Marianne Eskes Kitty Harrison Wilma Teuling Cora Puyk November 2008.
Inhoud Inleiding
3
Beslisboom Obstipatie bij MS
4
Bristol Stool Chart
5
Anamnese bij darmproblemen
6
Maatregelen
9
Voedingsvezeltabel
12
Geneesmiddelen die kunnen bijdragen aan obstipatie
16
Literatuur
18
Marianne Eskes en Kitty Harrison
2
November 2008
Inleiding Darmproblemen komen bij MS-patiënten veel voor. De meest voorkomende problemen zijn obstipatie, diarree of incontinentie. De definitie van obstipatie is: het hebben van ontlasting 2 keer per week of minder (Minderhout, Halper en NICE). Er zijn verschillende oorzaken voor obstipatie aan te wijzen, hierdoor verschilt de behandeling van persoon tot persoon. In een goede screening naar darmproblemen dient te worden nagegaan welke klachten er zijn, welke impact deze klachten hebben op de kwaliteit van leven, welke oorzaken er zijn voor de darmproblemen, voor welke behandeling deze individuele patiënt in aanmerking komt (Bywater 2006). De hoofdoorzaak van obstipatie is het gebrek aan vocht in de ontlasting. Sommige patiënten beperken hun vochtinname om hun blaasproblemen te verminderen. Verminderde activiteit van het lichaam of bepaalde medicatie vertraagd de darmactiviteit. Zwakte, pijn, depressie, stress of een slecht dieet kan ook de ontlasting beïnvloeden. Bij mensen met MS kan obstipatie worden veroorzaakt door een verminderd gevoel in het rectale gebied, een noodzakelijk ontlasting wordt dan veel te laat opgemerkt. Hierdoor voelt de patiënt geen aandrang om de darmen te legen, waardoor de ontlasting blijft zitten en hard wordt (Minderhout). Ook de kracht van de buikspieren, die voor het persen noodzakelijk zijn, en de spierspanning van de bekkenbodemspieren zijn een belangrijke oorzaak voor obstipatie. Vaak draagt een verminderde mobiliteit van bewegen, staan of lopen bij aan het ontstaan van obstipatie. Voor het beheersen van de symptomen kunnen veranderingen in dieet en dagroutine, toevoeging van volumevergrotende middelen, mogelijk medicatie en klysma‟s, waaronder darmspoelen, nodig zijn (MLD Stichting). Soms kan chirurgisch ingrijpen overwogen worden. Echter: ook bij mensen zonder MS loopt het defecatiepatroon sterk uiteen en varieert van enkele malen per dag tot een keer per week. Een dagelijkse stoelgang is niet noodzakelijk.
Marianne Eskes en Kitty Harrison
3
November 2008
Beslisboom Obstipatie bij MS
Bristol Stool Chart Defeacatie screenings lijst
Voldoende effect
ja
Obstipatie
Preventieve en dieet maatregelen
Geen effect
Follow-up
Voldoende effect
Neuroloog of Huisarts
Eventueel aanvullend onderzoek om overige pathologie uit te sluiten
Behandeling
Follow-up
Geen effect
Revalidatie arts MLD arts
Continentie verpleegkundige Bekkenbodemtherapie Fysiotherapie
* Vrouwen: 30 gram vezels per dag * Mannen: 40 gram vezels per dag * 2 liter vocht per dag * Voedingsadviezen * Gastrocologische reflex gebruiken * Bewegen, kan ook passief dmv buikmassage, fietspedalen, hometrainer, slender you, Yoga * Medicatie die obstipatie opheffen start * Obstipatiebevorderende middelen stop
Marianne Eskes en Kitty Harrison
4
November 2008
Marianne Eskes en Kitty Harrison
5
November 2008
Anamnese bij darmproblemen “ screening bij mensen met Multiple Sclerose” Lengte……cm
Gewicht……kg
BMI……
Recent afgevallen 0 ja ………… kg = …………procent 0 nee 1.
Heeft u gedurende de afgelopen 4 weken de controle over uw darmen verloren of een “ongelukje” gehad? 0 Nee 0 Slechts 1 keer 0 2 tot 4 keer 0 Vaker dan 1 keer per week maar niet dagelijks 0 Dagelijks
2.
Heeft u gedurende de afgelopen 4 weken bijna de controle over uw darmen verloren of bijna een “ongelukje” gehad? 0 Nee 0 Slechts 1 keer 0 2 tot 4 keer 0 Vaker dan 1 keer per week maar niet dagelijks 0 Dagelijks
3.
Werd gedurende de afgelopen 4 weken uw dagelijkse activiteiten beïnvloed door darmproblemen? 0 Nee 0 Slechts 1 keer 0 2 tot 4 keer 0 Vaker dan 1 keer per week maar niet dagelijks 0 Dagelijks
4a. In welke mate hebben darmproblemen u in de afgelopen 4 weken beperkingen opgeleverd ten aanzien van uw dagelijks leven Helemaal niet 1 2
3
4
5
6
7
8
In ernstige mate 9 10
8
In ernstige mate 9 10
4b. Werden deze beperkingen ook als een probleem ervaren? Helemaal niet 1 2 5.
3
4
5
6
7
Wat is u belangrijkste klacht? 0 Obstipatie 0 Diarree 0 Breiige ontlasting 0 Incontinent van ontlasting
Marianne Eskes en Kitty Harrison
6
November 2008
6.
Wat heeft u zelf al aan het probleem gedaan?…………………………………………….. …………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………….
7.
Vragen over uw eetpatroon. 0 drinkt u 2 liter per dag? 0 als vrouw: eet u 30 gram vezels per dag? 0 als man: eet u 40 gram vezels per dag? 0 neemt u gedroogde pruimen, Activia of Yakult? 0 gebruikt u drie hoofdmaaltijden per dag?
8.
Hoe vaak heeft u ontlasting 0 …….. keer per dag 0 ……...keer per week
9.
Voelt u aandrang voor ontlasting? 0 Nee 0 Soms 0 Regelmatig
10. Ervaart u wel eens een sterke aandrang die er soms toe leidt dat u per ongeluk ontlasting verliest? 0 Nee 0 Soms 0 Regelmatig 11. Gaat u bij aandrang meteen naar het toilet? 0 Ja altijd 0 Soms niet 0 Meestal niet 0 Nooit 0 Weet niet 12. Heeft u het gevoel dat uw darmen leeg zijn na toiletgang? 0 Nooit 0 Soms 0 Regelmatig 0 Bijna altijd 13. Maakt u gebruik van incontinentiemateriaal? 0 Nee 0 Ja 0 Soms Welk materiaal? 0 absorptiemateriaal 0 anaaltampon 14. Heeft u ooit bloed bij de ontlasting gezien? 0 Ja, heeft u dit vaker gehad en wanneer was dit voor het laatst? 0 Nee
Marianne Eskes en Kitty Harrison
7
November 2008
15. Bent u voor dit probleem onder behandeling bij een arts? 0 Ja namelijk………………….. 0 Nee 16. Heeft u laxeermiddelen gebruikt? Laxeermiddelen zoals : poeders, tabletten, zetpillen of klysma‟s. 0 Ja, welke?.........…………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………... 0 Nee, omdat……………………………………………………………………………… Hadden deze laxeermiddelen succes? 0 Ja 0 Nee 17. Bent u onder behandeling voor andere ziektes? …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… 18. Welke medicijnen gebruikt u momenteel? 0 Interferon / Glatirameer acetaat 0 Medicatie voor Diabetes Mellitus 0 Hart/ bloeddruk medicatie 0 Pijnstillers namelijk………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………… 0 Middelen tegen depressie 0 Antibiotica 0 Anders… ………………………………………………………………………………. 19. Heeft u een lactose intolerantie? 0 Ja 0 Nee 20. Ervaart u naast darmproblemen ook problemen ten aanzien van: 0 het lopen 0 urine incontinentie 0 uw seksueel functioneren 21. Ruimte voor aantekeningen ……………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………..
Marianne Eskes en Kitty Harrison
8
November 2008
Maatregelen Voeding: Vrouwen 30 gram vezels per dag. Mannen 40 gram vezels per dag. 1 ½ tot 2 liter vocht per dag, eventueel glas lauw water op nuchtere maag. Goed ontbijten, sla geen maaltijden over Rustig eten, goed kauwen. Gedroogde pruimen, Kiwi‟s (2 of 3). Probiotica hebben een werking in de dunne darm (Activia, Yakult). Prebiotica hebben een werking in de dikke darm, zitten als koolhydraten verwerkt in peulvruchten, bonen en uien. Eventueel diëtiste. Beweging: Bewegen, moet bij de patiënt passen. Meer bewegen is niet altijd mogelijk, passief bewegen, fietspedalen, hometrainer, slender you, Yoga Buikmassage is ook mogelijk. Behandeling: Adviseer de patiënt om vaste tijden voor de maaltijden aan te houden. Biofeedback => Gastrocologische reflex gebruiken, wel lang volhouden. Laat de patiënt ongeveer 15 minuten na de maaltijd naar het toilet gaan, omdat men dan het gastrocolische reflex heeft. Zorg voor voldoende rust tijdens de toiletgang, Adviseer de patiënt om een goede houding aan te nemen tijdens de defaecatie De beste houding voor defaecatie is licht voorover gebogen met opgetrokken knieën, deze dienen zich boven de heupen te bevinden. Een voetensteun kan daarbij als hulpmiddel gebruikt worden Adviseer de volgende aanvullende therapieën: • Preparaten die voor extra bulk zorgen • Preparaten die de ontlasting zachter maken • Andere preparaten mits deze in combinatie met de beide eerder genoemde preparaten gebruikt kunnen worden. Medicamenteuze behandeling. Klysmata, waaronder darmspoeling. Medicamenteuze behandelmogelijkheden voor obstipatie bij MS Preparaten die bulk vormen
Medicijn Psylium hydrophilic mucilloid
Merknaam Metamucil ®
Beschrijving • Een laxantium , vezelsuplement dat gebruikt wordt bij chronische, spatische of rectale obstipatie
Volcolon ® • Gebruikelijk dosering: 7 tot 12 gram per dag • Bijwerkingen kunnen zijn: licht opgeblazen gevoel
Marianne Eskes en Kitty Harrison
9
November 2008
Methylcellulose Methylcellulose® • Een laxantium dat gebruikt wordt ter bestrijding van obstipatie en ter bestrijding van uitrekking van de darm • Afhankelijk van de vorm waarin het medicijn gebruikt wordt • Bijwerkingen komen zelden voor maar kunnen zijn: slikstoornissen, misselijkheid, braken, diaree, huiduitslag en verstopping Preparaten die de ontlasting zacht maken
Medicijn Merknaam Beschrijving Natriumdocusaat Docusaatklysma • Wordt gebruikt ter behandeling van af en toe ® optredende obstipatie • Gebruikelijke dosering: 50 tot 250 mg per dag • Wordt over het algemeen goed verdragen mits voor korte tijd achtereen en in voorgeschreven dosering • Overmatig gebruik kan aanleiding geven tot diaree, leverziekten, verminderde vetopname door het lichaam en afwijkingen in het bloedbeeld Lactulose Duphalac ® • Wordt gebruikt ter behandeling van obstipatie • Gebruikelijke dosering: 10 tot 30 gram per dag • Bijwerkingen kunnen zijn: dorst, krampen, misselijkheid diaree en luchtvorming in de darmen • Minder voorkomende bijwerkingen kunnen zijn: irregulaire hartslag, duizeligheid, verwardheid en vermoeidheid Overige preparaten Medicijn Merknaam Beschrijving Combinatie Microlax ® • Zetpillen die gebruikt worden om de defaecatiereflex laxeermiddel Glycerine® op te wekken • Alleen te gebruiken in combinatie met bulkvormende preparaten of preparaten die de ontlasting zacht maken • De gebruikelijke dosering is 1 zetpil (voor volwassen of kind) rectaal • Bijwerkingen kunnen zijn: irritatie van het slijmvlies van het rectum, misselijkheid, braken, hoofdpijn, verwardheid en uitdroging Magnesium Magnesium • Wordt gebruikt ter behandeling van af en toe oxide oxide optredende obstipatie tabletten® • Alleen te gebruiken in combinatie met bulkvormende preparaten of preparaten die de ontlasting zacht maken • Gebruikelijke dosering: 5 tot 10 ml per dag, adviseer de patiënt om er veel bij te drinken
Marianne Eskes en Kitty Harrison
10
November 2008
Sennosiden
Medicijn Psylium hydrophilic mucilloid
• Wordt doorgaans goed verdragen Prunacolon • Wordt gebruikt ter behandeling van obstipatie, ® stimuleert de darmperistaltiek Pruniside ® • Alleen te gebruiken in combinatie met bulkvormende preparaten of preparaten die de ontlasting zacht maken • Gebruikelijke dosering: 1 tot 4 tabletten per dag • Wordt doorgaans goed verdragen Merknaam Beschrijving Metamucil • Een laxantium , vezelsuplement dat gebruikt wordt bij ® chronische, spatische of rectale obstipatie Volcolon ® • Gebruikelijk dosering: 7 tot 12 gram per dag • Bijwerkingen kunnen zijn: licht opgeblazen gevoel
Marianne Eskes en Kitty Harrison
11
November 2008
Voedingsvezeltabel Productgroep
Kies bij voorkeur
Kies als middenweg
Kies bij uitzondering
Groente
Alle soorten verse groente, groente in diepvries, blik of pot zonder toevoegingen
Groentepuree
Groente a la crème of met saus
Fruit
Alle soorten vers fruit, fruit in diepvries, fruit in blik of pot op water of eigen sap
Vruchtenpuree zonder toegevoegde suiker
Fruit in blik of pot op siroop
Brood
Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkoren krentenbrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd
bruin brood (alle soorten)
Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), knäckebröd goudbruin, croissant
Graanproducten
Brinta, bambix
Boerenmuesli, havermout
Muesli (overige soorten), cornflakes, rice crispies
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Gekookte aardappelen, peulvruchten (alle soorten)
Volkorenpasta, zilvervliesrijst, aardappelpuree, couscous
Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst
De voedingsvezeltabel geeft een overzicht van het gemiddelde vezelgehalte per huishoudelijke maat (eetlepel, snee, stuk enz.). Dit kan een hulpmiddel zijn om binnen een bepaalde groep voedingsmiddelen met elkaar te vergelijken. De tabel is bedoeld als globale richtlijn om de keuze voor meer vezelrijke producten mogelijk te maken.
Voedingsmiddel
eenheid
gram
voedingsvezels (gram)
beschuit
1 stuks
10
0
beschuit, volkoren
1 stuks
10
1
broodje, bruin of volkoren
1 stuks
50
3
bruinbrood
1 snee
35
2
cracker
1 stuks
10
0
cracker, volkoren
1 stuks
10
1
Brood en graanproducten
Marianne Eskes en Kitty Harrison
12
November 2008
croissant
1 stuks
40
1
Evergreen
1 stuks
20
1
knäckebröd
1 snee
10
1
knäckebröd, vezelrijk
1 snee
10
2
krentenbol
1 stuks
50
2
krentenbrood
1 snee
35
1
krentenbrood, volkoren
1 snee
35
2
ontbijtkoek
1 plak
20
1
ontbijtkoek, volkoren
1 plak
20
1
rijstwafel
1 stuks
7
0
roggebrood, donker
1 snee
50
3
roggebrood, licht
1 snee
25
2
volkorenbrood
1 snee
35
2
wittebrood
1 snee
35
1
5 eetlepels
25
3
Ontbijtproducten Brinta cornflakes
5 eetlepels
20
1
havermout
5 eetlepels
25
2
muesli
5 eetlepels
50
3
krokante muesli (cruesli)
3 eetlepels
25
2
rice krispies
5 eetlepels
25
1
Weetabix
1 stuks
20
2
All Bran
5 eetlepels
25
7
Farmafiber
1 zakje
5
4
Fibrex
3 eetlepels
25
18
lijnzaad
1 eetlepel
5
1
Stimulance, poeder
1 maatschepje
6
5
Vezelproducten
Marianne Eskes en Kitty Harrison
13
November 2008
tarwekiemen
4 eetlepels
25
8
vezelreep
1 stuks
25
4
zemelen
5 eetlepels
25
11
aardappelen
1 stuks
50
2
macaroni, spaghetti, gekookt
1 opscheplepel
45
0
macaroni, spaghetti, volkoren, gekookt
1 opscheplepel
45
2
rijst, gekookt
1 opscheplepel
55
0
rijst, zilvervlies, gekookt
1 opscheplepel
55
1
linzen, e.d. gekookt
1 opscheplepel
60
7
erwtensoep
1 bord/kop
250
10
groente, gekookt
1 grote lepel
50
1
groente, rauwkost of salade, zonder dressing
1 schaaltje
3570
1
appel, met of zonder schil
1 stuks
120
3
bessen, gemiddeld
1 schaaltje
100
8
fruit, geen citrus*), gemiddeld
1 stuks
125
3
fruit, citrus-*), gemiddeld
1 stuks
125
2
pruimen, tuttifrutti), geweekt
1 schaaltje
160
10
dadels, gekonfijt
10 stuks
50
4
krenten, rozijnen
1 eetlepel
10
1
Aardappelen, rijst en pasta
Peulvruchten bruine, witte bonen, kapucijners,
Groente, fruit en vruchtensappen
gedroogde zuidvruchten (abrikozen,
Marianne Eskes en Kitty Harrison
14
November 2008
vijgen, gedroogd
3 stuks
60
11
vruchtensap
1 glas
150
1
vruchtensap met vruchtvlees
1 glas
150
1
geroosterde kikkererwten
1 eetlepel
20
3
kokosmakroon
1 stuk
50
5
mueslireep
1 stuk
25
1
mueslikoek
1 stuk
30
1
noten, pinda's
1 eetlepel
20
2
pindakaas, met/zonder stukjes
voor 1 snee
15
1
popcorn
1 handje
10
1
sesamzaad
1 eetlepel
10
0
studentenhaver
1 eetlepel
20
2
volkorenbiscuitje
1 stuks
10
0
zonnebloempitten
1 eetlepel
15
1
Diversen
*) citrusfruit wil zeggen: grapefruit, mandarijnen, sinaasappels, citroen De analysegegevens zijn afgerond op hele getallen en gebaseerd op de NEVO tabel 2001.
Geneesmiddelen die kunnen bijdragen tot obstipatie
Marianne Eskes en Kitty Harrison
15
November 2008
Anticholinergica met als belangrijkste groep anti-parkinsonmiddelen: o Voorbeelden van anti-parkinsonmiddelen: Amantadine (= Symmetrel) Biperideen (=Akineton) Gabapentine (=Neurontin) Levodopa/benserazide (=Madopar) Levodopa/carbidopa (= Sinemet) Anti-depressiva, voorbeelden hiervan: o Clomipramione (=Anafranil) o Fluoxetine (=Prozac) o Mitrazapine (=Remeron) o Paroxetine (=Seroxat) o Sertraline (=Zoloft) Anti-emetica (middelen die het braken tegengaan): o Metoclopramide (=Primperan) Anti-epileptica, voorbeelden hiervan zijn: o Carbamazepine (=Tegretol) o Clonazepam (=Rivotril) o Lamotrigine (=Lamictal) o Valproïnezuur (=Depakine, Propymal) Antipsychotica en anxliolytica o Voorbeelden van antipsychotica zijn: Haloperidol (=Haldol) Pipamperon (=Dipipiron) Risperidon (=Risperdal) o Vele anxiolytica zijn benzodiazepines (zie hypnotica en sedetiva) o Overige anxiolytica (angstremmende werking) Buspiron (=Buspar) Beta-blokkers (middelen die de bloeddruk verlagen), voorbeelden hiervan zijn: o Carvedilol (=Eucaric) o Metoprolol (=Lowpressor, Selokeen) Calcium-antagonisten (middelen die bij hartfalen of een te hoge bloeddruk worden gebruikt), voorbeelden hiervan zijn; o Felodipine (=Plendil) o Nifedipine (=Adalat) o Verapamil (=Isoptin) Cholesterolverlagende middelen: o Atrovastine (=Lipitor) o Colestyramine (=Questran) o Symvastine (=Zocor) Darm-spasmolytica (middelen die krampen in de darm doen afnemen), voorbeelden hiervan zijn: o Butylscopolamine (=Buscopan) o Mebeverine (=Duspatal) Diuretica: alle diuretica kunnen door hun waterontrekkende functie obstipatie bevorderen, voorbeelden hiervan zijn: o Furosemide (= Lasix) o Hydrochloorthiazide (= Esidrex) o Triamtereen (= Dytac)
Marianne Eskes en Kitty Harrison
16
November 2008
Hypnotica en Sedativa (middelen die een dempende werking op de hersenen hebben, daarbij hebben sommige van deze stoffen ook een angstremmende werking, zoals barbituraten en benzodiazepines): o Voorbeeld van hypnotica is: Chloralhydraat (= Chloraldurat) o Voorbeelden van benzodiazepines en aanverwante stoffen zijn: Diazepam (= Valium, Stesolid) Lorazepam (= Temesta) Oxazempam (= Seresta) Midazolam (= Dormicum) Temazepam (= Normison) Maagzuurmedicatie, onderverdeeld in een aantal groepen: o Antacida (zuurbindende werking in de maag) Calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (= Rennie) o H2-receptorantafonist (zuurremmende werking in de maag) Ranitidine (=Zantac) Roxatidine (= Rotix) o Protonpompremmers (zuurremmende werking in de maag, ander aangrijppunt dan bij H2-receptorantafonist) Omeprazol (= Losec) Pantoprazol (= Pantazol) o Mucosaprotectiva (beschermt het maagvlies) Sucralfaat (=Ulcogant) Opiaten, voorbeelden hiervan zijn: o Fenatyl (= Durogesic) o Morfine, ook als vertraagde afgifte tabletten (= MS Contin, Kapanol o Tramadol (= Tramal) Pijnstillers, onderverdeeld in een aantal groepen; o Opiaatafgeleide: Codeïne o NSAID‟s voorbeelden hiervan zijn: Diclofenac (=Voltaren) Diclofenac/misoprostol (=Arthrotec) Ibruprofen (Actifen, Advil, brufen, Nurofen) Naproxen (=Aleve, Naprosine) Spierlaxantia, voorbeelden hiervan zijn: o Baclofen o Dantroleen (=Dantrium) IJzerpreparaten voorbeelden hiervan zijn: o Ferrofumaraat o Ferrosulfaa (=Fero-Gradumet) (Farmacotherapeutisch Kompas 2004, blz. 468-481; Meershoek, 2001)
Literatuur
Marianne Eskes en Kitty Harrison
17
November 2008
Achterberg, TH., Eliens, A., Strijbol, N.(redactie), Effectief Verplegen, deel 1 (2002) Dwingeloo: uitgeverij KAVANAH. ISBN 9057400847
Baten, M.A.M., Brans, M.H.J., studenten Voeding en Diëtiek aan de Haagse hogeschool. (2003). Chronische obstipatie. Den Haag, Elsevier.
Bastiaans, C.A. & Jochems, A.A.F. (1998). Anatomie en Fysiologie. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum.
Bruggen, van der H. (1991). Patiënt, privaat en privacy. De stoelgang als gezondheidswetenschappelijk probleem. Lochem, De tijdstroom.
Halper. J, & Holland, N.J, (2002). Comprehensive Nursing Care in Multiple Sclerosis. New York, Demos.
Jochems, A.A.F. & Joosten, F.W.M.G. (2000). Zakboek der Geneeskunde. Arnhem, Koninklijke PBNA BV.
Meer, J. van der, G.J.H. den Ottolander & C.D.A. Stehouwer (2001), Interne geneeskunde. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten.
Kuy, A van der (2004), Farmacotherapeutisch Kompas. College voor zorgverzekeringen, Amstelveen.
Mathus-Vliegen, E.M.H., Muris, J.W.M., e.a. (2003). Het Gastro-enterologie formularium. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum.
Meershoek-van der Bol, M. (2001). Obstipatie een lastig probleem. Nootdorp, Stichting Ipse.
Minderhout, J.M (1999). Multiple Sclerose. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten.
Shapiro, R.T. (2003) Managing the Symptoms of Multiple Sclerosis (4th edition). New York Demos Medical Pub
Smout, A.J.P.M. & R.J.M. Brummer (2000), ‘Gastro-intestinale chirurgie en gastro-enterologie IX Obstipatie: oorzaken en diagnostiek’. In: Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, nr. 19, pp. 878-884.
Smout, A.J.P.M. & R.J.M. Brummer (2000), „Gastro-intestinale chirurgie en gastro-enterologie IX Obstipatie: behandeling’. In: Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, nr. 19, pp. 884-886.
Versprille – Fischer, E.S. (1995). Begeleiding van patiënten met bekkenbodemdysfunctie. Utrecht, Lemma.
Verrando, P. (1999). Obstipatie vaak verwaarloost. Nursing, Vol. 3, blz. 42-46.
Marianne Eskes en Kitty Harrison
18
November 2008
Artikelen
Bywater A While A Management of bowel dysfunction in people with multiple sclerosis. Br J Community Nurs 2006 Aug;11(8):333-4, 336-7, 340-1.
Nortvedt MW, Riise T, Frugård J, Mohn J, Bakke A, Skår AB, Nyland H, Glad SB, Myhr KM. Prevalence of bladder, bowel and sexual problems among multiple sclerosis patients two to five years after diagnosis. Multiple Sclerosis. 2007 Jan;13(1):10612.
Wiesel PH, Norton C , Glickman S Kamm MA, Pathophysiology and management of bowel dysfunction in multiple sclerosis. Eur J Gastroenterol Hepatol. 2001 Apr;13(4):441-8
Websites http://www.ms-nurses.nl http://www.mlds.nl/index.html http://www.voedingscentrum.nl/Voedingscentrum/Nieuws/Eet+vezelrijk.htm http://www.pallialine.nl/ http//www.nice.org.uk/guidance/CG8
Marianne Eskes en Kitty Harrison
19
November 2008