M
Geloven in Vrede
Marieke Verheul : Een draadje naar de toekomst
arieke is Vredesvrouw van het jaar 2011 geworden. Nog voordat ik mijn eerste vraag aan haar kan stellen, gaat zij vertellen: Ik was helemaal verrast door de prijs! Normaal ben ik altijd heel betrokken bij de keuze van de Vredesvrouw, maar doordat ik met andere dingen bezig was, had ik er helemaal niet zo op gelet. En er stond nooit iets over het kiezen van een Vredesvrouw in de verslagen van de Vrouwen voor Vrede IJmond, de groep waarmee ik als “buitenvrouw” vaak mee vergaderde. Dus dacht ik dat ook zij met andere dingen bezig waren en zo heb ik onderweg naar Amersfoort die dag voor het eerst op het programma gekeken. Ik dacht: Wie zou nou toch Vredesvrouw van het jaar worden? Het was een grote verrassing, toen ik op 29 oktober ineens mijn dochter, kleindochter en mijn twee zussen in Amersfoort zag. Je bent vanaf het begin een Gooise Vrouw voor Vrede. Hoe is het begonnen? Mijn eerste bewuste keuze voor Vrouwen voor Vrede was toen er vanuit het weekblad Hervormd Nederland een bijeenkomst werd aangekondigd in De Bilt. Dat was in 1981. Precies op het moment dat ik behoefte aan inspiratie had. Daar kwamen toen wel 300 vrouwen op af in plaats van de verwachte 50. Het was geweldig georganiseerd: tafels neergezet voor de verschillende plaatsen. Zo ging ik zitten aan de tafel “t’Gooi”, met allemaal vrouwen, die ik niet kende. Wat ons verbond, was de angst voor de bom, voor mij ook de zorg om de gezondheid van onze kinderen. We spraken dezelfde taal. We wilden vandaag nog af van die kernbewapening, maar hoe? Ik heb als kind de oorlog meegemaakt, toen was ik er niet zo bang voor, wel daarna, toen ik besefte, wat er allemaal was gebeurd. Dat mocht nooit meer gebeuren.
2
Dat was dus in 1981, 30 jaar vóór dat je Vredesvrouw van het jaar werd. Een mooi symbool, toch? Hoe ging het verder? Ik was zeer onder de indruk van die bijeenkomst en heb toen het voortouw genomen om iets in het Gooi van de grond te krijgen Zo ben ik, ik wacht dan niet tot een ander het doet. Binnen de kortste keren hadden we een bijeenkomst in een kerk in Hilversum georganiseerd en tot onze grote verbazing was ook daar de kerk hartstikke vol. Uiteindelijk was er in Nederhorst den Berg (waar ik toen woonde) een groep van meer dan 25 vrouwen in hoogtij dagen, en ontstonden er veel groepen in het Gooi. We organiseerden en deden van alles, altijd geïnspireerd door de Nieuwsbrief van Vrouwen voor Vrede. Je had dan iets om aan te bieden aan mensen, maar ook je eigen motivatie werd gevoed door de Nieuwsbrief.
Het hoogtepunt was een actie in Nederhorst den Berg tegen een bedrijfje dat atoomschuilkelders wilde verkopen aan mensen met veel geld. Onder het motto “wil je nog van ‘n glaasje wijn genieten, na de atomaire aanval????? Koop dan deze atoomschuilkelder voor f 30.000”! We waren heel verontwaardigd en zo boos! Dus gingen we - mijn man als Sinterklaas en een stel vrouwen, waaronder een paar verkleed als zwarte Pieten – naar die fabriek om de directeur toe te spreken. We hebben toen heel veel publiciteit gekregen, ik ben zelfs nog op TV geweest bij Sonja Barend. Uiteindelijk heeft die meneer zijn plannen mooi ingetrokken. Als je één keer zoveel succes hebt, dan merk je, dat wat je doet, gevolgen kan hebben. En wat ik toen heb gemerkt is dat je de pers nodig hebt. En die komt alleen als je gekke dingen doet.
3
In de toespraak van Francien werd de invloed van je ontmoeting met Helen Caldicott genoemd. Welke rol speelde deze ontmoeting? Begin jaren 80 werd er veel gesproken over straling. Ik wist er natuurlijk van, maar wat er precies mis mee was, dat wist ik niet. Mijn zus las in die tijd een artikel van Helen Caldicott in het Duitse blad Emma, over wat er precies aan de hand was met die straling. Daar wilden we iets mee. Toen heeft mijn zusje aan mijn moeder gevraagd om dit te vertalen in het Nederlands (Marieke laat me het schrift zien met het keurige vertaalwerk van haar moeder). Ik heb het daarna gecorrigeerd, laten nakijken door een kernfysicus en het uitgetikt. Eén bladzijde per keer, meer kon ik niet aan. Het was te eng. Ik was blij met het artikel, omdat ik nu wist waarvoor ik
bang was. Daarom ben ik begonnen het artikel uit te delen. Mensen wilden het weten, er kwam steeds meer belangstelling, ook vanuit kranten. Toen het gepubliceerd werd in het blad “Bewust”, had ik eindelijk een mooie versie van 6 kantjes met illustraties in plaats van een stencil. Makkelijker om weg te sturen, ook minder porto. Uit het hele land kwamen toen bestellingen. (bijgehouden in een schrift: op 26/9/1984 stond de teller op 45.383 verzonden stencils!) Ook het boek van Helen Caldicott “ Nuclear Madness” werd erin genoemd. En ik dacht: dit is een heel belangrijk boek, dus heb ik de uitgeverij benaderd (doodeng, in het Engels) en geschreven dat de tijd rijp was voor een uitgave in het Nederlands. Het boek onder de titel “Atoomwaanzin” kwam uit. Vrouwen voor Vrede heeft meegewerkt aan de vertaling. Via via heb ik Helen Caldicott toen ook bij mij uitgenodigd en o.a met de (Amsterdamse) vredesvrouwen een avond in Krasnapolski georganiseerd. We kregen veel publiciteit, het hing gewoon in de lucht. Helen en ik hebben nog een tijd contact gehad. Ze is nog steeds actief, nu ook weer na de ramp met de kerncentrale in Fukushima. Zij heeft mij toch wel de weg gewezen, dat je – ook voor je kinderen – je gezicht mag laten zien. Je mag er voor uitkomen dat je bang bent. Je hebt je ingezet voor de Pentagramactie. Recent kwamen de herinneringen vast weer boven tijdens de vertoning van de film “De Haagse Lente” in het filmmuseum. Hoe kijk je vanuit vandaag terug op de actie?
Dit was echt een hoogtepunt. Het idee, dat je daar in 1980 met 2500 vrouwen op het Malieveld uiting gaf aan belangrijke gevoelens dat was gewoon heel mooi. Het was gegroeid in een jaar van voorbereiding. Het zag er ook zo mooi uit, dankzij o.a. de ‘vrouwelijke kunstenaars tegen kernbewapening’. Zij hadden de maskers bedacht. De vrouwen liepen daar niet alleen, ze voelden het ook echt. En het doel is nog steeds actueel en nog niet bereikt.
Is dat teleurstellend? Nou, toen dachten we dat het veel eenvoudiger zou zijn. Als de wapens maar de wereld uit zouden zijn, dan zou het allemaal goed komen. Nu denk ik, dat het ooit misschien goed komt, maar dat ik het niet meer mee maak. Maar dat houdt me ook op de been, het hoeft niet vandaag.
4
Wat maakt dat je steeds weer actief werd en wordt? Ik denk dat dat simpel mijn karakter is. Het zit in mijn bloed, vredesbloed. Ik heb het mee gekregen. Ik kom uit een nest, waar het leger niet hoog in aanzien stond. Poppenkast noemde mijn vader het, hij
zou zeker dienst geweigerd hebben. Mijn moeder was eigenlijk altijd een “doopsgezinde zuster”. Daarna ben ik ook altijd gesteund door mijn man, die kwam uit het verzet.
WILPF. Ook al voel ik me daar (nog) wat minder thuis. Ook hoop ik dat het de Occupy-beweging lukt, om hun idealen duidelijk te maken. Eigenlijk had ik er gisteren nog heen willen gaan, maar dat is niet gelukt.
Wat heb je nodig? Samen met andere vrouwen bezig zijn. Daarom heb ik me nu ook aangesloten bij de Vrouwen voor Vrede IJmond. “Vredesvrouw van het jaar” vind ik beslist toch een eretitel. Dat zou best bekend mogen zijn bij bijvoorbeeld het Ministerie van Vrede, of bij de Journaliste van de vrede, Nicole le Fever, of bij de plaatselijke krant. Ik voel me een ambassadrice voor de Vrede.
Wat wil je zolang mogelijk blijven doen? Zoiets als Vrouwen voor Vrede - ik zou het toch fijn vinden als dit doorging. Want uiteindelijk heb ik het ook doorgekregen, o.a. van mijn moeder. Ik voel me verbonden met mensen vóór me en ook als een draadje naar de toekomst. Dat kan alleen als je dingen vastlegt. Als je het alleen maar denkt, dan is het weg. Ik wil het doorgeven. Ook voor mijn kleindochter, het is ook voor haar bestemd. Ik zou ook nog iets voor de Nieuwsbrief willen doen. Bijvoorbeeld schrijven over Feminisme en Vrouwen voor vrede. Een enquête aan vrouwen sturen bijvoorbeeld. En in april 2015 in Den Haag erbij zijn. Liefst met iets creatiefs, artistieks, zoals bij de Pentagramactie. 100 jaar Internationale Vrouwen-vredesbeweging, dat is toch prachtig? En als Vrouwen voor Vrede ooit stopt misschien is 2015 een mooi moment?dan moeten we ons verbinden met de
Je was bezig met het uitpakken en sorteren van de “50 dozen met inspiratie”. De dozen met het archief van Vrouwen voor Vrede. In die dozen zit ook jouw verleden. Aletta (het vrouwen-archief) is verhuisd, met alle dozen. Uit betrouwbare bron heb ik gehoord , dat er nu veel meer aanloop en belangstelling is. Dus ook voor die 50 dozen. Wat zou je in de etalage zetten, als dat kon? Dit vind ik een leuke vraag. In ieder geval de Pentagram-maskers en een foto van het web. Ook het manifest en een foto van de kraanvogels. Natuurlijk ook alle exemplaren van de nieuwsbrief…. En toch ook de “showmap” van Adrienne van Melle, die ze steeds meenam. Met buttons, foto’s en leuzen.
5
Zijn we nog iets vergeten? Ik had een weverij, misschien weet je dat. Bij het weven moet je van tevoren goed nadenken wat je wilt maken. Dat is
belangrijk. Je zet de schering op en dan komt de inslag. Ik kan goed de schering opzetten, ben goed in organiseren. Ik heb eigenlijk overal bij Vrouwen voor Vrede aan meegedaan, overal ingezeten, van alles gedaan, vergaderen, actie voeren. Ik houd van het leven. Als je redelijk gezond bent (en niet al te arm) , dan is het leven toch ontzettend fijn? Dat gun je iedereen. Ik heb altijd kunnen doen wat ik belangrijk vind, dus ben ik een gelukkig mens.
Voorzien van een grote foto van de kraanvogels, de pentagram-film en een mandarijntje ga ik gevuld naar huis.
Aan het einde overval ik Marieke met vier kerstkaarten, die ik in de trein uit de Ode heb gescheurd. Welke spreekt je aan? Dat is moeilijk kiezen. De ene vanwege het “overgeven”: ik spring en het komt vast wel goed. De andere vanwege de vraag of ik degene ben die helpt of die geholpen wordt.
Een weefster voor de Vrede, Marieke (in het midden) draden aan het weven tijdens de reünie in Amsterdam. Sigrid Hutter
6