Liturgie voor de afscheidsdienst van
Maria Christina van Ginkel-van Laar
Geboren:10 april 1939
Overleden:2 januari 2015
Op donderdag 8 januari 2015 om 11.45 uur in de Maranathakerk te Lunteren voorafgaande aan de begrafenis op de Algemene Begraafplaats te Lunteren.
Voorganger : Ds.W.Schaap Organiste : Mw.I.Tamerus
Inleidend orgelspel Woord van welkom Bemoediging en groet Herinneringen aan moeder Gedicht voor oma Zingen: Psalm 65: 1 en 2 Nieuwe berijming De stilte zingt U toe, o Here, in uw verheven oord. Wij zullen ons naar Sion keren waar Gij ons bidden hoort. Daar zal men, Heer, tot u zich wenden, tot U komt al wat leeft, tot U, o redder uit ellende, die alle schuld vergeeft. Zalig wie door U uitverkoren mag wonen in uw hof, hoezeer hij door zijn schuld verloren terneerlag in het stof. Wij worden door U begenadigd die heilig zijt en goed. Gij die ons in uw huis verzadigt met alle overvloed. Gebed om de opening van de Schrift Lezing: Psalm 65: 1-9 NBV 1
Voor de koorleider. Een psalm van David, een lied. U komt de lof toe, God die woont op de Sion,u zult ontvangen wat u is beloofd. 3 U die ons bidden hoort – tot u komt de sterveling. 4 Worden onze zonden mij te zwaar, u neemt weg wat wij misdeden. 2
5
Gelukkig wie door u gekozen is en u mag naderen, hij mag wonen in uw voorhoven. Wij genieten het goede van uw huis, het heilige van uw tempel. 6 Ontzagwekkend is uw antwoord, u doet recht en redt ons, God, op u hopen de einden der aarde, de verten van de zee. 7 U hebt met kracht de bergen vastgezet, u bent omgord met macht, 8 u brengt tot bedaren het geraas van de zeeën, het gebulder van de golven, het tumult van de volken. 9 Vrees voor uw tekenen vervult de bewoners der verten, u brengt gejuich van het oosten tot het westen. Zingen: Psalm 66 : 6 en 7 Nieuwe berijming Gij die God vreest, ik zal u spreken van al wat aan mij is geschied. Nauw richtte ik tot Hem mijn smeken, of in mijn hart was reeds een lied. Zou God mij hebben willen horen, wanneer ik onrecht had beraamd? Maar Hij nam mijn gebed ter ore, Hij heeft mijn bidden niet beschaamd. De naam des Heren zij geprezen! Hij, die getrouw is en nabij, heeft mijn gebed niet afgewezen. De Heer is goed geweest voor mij. Lezing : Mattheüs 6: 5 tot en met 8 NBV 5
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 6 Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. 7 Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. 8 Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
Zingen: Maranathakerkbundel nummer 37 Ik wandel in het licht met Jezus, het donkere dal ligt achter mij, en 'k weet mij in zijn trouw geborgen , welk een liefdevolle vriend is hij? Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en ik luister naar zijn dierbre stem, en niets kan mij van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem! Ik wandel in het licht met Jezus, Geen duistre wolk bedekt de zon, en 'k kan niet anders ‘k moet hem prijzen, die de zonde in mij over won. Refrein Ik wandel in het licht met Jezus, mijn ziel is Hem gans toegewijd, met hem verrezen tot nieuw leven, volgt mijn Heiland tot in eeuwigheid. Refrein Ik wandel in het licht met Jezus, o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt termidden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn. Refrein Overdenking Uit de Maranathakerk bundel , nummer 60 Mijn Jezus, ik hou van U, ik noem U mijn Vriend. Want U nam de straf op U die ik had verdiend. De grote Verlosser, mijn Redder bent U; 'k Heb van U gehouden, Maar nooit zoveel als nu.
Mijn Jezus, ik hou van U, want U hield van mij. Toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij. Voor mij de genade, een doornenkroon voor U; 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Ik zal van U houden in leven en dood. En ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood. Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom, dan buig ik mij vóór U, in uw heiligdom. Gekroond met uw heerlijkheid, zal 'k zingen voor U: 'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu, maar nooit zoveel als nu. Dankgebed en voorbeden besloten Lied 4 uit de Maranathakerkbundel nummer 4 Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.
Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen, Dat mijn wil voor eeuwig zij d'uwe en anders geen. laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen. Gemeente gaat staan Uitleidend orgelspel
De dienst wordt op de begraafplaats afgesloten met het gezamenlijk bidden van het Onze Vader en de zegen Onze Vader, die in de hemelen zijt; Uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. want van U is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.