Scene 1: 1: Maria, Maria, de Begenadigde Vrouw Spelers: Maria, stem van engel <Start: alle lichten uit, gordijnen dicht spot aan + gordijnen open> <Maria veegt de vloer wat aan met bezem>
Engel: Shalom, Maria, je bent een gezegende vrouw, de Heer is met jou. Maria: <schrikt, laat bezem vallen, doet handen voor haar ogen> Oh help! Wat is dit? Wie bent U? Engel: Wees niet bang, Maria. Ik ben een engel, door God gezonden om jou een bijzondere boodschap te verkondigen. Luister goed. <Maria komt nu weer wat naar voren, maar kijkt nog bedenkelijk. aandacht voor de stem>
Ze is vol
God zal je bijzonder zegenen, want jij zult zwanger worden en een zoon krijgen. Noem hem Jezus. Hij zal Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God zal hem de troon van zijn vader David geven. Hij is de beloofde Koning van Israël en Hij zal dat zijn tot in eeuwigheid! Maria Hé, ho, wacht even. Wat zei u daar net? Ik zal zwanger worden en een kind krijgen? Hoe kan dat nou?! Ik ben nog helemaal niet getrouwd! Engel Dat is voor de Allerhoogste God geen enkel probleem. De heilige Geest zal je bijzonder aanraken en zo zul je zwanger worden. Daarom ook zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd, en Zoon van God. Maria: Als u het zegt, dan geloof ik dat en vertrouw ik daarop. En ik wil heel graag de Heer dienen, dus laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd. <Maria van podium af door rechterdeur aan de achterkant> <spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
1
Scene 2: 2: Ruben, het Vervloekte Weeskind Spelers: Ruben, herderskinderen, moeder <Spot aan>
Herderskind 1 / Jeffrey: En toen gaf ik hem een duw, en toen viel hij. Goed hè?! Herderskind 2 / Danny: Mijn vader zegt dat hij een vervloekt kind is. Herderskind 3 / Wiggert: Vervloekt? Wat betekent dat dan, vervloekt? Herderskind 4 / Fenna: Vervloekt betekent dat God hem gestraft heeft. Dan heeft hij óf zijn ouders iets heel erg zondigs gedaan. Dat zei mijn moeder. Herderskind 3 / Wiggert: Dus daarom kan Ruben niet praten? Herderskind 2 / Danny: Stil! Daar komt hij aan! Let op, we gaan hem eens goed aan het schrikken maken. Misschien kan hij dan opeens wel weer praten..... <de herderskinderen verschuilen zich snel> Kind 2 / Danny: “Jij hoort niet bij ons. Kind 4 / Fenna: “Jij brengt ongeluk over ons.” Kind 1 / Jeffrey: “Je bent vervloekt.” <moeder komt boos en krachtig podium oplopen en probeert kinderen te grijpen> Moeder / Madelon: Hé! Stop daar mee! Kom hier! Dan zal ik jullie eens een portie ongeluk geven! <de kinderen vluchten weg en ontsnappen de graaiende handen van moeder. Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
2
Kinderen: Ruben, stomme Ruben! Domme stomme Ruben! <moeder gaat nu naar Ruben toe, wrijft over zijn knie, tilt hem daarna weer op, omhelst hem, en kijkt hem goed in de ogen [en zegt ondertussen:] > Moeder: Je moet niets geloven van wat ze zeggen, hoor je me, Ruben. Je bent bijzonder. Je bent mijn kind. Het maakt mij niets uit dat je niet kunt praten. Helemaal niets! Toen ik je als een baby vond, langs de kant van de weg, heb ik God gedankt. Je was voor mij een geschenk van God. Hoor je me? God heeft mij met jou gezegend. En ik zeg je: Jij bent zelfs geschikt om de koning te dienen! Je bent een zegen!
<moeder en Ruben van podium af > <spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
3
Scene 3: 3: Maria Maria, aria, de Biddende Vrouw Spelers: Jozef & Maria <ezel op podium> <spot aan> <Maria komt – 9 maanden zwanger – het podium oplopen. Ze aait de ezel. Maria: Dag ezeltje van me. Ik ben geschikt voor God om de koning te brengen op aarde! Wat een zegen! Ik kan het nog steeds niet geloven. Maar ja, met zo’n buik kan ik het moeilijk níet geloven….. Oh Heer, zorgt U toch zelf voor dit bijzondere kind. Bescherm het en breng het veilig ter wereld. Ik leg de hele bevalling in uw handen. Jozef: Maria, Maria, heb je het al gehoord?! Maria: Wat bedoel je? Wat moet ik gehoord hebben? Jozef: Keizer Augustus heeft besloten dat alle inwoners van het Romeinse rijk zich moeten laten inschrijven. Dat betekent dat wij moeten gaan naar de plaats waar onze voorouders vandaan komen. We moeten naar Bethlehem! Maria: Wat zeg je? Helemaal naar Bethlehem? Nu? Jozef: Ja, nu! Dat is normaal zo’n 3 dagen reizen. Maar nu, met een baby die elk moment kan komen, wordt dat zeker 5 dagen. Tenzij de baby ….. Maria: <weer tot rust gekomen> Jozef, ik weet zeker dat het gaat goed komen. De baby en de bevalling zijn in Gods handen. Wat er ook gebeurt, ik vertrouw op God, Hij zal ons leiden. <Jozef kijkt Maria even indringend aan, maar knikt dan ook vertrouwend van ja. Ze omhelzen elkaar. Jozef pakt ezel en volgt Maria van podium af> <spot uit> Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
4
Scene 4: 4: Deborah, de Nieuwsgierige Dochter Spelers: gezin herbergier = man, vrouw, dochter <spot aan> Deborah: Ja, papa, ik weet het. U zegt altijd dat we moeten vertrouwen op God en dat Hij ons zal leiden. Maar als ik die vreselijke Romeinen in ons land zie, dan denk ik: waar blijft de beloofde Messias? Nou? Vader herbergier: Deborah, ik geloof met perfect vertrouwen in de komst van de Messias, en hoewel het mogelijk is dat hij nog even wacht, verwacht ik hem toch iedere dag! Deborah: Dus u gelooft dat hij iedere dag bij onze herberg zou kunnen aankloppen? Zo van: “Hoi hallo, ik ben de Messias, is er plaats bij jullie in de herberg? Ik kom net van een lange reis en zoek een plek om te slapen. Kan dat bij jullie?”. Ja hoor, denkt U dat echt? Vader herbergier: Nou ja, ik weet niet of hij bij ons zou komen aankloppen. Wij hebben maar een simpele herberg en de Messias verdient natuurlijk iets veel beters. Maar jazeker, ik geloof dat er een kind geboren zal worden die een nakomeling is van onze grote koning David, en hij zal op de troon van Israël zitten. Psalm 132:11. En in vers 18 staat: “Zijn vijanden bekleed ik met schande, maar op Zijn hoofd schittert een kroon”. En wat Gods Woord zegt, is Waarheid! Moeder herbergier: <met armen over elkaar> Waar hebben jullie het nu weer over? Vader herbergier: Vrouw, onze lieve dochter twijfelt aan de komst van de Messias. Kun jij dat geloven? Deborah, ik heb er heel wat voor over om jouw reactie te zien als de Messias bij ons zou komen, op zoek naar een plek om te slapen. Vrouw herbergier: En ik zou er heel wat voor over hebben als die lieve dochter van ons haar oren zou uitspuiten en zou doen wat ik haar gevraagd heb. Weet je nog, jongedame?! Deborah: Oeps! Ik moest de slaapkamers opruimen!
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
5
Vrouw: Juist! Want als jij niet direct die handen van jou uit de mouwen steekt, moet ik tegen die Messias zeggen dat er geen plek is voor hem in onze herberg, omdat onze lieve dochter het te druk had met discussiëren over zijn bestaan! Deborah: Sorry mam. Dag pap. Ik ben al weg! Herbergier: Ho, wacht even. Hier heb je nog wat om over na te denken tijdens het schoonmaken. De profeet Jesaja zei: “De Heer zelf zal u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, God met ons, noemen. Onthoud dit: Hij is de gezegende, en Hij zal voor ons een zegen zijn. Deborah: Goed papa, dag papa. <spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
6
Scene 5: 5: Boze Vader en Beschermende Moeder Spelers: Ruben, vader, moeder, herderskinderen, 2e herder <spot aan> Ruben: Ik ben een zegen en ik zal een zegen zijn. Ja, ja, nou daar merk ik nog weinig van. God van mijn moeder, ik zou graag in U willen geloven, maar u maakt het mij wel erg moeilijk. Want waarom wordt ik zo vaak gepest? En waarom kan ik niet praten? Iedereen, behalve mijn moeder, zegt dat ik vervloekt ben, door Ú. Hoe kan ik U dan vertrouwen? En wie moet ik geloven, die mensen of mijn moeder? En hoe kan ik een zegen zijn, als ik vervloekt ben? Ik snap het allemaal niet hoor! God, mijn moeder is de enige die iets goeds in mij ziet. En als zíj in U gelooft, dan wil ík dat nu ook doen, al snap ik veel dingen nog niet. Maar ik vraag U dan nu: help mij om een zegen te zijn, niet alleen voor mijn moeder, maar vooral ook voor mijn vader, want die is altijd en alleen maar boos op mij. Ik kan nooit iets goeds bij hem doen. Ik wil dan ook graag een zegen zijn voor hem, én voor alle andere herders van onze stam. <doet armen even omlaag, maar snel weer omhoog> En oh ja, ik zou het heel erg fijn vinden als U mij een stem kunt geven. Ik wil zo graag echt praten, net als iedereen. Kunt U die mij ook geven? Oh, help mij toch, God van mijn moeder …..…. Vader: <met luide stem> … en daar sta ik dan dus opeens, oog in oog met die leeuw. Dus ik grijp naar mijn slinger, let goed op waar ik loop en …… Ruben!! Jij ellendig joch! Wat zit je hier dom op de grond te zitten? Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
7
<moeder komt nu ook podium op, blijft nog even in deuropening staan> <Moeder loopt iets naar voren en komt naast herder & kinderen te staan> Verdwijn, uit mijn ogen! Want anders …. Moeder: <stapt nu naar voren en spreekt met krachtige woorden> Want anders wat?! <moeder staat nu tussen Ruben en vader, haar arm beschermend om hem heen> Moeder: Ruben, zolang ik leef, zul je veilig zijn bij mij. Dat beloof ik je. Geloof niets van wat ze tegen je zeggen, maar geloof dit: je bent een zegen, en je zult een zegen zijn. Dat is de enige waarheid, twijfel daar nooit aan!
<Spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
8
Scene 6: 6: Op weg naar Bethlehem Spelers: Jozef & Maria (op ezel), voorbijganger <spot aan opkomst Jozef en Maria> <Maria zit op ezel die door Jozef wordt getrokken> <Jozef kijkt de hele tijd goed om zich heen, want ze zijn een beetje verdwaald. Hij probeert iets herkenbaar te vinden om de weg weer te vinden. Jozef: Ja, ja, natuurlijk, ik weet dat dat de waarheid is, maar soms twijfel ik daar wel eens aan. Ik bedoel, ik weet dat Hij de dingen leidt, maar of Hij dat nu doet tot in alle details, nou, daar twijfel ik wel eens aan. Ik bedoel, hij heeft ons toch ook een eigen wil en een gezond verstand gegeven. Maria: Maar met dat gezonde verstand en die eigen wil van je, zijn we nu toch verdwaald. Jozef: Ja, ja, dat had ik zelf ook al door. <Jozef helpt Maria nu af van de ezel> <Maria wrijft wat over buik, strekt de benen e.d.> Maria: En staat er niet in de Schrift: “Vertrouw op de Heer met heel je hart, steun niet op je eigen inzichten. Ken Hem in al je wegen, dan zal hij je paden rechtmaken.” Zullen we dus bidden dat Hij iemand stuurt om ons de weg te wijzen? Jozef: Ja, dat weet ik ook wel. Dat staat in Spreuken 3, vers 5 en 6. Ik ken de Schrift beter als jou, hoor. Maar het gaat er om hoe ver dat gaat. Maar vraag gerust aan God of Hij nu een wegwijzer wil sturen, ik hou je niet tegen. <Maria gaat meteen in gebed (stil, met ogen dicht en handen omhoog)> <Jozef kijkt er even naar en is ook even stil. Maar (na zo’n 5-7 seconden) tijdens het bidden van Maria begint hij weer te praten, met lichaam richting Maria> En wanneer jij dan klaar bent, staat er ongetwijfeld een engel achter ons, Gabriel bijvoorbeeld. En dan vraagt hij heel vriendelijk: “Kan ik jullie ergens mee helpen?”. Voorbijganger / wegwijzer / Gabriel Kan ik jullie ergens mee helpen?
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
9
<Jozef blijft even stokstijf staan, met grote verbaasde ogen, en keert zich dan langzaam naar de voorbijganger toe, en dan weer langzaam terug naar Maria> <Maria kijkt hem lachend aan (op de ‘zie je wel, ik zei het je toch’ -manier) > Jozef: Eeuh ja, weet u toevallig de weg naar Bethlehem? Voorbijganger: Jazeker, geen probleem. <Maria bidt nu hardop, weer met geheven handen> Maria: Dank U Here God. U bewijst steeds weer dat U te vertrouwen bent. U heeft alles in Uw handen. En dus zult U ook zorgen voor een goede plek en de juiste hulp voor de bevalling, want volgens mij gaat die nu al snel komen…. Jozef: Oké, Maria, ik weet de weg nu. We gaan weer verder. <Jozef helpt Maria weer op ezel en gaat bijna van podium af. Maar dan loopt hij snel nog even naar de voorbijganger toe> Jozef: Hé meneer, pardon, mag ik u nog wat vragen? Wat is uw naam? Heet u toevallig Gabriel ofzo? Voorbijganger: <even wachtend + lachend> Wat mijn naam is, is niet belangrijk. Alleen de Naam van het kind dat uw vrouw draagt, is belangrijk. Want alleen in Zijn naam is er redding! Shalom! <Jozef staat weer even met grote verbaasde ogen te kijken, haalt dan zijn schouders op zegt ook nog: > Shalom. Jozef loopt dan weer naar Maria + ezel en van podium af> <Spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
10
Scene 7: 7: Volle Volle Herberg Spelers: herbergier man + vrouw, gast herberg <spot aan> Herbergier: <eerst vriendelijke naar gast, daarna vragend naar vrouw> Mijn bediende daar helpt u wel verder. Wat is er? Vrouw: Er is geen plaats meer! We zitten nu echt vol. Herbergier: <eerst bezorgd, heeft dan een goed idee> Tja, wat wil je, met het loofhutten feest in Jeruzalem. Maar goed, dan moeten we nieuwe gasten vanaf nu helaas gaan weigeren….. Maar wacht, als we de zolder snel een beetje opruimen, dan kunnen er daar nog een paar mannen slapen. Ja, dat gaan we doen. Oh, trouwens, zijn de dieren al verzorgd? Vrouw: Ja, maak jij je daar maar niet druk over. De kribbe zit vol hooi, en het water heb ik net aangevuld. De dieren zullen niet gaan klagen. Alleen de mensen die bij ons nog willen slapen. Herbergier: Dan gaan we meteen met de zolder aan de slag. Daar kan Deborah goed bij helpen. Deborah, hé Deborah, waar ben je? <man en vrouw gaan beide af> <Spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
11
Scene 8: 8: Laatste Woorden Spelers: herdersjongen, moeder, Ruben <spot aan> Herdersjongen / Danny: < luid roepend & zoekend, kijkend in de zaal> Ruben, hé Ruben, waar ben je? Ruben: Wat is er?
[met gebaren en kreunen]
Herdersjongen: Je moeder is ziek geworden. Het is heel erg. Je moet snel naar haar toe! Herdersjongen: … en dat is natuurlijk weer jouw schuld, jij ongelukskind! <moeder + bed op podium> <spot aan> Moeder: <moeizaam, maar nog wel krachtig, overtuigend> Ruben, ik moet afscheid van je nemen. Ik heb voor je gezorgd en je gegeven wat je nodig had. Maar daar komt nu een einde aan. Mijn tijd is gekomen dat ik naar God toe ga. Ruben, luister goed naar wat ik je ga zeggen: Neem deze doek en zorg er goed voor. Deze doek is bestemd voor de nieuwe koning van Israël. Je moet het aan Hém geven, en aan niemand anders. En onthoud deze woorden goed: Jij zal voor Hem zorgen, en Hij zal voor jou zorgen. Hij kan niet zonder jou, en jij kunt niet zonder Hem. Jij geeft Hem wat Hij nodig heeft, en Hij geeft jou wat jij nodig hebt. Heb je mij goed gehoord? Herhaal wat ik heb gezegd. Ruben: Deze doek is bestemd voor de nieuwe koning van Israël. Ik mag het alleen geven aan deze koning en aan niemand anders. Ik zal voor Hem zorgen, en Hij zal voor mij zorgen. Hij kan niet zonder mij, en ik kan niet zonder Hem. Ik geef Hem wat Hij nodig heeft, en Hij geeft mij wat ik nodig heb. Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
12
Moeder: Goed zo. Ik ga nu naar God toe. Hij zal voor mij zorgen en mij geven wat ik nodig heb. Ga nu, en onthoud goed de woorden ik gesproken heb. Het zijn de woorden van God voor jou. <moeder legt haar handen op hoofd van Ruben, doet haar ogen dicht en spreekt haar laatste woorden: > Hij zal je verder leiden op de weg naar de koning! Vertrouw op Hem!
<spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
13
Scene 9: 9: De Laatste kilometer Spelers: Jozef & Maria + ezel <spot aan> Maria: Hij zál ons leiden op onze weg, Jozef. We kunnen vertrouwen op Hem. Hij zorgt voor ons en ….. ….voor hem. Jozef: Ja, dat weet ik wel, en we zij er ook al bijna. Waar ik aan loop te denken, is of we nog een geschikte plek kunnen vinden. Vooral met die baby in aantocht. <wrijft even over buik Maria> Want het zal deze tijd ongetwijfeld erg druk zijn in Jeruzalem en Bethlehem. Maria: De Here God weet wat wij nodig hebben, en dus zal Hij er voor zorgen. Op wat voor wijze dan ook. Jozef: Nou, we zullen het gaan merken. Maria: Hoe moeten we nu verder?
< Jozef wijst in de richting waar ze heen gaan podium af> <spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
14
Scene 10: 10: Ruben verbannen Spelers: Ruben, vader, herders, herderskinderen <spot aan> Ruben: Hoe moet ik nu verder? Wat moet ik nu doen? Ik heb geen moeder meer! En wat gaat mijn pleegvader doen? Wie kan mij tegen hem beschermen? Misschien de koning. Zou ik bij hem veilig zijn voor mijn vader? Ellendig joch, waar ben je?! Vervloekt kind. Het is jouw schuld dat mijn vrouw ziek is geworden en is gestorven en ik …… Wat doe jij met die doek?! Die is van mijn vrouw! Dief! Moet je het aan iemand geven? Aan wie dan? Schrijf het in het zand. Pleegvader: Voor de koning? Jij moet deze doek aan de koning geven? Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
15
<de herders duwen hem steeds weg> <de herderskinderen roepen daarbij weer: > Herderskinderen: Ruben, stomme Ruben! Domme stomme Ruben! <de doek komt uiteindelijk bij zijn pleegvader terecht, die het omhoog houdt> Pleegvader: Stop! Jij wilt deze doek hebben? Om het aan de koning te geven? Luister dan goed! Ga maar op zoek naar de koning en probeer hem maar deze doek te geven. Wat moet een koning nou met deze doek? Niets! Helemaal Niets! Maar ga nu, want ik wil jou én deze doek nooit meer zien. Begrepen? Als ik jou of die doek nog één keer zien, dan ….. Herderskind/ Fenna: <nog hard naroepend> Er is geen plaats meer voor jou bij ons!!
<spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
16
Scene 11: 11: Ontmoeting in Bethlehem Spelers: Jozef & Maria, Deborah en moeder <spot aan> Moeder herbergier: Er is geen plaats meer bij ons! We zitten nu echt helemaal vol. Deborah Nou, dat is mooi. Maar hebben we dan ook echt helemaal geen plek meer, voor niemand niet? Want stel dat er bijvoorbeeld arme vreemdelingen komen, of een …. <de vraag van Deborah wordt onderbroken door de vraag van Jozef> <Maria kijkt pijnlijk, alsof de baby elk moment kan komen> Jozef: Shalom, mijn naam is Jozef en dit is Maria. Is er plaats bij jullie in de herberg? We komen net van een lange reis en zoeken een plek om te slapen. Kan dat nog bij jullie? Moeder herbergier: Shalom. Het spijt me heel erg, maar er is geen plaats meer voor jullie in de herberg. We zitten echt helemaal vol. Deborah: Ja, hallo, nee hoor, mam, dat kun je echt niet maken. Op zaterdag in de synagoge je mond vol hebben over hoe we moeten zorgen voor de vreemdelingen, de weduwen en wezen, en nu doe je dit met een hoogzwangere vrouw. Lekker ben jij zeg. Dat noem ik hypocriet. Vrouw herbergier: Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk. Het is niet echt fraai wat ik doe. Debora: Ja dhuu, ik heb altijd gelijk! Dat weet je toch. Vrouw herbergier: Maar wat moet ik dan doen? Ik kan ze moeilijk in de herberg bij de ….. Wacht even, jullie kunnen heel goed in de grot waar de dieren verblijven. Daar hebben jullie onderdak, bescherming, ruimte voor de ezel en privacy voor bij de bevalling. Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
17
<Jozef en Maria kijken elkaar aan, denken even na, knikken dan enthousiast Ja> Deborah: Ja, dat is een goed idee! En wij kunnen hen daarbij helpen. Moeder herbergier: Nee, niet wij, jíj gaat hen daarbij helpen. Jij wijst ze de weg naar de grot en jij brengt hen daarna de spullen die ze nodig hebben. Aan de slag dus! <moeder herbergier gaat van podium af (rechts)> Dank u wel Heer, dat heeft U goed geregeld!
<Jozef en Maria volgen Deborah van podium af> <spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
18
Scene 12: 12: Twijfel in Bethlehem Speler: Ruben <spot aan> Ruben: Nou, God, dank U wel hoor. Dat heeft u weer goed geregeld. Geen moeder meer. Geen stam meer. Nergens welkom. En met een doek die ik moet geven aan de nieuwe koning van Israël. Maar waar is die koning? En hoe kan ik bij hem komen? Echte koningen zitten immers in hun grote paleizen, ver weg van het volk, niet bij gewone mensen, zeker niet bij herders, en zeker niet bij een arme herdersjongen die niet kan praten, en al helemaal niet bij een vervloekte zwervende herdersjongen. Daar wil geen koning iets mee te maken hebben. Die heeft ook niets aan deze doek. Welke koning zou mijn doek nu nodig hebben? Welke koning zou nu voor mij willen zorgen? Nog veel idioter, welke koning zou nu mijn hulp nodig hebben? Ha, ik hoor de soldaten al roepen: “De koning, de koning komt er aan. En Ruben moet hem helpen!”
<spot uit>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
19
Scene 13: 13: De Bevalling Spelers: Deborah en herbergiervrouw <spot aan> De baby, de baby komt er aan! We moeten hem helpen! Deborah: Nou, is dat effe lekker. Moet ik het helemaal alleen doen? Mooi hoor. Daar sta ik nu met mijn grote mond. Zeg eeuh, God, ik ben het niet zo gewend om te bidden, maar als U meekijkt, zou het fijn zijn als U nu ook wat deed, ofzo. Weet u wel? Kijk, ik ben hier natuurlijk geen expert in, maar één ding weet ik wel: Deze baby heeft echt een doek nodig!
<SPOT BLIJFT NU AAN!! >
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
20
Scene 14: 14: Geloof bij Ruben Speler: Ruben Ruben: De nieuwe koning heeft echt mijn doek nodig! Als mijn moeder zegt dat het zo is, dan is het zo, en daar moet ik niet aan twijfelen, al klinkt het voor mij nu nog zo vreemd en raar en snap ik er niets van. En wat zij ze verder ook al weer? Oh ja, “Ik zal voor Hem zorgen, en Hij zal voor mij zorgen. Hij kan niet zonder mij, en ik kan niet zonder Hem. Ik geef Hem wat Hij nodig heeft, en Hij geeft mij wat ik nodig heb.” Als God het zegt, dan is het zo. Ik geloof dat deze doek geschikt is voor de nieuwe koning en ik zal het aan niemand anders in handen geven! Níemand! Alleen de koning mag deze doek krijgen, niemand anders! De koning heeft mijn doek nodig! (van CD)
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
21
Scene 15: 15: Een Doek voor de Baby Spelers: Jozef, Ruben Jozef: Onze baby heeft een doek nodig! <Jozef en Ruben zien elkaar. Jozef ziet doek en is blij verrast> Jozef: Ik weet niet wie je bent, en wat je hier doet, maar je komt als door God gezonden. Onze baby, zojuist geboren, moet in een doek worden gewikkeld. En ik zie dat jij er een bij je hebt. Mogen we die gebruiken? Waarom zeg je niets? Kan je niet praten? Jozef: Ik snap helaas niet wat je mij probeert duidelijk te maken, maar ik zie dat die doek erg belangrijk is voor jou, dus als je het niet wilt geven, begrijp ik dat. Ik kan je alleen maar zeggen dat jij hebt wat hij nodig heeft. Hij heeft jouw doek, jouw zorg nodig. Hij kan niet zonder….. Ruben: Wat zei je? Hoorde ik dat goed?! Dat zijn bijna dezelfde woorden als van mama! Jij zal voor Hem zorgen. Hij kan niet zonder jou. Jij geeft Hem wat Hij nodig heeft. Is deze man de nieuwe koning? Nee, hij heeft het nodig voor de baby. Is die baby dan de nieuwe koning? Maar koningen worden toch in paleizen geboren, niet in een grot in de rotsen?! Nee, dat kan niet. Maar toch sprak hij die woorden van mama, die woorden van God ….. Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
22
Scene 16: 16: De Baby in de Kribbe Spelers: Jozef, Deborah (met baby), Ruben, herbergiers. <Jozef draagt kribbe podium op, Deborah draagt baby in doek gewikkeld podium op en legt hem in de kribbe. Ze blijven er dan stil bij staan en kijken er bewonderend naar. Herbergier: Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen. <de vrouw neemt de baby over en spreekt dan haar woorden uit: > Vrouw herbergier: Bethlehem in Efrata, je bent één van de kleinste steden in Juda, maar toch zal jij de geboorteplaats zijn van onze koning, die al eeuwig leeft. Hij zal zijn kudde weiden in de kracht van de Here. Hij zal onze vrede zijn. <Jozef neemt de baby over, kijkt omhoog + heft de baby omhoog en spreekt uit: Jozef: Here God, Uw koning, de Messias, is geboren. De aandacht van Jozef, de herbergiers en Ruben is gericht op het kind in de kribbe. Plotseling worden zij opgeschrikt door een groep herders>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
23
Scene 17a 17a: De Herders bij de Baby Spelers: bijna allen Alle herders & herderskinderen Onze koning, de Messias, is geboren! <Jozef en het herbergier gezin schrikken er een beetje van, maar niet zo heftig als Ruben. Hij herkent de herders en probeert zich te verschuilen achter de herbergier en zijn vrouw. Hij houdt hen stevig vast en trekt hen naar achter, weg van de baby en de kribbe. Ze snappen het niet, maar laten het toe> <de herderskinderen en herders leggen opgewonden uit wat er gebeurd is> Herderskind 1 / Jeffrey: Er kwam een hele grote engel bij ons! Herderskind 2 / Danny: Eén engel? Het waren er wel honderden, misschien wel duizenden. Herderskind 4 / Fenna: En hij zei dat vandaag, hier in Bethlehem, de Messias is geboren! De nieuwe koning! Herderskind 3 / Wiggert: En het was overal helemaal licht. En ze zongen een lied! Herder 1 / Arjen: We zouden een baby vinden, gewikkeld in een doek en liggend in een kribbe. Herder 2 / Pieter: En dus gingen we meteen op pad, om te kijken of het klopt. <de herders zien Ruben niet achter het herbergier echtpaar staan> <Maria tilt nu de baby op – loopt naar voorzijde podium – en laat het aan de herders zien> Pleegvader: Die doek! Die is van Ruben!
<eerst verbaasd, daarna boos> Waar is dat rotjoch?
Herders & herderskinderen: Je hebt gelijk! / dat is waar! / hoe kan dat nou? / maar waar is Ruben dan? Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
24
Ruben: De baby is de koning! De baby is de koning! Mijn doek voor de baby was de doek voor de koning! De baby is mijn koning! Mijn moeder had gelijk. En God heeft mijn weg geleid naar de nieuwe koning.” Pleegvader: Hou op met die domme gebaren van je, ellendig rotjoch. Pleegvader: Ik had je gewaarschuwd. Als ik jou of die doek nog één keer zou zien, dan …. <Jozef komt echter tussenbeide en spreekt met autoriteit: > Jozef: Ik weet niets van een rotjoch. Ik weet wel dat deze jongen zijn doek, die heel belangrijk voor hem was, aan ons heeft gegeven om daarin deze baby te wikkelen. Die had hij nodig. Herder 1 / Pieter: He man, snap je dan nog niet, jij koppige en blinde schapekop!? God heeft jouw vrouw en Ruben gebruikt om te zorgen voor de baby. Deze doek wás bestemd voor de nieuwe koning. Jij maakte het belachelijk, maar zij hadden gelijk! Herder 2 / Arjen: <stapt nu ook naar voren en legt het verder uit> Ja, dat klopt, maar het gaat nog verder! Als God hem zo duidelijk gebruikt heeft, ten dienste van zijn Messias, dan kan Ruben dus ook niet vervloekt zijn! Integendeel: hij is door God gezegend en was een zegen voor dit kind, onze nieuwe koning. <Jozef gaat weer achter kribbe naast Maria staan, legt baby in kribbe>
Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
25
Scene 17b 17b: 7b: Ruben, het Gezegende Kind Spelers: bijna allen <één voor één komen nu de herders en herderskinderen naast Ruben staan om hem vergeving te vragen – in microfoon rechts> Herderskind 1 / Jeffrey: Het spijt me dat ik je zo vaak geduwd en gepest heb.
Kun je mij vergeven?
Herderskind 2 / Danny: Het spijt me dat ik je zo vaak heb gepest en geslagen.
Kun je mij vergeven?
Herderskind 4 / Fenna: Het spijt me dat ik je zo vaak heb uitgescholden.
Kun je mij vergeven?
Herderskind 3 / Wiggert: Het spijt me dat ik zo vaak met iedereen heb meegedaan. Kun je mij vergeven? Herder 1 / Arjen: Het spijt me dat ik nooit voor je ben opgekomen tegen je vader. Kun je mij vergeven? Herder 2 / Pieter: Het spijt me dat ik je nooit beschermd heb tegen het pesten. Kun je mij vergeven? Pleegvader: Het spijt me dat ik je als een vervloekt kind heb behandeld en dat ik je zelf ook heb vervloekt. Ik besef nu hoe fout ik al die jaren ben geweest. Ik kon zien, maar was toch blind. Vanaf nu zal ik je werkelijk aannemen als mijn zoon, mijn kind. Je hoort er helemaal bij. Kun je mij vergeven? Ruben: Ik vergeef jullie.
<de rest schrikt ook> Ruben: Ik vergeef jullie. Ik vergeef jullie. Ik vergeef jullie. Ik kan praten! Ik kan praten! Ik kan praten! God heeft mij een stem gegeven! Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
26
<Jozef & Maria + baby gaan vervolgens naast hem staan – Jozef rechts, Maria links> <Maria legt de baby in zijn handen> Ruben: Ik heb voor Hem gezorgd, en Hij heeft voor mij gezorgd. Hij kon niet zonder mij, en ik kan niet zonder Hem. Ik gaf Hem wat Hij nodig had, en Hij heeft mij gegeven wat ik nodig heb. Mijn koning is mijn redder! <de herbergierfamilie komt nu ook rondom Ruben staan: Deborah direct rechts, tussen Ruben en Jozef in; de man links, de vrouw rechts> Allen: Amen! <spot uit>
<doek dicht> APPLAUS
<Madelon komt op podium naast Ruben staan. <spot aan + lichten aan> APPLAUS
THE END Geschikt voor de Koning?! ~ Mijn toneelstukken ~ www.teacheronthetower.com
27