DECEMBER 2011 - nr. 51
Manuela Kalsky: Politiek met compassie Symposium twintig jaar De Linker Wang Vaticaan als bondgenoot van GroenLinks DECEMBER 2011 - nr. 5
{VAN DE REDACTIE
2
Theo Brand, eindredacteur
COLOFON
‘Religie is een veelzijdig fenomeen. Wat verdient kritiek en wat ondersteuning? En welke inspiratiebronnen kunnen bijdragen aan duurzaamheid, vrede, gerechtigheid en compassie?’ Deze tekst staat te lezen op de startpagina van de vernieuwde website van De Linker Wang. Niet alleen de site is nieuw maar ook wat de beweging en het tijdschrift willen uitstralen. Religieuze inspiratie voor maatschappij en politiek wordt binnen De Linker Wang van oudsher op waarde geschat. Daarbij kan de ene levensbeschouwing niet zomaar boven de andere worden geplaatst. Dat laatste past ook niet bij een doorbraakpartij als GroenLinks waaraan De Linker Wang verbonden is. Het gaat om respectvolle verscheidenheid en het verbinden van verschillen, zoals ook Manuela Kalsky betoogt (pagina 4–5). Duurzaamheid, vrede, gerechtigheid en compassie zijn kernwaarden. IJkpunten zeg maar, waarop religieuze instituten, politieke bewegingen en machthebbers beoordeeld moeten worden. Zo krijgt godsdienstkritiek vanuit De Linker Wang gaandeweg een meer expliciete plaats. Overigens sluit dat niet uit dat je geen vraagtekens kunt plaatsen bij sommige vormen van religiekritiek, zoals blijkt uit het artikel van Erica Meijers (pagina 22-24). Zij signaleert een nieuwe onverdraagzaamheid bij links ten aanzien van godsdienst. ‘Wie moslims vastpint op een bepaalde, vermeend conservatieve identiteit, zal het door links zo graag gewilde debat over vrouw-, homo- en dieronvriendelijke tendensen in hun geloof niet snel op gang kunnen brengen,’ aldus Meijers. Wat dat betreft vormt het interview met Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn – publieke pleitbezorgers van het afschaffen van godsdienstvrijheid – een mooi contrast (pagina 20-21). Dat de heren een debat aanzwengelen is winst. Ook de stelling ‘Denk zelf!’ kan niet vaak genoeg herhaald worden. Veel gelovigen doen dat immers te weinig. Wie durft vervolgens de breed gedeelde vooronderstelling dat gelovigen minder zelfstandig denken omdat zij religieus zijn, weer kritisch te doordenken? Hoe verklaren we bijvoorbeeld dat secularisatie en individualisering hand in hand gaan met groeiend populisme en afnemende solidariteit? Hoe autonoom is de mens? Zit de maatschappij niet ingewikkelder in elkaar dan we kunnen bevroeden?
De Linker Wang verschijnt vijf keer per jaar.
Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang.
Redactie: Theo Brand (eindredacteur), Jan van Dam, Hans Feddema, Willem de Gelder, Marianne Mak, Cor Ofman, Herman Radstake, Bas Roufs en Iris Savelkouls.
‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks.
Aan dit nummer werkten mee: Alex de Brouwer, Joost Honselaar (foto pagina 4), Christian Jongeneel, Erica Meijers en Hendro Munsterman. Commentaartekening: Maarten Wolterink.
DECEMBER 2011 - nr. 5
Wat dat betreft is de analyse van Hendro Munsterman ‘Vaticaan als bondgenoot van GroenLinks’ (pagina 18-19) heerlijk tegendraads. Een instituut dat zelf niet makkelijk omgaat met kritiek en vernieuwing van onderaf, vormt zelf een gezonde kritische factor ten opzichte van de grote economische machten in de wereld. Zo hangt de werkelijkheid van ongerijmdheden en verrassingen aan elkaar. Wie durft niet alleen te kijken maar ook te zien? Wie durft niet alleen te horen maar ook te luisteren? Openheid en verwondering maken mensen onverwacht tot bondgenoten en maken soms ongekend positieve krachten los.
Bijeenkomst op zaterdag 17 maart in Amsterdam
De Arabische Lente De Linker Wang en de Midden-Oosten Werkgroep van GroenLinks beleggen op zaterdag 17 maart van 14.00 tot 17.00 uur een themamiddag over De Arabische Lente. Samen met sprekers - deskundigen die goed op de hoogte zijn van de situatie in de Arabische landen – staan de aanwezigen stil bij de betekenis van de Arabische Lente, een jaar na het begin van de revoluties. Doel is een evenwichtig beeld te schetsen van de stand van zaken en de effecten. Hoe kan GroenLinks de ontwikkelingen beoordelen? Wat wordt de agenda ten aanzien van de democratisering in het Midden-Oosten? Welke spanning ervaren we door de opkomst van islamitische partijen voor de positie van religieuze, politieke en seksuele minderheden? Locatie: De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102 Amsterdam. Meer informatie volgt op www.linkerwang.nl.
Omslagfoto: Manuela Kalsky (door Max Prins). Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Badoux, Houten. FSC-gedrukt op geheel gerecycled papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Tarthorst 373, 6708 HM Wageningen. E:
[email protected] Abonnement: € 16,= per jaar.
Betalingen en donaties: Triodosbank 39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang, Wageningen o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’. Stichting De Linker Wang:De Linker Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Joke Koehler (secretaris), Will Kranenburg (penningmeester), Manuela Kalsky, Bas Roufs, Jan Spijk en Sijtse van Veen. E:
[email protected]
{EN VERDER
3
Jubileumbijeenkomst De Linker Wang
6
4 Manuela Kalsky zoekt verbindingen
8 Knielen voor wat kwetsbaar is
Het Vaticaan als linkse bondgenoot
18
9 Column – Margrietha Reinders
10 Peter-Paul Verbeek over techniek
Gelijke monniken, gelijke klappen
Onverdraagzaamheid bij linkse partijen
20
12 Economie volgens Rudolf Steiner
14 Gert Jan Slump over herstelrecht
22
16 Fotomiddenpagina Occupy beheerst straat en debat
21 Column – Jan van Dam
25 Een andere wang – Ruard Ganzevoort
26 De missie van Oikos in roerige tijden
28 Boeren met oog voor mens en natuur
30 Commentaar – Hans Feddema
31 Onder ogen / Agenda 32 De uitsmijter – Willem de Gelder DECEMBER 2011 - nr. 5
{INTERVIEW
4
Manuela Kalsky wil vanuit pluriformiteit verbindingen leggen
‘Het denken in eenheid is voorbij’
In het jaar dat de Berlijnse Muur gebouwd werd, kwam ze ter wereld in een dorp niet ver van het IJzeren Gordijn. ‘Dat was voelbaar. Een deel van mijn moeders familie woonde in de DDR,’ vertelt theoloog dr. Manuela Kalsky voor wie het motto ‘verbindt de verschillen’ een kernthema is geworden. Als directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving geeft ze onder meer leiding aan het project ‘Op zoek naar een nieuw wij in Nederland’. ‘Niet iedereen accepteert het, maar we leven in de eeuw van de verscheidenheid,’ zegt ze.
Theo Brand De theoloog zit aan tafel in één van de werkkamers in een imposant pand aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam. Ze schenkt koffie in en begint te vertellen. ‘Ons studiecentrum dat verbonden is aan de kloosterorde van de Dominicanen in Nederland, is gevestigd in Nijmegen. Met deze Amsterdamse plek hebben we ook in de Randstad een uitvalsbasis. Met andere ideële organisaties zitten we als huurders in dit gebouw van de Protestantse Diaconie Amsterdam.’
Geborgenheid Het pand wordt netjes gehouden door een schoonmaakploeg waar daklozen en ex-psychiatrisch patiënten deel van uitmaken. Zo wordt het gebouw een plek van geborgenheid en waardigheid, juist voor mensen die dat nodig hebben. Kalsky voelt zich thuis in zo’n omgeving. ‘Geborgenheid en het gevoel thuis te zijn. Alle mensen hebben daar in toenemende mate behoefte aan. Want er verandert veel in de wereld. Geborgenheid ervaren is DECEMBER 2011 - nr. 5
zo belangrijk. Thuis voel je je pas als je volwaardig mag meebouwen aan een samenleving en verantwoordelijkheid mag dragen. De grote vraag is daarom: hoe kan iedereen participeren?’ ‘Ons moderne culturele denken kenmerkt zich door het concept eenheid. Daarmee sluit je iedereen in. Althans, dat suggereert het woord. Maar is dat wel zo? Wie bepaalt wat eenheid is? Hoe ziet die eenheid eruit? In hoeverre het begrip ‘integratie’ überhaupt nog geschikt is als meer dan de helft van de bewoners van een stad geen deel meer uitmaakt van de zogenaamde Leitkultur van het betreffende land, zal in de komende jaren moeten blijken. Verscheidenheid lijkt mij een realistischer uitgangspunt. Het probleem is dat we nog niet echt goed met diversiteit kunnen omgaan,’ zo meent de theoloog.
Verzuiling ‘Dat verscheidenheid sturing nodig heeft, is boven elke twijfel verheven. Maar het is de vraag of het inmiddels niet eerder gaat om participatie in netwerken dan om de integratie in
een inmiddels tweehonderd jaar oud cultuurconcept dat is geënt op een gezamenlijke taal, religie en gewoonte. Is de tijd niet rijp voor een nieuw cultuurconcept dat meer recht doet aan verscheidenheid met gedeelde waarden als verbinding?’. ‘Nederland was een verzuild land en binnen de zuilen werden geen verschillen getolereerd. Nog steeds merk ik dat in de wereld van het onderwijs en in die van fondsen. Je stuit dan op confessioneel bepaalde grenzen. De rest van de maatschappij is vaak veranderd en heel divers geworden. We moeten geen monoculturen in stand willen houden, maar juist verbindingen leggen. Als we bijvoorbeeld op onze eigen scholen niets of weinig merken van mensen met andere religies of levensovertuigingen, dan groeit er onbegrip. Onbekend maakt onbemind.’ Kalsky werd in 1961 geboren in een klein dorp in de Duitse deelstaat Niedersachsen, niet ver van de stad Hildesheim. Het IJzeren Gordijn lag daar zo’n dertig kilometer vandaan. ‘Mijn ouders hadden een kleine kruidenierszaak. Regelmatig gingen we op zondag naar de Harz en dan zag je de wachttorens waar Russische soldaten in zaten.’ ‘Met Kerst stuurden we pakketten naar de DDR met koffie en andere schaarse producten. Een deel van mijn moeders familie woonde aan de andere kant. We ervoeren aan den lijve dat de Muur dwars door families heen liep. Waanzinnig en dramatisch was dat. En ook heel bijzonder wat er gebeurde na de val van de Muur toen de grens weer open ging.’ ‘Mijn vader had als jongeman in het leger gezeten en was afkomstig uit OostPruisen, het deel van Duitsland dat na de Tweede Wereldoorlog bij Polen werd gevoegd. Zijn familie zat in die trek van miljoenen vluchtelingen die uit hun woongebieden naar het westen werden verdreven. Honderdduizend mensen kwamen daarbij om. Mijn familie had geluk, maar ook zij waren voor altijd getekend door de oorlog. Maar dat ook Duitsers slachtoffers konden zijn van de oorlog, dat mocht in die eerste decennia niet zo worden gezien. Laat staan dat erover gesproken werd.’
5
Twee tantes ‘Mijn beide ouders hebben de oorlog heel bewust meegemaakt, maar het kwam in gesprekken nooit aan de orde. Toch kreeg je het onderhuids mee. In veel extremere mate is dat uiteraard bij de naoorlogse generatie joodse kinderen het geval. Het kan meerdere generaties duren dat een oorlog een stempel op mensen drukt.’ Als meisje kon Manuela Kalsky goed leren zodat ze op het gymnasium terecht kwam. ‘Mijn ouders vonden dat niet zo nodig. In hun ogen was ik voorbestemd voor een gezinsleven met kinderen. Maar een onderwijzeres stimuleerde me. En vooral ook mijn twee tantes bij wie ik veel was en die mij mede hebben opgevoed.’ ‘In de kerk voelde ik me thuis. De regio waar we woonden was zeer geseculariseerd. Nooit heb ik enige dwang of druk ervaren. Mijn ouders gingen niet meer naar de kerk. Ik mocht met mijn tante mee. Zo’n kerkdienst vond ik mooi, vooral omdat er veel gezongen werd. Op een gegeven moment kwam er een nieuwe dominee, een jonge man met aansprekende en ruimdenkende ideeën. Later werd hij ‘Probst’ in de Lutherse Kerk, net geen bisschop zeg maar. We zijn nog steeds bevriend. Door hem ben ik echt betrokken geraakt bij de kerk.’ Kalsky ging theologie studeren in Marburg, een ‘rood’ bolwerk. ‘Als studente was ik eerder politiek dan kerkelijk betrokken. Hoe sta je in het leven? Waar zet je je voor in? Waardoor laat je je inspireren? Toen al vond ik dat het om ‘het goede leven voor allen’ moest gaan, in christelijke termen: het koninkrijk van God.’
Beschuit met muisjes Met deze gedachte uit haar studietijd maakt Kalsky de sprong naar het heden: ‘Het benauwd me hoe we in Nederland vandaag zo naar binnen gericht zijn. Het Rijk Gods betekent niet ‘eigen volk eerst’. Nee, het gaat dan toch echt om een ander visioen. Nu staart iedereen zich blind op het verleden. Nationale en religieuze tradities moeten houvast bieden. Maar traditie is niet de aanbidding van de as, maar het doorgeven van het vuur,
om een uitdrukking van de componist Gustav Mahler te gebruiken. Vuur moet de drijvende kracht zijn in plaats van het zoeken naar zekerheden op basis van angst. Ik begrijp die angst wel want de wereld verandert snel. Maar angst is nooit de basis voor goede oplossingen.’ ‘Als Duitse theologiestudente die verder wilde studeren aan de Universiteit van Amsterdam heb ik hier kansen gekregen. Maar ik zie dat veel anderen die kans vandaag niet krijgen. Dat is niet alleen triest maar ook kortzichtig. In de toekomst hebben we iedereen nodig . Dus als er bij de buren een kleine Hassan of Fatima geboren wordt, kun je er maar beter met beschuit met muisjes naartoe gaan en ze feliciteren. Misschien verpleegt een van hen je
Politiek met compassie ‘In de Utrechtse wijk Kanaleneiland sprak ik een aantal jongeren onder wie een meisje met een Marokkaanse achtergrond. Ze sprak feilloos Nederlands. Eerder had ze bij een Call Center gewerkt, maar daar mocht ze aan de telefoon niet met haar eigen naam, Halima, gebruiken. Dat zou mensen afschrikken. Een triest maar treffend voorbeeld. Als de maatschappij zo met jou omgaat, hoe kun jij je dan stevig en zelfbewust manifesteren?’ De grotere pluriformiteit moeten we ook in religieus opzicht onder ogen durven zien, meent Kalsky. ‘De zogeheten ongebonden spirituelen vormen een groeiende groep in Nederland. Elementen uit diverse religieuze tradities zijn voor hen inspiratiebronnen. Sommige mensen, vooral mensen die
De integratienota van minister Donner? Inhoud en toonzetting helpen niet dat mensen zich makkelijk thuis voelen later in het verzorgingstehuis.’ ‘Als ik de Integratienota van minister Donner lees, dan maak ik me zorgen. Inhoud en toonzetting bevorderen niet dat mensen zich makkelijk thuis voelen. Veel zekerheden zijn weggevallen, bijvoorbeeld in oude stadswijken waar problemen zijn met bepaalde groepen jongeren. Dat begrijp ik wel. Maar we moeten ook de positieve verhalen willen vertellen, zonder daarmee wat slecht gaat onder tafel te vegen. Woorden en beelden zijn niet onschuldig. Ze geven niet alleen een werkelijkheid weer, ze creëren ook een werkelijkheid.’ ‘Daarom is compassie ook zo’n belangrijk begrip. Kunnen we empathie opbrengen en ons proberen te verplaatsen in de ander? Als ik de integratienota van minister Donner lees dan is het glas steeds half leeg in plaats van half vol. Tweetaligheid beschrijft hij als een probleem terwijl het juist meerwaarde heeft om twee talen te kunnen spreken. Juist dan kun je verbindingen leggen en uiteenlopende werelden bij elkaar brengen. Maar dit Kabinet kan diversiteit niet ook als iets positiefs zien. De logica van de eenheid domineert en sluit mensen uit.’
in een bepaalde geloofstraditie staan, keuren dit vaak af als oppervlakkig relishoppen. Maar beseffen zij voldoende dat menig kerkbezoeker doordeweeks yogalessen volgt of aan zenmeditatie doet? Onze wereld verandert en daarmee ook onze inspiratiebronnen. Dat neemt overigens niet weg dat de afzonderlijke religieuze tradities op zichzelf van waarde blijven. Zij hebben wijsheden te bieden die ook vandaag de dag nog zeer actueel en van belang zijn.’ Sinds enkele maanden maakt Manuela Kalsky deel uit van het bestuur van De Linker Wang. Zij was degene die daar het begrip ‘politiek met compassie’ introduceerde. Wat beweegt haar tot deze keuze? ‘Ik vind dat de politiek wel een levensbeschouwelijke injectie kan gebruiken,’ zegt ze. ‘Er ligt een nieuwe wij-zij tegenstelling op de loer tussen seculiere en religieuze Nederlanders. Ik wil graag voorbij dat of/of denken in de samenleving. Mijn talenten inzetten voor een politiek met compassie die verschillen niet ontkent maar weet te verbinden. De Linker Wang lijkt me daarvoor een uitstekend platform’.
DECEMBER 2011 - nr. 5
6
Jubileumbijeenkomst De Linker Wang: terugkijken en nieuwe wegen inslaan
‘De macht kritisch bevragen vanuit inspiratie’ ‘Had De Linker Wang invloed in haar twintigjarig bestaan? Welnee!’ Of toch wel, maar dan indirect? Willen we meer invloed en hoe zou dat kunnen? Tijdens de jubileumbijeenkomst van De Linker Wang op zaterdag 3 december in Utrecht ontstond een levendig debat over de invloed van De Linker Wang en over de drie thema’s vrede, gerechtigheid en duurzaamheid. ‘Laten we de hoop centraal stellen, de hoop dat het anders zou kunnen. Hoop als kritisch principe.’
Marianne Mak Bert Boer, Cor Ofman, Manuela Kalsky en Ruard Ganzevoort in gesprek
Een jubileum is terugkijken en vooruitkijken. Bert Boer - sinds de oprichting lid van De Linker Wang - keek terug én gaf een aantal tips mee voor de toekomst. Bij de start van De Linker Wang, zo begon hij zijn betoog, waren de thema’s van het conciliaire proces (vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping) leidraad. In het tijdschrift werd veel geschreven over sociale gerechtigheid, vrede en geweldloosheid. Heelheid van de schepping kwam er bekaaid af. Ethische kwesties als euthanasie en een thema als de rol van vrouwen in de maatschappij kregen wel aandacht. Er was volop discussie en meningsvorming maar nooit nam De Linker Wang een bepaald standpunt in. Heeft De Linker Wang dan wel politieke invloed gehad? Toen Boer dat onlangs vroeg op een familiefeestje werd er volmondig door een paar mensen, lid van GroenLinks, geantwoord: ‘welnee’. Hij zelf wil niet zo boud zijn, maar eventuele politieke invloed is volgens hem lastig te benoemen. Invloed is steeds indirect geweest: via themabijeenkomsten, het tijdschrift, via leden die op persoonlijke titel spraken bij partijcongressen of die actief zijn in de gemeentelijke of provinciale politiek.
Compassie als radicaliteit Naar de toekomst kijkend, ging Boer in op het begrip compassie. Hij riep De Linker Wang op om compassie te blijven verbinden met progressieve poDECEMBER 2011 - nr. 5
litiek, met de creativiteit en radicaliteit van de Bergrede. Laat compassie geen containerbegrip worden, zo benadrukte hij. Hij riep tevens op om de strategie te veranderen opdat De Linker Wang wel duidelijke invloed zou kunnen uitoefenen. Dat zou kunnen door standpunten te formuleren, door moties of amendementen in te dienen op partijbijeenkomsten, door als organisatie open brieven aan het partijbestuur en aan de fracties te sturen. Theologisch heeft De Linker Wang wel veel invloed gehad, zo besloot Boer zijn verhaal met een knipoog. Immers, in alle Bijbelvertalingen staat ‘de andere wang’ maar in de Nieuwe Bijbelvertaling staat nu ‘de linker wang’…
Vragen blijven stellen Bert Boers pleidooi voor meer invloed en duidelijke Linker-Wangstandpunten werd deels herkend bij de aanwezigen. Maar er zijn, zoals steeds in het twintigjarig bestaan van De Linker Wang, verschillende meningen. Cor Ofman, vanaf het begin betrokken bij De Linker Wang, en Manuela Kalsky, sinds een half jaar lid van het bestuur, waren uitgenodigd om als eersten te reageren. Cor Ofman benadrukte dat De Linker Wang altijd een platform is geweest waar juist stem en tegenstem konden klinken. Linker Wang-voorzitter Ruard Ganzevoort stelde hardop de vraag of er wel een consensus is binnen De Linker Wang, zie de verschillende opvat-
tingen rond ritueel slachten, Kunduz, de weigerambtenaren. Volgens Kalsky moeten we niet zozeer een bepaald standpunt hebben maar levensbeschouwing onder de aandacht brengen en de juiste vragen stellen. Dat werd vanuit de zaal bevestigd: bovendien kun je door goede vragen stellen invloed uit oefenen. De macht kritisch bevragen vanuit inspiratie. Kritische vragen, goede vragen, uitdagen tot gesprek. Zo wordt ook De Linker Wang een plek voor mensen die zingeving willen in de politieke praktijk en hun dagelijks handelen, een plek waar je meningen kunt uitwisselen.
Gooi de boel open Twee andere aspecten kwamen mee in de discussie. De eerste was GroenLinks als alternatief voor CDA-stemmers die nu niet meer op deze partij willen stemmen. Laat zien dat er meer mogelijk is dan alleen het CDA en de ChristenUnie als je levensbeschouwing wilt laten meespelen in je politieke keuze. Het andere punt: richt je niet alleen op christenen maar ook op moslims, op ongebonden spirituelen, op mensen met inheemse spiritualiteit. Veel mensen zijn zoekende, sta op en ga het gesprek aan. Gooi de boel open en kijk ook naar samenwerking met andere partijen. Manuela Kalsky citeerde de componist Mahler: ‘traditie is niet aanbidding van as maar het doorgeven van het vuur’. Welk vuur
7
willen we doorgeven? Vroeger spraken we over het Rijk Gods, maar nu zeggen we eerder ‘het goede leven voor allen’, dat is onze horizon. Net zo goed als een begrip als Rijk Gods vertaald moet worden, is de benaming van De Linker Wang als platform voor geloof en politiek aan vertaling toe. Politiek met compassie is ervoor in de plaats gekomen. Maar wat is compassie? Besef van verbondenheid met de mensen en met de wereld, oplossingen bedenken die voor iedereen een oplossing zijn, bereidheid je te laten raken door een ander, bereid zijn stappen te zetten die het goede leven voor allen mogelijk maken. Zo gaf Ruard Ganzevoort een omschrijving waarmee ook reacties uit de zaal werden verwoord.
Vrede De drie thema’s van het conciliair proces blijken, ook na twintig jaar, nog steeds bij De Linker Wang te passen. Het zijn drie kernwoorden waar een heleboel thema’s onder vallen. Drie sprekers lieten hun licht schijnen over de thema’s: Maarten van der Werf, coördinator Christian Peace Teams Nederland, Katinka Broos van het Oude Wijkenpastoraat Rotterdam en Ümit Tas, voorzitter Islam en Dialoog. Een paar punten die Maarten van der Werf naar voren bracht rond vrede: in Maarten van sommige gevallen der Werf wordt wel ingegrepen, in andere niet. Belangrijk criterium lijkt te zijn hoeveel voordeel we er zelf van hebben. Die dubbelzinnigheid moeten we ontmaskeren. Compassie rond oorlog heeft te maken met oprechtheid, onbaatzuchtigheid, ondubbelzinnigheid en nabijheid. Er zijn situaties waar je moet ingrijpen maar de vraag is dan of je dat doet met of zonder geweld. Empathie is belangrijk, naar beide kanten toe. Het moeilijkste is immers om van beide partijen te blijven houden.
Gerechtigheid Katinka Broos bracht vanuit haar werk concrete voorbeelden naar voren.
Illegalen voor wie na het generaal pardon steeds minder pardon is. Maar zij leven wel in onze samenleving. Armoede is uit, zo stelde ze. Voedselbanken, Katinka Broos speelgoedbanken, kledingbanken, ze zijn wel goed maar waar blijft de profetische, aanklagende functie van de kerk? Mensen moeten voor een uitkering vrijwilligerswerk gaan doen, woningbouwverenigingen willen aan bewonersparticipatie doen maar wordt er écht geluisterd naar mensen, komen instanties zélf ook hun afspraken na? Informeren, zo klinkt het uit de zaal. Leg het voor aan mensen uit je partij in gemeenteraden. Geef mensen een gezicht bij instanties.
inspiraties kan De Linker Wang vragen stellen en eventueel actie ondernemen op concrete vraagstukken. Er zijn misschien andere concrete vragen dan twintig jaar geleden maar de grondthema’s blijken hetzelfde te zijn. Daarnaast is het in onze tijd belangrijk om het debat over levensbeschouwing binnen GroenLinks aan te wakkeren. Kan De Linker Wang hier een voortrekkersrol spelen? Met enige aarzeling bracht Ganzevoort tot slot onze neiging tot zurigheid, tot chagrijn, naar voren want ‘er is zo veel waar we niet tevreden over zijn’. Laten we de hoop centraal stellen, zo riep hij op, de hoop dat het anders zou kunnen. Hoop als kritisch principe. Niet dat het anders zal worden als we maar lang genoeg wachten of maar hard genoeg werken maar hoop dat het anders zou kunnen en anders zou moeten.
Ruard Ganzevoort
Heelheid van de schepping Ümit Tas leidde zijn hoorders in in religieuze principes vanuit de islam wat betreft duurzaamheid. Ook de Koran kent het begrip rentmeesterschap, dat tevens opvolger betekent. De mens als opvolger van God, dat geeft een verantwoordelijkheid naar de schepping toe. Een ander begrip is bewust omgaan met wat je hebt, dus niet verkwisten, een pleidooi voor soberheid, één van de deugden die uit zicht zijn geraakt. Duurzaamheid heeft volgens Tas niet alleen economische maar ook politieke en sociale dimensies. Tegenwoordig zijn er ook groene moslims, zo reageerde hij op een opmerking dat duurzaamheid een witte hobby lijkt te zijn. Er zijn ook duurzame voorschriften in de islam, zoals de rituele reiniging voor het gebed waarvoor je zo weinig mogelijk water mag gebruiken. Ümit Tas
Hoop dat het anders kan Dagvoorzitter Ruard Ganzevoort concludeerde dat er veel huiswerk ligt voor De Linker Wang op alle drie de onderwerpen. Vanuit verschillende
De Ab-factor Samenvatting van de column door Els Veenis over haar herinneringen aan Ab Harrewijn (1954-2002), voormalig voorzitter van De Linker Wang, rode dominee, partijvoorzitter en Tweede Kamerlid namens GroenLinks. ‘Ab Harrewijn ontmoette ik voor het eerst toen hij in de Hofvijver sprong om op te komen voor bijstandsvrouwen. Van het christendom wist ik niets. Mijn familie was al eerder van haar geloof gevallen. Ik kende geen linkse christenen. Via Ab leerde ik De Linker Wang kennen en de Arme Kant van Nederland. Dat waren groepen van buiten mijn eigen netwerk. Ik herinner me een bijeenkomst met Ab’s bijstandsvrouwen en mijn feministische netwerk. Het liep uit op een ruzie over wie de slechtste moeder is. Ab brak het ijs door foto’s te laten zien van de bruiloft van zijn dochter. De Ab-factor is grenzen verleggen. Dat deed Ab. Mensen losmaken van dogma’s, zoeken naar de diepere betekenis van verhalen, woorden niet als gevangenis nemen. De Linker Wang zet die gevangenis open. Het gaat niet om snelle en grote effecten. Het gaat om prikkelen, inspireren. Ab is geen heilige, hij kon drammen en manipuleren. Maar wel met humor. Het beste scoor je door een combinatie van passie en humor; dan geef je mensen ruimte om een draai te maken, grenzen te verleggen. Ik heb veel aan jullie lessen: vragen stellen, jezelf laten bevragen, mensen in de marge sterker maken. Wie weet wordt De Linker Wang met tegendraadse tweets en spirituele gedachten een groeiende beweging van linkse tegenkrachten.’
DECEMBER 2011 - nr. 5
8
Politiek met compassie: een missie die verbindt
Knielen voor wat kwetsbaar is Godsdienst kan een middel zijn tot compassie. Tegelijk kan ook godsdienstkritiek gemotiveerd zijn door compassie. ‘Politiek met compassie’ - het nieuwe motto van De Linker Wang - is juist daarom een prachtig vertrekpunt voor GroenLinks. Vanuit diverse inspiratiebronnen kun je bruggen slaan en werken aan dezelfde idealen.
Theo Brand Het Humanistisch Verbond maakt reclame met een slogan ‘Gelooft u ook meer in het leven vóór de dood?’. Die slogan bevestigt het beeld dat religieus geïnspireerde mensen zich zouden fixeren op het hiernamaals. Jammer. Beter vind ik ‘Zonder uw steun is het humanisme aan de goden overgeleverd’, de slogan die eerder gebruikt werd. Daarin bespeur ik een bijbelse grondtoon. Ook
Sommigen noemen het God, anderen Humaniteit, het Mysterie of het Ultieme. Mensen kunnen het hooguit benaderen of samen zoekend vieren.
Valkuil Ik heb geleerd dat het positieve en het negatieve van religie allebei aan de orde zijn in de wereld. Religie kan onderdrukken, maar ook bevrijden. Religie kan behoudend zijn, maar ook vernieuwend en opbouwend. Denk aan al die scholen, ziekenhuizen en zorginstellingen in Nederland die vanuit religieuze inspiratie zijn opgezet. Denk aan diaconaal werk en ontwikkelingswerk. Veel links en liberaal georiënteerde mensen beschouwen religie als de bron van alle kwaad. Berichten in de media over autoritaire bisschoppen en seksueel geweld in de Rooms Katholieke
het aan de kaak stellen van verderfelijke religieuze praktijken. Als oecumenisch georiënteerde Groenlinkser voel ik me bij geen van beide kampen thuis. Voor mij tellen godsdienstvrijheid, de rechten van minderheden en ook het positieve aspect van religie. Maar voor mij telt ook respectvolle omgang met dieren en de redelijke eis aan overheidsdienaren om de wet uit te voeren en geen onderscheid te
De Bijbel als bron van religiekritiek. Zo’n paradox zet ons misschien even op een ander been Abram wilde niet aan de goden van zijn tijd overgeleverd zijn. Hij trok naar een onbekend land en luisterde naar de Stem die zijn oude wereldbeeld openbrak. Om over dat latere verhaal van een pasgeboren kind in een voederbak maar te zwijgen. Jezus was zijn naam. Schaapsherders en allochtone wijsneuzen stelden dat dit de ‘Zoon van God’ was. Absurd natuurlijk. Dát was nog eens spotten met de heersende goden van die tijd. Iemand die ter wereld komt als vluchtelingenkind, die tijdens zijn leven voortdurend bezig is mensen te bevrijden van angst en ziekte, en die tenslotte onschuldig ter dood wordt gebracht… zo’n persoon verdient het om je voor te buigen en om ‘de Levende’ te zijn. Buig niet voor keizers, koningen en andere machthebbers, maar durf te knielen voor wat kwetsbaar is. De Bijbel als bron van religiekritiek. Zo’n paradox zet ons misschien even op een ander been. Niet religie zelf is het verdedigen waard, maar wel datgene waar religie op haar betere momenten naar verwijst: de liefdevolle werkelijkheid die ons kennen en weten te boven gaat. Een werkelijkheid die niemand kan claimen. DECEMBER 2011 - nr. 5
Kerk en over de ouderwetse moraal van de SGP, bevestigen mensen in hun soms zo comfortabele secularistische wereldbeeld. Christenen en andere religieus geïnspireerde mensen moeten niet in de valkuil trappen om religieverdedigers te worden. Ik herken die valkuil. Natuurlijk verdient godsdienst een genuanceerde benadering. Een seculiere meerderheid mag niet dwingend zijn moraal opleggen aan minderheden. Maar het gaat uiteindelijk om datgene waar religieuze inspiratie naar verwijst: naar vrede, gerechtigheid, duurzaamheid en compassie. Dat zijn waarden en idealen die het verdedigen waard zijn. Daarbij kunnen zowel religie als religiekritiek ons behulpzaam zijn. CDA, ChristenUnie en SGP zijn de belangenbehartigers van religie en de andere niet-confessionele partijen staan daar – zo lijkt het althans – lijnrecht tegenover. Je ziet dan patstellingen ontstaan zoals bij de recente discussies in de Tweede Kamer over ritueel slachten en de zogeheten weigerambtenaren. De confessionele partijen fixeren zich op het verdedigen van religie en de andere partijen lijken elkaar te overtreffen in
maken tussen mensen op basis van hun seksuele voorkeur.
Twist of Tango Het debat over religie moet geen twist worden maar een tango. Dan gaan we het ritueel slachten niet verbieden, maar gaan we een convenant opzetten waarbij religieuze groepen, slachthuizen en dierenbeschermers met elkaar in gesprek gaan en met voorstellen komen, eventueel gevolgd door wetgeving. Dan stoppen we met het aannemen van nieuwe weigerambtenaren, en gaan we tegelijk coulant om met trouwambtenaren die al jaren naar eer en geweten hun werk doen en serieus moeite hebben met de ontstane veranderingen. Vanuit De Linker Wang is eerder dit jaar een document gelanceerd: ‘Compassie:
{COLUMN
9
DISCIPELSCHAP Margrietha Reinders het hart van GroenLinks?’ (te vinden op www.linkerwang.nl). Ik vind het begrip ‘compassie’ om diverse redenen inspirerend en een geslaagde duiding van waar GroenLinks als politieke partij voor staat. Prima dus dat De Linker Wang ‘Politiek met compassie’ als haar missie ziet. GroenLinks is van oudsher méér dan een mix van socialisme en liberalisme met toevallig een sterk ecologische
inslag. De voorlopers van GroenLinks kenmerkten zich door een zekere radicaliteit die geworteld is in een grote betrokkenheid bij het wel en wee van alles wat leeft. Denk aan bijvoorbeeld het pacifisme, de Derde Wereldbeweging en een doorleefd ecologisch bewustzijn. Vanuit die verbondenheid met het leven, die compassie, groeit juist het maatschappelijk en politiek engagement. Ook is GroenLinks een partij waarin mensen met uiteenlopende levensbeschouwelijke achtergronden actief zijn: humanisten, ongebonden spirituelen, christenen, moslims, joden en anderen. Compassie is in al deze tradities en/of levenssferen een fundamenteel thema. Als christen breng ik compassie vooral in verband met datgene waar Jezus voor stond. Tegelijk geeft het begrip
compassie Jezus geen exclusieve status, maar biedt het juist openingen naar andere levensbeschouwelijke tradities. Die openheid en zelfrelativering passen goed bij GroenLinks.
Verbondenheid Compassie vind ik geslaagd als grondwaarde omdat het een attitude aangeeft die vooraf gaat aan abstracte waarden zoals solidariteit, duurzaamheid en emancipatie. Zo wordt ’het persoonlijke politiek’, onze eigen ervaringen én die van anderen zijn voorwerp van wat politiek zelf is. Daardoor wordt compassie geen verhullend begrip zoals ‘christelijk’ of ‘christen-democratisch’ dat kan zijn. Want als Maxime Verhagen beweert dat angst voor allochtonen niet alleen begrijpelijk, maar ook nog eens terecht is (afgelopen zomer in een lezing over het populisme) en die boodschap baseert op de christelijk-sociale leer, dan staat de ‘c’ van het CDA voor conservatisme en het rechtvaardigen van angst. Met de ‘c’ van compassie heeft dat weinig te maken. Compassie vind ik een mooi vertrekpunt. De verbondenheid van jezelf met andere mensen en alles wat leeft, voorbij groepsdenken, polarisatie en eigenbelang. Gelijkwaardigheid tussen mensen en respect voor de natuur als basis voor wat echte vrijheid is. Bijvoorbeeld door te knielen voor wat kwetsbaar is. En daar vervolgens voor te knokken.
Overal in Amsterdam verschijnt flonkerende feestverlichting boven de straten. Het Centraal Station is versierd met kerstgroen en rode ballen, de koude najaarsavonden krijgen een warme glans. Op het Damrak schuilen ze bij de houtkachels: de mensen van Occupy. In tenten op houten pallets, gehuld in legerslaapzakken, blijven ze volharden tegen de neerbuigende afkeuring van ondernemers en beursbonzen in. De geërgerde horeca wil graag een kerstboom plaatsen en het plein voor de Beurs in een stijlvolle Kerstsfeer hullen. Want het winkelen moet doorgaan, en de omzet dwingt tot maatregelen tegen de slordige antikapitalisten met hun aanhang van dak- en thuislozen, hun veldkeuken en morsige spandoeken. Hoe lang houdt die kleine groep doorzetters het nog vol tegen de oprukkende koopkracht? Kunnen ze rekenen op ons, voorzichtig solidaire buitenstaanders die bij de kachel zitten achter onze laptop met Taizé-muziek op de achtergrond, zoals ik nu? Of verschuilen we ons ook achter het adagium dat het allemaal wat naïef en weinig toegespitst is? ‘Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat in het geheim is ontstaan, moet aan het licht komen’, zegt de evangelist Markus. Het zijn woorden uit een toespraak van Jezus , die rond het meer van Tiberias een grote menigte mensen op de been had gebracht. Een Occupy–beweging ‘van hongerige boeren en vissers, die de woorden indronk van deze dorpstimmerman uit het achterland. ‘Hij heeft zijn verstand verloren,’ beweerde zijn familie, en de kerkbestuurders verklaarden dat hij bezeten was: knettergek en gevaarlijk. Zelf loop ik ondanks alles, met vallen en opstaan en met een rood hoofd achter deze jonge dertiger uit Galilea aan. Ik ben nog steeds lid van zijn dwaze, ergerniswekkende beweging van kleine verzetsplegers, maaltijdvierders en vredestichters . Hij is meer omstreden dan ooit, weet ik, en men keert hem op grote schaal de rug toe. Maar toch blijft hij mij uitdagen om aan het licht te brengen wat verborgen is, en om dat licht volop en onbeschaamd te laten schijnen. ‘Discipelschap’ betekent volgens mij dan ook dat onrecht en misstanden niet langer met de mantel der liefde worden bedekt, politiek schoongepraat en onschadelijk gemaakt. Discipelschap maakt van mij een Occupyer, tegen wil en dank. Iemand die haar verstand een beetje verloren heeft … een ‘wereldvreemd ‘, ongeorganiseerd type, waarvan je liever wegkijkt richting dennenboom en versierde winkelruiten. Daar word ik vrolijk van. Een gelukkig Kerstfeest en tot ziens op het Beursplein! Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam.
DECEMBER 2011 - nr. 5 december
{INTERVIEW
10
Peter-Paul Verbeek wil de mens niet los van de techniek begrijpen
‘Ethiek moet naast de techniek lopen’ Met ‘De grens van de mens’ schreef de Twentse hoogleraar filosofie Peter-Paul Verbeek een toegankelijk boek over de wisselwerking tussen ethiek en technologie. Tegelijkertijd is het een kritiek op beide werelden. Ingenieurs denken onvoldoende na over de consequenties van hun werk, terwijl veel ethici niet verder komen dan bezwaren mopperen. De politiek speelt een ambigue rol. Techniekfilosofie zou de brug moeten slaan – vandaar een boek voor het grote publiek. Christian Jongeneel
Peter-Paul Verbeek (foto: Jordi Huisman). DECEMBER 2011 - nr. 5
In een fleurig hemd loopt prof.dr. Peter-Paul Verbeek door het doolhof van het Cubicus gebouw op de UTcampus. In voorkomende gevallen trekt hij daar een min of meer passend colbertje bij aan – het uniform van een generatie die zich aantoonbaar niet wil laten leiden door oude conventies. Een visitatiecommissie die enige tijd geleden de door hem geleide opleiding kwam beoordelen, bevestigde dat beeld. Ze oordeelde dat er weliswaar niets mis was, maar constateerde ook dat de Twentse benadering van de filosofie zich, tegen de traditie in, wel heel erg liet leiden door de praktijk in plaats van de theoretische beschouwing. De opleiding droeg als het ware onvoldoende stropdas. Verbeek, begeesterd: ‘Maar dat is toch juist het prachtige van de techniekfilosofie! Filosofen hebben de neiging om eerst een abstracte theorie op te stellen en die dan toe te passen op de werkelijkheid. In het geval van technologie dringt de werkelijkheid zich op aan de filosofie. Technologie stuurt het debat. Wij passen vaak geen bestaande filosofie toe op techniek, maar ontwikkelen nieuwe kaders omdat de oude kaders niet altijd voldoen voor nieuwe technologieën. Techniekfilosofie is per definitie pionierswerk, omdat je steeds voor nieuwe uitdagingen gesteld wordt.’ ‘De kritiek luidt dan vaak: de ethiek hobbelt achter de techniek aan. Als ethici zich zo opstellen, komen ze inderdaad terecht in de rol van Waldorf en Statler, de oude mannetjes uit de Muppets, die steeds achteraf mop-
peren dat het niet deugt. Ik vind dat de ethiek naast de techniek moet lopen, niet erachteraan. Ethici moeten medeontwerper zijn van technische systemen. Ja, dan maak je vuile handen, maar dat is nou juist het mooiste van mijn werk. Het is niet alleen interessant of een stuk technologie ethisch verantwoord is of niet. Het gaat erom helder te maken wat die technologie betekent in het leven van mensen en om op grond daarvan besluiten te kunnen nemen over de toepassing.’
Adam en Eva Op de omslag van Verbeeks boek ‘De grens van de mens’ staat een knipsel van Henri Matisse: Ikarus. De zoon van de architect Daedalus gebruikte kunstvleugels om met zijn vader hun ballingsoord Kreta te ontvluchten. Hij mocht niet te laag vliegen, want dan zouden de vleugels nat worden, en niet te hoog, want dan zou de was smelten. Ikarus vloog steeds hoger en stortte reddeloos in zee. Het beeld vangt Verbeeks visie als techniekfilosoof: ‘Nogmaals, de vraag is niet: gebruik je technologie wel of niet? De vraag is hoe je ermee omgaat. Er is geen manier om eruit te stappen.’ Hij haalt de filosoof Bruno Latour aan, die de grens tussen mens en object zag vervagen, en Bernard Stiegler, die de hang naar techniek als onderdeel van de menselijke natuur zag. Maar even makkelijk verwijst hij naar het bijbelboek Genesis. ‘In het begin leefden Adam en Eva in het paradijs’, legt Verbeek uit. ‘Maar dan eten ze van de boom der kennis en worden ze verdreven uit het paradijs. Ze hebben kleding nodig om zich te bedekken en werktuigen om het land te bewerken. De techniek komt het menselijke bestaan binnen met de zondeval.’ De associatie tussen techniek en het verlies van het paradijs is hardnekkig in de westerse cultuur. Een beroemd voorbeeld is Aldous Huxley’s roman ‘Brave New World’, waarin iedereen dankzij genetische en chemische manipulatie gelukkig is, maar de lezer krijgt voorgehouden dat dit niet het goede leven is. De sympathie ligt bij het enige personage dat zich verzet,
11
al belandt die daardoor in een zware depressie. De iconische status van de roman zegt iets over de angst van mensen voor technologie. Verbeek: ‘Daarachter zit het romantische beeld van de onbedorven mens die door de techniek beïnvloed wordt. Dat beeld haal ik in mijn boek onderuit. Het is simpelweg niet waar. De mens is niet los van de techniek te begrijpen. Daarom is een scenario als in Brave New World, waarin de techniek alles bepaalt, ook zo onwaarschijnlijk. De mens is voortdurend in interactie met de technologie om die een plek in zijn leven te geven.’ ‘Laat ik een simpel voorbeeld geven. De komst van de mobiele telefoon heeft ons leven veranderd. In het begin nam iedereen altijd op. Dat is voorbij, we denken nu veel makkelijker: ik bel straks wel even terug. We hebben het mobieltje in ons leven een plek gegeven waar we ons comfortabel mee voelen.’
den maken volstrekt normaal, maar deze man wordt door zijn omgeving niet meer herkend. Zelf ziet hij het probleem niet. Tot het implantaat om medische redenen uitgezet moet worden. Dan schaamt zich voor wat hij allemaal gedaan heeft. Hij kiest ervoor het apparaat weer aan te laten zetten, maar zich op te laten nemen in een inrichting, die hem van misdragingen weerhoudt. Deze man heeft een visie op wat filosofen ‘het goede leven’ noemen. Hij maakt niet zozeer een principiële keuze voor of tegen een technologie, maar kiest voor een invulling van de technologie die voor hem tot het meest menswaardige leven leidt. Op die manier wordt in het publieke debat helaas te weinig met techniek omgegaan, observeert Verbeek. ‘Neem de recente discussie over het
Parkinson
invriezen van eicellen’, zegt Verbeek. ‘Voorstanders praten heel instrumenteel over de risico’s: als vrouwen het willen, moet het toch kunnen. Tegenstanders zitten vooral in de christelijk conservatieve hoek, vanuit hun visie op de heiligheid van het leven. Daardoor is de discussie erg vernauwd tot een debat tussen liberalen en religieus conservatieven. En dat is jammer, want zo’n discussie moet je plaatsen in een context. Wat zijn de redenen waarom vrouwen dit willen? Valt aan die wensen ook op andere manieren tegemoet te komen?’
Als uitgangspunt van zijn onderzoek neemt Verbeek liefst technische ontwikkelingen die zich aan de Universiteit Twente afspelen, bijvoorbeeld op het gebied van neurotechnologie, tissue engineering of nanotechnologie. Empirisch gedreven filosofie heeft concrete ontwikkelingen nodig om haar tanden in te zetten. Verbeeks speciale belangstelling gaat daarbij uit naar technologieën die tot doel hebben de mens te verbeteren. Veel daarvan, zoals de bril en de hoofdpijntablet, zijn zo alledaags dat niemand er meer over nadenkt. Maar in ‘De grens van mens’ haalt Verbeek een voorbeeld van deze tijd aan. Het gaat over een man met zware symptomen van Parkinson. Om die de baas te worden krijgt hij een hersenimplantaat. Dat werkt goed. Er is echter een bijwerking: zijn gedrag verandert. Hij knoopt een relatie aan met een getrouwde vrouw, koopt dure auto’s en doet allerlei andere dingen die een mens onderneemt als zijn remmingen wegvallen. Het is geen maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag, want voor veel mannen is vreemd gaan en schul-
weliswaar rentmeester van de aarde, maar daarbij gaat het, zoals de term als zegt, om het ontvangen van rente. De solidariteit tussen mensen, die het christendom leert, wordt door de milieubeweging doorgetrokken naar de rest van de schepping.’ En zo kan het gebeuren dat de christelijk conservatieven, die als het om ingrepen in de mens gaat juist sceptisch tegenover technologie staan, vaak pleitbezorgers zijn van technologische ontwikkeling in de landbouw en veeteelt, waar vanuit de milieugroeperingen bezwaar tegen bestaat om redenen die ook een religieuze ondertoon hebben. Bijvoorbeeld de waardigheid van het dier wordt soms gepresenteerd op een manier die sterke overeenkomsten vertoont met de waardigheid die de mens lange tijd uitsluitend voor zichzelf reserveerde.
In de politiek is de vraag naar het goede leven weggestopt
Bioconservatieven Hij past er dan ook voor om te kiezen voor een van beide uitersten, de transhumanisten die vinden dat mensen vooral zelf moeten bepalen hoe ver ze willen gaan met het verbeteren van zichzelf, en de bioconservatieven die juist paal en perk willen stellen aan ingrepen in wat zich van nature aandient. Bovendien kunnen de rollen conservatief en liberaal zo maar wisselen als het onderwerp verandert. ‘Het christendom is een erg antropocentrisch geloof’, legt Verbeek uit. ‘Het gaat om de mens. Die is
‘In de politiek is de vraag naar het goede leven weggestopt’, gaat Verbeek verder. ‘Dat is met goede reden gebeurd, want de politiek heeft zich lange tijd juist te veel bemoeid met hoe mensen hun leven inrichtten. Nu wordt dat helemaal in de privé-sfeer geplaatst, maar dat is ook een uiterste. Bij iedere ethische discussie speelt het op de achtergrond mee.’ Verbeek ziet het als zijn onderzoekstaak manieren te ontwikkelen om die discussie vlot te trekken. ‘We moeten weer een taal vinden om het in de publieke ruimte over het goede leven te hebben. Het gaat in ethische discussies ook te weinig over de rol van de techniek. Mensen zien die intuïtief als instrumenteel, als iets dat buiten henzelf bestaat, terwijl ze er sterk mee vergroeid zijn. Dat besef zou kinderen eigenlijk al bijgebracht moeten worden.’ Techniekfilosofie op de basisschool, het gaat wat ver, weet hij. Voorlopig is het al mooi wanneer zijn ingenieurs in spe beseffen dat ethiek niet het tijdverdrijf van Waldorf en Statler is, maar een manier van denken die hen helpt de rol van hun ontwerpen in de maatschappij te begrijpen.
Dit artikel verscheen eerder in De Ingenieur.
DECEMBER 2011 - nr. 5
12
Sociale driegeleding in plaats van economische dwang
Rudolf Steiner: Occupy avant la lettre? Landen kunnen hun schulden aan banken niet meer afbetalen terwijl ze die banken vervolgens redden. Schulden van nationale overheden lopen op en zij bezuinigen ten koste van burgers. Onze consumptie kent een grens, CO2-uitstoot groeit, regenwouden worden kleiner en internationale bedrijven buiten arbeiders uit. Het gedachtegoed van de grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner (1861-1925) over ‘sociale driegeleding’ blijkt verrassend actueel, zo betoogt Alex de Brouwer. Alex de Brouwer
Het communisme werkte niet en nu zien we de haken en ogen van het liberalisme en kapitalisme. In een wereld waar geld macht geeft, is de democratie beperkt. Vandaar het protest vanuit de Occupybeweging: 99 procent van de wereldbevolking krijgt het moeilijker ten opzichte van de 1 procent die rijker wordt. Maar wat is het antwoord, als kapitalisme en communisme niet de sociale en duurzame democratie brengen die we wensen?
Broederschap
De auteur studeerde Ontwikkelingsvraagstukken en is auteur van het boek ‘Je Zelf als Universele Moeder’(Uitgeverij Tattwa). Reageren? E-mail:
[email protected].
Zelf ben ik geïnspireerd door Rudolf Steiner die na de Eerste Wereldoorlog de maatschappij heeft geanalyseerd. Hij kwam met een model van ‘sociale driegeleding’. Het model gaat uit van de kernwaarden van de Franse Revolutie die elk betrekking hebben op een deelterrein (geleding) van de samenleving. Broederschap wat betreft economie, milieu en biodiversiteit. Gelijkheid en democratie wat betreft politiek en recht. En vrijheid wat betreft cultuur, onderwijs en levensbeschouwing. De economie moet dienstbaar zijn aan mensen in plaats van hen te manipuleren. We moeten van een economie met een hoofdrol voor commercie, winstbejag, beurzen en banken, naar een wereldwijde economie van samen delen, milieubewust produceren en consumeren, ‘fair trade’ en plaatselijke initiatieven als Transition Towns. Vrijheid, gelijkheid en broederschap zijn zowel het motto van de Franse Revolutie als sleutelwoorden in de wereldreligies. Het Evangelie biedt handreikingen in het volgen van Christus om deze waarden in het persoonlijke leven te realiseren in Gods Koninkrijk waar liefde regeert door
DECEMBER 2011 - nr. 5
het delen van voedsel en goederen. Het is onmogelijk tegelijk de Mammon en God te dienen. Rudolf Steiner heeft laten zien hoe je de idealen van de wereldreligies en de Franse Revolutie naar een ideaal maatschappijmodel vertaalt. Daarbij hoort de cultuur hoofdzakelijk liberaal te zijn, met een anarchistische inslag. Het politieke leven sociaal en democratisch en de economie groen en sociaal met een liberaal-creatieve inslag. Daarbij zag Steiner, in zijn tijd al, dat de economie de andere levenssferen te nadrukkelijk bepaalt.
Big Brother Natuurlijk zijn cultuur, politiek en economie niet strikt te scheiden, maar ze dienen volgens Steiner wel redelijk autonoom te functioneren. De waarde
inferieur aan de belangen van de nationale economie en haar arbeidsmarkt. Denk aan onderzoeken die plaatsvinden in opdracht van het multinationale chemiebedrijf Monsanto dat zich onder meer toelegt op genetische modificatie van zaden. Het bedrijf wil de markt domineren en doet dat op een manier die ten koste gaat van kleine boeren en biodiversiteit. Volgens Steiner mag de economie ook niet het rechtsleven bepalen. Vandaag zien we dat veel transnationale bedrijven zich juist daar vestigen waar het met de (naleving van) arbeidsvoorwaarden en milieuwetgeving minder goed gesteld is. Dat leidt tot excessen als slavernij, kinderarbeid en milieurampen. De markt is nu eenmaal niet ethisch en niet gericht op gemeenschap en milieubehoud maar op winstmaximalisering.
De economie moet dienstbaar zijn aan mensen in plaats van hen te manipuleren die aan elke maatschappelijke geleding verbonden is, hoort speciaal bij die geleding. De paradox van vrijheid in de economie is dat zij niet tot werkelijke vrijheid leidt. Gelijkheid in de cultuur is wat veel socialistische regimes pretendeerden, maar dit leidde tot dwang en tot leerstellig onderwijs in plaats van het ontwikkelen van mensen tot onafhankelijke, kritische en sociale wezens. Big Brother bepaalde het denken en doen. Als je daarin niet paste was je verdacht. Steiner doorzag de werking van regimes en het marktkapitalisme en kwam met een concept dat nooit op brede schaal begrepen is. Zijn we nu door de financiële crisis wijzer aan het worden? Steiner wees er op dat de economie niet de cultuur moet beheersen. We zien dat door de markteconomie de vrije geestelijke spirituele cultuur vervangen is door een verslavende, afhankelijk makende, consumptiecultuur. Ook onderwijs en wetenschap zijn vaak niet vrij meer, maar worden sterk door de markt bepaald. Onderwijs is er eenzijdig op gericht hoe de mens zich moet inpassen in de markteconomie. Het ontwikkelen van levenskunst, autonomie, creativiteit, inzicht en liefde zijn in onderwijsbeleid
Steiner zag hoe economie de landbouw domineerde en ontwikkelde de biologisch-dynamische landbouw met meer oog voor mens, kosmos en milieu. Daarnaast wees hij er in zijn tijd al op dat het onnatuurlijk is als staten invoerrechten, handelsbarrières en landbouwsubsidies instellen, waardoor oneerlijke concurrentie ontstaat en een economie van zelfprotectie, in plaats van een economie die mondiale broederschap dichterbij brengt.
Speculaties Naast de overtuiging dat de economie niet teveel de andere sociale geledingen mag bepalen, is er de vraag hoe de economie zelf georganiseerd moet zijn. Vertrekpunt is het besef dat de economie voortkomt uit de natuur (voedsel en grondstoffen) en uit de mensen (arbeid en diensten). Dat is de reële economie. We betalen voor wat we wegnemen uit de natuur en we betalen voor de arbeid van de mens. Zo dragen we bij aan de basis die ten grondslag ligt aan onze mogelijkheden om te kunnen consumeren. Die gedachte staat haaks op de markteconomie waar we voor het consumeren
13
en recreëren geen compensatie zoeken voor mens en milieu, maar mens en milieu voor een maximaal voordeel uitbuiten. Vaak doen we dat niet bewust, maar door het mechanisme dat we onze benzine, meubels, kleding en voeding zo goedkoop mogelijk willen kopen. In onze persoonlijke economische huishouding is consumeren van biologische voeding, FSC-hout en fair trade-artikelen krom genoeg duurder, omdat we voor de schade aan milieu en mensen niet betalen. Bovendien worden prijzen van producten uit de gangbare landbouw kunstmatig laag gehouden door landbouwsubsidies en compensaties bij ontruimingen vanwege veeziektes veroorzaakt door de bio-industrie. De markteconomie is er op gericht in plaats van in gemeenschap met mens en natuur te leven, deze uit te buiten. Daarnaast zijn economische mechanismen in het leven geroepen die niet de reële economie vertegenwoordigen zoals speculaties, rente en valuta. Een voorbeeld van een loskoppeling van de werkelijke waarde van een product is dat groothandelaren grote partijen van een product opkopen. Dat wordt als het ware weggekocht van de reële markt, waardoor het product in prijs stijgt, puur op grond van speculaties. Voor meer boeren lijkt het dan lucratief om het product te verbouwen. Maar vervolgens blijkt dat de schaarste schijn was waardoor de prijs van het product aanzienlijk daalt, met honger en armoede bij boeren tot gevolg en een instabiele voedselmarkt.
Omwenteling Politici zullen de illusie van het bewaken van een nationale economie los moeten laten. Naties concurreren elkaar kapot ten koste van mens en milieu. De Occupybeweging komt tegen deze onrechtvaardigheid en dit economisch liberalisme in opstand. Alleen een mondiale betrokkenheid, die afstand doet van nationaal economische belangen, brengt ons dichter bij een leefbare planeet. Een planeet waarop biodiversiteit weer gewaardeerd wordt. We beseffen dan dat het paradijs niet iets is waaruit we door de zondeval verbannen zijn, maar dat het in de schoonheid van de natuur hier op aarde bestaat.
Alleen mondiale broederschap is het antwoord. De staat is er niet om een nationale economie te beheren. Economie dient wereldwijd te functioneren zonder subsidies en invoerrechten. De staat is er om het volk te vertegenwoordigen in haar rechten en plichten, inclusief minderheden en moet geen slaaf worden van schulden en de druk van bezuinigingen. Dit vraagt om een politieke en economische omwenteling. Willen we de planeet redden dan kunnen we niet anders. We zullen voedsel, goederen en diensten mondiaal moeten verdelen. Om meer betrokken te raken bij een product, de mens daarachter en het milieu pleit Steiner voor economische associaties, waarbij in de prijsbepaling van het product alle partijen betrokken zijn: de consument, de winkelier, de groothandel, de fabrikant, de fabrieksarbeider en de boer. Wanneer je de boer en de fabrieksarbeider leert kennen in zo’n associatie raak je als consument persoonlijk betrokken, ben je beter geïnformeerd. Oog krijgen voor mens en milieu liggen dan meer voor de hand.
het oude model van de nationale economie, soms uitvergroot tot de economie van de EU. Het is de hoogste tijd om de spirituele idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap, realiteit te maken. Dat leidt tot meer duurzaamheid, rechtvaardigheid en vrede. Elke weg die je gaat, begint met een eerste stap.
Albert Schweitzer (winnaar Nobelprijs voor de Vrede in 1952) over Rudolf Steiner: ‘Mijn ontmoeting met Rudolf Steiner bracht me ertoe me sindsdien met hem bezig te houden en me altijd bewust te blijven van zijn betekenis. We voelden beiden dezelfde verplichting om de mens weer tot echte innerlijke beschaving te brengen. Wat deze grote persoon en diepe mens in de wereld teweegbracht heb ik van harte toegejuicht.’
Niet meebuigen De Groenen onder Roel van Duijn waren reeds door de sociale driegeleding geïnspireerd en het wordt tijd dat ook andere partijen laten merken hierdoor geïnspireerd te zijn. Ze moeten niet meebuigen met een regering die vasthoudt aan
DECEMBER 2011 - nr. 5
{INTERVIEW
14
Herstelrecht kan samenleving enorm veel besparen
Praten helpt, opsluiten niet Herstelrecht is een aanvulling op het klassieke strafrecht. Waar het strafrecht vooral sancties oplegt, bevordert het herstelrecht genoegdoening en verzoening. De stichting Restorative Justice Nederland (RJN) wil dat burgers meer mogelijkheden krijgen om hun conflicten zelf op te lossen. Jan van Dam
De samenleving moet anders met wangedrag en normoverschrijding omgaan. Gewoonlijk reageert de samenleving via het strafrecht en isoleert zij de dader. Daardoor blijft de vraag hoe dader en slachtoffer later weer met elkaar moeten omgaan, onbeantwoord. Restorative Justice Nederland pleit voor een cultuur waarin herstel van leed en schade centraal staat. Gert Jan Slump is projectmanager van RJN en legt uit dat de stichting burgers ondersteunt bij het zoeken naar de oplossing van conflicten door compensatie en verzoening.
Twee grondvormen Gert Jan Slump ziet in het strafrecht een steeds sterkere nadruk op vergelding. Op een kantoortje, vierhoog in de Amsterdamse Leidsestraat, vertelt Slump dat Restorative Justice Nederland deze ontwikkeling wil keren. ‘Natuurlijk moet een dader bestraft worden, maar hij moet veel meer dan nu het geval is ook de verantwoordelijkheid nemen voor wat hij een ander en de samenleving heeft misdaan. Om ervoor te zorgen dat dit gebeurt, is een taak voor de professional. Maar ook het slachtoffer en de samenleving hebben een belangrijke rol. Alleen gezamenlijk kunnen slachtoffer, dader, professional en samenleving het herstelrecht inhoud geven. Er bestaan twee grondvormen van herstelrecht: bemiddeling en conferencing. De laatste is in Nederland bekend als eigenkracht-conferenties. Een derde, nog jonge, vorm, is de uit Brazilië overgewaaide restorative circle.
Bij bemiddeling helpt een neutrale bemiddelaar dader en slachtoffer bij het zoeken naar een oplossing van problemen die voortvloeien uit een misdrijf. Bij ‘conferencing’ (eigenkracht-conferenties) worden dader, slachtoffer en hun omgeving (buren, familie of vrienden) bij elkaar gebracht. Zij wisselen gedachten en gevoelens uit over het gebeurde met een tweeledig doel. Om de beelden die dader en slachtoffer van elkaar hebben, te veranderen. En om ervoor te zorgen dat de dader zijn verontschuldigingen aanbiedt en afspraken maakt met het slachtoffer om de ‘schade’ ten gevolge van zijn misdraging te herstellen. De directe omgeving van dader en slachtoffer - familie, vrienden en buurtgenotenneemt deel aan de groepsgesprekken omdat zij eveneens met de gevolgen van een misdrijf geconfronteerd wordt. Ook de methode van de ‘restorative circle’, ontwikkeld in de Braziliaanse sloppenwijken, brengt de opponenten bij elkaar, zelfs als hun conflict wordt gekenmerkt door misdaad en geweld. Daders, slachtoffer en de mensen om beiden heen ontmoeten elkaar in een kring met als doel de balans tussen partijen te herstellen.
Achter slot en grendel
Gert Jan Slump DECEMBER 2011 - nr. 5
Slump: ‘Herstelrecht is geen nieuwigheid. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw was er grote belangstelling voor, voornamelijk om conflicten buiten het strafrecht te houden dan wel binnen het strafrecht (deels) anders af te doen. Dat kan in specifieke gevallen een oplossing zijn, maar wij beschouwen het strafrecht als het ultimum remedium bij het corrigeren van crimineel gedrag. Daaraan willen wij niet tornen, wel pleiten wij voor een correctie vanuit verschillende perspectieven.’ Het streven van RJN lijkt haaks te staan op het beleid van de huidige regering dat een stevige aanpak van de dader voorstaat. Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven zegt op de website www.rijksoverheid. nl: ‘Een consequente, stevige aanpak - dáár gaan we deze kabinetsperiode voor. Ik wil dat daders duidelijk weten en voelen dat de burger de criminaliteit en overlast zat is en dit soort ge-
15
drag niet accepteert. Slachtoffers van criminaliteit worden beschermd en de daders achter slot en grendel.’ Het beleid van Teeven maakt het strafrecht harder en instrumenteler, onder andere door het formuleren van minimumeisen voor delicten en door de rechter de vrijheid te geven hogere straffen te eisen dan de huidige maxima. Ook de verlofregeling gaat, als het aan Teeven ligt, op de schop. De dader zal voortaan weten en voelen dat hij iets misdaan heeft. De cruciale vraag is of het beleid dat de staatssecretaris voert, kan bijdragen aan de terugdringing van wangedrag en normoverschrijding. Is er geen betere en goedkopere oplossing voorhanden? Een oplossing waarmee zowel dader als slachtoffer en samenleving gebaat zijn? Slump: ‘Ik juich de belangstelling voor het slachtoffer in het huidige beleid toe, maar ik heb sterke twijfels over het keihard aanpakken van de dader. Het is genoegzaam bekend dat je geen sociaal gewenst gedrag kunt afdwingen door iemand jarenlang op te sluiten. Bovendien wil een slachtoffer meer dan vergelding. Zo kan een slachtoffer behoefte hebben aan genoegdoening. Hij wil weten waarom de dader juist hem als slachtoffer heeft uitgekozen of dat het toeval was. Ook wil hij de dader vertellen wat deze hem heeft aangedaan. Hij wil dat de dader zich bewust wordt van zijn daad en de verantwoordelijkheid daarvoor op zich neemt.’
Onderdeel strafrecht Herstelrecht is een visie op conflict waarbij gezocht wordt naar een oplossing die tegemoet komt aan de behoeften van slachtoffer, dader en samenleving. Slump: ‘Om in die behoeften te kunnen voorzien wil Restorative Justice Nederland dat het herstelrecht een integraal deel wordt van het strafrecht, we geloven niet in een aparte voorziening. Voor een goed functionerend herstelrecht moet aan twee voorwaarden worden voldaan: het sociale netwerk rond dader en slachtoffer dient te worden ingeschakeld bij het oplossen en voorkomen van misdrijven en de overheid moet waar dat mogelijk is op afstand blijven,
als mensen hun onderlinge conflicten zelf willen en kunnen oplossen. Zijn de openbare orde en de veiligheid in het geding, dan heeft de overheid natuurlijk het recht en de plicht om in te grijpen.’ In het tweehonderd jaar oude strafrecht is de overheidsbemoeienis in de loop der tijd steeds dominanter geworden. Mede daarom is de vraag relevant of de overheid een stapje terug kán doen zodat partijen meer gelegenheid hebben om zelf hun problemen op te lossen. ‘Op veel rechtsgebieden is een terughoudende overheid heel gewoon; in het handelsrecht en het bestuursrecht nodigt de rechter partijen geregeld uit om hun conflict onderling te regelen. Alleen als partijen er zelf niet uit komen, kunnen zij zich alsnog bij hem vervoegen. Een ander voorbeeld is Rijdende Rech-
baan te geven.’ En wat te denken van de wantrouwende burger? Hoe overtuig je die ervan dat de dader van een misdrijf er straks met een gemompeld, niet-gemeend excuus vanaf komt. Slump doet een poging: ‘Herstelrecht is absoluut niet vrijblijvend. Een dader moet de gemaakte afspraken voor de volle 100 procent nakomen. Bovendien voorziet de overheid in een vangnet voor het geval dat mensen afspraken aan hun laars lappen. Dan wacht hen alsnog de gevangenis. Ik denk overigens niet dat daders zich en masse aan hun verplichtingen zullen onttrekken. Je mag niet onderschatten hoe ongelooflijk moeilijk het voor daders is om hun slachtoffer in de ogen te moeten kijken en de impact die dat heeft. Ik sprak onlangs een dader die zich tegenover zijn slachtoffer had
Ik juich de belangstelling voor het slachtoffer toe, maar ik heb sterke twijfels over het keihard aanpakken van de dader ter, in dit NCRV-televisieprogramma beslecht mr. Frank Visser burenruzies, familievetes en andere conflicten. Alvorens een uitspraak te doen, vraagt Visser de opponenten (nogmaals) om de zaak zelf op te lossen. Het is bijna een standaard zin: ‘hebben jullie er wel eens over nagedacht om er zelf uit te komen?’ ‘ De regering Rutte zegt zich sterk te maken voor een terugtredende overheid; ze wil meer aan de burgers en de markt overlaten. Dat lijkt dus een mooie kans om het gebruik van het herstelrecht te stimuleren. ‘De huidige situatie biedt zeker kansen. Maar tegelijkertijd moeten we er rekening mee houden dat het kabinet Rutte vooral wil bezuinigingen en veel minder geïnteresseerd is in vernieuwing van het Nederlands rechtssysteem. Bovendien wil deze regering zich profileren door tough on crime te zijn. De toekomst zal uitwijzen hoe die houding zich verhoudt tot ons pleidooi om een groter beroep op herstelrecht mogelijk te maken. Het zal, eufemistisch uitgedrukt, waarschijnlijk wel enige moeite kosten om bewindslieden als staatssecretaris Teeven ervan te overtuigen om het herstelrecht ruim
moeten verantwoorden. Hij vertelde me dat de confrontatie hem emotioneel bijzonder zwaar was gevallen. Het was voor hem een kantelpunt, na de ontmoeting met zijn slachtoffer heeft hij besloten om voortaan op het rechte pad te blijven. Als dat vaker gebeurt, wat ik verwacht, dan kan het herstelrecht de samenleving enorm veel geld en conflicten besparen.’
Groeiende beweging Stichting Restorative Justice is officieel opgericht op 3 december 2010. Ze is de opvolger van het Forum voor Herstelrecht. De inspiratiebron voor de stichting ligt in Engeland. In dat land heeft het ministerie van Justitie Restorative Justice omarmd en is het ingepast in het concept Big Society. Dat laatste staat voor grote verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de burger. Naast de beweging die herstelrecht tot integraal onderdeel van het strafrecht wil maken, bestaat er in Nederland ook een netwerkorganisatie die de samenwerking tussen burgerinitiatieven en de overheid wil bevorderen (Stad in Beweging), een beweging tegen de bureaucratie (Wikistad) en jongerenbemiddeling (stichting Beter Buren).
DECEMBER 2011 - nr. 5
1
16
4
5
6
9
DECEMBER 2011 - nr. 5
10
3
2
17
Bas Roufs
Occupy beheerst de straat en het debat
7
8
De Occupy-protesten beheersen de straat en het debat in Londen, New York, Brussel, Genève, Amsterdam en vele tientallen steden wereldwijd. De beweging is sterk in het helder benoemen van problemen en weet daarbij een gevoelige snaar te raken. Neoliberale markteconomie dogma’s van de afgelopen dertig jaar legt zij onder het fileermes. De gemeenschapszin die ik aantrof bij de tentenkampen in Utrecht en Amsterdam, is groot. Niet voor niks krijgt de Occupybeweging steun vanuit verschillende kerken, waaronder de katholieke (zie ook de bijdrage van Hendro Munsterman elders in dit blad). Maar als het gaat om de vraag hoe we de verschillende crises moeten aanpakken, zijn de antwoorden bij diffuus en uiteenlopend.
Occupyprotesten in Amsterdam Foto’s Bas Roufs,15 oktober 2011, met toestemming van de mensen die herkenbaar in beeld zijn. 1. Nog steeds houd ik voor niks van jou. 2. Occupy op zijn Amsterdams. 3. Denk vóór jezelf, niet om jezelf. 4. Relativerende, gemoedelijke leuze. 8. Steltenloper. 9. Het Beursplein bezet. 10. Een rake analyse op een vuilnisbak bij het Beursplein. 11. Met de clownsmasker die in de hele Occupy beweging school heeft gemaakt. 12. Relativerende Loesje-poster. 11
12
Occupy elders in de wereld Foto’s van de hieronder genoemde personen, via Flickr.com – Creative Commons. 5. New York, Liberty Square, 10 oktober 2011, door ‘Acorn’. 6. Parijs, 15 oktober 2011. Met de voor Occupy kenmerkende clownsmasker. Door ‘Stanjourdan’. 7. Antwerpen, 22 oktober 2011. Gij zult niet stelen. Door Anja Hermans.
DECEMBER 2011 - nr. 5
18
Pauselijke Raad oogst flinke kritiek uit rechtse hoek
Vaticaan als bondgenoot van GroenLinks Eind oktober – vlak voor de G20-top in Nice – publiceerde de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede in het Vaticaan een 41 pagina’s tellend document waarin het pleit voor een grondige hervorming van de internationale financiële en monetaire systemen. Een zo grondige hervorming, dat de kritiek van binnen en buiten de rooms-katholieke Kerk niet lang uitbleef. De internationale pers interpreteerde het document als steun aan de Occupybeweging en TIME Magazine vroeg zich af waar ‘dat stelletje radicalen de volgende keer mee gaat aankomen’. Een analyse.
Hendro Munsterman
‘Een nogal klein bureautje binnen de Romeinse Curie’ noemde de conservatieve Amerikaanse katholiek George Weigel denigrerend de Pauselijke Raad voor Gerechtigheid en Vrede, daarmee proberend de volgens hem te linkse geest van het recentste document zoveel mogelijk weer in de fles te krijgen. Dit ‘kleine bureautje’ betreft een internationaal team van zeventien kardinalen en bisschoppen, bijgestaan door een dozijn katholieke ex-politici, economen en andere denkers en doeners. De leiding is in handen van de charismatische 63-jarige Ghanese kardinaal Peter Turkson, een drukke man
Kardinaal Peter Turkson. DECEMBER 2011 - nr. 5
die in dezelfde week dat het document gepubliceerd werd ook de leiding had van de derde interreligieuze ontmoeting van religieuze leiders in Assisi. Aan de (extreem)rechtse flank van de katholieke Kerk werden beide gebeurtenissen met argusogen bekeken. Op het lijstje van leden van de Pauselijke Raad staan opvallende namen: naast de CDA-er en voormalig Nederlands minister van Financiën Onno Ruding, onder meer de Italiaan Andrea Riccardi (hoogleraar geschiedenis, stichter van de Sant Egidio gemeenschap en sinds kort minister in de regering van Mario Monti) en de Fransman Michel Camdessus (voormalig directeur van het IMF). Onder de bisschoppen valt vooral de aarstbisschop van München op, kardinaal Marx (!), die in 2008 een boek met de titel Das Kapital publiceerde dat hij opende met een open brief aan zijn beroemde naamgenoot.
Sociale leer van de Kerk De pakkende zin op de voorkant van het boek van Marx (‘Een kapitalisme zonder menselijkheid, solidariteit en gerechtigheid heeft geen moraal en ook geen toekomst’) had in het recente document niet misstaan, maar volgens insiders was de Italiaan Leonardo Becchetti de inspirator en belangrijkste schrijver van het document. Becchetti is professor in de economie aan de Tor Vergata Universiteit te Rome en specialist op het gebied van microkrediet en fairtrade. ‘Voor een hervorming van het internationale financiële en monetaire systeem in het perspectief van een publieke autoriteit met universele competentie,’ zo luidt – letterlijk vertaald – de titel van het document. Uit het voorwoord blijkt duidelijk het doel van de Raad: vanuit de traditie van de katholieke sociale leer een kritisch licht werpen op de huidige financiële en monetaire situatie. Deze ‘Sociale leer van de Kerk’ vindt zijn oorsprong in de encycliek Rerum Novarum uit 1891 van paus Leo XIII en kent als meest recente leerambtelijke hoogtepunten de encyclieken Populorum Progressio (Paulus VI, 1967) en Caritas in Veritate (Benedictus XVI). Zij is gebaseerd op
vier beginselen: de waardigheid van de menselijke persoon, het ‘bonum commune’ (engels: ‘common good’), het subsidiariteitsbeginsel en het solidariteitsbeginsel.
Ziektebeeld Vanuit deze beginselen komt de Raad tot een beschrijving van het ziektebeeld, een analyse van de oorzaken en een aantal voorstellen ter genezing. Centraal in het ziektebeeld staat voor de Raad de ongelijke verdeling van de welvaart. Ze stelt in het eerste hoofdstuk vast dat vandaag nog meer dan een miljard mensen overleven met een gemiddeld inkomen van minder dan een dollar per dag. Als eerste oorzaak noemt de Raad het economische liberalisme en kapitalisme. Het haalt het profetische woord van Paulus VI uit 1967 aan, volgens wie een liberale ideaal van economische ontwikkeling een gevaar is voor de economische gerechtigheid en de wereldvrede, en stelt vast dat er een groot gevaar bestaat dat het economische systeem ‘ondergeschikt wordt gemaakt aan de belangen van de landen die een economische en financiele voorsprong hebben’. Als tweede oorzaak wordt daaraan toegevoegd het utilatiristische denken, waarmee de Raad doelt op de overtuiging dat ‘wat dienstig of nuttig is voor het individu, automatisch naar dienst/ nut voor de gemeenschap leidt’. Het automatisme van deze overtuiging wordt door de raad in twijfel getrokken, en men wijst dan ook op de uitspraak van Benedictus XVI dat de wortels van de crisis niet slechts economisch en financieel zijn, maar vooral van ethische aard zijn. Reeds in 1991 waarschuwde Johannes Paulus II tegen ‘de afgoderij van de vrije markt’ en de Raad roept in zijn voetspoor op tot de voorrang van het zijn op het hebben, en van ethiek op economie. Dit alles moet leiden tot een ethiek van solidariteit.
Autoriteit Het belangrijkste voorstel van de Raad – en tegelijkertijd het meest bekritiseerde – betreft het komen tot een
19
internationale financiële autoriteit met grote bevoegdheden. Reeds Johannes XXIII had in zijn encycliek Pacem in Terris uit 1963 reeds de hoop op een ‘echte universele politieke autoriteit’ geuit. Het doel van zo’n politieke autoriteit op wereldniveau moest volgens hem vooral het bonum commune zijn, dat hij elders omschreef als ‘het complex van maatschappelijke factoren, die de mensen in staat stellen hun persoonlijke vervolmaking vollediger en gemakkelijker te verwezenlijken’. De Raad stelt vast dat nu ‘aan alle voorwaarden voldaan is om voorgoed voorbij een ‘Westfaalse internationale order’ te komen, waarin staten de noodzaak tot samenwerking wel zien, maar de kansen niet aangrijpen om hun respectievelijke soevereiniteiten te integreren voor het welzijn (bonum commune) van de volkeren’. Deze oproep kan verrassend in de oren klinken, omdat de katholieke sociale leer over het algemeen wantrouwend staat ten opzichte van een sterke staat. Maar bij zo’n globale politieke autoriteit moet volgens de ‘Sociale leer van de Kerk’ het subsidiariteitsbeginsel centraal staan : hogere autoriteiten kunnen en mogen slechts ter hulp schieten wanneer individuele, sociale of financiële instanties ernstig tekort schieten. Deze globale autoriteit moet volgens de Raad echter niet slechts politiek zijn, maar ook financieel. De Raad heeft geen revolutie voor ogen, maar stelt een aantal stappen voor die langzaam maar zeker tot zo’n globale autoriteit kunnen voeren en voegt daaraan toe dat ‘in dit proces moet de voorrang van het geestelijke en van de ethiek hersteld worden, en daarmee de voorrang van de politiek
– die verantwoordelijk is voor het bonum commune – op de economie en de financiën. Economie en financiën moeten worden teruggebracht tot hun eigenlijke roeping en functie, inclusief hun sociale functie’. Deze ethische benadering leidt de Raad ertoe om met drie concrete adviezen af te sluiten: a) de invoering
huidige kapitalistische systeem : zij kunnen in de toch gematigde voorstellen van de Raad niets anders dan een links complot zien. Voor alles is dit document wat mij betreft een uitnodiging aan politiek en burger, om eens in het sociale denken van de katholieke Kerk te duiken. Niemand hoeft katholiek te zijn, alle
Vaticaanse tuinen (foto Marcel Germain, flickr.com creative commons)
Reeds in 1991 waarschuwde Johannes Paulus II tegen ‘de afgoderij van de vrije markt’ van een belasting op financiële transacties, ook wel de Tobin tax of Robin Hood tax genoemd, b) de rekapitalisatie van banken met publieke gelden om zo de ‘echte economie’ te stimuleren en c) een scherpere onderscheiding tussen normale bankzaken en het risicovollere en meer grenzeloze Investment Banking.
doctrines en gebruiken van die Kerk aan te hangen of goed te keuren, sympathie voor de paus, bisschoppen of andere ambtsdragers te hebben, om in deze rijke sociale traditie verrassende parels te kunnen ontdekken die voor het samenleven van vandaag of morgen van wezenlijk toekomstbelang zullen zijn. Zo kan het Vaticaan ook een bondgenoot zijn van GroenLinks.
Links complot Verschillende vormen van kritiek zijn sinds de publicatie van de nota over de Raad uitgestort. Binnen het Vaticaan waren er kritische stemmen te horen omdat het voor velen (volgens sommigen ook voor de paus zelf!) als een donderslag bij heldere hemel kwam. Anderen hebben het document simpelweg niet of slecht gelezen en doen het voorkomen alsof het Vaticaan een homogene wereldrepubliek (of erger: een werelddictatuur) voorstelt, daarmee negerend dat het juist een ‘polyarchische’ samenleving voor ogen heeft met een veelheid aan organisaties en culturele perspectieven. Tenslotte zijn er vanzelfsprekend de aanhangers van de vrije markt en het
Hendro Munsterman doceert systematische theologie in Lyon en Grenoble.
DECEMBER 2011 - nr. 5
{INTERVIEW
20
Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn: ‘Wij willen debat, we eisen niks!’
Gelijke monniken, gelijke klappen ‘Geloven is ook maar een mening’ (de Volkskrant, 7 maart 2011), ‘de gelovige geniet teveel privileges’ (de Volkskrant, 20 juli 2011), de oneliners in artikelen van het duo Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn liegen er niet om. Maar ‘verlichtingsfundamentalisten’, zoals ze soms genoemd worden, dat zijn ze niet: ‘Wij willen de debat, wij eisen niks!’ Wat drijft de heren om het debat over religie zo aan te zwengelen? Willem de Gelder
‘Wat er zo fascinerend is aan religie? Dat het twee gezichten heeft: aan de ene kant is er het lieve en vredige gezicht van religie, aan de andere kant is er iets boosaardigs. Het is een soort Januskop’, zegt Thijs Kleinpaste (22), D66-raadslid in Amsterdam Centrum. Marcel Duyvestijn (41), publicist, columnist en ‘liefdevol lid’ van de PvdA, knikt.
DECEMBER 2011 - nr. 5
‘Aan de ene kant is er pracht en praal, maar aan de andere kant kan het ook heel verstikkend zijn.’ Zelf zijn de heren niet gelovig, maar ze noemen zichzelf ook geen atheïsten. Humanisten, misschien, al houden ze beiden niet zo van labeltjes. Maar waar is de fascinatie voor religie, en de neiging om haar invloed te willen inperken vandaan gekomen? Beide heren stellen in ieder geval niet gefrustreerd te zijn. ‘Ik ben wel eens verliefd geweest op een moslima, maar dat werd niets omdat het niet mocht van Allah’, zegt Duyvestijn, ‘maar daar heb ik geen trauma aan over gehouden, hoor.’ Ook Kleinpaste zegt niet gekneveld te zijn geweest. ‘Ik kom uit Apeldoorn, het randje van de Bible Belt, waar de SGP 2 zetels heeft en de ChristenUnie 3, maar dat is verder niet bepaald traumatisch’. Maar wat triggert ze dan wel? Uit het gesprek blijkt dat de heren vooral voor rechtvaardigheid strijden. ‘Het is gewoonweg niet eerlijk’, zegt Kleinpaste. ‘dat je, als je je kind naar een religieu-
ze school wilt sturen die 20 kilometer weg is, geld krijgt van de overheid, maar als je ditzelfde wilt doen omdat het een goede school is, dan mag het niet.’ Duyvestijn is het hiermee eens: ‘Geloven is ook maar een mening, laten we er niet meer van maken dan het is’.
Mening of DNA Toen begin dit jaar een artikel in de Volkskrant verscheen waarvan de strekking ‘Geloven is ook maar een mening’ was, deed dit veel stof opwaaien. Vanuit verschillende kanten klonk commentaar. Niet alleen het Reformatorisch Dagblad en de SGP-Jongeren waren negatief, ook progressieven klommen in de pen. ‘Ach, het is natuurlijk ook een beetje provocatief gesteld’, zeg Duyvestijn, ‘maar denk eens rustig na: als geloven geen mening is, dan zeg je dus dat het is aangeboren, dat het in je DNA zit ingebakken, dat is niet zo, toch?’ Natuurlijk snappen de heren wel dat religie voor mensen persoonlijk meer is dan een mening, ‘tuurlijk weten we dat geloven meer waard is dan of je voor Ajax of Feyenoord bent’. Daar heeft de overheid echter niets mee te maken. ‘De overheid moet religie niet anders behandelen dan bijvoorbeeld de sociaaldemocratie. Als het door mensen is bedacht en opgeschreven is het een overtuing. Die moet je gelijk behandelen.’ Om erachter te komen wat de intenties van gelovigen zelf zijn, hebben Kleinpaste en Duyvestijn afgelopen zomer gesprekken gevoerd met religieuze mensen, ‘van christenen tot Ahmed Marcouch’. Dit was interessant en leerzaam. Duyvestijn: ‘Wat mij opvalt is dat heel veel mensen heel bewust met hun religie bezig zijn. Hugo Scherff (lijsttrekker ChristenUnie Amsterdam, red.) noemde de discussie rondom religie voor een gedeelte hersengymnastiek. Dat is interessant.’ Naast christenen bezochten de heren ook moslims. Ze bemerkten grote verschillen. ‘Algemeen gesteld zie je dat christenen meer intellectueel met hun religie omgaan, doordenkers, maar bij moslims is het nog vaker ‘het staat in de Koran, dus is het zo’.’ Dit komt vol-
{COLUMN
21
HENKS PARADIJS Jan van Dam gens de heren door dat de Islam (nog) niet door een Reformatie of een Verlichting heen is gegaan. Wel geloven ze dat er iets kan gebeuren. Initiatieven als de Final Fatwa van Tofik Dibi, die opriep tot zelf nadenken, zagen de heren als iets positiefs. ‘Mensen als Ayaan Hirshi Ali, Ahmed Marcouch of Tofik Dibi zijn heel belangrijk’, vindt Kleinpaste. ‘Denk zelf’ is een boodschap die Thijs Kleinpaste en Marcel Duyvestijn graag aan de (religieuze) mens wil meegeven: ‘God moet niet de baas zijn, maar een adviseur. De mens maakt zelf de keuze. ‘Zeker als het gaat om de rechten van andere mensen, vinden de heren dat God weinig te zeggen mag hebben. Kleinpaste vertelt over een kerkdienst die hij eens bezocht:
is de vraag: neurologen vegen de vloer aan met het argument dat dieren pijn hebben’. Het leuke aan deze discussie is echter dat het mensen aan het nadenken kan zetten. Duyvestijn: ‘als in de Koran staat dat God vindt dat je zo moet slachten, kun je ook nadenken waaróm hij dat zo zou willen. Deze uitdaging om na te denken is erg goed.’ Een uitzondering op de wet voor religieuzen vinden de heren echter niet eerlijk: ‘Ook hier geldt: gelijke monniken, gelijke klappen.’ Tussen de aansporingen om zelf na te denken, vinden de heren zichzelf geen ‘verlichtingsfundamentalisten’. Marcel Duyvestijn wordt er zelfs een beetje boos van: ‘Ik ben dat niet! Ik ben open minded, ik sta altijd open voor dialoog. Dat is anders dan een fundamentalist.
Kleinpaste en Duyvestijn: ‘Christenen gaan in het algemeen meer intellectueel met hun religie om dan moslims’ ‘De dominee preekte een uur over dat je met je tong iemand kunt laten branden. Het was puur een pleidooi tegen de vrijheid van meningsuiting, en voor je mond houden. Dat vond ik vrij ernstig.’ Ook op de houding van religieuzen op het hete hangijzer homoseksualiteit hebben de heren veel commentaar: ‘Zelfs veel liberale moslims zeggen dat homoseksualiteit een zonde is, en veel christenen ook. Maar sommige mensen zíjn nu eenmaal homo. Moeten ze daarom worden buitengesloten?’ Dit buitensluiten is een ‘manifestatie van het kwaadaardige gezicht van religie’, vindt Kleinpaste, ‘de andere kant van de mooie saamhorigheid die religie kan brengen.’
Beetje boos De laatste tijd staat religie weer hoog op de agenda, met name door de discussie over het onverdoofd slachten. Een heel moeilijk, maar interessant onderwerp: ‘Ik gun het die mensen om aan hun eigen religie vorm te geven’, vindt Duyvestijn. ‘Maar het dier mag geen onnodig pijn leiden’ vindt Kleinpaste, ‘of dat echter in dit geval zo is,
Wij willen debat, we eisen niks!’ Wat de heren nog willen doen, daar zijn ze nog niet helemaal over uit. Duyvestijn: ‘Misschien willen we een boek schrijven over onze zoektocht naar God, maar over religie zijn natuurlijk al duizenden boeken geschreven.’
Damhert, edelhert, (wilde) eend, fazant, gans, grauwe gans, haas, houtduif, konijn, kauw, kolgans, (zwarte) kraai, ree, en wild zwijn: ze verschillen sterk maar hebben een ding gemeen. Ze hebben allemaal de doodstraf tegen zich horen uitspreken. De officier van justitie ter zake fungeerde tevens als rechter en beul. Zijn naam: staatssecretaris Henk Bleker, een homo omnipotens van het OostGroningse platteland. Want behalve dat hij geheel alleen beslist over leven en dood in de Nederlandse flora en fauna is hij tevens parttime ponyfokker. En is Henk lid van een partij die het rentmeesterschap hoog in het vaandel voert. Voor degenen die geen partijgenoot zijn van Henk; onder rentmeesterschap verstaat zijn partij dat de aarde van God te leen hebben en dat we haar goed moeten achterlaten voor de volgende generaties. Henk heeft een bijzondere opvatting over hoe je de aarde goed achterlaat. In zijn eerste week als bewindsman verbood hij de provincies verder grond te kopen voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De ophef over het besluit van de rentmeester was enorm. Critici zetten hem neer als een natuurbarbaar want hiermede zou Henk het voortbestaan van vele soorten dieren en planten op het spel zetten. Henk was tot op zijn bot geraakt door deze kwalificatie. Hij, de natuurpaus, was verkeerd begrepen. De EHS wordt straks wellicht een stukje kleiner -Henk spreekt liever van compacter- maar hij komt wel af. En daardoor is bijvoorbeeld het voortbestaan van de grutto, das en boomkikker gewaarborgd, zei hij. Henk kan het weten want hij is een natuurbeheerder par excellence. Voor het verwaarloosbare bedrag van 175 duizend euro gemeenschapsgeld heeft hij immers zijn weide in Vlagtwedde in alle stilte omgetoverd tot een waar paradijs. Als werk het toestaat, reist Henk af naar Oost-Groningen en loopt hij door zijn particuliere arcadia. En dan kan hij intens genieten. Hangt daar zo maar een valkje biddend in de lucht, precies boven zijn terrein. En weet je wat daar nu zo mooi aan is, dat roofvogeltje heeft het rijk helemaal voor zich. In de verste verte zijn er geen concurrenten te bespeuren. Daar zorgen de door Henk ingehuurde jagers wel voor. Met geweren, honden, gefokte slechtvalken, haviken, eendenkooien, lokeenden of -duiven, fretten en buidels roeien zij al wat vliegt, kruipt, of loopt uit. Niet allemaal hoor, het valkje waar Henk zo lyrisch van kan worden en de muizen die het graag eet, laten ze in leven. En Henks pony’s niet te vergeten. Wat een natuur!
DECEMBER 2011 - nr. 5
22
Maak van eigen vrijzinnigheid geen superieure norm
De nieuwe onverdraagzaamheid bij links De wetsvoorstellen met betrekking tot ritueel slachten en ‘gedoogambtenaren’ leggen een proces bloot dat bij links al veel langer gaande is: men weet zich geen raad meer met religie. De kameraadschap tussen links en het oecumenische christendom is vergeten, orthodoxie en fundamentalisme worden met elkaar verward, met als gevolg dat Groenlinks uiterst vatbaar is voor populistische beelden van islam en religie. Sterker nog, de negatieve populistische beelden van moslims en gelovigen, dienen bij Groenlinks om de superioriteit van de eigen vrijzinnigheid te onderstrepen. Erica Meijers
In het zojuist verschenen boek Van Harem tot Fitna van Theo Salemink en Marcel Poorthuis wordt een overzicht gegeven van 150 jaar beeldvorming over moslims in Nederland. Hierbij wordt duidelijk dat oude beelden, zoals die van de kruistochten en
stelt discriminatie op de arbeidsmarkt aan de kaak en verdedigt doorgaans ook de vrijheid van onderwijs, al ligt dat wat moeilijker in sommige delen van de partij. Als het gaat om spanning tussen grondrechten, zoals tussen de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling van bijvoorbeeld homo’s en lesbiënnes, wordt doorgaans een pragmatische oplossing gezocht. De laatste tijd wordt echter een tendens zichtbaar van minder tolerantie tegenover die godsdienstvrijheid, zoals afgelopen week bleek toen GroenLinks een motie indiende om een einde te maken aan het de huidige beleid van tolerantie tegenover ambtenaren die vanwege gewetensbezwaren weigeren homostellen te trouwen, en eerder dit jaar toen de Tweede Kamerfractie
Door eigen vrijzinnige identiteit als superieure norm te stellen tegenover een conservatieve religie, wordt zij zelf autoritair de opmars van de Turken tot voor de poorten van Wenen steeds weer worden gerecycled. Daarbij gaat men ervan uit dat de islam, net als alle religies en culturen, over een eeuwige en onveranderlijke kern beschikt. Op dit moment zien we dat het populisme teruggrijpt op het oude vertrouwde koloniale jargon van de moslim als achterlijk, irrationeel en gewelddadig. Het is geen toeval dat de beelden uit een tijd dat ‘wij’ nog heersten over de wereld, terugkomen op een moment dat men de eigen nationale identiteit bedreigd ziet. Hierbij past het dan ook goed om linkse en progressieve partijen als fellow travellers van de islam, af te beelden, zoals Wilders heeft gedaan. Vanuit deze hoek kwam immers in de twintigste eeuw de kritiek op het koloniale wereldbeeld.
Barbaren Vanuit rechtstatelijk perspectief maakt links deze eretitel nog wel waar. Femke Halsema en Jolande Sap hebben beide steeds benadrukt dat GroenLinks de vrijheid van godsdienst verdedigt. De partij komt op voor de emancipatie van minderheden en migranten, ze DECEMBER 2011 - nr. 5
van GroenLinks een amendement indiende bij het verbod op onverdoofd ritueel slachten en vervolgens voor dit verbod stemde. In het debat rondom dit wetsvoorstel werden moslims en joden vanwege hun slachtmethoden als barbaren afgeschilderd. Hier wordt de rechtstatelijke erkenning van de godsdienstvrijheid doorsneden door een hardnekkig beeld van religie als reactionair en antimodern. Begrippen als orthodoxie, traditionele godsdienst, openbaringsgodsdienst en fundamentalisme worden door elkaar gebruikt. Voor een groeiend aantal mensen, links en rechts, erudiet of laagopgeleid, is het allemaal één pot nat. De gelovige krijgt een aantal kenmerken toebedeeld die dicht in de buurt komen van het beeld van de klassieke barbaar, de tegenspeler van de moderne mens: de gelovige is primitief en irrationeel, staat op gespannen voet met moderniteit, of precieser geformuleerd, met de democratie, en is in zijn extreme vorm van fundamentalistische terrorist, ook gewelddadig en wreed. Ik geef één voorbeeld, uit het boek Opium van het volk van Dick Pels, de directeur van het Wetenschap-
pelijk Bureau van GroenLinks. Hij typeert religie als volgt: ‘De overgave aan Gods wil, onderwerping aan Zijn objectieve waarheid, gehoorzaamheid aan wat gegeven en geschapen is: dat zijn voor vrijzinnige democraten de voornaamste stenen des aanstoots in alle traditionele godsdiensten. Religie leidt gemakkelijk tot het inleveren van de individuele keuzevrijheid en zelfbeschikking, en dus tot passiviteit, determinisme en fatalisme…Zij [de gelovigen] zien alles in de hand van God, de terechte straf van God of de goedheid van Gods genade, omdat zij niet bij machte zijn het leven in eigen hand te nemen.’ (Pels 2008, 14)
Boemerang Daartegenover staat dan de linkse vrijzinnigheid, die democratisch, tolerant en ruimdenkend is. Het gegeneraliseerde beeld van religie als fundamentalistisch, die de waarheid in meent te hebben, dient als contrast dat de eigen vrijzinnigheid scherper omlijnt. Het is als het ware de donkere achtergrond die men nodig heeft om te kunnen schitteren. Maar op het moment dat het gelijk van de vrijzinnigheid wordt verkondigd, treedt de dialectiek tussen beschaving en barbarij in werking: door de eigen vrijzinnige identiteit als superieure norm te stellen tegenover een conservatieve religie, wordt de tolerante vrijzinnigheid zelf weer autoritair. De geconstrueerde tegenstelling komt als een boemerang terug: de vrijzinnigheid verraadt trekken van zijn tegenstander, de antitolerante religie. Toch wordt de soep ook weer niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend: in Pels nieuwste bundel, waar onder de titel Vrijzinnig paternalisme op verschillende terreinen wordt onderzocht hoe ver de overheid mag ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen, staat een hoofdstuk van theoloog en GroenLinks Eerste Kamerlid Ruard Ganzevoort over religie in de publieke ruimte, waar toch weer vooral wordt gepleit voor een pragmatische omgang met de spanning tussen godsdienstvrijheid en individuele grondrechten, omdat je volgens Ganzevoort mentaliteitsveran-
23
dering niet door middel van wetgeving kunt opleggen. Voorlopig houdt GroenLinks dus nog vast aan ruimte voor religie, ook voor orthodoxe religie, al hebben we de laatste tijd dus al twee voorbeelden gezien waar dierenwelzijn en homowelzijn door alle seculiere partijen boven het welzijn van orthodoxe gelovigen werd gesteld. Het negatieve beeld van religie lijkt steeds meer aan kracht te winnen, wat links de rechtvaardiging geeft om er agressiever tegen op te treden.
Karikaturen In de politiek draait het allemaal om beeldvorming. Framing heet dat tegenwoordig. Daarbij gaat het erom dat je in een scherp gekozen beeld of metafoor je eigen gedachtegoed weet weer te geven. Als het beeld sterk is, zullen ook je politieke tegenstanders het overnemen en zo ongemerkt in jouw termen over een vraagstuk gaan denken. In de politieke wereld, waar het erom gaat jezelf profileren in de media en te scoren in het debat, zijn beelden uiterst effectvol. In een dergelijke setting is het ontmaskeren van karikaturen en generalisaties lastig, want wie neemt nog de tijd het moeizame en tijdrovende proces aan te gaan, om een ander werkelijk te leren kennen?
In een dergelijk politiek klimaat heeft het populistische beeld of frame van de onverdraagzame en zelfs tot geweld neigende gelovige ook bij links weer wortel geschoten. Enerzijds omdat het een oud links beeld van religie als opium van het volk weet te recyclen en anderzijds het beeld van religie als hulpje van wrede machthebbers activeert. Daarbij komt dat de tijden nogal anders zijn dan in de antikoloniale jaren zestig en zeventig. Na de val van de Berlijnse muur is links zich steeds meer gaan identificeren met de Westerse wereld en zijn internationale organen, zoals EU, VN en de NAVO. Dit compliceert de kritische positie ten opzichte van het Westen en zijn de nieuwe ‘vijanden’. Ooit kon men zich nog identificeren met het verzet tegen de Westerse hegemonie, daar is nu geen sprake meer van. Voor groeperingen als de moslimbroederschap kan men niet dezelfde sympathie opbrengen als ooit voor bijvoorbeeld het ANC. Het ligt allemaal ingewikkeld en dat heeft ook zijn weerslag op de visie op moslims in eigen land. En ook de situatie met betrekking tot religie is veranderd. Met de komst van islamitische en christelijke immigranten en met de toename van allerlei geïndividualiseerde vormen van religie, bleek de oude secularisatiethese niet langer
houdbaar. Religie is ook in de moderne wereld geen uitstervend verschijnsel, maar alive and kicking. De verlegenheid van links op ideologisch vlak komt minder scherp naar voren wanneer men de eigen tolerantie kan uitspelen tegen een intolerante religie. Daarbij wordt het links gemakkelijker gemaakt omdat inderdaad het conservatisme op dit moment domineert in veel religieuze kringen en er natuurlijk altijd voorbeelden te vinden zijn waarin religie tirannie rechtvaardigt. Zelden laten kerken of moskeeën een geluid horen dat aansluit bij linkse politiek. Progressieve gelovigen zijn onzichtbaarder geworden. Dit betekent echter niet dat ze niet meer bestaan. In plaats van hen weg te zetten als achterlijk, zou links enerzijds bondgenootschappen met hen kunnen aangaan en anderzijds bij hen te rade kunnen gaan over de beste strategie om te gaan met religie in de publieke ruimte. Ontmoetingen met mensen van vlees en bloed is altijd al de beste remedie geweest tegen generalisaties. Het is dan ook verheugend dat de Eerste Kamerfractie van GroenLinks, om haar standpunt ten aanzien van ritueel slachten te bepalen, verschillende bijeenkomsten heeft belegd met vertegenwoordigers van Joden en moslims.
Religiekritiek Links moet zich meer inspannen om beide gezichten van religie te erkennen, in plaats van steeds één kant van de Januskop naar voren te draaien. Voor een partij als GroenLinks zou het niet al te moeilijk moeten zijn zich te herinneren dat veel emancipatiebewegingen religieuze oorsprongen kennen. De strijd tegen racisme begon met de spirituals van de zwarte slaven en de vlammende redes van de black preachers, en, om dichterbij huis te blijven, de vredesbeweging en de derde wereldbeweging, de beweging tegen de armoede; ze begonnen allemaal doordat priesters en dominees hun stem verhieven. En vaak was dat een kritische stem, zowel tegenover de samenleving als tegenover hun eigen religieuze traditie. Als goede bijbellezers waren deze geëngageerde gelovigen }} vervolg op pagina 24 DECEMBER 2011 - nr. 5
24
De nieuwe onverdraagzaamheid bij links vervolg van pagina 23
opgevoed met religiekritiek. Overal in de bijbel klinken kritische stemmen tegen goden, religieuze autoriteiten en het volk Israël zelf. Daarbij is er voortdurend sprake van debat over de interpretatie en toepassing van de heilige teksten. Net als in de politiek kan dit debat ook leiden tot actieve strijd en soms zelfs ontaarden in een oorlog. En zoals bij elk debat vraagt het kennis van zaken om hieraan een zinnige bijdrage te leveren. Het religieuze debat door de eeuwen heen heeft binnen de meeste tradities geleid tot een brede consensus over de belangrijkste uitgangspunten en grenzen van het geloof. Dat noemen we de orthodoxie. Wie dus beweert dat de orthodoxie wringt met de democratie, moet terug naar school. Met meer recht kun je zeggen dat democraten nog wel iets van de orthodoxie zouden kunnen leren.
}}
Hakken in het zand Fundamentalisme is namelijk heel anders dan orthodoxie, waarmee ze voortdurend wordt verward, of liever gezegd, waaraan ze steeds vaker wordt gelijkgesteld. Het fundamentalisme houdt zijn eigen interpretatie voor de enige interpretatie. Er is geen sprake van een discussie tussen teksten, geleerden en andere lezers, maar slechts van één waarheid. Het fundamentalisme neemt één deel en houdt dat voor het geheel. Precies eigenlijk zoals het populisme doet: Al Kaïda wordt gelijkgesteld aan de hele islam. Dat kleine deel zou het wezen bevatten: een eeuwige en onveranderlijke kern. En ook binnen links bestaat deze neiging: het fundamentalistisch deel van religie wordt gelijk gesteld aan religie als geheel. In plaats van te kiezen voor een orthodoxe en vrijzinnige omgang met religie – die beter zou passen bij links – kiest men voor een conservatieve, zelfs fundamentalistische religieopvatting en ziet die als maatgevend voor alle religieuze uitingen. GroenLinks zou er goed aan doen zich te verdiepen in orthodoxe en vrijzinnige religieuze visies, in plaats van zich mee te laten slepen door een plat en a-historisch beeld van religie. Elk beeld, juist omdat het zo dwingend DECEMBER 2011 - nr. 5
is en zo gemakkelijk wordt overgenomen, moet kritisch worden geanalyseerd. In plaats van mee te gaan in de populistische definitie van de werkelijkheid in religieuze termen, zou links weer als vanouds moeten hameren op de sociaal-economische werkelijkheid. Juist wie een vrijzinnige visie op de samenleving wil bevorderen, moet ermee ophouden alle minderheden uit de islamitische wereld als moslims aan te duiden, aangezien de identiteit van Marokkaanse, Turkse en andere minderheden maar voor een deel door religie wordt bepaald en er bovendien sprake is van toenemende secularisatie onder deze groepen. Wie moslims vastpint op een bepaalde, vermeend conservatieve identiteit, zal het door links zo graag gewilde debat over dier-, homo- en vrouwonvriendelijke tendensen in hun geloof niet snel op gang kunnen brengen. Mensen zetten namelijk de hakken in het zand wanneer ze beledigd worden. Breng beelden en verhalen de wereld in die het gestolde beeld van de moslim nuanceren, niet door de kanten van de islam waar men het bij links moeilijk heeft uit de weg te gaan, maar door hen te accepteren in hun anderszijn. Er zijn geen definitieve beelden mogelijk, nog van de anderen, nog van onszelf. Het wezen van geen enkele cultuur of religie ligt vast. Zelfs fundamentalisten veranderen van mening, al zullen ze dat zelf misschien niet zo snel toegeven. De werkelijkheid en wij daarin, zijn voortdurend in beweging, schommelend tussen breuk en continuïteit.
Openheid Het past links meer weerstand te beiden tegen populistische beelden van moslims en gelovigen, die bestaan uit de verabsolutering van een zelfgemaakte visie op het verleden. De openheid die links zichzelf zo graag aanmeet, betekent dat je mensen niet vastpint op dat wat achter hen ligt, maar hen meeneemt met een visioen van een andere wereld waarin een plek voor allen is.
Erica Meijers is theoloog en hoofdredacteur van De Helling, een kwartaalblad over politiek en cultuur dat wordt uitgegeven door Bureau de Helling, het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Dit is een verkorte versie van de lezing die zij hield op 18 november aan de Tilburg School of Theology bij de presentatie van het boek van Theo Salemink en Marcel Poorthuis ‘Van Harem tot Fitna. Beeldvorming over de islam in Nederland 1848-2010’, Valkhof Pers 2011. Reacties welkom via
[email protected].
Bas Roufs
Ritueel slachten: Eerste Kamer is aan zet Als ik dit stuk schrijf is het 21 november. De Eerste Kamer bestudeert het wetsvoorstel omtrent onverdoofde rituele slacht op basis van het complexe compromisvoorstel dat GroenLinks, PvdA, VVD en D66 in de Tweede Kamer hebben ingebracht. Nu is de materie aan de orde bij de vaste kamercommissie; volgens planning op 13 december plenair. De kamermeerderheid van afgelopen zomer is bepaald niet vanzelfsprekend meer. CDA, CU en SGP blijven zich verzetten. De vier ‘paars-plus’ partijen houden kaarten op de borst en meerdere opties open. Wel hebben ze forse reserves en vragen ten aanzien van het voorliggende wetsvoorstel. Deze ontwikkeling sluit aan bij het binnen GroenLinks gevoerde debat waarover in de vorige twee nummers van dit blad verslag is gedaan. Op 14 november hebben senatoren van GroenLinks, PvdA, D66 en VVD het joodse slachthuis in Amsterdam bezocht. Verder spraken Ruard Ganzevoort en Marijke Vos met de dierenrechtenwerkgroep van GroenLinks, islamistische organisaties en veterinaire deskundigen. Actuele info: http://landbouwwerkgroep.groenlinks.nl/ritueelslachten.
{EEN ANDERE WANG
25
Als anti-structuur is Occupy van betekenis
Geen blauwdruk maar een spiegel Ruard Ganzevoort Hoe zal 2011 in de geschiedenisboekjes komen te staan? Waarschijnlijk komt er ruim aandacht voor de Arabische lente en evenzeer voor de eurocrisis. Misschien nog het bereiken van de mijlpaal van zeven miljard wereldbewoners. De tsunami en kernramp van Fukushima en de massamoord door de extreem-rechtse Anders Breivik zullen – bizar genoeg – op termijn voetnoten van de geschiedenis zijn.
Vernislaagje En Occupy? De beweging die de wereld wilde veranderen, begon op 17 september als demonstratie voor het beursgebouw van Wall Street en breidde zich uit naar tientallen Amerikaanse en Europese steden. In Nederland vooral op het beursplein in Amsterdam, maar er waren ook initiatieven in vijftien andere steden. Het is een beweging van ongenoegen. Ontevreden met de macht van banken en beurzen en de onmacht van de parlementaire democratie om tot echter oplossingen te komen. ‘We are the 99%’, zeggen ze, verwijzend naar de 1% die alle macht en alle geld bezit. Occupy ademde hoop. Revolutionaire hoop. Radicaal de wereld veranderende hoop. Niet meer de oude macht van het kapitaal of de moedeloos draaiende raderen van de bureaucratie of de politiek. Alles zou anders worden. Iedereen mocht meedoen. Beslissingen werden niet langer top down genomen, maar in de general assembly waar iedereen mag meepraten en het aankomt op consensus. Toespraken werden niet elektronisch versterkt maar mond op mond doorgegeven totdat iedereen het hoorde. Natuurlijk, ook Occupy kan nog geschiedenis schrijven, maar nu ik deze woorden schrijf, lijkt de glans er vanaf. De vreedzame demonstraties zijn op verschillende plaatsen uit de hand gelopen of doodgebloed. De hoge idealen blijken soms een dun vernislaagje over opportunisme, gemakzucht en luiheid. Dat is makkelijk prijsschieten voor cynici die nauwelijks geloven in een Arabische lente, laat staan een lente in het verziekte neoliberale AmerikaansEuropese systeem.
Gedeelde inspiratie Dat is triest, want de droom van Occupy zou ons diep kunnen aanspreken. Het is de droom van het begin van de kerk, zoals we in de bijbel lezen: in de eerste gemeente hadden ze alles gemeenschappelijk en leefden ze in harmonie en gedeelde inspiratie. Het is ook de droom van het staatssocialisme geweest: ieder doet wat hij of zij kan en ontvangt wat zij of hij nodig heeft. Maar ook die dromen zijn in duigen gevallen: de oorspronkelijke christelijke gemeenschap is een instituut geworden waarin macht en regels vaak belangrijker zijn dan geestdrift en menselijkheid; het staatssocialisme kon ontaarden in een van de meest onderdrukkende en onmenselijke systemen. Wat is dat toch, dat hoge idealen zo kunnen tegenvallen?
Ik laat de cynische antwoorden even rusten net als de al te vrome – die op hun beurt vaak net zo cynisch zijn over het leven hier en nu. Waarom mislukt het steeds? Een deel van het antwoord vinden we bij de antropoloog Victor Turner. Hij beschrijft hoe er in rituelen en andere overgangssituaties een gemeenschapsgevoel kan ontstaan dat tegen alle bestaande structuren en verhoudingen ingaat. Hoog en laag bestaan niet meer, binnen en buiten evenmin. Plotseling is er een nieuw soort gemeenschap die buiten het gewone staat en daarom inspireert, verwart, ter discussie stelt en nieuwe wegen wijst. Deze radicale gemeenschap past niet bij de gewone structuur, maar is een soort anti-structuur, anders dan alles wat we kennen. Maar ook die nieuwe gemeenschap moet na kortere of langere tijd weer een eigen structuur krijgen en verzandt dan bijna per definitie in dat wat ze wil vermijden. Of ze valt uit elkaar. De anti-structuur is nooit van blijvende aard. Het is een kritiek op de bestaande structuren, maar kan zelf alleen maar bestaan als reactie, niet als volwaardig alter-
Wat is dat toch, dat hoge idealen zo kunnen tegenvallen? natief. De kerk begon als anti-structuur, maar werd na verloop van tijd zelf deel van de elite. Het socialisme begon als anti-structuur en werd een machtssysteem. Occupy was een anti-structuur en lijkt uiteen te vallen in anarchie. Is het daarmee een dode mus? Een mooi idee dat weer tegenvalt? Een vluchtig teken van hoop waarna we terugvallen in de teleurstelling en het cynisme? Wat mij betreft niet. Er zit een wezenlijke drang tot verandering in de hele beweging en dat is tegelijk een aanklacht tegen het systeem dat nu de wereld bepaalt. Een aanklacht tegen banken, beurzen en regeringen die steeds maar denken dat ze de wereld kunnen redden door in hetzelfde spoor verder te gaan.
Verandering Die aanklacht geeft hoop en roept op om in elk geval kleine stappen in de goede richting te zetten. Dat wil niet zeggen dat het alternatief ook direct helder is. Occupy is een spiegel voor een vastlopende wereld, geen blauwdruk voor hoe het wel zou moeten. Wat dat betreft, ligt het dicht bij de boodschap van Jezus. Of bij de dromen van vernieuwingsbewegingen in allerlei tradities. Radicaal. Niet autoritair. Anti-structuur. Boodschappen die alles ter discussie stellen. Maar kijk uit als je die boodschappen zelf weer tot structuur maakt. Voor je het weet, is het middel erger dan de kwaal. De boodschap van een anti-structuur – Occupy, Marx, Jezus – is een kritische vraag en aanzet tot verandering, geen totaaloplossing.
Prof. dr. Ruard Ganzevoort is voorzitter van De Linker Wang.
DECEMBER 2011 - nr. 5
26
Een rondetafelgesprek over de missie van stichting Oikos
’Kennismakelaar voor een betere wereld’ De inspirator van de Occupybeweging de Sloveense filosoof Slavoj Zizek waarschuwt dat de wereld aan de vooravond staat van een apocalyps. Medewerkers van stichting Oikos - Koos de Bruijn, David Renkema, Christiaan Hogenhuis, Jacqueline van Rooijen en Gerhard Schuil – discussieerden in het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam over de huidige, roerige tijd. En over de rol van Oikos als oecumenische organisatie die zich sterk maakt voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Jan van Dam
‘Het door Zizek geschetste beeld vind ik veel te somber en een tikje fatalistisch,’ zegt Koos de Brijn, coördinator van Tax Justice Nederland. ‘De crisis kan bestreden worden, de oplossing ligt in een economische hervorming waar steeds meer mensen om vragen.
van tijd door steeds meer anderen wordt gevolgd. Geleidelijk wordt de beweging dan zo groot dat ze niet meer te stoppen is. Dan is het momentum daar.’ Zover is het nog niet, de hervormingsbeweging is nu te versnipperd om grote invloed uit te oefenen. Oikos-directeur Gerhard Schuil is daar allerminst verbaasd over. ‘Je kunt met veel geestdrift een duurzaam economisch systeem propageren, maar je hebt wel te maken met bestaande structuren. Het is niet eenvoudig om daarbuiten te treden, niet iedereen kan of wil dat. Een directeur van een internationaal bedrijf kan inspirerende verhalen houden over hoe zijn bedrijf idealiter zou moeten opereren, maar het volgende uur vergadert hij met zijn commissarissen of aandeelhouders die goede omzet- en winstcijfers van hem verwachten. Bevlogenheid telt
De stap van idealen naar praktische organisatie is een geleidelijke Er is een groeiend ongenoegen over de mogelijkheden die landen zoals Nederland bieden aan internationale ondernemingen om zo min mogelijk belasting te betalen. Zo kan de bizarre situatie ontstaan dat een internationale brouwerij minder belasting betaalt dan de marktkoopvrouw die flesjes bier vóór de fabriek van diezelfde brouwerij aan de man brengt in een armoedige wijk van de hoofdstad van Ghana. Aan die scheve situatie kunnen politiek en samenleving relatief eenvoudig een einde maken.’
Kleine stappen Ook Christiaan Hogenhuis, onderzoeker op het gebied van duurzaamheid en technologie, vindt het geschetste beeld als zou de wereld spoedig ineenstorten overdreven. ‘Dat neemt niet weg dat er, zoals Koos ook zei, fundamentele hervormingen nodig zijn. Wat dat betreft, biedt de luide roep om economische verandering zeker hoop. Maar het is een illusie om te denken dat de hele Nederlandse bevolking plotsklaps om zou gaan. Het is eerder een proces van kleine stappen. Ofwel: een kleine groep, zoals Occupy, zet een nieuwe koers uit die na verloop DECEMBER 2011 - nr. 5
dan minder. Veel mensen zitten in een dergelijke spagaat.’ Volgens De Bruijn toont de politieke ommezwaai van enkele voormalige CDA-politici, zoals de oud-premiers Van Agt en Lubbers, aan hoezeer de spagaat het gevolg is van een bepaalde logica. ‘Een logica die je in een andere hoedanigheid klaarblijkelijk niet automatisch onderschrijft. Dat roept de vraag op of mensen in verantwoordelijke posities wel voldoende reflecteren op hun handelen en op het kader waarbinnen zij dat doen. Kort gezegd: waarom handelen zij zoals ze handelen? Ik heb de indruk dat die vraag te weinig wordt gesteld, niet alleen aan de top maar in de hele samenleving.’ Er volgt een kleine stilte, zelfs de prominent in het Muziekgebouw aanwezige werklui houden even op lawaai te maken. Dan pakt Schuil de draad weer op. Hij begrijpt dat verandering slechts stukje bij beetje vorm krijgt. ‘De stap van idealen naar praktische organisatie is een geleidelijke. Verandering is meer evolutie dan revolutie,’ aldus Schuil. ‘Dat is goed zichtbaar bij maatschappelijk ondernemen: in eerste instantie werd het geagendeerd als een ideaal, vervolgens kreeg het vorm in vrijwil-
ligerswerk vanuit het bedrijf en nu discussiëren de werkgevers in hun belangenorganisatie VNO-NCW over hoe de productieprocessen duurzaam kunnen worden gemaakt.’ De hervormingsgang is een ‘interessant proces’, concludeert Hogenhuis. Bedachtzaam, zegt hij, zijn bovenlichaam licht naar voren gebogen: ‘Eerst zijn er individuen, al dan niet verenigd in kleine organisaties, die de bestaande sociale en economische orde bekritiseren en hervormingen voorstellen. Die voorstellen krijgen weinig gehoor omdat ze niet passen in het bestaande systeem. Daarop volgt een fase dat de ideeën van de criticasters langzamerhand in alle geledingen van de maatschappij beginnen door te dringen. Dan is het zaak om de initiatieven te bundelen, want alleen een beweging met massa en een gezamenlijke strategie kan ook werkelijk iets bereiken.’ ‘Precies daar ligt onze opdracht’, aldus Schuil. ‘Oikos moet de verschillende initiatieven verenigen. Dat is geen gemakkelijke klus want we moeten telkens uitvinden hoe, wat en wanneer onze bemoeienis gewenst is. Zo zijn Oikos en enkele andere organisaties begonnen om indicatoren die welvaart anders meten op de agenda te plaatsen. Dat leverde prima ideeën op. Om meer gehoor te krijgen vormden de deelnemers aan de discussie een alliantie die concrete voorstellen zou gaan doen. Na een voortvarende start het opstellen van een manifest - begon de samenwerking te haperen.’ De initiatiefnemers liepen tegen de grenzen aan van wat ook de verstatelijking van het maatschappelijk middenveld is genoemd. De deelnemende organisaties boden hun medewerkers te weinig manoeuvreerruimte om verdere stappen te doen. Noodgedwongen hebben ze een pas op de plaats gemaakt. Hoe kunnen nu de openstaande mogelijkheden gezamenlijk worden benut? Jacqueline van Rooijen, medewerker van oikosXplore en diverse migrantenprojecten, denkt niet dat er een pasklaar antwoord op deze vraag is. Na een kleine schikking van haar rastakapsel, zegt zij: ‘Bij het nadenken over samenwerking zijn twee vragen
27
cruciaal: met welke organisaties wil je samenwerken, op grond waarvan en hoe. Minstens zo belangrijk is de vraag hoe de standpunten van de organisaties zich verhouden tot die van hun individuele leden. Tussen de twee bestaat, zoals eerder opgemerkt, een spanningsveld, waarmee Oikos rekening dient te houden. Ook kan het zijn dat een directeur van een bedrijf zich wil inspannen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar wat willen de commissarissen, aandeelhouders en werknemers? Soms is er druk van buitenaf nodig om mensen ‘out of the box’ te leren denken. Hier heeft Oikos een rol; zij kan partijen stimuleren om buiten de gebaande paden te treden.’
Andere methoden Zelf hebben we ook moeten leren om andere methoden te gebruiken’, vult Oikos-onderzoeker David Renkema aan. ’Tot voor kort werkten we vooral via de kerken. Deze organisaties hebben door de secularisatie van Nederland aan maatschappelijk belang ingeboet. Voor Oikos betekent dit dat wij ons meer dan voorheen moeten verbinden met andere partners, bijvoorbeeld de ‘light communities’ ofwel de los-vaste verbanden van mensen die, al dan niet religieus geïnspireerd, in beweging komen voor of tegen een bepaalde maatschappelijke ontwikkeling. Onze bijdrage bestaat uit ondersteuning en het bij tijd en wijle leveren van een weerwoord.’ Hogenhuis schudt met zijn hoofd. Hij is het maar ten dele eens met Renkema: ‘Ik merk dat er bij de organisaties waarover David spreekt, wel het besef is dat zij niet langer op de oude voet kunnen doorgaan. Kerkelijke organisaties erkennen dat er nog maar weinig behoefte is aan een zwaar, landelijk apparaat dat werkt vanuit het idee ‘wij hebben de deskundigheid om allerlei thema’s aan de orde te stellen, we maken er materiaal over en voorzien u, achterban, aldus van de benodigde informatie zodat u aan de slag kunt gaan.’ Dat model werkt niet meer; de materialen blijven ongebruikt op de plank liggen en de telefoon van de professional op het landelijk bureau blijft angstwekkend stil. Het huidige be-
leid is om nadrukkelijk in te zetten op de zelfredzaamheid van de lokale groepen.’ De Bruijn maakt een kanttekening. ‘Dankzij de computer en internet is de toegang tot kennis eenvoudiger geworden. Gechargeerd kun je stellen dat elke organisatie een makelaar van kennis kan worden, vooropgesteld dat ze weet waar ze de kennis kan vinden en voldoende van het onderwerp weet om verbanden te leggen. Dat is in de praktijk toch minder eenvoudig dan je zou denken.’
Kennis bij elkaar brengen Een maatschappelijke organisatie heeft bestaansrecht als het verbindingen aan gaat met de samenleving. De vraag voor Oikos is of ze burgers met elkaar en met de bredere samenleving kan verbinden. Van Rooijen benadrukt dat Oikos integraal deel moet zijn van een proces. ‘Onze taak is niet om mensen te zoeken die bij projecten passen, maar om initiatiefnemers, zowel individuen als groepen, met elkaar in contact te brengen. Om die rol te kunnen spelen, moet Oikos kritisch kijken naar de eigen organisatie.’ Renkema knikt instemmend en wijst erop dat Oikos vooral de laatste jaren grote veranderingen heeft doorgemaakt. De veteraan van het gezelschap wijst erop dat de kerkelijke achterban van Oikos eind jaren tachtig en begin jaren negentig bijzonder gedreven was om de wereld te verbeteren. Punt was toen dat kerkleden niet wisten hoe ze hun idealisme konden vormgeven. Ze nodigden daarom Oikos-medewerkers uit om hen van advies te voorzien en te informeren over onderwerpen als voedselzekerheid, landbouwbeleid en
klimaatbeleid. ‘Voorheen ondersteunde Oikos de mensen van goede wil met kennis en advies. Nu doen we dat anders. We hoeven niet zelf alle kennis in huis te hebben, als dat überhaupt nog mogelijk is. Wel kunnen we allerlei soorten kennis bij elkaar brengen. Neem het onderwerp religie en ontwikkeling: de verantwoordelijke Oikosmedewerker kent de wetenschappers op dit gebied en brengt hen met elkaar in contact. Oikos is een makelaar in kennis geworden, meer een medium dan een zender.’ Met alle veranderingen in de samenleving, heeft ook het denken in termen van simpele tegenstellingen tussen goed en kwaad, zwart en wit afgedaan. En dat vereist op zijn beurt dat organisaties uit het maatschappelijke middenveld, zoals Oikos, zich anders opstellen en opnieuw uitvinden. Schuil: ‘Wat telt, is dat je als organisatie mede het verschil maakt.’
Koos de Bruijn, Christiaan Hogenhuis, Jacqueline van Rooijen, David Renkema, Jan van Dam (gespreksleider) en Gerhard Schuil.
Stichting Oikos is een oecumenische organisatie die zich sterk maakt voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Oikos spoort politici én burgers in Nederland aan om actie te ondernemen tegen armoede en onrecht in de wereld. Oikos doet dit door campagnes, lobby, workshops en andere activiteiten. Oikos doet ook onderzoek naar de oorzaken van armoede en hoe dit het beste kan worden bestreden. Oneerlijke handelsverhoudingen en enorme leningen remmen de ontwikkeling van veel arme landen. Daar moet een einde aan komen. Daarom voert Oikos campagne op diverse terreinen om overheid en bevolking te overtuigen van het belang van verregaande maatregelen. Kijk ook op www.stichtingoikos.nl.
DECEMBER 2011 - nr. 5
28
Biologische zorgboerderij Zonnehoeve in Flevoland
Boeren met oog voor mens en natuur De velden van biologische zorgboerderij Zonnehoeve bij Zeewolde in Flevoland staan vol graan waarvan brood wordt gebakken in een eigen bakkerij genaamd Het Zonnelied. Naast een koeienstal is er een manege waar kinderen paardrijles krijgen. Op het terrein staan drie gezinshuizen en een appartementencomplex waar jongeren met problemen wonen en leven. Biologische landbouw én zorg voor de medemens wordt hier gecombineerd. Eerder dit jaar bezocht ik De Zonnehoeve en sprak met Piet van IJzendoorn. Iris Savelkouls
Het is zonnig en warm. Overal hoor je kakelende kippen en soms het kraaien van een haan. Een pauw vliegt de daken op. We komen langs de koeienstal waar enkele mannen de deur open doen om koeien naar de wei
Ik kom langs een kleine kinderboerderij waar kippen, wat schapen en enkele geiten rondlopen. Deze dieren zijn er voor de kinderen, om te verzorgen. Kinderen werken hier overal aan mee: ook met het drijven van koeien, het borstelen van paarden en met brood en koekjes bakken. Piet tref ik aan bij de paardenbaan, waar de springles bijna klaar is. Maar ik ben niet de enige die Piet nog wil spreken vandaag. Een vrouw wil weten hoe het gaat met haar zoon. Hij is verslaafd en sinds kort woont hij hier. Ze is heel blij met het bestaan van de Zonnehoeve: haar zoon kan hier wonen en werken zonder dat er alcohol in de buurt is, zodat hij moeilijker terug kan vallen. ‘We proberen te zorgen dat iedereen het hier naar zijn zin heeft,’zegt Piet.
‘Biologische landbouw probeert vanuit de natuur te denken en te werken. En daarmee voedselproductie voor nu én in de toekomst mogelijk te maken. De gangbare landbouw probeert de natuur in de tang te zetten, om maar een zo groot mogelijke financieel rendement voor nu te verkrijgen. Die probeert - net als in onze cultuur - alles in de natuur wat niet past, weg te werken: insecten worden doodgespoten, er wordt kunstmest gebruikt. Dat werkt niet, want de natuur laat dat niet toe. Wel even, maar op een later moment ontstaan er grote problemen zoals andere ziektes, en dan moet je dat gat weer dichten. Problemen gaat men pas aan het eind van het systeem oplossen, terwijl het gezond maken van het fundament wordt vergeten.’
Honger
Consumenten moeten laten zien dat zij willen dat het voedsel duurzaam en dichtbij huis wordt geproduceerd te brengen. Achter de stal staan drie varkens in een modderpoel: twee zullen geslacht worden en de derde is een ‘huisvarken’. Verderop is de koeienwei en de plantenkas van Reinout, een jongen die op eigen initiatief begon met tuinbouwbedrijf ‘de Zonnetuin’. Hier staat ook de windmolen. De hele onderneming wordt hiermee van elektriciteit voorzien. We slaan linksaf en lopen langs een zagerij, waar hout in stukken gezaagd wordt voor de houtkachels waarmee de huizen hier ’s winters verwarmd worden. Daar is Reinout, op de fiets op weg naar zijn moestuin. Hij vertelt dat hij alles volledig biologisch verbouwt. De producten worden verkocht aan biologische winkels en aan huis bezorgd. Hij kan er nog niet volledig van leven, maar hoopt spoedig uit te breiden en dan voltijds met het bedrijf bezig te zijn. Bij een van de paardenstallen brengt een jongen een kruiwagen met oud papier naar de daarvoor bestemde container. Hij woont hier niet, maar werkt hier wel volledig. Hij heeft het naar zijn zin: ‘School was het niet voor mij, dit wel.’ DECEMBER 2011 - nr. 5
‘We willen dat de mensen hier een plek krijgen en het gevoel hebben dat ze meedoen. We willen geen onderscheid maken tussen degenen die zorg nodig hebben en de begeleiders want die hebben ook zorg nodig. We willen dat de deelnemers zich verantwoordelijk voelen en niet dat anderen mensen er speciaal zijn om hen te helpen.’ ‘In de samenleving buiten De Zonnehoeve doen we dat vaak niet. Daar wordt alles wat niet past, wat ziek is of oud, weggestopt. Wij willen iedereen die het moeilijk heeft het gevoel geven als mens waardevol te zijn. Mensen die een wantrouwen hebben gekregen naar andere mensen toe, kunnen bijvoorbeeld vertrouwen opbouwen met dieren.’ ‘We hebben hier onder anderen drie jongens met nogal wat problemen, ze behoren tot de zwaarste categorie autisten die je kunt bedenken. Die hebben hier hun draai kunnen vinden bij het werken met de paarden. Als ze zich maar vertrouwd voelen, en veilig, dan kunnen ze een hele hoop nieuwe dingen leren. Ze kunnen natuurlijk een paniekaanval krijgen, maar dan ga je gewoon even apart iets met ze doen.’
‘Ik ben zelf opgegroeid in de gangbare landbouw. In een groot familiebedrijf met koeien, varkens, kippen. Ik heb alles grootschaliger zien worden en met meer machines, meer kunstmest, meer krachtvoer voor de dieren en meer chemie. Er worden zo’n achttien verschillende bestrijdingsmiddelen in een tarwegewas gespoten. Toen ging ik op de agrarische hogeschool in Groningen milieukunde studeren. Ik studeerde af op de vraag hoe de wereld het beste gevoed kon worden. In die tijd kwam de idee op dat met high tech landbouw en kunstmestbestrijdingsmiddelen veel meer mensen te eten konden krijgen. Maar met mijn onderzoek kwam ik tot de conclusie: de honger op de wereld is een sociaaleconomisch probleem en geen landbouwkundig probleem. Biologisch-dynamische landbouw, dichtbij waar de mensen leven, dát zorgt ervoor dat de aarde makkelijk gevoed kan worden.’ ‘In 1972 ben ik met biologisch-dynamische landbouw begonnen. Ik zocht uit wat mogelijk was. Onze koeien bijvoorbeeld, krijgen helemaal geen krachtvoer, omdat ik vind dat graan voor mensen bedoeld is. In Nederland gaat negentig procent van de tarwe naar het veevoer. Onze koeien zijn er om de bodem vruchtbaar te maken. Die halen dan ook de stikstof uit de lucht. In Nederland wordt dat veelal
29
door fabrieken gedaan om kunstmest te maken en dat kost heel veel energie, terwijl planten en de bodem, dat ook zelf kunnen. Dat is dus ons uitgangspunt: proberen die processen zo goed mogelijk te faciliteren. De mens als dirigent in het landbouwsysteem. En zo willen wij een positieve spiraal creëren. ‘Kringloop’ is eigenlijk nog te kort, want dat wil zeggen dat de hoeveelheid hetzelfde blijft, dat het wordt rondgepompt. Maar als de zon schijnt, krijg je een positieve spiraal, een kringloop die gewoon naar boven toe gaat en een steeds rijker systeem maakt. Ons bedrijf heet niet voor niets Zonnehoeve. De zon is het meest duidelijke element van hoe de Aarde rijker wordt gemaakt. Voor die positieve spiraal moeten we stoppen met het verdienen van geld met het omkappen van de Amazonebossen om genetisch gemanipuleerde soja te telen. De economie is hierin een grote boosdoener. Of eigenlijk is het de financiële wereld die op dit moment ons leven aan het bepalen is, maar de financiële wereld bestaat momenteel voor tachtig procent uit lucht, die helemaal niets met de realiteit te maken heeft. Ze proberen allemaal geld te verdienen door niets te doen: door met geld geld verdienen: zoals met rente en het kopen van aandelen.’
Spirituele visie ‘Onze wereld bestaat uit een klein aantal grote multinationals die bepalen wat wij doen om snel geld te verdienen. Mensen moeten echter zelf nadenken over de toekomst en de mogelijkheid hebben om te doen wat ze moeten doen. Zoals ze in Egypte nu zeggen ‘het moet anders’, zo moeten wij als wereldbevolking dat ook kunnen zeggen. De natuur en de mens moeten weer centraal staan en niet het geld. ‘Mensen hebben nu gigantische oogkleppen op. We hebben niet in de gaten dat we nu een ergere vorm van kolonialisme hanteren dan vroeger, met stukken land, zoals nu in Ethiopië die voor een euro verkocht worden en waar de mensen geen voedsel meer op kunnen produceren. En hoe we met dieren omgaan: kalfjes komen in een klein hokje waarin ze hooguit een paar stapjes kunnen doen. We schuiven alles
op deskundigen, de wetenschap. Eigen inzicht, eigen verantwoordelijkheid is ver te zoeken.’ ‘De consumenten moeten laten zien dat zij willen dat het voedsel duurzaam en dichtbij huis wordt geproduceerd. De volksvertegenwoordigers kunnen bijvoorbeeld regelen dat dierhouderij alleen mag als die past bij een goede, duurzame vruchtbaarheidsontwikkeling van de bodem; ze kan ook de onterechte plantaardige importen verbieden, en daarmee een groot milieuprobleem
oplossen, zonder de boeren met allerlei regels lastig te vallen; of antibiotica als preventiemiddel in de veehouderij aan banden leggen.’ Piet heeft tenslotte ook een spirituele visie op de biologisch-dynamische landbouw: ’De dynamische kant van deze vorm van landbouw betekent voor mij: openstaan voor alles wat er is, ook wat we niet direct zien en ervaren. Het is maar heel beperkt wat wij kunnen waarnemen.’
DECEMBER 2011 - nr. 5
{COMMENTAAR
30
De vraag dringt zich op of neoliberale percepties wel kloppen
Crisis en Cultuuromslag? Hans Feddema Is de democratie het probleem? Je zou het bijna denken, nu in Griekenland en Italië de macht uit handen van politici is overgegaan naar die van technocraten. Maar als het een kwestie is van falende politici, dan geldt dat niet alleen de Griekse en Italiaanse. Het is immers de Europese politieke elite die ons door een beleid met niet te veel democratie en zonder adequaat toezicht op elkaar in de eurocrisis deed belanden.
Introspectie Het is bovendien de vraag of het nog niet echt gevulde noodfonds niet te laat en te beperkt is ingezet. En inzake de afgedwongen bezuinigen: ze moeten soms, maar ze kunnen staten ook in een krimp doen belanden met alle gevolgen van dien. De vraag is ook waarom de Europese Centrale Bank(ECB) - de aarzelende Merkel ten spijt - maar niet wordt ingeschakeld om obligaties van de zwakkere landen op te kopen. Er is hoe dan ook naast een eurocrisis tevens sprake van een
Een omslag lijkt gaande waarbij mensen zich meer van binnenuit laten leiden
Dr. Hans Feddema is antropoloog en redacteur van De Linker Wang.
politieke crisis. Het populisme is daarvan een symptoom. Een ander is de verontrustende kloof tussen volk en politiek, mede veroorzaakt door de polarisatie oproepende debattrant van politici. Voor Italië komt er het cynisme, dat een Berlusconi belichaamde, nog bij. Polarisatie en ‘er steeds zelf beter van willen worden’ van politici geeft de samenleving een negatieve energie. De stille vreugde in de Europese hoofdsteden over het aftreden van Berlusconi was dan ook groot. Maar ook in Nederland is er reden voor introspectie. Het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van medio november geeft de lage score van 39 procent van mensen boven 15 jaar inzake vertrouwen in politieke partijen (alleen de kerken worden nog iets meer gewantrouwd). Zijn onze structuren onbezield? Is zonder dat politici dat beseffen het regenteske of de Haagse stolp weer terug? Hoe de democratie te hervormen of hoe deze weer bezieling te geven, is iets voor een afzonderlijk artikel. Bijzonder dat juist nu in Arabische landen het verlangen naar een ‘regering door allen’ zich manifesteert. Iets wat wel een verlate democratische revolutie is genoemd, waarvan die in Europa in 1848 begon. Bijzonder is ook dat precies in deze crisistijd de Occupybeweging er is en voorts in België op initiatief van auteur David Reybrouck de G1000 tegen impasse van de politiek. Alles wijst er op dat er iets meer aan de hand is dan een kleine economische neergang, maar dat de crisis zich breder laat voelen, maatschappelijk en geestelijk. Het raakt tevens de houdbaarheid van het ecologisch milieu, permanent bij mensen in het bewustzijn, omdat we financieel-economisch en ook ecologisch op krediet leven.
DECEMBER 2011 2011--nr. nr.55
Dips horen er bij. Maar is deze keer de crisis niet zo intrinsiek dat we ons moeten afvragen of onze percepties wel kloppen. Onder meer die van het neoliberalisme en of de daarop gebaseerde concurrentie wel onze fundamentele aard is in plaats van samenwerking en heelheid zoals bestsellerauteur Lynne Mc Taggart in haar nieuwe boek Verbinding betoogt. Maar ook of onze economische modellen wel zo echt voorspellend zijn als we denken, kortom of de maakbaarheid van de economie niet een illusie is. Dat gaat verder dan de kritiek op de hebzucht of de bonussencultuur in de bankwereld, hoe belangrijk het ook is meer ethiek en empathie in economie en politiek te brengen.
Cultuuromslag Ik onderschrijf Herman Wijffels’ analyse dat ‘verkokering, egocentrisme en rationeel gedrag nog te veel domineren’ in de samenleving en dat ‘rationaliteit en empathie daarin meer met elkaar verbonden’ moeten worden. Maar ik zie net als hij trouwens - ook al heel wat cultural creatives werken aan een nieuwe cultuur vanuit een nieuwe set van waarden, waaronder mildheid, samenwerking en compassie. Is er in wezen al niet sprake van een andere tijdgeest met mogelijk een cultuuromslag als gevolg, waarbij afbraak van het oude gepaard gaat met de eerste contouren van opbouw van het nieuwe? Voorshands dan nog als een nieuwe manier van denken die allengs verouderde systemen aantast. In de sixties zag je een vergelijkbaar proces, maar nu gaat het dieper. Er lijkt een omslag gaande van 2000 jaar dualiteitsbewustzijn, - gekenmerkt door oorlogen en ‘wij versus zij’ attituden, in de richting van eenheidsbewustzijn waarbij mensen zich meer van binnenuit laten leiden en gaan beseffen dat alles en iedereen met elkaar verbonden is. Het besef dat we allen één zijn, want uit dezelfde universele Bron ontsproten. De verandering komt dan ook van onderop en niet van de gevestigde elite. Deze visie, ook van mensen als Wijffels en McTaggart, zien we nu ook bij de Arabische lente (het volk is sterker dan de tirannen) maar zeker bij G1000 en de Occupy-beweging die er beide van uit gaan dat we met z’n allen een soort monster schiepen dat ons boven het hoofd groeide en dat wij het nu anders zullen moeten doen: vanuit eenheid en gelijkwaardigheid.
Revolte Is Occupy een symptoom van de crisis of van de onmacht van de huidige elite? Ze is tegelijk een revolte tegen het systeem, zonder dat zij zich al concreet wil uitspreken over alternatieven. Men wil de ruimte om daar over na te denken en dat dan vooral in consultatie met elkaar. Prima. Laten we ons er voor hoeden over deze beweging te gaan meesmuilen. Occupy is behalve tegen hebzucht, grove winsten en doodstraf bijvoorbeeld ook tegen de kwalijke macht van de 1 procent schatrijken. En het lijkt nu zowaar dat de geringe belasting die deze miljardairs mogen betalen in de VS ineens een electoraal issue gaat worden.
{ONDER OGEN
{AGENDA
31
20 december TEGEN ARMOEDE IN NEDERLAND Stilteactie. Wees een keer aanwezig bij de stilteactie, en draag iets wits. Om 13:00 uur op Het Plein te Den Haag, bij het beeld van Willem de Zwijger. Gratis. Organisatie: Stek voor Stad en Kerk. E-mail:
[email protected]. Web: www.armekant-eva.nl. Halsema voorzitter van Stichting Vluchteling Femke Halsema wordt per 1 januari 2012 voorzitter van de Stichting Vluchteling, een onbetaalde nevenfunctie. ‘Ik heb de noodzaak van de hulp aan vluchtelingen van dichtbij gezien en wil me daar graag voor inzetten’, aldus Halsema. Onlangs bracht ze een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Kenia met directeur Tineke Ceelen. Halsema onderschrijft dat er terechte kritiek is op de huidige ontwikkelingshulp. Die hulp heeft de landen in Afrika afhankelijk gemaakt. Maar ‘wat nodig blijft is gewoon noodhulp na crisis.’ Kalsky bezet leerstoel Dr. Manuela Kalsky (1961) wordt per 1 januari 2012 parttime bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De leerstoel, vernoemd naar de dominicaanse theoloog Edward Schillebeeckx, wil in zijn geest theologie en samenleving met elkaar verbinden. Deze nieuwe leerstoel is een initiatief van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS) en De Nieuwe Liefde, het centrum van Huub Oosterhuis. De leerstoel is gevestigd aan de faculteit der Godgeleerdheid. Noach Alliantie Scheppingsliefde kun je niet afdwingen. Zoeken naar verbinding met de natuur werkt wel. Dat was de belangrijkste conclusie van de eerste Netwerkdag van de Noach Alliantie op 18 november 2011 met als thema ‘Werk aan de wereld: geloof, milieu en klimaat in de 21ste eeuw’. 45 mensen kwamen naar de Eemlandhoeve voor een dag van inspiratie, ontmoeting, netwerken en elkaar bevragen. De Noach Alliantie is een voortzetting van het Christelijk Ecologisch Netwerk met enige verbreding in christelijke en kerkelijke kring. Breken of binden Wat zijn de kansen en de risico’s van religieus geïnspireerd maatschappelijk engagement in Nederland? Een samenvatting van het publieke debat over de invloed van religie op de huidige maatschappij. Hoe zijn christelijke en islamitische normen en waarden een bron van motivatie? In hoeverre dragen ‘iden-
titeitsorganisaties’ bij aan welzijn voor allen? Met bijdragen van o.a. Femke Halsema, Anton Zijderveld, André Rouvoet, Alaattin Erdal en Paul Schnabel. Breekpunt of bindmiddel. Religieus engagement in de civil society. Paul Dekker e.a. Oktober 2011. ISBN 9789021143187. Eredoctor Goudwaard Bob Goudzwaard (1934), emeritus hoogleraar economie aan de VU in Amsterdam, ontving op 6 december jl. een eredoctoraat uit handen van hoogleraar diaconaat Herman Noordegraaf van de Protestants Theologische Universiteit. In de jaren zeventig was Goudzwaard voorzitter van de commissie die het eerste CDA-verkiezingsprogramma schreef: Niet bij brood alleen. Zijn denkbeelden over rentmeesterschap en de ‘economie van het genoeg’ hebben grote invloed gehad op het christelijk-sociaal denken en de internationale oecumene. En vandaag ook in groepen buiten de kerken die opkomen voor een alternatief type economie. Afscheid Joke Koehler Tijdens de jubileumbijeenkomst van De Linker Wang op 3 december jl. werd Joke Koehler in het zonnetje gezet. Na jarenlange trouwe dienst sinds de begintijd van De Linker Wang stopt ze per 1 januari 2012 als secretaris en ledenadministrateur. Uit handen van voorzitter Ruard Ganzevoort ontving ze het boek ‘Vrouwen die lezen zijn (nog steeds) gevaarlijk’, een knipoog naar haar engagement. Op de foto zien we Joke kort nadat zij het cadeaupapier verwijderde. Joke, bedankt voor je langdurige inzet en nauwgezette werk! Bestuur De Linker Wang Sijtse van Veen wordt per 1 januari 2012 secretaris van De Linker Wang als opvolger van Joke Koehler. Carin Hereijgers volgt Joke op als ledenadministrateur. Aspirant bestuursleden zijn Mehmet Cerit en Tjeerd de Jong.
3 januari MIJN LEVEN IS VOLTOOID Sommige ouderen vinden dat hun leven ‘voltooid’ is. Zou stervenshulp voor hen legaal moeten worden? De euthanasiewet staat stervenshulp alleen toe bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Moet dat worden verruimd of juist niet? Met Bert Keizer (filosoof en verpleeghuisarts), Jan Terlouw (oud-politicus en lid initiatiefgroep Uit Vrije Wil) en Ghislaine van Thiel (ethicus). Organisatie en locatie: De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102 te Amsterdam. 20.00 uur. Toegang € 10,=. 13 januari 2012 OECUMENELEZING In 2012 vindt de Oecumenelezing plaats op 13 januari van 15.00 tot 17.30 uur in de Geertekerk in Utrecht. Mechteld Jansen zal de lezing houden. Mechteld Jansen is auteur van het boek ‘Wie zijn wij dan? Over erkenning en verbondenheid tussen mensen die alles, bijna niets, een beetje of heel veel geloven’. Meer info: www.raadvankerken.nl. 12 januari 2012 WINTERACADEMIE Thema Winteracademie 2012: Doe eens normaal, man!. Een appèl voor meer hoffelijkheid in de stad Amsterdam. Lezingen, excursies, workshops en expositie van 12 januari t/m 3 februari. Opening op 12 januari door wethouder Andrée van Es. Zie: www.mozeshuis.nl. 10 februari 2012 WARME TRUIENDAG Trek een warme trui aan, zet de verwarming lager, bespaar 7 procent energie per graad en maak er een spannende en energiezuinige dag van. Een ‘coole’ actie tegen de opwarming van de aarde. Inlichtingen: www.warmetruiendag.nl. 22 februari tot 8 april 2012 SCHIPHOLWAKE In de lijdenstijd zijn er bij het detentiecentrum Schiphol Oost van 14.00 tot 15.00 uur acht wakes. Om te herdenken, te bezinnen en te veranderen. Op 22 februari (aswoensdag), zondag 26 februari, 4 maart, 11 maart, 18 maart, 25 maart, 1 april en 6 april (Goede Vrijdag). Meer info: www.schipholwakes.nl. 17 maart 2012 DE ARABISCHE LENTE De Linker Wang en de Midden-Oosten Werkgroep van GroenLinks beleggen op zaterdag 17 maart van 14.00 tot 17.00 uur een themamiddag over De Arabische Lente. Met diverse ter zake deskundigen. Zie ook pagina 2 van dit blad. Locatie: De Nieuwe Liefde, Da Costakade 102 Amsterdam. Meer informatie volgt op www.linkerwang.nl. 24/25 maart 2012 OECUMENISCHE VROUWENSYNODE De Oecumenische Vrouwensynode organiseert een tweedaagse synode op 24 en 25 maart in Delft. Thema: vrouwen tussen geloven, geld en groen (bezien vanuit ecologisch feministische theologie). Met aandacht voor o.a. ‘landbouw en voedsel’. Lezingen, workshops, actietafel en een ‘praathuis’. Informatie en opgave: www.vrouwensynode.nl. DECEMBER 2011 - nr. 5
{DE UITSMIJTER
32
Zelfzucht of verandering? Willem de Gelder Het is moeilijk om aan het eind van het jaar niet met kerst geconfronteerd te worden. Vrijwel elke winkel staat vol met decoraties, de TV zendt alle mogelijke kerstfilms uit SkyRadio draait fulltime kersthits. Tussen al dit kerstgeweld door is het soms moeilijk te bedenken wat kerst nu eigenlijk echt is. De moderne interpretatie van kerst is de geboorte van Jezus Christus, de naamgever van het Christendom en tot op de dag van vandaag één van de meest invloedrijke personen die de wereld ooit gekend heeft. Het verhaal van zijn geboorte (wat bij kerst ‘gevierd’ wordt) kennen we natuurlijk allemaal: Jozef en Maria, de stal, de kribbe en de ster die de drie wijzen uit het oosten naar de juiste plaats leidt.
feest van de ander, maar het feest van de zelf: hebzucht voert de boventoon. Hoe is het zo verworden? Hoe is het feest dat in het teken zou moeten staan van de onzelfzuchtige boodschap van Jezus verworden tot het feest van datgene waar Jezus juist zo fel tegen ageerde? Ik denk dat deze ontwikkeling parallel loopt aan een ontwikkeling die in veel grotere lijnen zichtbaar is: de zelfzucht van de wereld. Het ‘zelf’ is het enige waar mensen nog voor leven. Niet alleen God en Jezus zijn verdwenen, maar ook ‘de ander’. Dat deze zelfzucht tot meer hebzucht leidt, laat kerst als geen ander zien. Maar tegelijk is er ook een positieve ontwikkeling gekomen, die er nauw mee samenhangt. Ik spreek over hetgeen dat in het politieke jargon ‘individualisering’ heet. Door de toename
Hoe inspireren wij mensen dat ze vanuit hun individuele vrijheid ook buiten hun eigen belang gaan denken? Praktisch gezien wordt kerst door christenen ook gezien als een tijd waarin de boodschap van Jezus Christus in de praktijk moet worden gebracht. Zoals het bekende kerstlied ‘Ere Zij God’ zegt: ‘Vrede op aarde en in de mensen een welbehagen’. De boodschap van Jezus was er een van liefde voor de mensen om je heen en in de rest van de wereld. Of men nu religieus bent of niet, zonder vooringenomen oordeel kan deze boodschap iedereen wel aanspreken.
Recordwinsten
Willem de Gelder (1990) studeert politicologie in Leiden en is redacteur van De Linker Wang.
Helaas is dit tegenwoordig niet meer waar kerst om draait. Vandaag de dag draait kerst om luxe. De tijd van het jaar waar de detailhandel halsreikend naar uitkijkt, waar recordwinsten worden behaald en miljoenen euro’s worden uitgegeven aan eten, drinken en cadeaus. De tijd van het jaar waarin iedereen zijn huis zo mooi mogelijk versiert, en haar tafel er zo mooi mogelijk uit laat zien. Denken aan de ander is er niet meer bij. Dat er, terwijl wij aan het kerstdiner zitten, honderden kinderen overlijden, daar denkt niemand over. Kerst is niet meer het
DECEMBER 2011 - nr. 5
in belangrijkheid van het individu zijn mensen tegenwoordig meer dan ooit in staat hun eigen keuzes te maken: los van het keurslijf van religie of familie kunnen mensen zelf hun eigen dromen nastreven. GroenLinks maakt zich, zeker de laatste jaren, hard voor het individu. Vrijheid en zelfbeschikking worden gezien als heel belangrijke waarden. Mensen dienen eigen keuzes te kunnen maken en gelijke kansen te hebben. Afkomst, geslacht of seksuele geaardheid dienen hier geen invloed op te kunnen hebben. Maar met de positieve ‘individualisering’ komt dus ook de zelfzucht. Ik heb het idee dat er tegenwoordig misbruik wordt gemaakt van de keuzevrijheid die mensen hebben: er wordt gekozen om ten koste van anderen dingen te bereiken. De vraag is of GroenLinks als partij dit gevolg van de individualisering wel ten diepste ziet. Het garanderen van het maken van eigen keuzes, zorgt er namelijk tegelijk voor dat mensen ‘de ander’ niet meer mee hoeven te nemen in hun overweging. Waarom zou een mens kiezen voor sociaal beleid als zij zelf haar schaapjes al lang op het droge heeft? Waarom
zou een mens kiezen voor duurzaamheid als hij zelf al lang dood is als échte rampen zich zullen voltrekken? Er heerst een grootse ‘als ik er maar geen last van heb’-mentaliteit: als ik maar geen belasting hoef te betalen, als mijn uitzicht maar niet wordt bedorven, als mijn uitzonderingen op de wet maar niet worden geschrapt, dan is alles goed. Dit werkt politieke verrechtsing in de hand, iets wat in heel Europa zichtbaar is. Een dakloze? Die gaat maar gewoon werken, en Griekenland, dat redt zichzelf maar. De Linker Wang heeft ‘Politiek met compassie’ als motto gekozen. Compassie, een prachtig begrip: bewogenheid met de ander. Hiermee duidt zij expliciet haar eigenlijke taak aan, namelijk GroenLinks en de rest van Nederland erop wijzen wat de nadelen zijn van de individualisering. Niet om de individualisering terug te draaien, maar om manieren te vinden om de zelfzucht tegen te gaan. Hoe inspireren wij mensen dat ze vanuit hun individuele vrijheid ook buiten hun eigen belang gaan denken?
Openbreken Geen zelfzucht, maar verandering. Daar moeten we naartoe. Het hart van het woord ‘verandering’ bestaat uit het woord ‘ander’. De ander breekt het eigen zelf open. Is dat niet vaak het begin van echte verandering? De Linker Wang kan hier een belangrijke rol in spelen. Helpt u mee in 2012?