieoorlog tevoorschijn kwam en dat dit conflict een einde maakte aan zijn status als speler van wereldformaat. Fout, zegt Olaf van Nimwegen in zijn onlangs bij de Bataafsche Leeuw verschenen boek ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid – Buitenlandse politiek en oorlogvoering in de eerste helft van de achttiende eeuw en in het bijzonder tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748)’. Die mond vol geeft al meteen aan dat het hier geen kinderachtig werk betreft, het telt maar liefst 496 dichtbeschreven pagina’s, slechts sporadisch onderbroken door illustraties en kaarten. Met dit uitgebreide exposé hoopt Van Nimwegen aan te tonen dat de historici het tot nu toe bij het verkeerde eind hebben gehad. En wie bijvoorbeeld leest dat de Republiek in 1748 een leger van 90.000 man in het veld bracht, qua omvang het vierde van Europa, moet toegeven dat hij die mening niet op drijfzand heeft gebouwd. Want alleen al dat kale feit bewijst dat de Republiek toentertijd kennelijk nog genoeg politieke en financiële veerkracht bezat om op het Europese toneel een rol van betekenis te spelen. Een die ook Frankrijk niet ontging, getuige zijn inspanningen om ons land buiten het conflict te houden. Uiteindelijk liet Den Haag zich daar onder druk van Engeland toch toe verleiden, met dramatische consequenties. Het beleg van Bergen op Zoom bijvoorbeeld was het langdurigste en bloedigste van de hele oorlog en bracht de Fransen tot razernij. Na de inname leefden zij zich uit op de burgerij, waarbij zelfs zuigelingen het moesten ontgelden. En uiteindelijk verloor de Republiek haar belangrijkste troef: de barrièresteden in wat toen de Spaanse Nederlanden heetten. Waardoor haar speelruimte inkromp en haar macht taande. En zo was het dus toch een successieoorlog die haar tot haar werkelijke betekenis reduceerde. ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid’ (90 6707 540 X) is een chique, gebonden en informatieve uitgave van De Bataafsche Leeuw. De enkele taalfoutjes daarin – spijtte, voor hun, et cetera – zijn de auteur vergeven. De prijs: 1 32,50. Tekst: Wiebren Tabak
De Nederlandse officier en zijn geschiedenis De Koninklijke Vereniging van Eervol Ontslagen Officieren bestaat 125 jaar en wil dat weten. Zo heeft luitenant-kolonel b.d. dr. J.W.M. Schulte namens haar ter gelegenheid van dit heugelijke feit ‘De Nederlandse officier en zijn geschiedenis – Honderdvijfentwintig jaar KVEO’ geschreven. Het voorwoord is van erevoorzitter prins Bernhard en het boek bevat menige anekdote en afbeelding. In zijn historisch overzicht gaat Schulte gevoelige kwesties zoals de in mei 1940 door het gros van de officieren ondertekende erewoordverklaring niet uit de weg. Het meest onthutsend daaraan is, dat een naoorlogse commissie degenen die dat erewoord schonden door alsnog in het verzet te gaan, stante pede uit de krijgsmacht wilde verwijderen omdat zij de officierseer ernstig beschadigd hadden! En wie aan dat bizarre staaltje bureaucratie nog niet genoeg heeft, moet de gronden waarop de tweede luitenants Nauta en Navis, wier gezondheid vanwege hun verzetswerk in de knel was geraakt, ontslagen werden, er maar eens op naslaan. Uiteraard bevat het brede bestek van het boek nog veel meer thema’s, waaronder rechtspositie, pensioenregelingen en de zorg voor nabestaanden, maar dat vormt meer iets voor de intimi. ‘De Nederlandse officier en zijn geschiedenis’ (ISBN 90 6707 545 0) is andermaal een fraai verzorgde en gebonden uitgave van De Bataafsche Leeuw. Het boek telt 304 pagina’s en kost 1 25,–. Tekst: Wiebren Tabak
Samenwerking en Confrontatie
Militaire strategie
Tegenwoordig is alles koek en ei tussen Nederland en Frankrijk, maar in Niet eerder verscheen in Nederland zo’n breed opgezette studie over milihet verleden hebben beide naties menig robbertje gevochten. Achttien taire strategie als het gelijknamige boek van G. Teitler, J.M.J. Bosch, W. jaar lang – vanaf 1795 tot 1813 – leken ze echter wel een Siamese tweeling, zo valt te lezen in Klinkert en anderen. Deze diepgaande analyse kent een thematische opzet en is daardoor bijzonder overzichtelijk. In 522 pagina’s behandelen de het boek ‘Samenwerking en Confrontatie. De schrijvers niet alleen het klassieke militaire optreden en alles wat daarmee Frans Nederlandse militaire betrekkingen – samenhangt, maar ook eigentijdse zaken als voornamelijk in de Franse tijd’, van brigadegepeacekeeping. Alle denkbare facetten komen aan neraal b.d. Gérard A. Geerts. In die periode was de orde en het boek besteedt gelijkelijk aandacht ons land eerst nog in naam zelfstandig – tot aan maritieme-, land-, en airpower- en nucleaire 1806 onder de noemer Bataafse Republiek, en strategie. Voor de ware liefhebber. tot 1810 als Koninkrijk Holland – maar daarna ‘Militaire Strategie’ (ISBN 90-5330-331-6) is een liet Napoleon alle schijn varen en ging hij tot verhelderende paperback van uitgeverij Mets & inlijving over. Daarmee kwam ook een einde Schilt. De prijs bedraagt 1 50,–. aan de vrijwillige leest waarop het leger was Tekst: Wiebren Tabak geschoeid. Dit had zich al bewezen tijdens het afslaan van de Engels-Russische invasie, veldtochten in Spanje en Pruisen Alle in deze rubriek besproken Engelstalige boeken zijn, indien niet voorradig, door de boekhandel rechtstreeks te bestellen bij de importeur. en was nu uitverkoren voor groot-
24
ALLE HENS
Kazematten in het interbellum
engte bevocht in plaats van op het ruime sop. Tegenover deze wijsheid stelt ‘Battles that changed history. Fifty decisive battles spanning over 2,500 of warfare’ echter ettelijke voorbeelden van domheid en onbesuisdheid die tot de vernietiging van hele legers leidden. En het woord vernietiging moet dan zeer letterlijk worden genomen, want het bloed vloeide rijkelijk in vroeger eeuwen. Neem de zeeslag bij Lepanto, waar in één middag 7500 christenen en 30.000 Turken het leven lieten. Het is ook opvallend hoe dikwijls een numeriek zwakkere, maar in moreel en tactisch opzicht superieure strijdmacht de slag won. En daarbij ging het vaak om cruciale momenten in de historie. Zoals het keren van de vloedgolf der Arabische expansie in 718 door Constantinopel. Als het Byzantijnse rijk toen was bezweken, zou geen enkele macht in Europa de opmars van de islam hebben kunnen stoppen. Met zijn overwinning redde keizer Leo III niet alleen het oosterse christendom, maar de hele West-Europese beschaving, die anders niet van de grond zou zijn gekomen. In 1529 deden de Oostenrijkers dat bij Wenen nog eens dunnetjes over door een Turkse invasiemacht van 120.000 man met een handjevol verdedigers terug te wijzen en daarmee de weg naar het hart van Europa te versperren. En in modernere tijden vervulden de Slag om Engeland en die bij Midway een soortgelijke rol in het afstoppen van de Duitse en Japanse agressie. ‘Battles that changed history’ (ISBN 0 233 05051 5) is een zeer aantrekkelijk en, ondanks de noodzakelijke beknoptheid, toch nog informatief boek. Het telt 224 pagina’s, staat bol van illustraties en schetsen en wordt geïmporteerd door Nilsson & Lamm. Adviesprijs: 1 30,45. Tekst: Wiebren Tabak
Lange tijd was alles dat naar verdedigingswerken riekte in ons land min of meer taboe. Tegenwoordig mag het weer en bestaat er zelfs een toenemende belangstelling voor. Met name de soms imposante bunkers van onze voormalige bezetters trekken daarbij de aandacht. Veel mensen beseffen echter niet dat er voor WO II al honderden kazematten verrezen ten behoeve van de verdediging van Nederland. Daarbij werden niet altijd moeite, maar – getrouw aan onze kruideniersaard – wel vaak kosten bespaard. Dit leidde onder meer tot een gebrek aan verdediging in de diepte, zo staat te lezen in het boek ‘Kazematten in het interbellum’ van H.R. Visser en J.S. van Wieringen. Minister van Defensie Van Dijk, schrijft laatstgenoemde, was voorstander van een aaneengesloten vuurfront, terwijl de toenmalige chef van de generale staf Reynders de kazematten op strategische plaatsen in groepen wilde concentreren. Maar uiteindelijk gaf hij de bewindsman zijn zin, omdat hij dan in elk geval geld kreeg voor de bouw. Dat resulteerde in lineaire opstellingen, die makkelijk doorbroken konden worden. Waar de kazematten waren opgenomen in een volledige stelling met infanterie en artillerie, zoals in de Grebbelinie, verhoogden ze de verdedigingskracht. Maar waar artillerie vrijwel ontbrak, in de grenslinies en de Peel-Raamstelling, konden de Duitsers ze vrij snel uitschakelen met behulp van pantserafweergeschut. De vijandelijke opmars is in deze gevallen dan ook meer vertraagd door het vernielen van bruggen over de grote rivieren en het versperren van wegen dan door de kazematlinies. Waar nog bijkwam dat niet alle types even goed voldeden en dat de Duitsers de locaties dikwijls al kenden – bij verkenningen werd hen geen strobreed in de weg gelegd – zodat de camouflage als schuurtje weinig effect had. ‘Kazematten in het interbellum’ (ISBN 90-5881-065-8), dat verschijnt op initiatief en onder auspiciën van de Stichting Menno van Coehoorn, behandelt alle dimensies van deze bouwwerken én plaatst ze in een politiek en historisch kader. Het gebonden boek telt 168 pagina’s, is een uitgave van Buijten & Schippereijn en bevat naast een kaartbijlage waarop locaties staan aangegeven, legio zwart-wit foto’s en bouwtekeningen. De prijs: 1 22,50. Tekst: Wiebren Tabak
De Jeep in Nederland Aan het eind van WO II lieten de Geallieerden ook in Nederland grote aantallen legervoertuigen achter, die een niet onbelangrijke rol speelden bij de wederopbouw. Met als topper de Jeep. Dit werkpaard deed niet alleen dienst bij de krijgsmachtdelen, inclusief de Koninklijke Marechaussee, maar werd tevens veelvuldig ingezet bij de politie, brandweer, de landbouw en de Staatsmijnen. Dit alles en nog veel meer valt te lezen in het boek ‘De Jeep in Nederland’. Auteur J.W. Hogendoorn gaat in dit 196 pagina’s tellende werk uitgebreid in op de historie van de Jeep, die zijn naam dankt aan de letters GP. Daarvan staat de eerste voor Government en de tweede voor wagens met een wielbasis van tachtig inch, en dus niet voor General Purpose, zoals vaak wordt aangenomen. In die onjuiste betiteling zit echter wel een grote kern van waarheid. Het manusje van alles klaarde vele klussen en was ‘zo trouw als een hond, zo taai als een ezel en zo behendig als een geit’, aldus oorlogscorrespondent Ernie Pyle. Net als elders kon men er in Nederland dan ook maar moeilijk afstand van doen en pas in 1969 verdwenen de laatste jeeps naar de Domeinen, voor een belangrijk deel materieel dat de invasie nog had meegemaakt. De later, via de Marshallhulp aangekochte exemplaren gingen minder lang mee en werden vervangen door het Nekaf terreinvoertuig. Al met al heeft de Jeep in Nederland zijn sporen verdiend, evenals in de Oost, waar hij nog vele jaren dienst deed. Ook hieraan wijdt Hogendoorn enkele passages. De auteur gaat overigens uiterst zorgvuldig te werk. Door precieze data en saillante details te vermelden, verschaft hij ‘De Jeep in Nederland’ het aanzien van een encyclopedie. De schrijfstijl is weinig frivool en ook de vrij chronologische opbouw doet solide aan. Desondanks zullen liefhebbers smullen van dit boek, waarin ook de nodige citaten uit destijds gepubliceerde kranten en periodieken staan. Die toevoegingen zorgen ervoor dat het tijdsbeeld heel authentiek overkomt. ‘De Jeep in Nederland’ (ISBN 90 288 3527) is een rijkelijk geïllustreerde uitgave van de Europese Bibliotheek en kost 1 29,95. Tekst: André Twigt
Battles that changed history Krijgsgeschiedenis blijft boeien, en zeker door de manier waarop Geoffrey Regan haar behandelt. In een fraaie uitgave van André Deutsch belicht hij op onderhoudende wijze vijftig beslissende slagen – te land, ter zee en in de lucht –, die een tijdperk van 2500 jaar overspannen. Bij zijn onderwerpkeuze liet de auteur zich niet zozeer inspireren door de uitstraling die ze op het heden hebben, maar vooral door hoe zij de worsteling tussen de diverse machten binnen een bepaalde historische periode beïnvloedden. Neem de Slag bij Salamis, die een einde maakte aan de Perzische expansiedrift en het startpunt voor de opgang van de Griekse beschaving markeerde. En dat allemaal dankzij de vooruitziende blik van de Atheense leider Themistocles. Deze bracht zijn stadgenoten er tien jaar na Marathon niet alleen toe hun vloot te versterken, in afwachting van een hernieuwde confrontatie met de Perzen, maar haalde hen tevens over Athene tijdelijk te evacueren. Ook wist hij de Spartaanse opperbevelhebber Eurybiades zover te krijgen dat hij de Perzische overmacht in een zee-
25
I N T E RV I E W
Puppus drie zwaait af als LTZ1 ‘Ik werkte met een lage drempel’ iskerke, hoofd Afdeling Management van de School voor Maritieme Vorming, Bedrijfsvoering en Onderwijskunde in Den Helder, bevoer vrijwel alle wereldzeeën en meerde af in een onafzienbare reeks havens. Vanwege de kinderen betreurt hij het overigens zo vaak van huis te zijn geweest, ondanks de steun van echtgenote Lia, een ex-Marva. ‘Pas nu, met een kleinzoon, weet ik wat ik heb gemist’, verzucht hij. Begonnen als puppus drie schopte Wiskerke het uiteindelijk dus tot LTZ1. Als een van de belangrijkste koerswijzigingen uit al die jaren, noemt hij de integratie van ‘varende’ vrouw. Dames aan boord brengen ongeluk, vond hij destijds. ‘Nu zeg ik: dat was een vooroordeel, want túúrlijk kunnen ze het aan. Ach, de marine haakte destijds verstandig aan bij een maatschappelijke ontwikkeling.’
De bebaar-
W
de en langharige Wiskerke op Hr.Ms. Van Galen (1973).
Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: Archief Co Wiskerke
‘De marine was mijn leven, daarom heb ik eigenlijk geen zin in de burgermaatschappij. Maar thuis wezen ze me erop dat er nog een sociaal bestaan is en dat ik daarin nu eens moet investeren. Dus stap ik met tegenzin op. Ik hoop alleen wel dat mijn leven als burger even lang duurt als mijn diensttijd.’ Luitenantter-zee eerste klas Co Wiskerke steekt het niet onder stoelen of banken: begin juli zegt hij de KM met frisse tegenzin vaarwel. Veertig dienstjaren zijn kennelijk nog niet genoeg, een aantal waarmee Wiskerke overigens tot een uitstervend ras behoort. Want de tijd van de marine als baan voor het leven lijkt voorbij. Terugblik op een tamelijk zeldzame carrière.
Wiskerke, met op de achtergrond een klas met recruten van de SMVBO: ‘Pas nu met een kleinzoon weet ik wat ik in al die jaren tijdens mijn afwezigheid op het thuisfront heb gemist.’
en andere ingrijpend moment betrof de samensmelting van dienstvakken als de navigatie gevechtsinformatiedienst, vuurleidingkonstabel en konstabel tot operationele dienst operaties. ‘Dat had van mij niet gehoeven, omdat er zo een brok “identiteit” verloren ging en een specialisme versnipperde. Anderzijds werd je wel breder inzetbaar.’ Dé ultieme verandering beleefde Wiskerke echter in 1987, het jaar waarin hij als adjudant – na de nodige opleidingen – tot officier van (toen nog) speciale diensten werd gebombardeerd. Om in 1993 LTZ1 te worden. ‘Ik kwam terecht in een wereld met een andere manier van denken en doen’, herinnert hij zich. ‘Kijk, een officier vervult een voorbeeldfunctie, terwijl een onderofficier vaak nog een baas boven zich heeft, die hem zo nodig beschermt. Ook qua hiërarchie moest ik wennen. Liep de communicatie tussen officieren en onderofficieren altijd
E
26
Foto: Sjoerd Hilckmann-CAVDKM.
van boven naar beneden, nu was ik plots één van hen. Maar ik voelde me nooit buitengesloten. Al met al beschouwde ik de benoeming als een erkenning en een beloning voor alle investeringen in m’n loopbaan.’
drang die hij tot ergernis van zijn vrouw nog steeds heeft. ‘Ze wil dat ik het nu eens rustig aandoe’, glimlacht hij. De overstap naar de militaire samenleving, destijds een bastion van kadaverdiscipline, orde en tucht, ervoer Wiskerke als een cultuurschok. ‘De baksmeesters gedroegen zich bij wijze van spreken als goden’, vertelt hij. ‘Ze tegenspreken of klagen? Uit den boze. Ik vond de aanpak een tikje feodaal. Maar je wilde best lijden en incasseren, uit vrees aan de kant te worden Wiskerke (rechts) in 1997 in Bosnië gezet. In die tijd stonden jongeals waarnemer van de European ren nog te trappelen voor een Community Monitor Mission. baan bij de marine. Dat gaat nu wel anders. Er komen véél minder rekruten op en baksmeesters heten (klassen)begeleiders.’ In 1965 onderging de jeugdige matroos radioafstandpeiler-plotter Wiskerke zijn ‘varende’ vuurdoop aan boord van het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman. Opnieuw moest hij even stevig slikken: nooit eerder zat hij met 120 man opeengepakt in een scheepsverblijf met vier kooien boven elkaar. ‘Bovendien kreeg je als jongste
e MULO beu, kwam de nu 54-jarige Wiskerke in januari 1964 als jongen van vijftien op bij het toenmalige Marine Opkomst- en Keuringscentrum in Hilversum. De Limburger wilde een afwisselender leven en nieuwe culturen en mensen leren kennen, een
D
Februari 1964. Wiskerke als rekruut op het MOKH.
27
matroos in het begin minder leuke banen als toiletten en douches schoonmaken.’ Allengs beviel het marineleven hem evenwel steeds beter. ‘Ik hóór gewoon bij de KM, hé.’ In totaal vervulde hij 21 functies. Aan welke hij de beste herinneringen bewaart? ‘Moeilijk te zeggen’, peinst Wiskerke. ‘Er was niks beter of minder. Ik deed er zelf trouwens veel aan door mijn voorkeur voor een baan tijdig kenbaar te maken.’ Als er dan toch zo nodig hoogtepunten moeten worden opgelepeld, noemt hij de dag waarop hij de eerbiedwaardige rang van korporaal bereikte (‘je wordt wat, hè’) en die waarop hij als sergeant de leiding kreeg in een commandocentrale. ‘Je voelt je belangrijk als de autoriteit van wie wordt verwacht dat hij de zaken goed regelt, wat me overigens prima ligt. Ik neem graag het voortouw en “kan niet” bestaat bij mij niet. Zolang het maar reëel blijft.’
‘Ik voelde me altijd min of meer bevoorrecht.’ Foto: Sjoerd Hilckmann-CAVDKM.
wal. Voor de rest spreek ik liever van trieste momenten.’ Als voorbeeld noemt hij de storm in 1966 in de Straat van Messina, waarbij enkele bemanningsleden van de kruiser Hr.Ms. De Ruyter, waarop hij toen voer, overboord sloegen. Zijn plaatsing op de onderzeebootjager Hr.Ms. Friesland zal hem eveneens lang heugen door het ongeval met de raketdieptebom die door een mechanische storing pardoes de longroom binnenzeilde. Verder stootte hij met de Karel Doorman ooit op een rots in een Noorse fjord, terwijl er toch echt een loods aan boord was… ‘Veertig centimeter dik staal boog als een sardineblik om’, vertelt Wiskerke. ‘Paniek aan boord, ja, maar zo’n schip zinkt niet zomaar.’ m te voorkomen dat hij na het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) achter de vitrages belandt, gaat Wiskerke in zijn woonplaats Schagen aan de slag bij de lokale atletiekclub TAS ‘82, de wijkvereniging Groeneweg, de commissie voor de gemeenteraad én neemt hij zitting in het lokale bestuur van het CDA. Lacht de fervent marathonloper: ‘Het bekende “zwarte gat” gaat zeker aan mij voorbij. Tja, ik ben geen stilzitter.’ Om deze reden zal hij zich zeker op de hoogte blijven stellen van de ontwikkelingen in de organisatie die zijn leven in zo belangrijke mate bepaalde. Filosoferend ziet hij de marine verder transformeren van deep blue naar een brown water navy. Met als (hoofd)taak patrouilles voor ‘vijandige’ kusten, zoals nu in het Golfgebied in het licht van de internationale campagne tegen het terrorisme. Waarbij het Korps Mariniers overigens tot boegbeeld van de KM zal uitgroeien, verwacht Wiskerke. ‘En bij nieuwe bezuinigingen zullen mogelijk in plaats van de kaasschaafmethode onderdelen worden “weggehakt”, zoals bijvoorbeeld de Onderzeedienst of Marineluchtvaartdienst. Dat vrees ik althans.’ Op 1 juli zegt LTZ Wiskerke adieu met een grootscheepse receptie, waarbij prominente gasten uit de krijgsmacht acte de présence zullen geven, onder wie de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Cees van Duyvendijk. De dag erna verhuist hij naar zijn plaatsing ‘voor het leven’, de met vele stoffelijke marineherinneringen doorspekte I love me room thuis. ‘De KM was mijn leven.’●
O
nteressant vond hij ook de functie van helikopter-directieofficier aan boord van het voormalige Van Speijkfregat Hr.Ms. Van Galen. Wiskerke: ‘De heli op het juiste tijdstip boven de “vijandelijke” onderzeeboot krijgen, dát is pas spannend werk. Je mag geen fout maken, anders word het schip vernietigd. Een hele verantwoording.’ Een andere goede ervaring betreft die als hoofd van het inlichtingendetachement op de Nederlandse Antillen, waarbij hij met drugsbestrijding en counter drugs operaIn Sjanghai, tijdens een eskaderreis naar tions in het Caribisch gebied het Verre Oosten (1986). te maken kreeg. Met name het ‘netwerken’ sprak tot de verbeelding. ‘Dat is een van mijn sterkste punten, misschien wel een hobby.’ Meer recent springt de plaatsing in het voormalige Joegoslavië als in het wit gestoken monitor van de Europese Gemeenschap eruit. ‘Het maakte me bewust van de rijkdom van vrede en veiligheid.’
I
‘Dames aan boord brengen ongeluk, dat was een vooroordeel, want túúrlijk kunnen ze het aan’
allen er onaangename herinneringen te noteren? ‘Niet echt’, constateert Wiskerke. ‘Ik voelde me altijd min of meer bevoorrecht, wat mogelijk door mijn karakter komt. Ik werk namelijk met een lage drempel. O ja, ik herinner me één slechte plaatsing, die op de Operationele School. Saai werk en daarnaast ben ik geen figuur voor de
V
28
L AO L LGE BHOEE NK S
Koninginnedag in de West
Vanwege de vrije dagen van de Antilliaanse politiek en ambtenarij is Koninginnedag in de West dit jaar al op 26 april gevierd. De Alle Hens werd gehouden in bijzijn van de gou-
verneur van de Nederlandse Antillen mr. J.M. Saleh en de minister-president M.A. Pourier. De Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied, brigade-generaal der mariniers
R.L. Zuiderwijk hield een rede met als centraal thema ‘Vrede komt niet vanzelfsprekend’. Op de foto wordt het eerbewijs ‘joelen’ gebracht.● (Foto: Peter van Bastelaar)
Adreswijzigingen
Lintjesbuitje
Actief dienende militairen én burgers moeten een eventuele verhuizing melden bij de eigen personeelsfunctionaris. Betalende abonnees kunnen daarvoor terecht bij Abonnementenland in Uitgeest, tel. 0251 - 31 39 39; veteranen wenden zich tot de SDV in Doorn. Deze adressen en telefoonnummers zijn te vinden in de colofon van dit blad. Reservisten ten slotte kunnen hun adresmutatie doorgeven aan de Directie Personeel KM, tel. 070 - 316 35 78.●
Herdenking gevallenen Indië Op grond van verdiensten heeft het Hare Majesteit behaagd om de volgende personen – voorafgaand aan Koninginnedag 2002 - koninklijk te onderscheiden: Als Ridder in de Orde van OranjeNassau, met de zwaarden, CZMNED vice-admiraal L.L. Buffart (postuum). Als lid in de Orde van Oranje-Nas-
sau: mevrouw A. Uhlenbeck-Koning, bedrijfsmaatschappelijk werker van de SMD-KM. En mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, adjudant van de mariniers A.A. van de Velde, wegens verdienstelijke activiteiten voor civiele drumfanfares.● (Foto: Archief Defensiebladen)
29
Bij het Indië-monument in Amstelveen vindt op 14 augustus andermaal een herdenking plaats van de gevallenen. De plechtigheid begint om 19.30 uur en wordt muzikaal omlijst door het Fanfarekorps van de Koninklijke Landmacht. Onder de sprekers bevindt zich onder anderen de burgemeester van Amstelveen. Aansluitend aan de toespraken zal Wieteke van Dort een declamatie houden. Het monument ligt in het Broerse Park aan de Molenweg en is ook bereikbaar met het openbaar vervoer, bus 66, 147 en 170.●
LOGBOEK
Nieuwe CZM en PBDZ
Schout-bij-nacht J. van der Aa.
Als opvolger van de onlangs overleden vice-admiraal L. Buffart heeft schout-bijnacht J. van der Aa op 26 april de functie van Commandant Zeemacht Nederland, tevens Admiraal Benelux, op zich genomen, onder gelijktijdige bevordering tot vice-admiraal. Zijn vorige functie van plaatsvervangend Bevelhebber der Zeestrijdkrachten wordt per 26 april bekleedt door – inmiddels – schout-bij-nacht J.W. Kelder, die tot dan het bevel voerde over het Belgisch-Nederlands Eskader.● (Foto’s: CAVDKM)
Schout-bij-nacht J.W. Kelder.
Programma Cambodja-reis De ingrediënten voor de reis naar Cambodja zijn inmiddels bekend. Het programma luidt als volgt. • Op eigen gelegenheid transfer naar Bangkok. Dit is reisorganisatorisch het eenvoudigst, omdat de veteranen tien jaar na dato wereldwijd verspreid blijken. • Dag 1 (13 okt. 2002): Meeting (18.00 uur) in het Atrium hotel te Bangkok. • Dag 2:Verplaatsing van Bangkok naar Siem Reap per vliegtuig en Battambang met landcruisers. • Dag 3 t/m 6: Bezoek aan de diverse compagnieslocaties, OP’s en andere markante punten in de Nederlandse sector. • Dag 7: Verplaatsing per speedboot vanaf Battambang naar Siem Reap over o.a. de Tonle Sap. • Dag 8: Reis per minibus naar de tempelcomplexen van onder meer Angkor Wat en Ankor Thom. • Dag 9: Bezoek aan Ta Phrom, Bantey Srei, Kbal Spein en tocht door de jungle. • Dag 10: Reis per minibus naar Phnom Penh langs de noordoevers van de Tonle Sap. • Dag 11: Stadstour door Phnom Penh met onder meer een bezoek aan The Royal Palace, The Silver Pagoda, het Nationale Museum en natuurlijk Tuel Sleng en de Killing Fields. • Dag 12: Vrije tijd, met de mogelijkheid om een boottocht te maken over de Mekong rivier, te shoppen of om bij te komen in het poolresort. • Dag 13 (25 okt. 2002): Verplaatsing per vliegtuig vanaf Phnom Penh naar Bangkok. De totale reissom bedraagt 875 Amerikaan-
se dollars. Alle hotelovernachtingen (in kamer met airco en badkamer) plus ontbijt en de vluchten Bangkok-Siem Reap en Phnom Penh-Bangkok zijn inbegrepen. Ook de begeleiding door lokale Engelssprekende gidsen in Battambang, Siem Reap en Phnom Penh (1 gids per 10 personen), alle entreebewijzen en luchthaventransport in Cambodja vallen hierbinnen. Wel moet rekening gehouden worden met een Cambodjaans visum ($ 20,-), departure tax op Bangkok Airport (BHT 500,-) en de luchthaven van Phnom Penh ($ 20,-). Met de reis wil de organisatie ook de Stichting Ptea Teuk Dong sponsoren. Deze vangt
zwerfgezinnen, veelal met één ouder, op in de provincie Battambang (de oude sector van het NL-detachement) en helpt hen weer op de been. Meer info en aanmelding: Marinier eerste klas Arjan van Ingen, Marinebasis Parera, Gebouw Piku, Kamer 1.15, Curaçao. Tel: (05999) 463 74 02 of (05999) 517 93 12 (mobiel) en via het militaire net: *06-2507402. Het militaire faxnummer is: *06-2507483. E-mailadres:
[email protected] en bijbehorende internetsite: www.ares.nu.● (Foto: CAVDKM)
www.nautiek.nl De Scheepvaartsite van Nederland
30
ALLE HENS
Reünies * Oud-opvarenden van Hr.Ms. Jan van Brakel, die in 1955 naar het voormalig Nederlands Nieuw Guinea vertrok, houden op 18 juli een reünie. De locatie is de woonboulevard Eijerkamp te Zutpen. Informatie en aanmeldingen: Jan Gordijn, Arent Maertensvliet 49, 2992 WC Barendrecht, tel. 0180 - 62 05 72. * ‘Promares’/Reüniecommissie Hr.Ms. De Ruyter houdt op 29 augustus een bijeenkomst voor oud-opvarenden van Hr.Ms. De Ruyter (C 801/F806). Locatie is het K.T.O.M. Bronbeek te Arnhem. Informatie en aanmeldingen: R. Teunissen, tel. 055 - 540 96 97.
Achtervolging Een Nederlandse P3C-Orion van de Koninklijke Marine en Hr.Ms. Bloys van Treslong plus een aantal eenheden van de Amerikaanse Kustwacht, zijn onlangs ingezet bij de achtervolging van een verdachte go fast, te beginnen op 80 mijl ten noordwesten van Aruba. Na detectie van de snelle boot door de Orion voeren de Amerikaanse Kustwachtcutter Attu en de Bloys van Treslong er met hoge vaart op af. Onder aanwijzing van de Orion en later een Cessna Citation van de Amerikaanse FOL-basis op Aruba, kon uiteindelijk de Lynx helikopter van de Bloys van Treslong de go fast – op ongeveer 30 mijl ten noorden van Colombia – tot stoppen dwingen. Vervolgens hield de Attu de bemanning aan, die vrijwel meteen bekende dat zij het bootje had ontvreemd. Omdat het hier een gestolen vaartuig betrof en de verdenking bestond dat het betrokken was bij een drugstransport – hoewel lading ontbrak –, werden de vier Colombiaanse opvarenden en de Go Fast op zee overgegeven aan de Colombiaanse autoriteiten.● (Foto’s: KM)
Modellen Marine Luchtvaart Dienst Ter ere van het 85-jarig bestaan van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) is in Nijmegen in het museum ‘De Revolutie’ een overzichtstentoonstelling ingericht van alle vleugelvliegtuigen die ooit bij de MLD hebben dienst gedaan (vanaf 1917 tot heden). De collectie bestaat uit ongeveer 75 houten modellen, op schaal van 1:72.
Ze valt nog het gehele jaar te bezichtigen en wel op elke tweede zondag van de maand van 11.00 tot 16.00 uur. ‘De Revolutie’ staat op de hoek van de Griegstraat en de Beethovenstraat. Meer info: via internet http://wanadoo.nl/revolutie, telefoon: 024 - 360 00 36/344 22 69.●
31
* De elfde reünie VLKNST/RAPV vindt op woensdag 25 september plaats te Den Helder. Wie nog geen persoonlijke uitnodiging heeft gekregen, wordt verzocht contact op te nemen met de secretaris van de Stichting Reünisten Vuurleidingkonstabel, C.J. Theunissen, tel. 0223 - 63 32 71. * Het ligt in de bedoeling om – bij voldoende belangstelling – een reünie te organiseren voor de korporaalsgemeenschap die tussen 28 mei 1973 en 11 oktober 1976 aan boord van Hr.Ms. van Speijk voer. Van enkelen zijn de adressen bekend, maar van velen ontbreken helaas de gegevens. Reacties naar: Cor Theunissen, Baljuwstraat 37, 1785 SC Den Helder, tel. 0223 - 63 32 71 of telefonisch bij Gerrit ter Haar, op 0223 - 63 32 72.●
Uitbetaling salaris De militaire en burgersalarissen worden in juni op maandag de 24ste voor uitbetaling aan het personeel aangeboden aan de Rabobank en Interpay. Uiterlijk twee dagen later moet het geld op uw rekening staan. Meer informatie bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070 - 318 74 93.●
LOGBOEK
Veteranenshop
Europa en de Pax Americana Na 11 september 2001 verklaarde Europa zich solidair met de Verenigde Staten en deed het veel om Amerika behulpzaam te zijn in de strijd tegen het internationale terrorisme. Maar hebben de VS het oude continent nog wel nodig? Die vraag werpt Peter van Ham op in het Clingendael essay ‘Europa en de Pax Americana. Het transatlantisch bondgenootschap in de schaduw van morgen’. De regering Bush, stelt hij, ziet Europa niet langer als geprivilegieerde bondgenoot en soms slechts als een kritische lastpost die de toekomstige Pax Americana niet wenst te accepteren. Het Clingendael essay geeft aan dat Europa
hard zal moeten werken om als volwaardige partner van de VS een rol te spelen in het politieke management van de voortschrijdende mondialisering. Het gaat niet alleen om het voortbestaan van de NAVO, maar om de mogelijkheden van beide transatlantische pijlers als een verenigd ‘Westen’ op te treden. ‘Europa en de Pax Americana’ (1 7,50) is verkrijgbaar bij het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael, Postbus 93080, 2509 AB Den Haag. Het kan ook worden gedownload van www.clingendael.nl waar de tekst staat afgedrukt op de pagina ‘Focus’.●
Onlangs heeft de onafhankelijke en commerciële Stichting Veteranen Voordeelshop de internetsite www.vetsonline.nl geopend. Voor veteranen – die tegen een gering bedrag lid kunnen worden – biedt de site de mogelijkheid om met aanzienlijke kortingen tot 35% producten en diensten af te nemen. Daarnaast fungeert Vetsonline als forum voor het uitwisselen van ervaringen en het plaatsen van oproepen. Meer info op de site en bij Vetsonline, Postbus 54, 2870 AB Schoonhoven, tel. 010 - 235 77 74, email:
[email protected].●
De wereld in karton Nog tot in de jaren ‘50 van de vorige eeuw vormde het maken van kartonnen bouwplaten een geliefde vrijetijdsbesteding. Een schaar, een potje gluton en een kwastje, wat knijpers en paperclips en hé presto. De tijden veranderden echter en er kwamen bouwdozen met plastic modellen, die een veel grotere detaillering hadden en met verf prachtig waren af te werken. Begin jaren tachtig maakte de bouwplaat echter zijn comeback. De ‘Karel Doorman’ werd bijvoorbeeld aan boord van dat schip druk in elkaar geknutseld. Marinier Wim van der Meer raakte zo enthousiast dat hij er een oplage van tweeduizend stuks van liet vervaardigen. Samen met Koen Berfelo ontwierp hij vervolgens nieuwe modellen, waaronder de Zeven Provinciën, die ook steeds gedetailleerder werden. Als vanzelf ontstond er zo een wereldje van hobbyisten, de zogeheten ‘plakkers’, die zich naast schepen ook op tanks, voertuigen en vliegtuigen stortten. Het resultaat van hun inspanningen valt tot eind september te bezichtigen in museum ‘’t Schilderhuis’, Van Rijckevorselstraat 2 te Driebergen. Van dinsdag t/m vrijdag is het geopend 14.00 tot 17.00 uur; op zaterdag, zon- en feestdagen gaan de deuren twee uur eerder van het slot. Telefoon: 0343 - 51 75 88.●
Traditie op de kiek De Chef van het Militair Huis van Hare Majesteit de Koningin, luitenant-generaal Dré Blomjous, heeft onlangs in het Voorlichtingscentrum van het Ministerie van Defensie te Den Haag de fototentoonstelling ‘Koninklijk Huis en Krijgsmacht’ geopend. Deze bevat een kleurrijk overzicht van het militair ceremonieel rond het huwelijk van kroonprins Willem Alexander en mevrouw Máxima Zorreguieta. De foto’s werden genomen door onder meer het Centrum voor Audiovisuele Dienst Koninklijke Marine, de Directie Voorlichting, de Koninklijke Marechaussee en de heer Ruben Schipper.● (Foto’s: CAVDKM)
Muzikanten gevraagd Reünisten-Matrozenkapel in oprichting zoekt muzikanten uit de voormalige matrozenkapellen van het Marine-opleidingskamp Hilversum, MVK Valkenburg, Wachtschip te Willemsoord en de Marinekazerne Biak, Nederlands Nieuw Guinea. Reacties naar: A.J. Brouwer, Hollanderstraat 16K, 2517 HK Den Haag, tel. 070 - 346 52 92.●
32
ALLE HENS
Gezocht
Vierdaagse van Nijmegen
* Oud-marinier W.G. Timmerman zoekt ex-marineman en oud-dorpsgenoot A. Huizing – geboren in 1926 of 1927 te Zetten (gemeente Valburg) – die hij voor het laatst in Soerabaya heeft ontmoet. Door de oorlogstoestand in het voormalig Nederlands-Indië en de latere evacuatie is het contact verloren gegaan. Reacties naar: W.G. Timmerman, Nw. Inslag 41 C, 4817 GM Breda, tel. 076-5141676, e-mail:
[email protected].
Ook dit jaar zal het NRFK/KVNRO detachement vanuit het tentenkamp Heumensoord meedoen aan de Vierdaagse die van 16 t/m 19 juli wordt gehouden. Wie zich daarbij wil voegen, dient zelfstandig te trainen en aansluitend deel te nemen aan de generale repetitie op 29 en 30 juni (2 x 40 km) in detachementsverband. Na het succesvol uit-
lopen daarvan is men klaar voor de Vierdaagse! Bent u een (reserve)officier (BOT, BBT, KMR) en durft u de uitdaging aan, geef u dan uiterlijk 1 juni op bij: Commandant Vierdaagsedetachement NRFK/KVNRO, Mjr. Hans Berding, Van Oudshoornhove 28, 2726 BX Zoetermeer, tel. 079 - 351 08 42,
[email protected].● (Foto: CAVDKM)
Golftoernooi
* De gebroeders Dudart zijn op zoek naar oud-collega’s van hun broer, kanonnier Jan Dudart, die in 1942 aan boord van Hr.Ms. Java tijdens de slag in de gelijknamige zee het leven liet. Reacties naar: de heer C. Dudart, Zocherstraat 20, 3067 AT Rotterdam, tel. 010 - 420 64 60.●
Deadline Kopij voor de juli-editie van Alle Hens dient uiterlijk vrijdag 7 juni in het bezit van de redactie te zijn.●
Het Marinegolftoernooi 2002 wordt op vrijdag 28 juni gespeeld op de negenholesbaan van de Marinegolfclub ‘Nieuwe Diep’ op het MVK De Kooy te Den Helder. Inschrijving staat open voor (post) actieve militairen en burgerambtenaren van de KM en militairen van andere krijgsmachtdelen, geplaatst bij de KM. Er wordt met twee series van negen holes gespeeld om twee strokeplay wissel-
bekers, één met en één zonder verrekening van handicap. De maximale exact-handicap voor deelname is gesteld op 35 voor de categorie A en B. Voor de categorie C geldt 30. Gespeeld zal worden van handicap 28. Opgave (vóór 14 juni) bij Bureau Sport van De Kooy, tel. 0223 - 65 86 22/65 87 77 en fax 0223 - 65 87 75.● (Foto: CAVDKM)
Tip voor de redactie? Mail hem naar:
[email protected]
33
www.marine.nl
N & M SS MM EENNSSEEN MUUTAT TATI EI E
OFFICIEREN: BEVORDERINGEN: VADM J. van der Aa, SBN J.W. Kelder, KTZ drs. C.L. Turnhout, KTZ P.W. Lenselink, KLTZ R.T. Luyckx, LNTKOLMARNS R. Springer, LTZ 1 J.J. Wijchers, LTZ 1 L.M.C.F. Derksen, MAJMARNS A.J. Kortenhoeven, LTZA 1 I. Prinsen BC, KAPTMARNS J. Bruinewoud, KAPTMARNS J. Heijmeskamp, KAPTMARNS R.J.H. Melis, KAPTMARNS R.G. Manning, KAPTMARNS A.H.A. Crouwel, KAPTMARNS A.L.J. de Wit, LTZT 2 OC C.A. de Jonge, LTZT 2 OC C. Tuinman, LTZT 2 OC G.A. Smits, LTZT 2 OC J.T.M. Uijttewaal, LTZT 2 OC R.M.F. Vallenduuk, LTZT 2 OC J.H. van Geel, LTZE 2 OC J.G. Rustige, LTZE 2 OC H.A. van Bruggen, LTZE 2 OC W. de Jong, LTZA 2 OC P.C. Beijen, LTZA 2 OC H. Emmink, LTZAR 2 OC KV M.I. Vroon, LTZAR 2 OC KV R.H. den Boer, LTZ 2 ing. J. de Cock BC. ONDEROFFICIEREN: BEVORDERINGEN: AOOODVB P.P. Camphuijzen, AOOODVB W.F. de Ridder, AOOODND W. Bruggeman, AOOWDW J.G.J. Cijntje, AOOWDW J. Sneep,
AOOWDE P.W. Meijers, AOOTD C.J. de Graaf, AOOTDW P. Spaansen, AOOTDW B.J. Steenhoek, AOOTDE W.C.A.M. van den Berg, AOOTDV R.M. Witkamp, AOOTDV P. van Veen, AOOLDA J.A. Tuinhof, AOOLDA R.J. Post, AOOLDV J. Selhorst, AOOMARNALG J.L. Willeboordse, SMJRODOPS A. Goedhart, SMJRODOPS G.J. Vos, SMJRODVB P.H.W. Holierhoek, SMJRODVB J. de Kok, SMJRODND C. Leentfaar, SMJRWDE E. Smit, SMJRWDV H. Marlisa, SMJRTDW J.G. Beeksma, SMJRTDW P.J.D. Bouw, SMJRTDW A.H. van den Hoek, SMJRTDW D.C. Baars, SMJRTDE R.E. Dumont, SMJRTDV A.M. Plompen, SMJRTDV P.B. Maas, SMJRLDA R. Pontier, SMJRLDA E.A. van Leur, SMJRLDA A.P. Splinter, SMJRLDA R.J. van Leeuwen, SMJRMARNALG G.A. te Raa, SMJRMARNALG B. Overeem, SMJRMARNALG R.A.H.J. Pruijn, SMJRMARNALG R.H.B. Mentink, SGTODOPS R.G.P. den Harder, SGTODOPS J.W.A. Kreuger, SGTODOPS J.W.E. Willems van Dijk, SGTWDS J.H. de Reus, SGTWDS P. Riekwel, SGTWDS R. van Houwelingen,
SGTWDS R. Wesemann, SGTWDS S.C.G.M. Rekkers, SGTWDS G.R. Meijer, SGTWDS R.A. Kruijsse, SGTTDE M.H.M. Gademan, SGTTDE R.W. Speel, SGTTDE R.P.H. Rademakers, SGTTDE P.A. Zulver, SGTTDE Q. Veen, SGTTDE J. van Eck, SGTTDE W.F.A. Sauselé, SGTTDE D. den Boer, SGTTDE J. Schenk, SGTTDE H.J. Heij, SGTTDE J.P. Muis, SGTLDV A. Schenkel, SGTLDV A.J. van Verseveld, SGTLDV J.A. Nagelhout, SGTLDV J. Widjie, SGTLDGD L. van Trierum, SGTLDGD M.C. Arends, SGTLDGD N.A. Berserik, SGTLDGD J. van der Molen, SGTLDGD R.J. Faber, SGTLDGD M.A.C. Kors, SGTLDGD P.R. Jongenburger, SGTLDGD I.W.G.M. van der Horst, SGTLDGD H.R. Seeger BC, SGTLDGD J.R.M. Zweers, SGTLDGD R.E. de Beer BC, SGTMARNALG A. Ramdas, SGTMARNALG H. Visser, SGTMARNALG P. Witteman, SGTMARNALG G.J. Abbing, SGTMARNALG L.A.J. de Groot, SGTMARNALG G.L.M. Bentvelzen, SGTMARNALG P.C. van der Vlies, SGTMARNALG M. Witteveen, KPLWDS A.J. Stierman, KPLWDS M.P. Kruidenier, KPLWDS B. Jansema, KPLWDS S.E. IJben, KPLWDS T. van der Ham, KPLTDV T. Vrolijk.
ADVERTENTIE
DIENSTVERLATERS: SMJRODOPS J.A.A. van der Tol, SGTTDE A.M.M. Bronckers, KPLMARNALG P. Folman, KPLODOPS A.E. Meijer.
Sleegers, M. Dijkshoorn, G. Jansen Hendriks, G.W. Taal, G. Bakker, R. Kraaijeveld, R.J.P. van der Plas. 121⁄2 jaar: R.R. Kalpoe, A.M.A. BakkerReus, R.J. Amerika, C.M. Collet, drs. M.A. van Alphen. BEVORDERINGEN: N.H. Remkes 11, M.P. Knijff 5, E.D. van Battum, A. van der Plas 10, J.A. Visser 9, D. Oosterhof 7, W. van Duijvenbode 8, L. Askamp 8, J.C.M. Grooff 7, S. Hagedoorn 6, A.A.B. Klaveren 7, D.D. de Broer 8, B.R. Tjon Kam 11, M.F. Bastelaere 7, C.J. Bruul 5, F.J. Carlebur 6, R. Gombault 7, A. Mosk 6, R. Mulder 6, G.J. van Nuland 8, J.A.P. Polane 6, C. Staring 8, L. Wiese 4, D. Bijker 5, A. Brussen 8, P.N. de Daas 9, P. Dokter 8, H.E. Dubois 8, E. Groot 5, J.J. van Hoolwerff 6, R. Kuilman 4, E.H.M. Hamerslag 8, R.A. van der Heide 6, H.M. Okkerse 5, K. Vlaming 4, J.A. Vliet 8, M. Eijkelhoff 6, G. Hasenoot 6, R.A. Boeckholtz 6, A. Gelmers 4, R.A. Jansen 5, A. Meilink 5, N.L. Orth 4, L.W.M. Apperloo 8, A.A.M. Czech 6, M. Faas 6, J.W.P. Hoolboom 6, M.J.M. van de Kamer 6, P. van Niel 10, M. Pot 10, C.S. Quax 6, H. Rusticus 7, F. Smit 6, E. Stam 6, M.D.W. Timmermans 6, R.R. Wassenburg 6, R. van Wingerden 10, R. Zasburg 6, B. Weijsenborn 7. DIENSTVERLATERS: W. van Nes, J.A.M. Grootjans, J. Zeeman, W.G.F. Wal, A.J.J. Chumra, T.J. Smit, A. Jasper, F.W. Teunissen, I. Lauers, H.C. van de Burg, G.J. ter Denge.
BURGERS: AMBTSJUBILEA: 40 jaar: M. Glim. 25 jaar: R. Kwast, J.A. Heijkoop, C.H.M.
34
De gegevens in deze rubriek zijn aangeleverd door DPKM in Den Haag (militairen) en PSA te Emmen (burgers). Tel. 0703162570, resp. 0591-684232.