Het DIER is DING geworden
Marijke Verduyn
Het DIER is DING geworden Van landbouwhuisdier tot productiedier
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer
www.uitgeverijmeinema.nl
Ontwerp omslag: Mulder van Meurs, Amsterdam Illustratie omslag: iStockphoto - Mashurov isbn 978 90 211 4295 1 nur 740 © 2012 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor Sam
‘Dat is een waarheid, die de mensen vergeten zijn’, zei de vos. ‘Maar die moet jij niet vergeten. Je blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt.’ antoine saint exupry: Le Petit Prince
Marijke Verduyn studeerde theologie en werkte lang bij de IKON-radio. Tegenwoordig is zij parttime beleidsmedewerker bij Het Apostolisch Genootschap en werkt zij als zelfstandig journalist en tekstschrijver.
Inhoud
11
Voorwoord
13
‘Caravans in de stal’ Het boerenbedrijf van 1965 tot 2012
25
‘Dat past niet in Nederland’ Groot, groter, grootst
33
‘Boer, wat doe jij hier?’ Technische vooruitgang
39
‘Wat doe je dan als dierenarts?’ De gezondheidszorg
49
‘De pens kost tijd’ Kleine geschiedenis van de koe
59
‘Mag ik hem aaien?’ Kleine geschiedenis van het varken
67
‘Sssst… Hier slaapt Kipje’ Kleine geschiedenis van de kip
75
‘Ik moet ze soms pijn doen’ Mogen wij dieren doden?
83
‘Ze kennen mijn stem’ Hoe mogen we dieren doden?
91 ‘Afstomping speelt een grote rol’ Verdingelijking 100 ‘Het gras is blij dat de koeien er weer zijn’ Alternatieven 116
‘Wat was dit?’ Het onzichtbare dier
126
Verder lezen
Voorwoord
Nog niet zo lang geleden hielden mensen dieren vooral omdat ze nuttig waren. Een kat was er om muizen op te ruimen, een koe om melk en vlees te geven en een hond om de hof te bewaken of de kar te trekken. En al die dieren leefden in min of meer gelijke omstandigheden: op het erf, in de wei, of in de schuur bij het huis. In de afgelopen vijftig jaar deden sommige dieren een flinke stap terug. Zij verhuisden van het erf of de wei naar grote, vaak voor het publiek afgesloten stallen. Zij leven steeds korter op steeds grotere bedrijven, waar door een scherpe prijsconcurrentie steeds minder geld beschikbaar is. Inmiddels zijn zij productiemiddelen geworden. Ook hun naam veranderde mee: landbouwhuisdieren werden – naar hun opdracht – gebruiks- of productiedieren. Bij die positie horen minimale voorzieningen die wettelijk zijn vastgelegd: van grondoppervlak tot verlichting en van drinkinstallatie tot roostervloer. Over die ontwikkeling gaat dit deel van dit omkeerboek: het dier is ding geworden. In diezelfde vijftig jaar maakten huisdieren een geweldige opmars. Zij verhuisden ook en veroverden een plaats in ons huis en in ons leven, op onze bank en op ons bed. Zij leven steeds langer in steeds kleinere gezinnen, waar door de toenemende welvaart steeds meer geld beschikbaar is. Inmiddels zijn zij voluit lid van het gezin. Ook hun naam veranderde mee: huisdieren werden – naar hun opdracht – gezelschapsdieren. Bij die positie horen producten en diensten op een vrijwel menselijk niveau: van ambulance tot bier en van kleding tot chemotherapie. Over die ontwikkeling gaat het andere gedeelte van dit omkeerboek: het dier is mens geworden. Het onderwerp is breed genoeg en er valt ongetwijfeld veel meer over te zeggen, maar ik heb daarin een keuze gemaakt. Ik heb 11
mij ook op een andere manier beperkt: bij de huisdieren tot honden en katten, en bij de productiedieren tot koeien, varkens en kippen. Er zijn nog veel meer ‘soorten’ dieren, maar dit boek gaat niet over proefdieren, wilde dieren, dierentuindieren of circusdieren. Op een enkel uitstapje na heb ik mij ook beperkt tot Nederland. Beide delen spiegelen elkaar. U kunt beginnen met dit deel of met het andere. Soms duikt het ene dier even op in het deel van het andere. En u kunt ook halverwege wisselen.
12