SAFE Schoolveiligheidsplan
Detje de Kinderen Machiel van de Laar Eveline Miltenburg ©KPC Groep 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
Janet Mulder Ine Spee Maria Voets
1 INLEIDING 1.1 Inleiding 2 ALGEMEEN
3 3 5
2.1 Inleiding
5
2.2 Algemene gegevens
5
2.3 Visie op schoolveiligheid
5
2.4 Organisatie van schoolveiligheid
5
2.5 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging
5
Inhoud 3 SCHOOLCULTUUR
6
3.2 Visie op schoolcultuur
6
3.3 Organisatie van schoolcultuur
6
3.4 Gedragscodes en omgangsregels
7
3.5 Scholing en training
7
3.6 Training leerlingen
8
3.7 Protocollen
8
4 AANTREKKELIJK ONDERWIJS
9
4.2 Visie op aantrekkelijk onderwijs
9 9
4.4 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging
10
4.5 Actief burgerschap en sociale integratie
10
4.6 Scholing en training
10
4.7 Protocollen
10
5 FYSIEKE OMGEVING
11
5.1 Inleiding
11
5.2 Visie op fysieke veiligheid?
11
5.3 Organisatie van fysieke veiligheid
11
5.4 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging
11
5.5 Toezicht en surveillance (taken en verantwoordelijkheden)
12
5.6 Beveiligingsmaatregelen
12
5.7 Leerlingenvervoer (VSO)
12
5.8 Protocollen
12
6 EXTERNE SAMENWERKING
RH5.11OP.0268
9
4.1 Inleiding 4.3 Organisatie van aantrekkelijk onderwijs
15 augustus 2011
6
3.1 Inleiding
13
6.1 Inleiding
13
6.2 Visie op externe samenwerking
13
6.3 Organisatie van externe samenwerking
13
6.4 Interne samenwerking en communicatie
14
6.5 Externe samenwerking en communicatie
14
6.6 Protocollen
15
1 INLEIDING 1.1 Inleiding Het is belangrijk om zorg te dragen voor een veilige school aangezien diverse onderzoeken aantonen dat een onveilige school (of een school die als onveilig wordt ervaren) bijdraagt aan zwakkere leerprestaties en de kans op voortijdig schoolverlaten vergroot (onder andere Gresham, 2008; Gronna & Chin-Chan, 1999; Johnson, 2009). Cornell & Mayer (2010) stellen dat veiligheid op school geen geïsoleerd (gedrags-)probleem is waar simpele oplossingen voor zijn, maar juist integraal benaderd moet worden. Veiligheid hangt samen met factoren die het ontwikkelingsproces van leerlingen raken (en andersom). De school is verantwoordelijk voor een integrale aanpak en moet in samenwerking met ouders en stakeholders aandacht hebben voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en voor hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Schoolcultuur -
Een school die zowel regels stelt als ondersteuning biedt én waarin leerlingen, medewerkers en ouders participeren, draagt bij aan een leerwerk- en leefgemeenschap waar mensen prettig met elkaar omgaan.
Aantrekkelijk onderwijs -
Wanneer leerlingen positief uitgedaagd worden en het onderwijs aansluit bij de leer- en ontwikkelingsbehoefte van leerlingen, zullen zij minder snel afhaken of verstorend gedrag veroorzaken.
Fysieke omgeving -
Een aantrekkelijk gebouw, dat ruimte biedt aan de verschillende behoeftes van leerlingen, nodigt uit tot leren en zal indirect minder verstorend gedrag veroorzaken.
Externe samenwerking -
Wanneer leerlingen (maar ook ouders en medewerkers) van de school (dreigen te) ontsporen is samenwerking met andere organisaties in zowel preventieve als curatieve zin, noodzakelijk. De school staat er niet alleen voor.
Pagina 3/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
Er is een samenhang tussen gedrag en welbevinden. In scholen waar leerlingen zich goed voelen en tevreden zijn komt minder verstorend gedrag voor (Engels et al., 2001). Op scholen
waar meer wangedrag en verstorend gedrag plaatsvindt, zijn leerlingen geneigd om zichzelf te beschermen en leven zij in een verhoogde staat van angst (Mayer & Leone, 1999). Het gevoel van veiligheid beïnvloedt tevens het welbevinden van leerlingen op school (Engels et al., 2001). Schematisch ziet dit er als volgt uit.
Gevoel van
Hogere leerprestaties
welbevinden Ervaren veilige school
Minder schooluitval Ontbreken van verstorend gedrag Anders gezegd, een school wordt als sociaal veilig ervaren als de participanten van de school zich goed voelen en als ze op een positieve manier met elkaar omgaan.
Pagina 4/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
2 ALGEMEEN
2.1 Inleiding
2.2 Algemene gegevens -
Gegevens school (BRIN-nummer, naam, bezoekadres, postadres, telefoonnummer (ook mobiel), e-mail, website).
-
Verantwoordelijk schoolleider en bereikbaarheid.
2.3 Visie op schoolveiligheid Wat is de visie van de school op schoolveiligheid? 2.4 Organisatie van schoolveiligheid Hoe is de veiligheid georganiseerd? Geef een praktische beschrijving! -
Welke vormen van overleg kent de school waar veiligheidsthema’s aan bod komen?
-
Welke verantwoordelijke portefeuillehouders zijn er, wat is hun naam en hoe zijn ze bereikbaar? -
Preventiemedewerker(s) - V.
-
Contactpersoon Arbo-coördinatie (Arbo-coördinator) + leden Arbo-commissie - V.
-
Contactpersoon BHV (hoofd BHV) - V.
-
Contactpersoon voor sociale veiligheid.
-
Contactpersoon voor zorgcoördinatie (Zorgcoördinator / IB’er).
2.5 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging Hoe is het thema veiligheid opgenomen in de kwaliteitscyclus van de school?
Pagina 5/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
-
Schoolveiligheidsplan.
-
Jaarplan / meerjarenbeleidsplan.
-
Zorgplan.
-
Evaluatiemomenten, analyse en verantwoordelijke functionarissen.
-
Bijstelling en nieuw beleid + plan van aanpak met SMART-doelen.
3 SCHOOLCULTUUR 3.1 Inleiding De schoolcultuur verwijst naar alles wat zich zowel informeel als formeel afspeelt op school, de waarden en de normen, het schoolreglement, de wijze waarop de mensen binnen de school met elkaar omgaan et cetera. Een positieve beleving van de schoolcultuur hangt samen met een hoge mate van welbevinden. Zo bevestigden Engels et al. (2001) op scholen voor voortgezet onderwijs in België en Mooij (2001) op scholen in Nederland het belang van de democratische invoering van regels en inspraak van leerlingen op zowel klas- als schoolniveau. Tevens bevestigden zij dat collegialiteit en samenhorigheid binnen een groep bepalend zijn voor het welbevinden van de leerlingen en dat positieve contacten met medeleerlingen een belangrijk onderdeel zijn van een goede klasen schoolcultuur. Culturele sensitiviteit voor alle leerlingen kan bijdragen aan het gevoel van eigenaarschap (Johnson, 2009). Ook een open en ondersteunende cultuur die gericht is op eigen verantwoordelijkheid bevordert het welbevinden en vermindert problematisch gedrag. Het bewustzijn van de regels en de wijze waarop de regels zijn geïmplementeerd in de school zijn daarbij belangrijke elementen (Johnson, 2009; Mayer & Leone, 1999). Participatie en een autoritatieve begeleidingsstijl, ongewenst gedrag begrenzen en gewenst gedrag verlangen en ondersteunen zijn belangrijke maatregelen om storend gedrag te beteugelen en is productiever dan alleen een controlerende en beheersmatige cultuur (Van der Wolf & Beukering, 2009). Een veiligheidsbeleid gericht op detectiepoorten, camera’s, beveiligingsmedewerkers et cetera leidt uiteindelijke tot meer ordeverstoring (Mayer & Leone, 1999). Als er, ondanks alle preventie toch sprake is van incidenten en problemen, dan is adequate opvang noodzakelijk om het gevoel van veiligheid weer terug te krijgen (Engels et al., 2001).
3.2 Visie op schoolcultuur Wat verstaat de school onder de cultuur op de school? Wat verstaat de school onder een goed pedagogisch klimaat? Hoe ziet dat er uit? -
Verwijzing naar visiestuk (2.2).
3.3 Organisatie van schoolcultuur Hoe werkt de school actief aan schoolcultuur en/of aan een goed pedagogisch klimaat? -
Zorgplan.
-
Verantwoordelijke functionaris op dit thema: -
contactpersoon voor sociale veiligheid;
-
contactpersoon voor zorgcoördinatie (zorgcoördinator / IB’er).
-
Overleggen in de school waar dit thema aan de orde komt.
-
Participatie / overleg met personeel, leerlingen en ouders.
-
Leerlingenstatuut.
3.3.1 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging Hoe is het thema veiligheid opgenomen in de kwaliteitscyclus van de school?
Pagina 6/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
-
Schoolveiligheidsplan.
-
Zorgplan.
-
Leerlingbesprekingen / teamvergaderingen.
-
Leerlingvolgsysteem (op sociaal-emotioneel gebied).
-
Evaluatiemomenten, analyse en verantwoordelijke functionarissen.
-
Analyse-instrumenten, zoals personeelstevredenheidsonderzoek, leerlingtevredenheidsonderzoek, oudertevredenheidsonderzoek.
-
Periodiek van evaluatie.
Bijstelling en nieuw beleid + plan van aanpak met SMART-doelen.
3.4 Gedragscodes en omgangsregels Een gedragscode en omgangsregels in de school zijn een directe uitwerking van de visie op schoolcultuur. Hoe wil de school dat mensen met elkaar omgaan? 3.4.1 Leerlingen Gedragsregels – V (schoolregels - V, klassenregels). Beleving en naleving. Sanctioneringsbeleid. 3.4.2 Personeel Gedragscode - V. Bijzondere situaties (afstand en nabijheid: afspraken met betrekking tot fysiek contact met leerlingen; afwijkende regels met betrekking tot gymmen/zwemmen; contacten met leerlingen buiten schooltijd/schoolterrein: ook e-mail/internet/telefoon/ huisbezoek). Beleving en naleving. Begeleiding nieuw personeel. 3.4.3 Ouders Visie op ouders als partners (gelijkwaardig partner in de opvoeding/ontwikkeling van het kind met verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden). Gedragsregels. Beleving en naleving. 3.4.4 Grensoverschrijdend gedrag Definiëring (agressie & geweld / seksuele intimidatie / vandalisme / criminaliteit) -
Procedures bij overschrijding.
-
Vertrouwensinspecteur.
-
Aangiftebeleid (wettelijke verplichting aangifte).
-
Afspraken met de politie.
-
Incidentenregistratie – V (vanaf 2012) en –evaluatie *.
-
Evaluatie en rapportage MR / bestuur.
*
De algemene definitie van landelijk te registreren ‘incident’: een incident is ‘opzettelijk agressief of antisociaal handelen dat door schoolregels of wetgeving verboden is’ (Mooij & de Wit, 2009).
3.5 Scholing en training 3.5.1 Training personeel Cursussen, studiedagen, trainingsprogramma’s (OP én OOP) op het gebied van:
Pagina 7/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
-
pedagogische klimaat;
-
agressie en geweld;
-
conflicthantering (Herstelrecht);
-
mentortraining (gesprekstechnieken, leefstijl).
Ook intervisie en collegiale consultatie en coaching van personeel (OP én OOP).
3.6 Training leerlingen -
Faalangstreductie training.
-
Sociale vaardigheidstraining.
-
Antistresstraining (psychologische belasting).
-
Weerbaarheidstraining (fysieke/mentale training).
-
Sociaal emotionele methoden, zoals “Leefstijl”, “Rots en Water”, “Kanjertraining”.
3.7 Protocollen 3.7.1 Protocol Agressie, geweld en/of seksuele intimidatie - V -
-
Herstelrecht ten behoeve van herstel van de relatie c.q. schade.
3.7.2 Gedragscode en procedure grensoverschrijdend gedrag 3.7.3 Fysiek ingrijpen / contact 3.7.4 Protocol omgaan met ongewenst bezoek in de school 3.7.5 Protocol pesten – V 3.7.6 Protocol discriminatie -
Afkomst, seksuele geaardheid, sekse en/of geloof.
3.7.7 Schade (vergoedingen en herstel) en herstel bij conflicten en incidenten (taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de school, ouders en leerlingen) 3.7.8 Strafbare feiten en aangifte 3.7.9 Verboden middelen, alcohol en roes/genotsmiddelen 3.7.10 Wapenbezit 3.7.11 Privacy: -
bij gescheiden ouders (informatievoorziening) – V;
-
wet op bescherming persoonsgegevens – V.
3.7.12 Privacy bij HIV-geïnfecteerden 3.7.13 Rouwprotocol (leerling, medewerker) 3.7.14 Fysieke ondersteuning LO en zwemles 3.7.15 Klachtenregeling – V 3.7.16 Vertrouwenspersoon (extern en intern) – V 3.7.17 Meldcode kindermishandeling – V 3.7.18 Crisisteam en draaiboek 3.7.19 Opvang van personeel bij ernstige incidenten – V 3.7.20 Opvang van leerlingen en ouders bij ernstige incidenten – V 3.7.21 Ongevallenregistratie – V 3.7.22 Incidentenregistratie – V (2012) 3.7.23 Protocol schorsingen / verwijderingen leerlingen – V 3.7.24 Protocol schorsing / verwijdering personeel – V 3.7.25 Begeleiding nieuw personeel 3.7.26 Functionering en beoordeling personeel 3.7.27 Internet en e-mailprotocol 3.7.28 Registratie schoolverzuim en aanpak – V 3.7.29 Kledingvoorschriften (leerkrachten en leerlingen)
Pagina 8/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
4 AANTREKKELIJK ONDERWIJS 4.1 Inleiding De beste manier om storend gedrag te voorkomen of te bestrijden is goed en toekomstgericht onderwijs (Hallahan et al., 2005; Van der Wolf & Van Beukering, 2009). Goed onderwijs is een breed begrip en heeft vele aspecten. Zo zijn bijvoorbeeld inspraak en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en het aanleren van motivatie strategieën aspecten van goed onderwijs die van invloed zijn op het welbevinden van de leerling (Bear et al., 2000; Engels et al., 2001). Ook een positief klasklimaat met een focus op leerprestaties, sturen op talenten (Johnson et al., 2009), adequate feedback, onderwijsaanbod aansluiten bij de behoefte van de leerling, het gebruik maken van peertutors en een uitdagende leeromgeving dragen bij aan het welbevinden van de leerling (onder andere Bear et al. 2000; Van der Wolf & Beukering, 2009). Het is inmiddels overduidelijk dat ook de relatie tussen de leerling en de leerkracht van invloed is op het verminderen of zelfs voorkomen van verstorend gedrag of gedragsproblemen (Bear et al., 2000; Spilt, 2010). Ook het welbevinden van de leerling neemt toe wanneer de leraar luistert, ruimte biedt en aandacht heeft voor de leefwereld van de leerling (Engels et al., 2001). Het is de vraag of het onderwijsconcept an sich bijdraagt aan het welbevinden van leerlingen en het verminderen van gedragsproblemen. Hoewel op innovatieve scholen probleemgedrag niet minder voorkomt dan op traditionele scholen, wordt er over gedrag wel anders gesproken. Op traditionele scholen spreekt men van ‘ordeproblemen’, terwijl men op innovatieve scholen vaak van ‘relationele problemen’ spreekt. De onderwijsvorm is in die zin van invloed op de houding en attitude van leraren en die van leerlingen (Van der Hoeven et al., 2008 en 2009). Deze houding heeft ook invloed op het schoolklimaat: de sfeer op innovatieve scholen wordt vaak als goed omschreven. In indirecte zin draagt innovatief onderwijs bij aan het welbevinden van de leerling.
4.2 Visie op aantrekkelijk onderwijs Wat is het uitgangspunt van het onderwijs op deze school? -
Verwijzen naar schoolplan.
-
Aansluiten op belevingswereld van leerlingen.
-
Differentiëren in onderwijsbehoefte van leerlingen.
-
Uitgaan van vaardigheden van leerlingen.
-
Onderwijs op maat.
-
Binnen- en buitenschools leren.
-
Eigenaarschap en zelfverantwoordelijk leerproces.
-
Betrekken en motiveren leerlingen bij hun eigen leerproces.
-
Stimuleren van de nieuwsgierigheid van leerlingen.
-
Reflectie met leerlingen.
-
Betrekken ouders leerproces en reflectie met ouders.
4.3 Organisatie van aantrekkelijk onderwijs Hoe werkt de school actief aan aantrekkelijk onderwijs?
Pagina 9/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
-
Schoolplan.
-
Verantwoordelijke functionaris op dit thema.
-
Overleggen in de school waar dit thema aan de orde komt.
-
Participatie / overleg met personeel, leerlingen en ouders.
4.4 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging Hoe wordt het onderwijs geëvalueerd in relatie tot het thema veiligheid? -
Schoolveiligheidsplan.
-
Schoolplan.
-
Leerlingbesprekingen / teamvergaderingen.
-
Leerlingvolgsysteem (op cognitief gebied).
-
Evaluatiemomenten, analyse en verantwoordelijke functionarissen. -
Onderwijsresultaten.
-
Analyse-instrumenten, zoals personeelstevredenheidsonderzoek, leerlingtevredenheidsonderzoek, oudertevredenheidsonderzoek.
-
Periodiek van evaluatie.
Bijstelling en nieuw beleid + plan van aanpak met SMART-doelen.
4.5 Actief burgerschap en sociale integratie Dit thema is van belang in verband met relatie tussen veiligheid en het gevoel van leerlingen, ouders en personeel over participatie/actief burgerschap en sociale integratie. Dit thema dient bovendien verplicht aandacht te krijgen conform de kerndoelen. Hoe is dit thema opgenomen in het lesprogramma? - V -
Kennismaking met verschillende culturen.
-
Actief burgerschap en sociale integratie.
-
Maatschappelijke oriëntatie.
-
Multiculturele communicatie.
-
Segregatie en radicalisering.
-
Sociale integratie.
4.6 Scholing en training Beschrijf hier kort (of verwijs naar) nascholingsplan, -faciliteiten en professionalisering -
Didactiek.
-
Nieuwe methoden.
-
ICT in het onderwijs.
-
Passend onderwijs.
4.7 Protocollen 4.7.1 Leerlingstatuut – V 4.7.2 Nascholingsreglement, -beleid 4.7.3 Introductiecursus nieuw personeel
Pagina 10/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
5 FYSIEKE OMGEVING 5.1 Inleiding De omgevingspsychologie onderzoekt de relatie tussen de fysieke omgeving en het gedrag van mensen. Met name in de Verenigde Staten is veel onderzoek verricht naar de invloed van fysieke en bouwkundige factoren op het gedrag en functioneren van mensen. De fysieke omgeving: het ontwerp, het gebruik, het eigenaarschap en verpaupering zijn van invloed op problematisch en crimineel gedrag (Johnson, 2009). Rudd et al., 2008 vonden in Engeland een positief effect van een nieuw schoolgebouw op de ervaren veiligheid en de vermindering van vandalisme en pesten. De fysieke omgeving is ook van invloed op het welbevinden van leerlingen. Een prettige materiële omgeving kan een positieve schoolsfeer in de hand werken. De mate waarin leerlingen tevreden zijn over de infrastructuur en de voorzieningen van de school is één van de betere voorspellers voor het welbevinden van leerlingen. Een slechte staat van de gebouwen, en een onaangename inrichting van klaslokalen hangen nauw samen met een negatieve beleving (Engels et al., 2001).
5.2 Visie op fysieke veiligheid? Is fysieke veiligheid een noodzakelijke voorwaarde voor een prettig pedagogisch klimaat en goed onderwijs? Of is dit de kern van veiligheid? 5.3 Organisatie van fysieke veiligheid Hoe werkt de school actief aan aantrekkelijk onderwijs? -
Schoolplan.
-
Verantwoordelijke functionaris op dit thema: -
preventiemedewerker(s) - V;
-
contactpersoon Arbo-coördinatie (Arbo-coördinator) + leden Arbo-commissie – V (= Arbo-coördinator);
-
BHV (Hoofd BHV) - V.
-
Melding gebreken in het gebouw en herstel.
-
Overleggen in de school waar dit thema aan de orde komt.
-
Participatie / overleg met personeel, leerlingen en ouders.
5.4 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging Hoe wordt de fysieke veiligheid geëvalueerd en geborgd? -
Schoolveiligheidsplan.
-
RI&E en evaluatie - V.
-
Plan van aanpak volgend uit RI&E – V (met instemming van de MR).
-
BHV-plan en BHV‘ers/EHBO‘ers - V.
-
Ontruimingsplan - V.
-
Onderhoudsplan.
-
Evaluatiemomenten gebouw; analyse en verantwoordelijke functionarissen. -
Periodieke bouwtechnisch gekeurd/schouw van het gebouw - V.
-
Lokalen.
-
Praktijklokalen.
-
Gymlokalen.
-
Loopruimten.
-
Trappenhuizen.
Pagina 11/15
-
Vluchtroutes.
15 augustus 2011
-
Sanitaire ruimten.
RH5.11OP.0268
-
Kantine / aula.
Evaluatiemomenten ruimte om de school; analyse en verantwoordelijke functionarissen. -
Schoolplein.
-
Speeltoestellen / zitplaatsen plein – V (periodiek gekeurd).
-
Verkeersveiligheid, fietsroutes.
-
Fietsenstalling.
-
Brandveiligheid - V
-
Bijstelling en nieuw beleid + plan van aanpak met SMART-doelen.
-
Toezicht: -
in pauzes – V;
-
schoolfeesten / activiteiten – V;
-
buitenschoolse activiteiten – V.
5.5 Toezicht en surveillance (taken en verantwoordelijkheden) 5.5.1 Toezichthouders 5.5.2 (hoofd)conciërge(s) 5.5.3 Kantinemedewerker 5.5.4 Receptionist(en) 5.5.5 Technisch Onderwijs Assistent (TOA) 5.5.6 Mediathecaris 5.5.7 (Onderwijsgevend) personeel 5.6 Beveiligingsmaatregelen -
Cameratoezicht.
-
Detectiepoorten.
-
Hekken schoolplein.
-
Pasjes leerlingen.
5.7 Leerlingenvervoer (VSO) -
Taxi’s, parkeerplaatsen.
-
Halen en brengen leerlingen.
5.8 Protocollen 5.8.1 Ontruimingsplan/-protocol – V 5.8.2 Opvang leerlingen bij ernstige incidenten – V 5.8.3 Opvang personeel bij ernstige incidenten - V
Pagina 12/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
6 EXTERNE SAMENWERKING 6.1 Inleiding De school is verantwoordelijk voor de veiligheid op school, maar hoeft er niet alleen voor te staan. Stakeholders, waaronder ouders, voelen zich mede verantwoordelijk als ze zich betrokken voelen bij de school (Cornell & Mayer, 2010). Uit internationaal literatuuronderzoek van Smit et al. (2006) blijkt onder andere dat ouderparticipatie een positieve invloed heeft op het sociaal functioneren (gedrag, motivatie, sociale competenties, relaties) van de leerling. Een grote betrokkenheid en een positievere houding van de ouders ten opzichte van de school heeft bovendien een positieve invloed op de samenwerking tussen ouders en school en het functioneren van de schoolorganisatie. Naarmate ouders meer betrokken zijn bij de school heeft dat een positieve invloed op het klimaat van de school. Samenwerking met instanties als jeugdzorg, welzijnswerk, GGD en maatschappelijk werk is op de meeste scholen voor voortgezet onderwijs (en in iets mindere mate voor primair onderwijs) geborgd door het (bovenschools) Zorg- en Adviesteam, oftewel het ZAT (Steenhoven & Van der Veen, 2009 en 2010). Accurate opvang en ondersteuning van leerlingen, maar ook hun ouders en de medewerkers van de school zijn van grote betekenis voor de veiligheidsbeleving (Cornell & Mayer, 2010; Mooij, 2001; Van der Wolf & Beukering, 2009). Samenwerking met de politie in de vorm van schooladoptie (een vaste contactpersoon van de politie voor de school) hebben noemenswaardige effecten op de afname van het aantal incidenten op school of in de omgeving van de school en het gevoel van veiligheid Reitsma, (2010).
6.2 Visie op externe samenwerking Welke visie heeft de school op ouders en andere externe partners? Hoe draagt samenwerking bij aan een veilige school? 6.3 Organisatie van externe samenwerking Hoe werkt de school actief aan externe samenwerking die bijdraagt aan een veilige school? -
Schoolplan.
-
Zorgplan.
-
Verantwoordelijke functionaris op dit thema:
-
-
-
directie;
-
zorgcoördinator;
-
overige functionarissen met externe contacten.
Externe overleggen: -
met gemeente;
-
met andere scholen;
-
met buurt / omgeving;
-
met samenwerkingsverband;
-
ZAT.
Participatie / overleg met personeel, leerlingen en ouders
6.3.1 Beleid / Kwaliteitszorg / Borging Hoe wordt de externe samenwerking geëvalueerd en geborgd?
Pagina 13/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
-
Schoolplan.
-
Bijstelling en nieuw beleid + plan van aanpak met SMART-doelen.
6.4 Interne samenwerking en communicatie Hoe communiceert de school met verschillende partners en stakeholders? 6.4.1 Communicatie leerlingen, ouders en personeel Voorlichting. Communicatie bij incidenten. Communicatie over taken en verantwoordelijkheden. 6.4.2 School Leerlingparticipatie. Leerlingenraad / klankbordgroep. Ouderparticipatie. Ouderraad / klankbordgroep. Personeelsparticipatie waaronder personeel, staf/mt, directie. (G)MR – V. 6.4.3 Bestuur Sector/bovenschools. Landelijk. Samenwerkingsverband. 6.5 Externe samenwerking en communicatie 6.5.1 Onderwijs Basisonderwijs. Voortgezet onderwijs. Speciaal onderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs. Hogescholen/universiteiten. Beroeps- en Volwassen Educatie (BVE). Reboundvoorziening. Voor- en naschoolse opvang. Inspectie. Stage/-coördinator. 6.5.2 Zorg en begeleiding Jeugdhulpverlening. Bureau Jeugdzorg. Advies- en meldpunt Kindermishandeling. Centrum Jeugd en Gezin. Politie / wijkagent. REC. GGD (schoolarts). Leerplichtambtenaar - V. ZAT - V. Brandweer – V.
Pagina 14/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268
6.5.3 Omgeving Gemeente: lokale educatieve agenda. Bedrijven/winkels. Stagebedrijven. Wijkbewoners. (Sport)verenigingen. 6.5.4 Media Aanspreekpunt. Mediabeleid. 6.6 Protocollen 6.6.1 Afspraken met stagiaires 6.6.2 Samenwerkingsovereenkomsten met stagescholen/-instellingen. 6.6.3 Stageovereenkomsten 6.6.4 Samenwerkingsovereenkomsten (ZAT’s) - V 6.6.5 Mediaprotocol
Pagina 15/15 15 augustus 2011 RH5.11OP.0268