Ouder en wijzer [1]
Best wel vet cool contact Hoe houd je contact met je kleinkind? Hoe blijf je als oudere betrokken op zijn leefwereld? Een dagje Amsterdam is leerzaam.
H
W.L. Zwagemaker schrijft volgende week over hoe als oudere positief de tijd in te vullen.
et zal twintig jaar geleden zijn. We waren opnieuw met een groep gemeenteleden bij de Klaagmuur in Jeruzalem. Een Israëlreis deed ik het liefst zoveel mogelijk met eigen gemeenteleden. Dan is zo’n reis een vijftiendaagse bijbelkring, goed voor het hele gemeentewerk. Het was maandagochtend. Bar mitswa. Joodse jongens van dertien jaar worden dan met veel ceremonieel en applaus in de liturgie ingeleid. Het is altijd druk op zulke ochtenden. Velen zijn getuige van de gebeden van de minjan, de groep van minstens tien Joodse mannen, en de feestelijke tocht met de Thorarol. Soms vraag je je af hoe geestelijk dit feestelijke is, maar zulke vragen zullen anderen zich bij onze ‘feestelijke diensten’ stellen. Bij deze reis waren onze jongste drie kinderen. Met mijn zoon van acht liep ik al uitleggend over het mannendeel van het plein voor de Muur. Onverwacht werd ik aangesproken door een zichtbaar oude rabbijn. Aan mijn badge zag hij dat ik reisleider was. Hij vroeg mij of ‘die jongen’ ook tot mijn groep behoorde. Ik vertelde hem: ‘Dat niet alleen, maar hij is ook mijn jongste zoon.’ Toen gebeurde er iets dat (achteraf gelukkig) door sommigen op foto’s en video’s is vastgelegd. Hij vroeg me of hij mijn zoon mocht zegenen. Uiteraard aarzelde ik geen moment. Hij drukte hem zijn eigen Thora in handen, zette zijn veel te grote keppeltje recht en begon. Het was een lang gebed rechtstreeks uit
8
de waarheidsvriend
Ds. P. Vermaat is hervormd emeritus predikant te Veenendaal.
zijn hart. Het ontroerde niet alleen hem, maar ook ieder die het zag. Hier gebeurde iets. Een oude man met een verweerd gezicht door een bewogen verleden gaf aan een jonge generatie bij het laatste restant van de verwoeste tempel de zegen van de Almachtige. Geslachten gaan, geslachten komen, we zijn in Gods verbondstrouw opgenomen. Wat hij zei verstond ik niet, maar wat hij deed raakte me diep. Niet in slaap wiegen Inmiddels is ‘die jongen’ getrouwd, zoals ook de andere kinderen, zijn er elf kleinkinderen en zit ik vooral met de vraag: hoe kan ik de zegen van God aan hen doorgeven? Hoe blijf ik als grootvader uit de eerste helft van de 20e eeuw verstaanbaar voor kleinkinderen, die grotendeels van de 21e eeuw zijn? Anders gezegd, hoe word ik voor hen niet een onverstaanbare man uit een andere tijd? Ze zeggen dat grootouders altijd tweemaal blij zijn met een bezoek van hun kleinkinderen: als ze komen én als ze gaan. Ze zeggen dat grootouders meer de lusten kennen dan de lasten. Opmerkingen die niet meer opgaan als je van
tijd tot tijd ook oppasoma of oppasopa bent. Maar het is een feit dat hoe hartelijk de band met kleinkinderen ook is, het toch anders is dan bij je eigen kinderen. Je groeit niet meer dagelijks met ze mee. Toch zijn er momenten waarop je je als grootouders ingeschakeld voelt. De eerste woordjes: was het echt ‘opa’ of ‘oma’? De eerste stapjes los, naar wie liep ze toe? Het eerste zwemdiploma: al die ouders en grootouders in dat hete aquarium achter dat beslagen glas, zoekend naar die bungelende plak koek. De eerste keer fietsen zonder zijwieltjes. Ineens realiseer ik me dat het contact vooral ontstaat door wat zíj zeggen en wat zíj doen. Daarom moeten we als grootouders niet alleen meeleven met dit soort hoogtepunten in hun leven, maar in alle dingen die voor hen en hun ouders ingrijpend zijn. Luisteren Echt meeleven bestaat voor een groot deel uit luisteren. Zo luisteren, dat we weten in welke wereld zij opgroeien. Ooit schreven we boven het geboortebericht van een van onze kinderen de woorden:
Hoe blijf ik als grootvader verstaanbaar voor mijn kleinkinderen? Met kleinzoonlief een dagje naar Amsterdam helpt.
21 januari 2010
kind, je weet niet in welke wereld je wieg staat, u die dit weet, wieg dit geweten niet in slaap. Nu zie ik het boven het leven van mijn kleinkinderen staan. Daarom probeer ik mee te leven en geniet ervan als ik hen ook eens een keer van school kan halen. Bovendien leer ik mijn eigen kinderen weer anders en beter kennen via hun kinderen. Maar als de zorgeloze (?) tijd van de basisschool voorbij is en het ‘grote leven’ op hen af komt en nog later, wat dan? Meeleven, luisteren, contact houden en… hun geweten niet in slaap wiegen. Dat kan op veel manieren. Dagje Amsterdam Hoe het plan ontstaan is, weet ik niet meer. Misschien wel heel spontaan of was het grootouderlijke angst voor zijn komende grote leven? Hoe dan ook, we spraken af dat we de overgang naar de middelbare school zouden vieren met een dagje Amsterdam, waarbij hijzelf de voor hem én voor opa leuke dingen tot een programma zou maken. We kozen voor de trein en ontmoetten elkaar op Utrecht Centraal. Eenmaal in Amsterdam begonnen we natuurlijk met een kop koffie en gaf ik hem de kas in beheer. We zouden ‘leuke dingen’ doen en (budgettair moest dat kunnen) de dag niet hoeven af te sluiten met soep en een broodje bij het Leger des Heils. Natuurlijk begonnen we in het havengebied en deden in NEMO allerlei proefjes, waaruit het generatieverschil al gelijk duidelijk werd. Wat zijn zij snel, of ben ik traag? Langs de Mozes en Aäronkerk (natuurlijk ook erin en hopen op uitleg, die gelukkig kwam) liepen we langs het Beursgebouw en kauwden samen op de twee spreuken van dit gebouw. Natuurlijk deden we een rondvaart door de grachten en stelde mijn kleinzoon vast dat opa’s ook met de ogen dicht goed kunnen luisteren naar de enthousiaste uitleg. Op de Dam zagen we niet alleen
de waarheidsvriend
duiven, maar ook bewegingsloze mensen, die met hun act wat staan bij te verdienen. Dat was het moment om het gezonde voordeel van een krantenwijk te bespreken. Natuurlijk deden we in de Kalverstraat die grote boekwinkel aan, maar kleinzoonlief bleek veel meer van video’s en spelcomputers te weten en daarvan weet opa heel weinig. Maar ik begreep wel dat WII vet cool is en eindeloos. De poort naar het Begijnenhofje was open, dus konden we er ronddwalen en oude verhalen ophalen (warempel, dat vond hij best gaaf!). Vlak bij de Dam vonden we een pizzeria, die niet boven onze begroting ging. We zaten boven en keken uit op een heel drukke winkel waar volgens de etalage souvenirs te koop waren, maar in werkelijkheid stickies werden gerookt en meer van dat soort spul grof van de hand ging. Nee, hij dacht niet dat bij hem op school gerookt werd, maar wist goed welke gevaren er dreigen. Op de terugweg naar het station waren we nog getuige van een diefstal op klaarlichte dag. We vonden het beter om niet achter de dief aan te gaan. Mantel Het was me het dagje wel. Kleinkinderen in de grote wereld van de 21e eeuw. Ik probeer met hen mee te leven. Ik probeer hun taal te verstaan en hun echte zorgen te begrijpen. Ieder dag bid ik voor hen, maar het zal concreter moeten. De mantel die Hanna voor haar Samuel maakte, was ieder jaar een maatje groter. Hoe troostrijk het ook mag zijn dat Gods mantelzorg altijd op maat is, dat ontslaat mij niet van de taak (op afstand) concreet mee te leven. Zo leer ik ook mijn eigen (aangetrouwde) kinderen meer kennen en waarderen. Op Utrecht Centraal gingen onze wegen weer uiteen. Sinds die dag weet ik welke ongekende mogelijkheden er op mijn mobieltje zitten. En af en toe vraag ik, per mail of sms, of er op school nog wel eens iets te beleven valt. Want jong zijn is soms best vet cool.
Boekaankondigingen Franca Treur Dorsvloer vol confetti. Uitg. Prometheus, Amsterdam; 221 blz.; € 17,95. ‘Liefdevol portret van een Zeeuwse orthodoxe boerengemeenschap,’ meldt de flap. En dat ís deze roman ook, geschreven door Franca Treur, die tijdens haar tijd op het Leidse CSFR-dispuut afscheid van het christelijk geloof nam. Katelijne is twaalf en groeit op tussen zes broers. Een innerlijk contact met haar ouders krijgt ze niet. Als nadenkend en gevoelig meisje blijft ze ook op afstand van kerk en geloof, omdat vader en moeder niet het vermogen hebben haar in te wijden in de heilige dingen. De auteur tekent haar jeugd in prachtige vertellingen op een wijze waarin voor rancune geen plaats is. Al groeide Franca op in de gereformeerde gemeente van Meliskerke, haar roman laat heel de orthodoxe christenheid in de spiegel kijken. Zie ook blz. 15 van deze Waarheidsvriend. Dr. W. Verboom De Bijbel open. Woorden van Jezus. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam; 70 blz.; € 9,75. Bundel met vijftien bijbelstudies die ons redactielid de afgelopen twee jaar over woorden van Jezus in het EOprogramma De Bijbel open hield. Aan de orde komen onder andere Geweld en Koninkrijk, vader en moeder liefhebben boven Mij en Schapen en bokken. B.S. van Groningen In de spiegel van Jakobus. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 72 blz.; € 8,95. Bijbelstudies over Jakobus die in de plaatselijke gemeente gegeven zijn en op verzoek van de uitgever voor uitgave geschikt gemaakt. C.P. Huissen Goudkorrels. Uitg. stichting Smytegeltfonds; 86 blz.; € 3,-. Namens de stichting Smytegeltfonds verzamelde bestuurslid Huissen citaten uit hertaalde preken van predikanten uit (vooral) de tijd van de Nadere Reformatie. Wieke Malda-Douma (red.) Armzalig. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam; 110 blz.; € 13,50. Bundel die onder verantwoordelijkheid van ForumC (forum voor geloof, wetenschap en samenleving) verschijnt, die beoogt aan te tonen dat armoede en schuldenproblematiek alles met elkaar te maken hebben en die de bezinning wil stimuleren op de betekenis van geld, bezit en armoede. Deborah Raney Ommekeer. Uitg. Voorhoeve, Kampen; 304 blz.; € 19,95. Tweede deel van de romanreeks Clayburn, genoemd naar het stadje, waar Vienne Kenney na haar studententijd terugkeert om de verouderde lunchroom van haar moeder om te toveren tot een moderne koffiezaak. PJV
P. Vermaat (opa Panc)
21 januari 2010
9
Ouder en wijzer [2]
Stil zitten is er niet bij Wie erop rekent na zijn vut of pensioen eindelijk de lang verwaarloosde hobby op te kunnen pakken, komt meestal van een koude kermis thuis.
M
W.L. Zwagemaker uit Ridderkerk is voormalig IT-ondernemer en betrokken bij de stichting Rural Relief & Development Foundation (RRDF).
aar weinig vutters belan den na het afscheid van werkgever en collega’s met een puzzelboekje achter de geraniums. Hoe vul je op een góe de manier je tijd in? En ook: hoe kun je je levenservaring dienstbaar maken in de gemeente, in de sa menleving? Ik vermoed dat een positieve hou ding belangrijk is om als je ouder wordt je tijd zinvol in te vullen. Van Dale weet negen verklaringen te geven voor het woordje positief. Eén ervan luidt ‘optimistisch’. Een goede uitkomst verwachten, weet Van Dale te melden. Het is duidelijk dat er soms weinig reden is om optimistisch te zijn. Ondanks onze positieve insteek lopen we vaak tegen problemen op die onoplosbaar schijnen. Bewust zeg ik ‘schijnen’, omdat ikzelf de stelregel hanteer dat problemen er zijn om opgelost te worden. Juist als oudere kunnen we, op basis van onze kennis en levenservaring, oplossingen bedenken en een positieve bijdrage leveren. In de samenleving, in onze kerkelijke gemeente en ten behoeve van onze naaste. Ver weg en dichtbij.
Ds. J. den Dikken schrijft volgende week over hoe als oudere in het reine te komen met dingen die in het leven plaatsvonden. Het is het laatste deel van dit drieluik.
Niet zoeken Het zal velen zo vergaan, denk ik, dat je niet hoeft te zoeken naar invulling van de tijd die beschik baar komt na het deelnemen aan het arbeidsproces. Je hebt meer tijd en dan weet ‘men’ je wel te vinden. De ambachtsman (of -vrouw) met de gouden handen voor het klaren van een klus(je) bij (echte) bejaar
12
de waarheidsvriend
den, zieken of gehandicapten. Groene vingers komen van pas om de tuin rond de kerk bij te houden. Die vingers zijn ook nuttig tijdens de natuurwerkdagen, jaarlijks georganiseerd door de stichting Natuurmonumenten. En de rustige chauffeur zal met genoegen het schoolbusje besturen. Het zit hem niet in het opzienba rende werk, maar in de wijze waar op je je beschikbaar wilt en kunt stellen. Positief, met een open oog en hart voor de ander. Dit geldt natuurlijk niet voor alle ouderen. Velen weten dat hun gezondheid het niet toelaat om te doen wat ze graag zouden willen. Het is daarom een buitengewone zegen om een goede gezondheid te hebben als je ouder wordt. Ook weten we dat het van het ene mo ment op het andere anders kan worden. Gebruik de tijd daarom nú positief. Economische waarde Achter de geraniums zitten, is een geijkte uitdrukking waarvan de
betekenis bekend is. Maar we mo gen er niet vanuit gaan dat alle vutters en 65-plussers daar bivak keren en er in ons land niets ge daan wordt. Tienduizenden vrijwil ligers zijn actief om zich met de hen geschonken gaven dienstbaar te maken. Een recent onderzoek heeft weten te becijferen dat vrijwilligerswerk ook van grote economische waarde is. Die berekening kan op verschil lende manieren worden gemaakt. Uitgaande van de vervangings waarde, de investeringswaarde of de marktwaarde varieert de uit komst tussen de 5 en ruim 20 mil jard euro per jaar. Een positieve bijdrage leveren is dus ook buiten gewoon waardevol voor onze eco nomie. Dagtaak Voor mijzelf is de invulling van mijn ‘vrije’ tijd bijna een dagtaak geworden. Na ruim 25 jaar be stuurslidmaatschap van een chris telijke hulpverleningsorganisatie, werd mij vanuit het buitenland
De 1,8 miljoen 65-plussers die Nederland telt, brengen hun dagen niet allemaal achter de geraniums door.
28 januari 2010
Een lezer stuurde me twee (vergeelde) knipsels uit vroegere jaren, over blij vend actuele zaken. Eén ervan is van de hand van ds. A. Kool, die in juli 1969 in Hervormd Utrecht schreef over ‘De Gereformeerde Bond in de actuele vra gen’.
Globaal bekeken
gevraagd om een jonge christelijke school te adviseren en te helpen. Grote droogte en daarmee gepaard gaande inkomstendaling van de ouders hadden de school in ern stige financiële problemen ge bracht. Als zoiets op je weg geplaatst wordt, is hulp bieden bijna een vanzelfsprekendheid. De kinderen naar huis sturen was geen optie. Integendeel, elke dag een warme maaltijd voor de hongerige kinde ren bracht extra werk en kosten met zich mee. De schoolwerk zaamheden zijn ondertussen uitge breid met hulp aan bijna 2000 kinderen in twaalf slums rond de school. Er wordt ook voor hen elke dag een warme maaltijd gekookt, en onderwijs en medische zorg gegeven. De ouders leven in hutten, meestal zonder inkomen. De meest ele mentaire zaken als water, sanitair en elektriciteit ontbreken. Zij kun nen dus (nog) niet voor hun kinde ren zorgen. Met microkredieten proberen we daar een einde aan te maken. Het hebben van een eigen inkomen geeft de ouders eigen waarde en de mogelijkheid om op termijn zelf voor hun kinderen te zorgen. Een geweldige invulling van mijn vrije tijd. Ik ervaar het als een posi tieve bijdrage, die er bovendien voor zorgt dat stil zitten er niet bij is. Sterker, een schepje er bovenop is soms nodig. Het vinden en en thousiasmeren van donoren vergt veel energie. Die arme kinderen en hun ouders verdienen het en het helpen geeft veel voldoening. Ik hoop nog lang gezegend te worden met een goede gezondheid om positief door te mogen gaan. Nederland telt momenteel 1,8 miljoen 65-plussers. Welaan plus sers, kijk om u heen! Jarenlange ervaring, inzicht en kennis zijn positief dienstbaar te maken aan kerk en maatschappij. Het dunkt mij een voldoening schenkende opdracht te zijn. ‘En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem’ (Kol.3:17).
• Wij zijn diep onder de indruk van het gewicht en de macht van de zonde. Er loopt een enorme scheur door Gods goede schepping. Die beleven wij niet als een noodlot, maar als schuld van ter-verantwoording-geroepen mensen voor God. Een kenmerk van onze prediking en onze geloofsbeleving is daarom de ernst. Men noemt ons wel “zwaar”. Ik dacht dat wij ons daarvoor niet moesten schamen. Als men daarmee althans bedoelt dat wij de zonde, het oordeel, de toorn van God en andere “donkere” zijden van de bijbel serieus willen nemen. Wij bevinden ons dan in het goede gezelschap van profeten en apostelen en kerkvaders. In de bond denkt men bepaald niet optimistisch over de mens, zoals hij door de zonde geworden is: “onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad”. Het doet ons dan ook wat naïef aan als wij tegenwoordig in de kerk zoveel horen spreken over mondigheid, medemenselijkheid, leefbaarheid, vernieuwing van structuren, geloofwaardig maken van het evangelie enz. Alsof de mens in zijn zogenaamde vrijheid zomaar vanuit zichzelf komt tot het ware leven voor Gods aangezicht. Alsof daar niet een radicale vernieuwing van zijn hart, een ingreep van God voor nodig is. Vandaar bij ons vaak de nadruk op wedergeboorte en bekering, op het werk van de Heilige Geest dus. Er gebeurt wat als God in je leven komt! Je gaat niet rechttoerechtaan, als het ware spelenderwijs naar Gods koninkrijk. Maar door de crisis, via de gebroken lijn van sterven en opstaan met Christus. • Natuurlijk zijn er ook allerlei gevaren die de Gereformeerde Bond bedreigen. Misschien zijn wij die ons niet altijd genoeg bewust. Zelfkritiek is niet de sterkste kant van de bond, zegt men wel. Al te gemakkelijk doen wij soms alsof wij de waarheid in pacht hebben. Dat hebben wij in zekere zin ook wel, maar wij niet alléén! Al te gemakkelijk spreekt men soms van “onze mensen”. Wij hebben geweldige pretenties. Het mag juist ook wel door merg en been gaan dat wij zozeer beneden de maat blijven. Ik denk dat wij ook nog moeten leren een toontje lager te zingen. Wij zeggen zo gemakkelijk dat bij ons de mensen nog in de kerk komen (dat nare woordje “nog”!). Wij zijn vaak te krampachtig, te wettisch, te traditioneel, te wereldvreemd. Vaak ook te negatief. *** En dan een fragment uit een artikel van ds. Th.M. Loran, secretaris van de Raad van zaken van Kerk en Gezin, over ‘Kerkelijke bevestiging is geen fran je’. Hij doelt op de huwelijksbevestiging van mensen die ‘iets zullen beloven waar ze niet achter kunnen staan’, geschreven naar aanleiding van een wei gering van de hervormde kerkenraad in Nijverdal (zonder bronvermelding en jaartal). De bevestiging en inzegening van een huwelijk is een feest, maar kan en mag niet gedevalueerd worden tot een ‘activiteit’ gebaseerd op sociale gronden. In dat geval is het paar bij de gemeente van Christus aan het verkeerde loket. Een gemeente van Christus kan niet meedoen aan een maskerade. Want dan is het geen feest meer zoals het kon zijn, een open ontmoeting van de Heer en Zijn mensen. (…) Pastoraal zal blijken te zijn dat de beslissing van een kerkenraad met gevoel van liefde voor die mensen genomen wordt. En wanneer dit verwoord wordt, niet met een kort ‘neen’ maar juist aan die mensen duidelijk wordt gemaakt hoe serieus de kerkenraad het verzoek en hen beiden als mensen neemt, is de kans – als er geen stoorzenders werken – dat het paar de redelijkheid inziet, met de gemeente in gesprek blijft en wellicht zich herkent in die gemeente. Een huwelijksbevestiging en inzegening is te serieus – naar de Heer der Kerk kijkend en naar de gemeente en het aanstaande echtbaar, dat die tot franje of iets onechts gedevalueerd mag en kan worden. v.d.G.
W.L. Zwagemaker
de waarheidsvriend
28 januari 2010
13
Ouder en wijzer [3, slot]
In het reine komen met Wie ouder wordt gaat terugkijken op het leven. Je hebt ook tijd om na te denken over dingen die zijn gebeurd. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk.
H
Ds. J. den Dikken is hervormd emeritus predikant te Nijkerk.
et levensmenu geeft fijne gerechten, maar soms komen er dingen op ons bordje die we liever wegschuiven. Toch komen ze op je pad,ze overkomen je. Ik denk aan beschadigingen van het leven door anderen, in je jeugd of later. Aan mishandelingen in allerlei vormen, van incest tot materiële kwesties. Je bent de steek gelaten of de kinderen komen niet meer thuis. Door kerkscheuringen verloor je dierbare contacten. Je verliest vrienden, of als je nog contact hebt kun je niet meer vrijuit praten over het belangrijkste in je leven: geloof en kerk. Veel ouderen zitten hiermee. Hun leven kent diepe krassen, die moeilijk of helemaal niet weg te krijgen zijn. Hoe ga je daarmee om? Hoe kom je ermee in het reine? Oplosbaar Ik wil verschil maken tussen dingen die wel en dingen die moeilijk of niet op te lossen zijn. Eerst over dingen die je kunt oplossen. We hebben allen de neiging altijd de dingen bij de ander neer te leggen. Ook de schuldvraag. Denk aan de balk en splinter. Maar als je je leven overziet bij het licht van de Heilige Geest, worden we ook eerlijk. Eerlijk voor God en eerlijk voor de naaste. Dat heet zelfonderzoek – moeilijk, maar wel nodig. Als je dan ontdekt dat verwijdering is ontstaan door eigen schuld of een beetje eigen schuld, omdat je te heftig hebt gereageerd, te boos, te driftig, gekwetst of wat ook, dan komt de vraag: kan ik daar nog wat
14
de waarheidsvriend
aan doen? Wil ik dat zo laten? Wil ik doorgaan in bitterheid en wrok en zo eindigen? Kan ik op die manier sterven en voor God verschijnen? Hoe langer het duurt, hoe zwaarder het gewicht wordt dat we met ons meedragen. Het kan je in grote zielennood brengen. Als je tijd van leven hebt wil ik dit zeggen: pak de telefoon, neem de auto, de trein of wat dan ook en ga naar hem of haar toe. Misschien wacht die ander wel. En ook al wacht de ander niet, probeer het toch. Praat het samen uit, wees de minste en leg het biddend voor God neer. Jezus gaf daarin het voorbeeld toen hij de voeten van Zijn dienaren waste. Er zijn ook mensen die klagen en praten over conflicten en kwesties, maar er op een bepaalde manier in leven, ervan genieten, er in ieder geval niet onder gebukt gaan. En als het niet helpt dat je naar die ander bent toegegaan, als er geen verzoening komt? Dan heb je wel je best gedaan en je vrijgemaakt. Jezus nam het initiatief om het goed te maken tussen God en ons. Wat een liefde! Zie, Ik kom om Uw wil te doen. En God is steeds weer de eerste in ons leven. En bedenk dit: als God zoveel geduld heeft met ons, zouden wij dan niet een beetje geduld hebben met onze medemens? Ons medekerklid, of medegelovige, ons kind, onze vader of moeder? En zeker ook met een niet-gelovige of iemand van een ander kerkgenootschap? Daarin kunnen we een voorbeeld zijn. Levenslang Dingen die je niet of moeilijk kunt oplossen, hoe kom je daarmee in het reine? Er zijn zaken die je niet kunt oplossen. Ik denk aan wat vorig jaar op Koninginnedag in Apeldoorn gebeurde. Premier Balkenende zei bij de herdenking dat
de mensen de tijd nodig hebben om het te verwerken of het nooit zullen kunnen verwerken. Wie kan klein krijgen dat je levenslang verminkt bent, lichamelijk of psychisch, of je man, vrouw of kind kwijtraakt door iemand die zo doet, die ook nooit spijt kan betuigen. Dan komt elk moment weer boven: waarom? Bij elke gebeurtenis laaien de emoties weer op, verdriet, boosheid, machteloosheid. Er zijn veel mensen die in vergelijkbare situaties verkeren, wier leven verminkt is door het, soms bewuste gedrag van een vreemde, een bekende of zelfs familie. Zulke dingen kun je nooit meer overdoen of rechtzetten. Daar zijn geen woorden voor. Het zijn vaak processen van jaren of heel lange tijd geweest, die hun verwoestende uitwerking niet hebben gemist. Kun je dat afsluiten? Kun je daarmee in het reine komen of kun je met die wonden, die littekens leren leven? Verzoening En als iemand berouw toont? Echt berouw dat voel je, dat hoor je, dat proef je. Echt berouw wil geen strafvermindering, zoals je wel leest. Een dader toont berouw in de hoop enkele jaren minder cel te krijgen. Of om een taakstraf te ontgaan. Dat is opnieuw een klap in het gezicht van het slachtoffer. Veel dingen zijn niet af te sluiten, want bij het minste of geringste valt de zwarte bladzijde weer open. Ze komen weer boven, net als echt verdriet, gemis. Dat is ook niet af te sluiten. Je kunt proberen een weg te vinden om ermee te leven. Dat gaat je levenlang mee. Maar je hoeft ook je best niet te doen het uit te wissen, anders zouden we elkaar een onmogelijke last opleggen. Maar er staat toch in de Bijbel dat we elkaar zeven maal zeven maal moeten vergeven? En Stefanus zei
4 februari 2010
toch, vervuld van de Heilige Geest, op zijn executiedag: ‘Heere, reken hun deze zonde niet toe’? Hij kreeg op dat moment genade van God om dat te kunnen zeggen. Dat wij het in navolging van Christus zouden moeten doen, is waar. Of we het ook kunnen is wat anders. Wie dat niet of nog niet kan, wordt nog dieper neergedrukt en krijgt opnieuw een schuldgevoel. Ik zou willen zeggen: bid erom of je het mag leren, met vallen en opstaan en door Zijn Geest geleid. We zijn in de kerk algauw geneigd anderen lasten op te leggen die ze niet kunnen dragen. Dit moet, dat moet, en we noemen er een bijbeltekst bij. Dit is gemakkelijk praten, net als de farizeeën en Schriftgeleerden. De mensen gingen eronder gebukt. Zwaar gebukt. Jezus zegt in dat verband: ‘Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.’ Je kunt er dan pas mee leren leven. Jozef In dit verband moet ik vaak denken aan Jozef. Als ik zijn geschiedenis lees word ik getroffen door de manier waarop Jozef omgaat met zijn frustraties. Gehaat door zijn broers, verkocht naar Egypte als een slaaf, vernederd, vals beschuldigd door de vrouw van Potifar, in
de gevangenis terechtgekomen. Onrecht op onrecht wordt over hem uitgestort. En ondanks dit alles geen greintje bitterheid in het leven van Jozef. Als verwerking de stilte van de gevangenis, de woestijnperiode van zijn leven, maar ook het actief bezig zijn als onderkoning van farao voor het volk van Egypte en voor zijn eigen volk. Niets is beter dan die twee dingen: overdenken, bezinnen én actief zijn, je gedachten verzetten. In het leven van Jozef schittert vooral de trouw van God, die hem vasthoudt in alle levensomstandigheden. Door die trouw mag hij voor velen tot zegen zijn. En als hij zijn broers ontmoet geen wrok, geen wraakgevoelens, geen bitterheid, maar opvoedend, ontmaskerend zegt hij: ‘Ik ben Jozef.’ En God zegent; er komt verzoening. Dat is genade, dat is bevrijdend als je zo mag leren omgaan met alles wat je is overkomen. Ook Jozef zal dagen en nachten gekend hebben van innerlijke opstandigheid, vragen, twijfels. Ook al zag niemand dat. In het verhaal van Jozef lezen we alleen de grote lijnen, maar daar springt uit dat hij Gods trouw ziet bij de brokstukken van zijn leven. Als verbittering en wrok in je hart blijven, is de prijs die we ervoor moeten betalen hoog.
Het leven kent soms diepe krassen. Hoe kom je als oudere in het reine met wat is gebeurd?
de waarheidsvriend
Ermee leven Als je altijd klaagt over wat je is overkomen, hoe begrijpelijk ook, komen de mensen niet graag meer bij je. Dan raak je geïsoleerd. Dit kun je voorkomen door deel te nemen aan het gewone leven. Dat is zwaar en gaat stap voor stap. Maar je zult zelf moeten beginnen. Probeer je verhaal te vertellen aan professionele hulp, aan een psychiater, maatschappelijk werker, huisarts, vertrouwenspersoon uit de kerk (in veel gemeenten zijn er gemeenteleden die daarvoor een opleiding hebben gehad en daarvan mag je gebruikmaken). Dan hoef je je verhaal niet steeds te vertellen aan je vrienden, buren, kennissen, familie. Het kan helpen te voorkomen geïsoleerd te raken. Misschien een krom beeld, maar toch wil ik het gebruiken. Wanneer we lichamelijk diepe wonden hebben opgelopen door een operatie of door breuken, is het litteken meestal na jaren nog te zien en te voelen. Velen zullen dit herkennen. Maar je kunt ermee leren leven. Hiermee bedoel ik dat we onszelf niet op hoeven te leggen dat we aan het gebeurde nooit meer zullen denken of dat het ons nooit meer parten zal spelen. Dat willen we wel, maar we blijven ook mens en we hebben onze tekortkomingen. Ik weet, soms wil je dingen vergeven en afsluiten. Soms kan dat ook. Maar door bepaalde gebeurtenissen kan het weer helemaal overhoop komen te liggen en dan ga je twijfelen of je wel echt vergeven hebt. Wat een troost dat ook diezelfde vragen en twijfels beschreven worden in de Bijbel en dat er Eén is die dit begrijpt. Vertel het daarom in het gebed steeds weer aan God. Hij heeft áltijd spreekuur. Ik denk aan de discipelen van Johannes de Doper. Als ze horen dat hun geliefde meester door Herodes is vermoord, onthoofd, dan staat er eenvoudig en heel mooi: en zij bóodschapten het Jezus. Daarom zeg ik vrijmoedig: stort je hart bij Hem uit. Schreeuw het uit of Hij je levensweg begaanbaar wil maken. Of Hij je wil helpen ermee te leven of in het reine te komen.
J. den Dikken
4 februari 2010
15