TWINTIG JAAR DE WERF 1986-2006
TWINTIG JAAR DE WERF 1986-2006
4
Twintig jaar De Werf. Twintig jaar ! De helft van een doorsnee actieve loopbaan. Dus moet dit zo’n beetje mijn levenswerk zijn zeker. Een bedenking die op zijn minst een dubbel gevoel geeft: deels “is dit het dan?”, anderzijds toch fier op wat ik samen met vrienden en collega’s op poten heb gezet. Het moet ergens voorjaar 1986 geweest zijn dat Marc Lybaert, toenmalig directeur van Theater 19 mij vroeg of we met het Masereelfonds afdeling Brugge niet geïnteresseerd waren om hun theaterzaal over te nemen. De huur bedroeg 12.500 frank en de overname 65.000, te weten “1 grote gasradiator, 100 stoelen, 1 loket, 1 banken etc.”. De gasradiator viel tegen, hij gaf alvast meer gas vrij dan warmte, 50 van de stoelen sieren nog steeds ons zolderzaaltje, het loket weegt 100 kilo en hebben we al vijftien keer van stapelplaats naar stapelplaats verhuisd (het zou zonde en jammer zijn…). De 1 banken zijn opgestookt en daar hebben we spijt van, want ze kwamen nog uit de free-jazzkroeg De Spiegel van Dikke Maurice. Maurice heeft mij trouwens meermaals voorspeld dat ze mij eens met twee mannen in ’t wit zouden buitendragen. Zo’n hectisch huis was immers om zot te worden. De Werf was inderdaad vanaf de eerste jaren hectisch en druk: jaarlijks tussen de 120 en 150 manifestaties voor het publiek. Tel daarbij de talrijke reisvoorstellingen, de duizenden repetities,… . En met al die mensen hebben we gepraat, gediscussieerd, gegeten, gedronken. De hoeveelheden koffie, brood, “toespieze”, bier en wijn moeten gigantisch zijn. Daarentegen hebben we bijzonder weinig champagne gedronken, zijn we zeer zelden op restaurantbezoek geweest. Daar was nooit geld voor, maar dit hebben we ook nooit gemist en het doet mij alvast veel plezier dat in tal van commentaren in dit boek de soep en de boterhammen gesmaakt werden. Duizend verhalen en herinneringen ook, de meeste prettig en door de tijd aangedikt, hier en daar één verdrongen. Het is zoals in de meeste families, want dit zijn we altijd geweest, een familiebedrijf en zo kennen de mensen ons ook. Al zijn er de vele overuren, het is er prettig werken, samen met de collega’s: Marc van de Werf, Veerle van de Werf, Pascal van de Werf, Geert van de Werf, Filip van de Werf, Simon van de Werf, Nico van de Werf, Fabrice van de Werf,… . Sinds kort zijn we gefusioneerd met Het Net en ook die nieuwe collega’s gebruiken meer en meer hun nieuwe familienaam. Ik stop voor ik emotioneel word. Met deze tekst bedoel ik, niet met werken in De Werf. Tenzij twee mannen in ‘t wit mij toch nog moeten komen halen. Maar dat zou mij sterk verwonderen.
Rik van de Werf
5
6
7
© Jan Vernieuwe
15/05/1987
Procesbenefiet stadsmagazine Kan’t?
De beslissing viel op Goede Vrijdag. Je mag denken van de negende Kamer van de Brugse rechtbank wat je wil, maar die heren hadden blijkbaar toch gevoel voor timing en symboliek: op deze Dag des Heren werden Marnix Puype en het Brugse stadsmagazine Kan’t? in eerste aanleg veroordeeld tot een schadebedrag van tweehonderdduizend frank. Motief: “belediging van iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed.” Een paar maanden daarvoor had Kan’t? een artikelreeks gebracht over de politisering van de Brugse magistratuur. Eén magistraat ergerde zich blauw aan tien regeltjes en stapte naar zijn collega’s. Puype en Kan’t? gingen in beroep en om dat te kunnen betalen werd in De (oude) Werf een procesbenefiet georganiseerd. Er heerste een ambiance zoals je die toen in Brugge maar zelden meemaakte. De opkomst was overrompelend. Honderden feestlustigen en sympathisanten moesten geweigerd worden. Die massale sympathie bewees alleen maar dat de Bruggelingen “het gerechtelijke incest” (dixit Paul Goossens) niet namen. Zorgden voor een onvergetelijke avond: Loetje van de Schare en haar lieverdjes uit de Cave aux Folles (met o.a. Pralientje en Dalida), Kamagurka (toen nog als Kamiel Kafka), Herr Seele, One Race, Blue Moon, Raymond van het Groenewoud, Elisa Waut, Jan Decleir, Marec, Paul Goossens (die er van versteld stond dat er nog meer volk was dan voor de De Morgen-benefiet in diezelfde zaal), … Allemaal superklasse, die onvergetelijke avond in mei, lang geleden.
Marnix Puype, medeoprichter en ex-voorzitter van De Werf.
8
9
© Jan Vernieuwe
14/10/1987
GEORGE ADAMs/DON PULLEN QUARTET In Every Town There Is One
George Adams/Don Pullen Quartet. Het (op één na) éérste jazzconcert in De Werf. Het begin van alles, de big bang. Het eerste concert en meteen een schot in de roos. De oude Werf zat stampvol. Om één of andere reden begon het concert met een uur vertraging. George Adams kwam de scène op en beloofde verontschuldigend een spetterend concert. Van de eerste tot de laatste noot was het publiek in de ban van deze grootmeesters. Een memorabele gebeurtenis, een wervelwind van Dionysische en sardonische klanken. George Adams op tenorsax, Don Pullen op piano, Cameron Brown op bas en Bobby Battle, die Dannie Richmond verving, de vaste drummer van het kwartet. De Mingus alumni Adams, Pullen en Richmond maakten een decennium eerder deel uit van een van de laatste working bands van Charles Mingus. Ze zijn te horen op ‘Changes One & Two’ (Atlantic, 1974), een album van een bedwelmende schoonheid. Als Adams in vorm was, dat wisten kenners als Willy Schuyten en Chris Vervaet, wou hij wat graag zingen. Die avond had hij twee songs in petto. ‘How Deep Is The Ocean’ van Irving Berlin en ‘Sophisticated Alice’. Het is bijna 20 jaar geleden, maar nog steeds komen bij momenten flarden muziek en woorden onbewust bovendrijven, alsof ze in het geheugen gegrooved zijn : In every town, in every town there is one In every town there is one We call her the celebrated lady The celebrated one The President, the President… Miss President The president of Don Pullen’s fan club, yeah A hundred and seventy five kilo’s of pure, joy, love and comfort, yeah If you have her on your side you need nobody else We call her the Big Alice, Sophisticated Alice We call her on Earth Beams, on Timeless Records, and Live At The Village Vanguard Big Alice, Sophisticated Alice… Lees deze song als een jubileum song, een metafoor voor 20 jaar De Werf. Filip Delmotte, jazzmedewerker en sinds kort platenbaas in De Werf. 10
11
© Jan Vernieuwe
20/10/1989
Gesloten Spiegels We schrijven anno 1986.
In die tijd stond er in de Werfstraat een groezelig maar gezellig theaterzaaltje met annex bruine kroeg dat zich zopas de naam Kunstencentrum mocht toe-eigenen. De kersverse directeur Rik Bevernage had de euvele moed om scheep te gaan met 4 vrouwelijke amateurs (en toch nog 1 man) voor de realisatie van de poëzie theaterproductie ‘I being born a woman. Edna St.Vincent Millay’. Drie jaar later deed hij deze heksentoer nog eens over. Nochtans had hij de vurige eed gezworen: “Geen wijvenpoëzie meer in mijn kot”. Maar Rik toen nog jong van lijf en leed bezweek voor het vrouwelijk charmeoffensief. En achteraf gezien … bleek de vrouwenstory toch best een meevaller. Na een geslaagde try-out ging in januari 1990 de poëzie theaterproductie ‘Gesloten Spiegels’ in première, gebaseerd op het literaire oeuvre van de Nederlandse dichteres Ellen Warmond. Een bescheiden poging om met sobere theatrale middelen gestalte te geven aan de evolutie van Warmond als dichteres en als mens. In haar poëzie houdt Warmond de lezer een spiegel voor, gaat ze afdalen in de eigen ziel op zoek naar zichzelf en naar een manier om te ontsnappen aan de beperktheid van ons mens zijn. In het Oosters ideaal vindt zij uiteindelijk de voltooiing van de zoektocht. Sonia Debal stond in voor de dramaturgie en de regie. Carine Slabbinck, Johanna Lesage en Joris Dombrecht voor het acteerwerk. Pianist Luc Bogaert schreef enkele eigen composities en Marijke Deweerdt zorgde voor een stijlvolle vormgeving. Opnieuw konden we rekenen op een fantastische ondersteuning van de gehele Werf equipe. We kregen een goed onderkomen, werden op tijd voorzien van de nodige spijs en drank en patron Rik zag er persoonlijk op toe dat de repetitieruimte in die barkoude wintermaanden gezellig warm bleef. En toen ik in november 1991 zelf aan het roer kwam van een theaterschip, realiseerde ik mij hoeveel ik had geleerd van de schipperskwaliteiten van kapitein Rik en zijn bemanning. Door hem leerde ik wat gastvrijheid en respect voor de mensen vóór en achter de schermen - de kunstenaar en het publiek - daadwerkelijk betekenen. Want in De Werf zijn de woorden van Hamlet “Geef de acteurs goede kamers en kijk toe dat ze het naar hun zin hebben. Ze zijn de spiegel en kroniek van de tijd. Hou ze te vriend.” geen uitgeholde slogan maar een krachtdadige slagzin. Merci aan De Werf – de vrienden en de medewerkers – van toen en nu. De Werf heeft sporen getrokken in het Brugse theaterlandschap en mij op het goede spoor gezet. Een dikke proficiat aan iedereen maar vooral aan Rik, de ruwe bolster met de blanke pit, de stoere ‘padvinder’ van het Brugse theaterleven. Een goeie vaart gewenst voor de volgende 20 jaar onder het motto “Small is beautiful en/of The sky is the limit”? Sonia Debal, directrice Cultuurcentrum Brugge en regisseur ‘Gesloten Spiegels’ en ‘I being born a woman’. Edna St.Vincent Millay.
12
© Jan Vernieuwe
13
23/11/1989
Lunchtheaterconcours
Hoewel Kommil Foo een begrip is geworden in Vlaanderen, heb ik er nooit spijt van gehad dat we hun deelname aan het Lunchtheaterconcours vijftien jaar geleden nooit geselecteerd hebben. Met ‘we’ bedoel ik de jury, waarvan ik voorzitter was. Het was niet dát soort theater dat we wilden. Niet dat we wisten wát we precies wilden. We hoopten vooral op beklijvende voorstellingen die onze lunch beter deden verteren. Dat was te hoog gegrepen, zo bleek. En toen ik op de proclamatie eens zei dat de broodjesbelegster Carine Coopman de grote winnaar was van het Lunchtheaterconcours, kon je in de zaal hier en daar tenen horen krullen. Niet ik, maar Rik Bevernage kreeg toen op zijn donder door mijn toespraak, en zo hoort het. Niet dat ik het allemaal zo kwaad bedoeld had : ik wilde gewoon wat diplomatischer zeggen dat het niveau beneden peil was. Maar als je niet scheel kijkt als je ironisch uit de hoek wil komen, snappen de mensen niet steeds dat het ironie is. Al begin ik er nu toch over te twijfelen of het wel ironie wás. Want het is verdomd lang geleden dat ik nog zulke lekkere belegde broodjes gegeten heb. Het heeft toch drie edities geduurd voor we een punt achter het concours zetten. Er waren ook goeie voorstellingen bij, maar te weinig om door te gaan. De béste, heb ik achteraf vernomen van deelnemers die niet geselecteerd werden, waren die van de deelnemers die niet geselecteerd werden. Maar zo gaat dat nu eenmaal met concoursen.
Jon Misselyn, hoofdredacteur Moon Art Gallery, ex- hoofdredacteur Uitkrant Brugge, jurylid Lunchtheaterconcours.
14
© Jan Vernieuwe
15
04/04/1990
Betty Carter
Momentopnames
Komt het Henry Threadgill Sextett, waarvoor we een hotelsponsoring losweken die inhoudt dat de ‘zeven’ artiesten – sextet plus t – elk in een ander hotel ondergebracht worden… and they where not amused ! Een andere zeer merkwaardige figuur die langskomt is Odean Pope, vaste tenorist bij Max Roach. Pope komt met een trio waarin ook bassist Tyrone Brown, zowel bekend van bij Roach als bij Sonny Rollins. Pope en het trio geven een bevlogen concert. Wat mij vooral bijblijft is het niet aflatende geruzie tussen Odean en mevrouw Pope, in de auto van hotel naar restaurant, in het restaurant, op weg naar De Werf en later terug naar het hotel… We krijgen de toen nog nauwelijks bekende Cassandra Wilson over de vloer en nog later het Archie Shepp Quartet met Horace Parlan. Archie die met een pijnlijk onderkoelde beleefdheid iedereen nadrukkelijk met Sir aanspreekt, zich met zijn kompanen opsluit in de loge en die donkerblauw blaast. Dan komt een échte diva, Betty Carter, die ik in de pauze moet meedelen dat die zelfde nacht haar hartsvriendin én mentor Sarah Vaughan overleden is. Even denk ik dat het concert nu écht wel over is, maar Betty Carter brengt een ongelooflijk beklijvende tweede set.
Willy Schuyten, jazzaficionado en -programmator van De Werf.
16
© Jan Vernieuwe
17
26/02/1991
Zomernacht
Twee paar verliefde mensenkinderen werden belaagd door bosnimfen, saters, koningen en koninginnen en ander gespuis. Tussen deze demonen liep er een soort kobold met baard die geloofde in deze verknipte Shakespeare-verzinsels. Hij voedde die dwazen en gaf ze veel te drinken. Maar bovenal soigneerde hij hun geweten, hij was als een hoestsiroop voor hun zielen. Die man was en is Rik Bevernage en wij waren 't Gebroed. We speelden, haast zonder het te weten, ‘Droom van een zomernacht’ van William Shakespeare in de bewerking van Hugo Claus. P.S.: Lang voor die tijd heb ik in De Werf voor het eerst Raymond van het Groenewoud in levenden lijve ontmoet en mocht ik mij vergissen, is dat heel jammer, want het is de enige plek waar het had moeten gebeuren. Merci, Rik!
Jan Decleir, Jan Decleir!
18
© Jan Vernieuwe
19
05/03/1991
KD’s Basement Party
Die foto (precies 85 kg … moet vóór de zenuwslopende opera geweest zijn). Die baskets … (10 $). En dan, onderaan, 1991. Dit moet nog de oude De Werf zijn. Net terug uit New York, op het podium met KD’s Basement Party. Na het concert, aan de lange toog, verhitte discussies tussen “kenners” over de zonet gehoorde muziek. Is dit eigenlijk nog JAZZ? De eerste kennismaking met Rik Bevernage, Willy Schuyten en de rest van de equipe in de bar. Het voelt aan alsof deze plek altijd al mijn thuishaven geweest is; gemoedelijk, no nonsense, gevloek, droge West-Vlaamse humor, maar vooral het hart en de lever op de juiste plaats. Onvoorstelbaar eigenlijk, geboren in Brugge, maar hier voordien nooit geweest. De rest is geschiedenis … Een verrassende geschiedenis die zich - godverdomme-gewijs, eigenzinnig, respectvol, lachend, hardwerkend, ‘duvelend’ en improviserend – ontpopt heeft tot de bakermat van de Belgische JAZZ. Thanks iedereen.
Kris Defoort, componist en pianist.
20
© Jean-Pierre Tillaert
21
06/04/1991
Afbraakfuif
Het is anno 2006 nauwelijks voor te stellen, maar vijftien jaar geleden werden nog via een "Afbraakfuif" fondsen ingezameld voor de nieuwe Werf. En toch: de foto bewijst het. Ik klop er luchtig op los terwijl mijn kompaan Marnix ietwat bezorgd toekijkt. Meer dan terecht overigens, want in een vlaag van overacting klopte ik tot de vonken uit de muur sprongen... Bleek dat ik de elektriciteitsleiding doorgebonkt had. Gelukkig is dergelijk naturalistisch toneel uit de Werfstraat verdwenen. Vonken echter zijn er des te meer, maar dan op het podium. Een team van 18 enthousiaste kunstenmogelijkmakers zijn druk in de weer met de artiesten om de bezoeker te ontroeren en, als het even kan, de dingen na de voorstelling eens anders te bekijken. Zij hebben wat velen missen in hun job: zingeving. Proficiat!
Jan Rachels, aannemer in cultuur (o.a.).
22
© Jan Vernieuwe
Zomer 1991
THEATERBOOT DE WERF
We gaan geen zes maanden stilliggen” waren de woorden van de directeur toen bleek dat na de afbraak
“
van de ‘oude’ De Werf de ‘nieuwe’ De Werf pas na een half jaar zou verrijzen. Zes maanden geen activiteiten was ondenkbaar. Eén groot probleem: een locatie om die periode te overbruggen. Op vandaag is Brugge volgestouwd met cultuurhuizen groot en klein maar anno 1991 was een ruimte vinden geen sinecure. In een onbewaakt ogenblik, hoogstwaarschijnlijk aan de toog van De Werf, liet ik mij ontvallen dat ik iemand kende die een binnenschip had, een motorspits met de niet mis te verstane naam ‘’t Rooie Roer’. Het ruim van dit vaartuig was omgebouwd tot een plek waar fuiven en optredens konden plaatsvinden. Het licht begon te dagen bij de directeur! Op een mooie namiddag trok een delegatie van De Werf naar Nieuwpoort waar het vaartuig lag aangemeerd. Actrice Ineke Nijssen werd meegenomen om ook een artistieke kijk op het geheel te krijgen. Diezelfde namiddag nog was de kogel door de kerk: dit was het! Op een zonovergoten dag werd ‘’t Rooie Roer’ met de voltallige De Werf-ploeg naar Brugge overgebracht. Er werd aangemeerd aan de Kruisvest, de kajuit werd het kantoor en de laadruimte de theaterzaal. Meer dan veertig activiteiten, waaronder twee nieuwe theaterproducties (‘Een Deux-Pièces’ en ‘Jenny’), werden er in die periode georganiseerd. Ik herinner me condensatiedruppels die naar beneden kwamen bij bomvolle concerten, ik herinner me slecht gebakken pannenkoeken bij een kindervoorstelling wegens verkeerd aangesloten fornuizen, ik herinner me voorstellingen die met veel moeite in de ruimte werden gepropt, ik herinner me performers die bij gebrek aan plaats in de boot een deel van de voorstelling op het dak speelden, ik herinner me opvoeringen die afgebroken werden wegens de tikkende regen. ‘’t Rooie Roer’ heeft in die periode inderdaad zes maanden stilgelegen, wat van De Werf en zijn medewerkers niet gezegd kon worden.
Marc Vanrafelghem, theaterprogrammator De Werf.
24
© Geert Bevernage
25
02/11/1991
De ‘nieuwe’ Werf
Bezoekers van “de oude Werf” zullen het zich ongetwijfeld herinneren: het was een min of meer openlucht theater. In de winter startten we de theatervoorstellingen aan 30 graden om na een half uur een verplichte pauze in te lassen wegens acteurs en aanwezigen met bevriezingsverschijnselen. Bij regenweer waren directeur en theaterprogrammator tijdens de voorstellingen op de kruipzolder te vinden, bezig met emmers en drankplateaus op strategische plaatsen aan te brengen en te ledigen. En toch sloeg de paniek toe toen de bierhandel besloot het bouwvallige pand te verkopen. Gelukkig was er vzw Breyghel, uitgever van de toenmalige Uitkrant, die aanbood het gebouw aan te kopen en op te kalefateren. Dit laatste bleek ondoenbaar, de enige uitweg was afbreken en opnieuw beginnen, aldus architect Chris Maertens. Ook hier aarzelde vzw Breyghel niet en met eigen middelen en sponsoring werd een nieuw theatergebouw neergepoot. Een krachttoer die niemand nadeed: een nieuwe infrastructuur voor podiumkunsten realiseren met private middelen, zonder één frank subsidiegeld. En niet alleen werd dit gerealiseerd in amper zes maanden tijd – op 31 maart hadden we nog een concert met het Anthony Braxton Quartet, op 2 november opende Compagnie De Koe de nieuwe zaal met ‘Epiloog van de eenzaamheid’ – maar bovendien werd het budget met geen frank overschreden. Op dit vlak deed de tandem Maertens-Bevernage het alvast beter dan Robberecht-Moenaert. De Werf heeft het nieuwe pand vervolgens een tiental jaar gehuurd aan vzw Breyghel tegen een ware vriendenprijs. In 2002 tenslotte werd overgegaan tot de aankoop door vzw De Werf via een maandelijkse afbetaling. Als alles goed gaat wordt deze transactie voltooid in 2014.
Rik Bevernage.
26
27 © Jan Vernieuwe
15/11/91
Bram Vermeulen
De Werf is steeds een beetje thuiskomen.
Met open armen ontvangen worden.
Dat gevoel moet ook Bram meteen gehad hebben toen hij voor het eerst de nog oude Werf binnenstapte. Waarom neem je anders 2 van je belangrijkste CD's op in Brugge, in dit klein maar zo heerlijk warm theatertje. Voor Bram waren plaatsen en mensen belangrijk, en terugkeren naar dezelfde plaats een nieuwe steen verleggen in die stroom. Geheel onverwacht en veel te vroeg verliet Bram in 2004 dit aardse bestaan, maar de herinneringen blijven onuitgewist en ook zijn muziek. Tijdens dit grootse parcours van Bram is ook De Werf en zijn schitterende equipe van belang geweest, anders kan niet ! Bram zal tevreden toekijken op 1 september en het glas meeheffen ! Leuk détail op de foto en o zo Bram ; niet één glas maar 2 glazen rode wijn om mee te feesten in deze polonaise van het leven, nogmaals het bewijs dat Bram een echte Bourgondiër was ! Doe er nog minstens 20 bij !
Jean Tant, Kras Artists - management Bram Vermeulen.
28
© Jan Vernieuwe
29
07/11/1992
Wakitchaga
Zo gewoon, zo buitengewoon
Doe maar gewoon’’, zei mijn moeder altijd. “Dan nog zult ge overschot hebben.’’
“
Laat het nu net dat gewone zijn dat ik in De Werf altijd zo buitengewoon heb gevonden. Het heeft alles te maken met de bewoners en het huis. Hier heb ik als theatermaker mensen gevonden met een ongelooflijke goesting die aansteekt, met een kracht waar ik rillingen van krijg en met een warmte die me nog warmer maakt. Mensen zonder franjes, pur sang. En zo heb ik ze het liefst. Hier heb ik mooie mensen groot zien worden, van jonge speler naar grote speler of theatermaker. En weerom met die force en die liefde voor het vak omdat ze zich geborgen weten in dit warme nest. Warmte, ja. Want dit huis is er een met een ziel. Hier dragen we mekaar met simpele woorden. Hier worden de dingen gezegd, gewoon zoals ze zijn. En bij een goed glas zeggen we ze nog eens. Dat glas wil ik nu heffen, op die voorbije twintig jaar. En op meer. Want ik wil wel omzien in tevredenheid, maar ik ben slecht in het zwelgen in de nostalgie. Daarvoor ligt dit huis en zijn toekomst me te veel aan het hart. Ik wil over twintig jaar nog net zo goed dat glas laten klinken als nu. Ik drink op de toekomst van dit huis. Want laat nu net dàt de uitdaging zijn. Hoe zal de kleine speler van weleer, die steeds maar groeit, overeind blijven en toch zijn ziel en eigenheid bewaren. Klein in zijn groot zijn. En groot in zijn klein zijn. Laat ons daarop klinken. En voor de rest… heel gewoon doen.
Rik De Jonghe, regisseur van o.a. theaterproducties met jongeren in De Werf.
30
31
© Jean Godecharle
27/05/1992
Portretten
P
‘ ortretten’, een muziektheatervoorstelling, getekend Philip Vandenberghe, Dick van der Harst en Guy Cassiers. Guido Naessens zingt en vertelt, begeleid door 4 muzikanten. 26 mei 1992 20u de generale repetitie in De Werf. Een van de muzikanten, onze hoboïst, zou wat later zijn. Om 21u nog altijd geen spoor van Luc, een 20-tal toeschouwers houden we aan de praat. Plots telefoon. “Hallo, met Luc”, hij had toen al een gsm, “pech en daarbovenop nog file, het zal zeker 22u worden als ik er aan kom”. Vervelend voor hem, vervelend voor ons, vervelend voor de toeschouwers. Laat ons dan toch maar met zijn allen een pintje gaan pakken op de goede afloop, Luc zou ons bellen als hij er bijna was. Een café met TV, de koningin Elisabethwedstrijd. Een tweede pintje zal de generale niet bederven, vinden we. Ondertussen is ons publiek uitgedund tot 5 personen. De camera zoemt in op het orkest. We dagdromen of toch niet: Luc, onze hoboïst, speelt mee in het orkest. De wedstrijd wordt live uitgezonden, het is bijna 22u en duurt nog ruim een half uur. Om 23u30 stormt hij binnen “man, man, man, pech, pech, pech”. Precies om middernacht start de generale. Dat waren nog eens producties op De Werf.
Hans Bruneel, directeur Het muziek Lod.
32
© Jan Vernieuwe
33
18/12/1993
JazzLab Series
We maken de opkomst mee van de zogenaamde ‘gouden generatie’ : jonge musici van bij ons die voor het eerst echte jazzopleidingen konden doorlopen aan bepaalde conservatoria en privé jazzscholen. België bulkt gewoon van het talent. Na een sabbatjaar in Brussel kom ik naar De Werf terug met een idee: laat ons ook concerten organiseren voor jonge, talentvolle jazzgroepen en musici van bij ons, met dezelfde aandacht die we besteden aan de ‘grote internationale namen’: we bieden hen een écht podium, prima techniek, een prachtige vleugel met daar bovenop een heuse perscampagne. We zoeken partners om, samen met ons, in andere steden het zelfde te doen. De Werf en Rik Bevernage staan open voor het idee. De Gele Zaal in Gent, waar ik toen ook instond voor de jazzprogrammatie, stapt onmiddellijk mee het bad in. Ik bedenk een naam: JazzLab Series. Lab staat voor Laboratory en Series voor continuïteit. Vanaf dat moment passeren al onze jongens en meisjes de revue: Frank Vaganée/Mike Del Ferro Quintet bijten de spits af, Nathalie Loriers stelt haar eerste kwartet voor met o.m. Jeroen Van Herzeele. Kris Defoort, net terug uit NYC, stelt zijn Basement Party voor waarin naast hemzelf op piano zijn broer Bart Defoort op sax, Michel Massot op tuba en de volledige kern van Aka Moon. Allemaal komen ze aan bod, de jonge leeuwen: Ben Sluijs, Jeroen Van Herzeele, Kurt Van Herck, Erik Vermeulen, Aka Moon, Trio Grande, Octurn, Yvan Paduart, Fabrice Alleman… te veel om op te noemen. Nooit werd het minste onderscheid gemaakt tussen afkomst en taalrol: de taal van de jazz is universeel en echt talent kent geen grenzen. Al zeer vroeg in de reeks springt ook Limelight in Kortrijk in de dans, op de hielen gezeten door Netwerk in Aalst en De Spiegel in Sint-Niklaas. De rest van het verhaal is genoegzaam gekend. Vandaag leidt de vzw JazzLab Series een eigen leven, los van zijn bakermat De Werf. Ondertussen zijn er, over het hele Vlaamse landschap verspreid, tussen de dertien en vijftien vaste partners die intekenen op de concertreeksen.
Willy Schuyten, jazzaficionado, stichter en voorzitter JazzLab Series.
34
© Jan Vernieuwe 35
29/05/1993
Wynton Marsalis Band
We krijgen het ongelooflijke aanbod om twee avonden na elkaar de Wynton Marsalis Band te organiseren. De booking agent eist voor Wynton een hotelsuite mét vleugelpiano. Het huis Rombaux maakt dit mogelijk. Ze komen in Brugge toe met een luxe toerbus. Drie roadmanagers schermen Wynton van iedereen af en doen moeilijk over alles en nog wat. Die eerste middag al wordt het ijs gebroken in het (gesponsorde) restaurant Den Braamberg. Wynton blijkt een supersympathieke en toegankelijke kerel. ‘s Avonds is De Werf te klein en krijgen we een onvergetelijk concert van, volgens mij althans, zijn beste band ooit. Heel de jazzgeschiedenis passeert de revue en er volgt een staande ovatie. Drie bisnummers zijn nauwelijks genoeg. De volgende avond het zelfde scenario. Tijdens de pauze leer ik Wynton in zijn loge een paar woorden West-Vlaams. Ik zeg hem dat hij na het derde bisnummer moet zeggen: “tes tit dat uut es”. En ja hoor : derde bisnummer en… hij zégt het in feilloos West-Vlaams. De zaal gaat plat ! Het publiek is in een euforische stemming. Ik breng Wynton naar zijn hotelsuite waar hij de tijd neemt om ons uitvoerig te bedanken voor alle goede zorgen en om te vertellen over zijn inzichten in de jazz én de klassieke muziek. Toentertijd nam hij nogal wat klassieke platen op en hij vertelt dat wanneer hij aan een klassiek project begint, hij drie maanden totaal stopt met jazz spelen en uren achter elkaar oefent op klassieke trompetpartijen, gewoon omdat het aanblazen totaal verschillend is.
Willy Schuyten, jazzaficionado, ondervoorzitter vzw Jazz Brugge.
36
37
© Jan Vernieuwe
16/09/1993
Mutate Nomine
Ik was niet volledig vrij van verontrustende gewaarwordingen in deze poging om jongeren te laten samenwerken met professionelen. Dit leverde mij uiteraard voor het eerst interessante budgetten op, maar meer dan eens werd ik bevangen door twijfel bij de gedachte dat ik zonder meer mijn metgezellen en mezelf de rug had toegekeerd. Herhaaldelijk heb ik De Werf overvallen met bendes opgezweepte jongeren in de opmars naar een of andere première. Ik kan mij de algemene consternatie voorstellen: Ai… hoeveel heeft ze er deze keer mee! Ofschoon ik menigmaal de boel op zijn kop heb gezet en ooit wel eens persona non grata werd genoemd… moeten jullie mij toch op onverklaarbare wijze graag gezien hebben. Veel van mijn schuinsmarcherende discipelen hebben zich tot professionelen ontpopt en het leven blijft enigszins opwindend wanneer ik repeteer in de Groenplaats, met hen, in de zaal naast mij. Namen ga ik niet noemen want ik heb van Rik maar 20 regels gekregen. Hun prikkeling voor theater werd chronisch in De Werf. Het kan ook niet genoeg geprezen worden dat Geert, de meest getrouwe afspiegeling van mijn escapades, keer op keer werd ingezet. Liefste Werf, strikt genomen gaat het over creëren… ik noem het bandeloos genieten. Daarom wil ik met krachtige adem merci roepen, merci in naam van al deze jongeren die van deze thuis hebben mogen genieten en nog genieten. P.S.: En dat ik in dit isolement nog lang mag blijven mijn goesting doen! Anderen moeten maar geschiedenis maken.
Inge Schaillée regisseerde voor De Werf ‘Mutate Nomine’, ‘Rroma’ en ‘Blue’s’. Resideerde talloze keren met haar leerlingen Woordkunst-Drama in De Werf en de Groenplaats.
38
39
© Jan Vernieuwe
08/03/1994
Ombat De Werf in Twintig Regels!
Cho ja! De Werf in twintig regels. ... Vertel ’s uw leven in twintig regels. Dat gaat toch ook niet. Enfin dat gaat wel maar wat hebt ge dan gezegd... !? Ik ben vroeger bij de scouts geweest. Elke zondagmorgen. En ook op kamp. Ik was toen beginnen puberen dat de stukken d’er af vlogen. Voelde me diep ongelukkig en onbegrepen. Door mijn ouders. Door ’t school. (Was ook zo, bleek achteraf) Maar dan op zondag waren er die scouts. Daar waren geen volwassenen bij. Dat waren jongens ondereen. Ge moest daar niet opletten dat ge geen regels overtrad. Ge werd daar in uw waarde gelaten. Ge hield u van zelf aan een aantal regels. En ge kon daar doen wat ge wou. D’r moest daar ook van alles gebeuren. Hard werken dikwijls. Maar dat kostte geen moeite. Een eiland van vrijheid in een oceaan van jezuïeten, stomme wiskunde, belachelijke kleren die ge moest aan doen, uw haar dat gekamd moest zijn, ouders die altijd slecht gezind waren omdat ze het moeilijk hadden met hun werk, met mekaar, met hun eigen en dan kwam ik daar nog es met mijn slechte rapporten... De wereld bestond uit louter onheil. Behalve op zondag ochtend. Later in de theatersector moest ge ook aan van alles voldoen. En als ge dat deed lachte nog iedereen u uit als ge geld vroeg. ‘Maar vriendeke toch. Wie denkte gij wel dat ge zijt.’ ‘Ik ben Peter de Graef meneer.’ ‘Awel ja maar wie is dat?’ En dan stond ge daar met uw mond vol tanden want ge kende het antwoord al: ‘Niemand.’ Had ik eindelijk met mijn eigen spaarcenten een zelfgeschreven monoloog geproduceerd. ‘Iedereen op zijn achterste poten. De ontdekking van de eeuw. Waar komt die vandaan ineens!?’ Daarna zijn anderen op grond daarvan subsidie gaan aanvragen en ze hebben die gekregen. Subsidie waarmee ze van alles hebben gedaan behalve nog een ideetje dat ik had, financieren. Kortom; de wereld bestond uit louter onheil. (Ik geef toe dat ik niet zo goed ben in politiek en deelnemen aan ons-kent-ons-cultuur. (nog altijd niet) Ik zit met te veel andere dingen in mijne kop.) En toen kwam ik met ‘het ideetje dat ik had’ bij De Werf terecht. Die wilden mij direct helpen en ik weet nog dat Marc mij uitdrukkelijk vroeg om geen andere producenten te zoeken verder... Waardoor ik enorm het gevoel kreeg dat ‘mijn ideetje’ deugde blijkbaar. Dat weet ik nog goed. Ik ben hier toen begonnen en dat was hier gelijk bij de scouts. Jongens ondereen. Ge moest niet opletten op wat ge zei of op hoe ge waart. Voor niemand niet. Hoewel er onoverbrugbare verschillen waren tussen bijvoorbeeld Rik met zijn communisme en ik met mijn boeddhistisch geïnspireerde spiritualiteit maar... ‘k weet niet. We gingen mekaar daarvoor toch niet de strot afbijten. Ge werd in uw waarde gelaten en ge hield U vanzelf aan een aantal regels. D’r werd hard gewerkt maar dat kostte geen moeite. En ge kon doen wat ge wilde. Het was gelijke een eiland in een redelijk cynische en enigszins onverbiddelijke sector. Dat eerste ‘ideetje dat ik had’ droeg als titel : Ombat. Daarna kwamen de ideetjes ‘Henry’, ‘Hun!’, ‘De drie mannen van Ypsilanti’, ‘Valsch Haar’... het verhaal is bekend. Tegen dan was ikzelf al lang gelanceerd en was De Werf bezig met nog andere Peter De Graefjes aan startblokken te helpen... Jammer. Ik ben ondertussen behoorlijk tevreden met mijn leven en met alles. Maar zo leuk en spannend als toen... wordt het nooit meer. Dat is gewoon zo. Tja! Dat zijn nu 34 regels. D’r moeten d’r dus veertien terug uit. Maar dat moogt ge zelf doen. Peter De Graef, schrijver, regisseur, speler, bedenker van theatervoorstellingen. Maakte in en met De Werf ‘Ombat’, ‘Henry’, ‘Hun!’ ‘De drie mannen van Ypsilanti’ en ‘Valsch Haar’.
40
41
© Jan Vernieuwe
24/03/1994
De dag dat de hemel neerstortte
Er bestaan drie recepten om uit te testen of de liefde tussen 2 partners tegen een stoot bestendigd is: samen werken, samen reizen, samen vrijen. Ik beken, wij hebben samen gewerkt. Het werden drie producties die mij blijvend zullen tekenen. De dag dat de hemel neerstortte, Rabelais, Valsch Haar. Twee keer met Rudi Genbrugge, twee keer met Peter De Graef, één keer met Lucas Vandervost, één keer Frans Grapperhaus, en bijna altijd Pascal Lervant. Lervant, pars pro toto voor de hele Werf-ploeg. Ik beken, wij hebben samen gereisd. Niet alleen bij nacht en ontij in een Iveco-bus Vlaanderen en grote delen van Nederland afgehotst, maar ook gereisd in ons hoofd, op zoek naar de grenzen van Utopia. En over dat vrijen ... Als je vrijen omschrijft als het intens activeren van spieren zodat vrijgekomen lichaamsvochten kunnen worden uitgewisseld, ja dan hebben wij gevrijd. Bloed, zweet, en tranen heb ik gelaten, en veel speeksel. Gekotst van de stress, in mijn broek gepist van het lachen. Over de andere sappen zullen we maar zwijgen. Behalve dat ene sap dat in de hersenen de stof aanmaakt waardoor slechte herinneringen worden gewist en goede blijven bewaard. Tot binnen 5 jaar !
Herwig De Weerdt, schrijver, acteur en verteller van ‘De dag dat de hemel neerstortte’, ‘Rabelais’ en ‘Valsch Haar’.
42
© Jean Godecharle
43
07/10/1994
Contrarie
Ik was klein en ik keek naar een grote mens op een groot podium. ‘Dat is Jan Decleir’, zei mijn pa. ‘Een acteur.’ Ik dacht: ‘Hij doet een beetje raar, maar 't is precies wel plezant’. Ik was klein en ik zat op een hoge barkruk aan een hoge bar. ‘Dat is Rik Bevernage’, zei mijn pa. ‘Een communist.’ Ik dacht: ‘Hij doet een beetje raar, maar hij heeft goede limonade’. Daar en toen besloot ik: ‘Ofwel word ik acteur, ofwel communist.’ Ik werd van alletwee een beetje. Maar zeg het niet voort.
Pepijn Lievens, auteur en acteur van en in verschillende De Werf-theaterproducties.
44
© Jean Godecharle
45
15/02/1995
Hun!
Toen Peter De Graef en ik vorig jaar te gast waren in De Werf met de productie ‘…Iets over de Liefde’, zat Koen van Impe in de zaal. Ineens waren we er weer, wij met de drie van ‘Hun!’ En Rik, en Veerle, en Marc, en Geert, en Pascal en…. Het is een avond geworden van kletsen over vroeger, oeverloos citeren uit ‘Hun!’, een echte reünie, plannen smeden voor een Hun!-herneming, melancholie naar toen, sentimenteel en wel… Enfin, Peter en ik weer “karren” naar Antwerpen, en ter hoogte van pakweg Evergem, tegen mekaar tot de slotsom komen van een heerlijke avond: -“Goeie plek, he, De Werf?” -“Goeie plek, ja…..” -….. -….. -“Echt goeie plek, he?” -“De beste.” -…. -…. -“Ja, de beste….” Merci Werfers.
Katelijne Verbeke, speelde mee in ‘Hun!’ en regisseerde ‘Mevrouw Troussotzky’.
46
© Ingrid De Mecheleer
47
26/02/1996
Rabelais
Als ik aan De Werf denk, dan denk ik aan… alcohol. Ook wel wat aan Breugeliaans belegde boterhammen en Aan die grote schranstafel op ’t eerste waar iedereen samen eet. Maar vooral toch aan alcohol. Dan denk ik verder aan een barbecue bij mij thuis in Nijlen, in de stille Kempen. We spreken mei ’96, fin de saison en ter afsluiting van de productie ‘Rabelais’. Hoe de voltallige De Werf toen, aangevoerd door opperhoofd Rik, in ware commandostijl toekwam mét: tafels, stoelen, barbecuestellen, booze en eten, borden en bestek, servetjes, houtskool en aanmaakblokjes, visgerei jawel (hengels en warempel leefnetten), en nog meer booze en nog meer eten, afwassponsjes en Dreft-nog-aan-toe. Tot en met de vuilniszakken. De Werf, nooit en niks vergeten. Respect. En hoe diezelfde schavuiten halverwege de nacht, in kracht gehalveerd door gestaag drankmisbruik en door té onversaagd vuurdansen (barrevoets uiteraard), er toch in slaagden het terrein in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Om tenslotte tegen het ochtendgloren, schor maar tevreden, in een wuivende karavaan weder westwaarts te keren, alles terug met zich meezeulend. Tot en met de vuilniszakken. De Werf, nooit en niks vergeten. Respect. Heerlijk, eerlijk, een beetje zoals familie; Ze mogen altijd nog eens terugkomen.
Rudi Genbrugge & Koboï, Rudi componeerde en musiceerde bij ‘De dag dat de hemel neerstortte’ en ‘Rabelais’. Koboï inspireerde hem daarbij.
48
© Jan Vernieuwe
49
15/03/1996
Zwaluw, Zwaluw, kleine Zwaluw
Een speellijst krijgen en tot de vaststelling komen dat ik niet in De Werf speel vind ik altijd jammer. De warme ontvangst, de interesse, de betrokkenheid, de gesprekken na het spelen maken dat De Werf één van de weinige plaatsen is waar ik mij als acteur thuis voel. Ik kreeg de mogelijkheid bepaalde ideeën op een schetsmatige manier uit te werken. Een paar dagen aan iets werken, iets uitproberen. Zonder grote druk. Zonder rekening te moeten houden met speelduurtijd. Zalig! Zo is daar bijvoorbeeld op zolder ‘De Kikkerkoning’ geboren (later als voorstelling uitgewerkt bij Villanella). Ook bij het maken van een voorstelling was het een aangename, inspirerende plek. De samenwerking met Geert Vandewalle bij ‘Zwaluw, Zwaluw, kleine Zwaluw’ was bijzonder. Niet enkel zijn technische maar ook zijn artistiek-creatieve inbreng. Genoeg gestoeft.
An De Donder, all-round toneelmaakster van in het bijzonder wonderlijke kindertheatervoorstellingen.
50
51
© Jan Darthet
28/09/1996
JaJaJa – naar MacBeth We waren nog jong, zeg maar kinderen. Maar we speelden MacBeth of: het verderf van de onschuld. Op zeer korte tijd waren we volwassen geworden, acteurs zeg maar. We keken naar Pulp Fiction, we hadden al een beha, we lazen Shakespeare en de Playboy, we voerden discussies of Marlboro Light al dan niet voor mietjes was, we hadden elk weekend strafstudie, en natuurlijk wisten we al lang wat het verschil was tussen pijpen en neuken. We waren aandachtsbezeten en bereikten altijd ons doel, en ons doel dat was het podium. We gooiden een varkensfoetus door de lucht, namen als professionals bloemen en applaus in ontvangst en na de voorstelling knikten we gedistantieerd het publiek toe. Ons mama meden we angstvallig (want in haar trotse buien was ze in staat je ‘en plein publique’ te komen zoenen). Maar eens thuis, ver van spots en aandacht, wasten we onze handen en het water was vuiler dan we konden vermoeden. Opnieuw zuiver gingen we mama een zoen geven. Blakend van herwonnen onschuld haalden we voor het slapengaan de zakdoekjes uit ons beha. We lazen in bed nog wat in ons bibliotheekboek. Beslist geen Shakespeare. Onschuld was je minder snel af dan verderf. De voorstellingen liepen ten einde. En in al die tijd die het zwarte gat groot is, heb ik me even teruggetrokken in mijn kamer. Niet om stiekem Marlboro’s te gaan roken. Neen, in de beslotenheid van mijn zolderkamer heb ik heel voorzichtig het woordenboek doorbladerd. En eerlijk gezegd, van de raadselachtige uitleg ben ik niet veel slimmer geworden. Neuken gemeenz coïteren. Pijpen gemeenz aan fellatio doen. We speelden niet MacBeth. We speelden JaJaJa, of: de vermomming van de onschuld. We speelden gewoon onszelf.
Lara Taveirne, speelde mee in ‘JaJaJa – naar MacBeth’ en maakt nu haar eigen theatervoorstellingen.
52
© Jan Vernieuwe
53
03/01/1997
Zwijg Kleine
Ooit vroeg een gelegenheidsgezelschap mij of ik een bewerking wou maken van ‘Zwijg Kleine’. “Houdt u alstublieft niet in en doe vooral uw goesting” werd mij op het hart gedrukt. Nadat ik de tekst in een frivool doch keurig West-Vlaams jasje had gegoten kreeg ik van de spelers prompt het etiket vetmester opgekleefd. Maar ze moesten zij niet veel “klappen” want het waren stuk voor stuk zelf allemaal ongemanierde varkens die om en bij de honderd en vijfentwintig kilo per persoon wogen. Uitgezonderd de kleine maar die vlerk compenseerde zijn matige vijftig kilo met een lengte van 2m10. Ondanks het feit dat er ondertussen een lichte vorm van seniliteit mijn leven kwam binnengeslenterd herinner ik mij tien jaar na datum nog bijna elk moment van deze uitzonderlijke productie. Deuren vlogen open en terwijl een aftands decap orgel zich een beroerte pufte zetten moeder Yvonne, vader Robert, kleine Eddy, nonkel Willy, Tantanna, Gerda, François en Jacqueline het veel te kleine roze livingske meteen in een hilarische gloed. Een uitvergroting, een karikatuur. De spelvreugde spetterde in het rond en greep het publiek moeiteloos bij de kraag. Met de drank kwam de binnenkant van de personages naar buiten. De humorist in ieder van hen baande zich een weg. Maar ook de diepste zielenroerselen gutsten als gulpen bittere gal naar boven. Aantrekken en afstoten, niet slaan of zalven. Elk verwijt werd met een compliment gemaskeerd. Zij die het hebben meegemaakt herinneren het zich ongetwijfeld. Zij die er niet waren beklagen het zich nu nog.
Bart Cardoen, naast concert- en cafébezoeker bijwijlen ook auteur.
54
© Jan Vernieuwe
55
28/01/1997
Bart Defoort Quartet
Dank je Rik en de ganse De Werf-equipe voor deze 20 jaar waarbij elk ontvangst in een warme sfeer gebeurde en waarbij elk concert waaraan ik mocht deelnemen zeer professioneel werd omkaderd. Dank je voor het vertrouwen en het geloof in de vaderlandse jazz en ook voor de durf en de grote inzet om die te steunen en te promoten. Lang leve De Werf!
Bart Defoort, componist en muzikant, is naast 2 cd’s onder eigen naam op tal van W.E.R.F.-producties te horen.
56
© Jean-Pierre Tillaert
57
17/10/1997
Jules de Schorpioen en de Genade
Unbreakable
In 1997 lag ik na een ongeval in het ziekenhuis met een rugblessure. Een breuk eigenlijk. Ik had veel geluk gehad, maar moest toch een maand lang in bed doorbrengen. Ik werd verzorgd door mooie verpleegsters, kreeg drie maaltijden per dag op vaste tijdstippen, en werd bezocht door al mijn goeie vrienden, die steevast flessen wijn en allerlei lekkers meebrachten. Als dit alles op Tahiti was gebeurd zou het niet meer serieus zijn geweest. Maar ik was in al deze luxe omringd door pijn, ziekte, dood en afzien. Daar begon ik aan ‘Jules de Schorpioen’ te schrijven. Ik kreeg bloemen van De Werf. Beterschap. Ik stelde hen mijn project voor. De Werf wilde produceren. Jules zou een monoloog worden die ikzelf ging spelen. Nog datzelfde jaar ging ‘Jules de Schorpioen en de Genade’ in première in de Werfstraat. Zelden is een jaar in mijn leven zo intens en compleet geweest als toen. Eeuwige dank.
Koen Van Impe, schreef en speelde ‘Jules de Schorpioen en de Genade’ en acteerde in ‘Hun!’.
58
59
© Jan Vernieuwe
01/04/1999
Eins, Zwei, Drei, was ist ein ei?
De Joodse Vrouw’ en een vraag van De Werf.
‘
Hoe breng je dit niet eens zo ver verleden naar vandaag? Kan dit op locatie? Waar vluchtelingen van vandaag wonen? Het asielcentrum zou meer zijn dan een decor en zijn bewoners meer dan toeschouwers. Bezoekers zouden meer zien en horen: het contact met asielzoekers moest erbij. Het werd: ‘Eins Zwei Drei, was ist ein Ei?’. Er was geen beginnen aan vooraf aan vluchtelingen uit te leggen dat ook hun verhaal vertolkt zou worden. Eerst zijdelings, maar nadien zo in het midden. De oorlogsactualiteit van het avondjournaal in de voorstelling om 20u. Wisten wij veel dat een niet in te schatten hoeveelheid prullaria tot een decor kan worden, dat de magie van een kelder het publiek bijeen brengt, en dat techniek tovert? Hadden we verwacht dat “de poort en de gang” niet enkel van vreemden maar ook van Bruggelingen was? Dit stuk had symboliek. Twee dagen nog voor de eerste voorstelling: de wendingen in het verhaal, de groeiende onzekerheid. Ook dat kennen we in het werken met asielzoekers. Na die eerste voorstelling volgt pers, een goede radiorecensie. Het stuk weegt ook artistiek. Het universum van drie acteurs. De locatie juist gebruikt. Drie weken volgeboekt met bezoekers die méér zien en horen, en bewoners die het stuk nog altijd wat vreemd vinden, maar die wel houden van de sfeer. De vraag van ‘De Werf’: beantwoord? Ja. Herkenbaar? Ja. Bedankt.
Joris Kennis, centrumverantwoordelijke De Patio.
60
© Jan Vernieuwe
61
04/06/1999
Salukeskus
Hoe zalig het was om dat stuk te maken. Hoe veel je kunt lachen, gieren, brullen terwijl je met stevige dramatische feiten bezig bent. Hoe heerlijk het was om met gekuist West-Vlaams te foefelen. Hoe lastig het werd om na enkele weken improviseren ’s avonds op café je personage nog los te laten. En dit tot je eigen scha en schande… Dat Wouter de brief die hij op het einde moest voorlezen (en niet van buiten kon) op een avond niet bij zich had, of hoe je met een niet-fysieke voorstelling toch spontaan enkele liters zweet kunt verliezen. Dat we er ooit in geslaagd zijn het stuk in 40 minuten uit te spelen. Dat er ooit een toeschouwer op hartverscheurende wijze kwam vertellen dat hij zo goed als alles zelf had meegemaakt. Vooral die man zit in mijn geheugen gegrift…
Koen De Ruyck, acteur in ‘Blue’s’, ‘Salukeskus’ en ‘Tik’.
62
© Jan Vernieuwe
63
28/10/1999
Trol
Van de ‘trol’ bezeten…..
W
“ il je meedoen aan mijn volgende productie in De Werf?” klonk het aan de andere kant van de lijn op een niets vermoedende zondagmiddag. Wat is daar nu speciaal aan? Op zich niets, juist, ware het niet dat ik normaal gezien het grootste deel van de dag mijn broek verslijt op een ombudsdienst en het acteerwerk zich beperkt tot wat ze noemen het ‘liefhebberstoneel’. Het is ook daar dat ik Luc Frans, de stem aan de andere kant van de lijn, tegen het lijf ben gelopen. “Heel graag!”. Woorden die uit mijn mond vliegen als een boemerang. Een boemerang, ja… dus die woorden keren even snel terug en smakken me even tegen de realistische grond. “Je moet je wel een paar maanden vrij maken, ook overdag en dan volgend jaar opnieuw voor de hernemingen en tournee”. “Oei, eh, ja...”, eerste obstakel. Hoe krijg ik dat verkocht op die ombudsdienst? Even babbelen met de baas en jawel er kan iets geregeld worden. Zo, laat ons er maar invliegen. Of wacht eens,… tweede obstakel: wat zullen al die professionelen denken over dat ‘amateurke’ die zich ook eens wil smijten? Zal ik dat wel kunnen? Waarschijnlijk nog een speciaal wereldje die acteurs. Nu ja, ze hebben me gevraagd, dus zullen ze me wel willen… De repetities beginnen en ik voel mij onmiddellijk op mijn gemak, bij iedereen in ‘het huis’ trouwens. Na een week is het al alsof ik nooit iets anders heb gedaan. Wat een leventje…. Een ganse dag improviseren, acteren, proberen. Ik bloei open en beleef ‘creatieve hoogtepunten’ in mijn leven, geloof ik. En ik word er nog voor betaald ook. Maar ja, ik moet er nu ook van leven die maanden, want bij de ombudsdienst is de geldkraan dichtgedraaid. Op een bedje van kussens rijden we op barkrukken, de muziek zweept op en ik ook. Mijn enthousiasme stijgt samen met het volume van de muziek. Ik eindig, mijn grenzen weer niet kennend, aan het einde van de muziek met heel mijn lijf recht op de barkruk. En dan, smak ik tegen de grond. Het kussenbed kan mijn val niet breken, mijn pols daarentegen is zo kapot als iets. Spoedgevallen, operatie, gips, infectie, operatie, kortom 14 dagen kliniek. En dit was het derde en grootste obstakel. De scène omruilen voor het ziekenhuisbed. Het zweet staat op mijn rug, ik voel me zwak en depri, maar daar zijn ze de Werf-ers in vol ornaat, met toeters en bellen. Repeteren zullen we, hier in de kliniek. Anderhalve week later sta ik nog meer zwetend en flauw met een overdosis antibiotica in mijn aders en een veel te grote gips achter de coulissen in De Werf. Laat die Trol maar komen, geen enkel obstakel is mij nog teveel… “Sugar baby love” galmt door de boxen en de adrenaline raast door mijn lichaam in een vreemd gevecht met de antibiotica. Ons ei wordt gelegd en met succes. Een jaar later word ik nog eens ondergedompeld in de ‘Vijfer’. Een even mooi, zij het iets minder spectaculair bad. Blij dat ik dit mocht meemaken. ‘k Zou geen moment twijfelen om het nog eens over te doen. Nancy Brendonck, Brugse ombudsvrouw en actrice bij verschillende liefhebbersgezelschappen. Speelde mee in ‘Trol’ en ‘Vijfer’.
64
65 © Jan Vernieuwe
27/10/2000
Vijfer
Ik weet niet waar beginnen. Ik begin in 1997, bij ‘Vliegers’, de eerste voorstelling die ik hier mocht creëren, en ‘k maak een lijstje van de voorstellingen die daarna volgden. Ik noteer de titels, zet er jaartallen bij, tel ze. Bon, ik splits het lijstje op in coproducties, samenwerkingen, presentaties. Ik staar naar het lijstje en weet nog steeds niet waar beginnen. Ik mocht vaak terugkomen, zo blijkt. Ik mocht altijd terugkomen, dus. Bon, ik begin dan maar een ander lijstje, eentje met namen. Eerst de namen van de techniekers waar ik in die bijna tien jaar enthousiast door begeleid en ondersteund ben geweest, technisch én artistiek. Namen. Komen en gaan en terugkeren. Herinneringen waar ik warm van word, maar ‘k weet er verder niet echt iets bijzonders over te schrijven. ‘k Vervolledig het namenlijstje. De Werf, dat is geen plek, dat zijn die mensen. Bon, alsof iemand op dat nieuws zit te wachten. ‘k Maak, nu ik toch bezig ben… een lijstje van terloops kwijtgescholden schulden in ’t café, van de massa’s stiekem verorberde suikerwafels tijdens crisismomenten in het creatieproces, van boterhammen en teveel-keuze-beleg, van verse-soepdagen en afwassen-in-groep, van premièrehapjeschampagne en van stukken laatste-voorstelling-taart, van nog-op-het-laatste-nippertjenieuwe-tekst-kopies en pijnlijke-doorloop-nabesprekingen. Maar het vertrouwen! Dat! Het onwaarschijnlijke, oneindige, onvoorwaardelijke vertrouwen! Vooral dat. ‘k Mocht eens vier weken voor de première een extra speler engageren. ‘k Moest ooit een actrice die in de derde repetitieweek haar pols brak niet vervangen. Nee, ‘k mocht zelfs de tekst gaan repeteren in het AZ Sint-Jan, zodat ze vier weken later kon spelen, mét gips. ‘k Mocht spelers, onterecht, vervloeken. ‘k Mocht af en toe zelfs geld uitgeven dat er eigenlijk niet was! Enzovoort, een wreed lang lijstje. Het vertrouwen. Dat. Van mensen, van De Werf. Mensen. Ik hef het glas maar ’t is leeg, en de fles ondertussen ook. Bon, hier dan bloedstollend wolvengehuil. (uit oprechte dankbaarheid voor een jarenlange, ontroerend menselijke ondersteuning, zonder enig voorbehoud, van kwetsbaar en onzeker kunstenaarschap)
Luc Frans, schrijver en regisseur van talloze De Werf-kindertheaterproducties.
66
© Jan Vernieuwe
67
04/11/2000
De tafels van twee
Vier tafels, met daaraan Mia, Lucas, Ferdy en Liesje. Iedereen is nieuwsgierig, vooral naar elkaar. Ze trekken op weg, op zoek naar iets of iemand om te willen. Over bergen, over oceanen en door het bos, door het restaurant en het konijnenhol. Omdat ze willen liefhebben. Misschien elkaar. Maar willen willen is niet altijd genoeg. Dat is zo’n beetje ‘De tafels van twee’, onze eindexamenvoorstelling aan het Lemmensinstituut, in een regie van Luc Frans. De Werf wou met ons samenwerken en zo kwam er een tournee. Filip en ik zijn op weg getrokken, 4 maanden lang, met de ‘blauwe camionette’ van De Werf. En het was allemaal nieuw en het was allemaal overweldigend en we zijn mekaar ook wel eens tegengekomen onderweg, maar nu nog zijn we het er over eens, dat dit één van onze mooiste theaterervaringen was. ‘en zo is alles wat gebeurt veel stukjes die gebeuren, pieppiepkleine stukjes gebeuren die samen gebeuren en als je langzaam kijkt, heel heel langzaam kijkt, staan al die stukjes stil.’ Alle herinneringen, ik krijg ze hier niet in twintig regels gepropt. Maar al die pieppiepkleine stukjes zitten samen in het grote plakboek dat we gemaakt hebben nadien. Het dikke leesboek van Lucas uit de voorstelling, is een fotoboek geworden. En het staat nog steeds in ‘het Werfje’. Dat zegt genoeg. Dankje voor de kans en het vertrouwen!
Greet Samyn, presentatrice bij Radio Klara, speelde mee in ‘De tafels van twee’ en ‘Alles is meer dan genoeg’.
68
© Jan Vernieuwe
69
08/03/01
Tik
Op een dag stapten drie acteurs-makers, hun gezelschap ‘Gordijnen voor Konijnen’ gedoopt, met een palmares van geschifte jeugdvoorstellingen op zak, samen met hun gekozen regisseur, ‘yours truly’, een buitenlander die tot dan in de marges van het fysiek-kolderesk en straat-theater vertoefde, De Werf binnen. Ze wilden overstappen naar het volwassen circuit. En de onwaarschijnlijkheid van hun voorstel om een bewerking van Tsjechovs ‘Drie Zusters’ te maken werd alleen overtroffen door de onwaarschijnlijke steun die ze voor het idee kregen van Rik en Marc. We hebben hard gewerkt. We hebben ons kostelijk geamuseerd. En we hebben natuurlijk op de tanden moeten bijten bij de terechte opmerkingen die we van de Wervers kregen onderweg. (Kan het ooit anders met terechte opmerkingen? Wees een man en slik uw medicijn! ) In De Werf kunt ge overgoten worden door ongezouten meningen over de keuzes die je maakt op weg naar uw eindresultaat, maar het geloof in de maker, als kunstenaar en als mens, komt er met de dosis altijd bij. Die betrokkenheid en het vertrouwen die je krijgt, maakt van De Werf een natuurlijke biotoop om goed je werk te doen. ‘Werken’, zegt Irina, ‘Werken’! We bleven koppig onze piste bewandelen totdat het stuk er stond (met eeuwige dank aan Geert voor het eeuwige geduld om ons toch uiteindelijk in een schone vorm te gieten). En we kregen zelfs van alle hoeken de bevestiging dat het misschien niet zo een slecht idee was om zo een bende los te laten op Tsjechov. En de vodka vloeide. Jepjemulle! Ondertussen heeft Tonic (nieuwe naam voor oude waarde) een vaste stek gevonden in Tielt bij theaterMalpertuis. Een kans om vier jaren onafgebroken te ploeteren in de West-Vlaamse klei. Maar het was De Werf die de spits afbeet, en ons de kans gaf om te tonen wat we waard zijn. Bij onze jongste zeer omstreden productie ‘De Falloforen’ stond ik in De Werf na de voorstelling met Rik aan de toog. Hij vroeg: “Zeg nu eerlijk Craig, vind je dat goed!!??”. Ik voelde me heel slecht dat hij dat klaarblijkelijk niet vond. En tegelijkertijd voelde ik me thuis. Werken in De Werf zal voor mij een van de mooiste souvenirs blijven van mijn tocht als theatermaker en mens.
Graig Weston, regisseerde ‘Tik’ en speelde mee in ‘Wash It’, allebei De Werf-producties.
70
© Jan Vernieuwe
71
De Groenplaats Groenplaats Groeiwerf
I
“ n deze fantastische oase kon ‘Wortels’ lustig wortelschieten. Met sap, sop, soep, spaghetti en de eerste zon van ’t jaar. Zalig werken hier”, aldus Benjamin S. over de Groenplaats. Sinds vijf jaar de werk-, creatie- en repetitieruimte van De Werf en Het Net, nu dus De Werf. Wat voorafging: droom en ambitie van enkele Brugse zotten, Brugge 2002 en de rest is geschiedenis want vroeger is plots morgen… Plus est en vous. Producties schieten er wortel, groeien, worden groot en gekoesterd en dan enkele maanden later en één kilometer verder op de leeuwen losgelaten, gewikt en gewogen. De Groenplaats, 1000 m2 artistieke speeltuin in de Brugse binnenstad. De neonreclame ‘E. Thienpont’ is niet meer, de elektriciteit des te meer! De Groenplaats een huis met vele kamers en conversaties, het kloppend hart van de theaterproducties. Vandaag, morgen en hopelijk einder-loos ver. Ieder productieproces heeft haar eigen gezicht en laat dit hier net mogelijk zijn. Alles kan en mag maar moet niet. Groenplaats aub, laat je maar af en toe verleiden. De deur op een kier of wagenwijd open voor publiek, proevend van de theatermakers en muzikanten die ons pad kruisen en ons willen meenemen in hun wondere wereld van tekst en muziek. Want om het met Brel te zeggen: “On ne réussit qu’une seule chose, on réussit ses rêves”. Jan R., Marnix P. en Rik B. lieten ook deze jongen geloven dat de naam Groenplaats een knipoog is naar het plein met dezelfde naam in Antwerpen, Monopoly en zoveel meer, maar zelfs mij maak je dit niet wijs! De Werf (D4)* vind je in de Werfstraat. De Groenplaats (C7)* huist in de Groenestraat. De Markt (E8)* is op de Markt. Soms zit het leven in Brugge simpel in elkaar… * de coördinaten op het Brugse stadsplan
Pascal Lervant, productieleider De Werf.
72
73
25/01/2002
Alles is meer dan genoeg
Uitgangspunt was de (on)bevattelijkheid van ‘alles’. Hoe alles tegelijkertijd veel en weinig is. Hoe alles ook niets kan zijn, en niets alles – als ‘alles’ is wat je hebt. We waren gauw op dreef, eerst filosoferend, daarna improviserend. We speelden dat we schildknaap op wacht waren en prinses vergroeid in de grond. We speelden draak, koopman, koningin. We speelden. We speelden bultenaar in de allerbovenste torenkamer. En elfje verliefd op Zon de zon. We speelden alles van in en rond een kasteel. En we speelden ook dat onze fabelachtige kasteelbewoners niets vermoedden van het naderend onheil. En de oude koning was zijn naam vergeten. Want hij was de enige die het onheil had overleefd. Het hele kasteel was met alles erop en eraan in één grote plotse beweging van de kaart geveegd. Het was in wat toen nog een verlaten magazijn was in Gent, nu het Zeephoofdkwartier, dat al dat alles werd bedacht. Dat er werd gerepeteerd. En gelachen. En op een dag - tussen al het lachen door - was het daar in Gent en in de rest van de wereld plots 11 september. En werd ons sprookjesverhaal pijnlijke werkelijkheid. Dat was… vreemd. Maar ironisch genoeg wel inspirerend. Nooit speelde ik nog een stuk dat qua inhoud tegelijkertijd zo ver van en dicht bij de realiteit stond. En dan naar Brugge. Naar dat fijne kleine kunstencentrum waar welkom zijn nog een basisrecht is. Waar ‘De mensen zijn er vriendelijk en gastvrij’ een understatement is. Waar theater maken een hobby is. Alles mag dan wel meer zijn dan genoeg, van samenwerken met De Werf zullen wij wellicht nooit genoeg krijgen!
Filip Vandemeulebroecke, speelde mee in ‘De tafels van twee’, ‘Alles is meer dan genoeg’ en ‘Wortels’.
74
75 © Frauke Dendooven
11/04/2002
De (E)Migranten Ode
I
n Brugge kwam een Afrikaans meisje de repetitieruimte binnen, verlegen lachend achter haar hand. Ze zei dat ze ons moderne Afrikaanse dans zou laten zien. Ik wist niet wat ze daarmee bedoelde. We zouden haar dans opnemen en op een scherm laten zien tijdens het parcours van De (E)migranten. Tijdens de opnames zou er geen muziek spelen. Ik had haar gevraagd om de muziek uit haar vaderland in haar hoofd te zingen. Dat zou ze doen. Toen begon ze te dansen. Terwijl dat meisje onder onze ogen het trotse, uitdagende lijf van een prachtige vrouw kreeg, hoorden we af en toe flarden muziek. Ze neuriede die stukken in haar hoofd, maar door de inspanningen waren af en toe flarden hoorbaar, uitgezuchte flarden, alsof die haar ontsnapten. Ze trappelde, liet haar haren met stevige kopslagen in het rond slaan. Ze werd één brok hitsige levenskracht. Mooie, kleine, krachtige Anna. Geen spoor meer van een verlegen glimlach. De inwendige blik van iemand die geconcentreerd bezig is. Die rare glimlach van iemand die haar lichaam beheerst. Dezelfde glimlach die ze had toen ze de opname voor het eerst zag tijdens het parcours. In het vluchtelingencentrum vroegen we om tekeningen te maken van het vaderland. We dachten dat alleen kinderen zin zouden hebben. Maar ik was vergeten dat we allemaal kinderen zijn. En dat herinneringen meestal een variant zijn van verlangens. Het werden gelukkig geen oorlogstaferelen, maar stuk voor stuk odes aan de schoonheid van een land. En misschien niet eens aan een land. Odes aan de plek waar we geboren zijn, waar we voor het eerst omhelsd werden, waar we onze eerste stappen hebben leren zetten, de eerste woorden hebben leren spreken. Die tekeningen werden in holten gestopt. Het waren kleine bewijzen van het simpele feit dat die vluchtelingen mensen zijn. Ik hield ervan om de bezoekers te zien terwijl ze de tekeningen ontvouwden en achteraf weer oprolden. Heel eenvoudige handelingen. Ik geloof in eenvoudige handelingen. Na de première van De (E)migranten heb ik door het nachtelijke Brugge gewandeld. Dat was twintig jaar geleden. Ik heb het kleine bruggetje opnieuw gezien bij het Groeningemuseum, waar mijn ouders jaren geleden hun eerste kus gaven. Ik heb langs het Minnewater gelopen. De plek teruggevonden waar ik mijn eerste kus kreeg. De school die ik haatte. Het nauwe straatje waar ik een vriend op mijn rug droeg omdat hij dronken was. Het werd een vreemde nacht, teruggeflitst naar een rare tijd waarin ik geen enkele zekerheid had behalve de koppige drang om dingen te schrijven. Ik herinner me ook prinselijk bezoek in het vluchtelingencentrum. De trots van de mensen. En de opmerking van iemand die zei dat hij het wel leuk zou vinden om me daar nog eens terug te zien. Het is er nog niet van gekomen. Het is ondertussen vier jaar geleden. Misschien wordt het eens tijd om terug te keren. Eerst naar het vluchtelingencentrum, dan naar De Werf, daarna gaan drinken in De Republiek en daarna in de straten van Brugge. Ja.
Peter Verhelst, auteur en theatermaker, momenteel verbonden aan NTGent.
76
© Frauke Dendooven
77
16/05/2002
de kavijaks (zonder hoofdletters) Kan de wereld de kunst redden? (Mijn jaren in De Werf)
N
ormaal is de vraag andersom: kan kunst de wereld redden? Op die vraag antwoord ik: neen. Hoewel ik ook een beetje ja denk. Maar ik wil niet behoren tot wat ze in Duitsland met een samentrekking van Ja und Nein de “Jein-sagers” noemen. Dus zeg ik neen. De vraag doet trouwens niet terzake. Als de wereld zou gered moeten worden, dan wil dat zeggen dat de wereld aan de rand van de afgrond staat. Ik ben echter een overtuigde vooruitgangsoptimist. Heeft het dan wel zin de vraag te stellen? Sommige mensen in Brugge vragen mij: heeft theater nog zin? Daarop zeg ik: ja “Cultuur” is een containerbegrip. Alles wat door de mens wordt bedacht en gecreëerd, is cultuur. Van een kopje koffie over een tuinkabouter tot de schilderijen van Luc Tuymans of de Toverfluit van Mozart. Cultuur is het product van een maatschappelijke consensus. In onze maatschappij is er een consensus dat koffie lekkerder is dan thee. Binnen de cultuur bekleedt kunst een bijzondere plaats, want ze is voor mij de meest opstandige en meest zelfbewuste uitdrukking van cultuur. Cultuur wordt gedeeld en geeft antwoorden. Kunst is dissident en stelt vragen. Heb ik in De Werf antwoorden gegeven of vragen gesteld? Ik heb het allebei gedaan! En dat is een paradox. Want het soort volkstheater (of beter gezegd: volks theater) dat ik breng, is niet the cup of tea van de kunsten theaterpausen. Want er komt veel volk op af en dat is verdacht. Bijgevolg is mijn theater dissident, want ik hol de heersende trends en modes niet achterna. En ik ben ook dissident omdat ik elke keer iets anders doe en in geen enkel hokje pas. In de kunstwereld is dat “not done”. De kunstwereld vindt dat een kunstenaar een profiel moet hebben. Een profiel hebben, dat betekent voor mij: dertig jaar lang hetzelfde doen. Maar dat is een dissidente mening. Daarom ben ik blij dat De Werf mij de kans gaf om - afwijkend van de canon van de kunstencentra -, theater uit en voor het volk te maken. Van mijn kant heb ik mijn best gedaan om eerst letterlijk een steen bij te dragen tot De Werf, en daarna mijn steentje. Waar anders kon ik mijn droom waarmaken om “Zwijg Kleine” mee-te-maken (in alle betekenissen), en “de kavijaks (zonder hoofdletters)”… Alleen weet een mens nooit wanneer het huis af is. Daarom dat ik in dit stukje zo weinig schrijf over wat ik heb mee-ge-maakt in De Werf (maar het is een zeer warm huis). Men redeneert vaak vanuit het heden om zo achterwaarts een verleden op te bouwen. Ik doe dat niet. Of hoe kunst en cultuur inderdaad geen wereld kunnen redden maar er wel één kunnen maken. Zoals Voltaire zei : “Il faut cultiver notre jardin”. Hij bedoelde: de wereld moet de kunst redden. Ik wens De Werf nog vele jaren toe. Kurt Defrancq, theatermaker, cabaretier en televisieacteur. Speelde de solo ‘de kavijaks (zonder hoofdletters)’ en speelde mee in ‘Zwijg Kleine’.
78
© Frauke Dendooven
79
05/09/2002
Het Moment
Het Moment. De titel was er al. Hij moest enkel nog worden waargemaakt. Op een kleine veilige theaterzolder werden - al spittend in elkaar - momenten verzameld. Momenten met een kleine ‘m’. Hilarisch waren ze. Kwetsbaar ook. Af en toe waren ze gelogen. Steeds vaker vervaarlijk oprecht. Er moest lucht aan gegeven worden. Er werd verhuisd naar een grote en heldere ruimte. Het licht werkte wat verblekend. Waar de kleine momenten waren, was niet zo goed meer te zien. Maar de titel was er nog en de jongeren ook. Ietwat mechanisch werd er aan het Moment met de grote ‘M’ getimmerd. Een Moment dat leeg leek in vergelijking met dat wat eerder was geweest. Moesten de jongeren nog wat gedrevener worden? Moest er harder gevochten worden om het realiseren van hun eigen moment? Misschien was daar gewoon publiek voor nodig. Er werd verhuisd naar de theaterzaal. De nodige impuls bleek niet die van narcisme te zijn. Het ging meer om de vraag graag gezien te worden. Het Moment was slechts een formele jas. Het was de felle poster, de opzwepende muziek, misschien zelfs het applaus. De werkelijke momenten waren te vinden in de vraag om liefde tussen dat alles in. En in de unieke keer dat ze werd beantwoord. Nooit vergeet ik hoe de glimlach van een personage door die van een heerlijke jongeman op de eerste rij werd ontmoet. Opeens werd de voorstelling als het op zoek gaan naar de eerste kus. Werden de overdreven gebaren, die daarmee gepaard gingen, niet leeg maar innemend. Daar kon men die eerste momenten terugvinden denk ik. Ze waren de kleinheid in de grootsheid. Ik hoop dat het, ondanks alle afleidingsmanoeuvres, toch dit was dat werd gezien.
Fauve Lybaert, speelde mee in ‘Het Moment’.
80
© Frauke Dendooven
81
24/01/2003
Kopkind Over vervangbaarheid
K
opkind. Onze vierde voorstelling. Een voorstelling over herinneringen. Toen ik de foto toegestuurd kreeg bedacht ik mij dat ik niet zozeer iets over de voorstelling kwijt moest, maar des te meer over onze gastheer, De Werf. Over een periode van dertien jaar creëerde Theater Scharlaken dak zes producties in samenwerking met De Werf. Herinneringen dus. Ik wil niet beweren dat De Werf onontbeerlijk was voor het parcours van Scharlaken dak. Ook niet onvervangbaar. Elk Huis is vervangbaar en iedereen is vervangbaar. Met het ouder worden weten we dat intussen: zo banaal is het leven (zo licht ook als je het op zijn positiefst wilt bekijken). Ik wil wel beweren dat De Werf binnen een landschap van vluchtigheid en vervangbaarheid een zeldzame plek is. Het is een plek die kleeft, die grift. Dertien jaar De Werf was voor mij een bijzondere ontmoeting. Is het simpelweg een gehechtheid aan de plaats waar Scharlaken dak zijn allereerste o zo kwetsbare stapje zette ? En sindsdien al zijn verdere stappen mocht zetten? Is het de zes keer sterven in datzelfde kleine kleedkamertje voor de zes premières? Zijn het de herinneringen als foto’s in mijn hoofd van soms euforische, soms wanhopige momenten tijdens onze zoektochten? Of heeft het helemaal niets met ons te maken en is het dat thuisgevoel dat je overviel telkens je er een periode was weggeweest ? Het benauwende soms van thuiskomen, want niets was wezenlijk veranderd. Het zo geruststellende van thuiskomen, want nee, er was niets wezenlijks veranderd. De koffie die altijd klaar staat. Tijd die er altijd is. Het vanzelfsprekende van het samen eten met iedereen die in Huis verblijft (is er een stilzwijgender, mooier welkom voor een gast?). Het met groot plezier rond de pot draaien en nooit direct zijn. Het foyerritueel van de Werfploeg : in de late uurtjes aan de linkerhoek van de bar samenklitten, druk gesticuleren, nu en dan grommen en telkens opnieuw de wereld en het theater uitvinden,... Laat alles nog lang zo blijven. Of heeft het ook daar niets mee te maken en is het eerder een bewondering als je merkt hoe binnen een landschap van nieuw, anders, lichter, sneller,... een stel koppige ezels (sommigen van het somalische soort : deze ezels hebben een rode schijn op de vacht) op een heel eigen manier de ene poot voor de andere zetten en een scherp afgetekend spoor trekken? Of is het dat grote cadeau van de allereerste uitnodiging en het blijvende vertrouwen dat we als theatergroep kregen ? Niet als vanzelf, want soms aarzelend, soms moeizaam gegeven. Maar wél telkens gegeven. En eenmaal gegeven, met grote liefde en zorg omringd. En misschien is het dat: de liefde die je er voelt. Voor wat ze doen, voor wat ze willen. Voor wie daar binnenkomt. Als vanzelfsprekend. Gul. Blijvend. Nee, niemand is onontbeerlijk. Noch onvervangbaar. Ook niet na twintig jaar. Ik kan best leven met die gedachte, zolang er hier en daar plekken zijn die aan je blijven kleven, zolang ze sporen trekken die onuitwisbaar zijn. Een welgemeende Dankjewel. Monique Bellens, vaste kracht van Theater Scharlaken dak als bedenker en actrice. 82
© Frauke Dendooven
83
02/05/2003
Het Jack Sels Project
Hoewel de kloof, onder meer ook door het werk van bijvoorbeeld Josse De Pauw en Peter Vermeersch, Kris Defoort en Het muziek Lod, enz... de afgelopen jaren verkleind is, zijn jazz en theater in de praktijk zeer gescheiden werelden. De Werf ervaart dat op het vlak van publiekswerving continu. Vreemd is dat, want in de geest hebben beide disciplines veel met elkaar te maken. Zo delen ze de primordialiteit van het live moment, en het contact tussen performers en publiek dat daar onlosmakelijk mee verbonden is. Vooral echter benaderen ze qua werk- en presentatievorm een utopisch samenlevingsmodel, dat individuele vrijheid en gemeenschapszin aan elkaar koppelt. Zowel in jazz als in theater zijn dialoog en onderlinge interactie van doorslaggevend belang. Het is soms goed dat acteurs of jazzmusici elkaar even de spotlights gunnen, met egocentrisme zijn theater noch jazz gediend. De Werf straalt als huis een zelfde sfeer uit. De interne organisatie van het kunstencentrum is erop gegrondvest, en hetzelfde appèl wordt aan artiesten gericht. Je voelt je er ontzettend welkom en thuis, voor vedettisme echter is er in De Werf geen plaats. Voor de ploeg van Het Jack Sels Project, een collectief van een achttal mensen met een jazz- en/of theaterachtergrond, was het, na een initieel verblijf bij coproducenten Theater Zuidpool in Antwerpen en Theater Antigone in Kortrijk, de ideale plek om samen een hechte band te worden en op 2 mei 2003 met de voorstelling in première te gaan.
Peter Anthonissen, theatermaker, recensent en jazzliefhebber.
84
© Raymond Mallentjer
85
21/12/2003
Wat de ezel zag
Voor sommigen is schrijven van dergelijk stukje tekst een bevrijdende, ontspannen verademing en voor anderen is het een pure marteling. Ik begin zo stilaan bij die tweede groep te horen (het is ook niet voor niets dat ik zo graag met Frank samenwerk). Iets schrijven over “Wat de ezel zag” is in feite onbegonnen werk. Ons (Frank en ik) ritme om een productie te maken is er één van lange adem (Adam). Maar door dit lang rijpingsproces komen we vele rotte plekken tegen die we dan haarfijn chirurgisch te lijf gaan maar soms ook met den grove hakbijl van de slager. Het punt van oorsprong en het uiteindelijk resultaat is op zich al een theaterstuk vol intriges, veel humor en geflipte nachten. Zo is “den ezel” op een nachtelijk uur ontsprongen als een animatiefilmpje. Met wat zand uit de kinderen hun zandbak, speelgoed uit de koffer, wat lampen in de tuin en we waren vertrokken. Het principe zou zijn, we vertellen het verhaal dat Frank geschreven heeft en we zoeken daar beeld bij. Waar vroeger een film werd afgespeeld en live muziek werd bijgevoegd, gingen we de boel nu omdraaien. Twee zotten die met het speelgoed van hun kleine snotters des nachts zitten te spelen in Oedelem. Het gesticht is echt niet meer veraf. Als ik dan nu bekijk wat die productie is geworden dan lagen we er eigenlijk niet ver af. De speelstijl is hetzelfde geflipte hoorspel geworden en de humor van die nacht is lang blijven doorzinderen. Maar wat uiteindelijk een heerlijke oeroude vertelling bleek geworden te zijn en later het hoorspel voor Klara ligt als één van de mooiste scénario’s rond kerstvertellingen te schreeuwen om op het witte doek te mogen pronken. De ezels zijn gewaarschuwd!
Rik Teunis, duivel-doet-al bij theaterMalpertuis (professioneel) en bij De Werf (in zijn vrije tijd).
86
© Frauke Dendooven
87
24/04/2004
DER SILBERSEE
“Alles was ist, ist beginnen…”
En begonnen zijn we, met z’n tweeën, zoals Olim en Severin. Gedragen door De Werf waren we even later met z’n honderdvijfenzestigen, en we waadden verder, over Der Silbersee, hoopvol, de toekomst tegemoet… . Een beklijvende ervaring, een ronkende machine, een stomende ploeg, een warm gonzend mierennest, dat zich langzaam vervormde tot een geordend spektakel en… zowaar, op het einde van deze productie rook de Vlaamse Opera een beetje naar De Werf…
Steven Decraene, dirigent.
88
© Nora Loontjens
89
29/10/2004
Mercurochroom
K
onden ze dat kind nu eens geen andere naam geven ? Wel ja, beste, ze konden dat en ze deden dat ook : mercurochroom, of fenylmercuriboraat - zo staat het in de ondertussen al iets verouderde boeken van de Werfsympatisant die voor de rest haar dagen vult met het verschaffen van pillen, zalfkes, siropen én bijhorende commentaar aan de goegemeente alhier. En fenylmercuriboraat, daar zit kwik in. En kwik, dat loopt niet alleen rapper dan je ’t soms zou willen maar da’s ook giftig ! En een pak mensen krijgt er ook nog eens jeuk van ! Voorstanders van het troostende rode zonnetje op de knie van de daarnet gevallen peuter haalden het niet van deze indrukwekkende argumenten en daarom werd mercurochroom naar de vergeetputten der farmacieën verbannen. Tot de dag waarop ze van De Werf komen vragen of er geen affichke mag uithangen… nee, nee tante Juliette en opa Briek : geen herontdekte oude waarde, maar de titel van ‘een stuk’. En ze spelen het hier juist achter het hoekske. Ja, ja, nu vrijdag voor het eerst. Komt die vrijdagochtend Pascal wel niet bij me binnen met de mare dat hij deze nacht een mercurodroom heeft gehad, zeker. Dat ze vanavond première hebben en dat het toch echt wel tof zou zijn als ze aan alle medewerkers zo’n echt ouderwets flesje mercurochroom als aandenken zouden kunnen geven… of ik dat niet zou kunnen helpen regelen ? De Werf, Pascal én ’t idee genegen kon ik toch niet anders dan daar ja op zeggen. Welnu, je mag het geloven of niet, maar Mercurochroom heeft de rest van die vrijdag gekleurd. Eerst moest ik afdalen in mijn vergeetputten en jawel... ‘k vond er nog een potje met een afgetrokken etiketje waarop toch nog de naam ‘fenulmercuriboraat’ te lezen was. En ’t poeder dat er in stak, was dieprood, dus dat kon wel wat worden. Dan nog de fleskes. Ik bel naar de groothandel en had gelukkig niet zo’n jong ding aan de lijn die niet wist waarover ik het had. Ook zij zouden afdalen in hun vergeetputten. Een half uurke later kreeg ik bevestiging : niet in de vergeetputten van Brugge, madame, maar wel nog in die van Izegem. Voor deze namiddag 4 uur, madame. OK, laat maar komen ! En ik die dacht dat ik er bijna van af was. ’t Spel begon nog maar toen de fleskes arriveerden. ‘k Had nog een uurke de tijd en ‘k dacht om à la minute wat water bij het poeder te kunnen doen op de manier van ‘roeren ’t is klaar’, maar ‘k had me schromelijk vergist. Want dat poeder, dat wil eigenlijk niet in water, je zou bijna denken dat het er schrik van heeft… en in plaats van een schoon rood oplossingske kreeg ik één dikke brij vol klonters. Oeioeioei en de tijd loopt... Niet willen, zeg je ? Moeten dan maar, desnoods met de garde. En hoe meer ik klopte, hoe roder ik werd – niet alleen mijn zweetdruppeltjes die zich begonnen te vormen, maar ook mijn sneeuwwitte schort, mijn werktafel en alles wat in de buurt stond. Maar het echte feest begon toen ik de oplossing in de flesjes begon te gieten : die oplossing, die maakt ook nog eens graag bellen, zo van je weet wel, als je verder giet dat er niets meer in maar alles naast ’t gaatje belandt. Rood werd roder en roodst en bovendien moeilijk afwasbaar… ‘Mercurochroom’ heeft niet alleen bij het publiek zijn sporen nagelaten. Ann Verschingel, om de hoek wonende bevoorraadster van gezinspakken Dafalgan. 90
© Frauke Dendooven
91
08/04/2005
Wortels
ODE
Op deze heuvel is er plaats Veel plaats Plaats voor een verhaal Om geoogst te worden Plaats voor een woord Om klank te worden Plaats voor een plank Om huis te worden Plaats voor een man Om boom te worden Plaats voor handen Om applaus te worden Plaats voor tijd Veel tijd Om held te worden
Klaas Verplancke, auteur en illustrator van ‘Wortels’ en onnoemlijk veel ander mooi werk.
92
93
© Frauke Dendooven
11/05/05
My Body is a Battlefield
14
mei 2005. ‘My Body is a Battlefield’ op de agenda. Een voorstelling in het kader van het Corpusfestival
waarbij De Werf leerlingen van d’academie de kans gaf om hun eindwerk in alle omstandigheden van een echte productie op te zetten. Het thema: alles wat kan samenhangen met Corpus, Lichaam, Lijf en Leden. Een jaar later vraagt men mij voor ‘20 jaar De Werf’ wat ik me van deze voorstelling herinner. Op die vraag schieten beelden door m’n hoofd van jonge mensen in een wit en feestelijk decor, van een verleidelijke jonge vrouw, van dansende meisjes in gevecht met water, mezelf en een resem omstaanders in de spiegel, smalle plankjes, beelden van zeepsop, ik riek het nog, zweet, nauwe gangen en rare geluiden, van mysterie en een klokvaste stem aan de piano; een nummer van An Pierlé dat me in deze versie wel gevoelig krijgt, een paar jonge wilde gasten aan het dansen, een rood decor met een jonge man die van ik-weet-niet-meer wie een serieus werk brengt. Het gènegevoel wanneer je voor de spiegel gedrukt wordt, het zweet, de overtuiging. Dit was geen flauwe opeenvolging van stukjes eindwerk zoals ik het vroeger (saai genoeg) zelf gekend heb. Dit was een productie, gecoördineerd door professionals en gebracht door een bende jonge doorzetters die wisten waarmee ze bezig waren. De samenhorigheid, de creativiteit, de gedurfdheid; die zijn me bijgebleven.
Veerle Mans, voormalig directrice Brugge Plus vzw, nu werkzaam in De Werf als jazzcoördinator.
94
95
© Ivon Poncelet
04/06/2005
De jongen die uit zijn lichaam viel
Werf - volgens Van Dale : de - ; 1scheepswerf, 2plaats waar hout of andere goederen opgestapeld liggen, 3bouwterrein (in België) Wat mij betreft mag Van Dale daar nog een betekenis aan toevoegen : 4een thuis. Ik ben een polderkind van achter den Yser en daar was er op theatervlak toen weinig te beleven. Dus ging ik naar Brugge, naar De Werf. Goeie zaal, zalige stoelen. De mensen waren er warm en de voorstellingen altijd goed. Later ging ik in Gent wonen. Ik had er gestudeerd en alles was er mogelijk, zoals het een stad betaamt. Niet zoals in de polders. Maar om een goede voorstelling te zien, bleef ik tot mijn eigen verbazing terugkeren naar die ene knusse plek in Brugge. Waarom, als ik rond mij alles had waar ik maar kon van dromen? Nee, ik zou en moest naar Brugge. Sindsdien heb ik mij als theatermaker nog steeds niet van hetzelfde gevoel kunnen ontdoen. Eerst met Gordijnen voor Konijnen, en later met ‘De jongen die uit zijn lichaam viel’. Waarom is dat, vraag ik mij af. Als ik ruzie met m’n vader heb, dan is dat niet om de minste reden. Maar hij blijft mijn vader en wij blijven aan dezelfde kar trekken. Geen haar op ons hoofd die eraan denkt elkaar te wantrouwen. Datzelfde gevoel krijg ik in Brugge. Met de ‘De jongen die uit zijn lichaam viel’ was het niet anders. We hadden een tekst, we hadden ideeën. We hadden goeie grond. En vooral, we hadden het vertrouwen. De rit was bewogen, maar de uitkomst was goed. Iedereen trok aan dezelfde kar. Ik word er bijna poëtisch van. Ik hoop in de toekomst nog voorstellingen in De Werf te mogen maken. En ik hoop dat het nog jaren doorgaat. Want ik kijk in jullie ogen en ik voel mij… thuis.
Wouter Bruneel, acteur bij De Werf in ‘Salukeskus’, ‘Tik’ en ‘De jongen die uit zijn lichaam viel’.
96
© Frauke Dendooven
97
Zomer 2005
Delicti
Op uitnodiging van artistiek leider Jorre Vandenbussche reis ik naar Brugge. Repetitieruimte De Groenplaats zal zes dagen lang de verzamelplaats zijn van theatermakers. Kunstbroeders die de komende jaren onder het beschermende dak van De Werf hun binnenpraat zullen vormgeven. Het onbenoembare benoemen. Delicti is begonnen. De zon schijnt. Ontmoetingen vinden plaats. Er wordt gepraat, plannen gesmeed, meningen verkondigd, gerepeteerd, weer gepraat. Als het schemert en de temperatuur is gedaald, zijn er voorstellingen. Ze klinken op uit De Groenplaats : stille ontroering, luid gelach, diepe verontwaardiging, feestelijke herkenning, fronsend onbegrip, brede verwondering. Theater dus. De klanken worden gehoord. Toch blijven in de stille straatjes er rond, rolluiken gesloten. De lokroep “mensen kom naar hier, hier kunt u uw helden aanraken” wordt niet door iedereen gehoord. Dus moge De Werf een rattenvanger van Brugge zijn die mensen lokt naar een andere wereld. Theater dus. Ik kan alvast niet wachten met jullie een toekomst te delen. Een toekomst die begon in de zomer van 2005.
Simone Milsdochter, als actrice werkte ze mee aan het festival Delicti en speelt in ‘Los Aficionados’.
98
© Frauke Dendooven
99
02-03-04/09/2005
Flemish Jazz Meeting
Memories are made of this: met de collectebus schooien voor De Morgen, het wonder Wynton Marsalis, de hemelse werelden van zeg maar Simon Nabatov en Kimmo Pohjonen, Cie De Koe en de laatstejaars Woordkunst-Drama van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten. En zo veel meer moois en boeiends. Dat is beslist de onvergetelijke Flemish Jazz Meeting: Brugge als het kloppend hart van de bloeiende Belgische jazzscène! Meer van dat, ook in de toekomst. Maar ook de onvermijdelijke pinten en dito vinnige discussies met Rik en co. Over Brugge 2002, cultuur, jazz, het leven, de kinderen, onze dromen... Laat De Werf (en onszelf) nog vele jaren swingen op heerlijk vernieuwende tonen en beelden allerlei.
Yves Roose, Schepen voor Cultuur en Onderwijs.
100
101
© Dirk Van der Borght
08/12/2005
Los Aficionados
Links, of Rechts of ‘t Centrum
Twintig jaar geleden kwam ik plots en onverwacht in ‘De Korrekelder’. En God betert, Rik Bevernage neemt “Theater 19” over. Dat wordt omgedoopt tot ‘De Werf’. Let wel, dat nieuwe kunstencentrum situeert zich uitdrukkelijk links van ’t centrum (zie Herwig De Weerdt in de uitgave Brugge 2002). Tegelijkertijd is Joris De Voogt aangetreden in de Stadsschouwburg, helemaal in het centrum dus, maar hij waagt zich af en toe ook eens buiten ’t centrum, in De Dijk. Daar inviteert hij onbekende groepjes zoals Blauwe Maandag Compagnie, De Tijd, Zuidpool, Akt-Vertikaal. Enfin, er is wat deining in het Brugse culturele leven. En Erik Van Hove, toen agiterend journalist, duwt wat aan de kar. Hij publiceert een boekje met als titel: ‘Brugge word wakker’. En inderdaad, die van ’t centrum en die van links van ’t centrum en die van rechts van ‘t centrum zitten binnen de kortste keren aan tafel: Sonia, Jan en Joris, Rik, Patrick en Jo, Ludovic, Francis en Johan en nog zovelen. En ook op de Burg borrelen de ideeën, cultuur is een ideaal glijmiddel voor de marketing van Brugge. Het Concertgebouw wordt in sneltempo bedacht, gepland en gerealiseerd. Brugge, Culturele Hoofdstad, wat eerst een grap leek, wordt echt. Jonge, jonge wat ging dat allemaal vlug. En Joris ging en Sonia kwam, en met haar een Cultuurcentrum. En De Korrekelder werd een nachtcafé en in de Sint-Jakobsstraat werd een vervallen pand De Republiek. En De Korre werd Het Net. En er werd geklapt en gedronken en er werden ruzies gemaakt en ruzies bijgelegd maar er werd “gewroet”. En ja, Rik van links van ‘t centrum werd vriend aan huis bij ons, in ‘t centrum. En waar grenzen vervagen worden de gedachten groter en zo konden we over ons muurke kijken en we zagen dat we toch allemaal trekken aan dezelfde kar en duwen tegen dezelfde stroom in. En de conclusie was eenvoudig: één plus één is twee. Het Net en De Werf samen tot een groot en nieuw geheel. Daar zal Brugge wel bij varen.
Robrecht De Spiegelaere, directeur op rust van De Korrekelder en Het Net, ere-directeur De Werf.
102
© Nora Loontjens
103
22/04/2006
MOOZ
In de puurheid van het slotmoment waarin een knapenstem Mozart zingt, zat voor mij de ontroerende schoon- en broosheid verweven van het traject MOOZ: een gewaagde doch geslaagde zoektocht. Enkele jongeren hokken maanden samen en werken rond de figuur van de musicus en componist Wolfgang Amadeus Mozart, naar men zegt: een wonderkind. MOOZ, een voorstelling over het wonder nog kind te mogen zijn. Ik zag een muziektheaterproductie waarin menselijke relaties, diepe tragiek, zalige ontboezemingen, speelse blikken, een ten top gedreven ritmenummer met voet, rug en kapstok en als constante de traag voortvloeiende beeldprojecties op de muren van een kledingszaak samen kwamen of samenhokten op een afgemeten plateau, en met wat voor een resultaat! De dansmomenten blijven hangen in m'n geheugen, ze waren sterk, fris en speels. Prille liefde doorspekt de voorstelling en komt o zo dicht aangeleund bij de gewelddadige, aangrijpende en angstige dood. Het vrij klassieke begrafenisritueel in zwarte gewaden was – ook al is het cliché – gewoon ontroerend. De vogel in de kooi hangend aan die andere te bespelen kooi, een prachtige metafoor: samenhokken in de besloten ruimte van een pashok of een kledingszaak, wachtend op iemand, vriend of voedster, Mozart of Tom Barman, Godot of God misschien? De nauwe band tussen deze jongeren was te merken en te voelen, groot en tegelijk natuurtalent, charmant, onhandig. Een knap traject gasten! een pluim voor jullie zoektocht die winterse maanden. Ik heb in MOOZ een Mozart ontdekt die ik niet kende. Het was een belangrijke schakel in ons festival MOZART06. Dank daarvoor aan de hele ploeg.
Bart Demuyt, artistiek directeur Concertgebouw.
104
© Nora Loontjens
105
10/05/2006
Façades 01 – Brugge is dood
Project 2006-2009
Boor het slot uit Haal de deur af Kap de bus uit Zachtjes Pak de gevel ook maar weg Rustig Dat geen steen breekt of geen raam Haal de bar weg Ook de tegels en de lampjes bij ‘t wc Breek de zaal uit stoel voor stoel Heel voorzichtig twee aan twee En de kant waar àrtiest zit pruts die ook maar uit elkaar Neem de trap mee tree voor tree Haal de kast leeg la voor la Laad bureaus uit Schroef ze los én de stoelen Ook die goeie Voor je rug Heb je die nog Maak de harde schijven leeg Geef de auto’s aan de armen Takel dé raad van bestuur Steek de Groenplaats in een zak Dat niks scheurt en niks verzuurt En schrap tot slot de ‘non’ uit nonsense en doe die ‘no-’ daarvoor maar weg Leg dit alles in een doos Een hele grote Wat ik zeg Zet die heel zacht op zijn kop Schud beheerst maar stevig open En pak nu elke steen weer op Zachtjes stoel voor stoel Rustig schijf voor schijf Niet te bruusk mens voor mens Ja zo er alles nu weer uit En zet het terug Zoals het stond? Maar laat bescheidenheid maar zitten een miljoen keer voor mijn part Laat ’t iedereen maar weten We beginnen weer bij start Boor het slot uit
Jorre Vandenbussche, sinds jaar en dag als theatermaker aanwezig in De Werf via ‘Wakitchaga’, ‘Contrarie’, ‘JaJaJa-naarMacBeth’, ‘Eins, Zwei, Drei, was ist ein Ei?’, ‘Het Moment’ en ‘Façades 01 – Brugge is dood’.
106
107
© Nora Loontjens
Mei 2006
Chris Joris
Wanneer je in de Werfstraat te Brugge “die Scone”, de knalgele beraming en inkomdeur opmerkt, dan weet je dat je De Werf hebt gevonden en als men dan door de lokalen loopt, ademt men de cultuur in: waar dit gedreven team voor staat, niet zomaar dat retrospectieve en “falling back on safety”, waar Vlaanderen zo berucht om is, maar jong theater en jazzmuziek uit alle hoeken van de planeet. Menig jazzmusicus uit Vlaanderen heeft zich weten te redden van de verdrinkingsdood in ons Vlaams cultureel panorama door deze Wervenaars. CD's en concerten brengen voor een hartelijk, luisterend, maar kritisch publiek, dat vind ik spannend, en het is een goede barometer voor je evolutie. ‘Live at the Middelheim Jazz Festival’ was mijn eerste CD voor het Werf-label. De tweede ‘Out of the night’ was ronduit het mooiste geschenk uit de hemel, niet alleen omdat deze een enorm succes betekende bij pers en publiek, en zelfs een bekroning in de wacht sleepte, maar vooral omdat ze mij de kans bood een laatste blijvende herinnering aan mijn tragisch overleden levensgezellin te boetseren. Een hommage-compositie die ik anders niet had kunnen realiseren. Nu sta ik hier bij het afwerken van mijn nieuwe CD, the new baby, en weer ging een droom in vervulling, het samen brengen van musici van Afrikaanse en Afro-Amerikaanse oorsprong met onze Belgen, iets wat in mijn lijn ligt; een toffe bende, die vier dagen met ernst heeft samengewerkt, maar ook lekker gelachen, en dankzij mijn vriendins kookkunst, lekker heeft gesmuld. 20 jaar De Werf! Hoera, roepen we, want moest deze instelling ophouden te bestaan, zou de Vlaamse jazzwagen zwaar in panne vallen, en er zijn niet zoveel garagisten in het Vlaamse jazzland die wisselstukken hebben om dat te repareren.
Chris Joris, componist en percussionist.
108
© Jos L. Knaepen
109
HET VERMAKELIJKHEIDSBEDRIJF, DE AUDITIE EN DE REIS
In de vroege ochtend van zaterdag twee september 2006, tijdens het optrekken van de eerste schuchtere Brugse najaarsnevel las de ezel op de deur van Vermakelijkheidsbedrijf De Werf het bericht ‘GESLOTEN WEGENS 20 JAAR’ en concludeerde verkeerdelijk dat het wel deel zou uitmaken van het concept van de auditie. Inderdaad kon hij het gebouw zo maar binnenwandelen en kwam hij in geen tijd in de theaterzaal terecht. Die anders zo sobere Tempel van het Woord lag er die ochtend bij als een rokerig, wanordelijk, naar zweet, bier en uitwerpselen geurend parochiaal centrum, en de ezel, die dat op het eerst gezicht wel iets vond hebben als decor, was er nu helemaal van overtuigd dat de hele auditie was opgevat als een totaal-performance. Rechts van hem klampte een breedgeschouderde grijzende man zich met gestrekte armen aan een tafeltje vast en staarde geconcentreerd en bewegingsloos in een leeg glas. Op de scène stond een zwartgelakte vleugelpiano, van waaronder tientallen benen tevoorschijn schoten, in een anatomisch gezien erg ingewikkelde verstrengeling die wel een passage uit een postmoderne roman leek te willen verbeelden. Links boven de tribune bungelde een microfoon aan een touw mysterieus heen en weer. Daaronder, over een pluche rugleuning, lag een ontbloot witroze zitvlak dat als een knikkebollend hoofd af en toe even opschrok maar zich tussenin, op de deining van zijn eigen gesnurk, steeds dieper liet wegglijden in het onbekende domein van de slaap. De ezel ging ervan uit dat hij zonder plichtplegingen aan de auditie moest beginnen en stapte kordaat naar de vleugel. Toen hij de eerste tonen van een neo-bebop nummer aansloeg, steeg een dantesk gekreun op vanuit de tribune, doken hologige gezichten als schimmen op boven de rugleuningen, vergezeld van handen die hysterisch op oren begonnen te slaan. Toen hij via een modulatie verder ging in free jazz-stijl begonnen een aantal personages te schreeuwen. Iemand braakte een zetel onder. De ezel begon te moduleren en variëren dat het een lieve lust was en ontdekte gaandeweg een patroon in de uitingen van angst en pijn der performers. Complexiteit werkte opwekkend, eenvoudiger muziekgenres hadden een kalmerend effect. Na stukjes Mozart, Schubert, Chopin, Liszt, en James Last kwam hij tenslotte terecht in het uiterst lichte operette-repertoire. ‘Lippen Schweigen’ van Franz Lehàr had op de aanwezige performers de uitwerking van een overdosis prozac. Ergens tegen de middag, nadat hij drie uur het beste van zichzelf had gegeven en niet alleen de lippen maar ook de ziel der performers begon te zwijgen wachtte hij vergeefs op enige artistieke appreciatie of reactie. Zwaar ontgoocheld krabbelde hij zijn adres op een bierkaartje, legde dat op het tafeltje van de in zijn glas starende man en begaf zich zelfs een tikkeltje beledigd naar buiten, niet zonder eerst nog een paar glazen en
110
asbakken naar de wastafel in de foyer te hebben gebracht. Weken later pas werd het de ezel duidelijk dat hij een auditie had gedaan voor een artistiek gebeuren dat toen al achter de rug was. Dat hij zich van datum had vergist. Terwijl hij in de schaduw van de Oostenrijkse Zug Spitze, volop zat te genieten van een concert van de plaatselijke blaaskapel, flitste de uitnodiging voor de auditie hem ineens weer voor de geest en las hij in grote kapitalen: ‘MUZIKANTEN GEVRAAGD VOOR 20 JAAR DE WERF 1 SEPTEMBER!!!! – AUDITIES ZATERDAG ... 26 AUGUSTUS OM 8.30 UUR!!!!!’ Tegelijk echter, op datzelfde door de muziekgoden gezegende ogenblik, viel aan de andere kant van het continent een enveloppe in de bus van zijn stal, met daarin een ingewikkelde tabel berekeningen. Van vermakelijkheidsbezoldigingen, bedrijfsvoorheffingen, persoonlijke en patronale RSZ bijdragen en dies meer, kortom met een loonbriefje voor zijn artistieke prestatie geleverd in De Werf, op datum van... 1 september 2006. We zullen nooit weten of de ezel de enveloppe nog heeft geopend of niet – hij was immers vertrokken op een zeer lange reis. En we weten dat de ezel zich nooit heeft bekommerd om geld – hij was immers op zoek naar het geluk en dus juist voor dat soort zaken op de vlucht. Maar als hij het loonbriefje ooit onder ogen heeft gekregen, dan zal zijn leven nooit meer hetzelfde zijn. Waar hij vanaf dan ook zou gaan, waar hij ook zou staan, welke verre reizen hij vanaf dan ook ondernam, als een vreemdeling hem vroeg wie hij was en vanwaar hij kwam, zou hij niet meer zeggen ‘Ik ben Niemand en ik heb geen thuis’ maar ‘Ik ben wie ik ben, en ik kom uit De Werf’. Deze fabel levert wis en waarachtig het bewijs Dat er een reden is voor elke auditie en elke reis. Frank Adam, is auteur, poëet, acteur, zanger, performer, liedjesschrijver.
111
112
EIGEN PRODUCTIES DE WERF 1986-2006
113
I, BEING BORN A WOMAN. EDNA ST.VINCENT MILLAY Première: 27 februari 1987 Regie: Sonia Debal Spel : Carine Slabbinck, Veerle Vandevoorde en Isabelle Matthys Live muziek: Luc Bogaert BY ACCIDENT Première: 14 oktober 1988 Spel: Anne Gérard en Sam Claeys GESLOTEN SPIEGELS Première: 20 oktober 1989 Regie: Sonia Debal Spel: Carine Slabbinck, Johanna Lesage en Joris Dombrecht Live muziek: Luk Bogaert A LA LIMITE Première: 2 februari 1990 Regie: Jan Hammenecker Spel: Anne Gérard en Sam Claeys Z'BIPOB Première: 3 mei 1990 Compositie: Luk Mishalle Live muziek: Jalil El Afia, Noureddine Farihi, Jan Marmenout en Luk Mishalle Co-productie met Het muziek Lod DOCHTERS VAN HIROSHIMA Première: 14 september 1990 Regie: Philip Demeester Spel: Vera Van den Berghe, Majella Opdenacker en Muriël Bats Co-productie met Het Affront L'OMBRE D'UN VOYAGE Première: 8 februari 1991 Dans: Huub Onzia, Mario Heinemann en Ann Verhaeghe Co-productie met Teatre Forum de la Madeleine ZOMERNACHT Première: 26 februari 1991 Regie: Jan Decleir Spel: Filip Peeters, Ann Pira, Alexander Vanbergen, Rudy Morren, Tine Van Den Brande, Günther Lesage, Tony De Maeyer, Karlijn Sileghem en Paul Wuyts Uitgevoerd door 't Gebroed
114
ADEMEN ONDER WATER Première: 22 maart 1991 Regie: Karlon Fonteyn Spel: Lies Van Lierde, Philippe Weiler, Toon Van Herreweghen, Kristien Guns, Roel van Snick en Karlon Fonteyn Co-productie met Wo Bist, Ist! EEN DEUX PIECES Première: 19 juni 1991 Regie: Charlotte Riem Vis Tekst: Ernst Löw Spel: Ineke Nijssen en Jeanne Pennings Co-productie met Speelteater JENNY Première: 5 juli 1991 Regie en spel: Dries Vanhegen DOUBLE FACE Première: 7 februari 1992 Choreografie: Huub Onzia Dans: Mario Heinemann, Bärbel Strehlau, Gundula Peuthert en Bettina Owczarek Co-productie met Freies Tanztheater Berlin PORTRETTEN Première: 27 mei 1992 Regie: Guy Cassiers Muziek: Dick Van der Harst Live muziek: Françoise Vanhecke, Luk Callens, Reinier Voet en Lysander Le Coultre Co-productie met Het muziek Lod DE GETUIGEN / MORATORIUM Première: 17 september 1992 Regie: Anouk David Spel: Brecht Callewaert, Robert De La Haye, Walter Janssens, Johan Knuts en Wim Oris Co-productie met Springtij WAKITCHAGA Première: 7 november 1992 Regie: Rik De Jonghe Tekst: Frank Adam Dramaturgie: Ivo Opstaele Spel: Jonathan Blondeel, Jeroen Buyse, Stijn Dekesel, Birger Naert, Jorre Vandenbussche en Diane Pinte
115
MACBETH. VAN DE MAN DIE KONING WILDE WORDEN Première: 15 januari 1993 Regie: Anne Mirjam de Bruin Spel: Monique Bellens, An Colaert, Ingrid Vreke en Sam Claeys Co-productie met Theater Scharlaken dak AFFABULAZIONE Première: 19 februari 1993 Regie: Dries Vanhegen Spel: Wim Van den Driessche en Dries Vanhegen Co-productie met Het Manifest VERWANTSCHAP Première: 20 april 1993 Regie: Luk Nys Tekst: Peter De Graef Spel: An De Donder, Els Olaerts, Dirk Tuypens en Peter De Graef Co-productie met Nova Zembla en Antwerpen '93 MUTATE NOMINE Première: 16 september 1993 Regie: Inge Schaillée Compositie: Guido Schiffer Spel : Katelijne Damen, Jan Steen, Nadia Lorenzetti, Julien Erdreich, Patrice Naasens, Pepijn Lievens, Christoph Pardo, Bart Philips en Riek Vandekerckhove Live muziek: John Snauwaert, Geert Simoen, Frank Ghijsels en Guido Schiffer SCHULDEISERS Première: 8 oktober 1993 Regie: Dries Vanhegen Spel: Twiggy Bossuyt, Wim Van den Driessche en Dries Vanhegen Co-productie met Het Manifest OMBAT Première: 8 maart 1994 Regie: Peter De Graef en Arne Lievens Tekst en spel: Peter De Graef Co-productie met Nova Zembla DE DAG DAT DE HEMEL NEERSTORTTE Première: 24 maart 1994 Tekst en spel: Herwig De Weerdt Compositie en live muziek: Rudi Genbrugge Regieadvies: Lucas Vandervost
116
VERBROKEN GELOFTEN Première: 15 april 1994 Regie: Dries Vanhegen Spel: Anja Van Riet, Vera Puts, Anne Denolf, Peter Michel, Johan Heldenbergh en Wim Van den Driessche Co-productie met Het Manifest BARCELONA Première: 26 mei 1994 Regie: Bram Vermeulen Tekst en spel: Koen Venken Co-productie met Kotterie Flamand CONTRARIE Première: 7 oktober 1994 Regie en tekst: Dimitry Masyn Dramaturgie: Myriam Van Imschoot Spel: David Compernolle, Fabrice Delecluse, Nathalie Dervaux, Nicoline Dossche, Pepijn Lievens, Pascale Petralia, Tom Schiffeleers, Jorre Vandenbussche, Griet Vanryckegem en Geert Verbanck POSE Première: 12 januari 1995 Regie: Peter Dewel Spel: Rit Geys, Arnaud Jacobs en Peter Dewel Co-productie met De Furie en Netwerk HUN! Première: 15 februari 1995 Regie: Peter De Graef en Arne Lievens Tekst: Peter De Graef Spel: Peter De Graef, Katelijne Verbeke en Koen Van Impe Co-productie met De Stichting VARIATIONS ON A LOVE SUPREME Première: 11 augustus 1995 Compositie: Fabrizio Cassol en Kris Defoort Live muziek: Pierre Bernard, George Alexander Van Dam, Antoine Prawerman, Jan Kuyken, Laurent Blondiau, Fabrizio Cassol, Jeroen Van Herzeele, Michel Massot, Kris Defoort, Stéphane Galland en Michel Hatzigeorgiou BLUE'S Première: 21 september 1995 Regie: Inge Schaillée Concept: Geert Vandewalle Co-productie met Gaos
117
RABELAIS Première: 26 februari 1996 Regie: Peter De Graef Tekst en spel: Herwig De Weerdt Compositie: Rudi Genbrugge Live muziek: Frans Grapperhaus en Rudi Genbrugge ZWALUW, ZWALUW, KLEINE ZWALUW Première: 15 maart 1996 Tekst: An De Donder Compositie: Luk Mishalle Spel: An De Donder en Luk Mishalle COUP Première: 15 maart 1996 Regie: Peter Dewel Spel: Jan Hongenaert en Peter Dewel Co-productie met De Furie en Netwerk JAJAJA - NAAR MACBETH Première: 28 september 1996 Regie en tekst: Rik De Jonghe Regie-assistentie: Jorre Vandenbussche Spel: Arne De Kesel, Jadran Huys, Liesa Naert, Lotte Neirynck, Lara Taveirne, Edward Vandevivere en Olivier Vermast ZWIJG KLEINE Première: 3 januari 1997 Regie: Dirk Tanghe Tekstbewerking: Bart Cardoen Spel: Peter Bulckaen, Grietje Debacker, Kurt Defrancq, Karel Deruwe, Marijke Pinoy, Jan Steen, Karin Tanghe en Martine Werbrouck HENRY Première: 20 maart 1997 Regie: Peter De Graef en Arne Lievens Tekst en spel: Peter De Graef Co-productie met De Stichting DE DRIE MANNEN VAN YPSILANTI Première: 2 oktober 1997 Regie: Peter De Graef en Arne Lievens Tekst: Peter De Graef Spel: Fedja Van Huët, Marcel Hensema en Stijn Westenend Co-productie met De Stichting en Hollandia
118
JULES DE SCHORPIOEN EN DE GENADE Première: 17 oktober 1997 Regie: Anne Marthe Zomer Tekst en spel: Koen Van Impe VLIEGERS Première: 24 oktober 1997 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Monique Bellens, Ingrid Vreke, Wennie De Ruyck en Karin Bosmans Co-productie met Theater Scharlaken dak RROMA Première: 5 maart 1998 Regie: Inge Schaillée Spel: Anouk David, Marietje Vermeersch, Pepijn Lievens en Filip Bollaert MEVROUW TROUSSOTZKY Première: 8 oktober 1998 Regie: Katelijne Verbeke Spel: Tania Poppe en Fania Sorel Tekstbewerking: Carl Ridders EINS, ZWEI, DREI WAS IST EIN EI ? Première: 1 april 1999 Concept en spel: Liesbet Adriaensen, Maarten Claeyssens en Jorre Vandenbussche Dramaturgie: Eva Adriaensen SALUKESKUS Première: 4 juni 1999 Regie: Olivier De Smet Tekst: Pepijn Lievens Spel: Wouter Bruneel en Koen De Ruyck Co-productie met Theater Gordijnen voor Konijnen TROL Première: 28 oktober 1999 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Karin Bosmans, Nancy Brendonck, Veerle Malschaert en Benjamin Sercu WASH IT Première: 14 januari 2000 Regie: Neil Cadger Spel: Gordon Wilson, Graig Weston en Bernard Eylenbosch Co-productie met The Primitives en Netwerk
119
VIJFER Première: 27 oktober 2000 Concept en regie: Luc Frans Spel: Monique Bellens, Karin Bosmans, Ingrid Vreke, Veerle Michiels en Nancy Brendonck Co-productie met Theater Scharlaken dak DE TAFELS VAN TWEE Première: 4 november 2000 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Greet Samyn en Filip Vandemeulebroucke Co-productie met De Zeepcompagnie DE ONTMOETING MET EEN MENS IS ALTIJD AFMATTEND Première: 24 januari 2001 Concept en spel: An de Donder Tekst: Elvis Peeters Compositie: Rik Verstrepen Live uitvoering: Philippe Thuriot, Lode Vercampt en Kristof Roseeuw Co-productie met De Rivieren en Het muziek Lod TIK Première: 8 maart 2001 Regie: Craig Weston Spel: Wouter Bruneel, Koen De Ruyck en Tom Vermeir ALLES IS MEER DAN GENOEG Première: 25 januari 2002 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Greet Samyn, Filip Vandemeulebroecke en Steven Beersmans Co-productie met De Zeepcompagnie DE (E)MIGRANTEN Première: 11 april 2002 Met en van: Peter Verhelst, Grazzhoppa & Jamie, Pepijn Lievens, Bernard Van Eeghem, Elsje Helewaut, Tcha Limberger, Bherman, Catherine Delasalle, Greet Samyn, Sam Louwyck, Mark Braet, Bart Defoort, Bart Denolf, Anastacia, Jan van der Hoeven, Marcus Cumberledge, Piet Balfoort, Frank Adam, Roel Jacobs, Stan Slabbynck, Martha, Frauke Dendooven, ... I.s.m. Brugge 2002 DE KAVIJAKS (ZONDER HOOFDLETTERS) Première: 16 mei 2002 Regie: Christophe Ameye Spel: Kurt Defrancq Compositie: Bram Vermeulen I.s.m. Brugge 2002
120
HET MOMENT Première: 5 september 2002 Regie: Rik De Jonghe Tekst: Ivo Opstaele Spel: Jelle Haerinck, Bauke Lievens, Fauve Lybaert, Angelo Tijssens, Fien Trybou, Kasper Vandenberghe en Fien Van Der Haegen Dramaturgie: Jorre Vandenbussche I.s.m. Brugge 2002 MIJN MOND EET GRAAG SPINAZIE MAAR IK NIET Première: 26 oktober 2002 Regie: Rik Teunis Tekst en spel: Frank Adam KOPKIND Première: 24 januari 2003 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Monique Bellens, Veerle Michiels, Maarten Verbeuren, Ingrid Vreke en Betsy Vreys Co-productie met Theater Scharlaken dak OVER DE MAN DIE, KWESTIE VAN ONGELUK, ZIJN GELIJKE NIET KENT Première: 20 februari 2003 Regie: Koen De Ruyck Tekst en spel: Pepijn Lievens Co-productie met 'bij De Vieze Gasten HET JACK SELS PROJECT Première: 2 mei 2003 Tekst: Peter Anthonissen Spel: Koen De Sutter en Jos Verbist Live muziek: Percy Jones, Free Madou en Cel Overberghe Co-productie met Theater Antigone en Theater Zuidpool WAT DE EZEL ZAG Première: 21 december 2003 Regie: Rik Teunis Tekst: Frank Adam Spel: Frank Adam en Rik Teunis DER SILBERSEE Première: 24 april 2004 Regie: Rik De Jonghe Dirigent: Steven Decraene Solisten: Thomas Blondelle, Inez Carsauw, Hannelore Muyllaert en Dick Vandaele,
121
Martje Vande Ginste, Yves Van Handenhove, Thomas Vanlede, Koen Vereertbrugghen, Els Vandaele en Pascal Maetens Orkest: Artis Dulcedo Koor: Novecanto Coproductie met Artis Dulcedo en Cultuurcentrum Brugge MERCUROCHROOM Première: 29 oktober 2004 Regie en tekst: Luc Frans Spel: Monique Bellens, Felipe Mafasoli, Ilse Roman, Kurt Vandendriessche en Betsy Vreys Co-productie met Theater Scharlaken dak OVER EEN VOOR DE REST DOODNORMAAL GODINNETJE Première: 18 november 2004 Regie: Koen De Ruyck Tekst: Pepijn Lievens Spel: Ineke Nijssen Compositie: Yves Meersschaert WORTELS Première: 8 april 2005 Regie: Johan Dils Tekst: Klaas Verplancke Spel: Benjamin Sercu en Filip Vandemeulebroecke Co-productie met De Zeepcompagnie MY BODY IS A BATTLEFIELD Première: 11 mei 2005 Regie: Inge Schaillée Concept: Geert Vandewalle I.s.m. Corpus Brugge '05 en Stedelijke academie voor schone kunsten DE JONGEN DIE UIT ZIJN LICHAAM VIEL Première: 4 juni 2005 Regie: Rik Teunis Tekst: Frank Adam Spel: Tania Van der Sanden en Wouter Bruneel I.s.m. Corpus Brugge '05 CONFIDENTIES AAN EEN EZELSOOR Première: 12 oktober 2005 Regie: Rik Teunis Tekst: Frank Adam Compositie: Johan De Smet Live muziek: Paul Klinck, Emile Verstraeten, Erwin Foubert en Rigo Messens
122
MOOZ Première: 22 april 2006 Regie en tekst: Rik De Jonghe Choreografie: Sophie Beyne Live muziek: Henry Martin en Matthias Lens Spel: Benny Ceuppens, Baptiste Cobbe, Wiebe Copman, Louise De Bisscop, Jonas Dumon, Sanne Geerts, Jan Pauwels, Jurgen Stroobant, Annabell Van Den Berghe, Ruth Vandewalle en Louise Vandewiele Co-productie met Concertgebouw FACADES 01 - BRUGGE IS DOOD Première: 10 mei 2006 Regie: Jorre Vandenbussche Spel: Betsy Vreys, Sara Vertongen en Jobst Schnibbe
123
124
W.E.R.F. RECORDS LABEL 1993-2006
125
K.D.’s Basement Party ‘Sketches of Belgium’ Kris Defoort (p, ky), Fabrizio Cassol (as, ss), Bart Defoort (ts, ss), Michel Massot (tb, tba, v), Michel Hatzigeorgiou (el b), Stéphane Galland (d) W.E.R.F. 001, release 1993, recording 9-10/92
Octurn ‘Chromatic History’ Laurent Blondiau (t, flhn), Ben Sluijs (as, f), Bart Defoort (ts, ss), Jeroen Van Herzeele (ts, ss), Bo Van der Werf (bs, cl), Ron van Rossum (p), Piet Verbist (b), Félix Simtaine (d), Stéphane Galland (d) W.E.R.F. 002, release 1994, recording 2/94
K.D.’s Decade ‘K.D.’s Decade Live’ Kris Defoort (p), Nicolas Thys (b), Dré Pallemaerts (d) W.E.R.F. 004, release 1994, recording 9/94
Kris Defoort/Fabrizio Cassol ‘Variations on A Love Supreme’ Fabrizio Cassol (as), Jeroen Van Herzeele (ts, ss), Pierre Bernard (f), Antoine Prawerman (cl, bcl), Jan Kuijken (clo), Laurent Blondiau (t, flhn), George Alexander Van Dam (vn), Michel Massot (tb, tba), Kris Defoort (p), Stéphane Galland (d), Michel Hatzigeorgiou (el b) W.E.R.F. 005, release 1995, recording 5/95
126
Joe Fonda/Carlo Morena/Jeff Hirshfield ‘What We’re Hearing’ Joe Fonda (b), Carlo Morena (p), Jeff Hirshfield (d) W.E.R.F. 007, release 1996, recording 94
Octurn ‘Ocean’ Laurent Blondiau (t, flhn), Ben Sluijs (as, f), Bart Defoort (ts, ss), Jeroen Van Herzeele (ts, ss), Bo Van der Werf (bs, cl), Ilja Reijngoud (tb), Jacques Pirotton (g), Ron van Rossum (p), Kris Defoort (p), Nicolas Thys (b, el b), Stéphane Galland (d) W.E.R.F. 008, release 1996, recording 12/96
Bart Defoort Quartet ‘Moving’ Bart Defoort (ts), Erik Vermeulen (p), Nicolas Thys (b), Gene Calderazzo (d) W.E.R.F. 009, release 1997, recording 2/97
The Fonda/Stevens Group ‘Live from Brugge’ Joe Fonda (b), Michael Jefry Stevens (p), Mark Whitecage (as, acl), Herb Robertson (t, c), Harvey Sorgen (d) W.E.R.F. 010, release 1997, recording 4/97
127
Laurent Blondiau Quintet ‘The queen of the apple pie’ Laurent Blondiau (t, flhn), Peter Hertmans (g), Nathalie Loriers (p), Otti Van der Werf (b), Jan de Haas (d) W.E.R.F. 011, release 1998, recording 10/97
Chris Joris ‘The Chris Joris Experience Live 1997’ Chris Joris (perc, f), Jeroen Van Herzeele (ts, ss), Sam Versweyveld (t, flhn), Ernst Vranckx (p), Chris Mentens (b), Ben Ngabo (v, ngoma’s), N’Faly Kouyaté (kora) W.E.R.F. 012, release 1998, recording 2/97, 8/97
Ernst Vranckx Quartet feat. Kenny Wheeler ‘A Child's Blessing’ Ernst Vranckx (p), Kenny Wheeler (t, flhn), Bart Defoort (ss, ts), Stefan Lievestro (b), Hans van Oosterhout (d) W.E.R.F. 013, release 1998, recording 5/98
Kris Defoort Quartet / Kris Defoort & Dreamtime ‘Passages’ Kris Defoort (p), Nicolas Thys (b), Dré Pallemaerts (d), Mark Turner (ts) Kris Defoort (p), Mark Turner (ts), Jeroen Van Herzeele (ts), Pierre Bernard (f), Emmanuelle Somer (ob), Jan Kuijken (clo), Laurent Blondiau (t, flhn), Geoffroy de Masure (tb), Michel Massot (tba), Dré Pallemaerts (d), Nicolas Thys (b, el b) W.E.R.F. 014/015 (2CD) , release 1999, recording 12/97, recording 12/98
128
Frank Vaganée Trio feat. John Ruocco ‘Two Trios’ Frank Vaganée (as), John Ruocco (ts), Rosario Bonaccorso (b), Dré Pallemaerts (d) W.E.R.F. 016, release 1999, recording 12/98-1/99
Ode For Joe ‘Caribbean Fire Dance’ Peter Hertmans (g), Jeroen Van Herzeele (ts), Sal La Rocca (b), Jan de Haas (d) W.E.R.F. 017, release 1999, recording 7-8/99
Brussels Jazz Orchestra ‘The September Sessions’ Frank Vaganée (as, ss, f), Dieter Limbourg (as, cl), Kurt Van Herck (ts, ss), Bart Defoort (ts), Bo Van der Werf (bs), Serge Plume (t, flhn), Michel Paré (t, flhn), Laurent Blondiau (t, flhn), Gino Lattuca (t, flhn), Marc Godfroid (tb), Jack Coenen (tb), Lode Mertens (tb), Jan De Backer (tb), Laurent Hendrick (btb), Christoph Erbstösser (p), Nic Thys (b, el b), Arnoud Gerritse (d) W.E.R.F. 018, release 1999, recording 9/99
Ben Sluijs Quartet ‘Candy Century’ Ben Sluijs (as, f), Erik Vermeulen (p), Piet Verbist (b), Eric Thielemans (d) W.E.R.F. 019, release 2000, recording 5/99
129
Octurn ‘Round’ Laurent Blondiau (t, flhn), Geoffroy de Masure (tb), Ben Sluijs (as, f), Jeroen Van Herzeele (ss, ts), Bart Defoort (ss, ts), Bo Van der Werf (bs), Pierre Bernard (f), Fabian Fiorini (p, ky), Jacques Pirotton (g), Nicolas Thys (b, el b), Chander Sardjoe (d), Jean-Luc Lehr (el b), Toots Thielemans (hca), Kenny Werner (ky) W.E.R.F. 020, release 2000, recording 5-6/00
Joe Fonda/Carlo Morena/Jeff Hirshfield ‘Step-In’ Joe Fonda (b), Carlo Morena (p), Jeff Hirshfield (d) W.E.R.F. 021, release 2000, recording 3/00
Mark Dresser / Mark Helias ‘The Marks Brothers’ Mark Dresser (b), Mark Helias (b) W.E.R.F. 022, release 2000, recording 4-8/00
Ernst Vranckx Quintet ‘Songs & Dances’ Ernst Vranckx (p), Laurent Blondiau (t, flhn), Bart Defoort (ss, ts), Stefan Lievestro (b), Herman Pardon (d) W.E.R.F. 023, release 2001, recording 6/00
130
Ben Sluijs Quartet ‘Seasounds’ Ben Sluijs (as), Erik Vermeulen (p), Piet Verbist (b), Eric Thielemans (d) W.E.R.F. 024, release 2001, recording 5-7/00
Erik Vermeulen Trio ‘Songs of Minutes’ Erik Vermeulen (p), Sal La Rocca (b), Jan de Haas (d, perc) W.E.R.F. 025, release 2001, recording 4/00
Rêve d’Eléphant Orchestra ‘Racines du Ciel’ Michel Debrulle (d, perc), Michel Massot (tba, tb), Pierre Bernard (f), Laurent Blondiau (t, flhn), Jean-Yves Evrard (g), Etienne Plumer (perc), Stephan Pougin (perc) W.E.R.F. 026, release 2001, recording 1/01
Christoph Erbstösser Trio
Christoph Erbstösser Trio ‘Vive les Etrangers’ Christoph Erbstösser (p), Jos Machtel (b), Dré Pallemaerts (d) W.E.R.F. 027, release 2001, recording 8/01
131
Trio Grande ‘Signé Trio Grande’ Michel Debrulle (d, perc), Michel Massot (tb, tba), Laurent Dehors (s, cl) W.E.R.F. 028, release 2002, recording 3/01
Brussels Jazz Orchestra ‘The Music of Bert Joris’ Bert Joris (t, flhn), Frank Vaganée (as, ss), Dieter Limbourg (as, cl), Kurt Van Herck (ts), Bart Defoort (ts), Bo Van der Werf (bs), Serge Plume (t, flhn), Michel Paré (t, flhn), Laurent Blondiau (t, flhn), Gino Lattuca (t, flhn), Marc Godfroid (tb), Lode Mertens (tb), Jan De Backer (tb), Laurent Hendrick (btb), Christoph Erbstösser (p), Jos Machtel (b), Martijn Vink (d) W.E.R.F. 029-030 (2CD) , release 2002, recording 9/01
Aka Moon ‘Guitars’ Fabrizio Cassol (as), Prasanna (el g), David Gilmore (el g), Pierre Van Dormael (el g), Michel Hatzigeorgiou (el b), Stéphane Galland (d) W.E.R.F. 031, release 2002, recording 8/01
Nathalie Loriers Trio + Extensions ‘Tombouctou’ Nathalie Loriers (p), Sal La Rocca (b), Hans van Oosterhout (d), Frank Vaganée (as), Kurt Van Herck (ts, ss), Laurent Blondiau (t, flhn) W.E.R.F. 032, release 2002, recording 1/02
132
Octurn ‘Dimensions’ Guillaume Orti (as), Bo Van der Werf (bs), Laurent Blondiau (t, flhn), Geoffroy De Masure (tb), Fabian Fiorini (p, ky), Pierre Van Dormael (el g), Otti Van der Werf (el b), Jean-Luc Lehr (el b), Chander Sardjoe (d), Norbert Lucarian (d), Stéphane Galland (d), Michel Seba (perc) W.E.R.F. 033, release 2002, recording 2/02
Ben Sluijs Quartet ‘Flying Circles’ Ben Sluijs (as, f), Erik Vermeulen (p), Piet Verbist (b), Eric Thielemans (d) W.E.R.F. 034, release 2002, recording 5-6/02
Bert Joris Quartet ‘Live’ Bert Joris (t, flhn), Edgardo ‘Dado’ Moroni (p), Philippe Aerts (b), Rosario Bonaccorso (b), Dré Pallemaerts (d), Félix Simtaine (d) W.E.R.F. 035, release 2002, recording 11/99, 9-10/00
Erik Vermeulen Trio ‘Inner City’ Erik Vermeulen (p), Eric Surmenian (b), Marek Patrman (d) W.E.R.F. 036, release 2002, recording 8/02
133
Defoort-Turner-Thys-Black ‘Sound Plaza’ Kris Defoort (p), Mark Turner (ts), Nic Thys (b), Jim Black (d) W.E.R.F. 037, release 2002, recording 9/02
The Chris Joris Experience ‘Out of the Night’ Chris Joris (perc, p), Pierre Vaiana (ss, ts), Cécile Broché (vn), Pieter Thys (g), Fré Desmyter (p), Chris Mentens (b), Frédéric Malempré (perc) Special guests : N’Faly Kouyaté (kora, v) & The Mons Orchestra (strings) W.E.R.F. 038, release 2003, recording 7/02, 11-12/02
Bart Defoort Quartet ‘The Lizard Game’ Bart Defoort (ts, ss), Bart De Nolf (b), Hans Van Oost (el g), Jan de Haas (d) W.E.R.F. 039, release 2003, recording 4/03
Jan de Haas Quintet ‘Doing my thing’ Jan de Haas (vib, perc), Nathalie Loriers (p), Hendrik Braeckman (g), Piet Verbist (b), Mimi Verderame (d) W.E.R.F. 040, release 2003, recording 10/03
134
Mahieu-Vantomme Quartet ‘Whatever’ Tom Mahieu (ts), Dominique Vantomme (p), Christophe Devisscher (b), Geert Roelofs (d) W.E.R.F. 041, release 2004, recording 1/04
Rêve d’Eléphant Orchestra ‘Lobster caravan’ Pierre Bernard (f, g), Laurent Blondiau (t, flhn), Michel Debrulle (d, perc), Jean-Yves Evrard (g), Michel Massot (tba, tb, v), Etienne Plumer (d, perc), Stephan Pougin (perc) W.E.R.F. 042, release 2004, recording 1/04
André Goudbeek/Xu Fengxia/Joe Fonda ‘Separate Realities’ André Goudbeek (as, bcl, ban), Xu Fengxia (guzheng, v), Joe Fonda (b, f) W.E.R.F. 043, release 2004, recording 12/03
High Voltage ‘Hoppin’ Around’ Nico Schepers (t), Dieter Limbourg (ts), Lode Mertens (tb), Bart Van Caenegem (p), Peter Verhaegen (b), Lieven Venken (d) W.E.R.F. 044, release 2004, recording 4/04
135
DjanGo! ‘A tribute to Django Reinhardt’’ Koen De Cauter (g, ss, v), Waso De Cauter (g), Dajo De Cauter (b), Fapy Lafertin (g), Patrick Saussois (g), Joop Ayal (ts), Tcha Limberger (g, vn) W.E.R.F. 045, release 2004, recording 6/04
Ben Sluijs Quartet ‘True Nature’ Ben Sluijs (as, f), Jeroen Van Herzeele (ts), Manolo Cabras (b), Marek Patrman (d) W.E.R.F. 046, release 2005, recording 10/04 BEN SLUIJS QUARTET TRUE NATURE
Kris Defoort ‘Conversations / Conservations’ Koen Kessels (cond) Claron McFadden (soprano) Quatuor Danel : Marc Danel (vn), Gilles Millet (vn), Tony Nys (vla), Guy Danel (clo) Dreamtime : Pierre Bernard (f), Joost Gils (ob), Jeroen Van Herzeele (ts), Laurent Blondiau (t), Geoffroy de Masure (tb), Michel Massot (tb, tba), Bart Quartier (mar, vib), Otti Van der Werf (el b), Eric Thielemans (d, perc), Kris Defoort (p) W.E.R.F. 047, release 2005, recording 11/03
featuring Bert Joris & Kurt Van Herck
Hendrik Braeckman Group
‘til now
Hendrik Braeckman Group feat. Bert Joris & Kurt Van Herck ‘ ‘til now’ Hendrik Braeckman (g), Piet Verbist (b), Jan de Haas (d), Bert Joris (t, flhn), Kurt Van Herck (ss, ts) W.E.R.F. 048, release 2005, recording 12/04
136
Moker ‘Konglong’ Mathias Van de Wiele (g), Bart Maris (t, elec), Zeger Vandenbussche (ts), Dajo De Cauter (b), Giovanni Barcella (d) W.E.R.F. 049, release 2005, recording 7/05
K.D.’s Basement Party Live ‘Sketches of Belgium’ Live at De Werf
KD’S BASEMENT PARTY SKETCHES OF BELGIUM
Kris Defoort (p), Fabrizio Cassol (as, ss), Bart Defoort (ts, ss), Michel Massot (tb, tba), Michel Hatzigeorgiou (el b), Stéphane Galland (d) W.E.R.F. 050, release 2006, recording 12/03
Robin Verheyen Quartet ‘Narcissus’ Robin Verheyen (ss, as, ts), Harmen Fraanje (p), Clemens van der Feen (b), Flin van Hemmen (d) W.E.R.F. 051, release 2006, recording 10/05
Nathalie Loriers Trio
SILENT SPRING
Nathalie Loriers Trio ‘Silent Spring’ Nathalie Loriers (p), Sal La Rocca (b), Hans van Oosterhout (d) W.E.R.F. 052, release 2006, recording 1999 (reissue)
137
Jazzisfaction 'Open Questions' Peer Baierlein (t), Ewout Pierreux (p), David Petrocca (b), Yves Peeters (d) W.E.R.F.053, release 2006, recording 12/05
Brussels Jazz Orchestra ‘Countermove’ Woodwinds: Frank Vaganée (as, ss, f), Dieter Limbourg (as, ss, af), Kurt Van Herck (ts, ss, f), Bart Defoort (ts, ss, cl), Bo van der Werf (bs, bcl, cl) Trombones: Marc Godfroid, Lode Mertens, Frederik Heirman, Laurent Hendrick (btb) Trumpets: Serge Plume, Nico Schepers, Pierre Drevet, Gino Latucca Piano: Nathalie Loriers Double Bass: Jos Machtel Drums: Martijn Vink W.E.R.F.054, release 2006, recording 11/05
Nathalie Loriers Chemins Croisés ‘L’arbre Pleure’
Nathalie Loriers Chemins Croisés Gianluigi Trovesi Karim Baggili Philippe Aerts Joël Allouche
Gianluigi Trovesi (cl), Karim Baggili (oud), Philippe Aerts (b), Joël Allouche (d, perc) Nathalie Loriers (p) W.E.R.F.055, release 2006, recording 05/06
L’arbre pleure
De W.E.R.F. cd's zijn te koop in de platenhandel of rechtstreeks via onze website
www.dewerf.be
138
139
PERSONEEL De Werf anno 2006 Frank Adam Frédéric Aelterman Rik Bevernage Fabrice Commeyne Luc Cools Filip Delmotte Martine de Mey Arne Depoorter Gina Kestens Pascal Lervant Veerle Mans Simon Neels Jorre Vandenbussche Annemie Vande Voorde Nico Vanderostyne Geert Vandewalle Marc Vanrafelghem Sandra Van Renterghem Veerle Vermeulen
Algemene vergadering Jan Vernieuwe (voorzitter) Rik Bevernage Rik De Jonghe Robrecht De Spiegelaere Jan Denolf Willy Meyvaert Marc Vanrafelghem Annemie Vande Voorde Veerle Vermeulen
140
Personeel van De Werf anno 2006 Van links naar rechts: Veerle Vermeulen, Annemie Vande Voorde, Veerle Mans, Rik Bevernage, Martine de Mey, Simon Neels, Frédéric Aelterman, Geert Vandewalle, Nico Vanderostyne, Sandra Van Renterghem, Pascal Lervant, Filip Delmotte, Arne Depoorter, Marc Vanrafelghem Niet op de foto: Frank Adam, Fabrice Commeyne, Luc Cools, Gina Kestens, Jorre Vandenbussche 141 © Lieven Neyrinck
142
COLOFON
Dit boek verschijnt naar aanleiding van twintig jaar De Werf Samenstelling Veerle Vermeulen Covertekening © illustratie Klaas Verplancke/www.klaas.be Lay-out FOLIO Marijke Deweerdt Druk Grafisch Bedrijf Lammaing
143
De Werf wordt gesteund door
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
De Werf wordt gesponsord door
144