MANTELZORGBIJEENKOMST ’t Huis op de Waard 2 februari 2011 in de Nieuwe Rijnzaal Aanwezig: 25 mantelzorgers Namens ’t Huis op de Waard: Het managementteam; John Reimerink (bestuurder), Gerda van der Tang (zorgmanager), Peter Tops (facilitair manager), Patricia de Werdt (beleidsmedewerker) Monique de Nobel (EVV’er en Gespecialiseerd Verzorgende PG in opleiding) Lammie Stevens (EVV’er) Martine Middelburg (praktijkopleider)
1. Opening John Reimerink, de bestuurder van ’t Huis op de Waard, heet alle aanwezigen van harte welkom op de mantelzorgbijeenkomst. De heer Reimerink is sinds maart 2010 werkzaam als bestuurder van de organisatie. Tot op heden is er nog geen geschikte gelegenheid geweest waarbij hij eens wat uitvoeriger kennis kon maken met de mantelzorgers van bewoners. Ook voor hem is deze avond dan ook bijzonder plezierig en zinvol. Het programma van de avond is gebaseerd op het jaarplan 2011, waarvan een verkorte versie is meegezonden bij de uitnodiging. De heer Reimerink wil de mantelzorgers graag kennis laten maken met de ambities van ’t Huis op de Waard. De beleidsmedewerker, de zorgmanager en de facilitair manager zullen zichzelf en hun functie kort presenteren. De Gespecialiseerd Verzorgende PG in opleiding zal vertellen wat deze functie precies inhoudt. Een en ander is opgezet in de vorm van enkele presentaties. Aan het einde van het programma wordt eenieder in de gelegenheid gesteld vragen te stellen. 2. Presentatie John Reimerink – bestuurder (De powerpoint-presentatie is als bijlage opgenomen)
De heer Reimerink gaat allereerst kort in op de afgelopen periode. In 2008 werd bekend dat het AWBZ-stelsel ingrijpend zou wijzigen; de ouderenzorg zou op een andere manier gefinancierd worden. Voorheen ontving een organisatie als het ware jaarlijks ‘een zak geld’ waarvan alle zorg en diensten voor alle bewoners werden bekostigd. Tegenwoordig wordt een zorgorganisatie betaald voor wat zij daadwerkelijk levert. Een lege kamer betekent onmiddellijke teruggang in inkomsten… Iedere individuele bewoner is geïndiceerd met een zorgzwaartepakket (ZZP). Aan ieder pakket is een tarief gekoppeld. Dat zijn de financiële kaders waar ’t Huis op de Waard zich aan te houden heeft. Doordat ‘de zak geld’ meer mogelijkheden bood dan de huidige individuele tarieven, had de stelselwijziging negatieve financiële gevolgen voor ’t Huis op de Waard; het totale budget nam af. Hierdoor bleek een reorganisatie onvermijdelijk. De organisatie werd ‘platter’; de
functie van teamleiders en coördinatoren verdween. Er zijn tegenwoordig dus minder ‘regelaars’ in huis; de focus ligt veel meer op de werkvloer. Momenteel kent ’t Huis op de Waard drie leidinggevenden; de bestuurder, de zorgmanager en de facilitair manager. Zij zijn alle drie nieuw gestart in 2010. Aangevuld met de beleidsmedewerker, die al wel heel wat jaren in de organisatie werkzaam is, vormen zij het managementteam. De komende periode staat in het teken van drie grote veranderingen in de zorg: 1) De zorg zal verzwaren Verzorgingshuizen veranderen heel geleidelijk in verpleeghuizen. Mensen die een indicatie voor een verzorgingshuis krijgen, hebben bij opname al veel meer zorg nodig dan voorheen het geval was. Er is sprake van een splitsing tussen zware en lichte zorg, resp. zorg voor dementerenden en zorg voor mensen met lichamelijke klachten. Voor de zware zorg geldt dat deze kleinschalig zal worden aangeboden; wonen, welzijn en zorg worden één geheel en mensen zullen in kleine groepjes gaan samenleven. 2) De lichte zorg zal extramuraal worden aangeboden. Deze mensen zullen dus niet in een zorginstelling worden opgenomen en in groepsverband gaan samenleven. De zorg die deze mensen nodig hebben, wordt bij hen thuis, in de eigen woning, geleverd. 3) De ‘verantwoordingsdrift’ van de overheid Aangezien er miljarden omgaan in de zorg, wil de overheid bewezen zien dat het geld goed terecht komt. Daarom moet alles wat een zorgorganisatie doet, verantwoord worden. Op zich staat ’t Huis op de Waard daarachter, maar feit is wel dat het enorm veel papierwerk met zich meebrengt. De heer Reimerink bespreekt vervolgens de visie en missie van de organisatie. Ook deze was meegezonden bij de uitnodiging. Medewerkers zullen getoetst worden op de onderdelen uit deze visie en missie. Ook al moet er ontzettend hard gewerkt worden, de zorg zal altijd respectvol en menslievend moeten zijn. Hoe worden al deze ontwikkelingen nu vertaald naar plannen? In de praktijk heeft ’t Huis op de Waard te maken met twee kanten; de lopende zaken en de nieuwe ontwikkelingen. De lopende zaken zijn niet opgenomen in het jaarplan, deze komen het hele jaar door terug. In het jaarplan zijn uitsluitend de nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Het jaarplan 2011 bestaat uit vijf thema’s: 1) Wonen, welzijn en zorg Hierboven is al kort aangegeven wat hiermee bedoeld wordt; het kleinschalig bieden van zorg/samenleven in groepsverband. 2) Veiligheid Dit gaat om veilige zorg, maar ook om veiligheid op het gebied van arbeidsomstandigheden, brand, legionella en dergelijke. 3) Communicatie en Informatie Uit enkele onderzoeken is gebleken dat dit onderwerp een aandachtspunt is voor ’t Huis op de Waard. Het is niet het sterkste punt van de organisatie en dit horen de leidinggevenden ook terug. Deze mantelzorgbijeenkomst is een voorbeeld van de praktische uitvoering van de verbeterplannen op dit gebied.
4) Bedrijfsvoering ’t Huis op de Waard is een relatief kleine zorginstelling, maar functioneert nog geheel zelfstandig. Dit is prettig en de organisatie wil dit in stand houden, maar het brengt ook financiële risico’s met zich mee. Daar moet de organisatie zich goed tegen wapenen. 5) Regionale ontwikkeling ’t Huis op de Waard is een organisatie, die erg naar binnen is gericht. Het huis wil echter ook meer gaan betekenen voor de wijk, bijvoorbeeld door het openstellen van de Nieuwe Rijnzaal. De organisatie wil daarom activiteiten ontwikkelen, waardoor wijkbewoners worden aangetrokken. Het opzetten van een huisartsenpost is daar een voorbeeld van. De heer Reimerink eindigt zijn presentatie met de opmerking dat hij zich kan voorstellen dat er vragen zijn rondom de nieuwbouwplannen. Hij heeft dit onderwerp bewust niet opgenomen in zijn presentatie, omdat er al vele jaren gesproken wordt over plannen, die maar niet concreet willen worden. De heer Reimerink wil geen valse verwachtingen scheppen. Duidelijk is in ieder geval wel dat er in 2011 niet gestart wordt met de nieuwbouw! 3. Presentatie Patricia de Werdt – beleidsmedewerker (De powerpoint-presentatie is als bijlage opgenomen)
In tegenstelling tot de overige MT-leden is mw. de Werdt al geruime tijd werkzaam in ’t Huis op de Waard. Een deel van de aanwezigen kent haar mogelijk van een rondleiding, aangezien tot april 2010 het wachtlijstbeheer onderdeel van haar functie was. Haar overige en huidige werkzaamheden zijn voor de meesten echter onbekend terrein, aangezien deze zich vooral achter de schermen afspelen. Volgens mw. de Werdt heeft zij het makkelijkste baantje van ’t Huis op de Waard; ze mag vertellen wat anderen moeten doen, zelf hoeft zij het niet te doen! De belangrijkste taak van de beleidsmedewerker zit al in de functienaam; meewerken aan het beleid. Omdat achter ieder proces wat zich in ’t Huis op de Waard afspeelt beleid schuilgaat, heeft de beleidsmedewerker met vrijwel alles in meer of mindere mate te maken. Het is lastig om dit kort toe te lichten, vandaar dat mw. de Werdt verschillende onderdelen op een rijtje heeft gezet. Op alle terreinen gaat het op beleidsmatig gebied om het opstellen van beleid. Voor de organisatie valt te denken aan arbobeleid, verzuimbeleid of een gedragscode. Voor de zorg aan beleid op gebied van eten en drinken, medicijnen of vallen. En voor de omgeving aan hygiëneregels, bedrijfshulpverlening of legionella. Hier gaat het nodige overleg met diverse betrokkenen aan vooraf, en ook het document zelf wordt uitvoerig besproken als het eenmaal is vastgesteld. Uit het beleid komt het uitvoeren van metingen voort. Er moet immers worden nagegaan of het beleid het gewenste effect heeft. De afspraken rondom de uitvoering hiervan worden gemaakt door mw. de Werdt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om tevredenheidsmetingen, maar ook om metingen op zorginhoudelijk gebied, zoals het percentage bewoners met incontinentie of het aantal medicijnfouten. Het is tevens de verantwoordelijkheid van de beleidsmedewerker ervoor te zorgen dat alle betrokkenen de uitkomsten ontvangen en dat daar iets mee gedaan wordt. Dit is bovendien een belangrijk onderdeel in verband met het PREZO-keurmerk waarover ’t Huis op de Waard beschikt. De beleidsmedewerker is verder betrokken bij de administratie rondom het zorginkoopproces. Ieder jaar maakt ’t Huis op de Waard budgetafspraken met het Zorgkantoor met betrekking
tot de hoeveelheid zorg die wordt geleverd. Bij het indienen van het budgetverzoek moet een flinke hoeveelheid formulieren en plannen worden meegestuurd. En ook de verantwoordingsdrift van de overheid gaat niet aan de beleidsmedewerker voorbij. Jaarlijks dient het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording te worden ingediend bij de overheid. Een zeer tijdrovende, administratieve klus, die door de beleidsmedewerker gecoördineerd wordt. Mw. de Werdt sluit haar presentatie af door te melden dat zij ook een rol speelt in de al eerder genoemde communicatie. Ook in dit geval met name op het administratieve vlak. Concrete voorbeelden daarvan zijn het meegezonden jaarplan, de uitnodigingsbrief en notulen van deze bijeenkomst, die later op de website geplaatst zullen worden. Zo nu en dan mag de beleidsmedewerker ook cadeautjes weggeven! Vanavond is er voor alle aanwezige mantelzorgers een klein presentje! Omdat ook de mantelzorger bijdraagt aan kwaliteit van leven voor de bewoner; ’t Huis op de Waard kan niet zonder hun steun! 4) Presentatie Gerda van der Tang - zorgmanager Mevrouw van der Tang introduceert zichzelf. Zij werkt sinds juni 2010 met veel plezier in ’t Huis op de Waard. Als zorgmanager is zij verantwoordelijk voor alles wat met de zorg te maken heeft. De Norm Verantwoorde Zorg vormt hierbij een belangrijke basis. Daarin is vastgelegd waar de bewoner minimaal op mag rekenen om te kunnen spreken van kwaliteit van zorg. Een belangrijk instrument daarbij is het zorgleefplan. Met behulp daarvan worden de wensen en behoeften van een bewoner vastgelegd, evenals de afspraken over de wijze waarop daaraan tegemoet wordt gekomen. De Eerst Verantwoordelijke Verzorgende verzamelt alle gegevens voor het zorgleefplan. Alle informatie die nodig is voor de metingen, waar mw. de Werdt eerder over sprak, is opgenomen in het zorgleefplan. Het plan wordt 2x per jaar geëvalueerd en steeds weer zal het opnieuw moeten worden ondertekend door de bewoner en/of de mantelzorger. Dit is een verplichting, waar ’t Huis op de Waard zich aan moet houden. De EVV’ers volgen momenteel een intensieve training om zichzelf verder te professionaliseren. Zij zijn voor mw. van der Tang haar ogen en oren op de afdeling! Iedere EVV’er heeft bovendien een eigen aandachtsgebied, zoals huidletsel, medicijnen, incontinentie, vrijheidsbeperkende maatregelen, hulpmiddelen, probleemgedrag en zorg rond het levenseinde. Dit heeft een positief effect op de kwaliteit van zorg. Het zorgleefplan is onderdeel van het zorgdossier; een dikke map, vol papieren. Momenteel doet ’t Huis op de Waard onderzoek naar de mogelijkheden om vanaf 2012 te kunnen gaan werken met een digitaal dossier, het Electronisch CliëntenDossier (ECD). 5) Presentatie Peter Tops – facilitair manager Ook de heer Tops introduceert zichzelf. Hij werkt sinds september 2010 in ’t Huis op de Waard. Hij geeft leiding aan de keuken, het restaurant, de huishoudelijke dienst en de technische dienst. Vandaag licht de heer Tops het onderwerp ‘omgevingsveiligheid’ uit het jaarplan toe. Belangrijk daarin is vooral de bedrijfshulpverlening (BHV), essentieel in het kader van de
brandveiligheid. Twee aspecten spelen hierbij een rol; de techniek en de BHV-organisatie. De technische kant is op orde; dit wordt ook jaarlijks gecontroleerd door de brandweer. Met BHV-organisatie wordt bedoeld: de mensen die kunnen handelen in geval van een calamiteit. Een groot deel van de medewerkers is BHV-opgeleid. Overdag is de BHVbezetting goed, ’s avonds en ’s nachts willen hier nog wel eens gaten in vallen. Het is een belangrijke taak van Peter om dit op orde te brengen, onder meer door het organiseren van trainingen en oefeningen. Ook op gebied van het legionellabeheer is er sprake van een technische kant en een organisatorische kant. ’t Huis op de Waard beschikt over goede apparatuur om het water te checken, zodat het ontstaan van legionella kan worden voorkomen. Daarnaast is het nodig dat er wekelijks gespoeld wordt. Dit wordt verzorgd door medewerkers van de huishouding. De heer Tops geeft tot slot aan dat hij het leuk vindt zaken te vernieuwen. Momenteel is hij bezig met de aanschaf van een nieuw telefoonsysteem (waar ook ‘de bel’ op de kamer van de bewoner onder valt). 6) Vragen Voordat er een korte pauze wordt ingelast, biedt de heer Reimerink kort de gelegenheid tot het stellen van vragen. Kan er iets worden gedaan aan de schuin aflopende oprit bij de voordeur? Bewoners met een hulpmiddel ondervinden hier hinder van. Dit probleem was het managementteam nog niet eerder ter ore gekomen. De heer Tops zegt toe zich hiermee bezig te zullen gaan houden. Er is tegenwoordig sprake van een ruimte om bijvoorbeeld een verjaardag te vieren. Is hier meer informatie over? De betreffende ruimte, ’t Wevershuisje, kan inderdaad tegen een kleine vergoeding gehuurd worden voor een speciale gelegenheid. De bewoner en/of diens familie kan verder alles zelf regelen of ’t Huis op de Waard verzoeken dit te doen (bijv. hapjes en drankjes verzorgen). In het laatste geval wordt een vergoeding in rekening gebracht. De heer Reimerink wijst erop dat de ruimte nog verder opgeknapt en opgefleurd zal worden. Het moet een voorbeeld worden van de gewenste toekomstige uitstraling van het gebouw. Is het mogelijk een thermostaat te plaatsen in ieder appartement om de verwarming te kunnen regelen? Het is de persoonlijke wens van de heer Tops om dit onmiddellijk te doen. Het probleem speelt niet alleen bij bewoners, maar ook bij de (kantoor)medewerkers. De investering moet echter worden afgezet tegen de nieuwbouwplannen en dan is het niet rendabel. De algemene ruimtes zullen wel worden voorzien van een thermostaat. Wat is de stand van zaken m.b.t. de nieuwbouw? Zoals de heer Reimerink in zijn presentatie al aangaf, wil hij hier niet te diep op ingaan. Een compleet antwoord zal bovendien veel te veel tijd in beslag nemen. Kort gezegd zijn de plannen er nog steeds, maar de startdatum blijft onduidelijk doordat er veel tijdrovende externe factoren meespelen, bijvoorbeeld besluitvorming bij de gemeente. Het huidige plan is om een gedeelte van de bewoners onder te brengen in het kleinschalig wonen, het samenleven in groepsverband dus. De andere bewoners kunnen de regie over het eigen leven behouden door zelfstandig te blijven wonen, vergelijkbaar met de manier waarop het nu gaat. Voor deze groep mensen zullen de huidige appartementen gerenoveerd worden; van twee appartementen wordt er één gemaakt. Het plan is om beide voorzieningen op de huidige locatie te realiseren.
Is de bewoner verplicht een telefoonabonnement bij de KPN af te nemen? Aansluiting bij bijvoorbeeld Ziggo blijkt niet mogelijk, er wordt aangegeven dat er onvoldoende signaal is. Ook dit probleem was niet bekend bij het managementteam. De heer Tops zal dit uitzoeken en de informatie terugkoppelen. Een optie is wellicht om tot nader order een mobiele telefoon of een dongel (internet) aan te schaffen. Vervolgens wordt een korte pauze ingelast. 7) Presentatie Monique de Nobel – EVV’er en Gespecialiseerd Verzorgende PG in opleiding Mw. de Nobel is als EVV’er werkzaam in ’t Huis op de Waard sinds 2009. Uit de zorg voor PG-bewoners haalt zij zeer veel voldoening en plezier en vanuit de organisatie is zij gestart met de opleiding voor Gespecialiseerd Verzorgende PG (GVP). Dit is een volledig nieuwe opleiding in Nederland en mw. de Nobel zal daarom straks één van de eerste GVP’ers in het land zijn. De opleiding wordt verzorgd door het ROC en biedt de huidige ziekenverzorgende niveau III doorgroeimogelijkheden op het eigen niveau. Mw. de Nobel begint haar presentatie met een foto van twee handen die elkaar vasthouden. Dit symboliseert voor haar de manier waarop zij zorg wil verlenen; warm en betrokken. De mantelzorger is daarnaast de warme mantel om de bewoner heen; de liefde en het begrip, die iedere bewoner nodig heeft. PG staat voor psychogeriatrie; psycho = geest, geriatrie = ziekteleer van de ouderen. De psychogeriatrie richt zich dus op de geestelijke ziekte; het dementieproces. Kerntaken van de GVP’er: 1) Behartigen van de kwaliteit van leven van de PG-bewoner Het is essentieel hierbij te letten op de verschillende soorten dementie. Dit heeft namelijk gevolgen voor de omgang met een bewoner. 2) Diagnostiek Welke diagnostiek is er en hoe wordt deze ingezet? Mw. de Nobel benadrukt het belang van een goede observatie. 3) Begeleiden, adviseren en professionaliseren van collega’s en vrijwilligers Mw. de Nobel wil hen leren hoe zij problemen kunnen herkennen en hoe zij kunnen omgaan met bijv. dwalen, probleemgedrag en pijnbeleving. 4) Communicatie Welke gesprekstechnieken zijn er en wat kun je doen met feedback (geven en ontvangen). 5) Ondersteunen, adviseren en begeleiden van mantelzorgers van een bewoner met PG-problematiek Door informatie te geven, omgangsadviezen aan te dragen en om te kunnen nagaan hoe een bewoner was vóór zijn ziekte. Mw. de Nobel ziet voor zichzelf een coachende rol weggelegd als GVP’er. Taken, die zij als GVP’er op zich zal nemen, zijn: -
Overdragen van haar kennis overdragen en de zorg voor de PG-bewoners verbeteren; Rust, aandacht en begrip creëren in de dagelijkse zorg voor PG-bewoners; Meedoen aan veranderingsprocessen; Organiseren van klinische lessen en thema-avonden;
-
Effecten op de werkvloer bespreken met de zorgmanager om uiteindelijk het omgaan met complex gedrag te verbeteren. Daarnaast ondersteuning bieden bij het opstellen van het zorgleefplan.
Mw. de Nobel wil dit alles waarborgen door: - Interventies en klinische lessen Dit zal zij zelf verzorgen of deskundigen benaderen om een presentatie te verzorgen; - Organiseren van thema-avonden Eveneens door sprekers uit te nodigen, bijv. een geriater. Deze avonden kunnen ook bedoeld zijn voor mantelzorgers. - Bijwonen van overlegmomenten van de groepsverzorging Om hen te kunnen coachen en te kunnen ondersteunen. ’t Huis op de Waard heeft vastgelegd wat zij wil bereiken met het oog op de mantelzorgers: -
Mantelzorgers voelen zich welkom en prettig en hebben het idee dat zij erbij horen; Mantelzorgers hebben een stem in de kwaliteit van zorg voor de bewoner (mits de bewoner zelf daarmee heeft ingestemd); Mantelzorgers kennen de weg binnen de organisatie en kunnen altijd een luisterend oor vinden; Mantelzorgers en medewerkers weten om te gaan met elkaars grenzen; ’t Huis op de Waard weet wat er leeft onder mantelzorgers.
Mw. de Nobel wil dit bereiken door: - Een kennismakingsgesprek te voeren met mantelzorgers. Op die manier wordt de drempel voor het leggen van contact verlaagd. - De EVV’ers te coachen in het betrekken van de mantelzorger bij het opstellen van het zorgleefplan. - De mantelzorger naar kunnen te betrekken bij de zorg voor een bewoner. - Een coachende rol te vervullen en advies te geven aan de EVV’ers. Mw. de Nobel sluit af met een plaatje, dat symboliseert dat iedereen een rol speelt in de zorg rond de PG-bewoner; de GVP’er staat niet alleen. Ieder draagt een eigen verantwoordelijkheid, maar door samen te werken verbetert de kwaliteit van de zorg. Tot slot krijgen de aanwezigen de gelegenheid vragen te stellen n.a.v. de presentatie van mw. de Nobel. Is de receptie op de hoogte van de bewoners die niet naar buiten mogen? Ja, dit is goed geregeld. De receptie checkt bij twijfel bovendien altijd de afspraken bij de verzorging. Naast de EVV’ers, die door de GVP’er gecoacht gaan worden, zijn er nog veel andere medewerkers werkzaam. Hoe worden zij betrokken bij de zorg voor de PG-bewoner? Mw. de Nobel gaat de coaching groots opzetten, daar worden alle betrokken medewerkers in meegenomen. Bovendien dient iedere medewerker ten behoeve van een bewonersbespreking informatie te verzamelen. Ook hier zal mw. de Nobel in ondersteunen. Wanneer wordt de mantelzorger betrokken bij de evaluatie van het zorgleefplan? Vanwege interne ontwikkelingen is nog bewust gewacht met het betrekken van de mantelzorger bij het multidisciplinair overleg (MDO). Het MDO moet voor de mantelzorger wel zinvol zijn en ’t Huis op de Waard wilde dit goed voorbereiden. Inmiddels liggen de uitnodigingen klaar, dus op korte termijn kan van start worden gegaan.
Een MDO vindt plaats vanaf ZZP4. Voor de bewoners met ZZP1 t/m 3 wordt de bewoner zelf uitgenodigd. Deze mag zelf beslissen of hij de mantelzorger wil meenemen. Wie bepaalt of een bewoner dementerend is? Dat is een diagnose die door een arts wordt vastgesteld. Heeft ’t Huis op de Waard een eigen arts? Nee. Omdat ’t Huis op de Waard een verzorgingshuis is, mag iedere bewoner zelf bepalen bij welke huisarts hij aangesloten wil zijn. Momenteel heeft de zorg te maken met wel 25 huisartsen. Dit is niet bevorderlijk voor een goede communicatie. De organisatie probeert de huisartsenkeuze wel enigszins te sturen, maar kan niet voorbij gaan aan de keuzevrijheid van een bewoner. Momenteel neemt de organisatie deel aan een onderzoek in de regio Leiden m.b.t. de medische zorg in verzorgingshuizen (waarvan het contact met de huisartsen een onderdeel vormt). Er is een onderzoek geweest naar de geestelijke conditie van bewoners in verzorgingshuizen. Wat is daar de uitkomst van? De resultaten daarvan zijn nog niet bekend. Is het mogelijk nog gebruik te maken van de diensten van een dagverzorging als een bewoner is opgenomen in ’t Huis op de Waard? Nee, dit is niet mogelijk. De indicatie, die nodig is voor de opname in ’t Huis op de Waard, bevat geen vergoeding voor deelname aan een externe dagverzorging. Overigens probeert ’t Huis op de Waard al enige tijd om een soortgelijke voorziening op te zetten t.b.v. wijkbewoners. Dit komt echter niet van de grond omdat er vrijwel geen indicaties meer worden afgegeven voor deze vorm van zorg- en dienstverlening. Mw. de Nobel wijst tot slot op de brochure over de GPV’er, die geïnteresseerden kunnen meenemen. 8) Sluiting In verband met de tijd neemt de heer Reimerink het woord om de bijeenkomst af te sluiten. Hij nodigt alle aanwezigen uit om nog een drankje te nuttigen en eventueel in een meer informele sfeer hun vragen te stellen. De heer Reimerink geeft aan dat er in het najaar een volgende bijeenkomst zal worden gehouden, met een ander thema. Het managementteam hoort graag terug of de bijeenkomst heeft voldaan aan ieders verwachtingen en staat open voor feedback! De heer Reimerink bedankt alle aanwezigen voor hun komst!